
5 minute read
Alexander van Tuyll van Serooskerken
Gesneuveld bij de Slag in de Javazee
Advertisement
De tweede zoon van de barones was officier bij de Koninklijke Marine. Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog was Alexander gelegerd in het toenmalige Nederlands-Indië. Hij was de adjudant van schout-bij-nacht Karel Doorman. Tijdens de Slag in de Javazee in februari 1942 werd hun kruiser HMS De Ruyter door Japanse schepen getorpedeerd. Zij kozen ervoor om met het schip ten onder te gaan. Alexander werd slechts 29 jaar oud. Zijn familie verkeerde jarenlang in tergende onzekerheid over zijn lot.
Alexander werd in 1912 geboren in huize Het Zek aan de Kerkdijk in Westbroek, waar zijn vader toen gemeentesecretaris was. Ze verhuisden naar Zuilen toen zijn vader burgemeester werd. Na een periode in Huize Zuylenveld kon het gezin Slot Zuylen betrekken. Alexander was als jongen al geïnteresseerd in schepen; hij had zelf een houten zeilsloepje in de Loosdrechtse Plassen. Gezien de militaire traditie binnen de adellijke familie was het dan ook niet verwonderlijk dat hij voor de Koninklijke Marine koos. Hij werd adelborst (officier in opleiding) in Den Helder en in 1936 volgde zijn beëdiging.

Enkele jaren later verloofde Alexander zich met Angelika von Lüttichau, een adellijke Duitse domineesdochter. Zij trouwden op 2 augustus 1938 in Düsseldorf-Kaiserswerth, waar Angelika vandaan kwam. Minder dan een maand later vetrokken ze met het MS Baloeran van de Rotterdamsche Lloyd naar Nederlands-Indië. Alexander was namelijk aangesteld bij het Marine-Etablissement in Soerabaja op Java, basis van de Nederlandse vloot in Azië. Begin 1940 werd daar hun eerste dochtertje Brigitte geboren.
Zeeslag Als luitenant-ter-zee 2e klasse was Alexander de adjudant van schout-bij-nacht Karel Doorman op diens vlaggenschip, de lichte kruiser HMS De Ruyter. Deze stond aan het hoofd van een internationaal eskader van veertien schepen met als doel om Japanse invasietroepen te beletten Java te bereiken. Na een eerste confrontatie met Japanse schepen op 27 februari 1942 kwam het al danig verzwakte geallieerde eskader nog twee zware Japanse kruisers tegen. De Nederlandse kruisers Java en De Ruyter werden getorpedeerd en gingen ten onder. 345 bemanningsleden van de De Ruyter kwamen daarbij om het leven. 111 bemanningsleden konden zich met sloepen redden, van wie er 109 in Japanse krijgsgevangenschap terecht kwamen. Met hun overwinning tijdens de Slag in de Javazee bezegelden de Japanners hun heerschappij over Oost-Azië.
Een van de overlevenden was de matroos Paul René Boreel, die zich later herinnerde: ‘We werden aan stuurboord geraakt door een zware torpedo. Het is bijna alsof ik alles weer voor me zie: de explosies, het geschreeuw van de gewonden; sterke mannen die schreeuwen om hun ouders, maar vooral de enorme vlammen van het brandende vlaggenschip. Het schip begon te zinken. Ik was tijdens het gevecht gewond geraakt aan een been en kon niet over de reling klimmen om te ontkomen. Plotseling kwam de adjudant van Doorman, luitenant A.F. baron van Tuyll van Serooskerken, naar me toe. Hij trok zijn eigen reddingsvest uit en deed het bij mij aan, voordat ik me over de rand gooide met een stuk hout om te blijven drijven. Zijn laatste woorden waren: ga met God.’
Doorman en zijn adjudant kozen ervoor om met hun schip ten onder te gaan. In 1949 beschreef A.H. Pasman dit in Zuilen eert zijn gevallenen: ‘De sloep, waarin de meeste overlevenden van de slag zich bevonden, verwijderde zich zo snel mogelijk, teneinde uit de zuiging van het zinkende schip te komen. De mannen in deze sloep zagen in het heldere maanlicht vier figuren op de valreep staan: de Schout bij Nacht Doorman, diens vlaggekapitein, zijn chef staf en de luitenant-ter-zee 2e klasse Baron van Tuyll van Serooskerken, zijn adjudant. Rustig rookten zij hun laatste sigaret. Hun beurt was gekomen en zij namen deze laatste grote beurt, zoals het grote zonen van De Ruyter betaamt.’
Alexander sneuvelde op 29-jarige leeftijd en maakte de geboorte van zijn tweede dochtertje Lucile enkele maanden later niet meer mee. Zijn vrouw en de familie in Nederland zaten lang in onzekerheid over het lot van Alexander. Het zou jaren duren voordat de precieze toedracht duidelijk werd. Eind 1945 stuurde Angelika – die de Japanse bezetting in ‘jappenkampen’ had moeten doorbrengen – een telegram

vanuit Semarang met de tekst ‘Geen berichten omtrent Lex noch wederzijdse familie / wij gezond / evacueerend’. Lucile van Tuyll herinnert zich: ‘Grootmoeder en grootvader hebben heel lang ontkend dat oom Alexander was omgekomen in de Javazee, ze gingen er vanuit dat hij nog terug zou komen. Er was ook geen bewijs van.’
Nagedachtenis In 1949 werd in Zuilen – toen nog een aparte gemeente – het Monument voor Zuilense Gevallenen opgericht ter nagedachtenis aan de inwoners van Zuilen die als gevolg van de Tweede Wereldoorlog waren omgekomen. Het monument stond eerst aan de J.M. de Muinck Keizerlaan, maar is later verplaatst naar het Prins Bernhardplein. Het bestaat uit een zuil met bovenop een schaal met gebeeldhouwde vlam. Een mannen- en vrouwenfiguur van beeldhouwer Jo Uiterwaal symboliseren liefde en vrijheidszin. Een van de zeventien namen die op het monument vermeld staan is die van Alexander Frederik baron van Tuyll van Serooskerken. Sinds 1960 is zijn naam, samen met ongeveer 18.000 anderen, ook te

vinden in de Erelijst van Gevallenen 1940-1945 in het gebouw van de Tweede Kamer in Den Haag. Zowel bij het monument in Zuilen als bij de Erelijst vindt jaarlijks op 4 mei een dodenherdenking plaats.
In 2002 werden met sonarapparatuur de wrakken van HMS De Ruyter en andere schepen gelokaliseerd in de Javazee. In de daarop volgende jaren haalden duikers onderdelen naar boven zoals scheepsbellen, een plaquette, een spreekbuis en een kluis met documenten. Door tussenkomst van de Australische ambassade werden deze objecten overgedragen aan de Koninklijke Marine en het Marinemuseum in Den Helder. Scheepsbellen van de De Ruyter fungeren nu als herdenkingsmonumenten in Soerabaja, Den Haag en Den Helder.

In de kluis zaten nog een aantal leesbare conduite-rapporten, die nu worden bewaard door het Nederlands Instituut voor Militaire Historie. Een van deze ‘personeelsdossiers’ betreft Alexander van Tuyll van Serooskerken.
In 2016 bleken de scheepswrakken tot ontzetting van de nabestaanden uit de Javazee verdwenen. Waarschijnlijk zijn ze illegaal geborgen voor de verkoop van het schrootijzer. Minister Hennis van Defensie zei toen: ‘Grafschennis is een uitermate ernstig vergrijp dat de overlevenden, nabestaanden, de Koninklijke Marine en het kabinet diep raakt’. Een Nederlands-Indonesisch onderzoek naar de toedracht leverde niets op.
Links: Wervingsaffiche uit 1945 over de Slag in de Javazee
Voltallige bemanning van HMS De Ruyter in Soerabaja, 1939
Boven: Monument voor de Zuilense Gevallenen
