business
6
Nieuwe spelregels B2B in werking! Vorig jaar informeerden we je al over drie nieuwe sets wetgeving, die de contractuele verhouding tussen ondernemingen zouden beheersen. Deze regels betroffen onrechtmatige contractuele bedingen, misbruik van economische afhankelijkheid en oneerlijke marktpraktijken. Deze regelgeving trad gespreid in werking. De set regels rond onrechtmatige contractuele bedingen treedt in werking op 1 december 2020. We brengen ze even in herinnering. cheyenne@tlv.be
Algemeen De nieuwe wetgeving stelt een zwarte lijst voorop van vier onrechtmatige bedingen, die altijd verboden en van rechtswege nietig zijn. Daarnaast bevat de wet ook een grijze lijst van acht bedingen die vermoed worden onrechtmatig te zijn, behoudens bewijs van het tegendeel. Wanneer een onderneming dus meent benadeeld te zijn door een beding dat op de grijze lijst staat, is het aan de medecontractant om te bewijzen dat het beding niet onrechtmatig is. Bedingen die niet op één van deze twee lijsten voorkomen, zijn in principe rechtmatig, behalve indien ze alleen of in samenhang met andere bedingen een kennelijk onevenwicht scheppen tussen de rechten en plichten van de partijen.
Dit nieuwe regime vraagt echter enige nuancering. Een onrechtmatig beding heeft enkel de nietigheid van dat specifieke beding tot gevolg. De resterende overeenkomst blijft geldig, indien ze zonder dat beding kan blijven voortbestaan. Daarnaast kan deze wetgeving niet worden toegepast op de kernbedingen van de overeenkomst, noch op de gelijkwaardigheid van de prijs en de tegenprestatie, indien deze bedingen duidelijk en begrijpelijk zijn geformuleerd.
Zwarte lijst Op de zwarte lijst, wat dus betekent dat deze bedingen absoluut verboden zijn en van rechtswege nietig, staan bedingen die ertoe strekken:
1. Te voorzien in een onherroepelijke verbintenis van de andere partij terwijl de uitvoering van de prestaties van de onderneming onderworpen is aan een voorwaarde waarvan de verwezenlijking uitsluitend afhankelijk is van haar wil; 2. De onderneming het eenzijdige recht te geven om één of ander beding van de overeenkomst te interpreteren; 3. In geval van betwisting, de andere partij te doen afzien van elk middel van verhaal tegen de onderneming; 4. Op onweerlegbare wijze de kennisname of de aanvaarding van de andere partij vast te stellen met bedingen waarvan deze niet daadwerkelijk kennis heeft kunnen nemen vóór het sluiten van de overeenkomst.