
5 minute read
Willem van Tuyll van Serooskerken
Krijgsgevangen in Kamp Stanislau
Zoals de familietraditie van hem verwachtte, werd de derde zoon van de baron en barones beroepsmilitair. Zijn huzarenregiment (lichte cavalerie) bood tijdens de meidagen van 1940 in Noord-Brabant weerstand tegen de Duitsers. Willem bracht het grootste deel van de Tweede Wereldoorlog in krijgsgevangenschap door in het huidige Oekraïne. Zijn derde kind zou hij pas na de bevrijding zien.
Advertisement
Volgens Lucile van Tuyll ambieerde haar vader niet per se een militaire carrière, maar werd dat wel van hem verwacht. Hij volgde de officiersopleiding aan de Koninklijke Militaire Academie in Breda en werd in 1938 benoemd tot tweede luitenant bij het 2e Regiment Huzaren van de cavalerie, die hun basis ook in Breda hadden. Een jaar later kreeg hij speciale toestemming om aan zijn uniform ‘de versierselen van Ridderexpectant van de Johanniter Orde’ te dragen. Bij deze protestantse ridderorde was ook Willems vader aangesloten.
In 1939 trouwde Willem van Tuyll van Serooskerken met Cornélie de Beaufort uit Maarn. Het jonge echtpaar betrok het huis Klein Zuylenburgh naast de brug over de Vecht in Oud-Zuilen. Al spoedig moest Willem vanwege de mobilisatie terug naar Noord-Brabant. Van november 1939 tot mei 1940 was het 2e Regiment Huzaren gelegerd in Sint-Oedenrode. In de meidagen van 1940 bood het regiment tegenstand tegen de Duitse invasie, onder meer bij Bakel. Na de capitulatie werd het tweede huzarenregiment in juni 1940 ontbonden, net als alle Nederlandse eenheden. Willem keerde terug naar Oud-Zuilen.
Krijsgevangenschap In mei 1942 volgde het Duitse bevel aan Nederlandse militairen om zich alsnog te melden voor krijgsgevangenschap. Onder druk van zijn vader, die wellicht vreesde voor repercussies, gaf Willem gehoor aan deze oproep. Het was toen nog onduidelijk wat er met de krijgsgevangen zou gebeuren. In eerste instantie kwam Willem met zo’n 2.000 andere officieren en cadetten terecht in een kamp bij Neurenberg-Langwasser. In augustus 1942 werden zij overgeplaatst naar Stanislau (het tegenwoordige Ivano-Frankivsk in Oekraïne), waar ze tot het einde van de oorlog zouden blijven. Kamp Stanislau (‘Stalag 371’) was gevestigd in en rond een gevangenis uit 1883. De omstandigheden waren er naar verhouding niet slecht. Gevangenen mochten post ontvangen en – in ieder geval met kerst – versturen. Er werden verschillende groepsfoto’s gemaakt. Ook waren er voedselpakketten van het Rode Kruis. Bewaard gebleven menu’s (bij bijzondere gelegenheden) laten

Links: Portret van Willem van Tuyll van Serooskerken getekend door een medegevangene in Stanislau
Boven: Willem van Tuyll van Serooskerken (uiterst links) als lid van de kerkenraad in Kamp Stanislau

maaltijden met enkele gangen zien. Krijgsgevangenen mochten zelf dingen organiseren, zoals muziek- en toneelvoorstellingen. Eén van hen componeerde zelfs een Stanislau-lied. Er werden ook sportdagen gehouden. Willem van Tuyll van Serooskerken zat in de touwtrekploeg, zo blijkt uit het dagboek van een medegevangene.
In het kamp waren behalve artsen ook geestelijk verzorgers aanwezig: de katholieke aalmoezenier W.A.J. van der Maden en de hervormde vlootpredikant ds. J.H. Vaandrager. Met die laatste vormde Willem van Tuyll van Serooskerken, samen met enkele andere protestantse gevangenen, de ‘kerkeraad’ van Stanislau. Zij organiseerden op zondag de kerkdiensten die buiten bij het Lazaret (hospitaal) werden gehouden. Waar de diensten bij slechte weersomstandigheden plaatsvonden is onbekend.
Bij zijn vertrek uit Oud-Zuilen had Willem zijn vrouw moeten achterlaten met twee kleine kinderen. Bovendien was Cornélie zwanger van de derde, Lucile. Zij stuurde haar man via het Rode Kruis brieven en kleding. Soms naaide ze dingen in de kledingstukken, zoals de aankondiging van Luciles geboorte. De familie wist echter

Boven: Door Willem van Tuyll van Serooskerken medeondertekende gelukwens voor een huwelijk ‘met de handschoen’ in Stanislau
Onder: Willem van Tuyll van Serooskerken (rechts) als ritmeester op Java, 1948

niet of Willem het bericht over de geboorte van zijn jongste dochtertje had ontvangen. Dat was gelukkig wel het geval: in Stanislau maakten zijn medegevangenen een oorkonde ter gelegenheid van de geboorte van Lucile, die bewaard is gebleven. Lucile bezit ook nog een tekening die in het kamp van haar vader werd gemaakt.
In de laatste fase van de oorlog vond Willems vader het in het dorp te onveilig voor zijn schoondochter Cornélie en haar drie jonge kinderen. In 1944 verhuisden zij daarom in het holst van de nacht van Klein Zuylenburgh naar het Grote Huis, zoals Slot Zuylen door de familie werd genoemd.
Terug voor kort In 1945 werd Kamp Stanislau bevrijd door het Rode Leger. Willem van Tuyll van Serooskerken keerde vrij snel na de bevrijding terug in Oud-Zuilen. Hij was er begin juni 1945 bij toen Lucile werd gedoopt; haar moeder had daarmee gewacht tot haar vader terug was. Voor de 3-jarige Lucile, die haar vader niet kende, was het moeilijk te bevatten. Ze had een antipathie tegen de ‘moffen’ meegekregen en toen haar vader terugkeerde, dacht ze vanwege zijn uniform dat hij ook een Duitser was. Ook voor de volwassenen was de situatie niet makkelijk. Men wist niet precies wat de ander allemaal had meegemaakt en daar werd ook niet veel over gesproken, wat wel eens tot fricties leidde.
Lang kon Lucile niet wennen aan de aanwezigheid van haar vader. Als beroepsmilitair moest hij al snel na de bevrijding naar Nederlands-Indië in het kader van de Politionele Acties, overigens zonder goed te weten wat hij daar kon verwachten. Hij werd bevorderd tot ritmeester (kapitein bij de cavalerie) en was in 1948 onder meer gelegerd in Salatiga op Java.
In 1950 reikte prins Bernard hem het Bronzen Kruis uit, een onderscheiding voor oorlogs- en verzetsdaden. Later werd hij luitenant-kolonel (overste) en begeleidde als adjudant van koningin Juliana regelmatig koninklijke gasten. Na het overlijden van zijn vader werd Willem van Tuyll van Serooskerken voorzitter van de Stichting Slot Zuylen. In die hoedanigheid kon hij in 1986 prins Claus ontvangen bij de afronding van een grote restauratie van het kasteel.