Johanna Wilhelmina van Tuyll van Serooskerken 1923-2011
Verpleegster in Arnhem Tot verdriet van haar moeder ging Johanna op haar 18e het huis uit om als verpleegster te gaan werken in het Diaconessenhuis in Arnhem. Daar kreeg ze in het laatste oorlogsjaar te maken met evacuaties van patiënten tijdens de Slag om Arnhem.
Johanna werd in 1923 geboren in Slot Zuylen als eerste dochter van het gezin met vijf zonen. Ze was naar eigen zeggen nogal eigenwijs en ‘vreselijk zelfstandig’. Dit bracht haar ertoe om ondanks de oorlogsomstandigheden kort voor haar 19e verjaardag naar Arnhem te vertrekken om daar de verpleegstersopleiding van het Rode Kruis te volgen. Ze liet niet vaak iets van zich horen, zodat haar ouders niet altijd wisten waar ze was. Op vrije dagen kwam ze soms onverwachts thuis, meeliftend met een Rode Kruis-transport. Kort voor haar dood vertelde ze hierover: ‘In Utrecht leende ik dan een fiets en trok me niets aan van de spertijd. Ik dacht: mij kan in verpleegstersuniform niets gebeuren. Ik fietste een keer via de Groeneweg en wat kwam ik tegen? Een stel moffen natuurlijk. Van schrik fietste ik de sloot in. Vreselijk, ik had haast een hersenschudding. Maar goed, ik belde thuis aan en ze schrokken natuurlijk, want het was al laat. Toen ging de deur open: ik ben het! Ze hadden me een paar weken niet gezien, dus dat was een gejuich tot en met.’ Ondanks de warme ontvangst was er geen slaapplaats voor haar vanwege de vele evacuees en onderduikers in het kasteel. ‘Er werd gebeld naar het dorp en ik kon overnachten in de pastorie. Dat was leuk, want de dominee en zijn vrouw waren vrienden. Maar ik vond het toen heel erg, ik dacht: Nou, dan hoef ik ook nooit meer naar huis te gaan.’
Boven: Johanna van Tuyll van Serooskerken kort voor de oorlog Onder: Evacuatie Elisabeths Gasthuis, september 1944
Bij de Slag om Arnhem in september 1944 kwam het Elisabeths Gasthuis in de frontlinie te liggen. De patiënten werden toen geëvacueerd naar het Diaconessenhuis, waar Johanna werkte. Ze hielp mee met de verhuizing. ‘Dat was verrukkelijke pret, met postauto’s en patiënten met bedden erin en zo. Heerlijk vond ik dat, ondanks alle ellende natuurlijk’, zo blikte zij op hoge leeftijd terug. Het Diaconessenhuis zelf werd later die maand ook verwoest, net als een groot deel van de stad. Patiënten en verpleegsters waren toen al ondergebracht in Museum Kröller-Müller in Otterlo.
Johanna van Tuyll van Serooskerken trouwde enkele jaren na de oorlog in Oud-Zuilen met vlootpredikant Harmannus van Beek, met wie ze in Willemstad op Curaçao ging wonen.
21