Everard Constantijn Marie van Tuyll van Serooskerken 1919-1999
Katholiek door de onderduik De jongste zoon van de familie was tijdens de oorlog ondergedoken in een katholieke kerk bij Cuijk. Everard hield daar niet alleen zijn vrouw aan over. Hij bekeerde zich ook tot het katholicisme, wat in de protestantse familie voor beroering zorgde.
in de frontlinie te liggen bij gevechten om Mook. Duits granaatvuur veroorzaakte doden en gewonden; veel inwoners sloegen op de vlucht. Het is onbekend of Everard toen nog in Cuijk was. Everard leerde in Cuijk Hendrika van den Heuvel kennen, met wie hij zich verloofde. Nadat hij eindelijk zijn rechtenstudie had afgerond, trad hij in 1948 in Nijmegen met haar in het huwelijk. Everard had besloten om net als Hendrika katholiek te worden, een ingrijpende keuze voor de zeer protestantse familie Van Tuyll van Serooskerken. Het zorgde voor strubbelingen, volgens herinneringen van de bevriende familie Plomp uit Oud-Zuilen. Voor Everards vader was het niet makkelijk om de katholieke huwelijksvoltrekking bij te wonen.
Jeugdportret van Everard van Tuyll van Serooskerken, ca. 1935
‘Het was bij ons thuis een mannenhuishouding. Vader, die enig kind was, vond het schitterend. Toen na vijf jongens eindelijk een meisje werd geboren, liet hij zich ontvallen dat daarmee de klad in de familie was gekomen – wat moeder hem niet in dank afnam’, zo vertelde Everard in 1988 in Trouw. Hij keek met gemengde gevoelens terug op zijn jeugd. ‘Om half acht werden we in de eetzaal verwacht. Vader stond een paar minuten eerder in de deuropening met zijn horloge in de hand. Als je een minuut te laat kwam, moest je je honger stillen met boterhammen met tevredenheid.’ Goede herinneringen had hij aan de creativiteit van zijn moeder. ‘Zij leerde ons wollen kabouters maken en was ook heel kundig met linnen boeken waarin plaatjes van onze keuze werden geplakt.’
‘Na twaalf ambachten en dertien ongelukken ben ik als beleidsmedewerker bij het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen terecht gekomen, maar briljant was het niet’, blikte Everard later terug op zijn carrière. Hij was daarnaast medeoprichter en eerste directeur van de Katholieke Bijbel Stichting, die in 1961 het eerste deel van de Willibrord-vertaling uitbracht. Everard werd daarmee de tegenhanger van zijn broer Frederik, die algemeen secretaris was van het (protestantse) Nederlands Bijbelgenootschap. Frederik had de katholieken graag bij ‘zijn’ bijbelgenootschap betrokken, maar daar bleek de tijd nog niet rijp voor. Hij spoorde zijn broer en diens medestanders toen aan een eigen bijbelstichting te beginnen. Jaren later noemde hij dat de grootste vergissing van zijn leven: ‘Had ik toen wat meer geduld gehad, dan was er nu in Nederland één Bijbelgenootschap voor protestanten en rooms-katholieken samen’.
Pastoor Everard begon aan een rechtenstudie in Leiden, maar moest tijdens de oorlog onderduiken, waarschijnlijk vanwege de Arbeitseinsatz. Hij kwam terecht in Beers en Cuijk in de noordoosthoek van Noord-Brabant. Daar werd hij opgevangen door pastoor Cornelis van der Heijden, die vanuit zijn pastorie verzetswerk ondersteunde. Voor Everard regelde hij een onderduikplek in de kerktoren van Beers. Eind september 1944 kwam Cuijk – hoewel al ‘bevrijd’ door twee Amerikaanse parachutisten –
29
