



Redactie en samenstelling: Prof. dr. Moshe Kon en Joanne Nihom
Met dank aan:
Brenda van Dijk, Barbara Flesschedrager, Vivian Rinat-Fransman, Tobias Strijker.
Foto voorpagina © Noam Chen
Vormgeving
Marco Fuchs - Lizard Productions
Drukwerk Drukkerij Noordhoek Oplage 15.000
Adverteren
Vraag de tariefkaart aan via info@jnf.nl
Postadres
Postbus 78030 1070 LP Amsterdam
Bezoekadres
Van Leijenberghlaan 197-d Amsterdam Telefoon 020 6466477 (ma t/m do 9-17 uur, vr 9-12 uur)
E-mail info@jnf.nl (algemene informatie) bomen@jnf.nl (bestellen bomen) barbara@jnf.nl (legaten en nalatenschappen) Website www.jnf.nl Facebook www.facebook.com/jnfnl Instagram www.instragram.com/jnf_nl
Bankrekening NL58 INGB 0000 0499 98
Voorwoord 3
De Israëlische foodtech is booming 4 Duurzame en veilige voedselproductie 6 ‘Het Wageningen’ van Israël 7 Unieke uitvindingen 10 Culinair genieten van ‘vlees’ uit een 3D-printer 12 Een culinaire wandeling 14 Food bloggers 16
De Israëlische ambassadeur in Nederland: Modi Ephraim 17 Tarwe, het goud van toen en nu 18 Traceerbaar van boer tot bord 20 Voor altijd een park in Israël 22 Nieuw! Het JNF boomabonnement 24 Liefde voor Israël 26 Hoe een woestijn groener en welvarender werd 28 Ook de Israëlische liefde gaat door de maag 32 De teelt van avocado’s, waar hightech en handwerk samenkomen 34 Le Chaim oftewel:Proost! 36 Doe mee aan de 68ste JNF loterij 39 JNF projecten in de schijnwerpers 42 Advertenties 44
Aan de buitenzijden van de omslag vindt je extra informatie m.b.t. artikelen in dit magazine.
Onze stichting is door de belastingdienst erkend als een Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI). Nadere informatie over de stichting in het kader van ANBI kunt u lezen op www.jnf.nl
Jouw gift is aftrekbaar voor de belasting
Copyright ©
Niets uit deze uitgave mag worden gekopieerd en/of gebruikt zonder schriftelijke toestemming van het JNF
Het Joods Nationaal Fonds is een statutair zelfstandige Nederlandse stichting, ingeschreven bij de KvK te Amsterdam onder nummer: 41200972
Het Joods Nationaal Fonds is een apolitieke organisatie en handelt zonder winstoogmerk [non-profitorganisatie]
Onze fondsenwerving is uitsluitend gericht op projecten van het Joods Nationaal Fonds in Israël. Deze projecten bevinden zich allemaal binnen de zogenaamde ‘groene lijn’. Alle donaties die de stichting ontvangt, worden uitsluitend aan deze projecten besteed.
Voor je ligt het nieuwe JNF Experience Magazine. Het staat vol met interessante ontwikkelingen op het gebied van voedselinnovatie in Israël. Het land is bijna volledig zelfvoorzienend mede dankzij de vele JNF projecten, zoals het onderzoek naar het telen van gewassen in de woestijn.
Op diverse gebieden slaagt Israël erin koploper in de wereld te zijn. Ook wat betreft verduurzaming in de voedselindustrie. Daar zijn we als JNF trots op en we delen dit graag met jullie; onze donateurs en trouwe supporters. Door jullie steun kunnen we veel projecten uitvoeren. Onze dank daarvoor!
Je leest in dit magazine onder andere hoe voedselinnovatie verschillende regio’s in Israël beïnvloedt, je maakt kennis met een Israëlisch ecologisch voedseletiket, je krijgt een kijkje in de wereld van de start-ups en - niet onbelangrijk – tips voor de lekkerste restaurants. Je vindt ze op pagina 32 en 33.
Uiteraard is er ook aandacht voor onze kernactiviteit: het planten van bomen en het behoud van onze bossen, parken en wouden. Het blijft een wonder hoe stekjes uit onze kwekerijen zich ontwikkelen tot prachtige bomen. Het deed ons dan ook pijn toen we afgelopen zomer, langs de weg
van Tel Aviv naar Jeruzalem, de zwartgeblakerde bossen zagen, beschadigd door de grote branden.
Bossen zorgen voor CO2 opname, zuurstof en biodiversiteit. Ze zijn onmisbaar voor de bewoners van Israël. Echter, alleen als je de bossen goed onderhoudt en beschermt, is het planten van bomen nuttig en duurzaam. Dat kost veel geld. Daarom zijn we gestart met het JNF boomabonnement. ‘Zorg voor een boom in Israël, een taak die langer dan een mensenleven duurt.’ Lees op pagina 25 wat professor Marcel Levi hierover zegt.
Nogmaals bedankt voor jullie steun het afgelopen jaar.
Namens het bestuur en het JNF team wensen we je veel leesplezier, een Sjana Tova en nog vele gezonde jaren,
Vivian Rinat, directeur David Kornmehl, voorzitter
We vinden het fijn als je het magazine deelt met vrienden en familie. We sturen je graag een aantal extra exemplaren toe om te verspreiden. Ook vinden we het leuk om te horen wat je van ons magazine vindt.
E-mail naar: vivian@jnf.nl
Voedseltechnologieën zijn dit jaar in de wereld frequent in het nieuws. Israël positioneert zich op dat gebied in de voorhoede van innovatie. Van 3D-geprint ‘vlees’ tot alternatieve eiwitten: de Israëlische foodtech floreert.
Volgens het online rapport uit 2021 van IVC-Meitar Israeli Tech Review zijn de investeringen in de Israëlische foodtech explosief gestegen van 53 miljoen dollar in 2015 tot 866 miljoen dollar in 2021. Israël is de thuisbasis van meer dan vierhonderd foodtech bedrijven. Daarvan is ongeveer de helft in de afgelopen vijf jaar opgericht.
De foodtech omvat verschillende gebieden, waaronder voeding zoals gekweekt ‘vlees’, alternatieve eiwitten en nieuwe ingrediënten, voedselveiligheid en ook verpakkingen, verwerkingssystemen, retail- en restauranttechnologie, gezondheid en welzijn.
Hoe is Israël erin geslaagd zichzelf te positioneren als een wereldwijde leider op het gebied van innovatieve voedseltechnologie?
De Israëlische Hadar Huberman, hoofd van het UK Israel Tech Hub-team van de Britse ambassade in Israël, legt uit: “Decennia aan expertise in landbouwonderzoek en -innovatie hebben een sterke basis gelegd voor foodtech innovatie. In combinatie met diepgaande wetenschappelijke kennis van andere technische sectoren zoals biotech, sensoren en data-analyse heeft dit Israël het gereedschap gegeven om deze branche aan te voeren. Het feit dat het een klein land is waar ‘iedereen elkaar kent’, heeft geholpen bij het samenstellen van de juiste teams, met de expertise die de foodtechsector vereist. Zoals scheikunde, biologie, natuurkunde, kunstmatige intelligentie, robotica en computer-beeldherkenning.”
Toch is er meer nodig dan alleen de kennis en de juiste groep mensen om een succesvol foodtech bedrijf te vormen. Je hebt ondernemers nodig die foodtech zien als een sector waarin ze hun ideeën kunnen uitwerken.
De klassieke Israëlische ondernemer richt zich op investeringsaantrekkelijke gebieden zoals cybertech en fintech, de samensmelting van financiële diensten en technologie. Het feit dat voedselzekerheid en door voedsel veroorzaakte gezondheidsproblemen
centraal staan op de wereldwijde agenda, zorgde voor een instroom van kapitaal naar de foodtechsector. Dat gaf bij ondernemers de doorslag om deze sector topprioriteit te geven en daarmee een positieve impact op het milieu en op de volksgezondheid te leveren. Twee belangrijke factoren spelen daarbij eveneens een rol. Voedsel vormt een cruciaal element in de Israëlische cultuur en Israël is stevig gevestigd als hub voor technologische innovatie.
Voor wereldwijde investeerders is de Israëlsche foodtech aantrekkelijk geworden, omdat het tevens geld aantrekt van enkele grote voedselbedrijven zoals Coca-Cola, Mars, Starbucks, McDonalds, Heineken en Unilever.
Lokale venture-capital-bedrijven, voedselproducenten en door de overheid gesteunde initiatieven
hebben ook kapitaal verstrekt dat nodig is om het ecosysteem van het land vooruit te helpen. In april van dit jaar kondigde de Israel Innovation Authority, een door de overheid gefinancierd agentschap, aan dat het de komende drie jaar 20,4 miljoen dollar investeert om een consortium van bedrijven en organisaties op te richten dat zich richt op cel gebaseerde vleesinnovatie, het Israëlische kweekvleesconsortium. De toekomst ziet er smakelijk uit voor de Israëlische foodtech. De industrie zal de komende jaren exponentieel groeien en Israël heeft alle ingrediënten om ervoor te zorgen dat het een cruciale rol speelt in deze revolutie.
Dr. Raoul Bino, lid van het JNF bestuur en strategisch adviseur RvB Wageningen University & Research, over het JNF en de Israëlische foodindustrie.
“Vanwege de urgentie van de klimaatverandering die ons allen raakt, is er vernieuwing in het landbouwsysteem nodig. Niet overmorgen, niet morgen, maar nu.”
Al sinds 1901 speelt het JNF een belangrijke rol bij het groen maken van Israël en in de ontwikkeling en ondersteuning van de landbouwsector. Hierdoor vonden belangrijke innovaties plaats die met de hele wereld werden gedeeld. Zoals bijvoorbeeld de druppelirrigatie, een efficiënte methode om gewassen te bewateren.
De problematiek rond de klimaatverandering vraagt een andere denkwijze. Ook hier neemt Israël een voortrekkersrol.
Na de enorme ontwikkeling van de technische industrie en de IT, waar Israël mondiaal een belangrijke rol in heeft gespeeld, is nu agrofood wereldwijd de doorslaggevende drijfveer voor vernieuwing. Agrofood omvat alles wat met voedsel te maken heeft: van het produceren, bewerken, ontwikkelen, verwerken, vermarkten en distribueren tot het bereiden en consumeren.
Hoe komt het dat Israël er al zo vroeg bij was?
Allereerst realiseerde de Israëlische overheid zich al in een beginstadium dat de strijd tegen klimaatverandering niet eenvoudig is. De mens moet bewuster gaan leven, en nieuwe technologieën zijn nodig om de uitstoot die de opwarming van de aarde veroorzaakt te verminderen. Daarom is het belangrijk dat alle lagen in de samenleving samenwerken.
Dit is de reden dat de Israëlische overheid al jaren de ontwikkeling van universiteiten, landbouworganisaties en landbouwscholen financieel ondersteunt.
Een andere reden is de onafhankelijkheid van Israël. Het land wordt omringd door zee en een aantal vijandelijke landen. Daar zit gelukkig wat verschuiving in en op landbouwgebied wordt er veel samengewerkt, maar een onafhankelijke voedselvoorziening blijft belangrijk.
Ten slotte ligt het in het karakter van de Israëli’s om problemen aan te pakken, oplossingen te vinden, steeds vernieuwing te zoeken en verder te willen.
Het landbouwmodel van de klassieke boerderij is aan het veranderen in een ander type bedrijf. Naar ‘groene’ boeren en ecologisch verantwoorde innovatie, waar zo weinig mogelijk water wordt verbruikt en waar gewassen ook onder droge en warme omstandigheden goed gedijen. Om toekomstbestendig te kunnen boeren is verduurzaming nodig. Het JNF is in die vooruitgang meegegaan en draagt bij aan studiebeurzen voor studenten en ondersteunt innovatieve onderzoeksinstituten, zoals in
de Arava en Ramat HaNegev. De klimaatverandering zorgt ervoor dat we out of the box moeten gaan denken en grote beslissingen moeten gaan nemen. Ik ben benieuwd hoe creatief we hier verder in zullen worden en verwacht veel van de innovaties uit Israël.”
“Het landbouwmodel van de klassieke boerderij is aan het veranderen naar ‘groene’ boeren en ecologisch verantwoorde innovatie!”
“Als we gezonder willen leven, de planeet en het milieu willen redden, dan moet er worden samengewerkt tussen onderzoekers, de industrie en ondernemers.”
Dr. Ofir Benjamin, docent en onderzoeker bij de afdeling voedingswetenschappen van het Tel-Hai College.
Ofir Benjamin studeerde in Wageningen waar hij zijn masters behaalde. Acht jaar geleden keerde hij terug naar Israël. Sindsdien is hij als wetenschapper verbonden aan het Tel-Hai College in het noorden van het land, gelegen in de prachtige omgeving van de Hula Vallei, een belangrijke tussenstop voor migrerende vogels. Het is er groen, omringd door glooiende heuvels en ’s winters is het niet ver van de sneeuw op de Hermon.
Op het college wordt lesgegeven in biologie, scheikunde, voedselfysica, microbiologie, biochemie, statistiek en wiskunde, aan jaarlijks zo’n 5.000 studenten.
Velen van hen komen hier studeren omdat ze het noorden willen helpen ontwikkelen en zich op een dag er willen vestigen.
Ofir heeft in Wageningen kennisgemaakt met een voor hem nieuwe benadering: een combinatie van universitair onderzoek en meer strategisch, praktisch onderzoek. Alles ondergebracht op één campus.
“Ik zag het belang van korte lijnen en wilde dit werkmodel ook naar Israël brengen. Ik bracht het onder de aandacht van de Israëlische regering. Dat ging uiteraard niet van de ene op de andere dag, maar het is me gelukt.”
In 2018 nam de regering de beslissing
het noorden van Galilea te ontwikkelen als hét foodtech gebied van Israël, geïnspireerd op Wageningen. “We krijgen een plek waar de academische wereld, de industrie en de particuliere en publieke sector de handen ineenslaan om een revolutie teweeg te brengen in biotechnologie, milieu, foodtech en agrotech. Dit laatste echt vanuit de basis: de lokale boerenbedrijven – dat zijn er vele in het noorden – worden direct betrokken bij dit proces.”
Het is een bal die rolt. Het ministerie van economie doet ook mee en heeft besloten dat ze de nationale Food Institute Campus ook in Tel-Hai gaan bouwen. De verwachting is dat die in 2023 klaar zal zijn.
• Driejarig BA-programma
• Jaarlijks zo’n duizend nieuwe studenten
• Drie campussen: biowetenschappen, geesteswetenschappen (ook wel Studia Humanitatis genoemd) en sinds kort ook onderwijs.
• Studenten komen uit het hele land en hebben een Joodse, Druzen, Christelijke of Arabische achtergrond.
Op de campus komt ook het Galilee Culinary Institute (GCI) waar nieuwe generaties chefs vanuit de hele wereld zullen worden opgeleid. “Het noorden van Israël is een regio met zo’n honderd etnische groeperingen met eeuwenoude culturen, zoals de Druzen en de Bedoeïenen. Hun culinaire wijsheden samen met de start-upcultuur zal leiden tot nieuwe en spectaculaire culinaire ontdekkingen”, aldus Nathan Hoffman, initiatiefnemer en directeur van het GCI.
“Alle ingrediënten om er een succes van te maken zijn er”, vertelt Ofer enthousiast. “Zo is hier het Galilee Research Institute (MIGAL) gevestigd, net als de R&D-afdeling van het ministerie van Wetenschap, het onderzoeksinstituut dat gespecialiseerd is in biotechnologie, agricultuur, voedsel en gezondheid. “We hopen binnenkort met ons hele managementteam naar Wageningen te gaan om het model daar nog beter te bekijken. Ook zijn er vergevorderde plannen om via het JNF uitwisselingsprogramma’s met studenten uit Wageningen op te zetten en stelt het JNF al studiebeurzen ter beschikking.”
Voor studenten is Tel-Hai een innovatief paradijs. Jaarlijks organiseert het college een conferentie waar de industrie de uitvindingen van de studenten komt bekijken en vervolgens beslist of ze de moeite waard zijn om tot een marktwaardig product te ontwikkelen.
“Een deel van de uitvindingen wordt door de industrie gekocht en verder ontwikkeld. In het tweede en derde jaar doen de studenten veel cursussen op het gebied van voeding en we hebben een ‘proefkeuken’, waar de studenten ideeën mogen uitwerken die de markt nodig heeft.
Elk jaar zijn er tien of twintig van dit soort ontwikkelingen, op allerlei verschillende gebieden, maar altijd gericht op voeding. Zoals vis-, vleesen zuivelvervangers, pasta van zeewier, eetbare borden van paprika’s en ijs van groenten. Zo ontwikkelden studenten dit jaar bijvoorbeeld glutenvrij bier gebrouwen van quinoa. Er is al interesse van een groot biermerk, maar het is nog in het beginstadium.”
In Israël wordt jaarlijks zo’n 15 duizend ton appels afgekeurd voor de verkoop. Dat is ongeveer 10 procent van de jaaropbrengst. Het zijn appels die uit de boom vallen voordat ze rijp zijn, die niet de juiste maat hebben of niet mooi genoeg zijn om in de winkel verkocht te worden. Voorheen gingen ze voor een fractie van de verkoopprijs naar de sapindustrie, of ze werden zelfs weggegooid. Dit bracht een verlies van ongeveer 25 miljoen sjekel aan inkomsten voor de telers met zich mee. Dr. Ofir Benjamin en prof. Raffi Stern van MIGAL zochten naar een oplossing om een einde te maken aan deze verspilling.
Ofir en Raffi ontwikkelden een poeder door de appels te raspen en daarna te vriesdrogen. Vervolgens wordt er ascorbinezuur (vitamine C) en maltodextrine toegevoegd om te zorgen dat het appelpulppoeder niet gaat klonteren en niet bruin wordt door oxidatie.
Het poeder is bedoeld als gezond alternatief voor suiker, als zoetstof voor frisdranken en als natuurlijk voedingssupplement. 100 gram poeder bevat 600 milligram vitamine C. Dat is drie keer zoveel als guave, de vrucht die van alle fruitsoorten het hoogste gehalte aan vitamine C heeft, en tien keer zoveel als sinaasappelsap. Daarnaast is het appelpoeder ook
“Voor ons bier van quinoa is al interesse van een groot biermerk.’”
rijk aan antioxidanten en voedingsvezels. De wetenschappers die het ontwikkelden, noemen het dan ook een superfood.
Bij een bezoek aan Bustan Bereshit, een van de belangrijkste appelproducenten van Israël, namen Ofir en zijn collega’s monsters van verschillende appels: eersteklas appels, bestemd voor de winkelverkoop, en appels van de tweede en derde kwaliteitsklasse. Ze ontdekten dat er geen verschil is tussen het poeder gemaakt van de beste appels en dat van mindere categorieën. Volgens Benjamin zitten er veel voordelen aan het product: het bevat bijvoorbeeld geen conserveringsmiddelen of voedingskleurstoffen en bestaat voor honderd procent uit natuurlijke ingrediënten.
Het allerbelangrijkste is dat deze uitvinding een grote doorbraak betekent voor de fruittelers. Zij kunnen nu profijt hebben van appels die anders verloren zouden gaan. Het poeder kan in veel verschillende voedingsproducten gebruikt worden en verhoogt de
voedingswaarde, terwijl het tegelijkertijd een frisse appelsmaak geeft.
In 2019 nam onze vorige voorzitter, Prof. Moshe Kon, afscheid van het JNF. Als afscheidscadeau voor zijn jarenlange inzet werd hem een project aangeboden dat zijn naam draagt: de Moshe Kon Studiebeurs.
agricultuurindustrie ontstaat en blijft bestaan, is het belangrijk dat jongeren in Galilea gaan studeren en dat zij na hun studie daar ook in hun bestaan kunnen voorzien. Zo kunnen zij in deze streken bouwen aan een economisch en sociaal sterke toekomst. Om dit voor elkaar te krijgen, stelt het JNF studiebeurzen beschikbaar aan studenten in de studierichtingen engineering, informatica, informatiesystemen en biotechnologie.
Om voor zo’n beurs in aanmerking te komen, moeten gegadigden hun motivatie aantonen en zich actief inzetten voor activiteiten die bijdragen aan de gemeenschap. Zij moeten de eerste drie jaar (bij engineering) of de eerste twee jaar (bij de andere studierichtingen) van hun studie met een voldoende hebben afgesloten. Daarnaast moeten ze studeren en wonen in Galilea. Ook stemmen ze ermee in dat ze na hun studie een bijdrage leveren aan de samenleving ter plaatse. De eerste helft van de beurs ontvangen ze tijdens het derde studiejaar, de tweede helft nadat ze met goed gevolg zijn afgestudeerd en een jaar in Galilea hebben gewoond en gewerkt.
Jongeren zijn hard nodig voor de ontwikkeling van de samenleving buiten het centrum van Israël. Om ervoor te zorgen dat ook in de periferie van het land een sterke hightech- en
In totaal hebben honderd studenten de beurs ontvangen. Veertig procent van het beschikbare budget is bestemd voor alleenstaande soldaten en emigrantstudenten. Met de beurs is €6.500 per student gemoeid. JNF Nederland heeft tien van de honderd beurzen gefinancierd om Moshe Kon, oud-voorzitter van het bestuur, te eren. Het JNF steunt onderzoek, geeft beurzen aan studenten en bevordert uitwisseling van studenten in Nederland en Israël. Het gaat daarbij om onderzoek naar oplossingen voor klimaatproblemen, omdat onderzoek onder haar pijlers valt, en omdat het JNF streeft naar gelijke kansen voor alle jongeren in Israël.
“De voedselindustrie werkt aan geavanceerde slimme producten zoals eetbare borden en ijs van groente.”
Kleine en grote Israëlische bedrijven doen de meest bijzondere uitvindingen die onze gezondheid of het welzijn van onze planeet ten goede komen. We zetten er een paar voor je op een rijtje. ©
“Breek de dag, tik een eitje.” Zero-egg creëerde een plantaardig ei, met hetzelfde uiterlijk, dezelfde smaak en dezelfde textuur als een echt ei, terwijl voor de productie minder water, land en energie nodig is. Zero Egg is gemaakt van een unieke mix van gezonde plantaardige eiwitten, is veganistisch, laag in vet en calorieën, glutenvrij, niet-gemodificeerd en koosjer. Omdat eieren in bijna alles zijn verwerkt, is vervanging door het Zero-Egg een kans om een enorme impact te maken. www.zeroegg.com
Suiker is voor niemand gezond, maar eigenlijk kunnen we er niet aan ontkomen. Vooral frisdranken, maar ook sappen zijn de boosdoeners. Favoriete sappen zoals sinaasappel- en appelsap kunnen wel 25 gram suiker per 250 ml bevatten.
Better Juice ontwikkelde een methode waarbij vrijwel alle suikers uit de versgeperste, gepasteuriseerde of geconcentreerde sappen verdwijnen.
En volgens het bedrijf doet dat niets af aan de smaak. www.better-juice.om
De slogan van Remilk – “Wij creëren echte zuivel zonder een enkele koe daarvoor te gebruiken” – klinkt futuristisch. Toch is de methode die zij gebruiken vrij oud: met behulp van fermentatie wordt gist vermenigvuldigd en daaruit ontstaan melkeiwitten. Die kunnen ze vervolgens omvormen tot elk denkbaar zuivelproduct. Holy cow, dat is pas echt een wonder. www.remilk.com
“Er ligt straks zoveel plastic op het strand dat we onze kop niet meer in het zand kunnen steken.” TIPA heeft de oplossing. Hun verpakkingsmaterialen hebben dezelfde levensduur als organisch afval: eenmaal op een composthoop worden ze binnen enkele maanden volledig biologisch afgebroken. TIPA’s ecologisch-vriendelijke verpakking is geproduceerd van materialen die volledig biologisch afbreekbaar zijn. www.tipa-corp.com
Vissen horen in het water. Plantish komt met een product dat smaakt als vis, eruitziet als vis en toch niet is gevangen met een hengel of een visnet. Een 100 procent plantaardige zalmfilet die alle essentiële voedingstoffen bevat. Plantish vist hier zeker niet mee achter het net. www.plantish.com
Miljoenen mensen op de wereld lijden aan een gebrek aan eiwitten. Dit is vooral gevaarlijk voor kinderen. Omdat de verwachtingen zijn dat de wereldbevolking de komende jaren aanzienlijk zal groeien, heeft de mensheid meer en goedkopere eiwitbronnen nodig. Hargol Foodtech denkt de oplossing gevonden te hebben met een poeder gemaakt van sprinkhanen. Vol met eiwitten, vitamines en gezonde vetzuren, zonder cholesterol of verzadigd vet. Een eiwitalternatief en veel milieuvriendelijker dan veeteelt. Hoewel de sprinkhanen koosjer zijn volgens de Joodse spijswetten, en al in Leviticus worden genoemd, is het idee toch even wennen. Wat een innovatieve sprong! www.hargol.com
Wat als je alle zoete lekkernijen onvoorwaardelijk zou kunnen eten? DouxMatok heeft iets bedacht waardoor we 30 tot 50 procent besparen in suiker, terwijl het ouderwets lekker zoet blijft. Nooit meer op dieet? Een bijna ongelofelijke oplossing voor een soms onverantwoorde levensstijl, daarom noemt het bedrijf het Incredo® Sugar. www.douxmatok.com
In het land van melk en honing levert Yofix een veganistische yoghurt van probiotics (Yo’ridge). Het is zuivel- en sojavrij. Een yoghurtje in de morgen is nu niet alleen supergezond, het is ook goed voor het milieu. Yofix produceert ook ijsjes, drankjes en heerlijke toetjes. www.yofix.co.il
We kennen allemaal de kikkererwt waar we heerlijke humus van maken. Het is een gewas dat makkelijk te verbouwen is, de bodem verrijkt en weinig water nodig heeft. Daarnaast is het een supereiwitgewas vol calorieën. InnovoPro heeft een technologie ontwikkeld om een eiwitconcentraat van 70 procent uit kikkererwten te onttrekken, dat duurzame, gezonde en betaalbare grondstoffen van plantaardig eiwit biedt. De productielijn bestaat momenteel uit melkvervangers, eivervangers en een alternatief voor vlees. Een kikkererwtrevolutie. Toch liever een bordje humus? Je weet nu dat het supergezond is. www.innovopro.com
geserveerd. Ze ruiken heerlijk, ogen aantrekkelijk, zijn knapperig en verrassend smaakvol.
Eerste in de wereld
Redefine Meat produceert 3D-geprint plantaardig ‘vlees’ en is daarmee op dit moment de eerste in de wereld. Hoe het gemaakt wordt, is gedeeltelijk geheim. Het is bekend dat een 3D-printer wordt gebruikt om het product laag voor laag op te bouwen met plantaardige eiwitten van soja, kikkererwten en olie. Het bedrijf wil het vlees van de koe vervangen en de impact van vlees op het milieu verlagen. Dat scheelt een hoop uitstoot en voorkomt milieuverontreiniging. Een machine van Redefine Meat produceert per dag maximaal 250 kilogram alternatief vlees. Begin dit jaar opende de startup een fabriek in het Brabantse Best, van waaruit ze hun producten verkopen in Europa, het Midden-Oosten en de Afrikaanse markt.
spaghetti bolognese gemaakt. Onze dochter had niet eens in de gaten dat het plantaardig was. Een goede vriend van me die slager is, heb ik het ook laten proeven. Ook hij was enthousiast. Onze restaurants gebruiken het nu in de taco’s en als saté. De steak gaan we ook serveren. Met een pepersaus, zo van de barbecue.”
Ron Blaauw, chef-kok en eigenaar van vier toprestaurants die gevestigd zijn in Amsterdam, Ouderkerk aan de Amstel en Laren (NH).
Nieuw op het menu
Dit jaar staat er op de menukaart van de restaurants van Ron Blaauw een aantal gerechten gemaakt van plantaardig ‘vlees’, afkomstig van de Israëlische start-up Redefine Meat. “Eigenlijk wil ik het geen vlees noemen, want dat is het niet. Het is ook geen vervanger, het staat op zich, maar een goede omschrijving heb ik er ook niet voor”, vertelt Ron Blaauw.
Het gesprek met Ron vindt plaats in zijn sterrenrestaurant Ron Gastrobar in Amsterdam, terwijl er twee taco’s gevuld met Redefine meat worden
Blij verrast
Ron is zichtbaar enthousiast: Hij wiebelt wat op zijn stoel en gebruikt zijn handen om zijn spraakwaterval kracht bij te zetten. “Het gebeurt regelmatig dat we benaderd worden door bedrijven die nieuwe producten op de markt brengen en denken dat die geschikt zijn voor onze restaurants. Vaak is het voor ons niet bruikbaar, maar toen ik de steak van Redefine Meat proefde, was ik blij verrast. De bite en de structuur komen heel dicht in de buurt van een echt stuk vlees. Als je het bakt wordt het knapperig. Ik had er gelijk iets mee. Ik heb het eerst mee naar huis genomen en met het gehakt
Grondig onderzoek Een product opnemen op de menukaart van Ron Blaauw gebeurt niet zomaar. “We hebben grondig gecheckt of de productie inderdaad beter is voor het milieu. Ook hebben we getest hoe de consument het ontvangt. Iedereen is enthousiast. Vooral over ons stoofpotje gemaakt van rode kool, gehakt van Redefine Meat en aardappelpuree. Het bedrijf heeft me gevraagd mee te denken in hun verdere proces. We zijn nu bezig met het ontwikkelen van een hamburger, misschien dat de FEBO daarin geïnteresseerd is. In juli (dit interview was in april – red.) gaan we met een team naar Israël om te kijken waar het geprint wordt en wat de verdere mogelijkheden zijn. Met 3D kan je veel kanten op. Wat me vooral aanspreekt, is dat er een verhaal achter het bedrijf zit, het zijn mensen met een ideaal. Het is een prachtig proces om onderdeel van te zijn.” Dan wordt er uit de keuken geroepen. Ron moet weer aan de slag. Lachend wil hij nog even kwijt: “Op naar iPhone 2, 3 en meer.”
Sinds een aantal jaren geeft de culinaire duizendpoot Gil Hovav rondleidingen op de Levinsky markt in Florentin, een wijk in het zuiden van Tel Aviv.
Gil heeft een indrukwekkende stamboom. Hij is de achterkleinzoon van Eliezer Ben-Yehuda, de grondlegger van het moderne Hebreeuws, de kleinzoon van Itamar Ben-Avi, die de basis legde voor de Israëlische journalistiek en de zoon van Moshe en Drora Hovav, medeoprichters van de publieke radio in Israël.
Gil groeide op in Jeruzalem en voelt zich van jongs af aan al verbonden met de natuur. “Uit mijn jeugd ken ik het Jeruzalem park dat als een groene gordel om de stad heen ligt. Onderdeel van dit park is het Vredeswoud dat door het JNF is gesticht. Ieder jaar plant onze familie hier bomen met Toe Bisjwat, het bomenfeest. Toen ik vijfentwintig jaar geleden verhuisde naar Tel Aviv wilde de aannemer een boom in mijn voortuin rooien. Mij was altijd geleerd dat bomen heilig zijn, zijn plan was dan ook een shock voor mij. Ik gaf hem instructie om eromheen te werken en legde hem uit dat de boom de landeigenaar is, niet ik.”
In de jaren dertig legde een kleine groep Joden uit Griekenland, Turkije en de Balkan de basis voor wat vandaag
de Levinsky markt wordt genoemd: een intieme buurt met een wirwar van restaurants en cafés. Met kleinere en grotere hippe en trendy winkels waar jutenzakken vol verse kruiden, noten, dadels en een veelheid van allerhande onbekende heerlijkheden te vinden zijn. Gil: “Een markt is een unieke manier om een land – welk land dan ook – van binnenuit te leren kennen. Geen merkpositionering, geen reclame, geen nep – de eerlijke waarheid op de man af.” Gil is een van Israëls meest befaamde culinair specialisten. Terwijl hij zijn gasten rondleidt, wordt hij continu aangeklampt en soms ook omhelsd door onbekenden. Hij blijft er rustig onder en beantwoordt met enthousiasme alle vragen; welke pepers hij gebruikt in zijn gerechten, hoe gedroogde citroentjes verwerkt moeten worden en ga zo maar door.
Gil begon zijn carrière ooit als restaurantrecensent. Daarna werd hij televisieredacteur en produceerde en presenteerde hij Israëls meest bekeken en geliefde kookprogramma’s op televisie. Zo reisde hij in Kapitein Cook de wereld over op zoek naar de beste restaurants. Hij geeft ook lezingen in
Gils favoriete restaurant: “Dat varieert. Op dit moment is dat Luna, gelegen net buiten Nazareth, een prachtige bistro die eigendom is van kok Luna Zreik, een Christelijk Arabische vrouw. Ze serveert traditionele Arabische gerechten met een moderne twist. Mijn favoriete gerecht is gebaseerd op een oud Syrisch recept uit de 14e eeuw. Het bestaat uit gehaktballetjes met dadels, gember en rozenwater.
De Israëlische producten waar hij graag mee kookt: “Okra, sinaasappels en verse tuinbonen, de smaken uit mijn kindertijd.”
Het Israëlische gerecht dat hij het lekkerst vindt: “Rundvlees met bittere olijven en citroen. Het ligt wat zwaar op de maag, maar het is oh zo lekker.”
Voor een rondleiding: karpad.hovav@gmail.com
“Een markt is een unieke manier om een land – welk land dan ook - van binnenuit te leren kennen. Geen merkpositionering, geen reclame, geen nep - de eerlijke waarheid op de man af.”
binnen- en buitenland en hij schrijft boeken. Een tour met Gil is een feest van kleuren, geuren en smaken. Hij vertelt over de achtergrond van kruiden, zoals za’atar en sumak. Hij laat mensen uit zijn groep raden wat sommige producten zijn. En overal mag, nee moet men proeven. Zoals gevulde deegrolletjes en heerlijke drankjes van verse kruiden, groenten en fruit. Het is duidelijk dat hij hier regelmatig komt, op alle plekken wordt hij met open armen ontvangen. Hij kent de meeste eigenaars en spreekt de mannen aan met ‘Abba’, wat papa betekent in het Ivriet en de vrouwen met ‘Ima’, moeder.
Na ruim een uur moet Gil verder en neemt hij afscheid van zijn groep, maar niet voordat hij nog een anekdote deelt. “Israël staat bekend om zijn dadels. Jullie hebben ze net ook geproefd, die heerlijke medjoul, het zijn net gebakjes. Medjoul betekent ‘onbekend’ in het Arabisch. Hoe komt de dadel aan deze naam? Daar gaan vele verhalen over, voor mij is de meest poëtische verklaring dat de dadels tot halverwege de
twintigste eeuw alleen in Irak geteeld werden en dat export verboden was. Het was een Irakees geheim. Toen Joden naar de jonge staat Israël vluchtten na vervolgingen in Irak, namen ze in het geheim een paar pitten van de medjoul mee. Ze plantten die in het zuiden en nu is Israël een van de grootste exporteurs.”
Gil HovavDe Israëlische culinaire en foodtech scenes zijn booming. Hoe komt het dat Israël zo innovatief is op dit gebied? We vroegen het aan vijf mensen uit het vak die in Israël wonen en werken.
De Joods religieuze Yehudah Jacobs wordt als chef-kok uitgenodigd in de hele wereld om te koken voor koosjere gastronomische evenementen.
“Bij de stichting van de staat Israël bestond er geen Israëlische keuken. De Joden die van over de hele wereld naar Israël kwamen, hebben voor een revolutie gezorgd: wat ze thuis aten en wat ze hadden geleerd van hun moeders en grootmoeders namen ze mee naar hun nieuwe thuis. Waar ter wereld ik ook kook, ik vertel er altijd over. Het is onderdeel van de gerechten die ik creëer. De nieuwe generatie chef-koks, een aantal zijn wereldberoemd geworden, stopt al deze oma- en moederrecepten in een nieuw jasje, bereidt ze vervolgens in een snelkookpan en voilà: je hebt de Israëlische keuken.”
Keren Brown, foodinfluencer, auteur en TikTok-strateeg maakt van eten haar leven.
“Een start-up bestaat vaak uit een groep mensen die elkaar vanuit het leger nog kent, zo ook in de foodtechindustrie. De legertijd is een periode waarin je gevormd wordt. Je leert er inventief te zijn, competitief en out of the box te denken; het geheime recept voor succes.”
Joel Haber is culinair gids en onderzoeker op het gebied van Joods en Israëlisch eten.
“Voedselproductie en de zekerheid dat iedereen te eten heeft in de wereld zijn de uitdagingen waar we vandaag mee geconfronteerd worden. Het zit in de genen van de Israëli om vooruit te denken om zo continue oplossingen te vinden, die we dan ook weer delen met de wereld. ”
De culinaire scene is om een paar redenen booming volgens Linda Gradstein, journalist en restaurantrecensent voor de Jerusalem Post. “Eten is een belangrijk onderdeel van de Joodse cultuur, op de sjabbat en de Joodse feestdagen staat het centraal. Toen Israëli’s gingen reizen, kwamen ze in contact met andere culturen en eetgewoonten. Die gewoonten namen ze mee terug naar Israël, want zo wilden ze hier ook eten. Het zorgt voor heerlijke verrassingen. Zo at ik onlangs in een restaurant met een Oezbeekse keuken en het was topkwaliteit.”
Inbal Baum geeft culinaire rondleidingen en is oprichter van Delicious Israël.
Ze is er kort en krachtig over: “Het komt door innovatie. Israël is een jonge staat, de mensen zijn nog gretig om nieuwe dingen te ontdekken. Omdat er nog geen echte culinaire richtlijnen zijn en eigenlijk alles kan en mag, is de fantasie en creativiteit oneindig. Het komt ook door het klimaat, waardoor we een rijkdom aan verse groenten en fruit hebben waar je zoveel mee kunt doen in de keuken. Zoals onze komkommers en tomaatjes uit de Arava en Ramat HaNegev, supervers en vol van smaak, nergens ter wereld zijn ze zo lekker.”
Op 2 februari 2022 overhandigde Modi Ephraim zijn geloofsbrieven aan Zijne Majesteit de Koning en vanaf die dag is hij officieel de ambassadeur van Israël in Nederland. De heer Ephraim is getrouwd met Anat en samen hebben ze vier kinderen.
Uw eerste indrukken van Nederland?
Toen ik in december 2021 in Nederland aankwam, voelde het heel anders dan nu. Er was toen een lockdown van kracht, waardoor het openbare leven vrijwel stillag. Ondanks dat voelde ik me, wanneer het toch mogelijk was mensen te ontmoeten, altijd gastvrij ontvangen. Daar ben ik dankbaar voor. Nu er geen covidbeperkingen meer zijn, ben ik blij zoveel geweldige mensen te treffen en indrukwekkende plaatsen te bezoeken. Het bewijst voor mij de grote en langdurige vriendschap tussen Nederland en Israël. Het zijn beide kleine landen die grote dingen bereiken, zoals de samenwerking tussen cultuur en innovatie.
Uw relatie tot Israëlisch eten en foodtech, en de ontwikkeling en de samenwerking(en) die u ziet met Nederland?
Als Israëli ben ik gewend aan een gevarieerde keuken met invloeden van over de hele wereld. In Nederland is dat niet zo heel anders. Ook in Nederland hebben de vele immigranten hun heerlijke eetculturen meegebracht. Onder hen ook enkele geweldige Israëlische en koosjere restaurants die mij doen denken aan thuis in Israël.
Wat foodtech betreft, ben ik blij te kunnen melden dat er veel mogelijkheden zijn voor samenwerking tussen Israël en Nederland. Onlangs hebben we samen met de Nederlandse ambassade in Israël een netwerkevenement over innovaties georganiseerd in Den Haag, daar was een van de onderwerpen foodtech. We kregen de kans om deze innovatie letterlijk te proeven, zoals 3D-geprinte chocolaatjes en producten van
Redefine Meat, een nieuwe definitie van vlees – ik kon het verschil met echt vlees niet proeven!
Uw relatie tot het JNF?
Ik heb goede herinneringen aan het bekende blauwe busje van het JNF op school. Af en toe spaarde ik wat munten en stopte die erin. Elke donatie, hoe klein ook, helpt het JNF. Voor mijn professionele carrière als diplomaat kan ik het belang van het JNF niet genoeg benadrukken. Telkens wanneer een staatsleider Israël bezoekt, nodigen we hem of haar uit om een boom te planten in een van de JNF bossen: het symbool van de wens om onze bilaterale vriendschappen verder te laten groeien en samen te werken om de aarde een groenere plek te maken.
We werken ook aan verschillende (her) bebossingsprojecten en waterdistributieworkshops in samenwerking met het JNF in meerdere landen.
Ik ben trots dat ik daaraan bijdraag, onder andere tijdens mijn eerdere posities als diplomaat in verschillende Latijns-Amerikaanse landen. Ik wil graag op deze weg voortgaan met het JNF in Nederland.
heerlijke eetculturen meegebracht.”
Wat wilt u onze lezers meegeven?
Ik wil hen danken voor hun nooit aflatende steun voor Israël en het JNF. Mijn advies: bezoek Israël. Ontmoet de bevolking en zie het prachtige land, en vergeet vooral de parken en bossen van het JNF niet te bezoeken.
“Ook in Nederland hebben de vele immigranten hun
De afgelopen jaren schieten broodboetieks in Israël als ‘zoete broodjes’ uit de grond. Chef en bakker Erez Komarovsky, hij wordt beschouwd als de grondlegger van de ontwikkeling van brood in Israël, weet de reden. “Brood is in ons land altijd populair geweest. We gebruiken in onze keuken veel olijfolie, humus en tahin. Je doopt het brood erin of maakt er smeersels van. Als tussendoortje, ’s morgens bij het ontbijt, tijdens de lunch en bij het avondeten.”
Sinds de oudheid is tarwe een van de voornaamste graansoorten, maar ook vandaag eten honderden miljoenen mensen elke dag producten die van tarwe zijn gemaakt, zoals brood, pasta en pap. Ook veevoer wordt van tarwe gemaakt. Maar waar komt tarwe vandaan? Hoe is het uitgevonden? Daarvoor gaan we terug naar de Bijbel.
Van tarwe werden koeken en het gewone brood gebakken.
(Zie Ex. 29:2)
Archeologisch onderzoek toont aan dat al eeuwen voor de intocht van de twaalf stammen in Kanaän landbouw werd beoefend. Toen de mensheid, ongeveer tienduizend jaar geleden, geleidelijk overging van het bestaan van jager en verzamelaar naar landbouwer was graan het eerste gewas dat ze gingen verbouwen. Dit wordt de ‘neolithische revolutie’ genoemd. Tarwe is daarmee een van
de oudste gedomesticeerde planten. Het botanische oorsprongsgebied van tarwe is de zogeheten ‘Vruchtbare Halve Maan’, een gebied dat zich uitstrekt van de noordpunt van de Perzische Golf, langs de Eufraat en de Tigris naar het noordwesten, dan west naar de Middellandse Zee en naar het zuiden via de Nijl naar Egypte en Israël ligt in het midden. Vanuit de Halve Maan werd tarwe verspreid over de rest van de wereld.
Hoe is tarwe ‘ontdekt’? De vroegst geoogste tarwe was een wilde spelt in het oostelijke Middellandse Zeegebied.
In het beloofde land van melk en honing, waar het volk op weg naartoe is na de uittocht uit Egypte, groeit de tarwe volop. (Zie Deut. 8:7-8)
De oren van het oude graan waren broos en de korrels waren klein en verkruimelden onmiddellijk na het rijpen. Het was onmogelijk om aren te verzamelen. Daarom moesten mensen onrijpe granen als voedsel gebruiken, zonder te wachten tot ze zouden vallen. In het begin werden de granen rauw gegeten. Later maalde men de granen met stenen tot grof meel, waaruit een soort pap werd gekookt.
Nog wat later ontdekten de boeren dat ze zaden konden selecteren van graansoorten die grotere graankorrels voortbrachten en hoe ze die daardoor makkelijker kon oogsten: de voorouder van onze moderne tarwe. Het was een heel belangrijk moment in de geschiedenis. Vanaf dat moment konden mensen op hun land voedsel produceren en hoefden ze zich niet meer als nomaden te verplaatsen.
Erez: “Israël is een land van immigranten. Zij brachten en brengen behalve hun culturen ook hun eetgewoontes mee. Het is een logische ontwikkeling dat daar ook hun eigen broodrecepten
bij horen. Als je vandaag een willekeurige broodboetiek in Israël binnenloopt, dan heeft die een variëteit die groter is dan bij een Franse of een Italiaanse bakker.”
In Israël zijn niet alle gebieden even geschikt om gewassen te telen. De geschiktheid voor landbouw van een gebied wordt voornamelijk bepaald door een combinatie van beschikbaarheid van licht, water en de bodemgesteldheid. De mechanisatie van de landbouw in de laatste decennia heeft het werk substantieel verlicht.
ontdekte de Israëlische botanicus Aaron Aaronsohn in een archeologische opgraving in het noordelijk gelegen Rosh Pina, zaden van de wilde tarwesoort Emmer. Mogelijk is dit de plek waar boeren uit de oudheid, meer dan 20 duizend jaar geleden, tarwe hebben ‘ontdekt’.
noorden van het land. Deze gewassen zijn een opvallend kenmerk van het Israëlische landschap van vandaag. En ook nu nog zijn vijgen, olijven, granaatappels en dadels veelvoorkomende ingrediënten in de Israëlische keuken.
Hoewel zowel tarwe als gerst nog steeds een belangrijke rol spelen in de Israëlische landbouw, stammen de oogstfeesten die we vandaag de dag nog steeds kennen en vieren uit Bijbelse tijden. Toentertijd bestond het feest uit het brengen van offers in de tempel die al zo’n tweehonderd jaar niet meer bestaat. Nu brengen we geen offers meer, maar vieren we veel van de feesten nog uit traditie en ook nu nog heeft brood gemaakt van tarwe een centrale plaats op de eettafel.
(Zie Lev. 23:14)
Zeven gewassen
Zeven gewassen, ‘de zeven soorten’ die met name in de Bijbel genoemd worden, hebben een belangrijke rol gespeeld in het voedsel van de Israëlieten (later: Joden), in het land Israël en in de religieuze tradities van het Jodendom. Het zijn tarwe, gerst, druiven, vijgen, granaatappels, olijven en dadels.
Het JNF heeft hier een belangrijke bijdrage aan geleverd. Vanaf de oprichting in 1901 heeft het onaflatend land gekocht voor agrarisch gebruik en hielp het met de oprichting van landbouwscholen en onderzoeksinstituten. Ook financierde het JNF wetenschappelijke expedities, onder meer voor plantkundig onderzoek. In 1906, tijdens een van deze expedities,
In de Bijbel zijn veel verwijzingen naar dit basisvoedsel te vinden. De Misjna (mondelinge leer) stelt dat alleen de eerste vruchten van de zeven soorten als offerandes naar de tempel in Jeruzalem werden gebracht.
In het huidige Israël zijn nog steeds tarwevelden in het zuiden, dadelplantages in het oosten en wijngaarden en olijfboomgaarden in het centrum en
Erez geeft in zijn huis in Matan, een dorp in centraal Israël, kookworkshops, hij heeft een cateringbedrijf, schreef vele kookboeken en is een graag geziene gast in culinaire televisieshows. “Het koken heb ik geleerd van mijn grootmoeder en mijn moeder, zij kwamen uit Oekraïne. In Amerika en in Frankrijk leerde ik op culinaire scholen dat het belangrijk is om met ingrediënten te experimenteren. Bij terugkomst in Israël heb ik dat toegepast. Ik was de eerste die brood maakte met toevoeging van noten, kruiden, verschillende soorten kaas en nog veel meer. Wat er vandaag gebeurt in Israël op culinair gebied is geweldig. Onze jonge chefs blijven zich ontwikkelen en dat hoort ook zo.”
Onderzoek naar groei en productie blijft belangrijk en zal altijd worden ondersteund door het JNF.
De oude Israëlieten verbouwden naast tarwe ook gerst. De onbemiddelden aten gerstebrood. Ook at men geroosterde korrels.
In de Israëlische wereld van hightech en start-ups gaat veel geld om. Gelukkig is er ook plaats voor puur idealisme dat zorgt voor een ommezwaai in de maatschappij. Wellicht op een kleinere schaal, maar wel met een grote impact.
Voor Limor is de natuur altijd belangrijk geweest in haar leven. “Dat is begonnen in mijn jeugd. Ieder jaar met Toe Bisjwat plantten we bomen met de klas. Al vroeg werd ons geleerd door JNF Israël dat we moeten zorgen voor de natuur.”
Hai Bari, geïnitieerd in 2016 door Limor Averbuch, een voormalige accountant uit Tel Aviv, is het eerste en tot nu toe enige voedseletiket in Israël, Het garandeert de consument dat het vlees, de eieren, de vis en de zuivelproducten die zij kopen afkomstig zijn van boerderijen die de hoogste normen voor dierenwelzijn toepassen.
Een dag op pad met Limor Een blauwe lucht. Geel-groen gras. Overal loeien en snuiven koeien. Limor Averbuch heeft in het noorden van Israël een ontmoeting met een boer die lid wil worden van haar organisatie Hai Bari, wat ‘gezond leven’ betekent in het Ivriet.
In Israël heeft de regering geen regels vastgesteld voor de etikettering van de herkomst van vers vlees en vis. Vlees van in Israël geboren en getogen runderen bijvoorbeeld wordt op dezelfde manier gelabeld als vlees van dieren die Israël importeert. Limor reist door het land om boeren, horeca en consumenten bewust te maken dat een verandering nodig is.
redenen van dierenwelzijn. “Ik vroeg me af hoe ik helderheid kon creëren, niet alleen voor mezelf. Ik sprak met boeren die geiten, koeien en schapen houden voor de vleesconsumptie, met slagers die meestal geen idee hadden waar het vlees vandaan komt, en met vrienden en familie. Ze bleken net zo bezorgd te zijn als ik.” Ik vroeg ze: ‘Heb je enig idee waar de biefstuk die je vanavond gaat eten vandaan komt? Is het afkomstig van Israëlisch vee of komt het uit Australië? Dan heeft het meer dan een maand per schip gereisd onder uitdagende omstandigheden. Een koe is niet geschikt om zo lang te reizen in een kleine ruimte. Het zorgt voor
Ze werkte voor een Europees landbouwbedrijf toen ze begon na te denken over haar eigen voedselbronnen. Ze werd vegetariër en verdiepte zich ook in veganisme, zowel uit bezorgdheid om wat ze at als om
Limor AverbuchIk vroeg ze: ‘Heb je enig idee waar de biefstuk die je vanavond gaat eten vandaan komt?’
stress en dat heeft weer invloed op de kwaliteit van het vlees.’ Ze begrepen dat. Ik vind dat we het recht hebben om te weten waar ons voedsel vandaan komt, zodat we zelf keuzes kunnen maken, en zo ben ik het label gestart.”
‘Een koe is niet geschikt om zo lang te reizen in een kleine ruimte. Het zorgt voor stress en dat heeft weer invloed op de kwaliteit van het vlees.’
Hai Bari is actief in het hele land en werkt samen met onderzoekers, dierenartsen, telers, bedrijfsadviseurs en diervoedingexperts. Ze hielpen Limor bij het ontwikkelen van protocollen. Voor het fokken, het
slachten, de voer- en waterkwaliteit, de omgeving waarin de dieren leven, de gezondheidszorg en hoe ze vervoerd worden. De normen zijn opgesteld om ervoor te zorgen dat het dier alles krijgt wat het nodig heeft voor een goede kwaliteit van leven. Daarbij wordt ook rekening gehouden met het milieu en de volksgezondheid. De boeren betalen Hai Bari jaarlijks voor een lidmaatschap.
Het bedrijf groeit langzaam en gestaag. “Het gaat om bewustwording en out of the box denken.” De deelnemende boerenbedrijven, het zijn er momenteel zo’n dertig, zijn verspreid over heel Israël. In het hele land zijn inmiddels meer dan honderd restaurants en winkels waar je vlees, kip, eieren, vis en zuivelproducten kunt kopen met het Hai Bari-label. Dé garantie voor gezonder eten en een betere wereld.
De ontmoeting met de boer is voorbij. Hij loopt nog even met Limor naar de rand van het weiland. Liefdevol kijkt hij naar zijn koeien. “Ik ga alles op een rijtje zetten”, zegt hij tegen Limor. “Het is een uitdagend proces en het protocol vereist van mij een andere bedrijfsvoering die ik best wel wil aangaan.” Als ze afscheid nemen besluit Limor: “Dat ik hier op jouw verzoek ben, is een goed begin. We houden contact.”
Dan rijdt ze weg in haar pick-up, op naar de volgende boerderij.
‘Het is het mooiste land in de wereld. We zijn er net weer geweest. Ongelofelijk wat ze daar voor elkaar hebben gekregen sinds 1948.’
Over het leven, het JNF en Israël met Mattie en Myrna Tugendhaft in de gezellige woonkeuken van hun appartement in Amstelveen.
Ruim 60 jaar zijn ze getrouwd, Mattie en Myrna Tugendhaft. Ze vullen elkaar aan, praten door elkaar en onderbreken elkaar voortdurend. “Dat doet zoveel jaar samenzijn met je”, zegt Mattie terwijl hij Myrna olijk aankijkt. Tijdens het gesprek komt de oorlog steeds even langs. Hun levens zijn erdoor getekend. “We zijn beiden op verschillende manieren de oorlog doorgekomen”, vertelt Mattie. “Myrna en haar ouders waren afgevoerd naar Bergen-Belsen en ik heb op verschillende adressen ondergedoken gezeten.”
Op de vraag wat Israël voor ze betekent, worden ze beiden emotioneel.
Mattie: “Het is het mooiste land in de wereld. We zijn er net weer geweest. Ongelofelijk wat ze daar voor elkaar hebben gekregen sinds 1948. De infrastructuur, de opbouw van het land en overal groene landbouwgebieden.”
Myrna: ”Israël betekent alles voor ons. Het Joodse leven, de sfeer, het trekt ons. Het is zeker vijftig jaar geleden dat we er voor het eerst waren. Eigenlijk hadden we er willen gaan wonen. Maar door ons werk en de kinderen is het er gewoon nooit van gekomen.”
Mattie: “Ik denk de laatste tijd regelmatig dat we misschien de verkeerde afslag hebben genomen. Door wat de oorlog teweeg heeft gebracht, heb ik altijd gezegd dat we richting Israël moesten. We zijn nu beiden 84 jaar, verkassen doen je niet meer op deze leeftijd.”
Mattie was oprichter en eigenaar van een aantal taxfree winkels op Schiphol. “En ik deed de administratie, we hadden wel 130 man personeel. We hebben samen hard gewerkt”, vult Myrna hem gelijk aan.
In 1978 is door de Nederlands Joodse gemeenschap, in het noorden van Israël, in de omgeving van Ein Hod, een park opgericht voor Isaac Tugendhaft, de vader van Mattie. “Hij is in dat jaar overleden en had zoveel gedaan voor de opbouw van het Joodse leven na de oorlog, dat men vond dat er een park moest komen. Mijn vader werd gedreven door de oorlog. Alles was kapot toen hij terugkwam, hij moest en zou daar verandering in brengen. Hij was actief bij allerlei Joodse organisaties, zoals de sportvereniging Maccabi, de Nederlandsche Zionistenbond en ook het JNF. Hij had weinig tijd voor ons, maar dit was hoe hij het wilde. Het hield hem in leven. Hij zou het park geweldig hebben gevonden.”
Myrna: “We zijn met mijn schoonmoeder naar de openingsceremonie van het park geweest toen de gedenksteen, met zijn naam erin gegrafeerd, werd onthuld..”
Mattie: “Steeds als we in de jaren daarna in Israël kwamen, belden we naar het kantoor van het JNF en zij regelden dan ons vervoer. Een hoedje op tegen de zon, water mee en daar gingen we weer. Tot op een zeker moment de steen er niet
meer was; ze worden vaak vernield door vandalisme. Nu zijn er op centrale plekken in Israël herinneringspilaren en daar staat de naam van zijn park op.”
Het blauwe JNF busje
Mattie weet nog dat het blauwe busje van het JNF bij zijn ouders op het dressoir stond. “Ik heb het nu beneden staan, ik haal het even.” Vol trots laat hij het zien. Het is oud en verweerd en heeft de tand des tijds doorstaan. In 1905 startte het JNF met het plaatsen van de blauwe JNF collectebusjes, ze werden een waar begrip binnen de fondsenwerving. Het metalen busje, in de kleuren van Israël, stond bij vele Joodse en niet-Joodse families thuis op een prominente plek. Op speciale verjaardagen, de Joodse feestdagen, maar ook ‘zomaar’, werd een bijdrage gedaan, groot of klein.
“We deden als kinderen op de fiets mee aan alle JNF inzamelingsacties. Het was een sport wie het meeste geld ophaalde. Als je op het kantoor van het JNF kwam, kreeg je een gebied toegewezen, dan wist je gelijk of je zou winnen. De ene buurt bracht nu eenmaal meer op dan de andere. Ik won vaak en bracht soms wel 250 gulden terug”, schatert Mattie uit. Het JNF is belangrijk voor het echtpaar. Ze krijgen bij bijzondere gebeurtenissen bomen cadeau en zelf geven ze ook graag bomen aan vrienden en familie. “Het is een prachtig cadeau en tegelijk een donatie voor Israël.” Aan het eind van het gesprek willen ze nog kwijt dat ze inmiddels zeven kleinkinderen hebben en vijf achterkleinkinderen. “We geven hun de liefde voor Israël mee en leren hun hoe belangrijk het is dat we een eigen land hebben.”
‘Israël betekent alles voor ons. Het Joodse leven, de sfeer, het trekt ons.’
JNF feiten:
• De JNF wouden, bossen en parken zijn 24/7 open voor publiek en zijn populair. Jaarlijks worden ze door zo’n 200 miljoen bezoekers bezocht. JNF zorgt voor het onderhoud en maakt het publiek bewust van het belang de natuur schoon te houden.
• Door herbebossing en het aanplanten van bestaande wouden, bossen en parken gaat het JNF woestijnvorming tegen. Israël is een van de weinige landen op aarde die daar succesvol in is.
• In Israël worden zo’n 35 bomen per 1000 vierkante meter gepland. Zij absorberen 1000 kilogram koolstofdioxide (CO2) per jaar. Als bossen ouder worden, vlakt de koolstofopname per jaar weer wat af. Daarom houdt het JNF in Israël constant de status van de bossen bij en plant het nieuwe bomen waar nodig.
Zorg voor een boom in Israël, een taak die langer dan een mensenleven duurt.
Net als de rest van de wereld ondervindt ook Israël de gevolgen van de opwarming van de aarde. Dat heeft effect op het klimaat, de natuur, de gezondheid en de veiligheid van mensen. De verwachting is dat de gevolgen overal op aarde zullen toenemen. Dat is geen goed nieuws, maar wel iets waar we wat aan kunnen doen.
Door de opwarming zijn er steeds meer bosbranden. Het is hard nodig dat de bomen die er zijn beter beschermd worden. Want bomen zorgen voor zuurstof. Zonder kunnen we niet. Bomen helpen ook de schade van het broeikaseffect te beperken en het natuurlijk evenwicht te herstellen.
Het JNF plant al bomen sinds de oprichting in 1901. Daardoor is Israël een van de weinige landen met nu meer bomen dan honderd jaar geleden. Echter, met alleen het planten van bomen zijn we er niet. Het verzorgen van onze bomen is een taak die langer dan een mensenleven duurt. Daarom zijn we gestart met een JNF boomabonnement voor het onderhoud en de brandpreventie van onze wouden, bossen en parken.
Help de natuur in Israël gezond en groen te houden en neem een JNF boomabonnement of geef er één cadeau. Al vanaf 5 euro per maand kun je meedoen. Als je er prijs op stelt, houden we je een aantal keren per jaar via een nieuwsbrief op de hoogte van onze activiteiten, met name rondom onze parken en bossen.
Wil je meer geven? Dat kan uiteraard ook.
Ga naar www.jnf.nl/boomabonnement of scan de QR-code of vul de machtigingskaart in.
“We zijn allemaal altijd enthousiast iets nieuws aan te schaffen of cadeau te geven. Maar daarbij vergeten we soms dat dingen van waarde ook onderhouden moeten worden. Ervoor zorgen dat mooie zaken behouden blijven, draagt bij aan de duurzaamheid en tijdloosheid van waardevolle dingen. Dat verdient ons aller steun.
Ik heb door de jaren heen veel bomen cadeau gekregen. Dat begon al bij mijn bar mitswa en daarna bij diverse andere hoogtepunten in mijn leven. Het zijn voor mij altijd waardevolle en dierbare geschenken. Ik vind het ook een mooi cadeau om weg te geven aan anderen als zij een bijzonder moment beleven.
Ik ben een aantal malen in Israël geweest en was altijd onder de indruk van het prachtige land, de vitaliteit van de samenleving en de dynamische sfeer die er heerst.”
Professor Marcel Levi over het JNF boomabonnement en Israël:Een JNF boomabonnement betekent vandaag investeren in de toekomst van morgen.
De bomen op het veld zullen hun vrucht geven, het land zal zijn opbrengst geven, en ze zullen onbezorgd in hun land wonen. Dan zullen ze weten dat Ik de HEERE ben, wanneer Ik de stangen van hun juk breek en ze red uit de hand van hen die zich door hen lieten dienen.
(Ezechiël 34:27)
“De hoop die ik heb, die ik ook deel met mijn kinderen en gekregen heb van mijn vader, is dat de woestijn eens zal bloeien en dat we daar nu al voorboden van zien.”
Frank van Oordt
Frank van Oordt is sinds twee jaar directeur van Christenen voor Israël en nam het stokje over van zijn broer Roger. Aan de hand van vijf onderwerpen vertelt Frank over zijn liefde voor Israël, het JNF en de natuur.
Israël…
“Afgelopen april was ik, na twee jaar, eindelijk weer in Israël. Dat was fijn, ik had het gemist. Het verlangen om naar Israël te gaan, zit diep. Het voelt als thuiskomen, zoals ik bij goede vrienden thuiskom. Als ik bij hen ben, dan zeggen ze: ‘Maak het je gemakkelijk’, zo voelt Israël ook voor mij. Het voelt nooit als een bezoek. Deze reis was zakelijk. Dit jaar gaan we ook nog met onze hele gezin en aanhang. Ik verheug me erop om ze mee te nemen naar Jeruzalem, maar ook naar plekken als Gan HaShlosha*. Daar is het water heerlijk en de natuur prachtig. Op een zomerse hete dag is dat een geweldige plaats om te zijn. Ik voel me altijd trots als ik door het land reis en zie hoe mooi Israël is geworden.”
* Gan HaShlosha National Park, ook wel bekend onder de naam Sakhne, is een nationaal park in Israël. Gelegen tussen de kibboetsiem Beit Alfa en Nir David heeft het van nature warm bronwater waarin bezoekers het hele jaar door kunnen zwemmen.
Eerste reis naar Israël… “Het was een reis met de familie, en ik was net tien jaar geworden. We gingen in april en bij aankomst bleek dat het net flink geregend had. Een dag later reden we naar de Dode Zee. Iedereen zei steeds: ‘Oh, kijk wat geweldig, het is zo groen en er zijn zo veel bloemen. Ik dacht als klein jongetje: waar maken ze zich druk over? Pas later, toen we in een ander seizoen kwamen, en het dor en droog was, realiseerde ik me hoe belangrijk neerslag is.”
Het planten van je eerste boom… “Ik kan me dat nog goed herinneren. De foto hangt in mijn kantoor. Het was in een parkje in Be’er Sheva. Ik plantte het stekje met mijn eigen handen. Wat voelde ik me trots. Bomen planten was een traditie als we met onze ouders naar Israël gingen. Wij, de kinderen en kleinkinderen, hebben die voortgezet. Mijn vader, Karel, de oprichter van Christenen voor Israël, legde ons toen uit dat we de stekjes niet zomaar ergens mochten planten. Dat het JNF een plan had gemaakt om Israël groen te maken en dat we ons daaraan moesten houden.
Als ik door Israël reis, kan ik me bijna niet voorstellen dat er ooit geen bomen waren.
Ik proef altijd dat de Israëliërs meer waarde hechten aan bomen dan wij in Nederland. Misschien heeft het met de zorg en de liefde voor het land te maken. In Nederland zeg je ook niet zo snel een gebed als je een boom plant, in Israël hoort het erbij.”
De betekenis van een boom…
“Voor mij zijn bomen als mensen. Er is geen boom hetzelfde. Ook bomen hebben ruimte nodig. En ze komen veel voor in de Bijbel. Vier jaar geleden maakten we een excursie in het noorden van Israël en zag ik ergens pijnappels liggen. Ik heb er twee mee naar huis genomen en ze thuis aan onze kinderen laten zien. Uit de Bijbel heb ik de fragmenten voorgelezen waar ze in worden benoemd.”
Het JNF…
“Aan onze groepen die naar Israël reizen, vertellen we altijd het verhaal van het JNF en hoe Israël er begin 1900 uitzag: een verwaarloosd en uitgeput land. Als je dan bedenkt dat dit gebied ontgonnen en bebouwd is door de eerste pioniers, en het JNF daar toen ook al actief in was, dan realiseer je je wat een zegen over het land is gekomen.”
Parken en wouden waar Christenen voor Israël bij betrokken was:
• Op 28 augustus 1991 werd het Arie Pronk Park opgericht op initiatief van Christenen voor Israël. Ter nagedachtenis aan Arie Pronk die in dat jaar overleed. Het park bestaat uit zo’n tweeduizend bomen en ligt in Givat Hamoreh. Arie Pronk had als missie om te zingen voor de glorie van de Almachtige God. Tijdens zijn leven wijdde hij het grootste deel van zijn tijd aan projecten met betrekking tot Israël en zorgde hij ervoor dat de arme buurten in Jaffa bijvoorbeeld werden opgeknapt. Als muzikaal leider bezocht hij Israël regelmatig met z’n koor.
• In samenwerking met vijf Joodse en niet-Joodse organisaties, waaronder Christenen voor Israël, is op 19 februari 1992 het Nederland-Israël Woud opgericht. Het doel was 16 duizend hectaren die in vlammen waren opgegaan te herbebossen. Onder leiding van een gekozen comité is het woud hersteld met de bomenplantactie onder het motto ‘voor elke verbrande boom tien nieuwe’. Het woud ligt in Neve llan en bestaat uit 20 duizend bomen. Het Nederland-Israël Woud kwam tot stand op initiatief van Centrum Informatie en Documentatie Israël, Christenen voor Israël, Genootschap Nederland-Israël, Israël Comité Nederland en de Nederlandse Zionistenbond.
• Het Christenen voor Israël Park bevindt zich in het noorden van Israël, in Givat Hamoreh. Het is opgericht op 18 juli 1989 nadat daar in 1988 duizenden bomen in vlammen opgingen bij een bosbrand. In samenwerking met de Israëlconsulenten van het Israël Producten Centrum werd het park vol geplant met meer dan tweeduizend bomen.
• In 2018 heeft Christenen voor Israël een grote donatie gegeven ten behoeve van het herstel van een aantal door brand verwoeste parken in en rondom Haifa.
Nog niet zo lang geleden was er bijna niets in de Negev woestijn, nu zijn er dorpen en steden en groeien er tomaten, paprika’s, pompoenen. Er komen volop toeristen en er is zelfs een eco-boerderij voor probleemjongeren. Wat is er gebeurd?
De afgelopen tientallen jaren veranderden kale gebieden in de Negev woestijn in groene dorpen en steden. In de zuidelijke Arava woestijn en in Ramat HaNegev dat iets noordelijker ligt, kwamen Research & Development (R&D) centra, landbouwbedrijven en wijnboeren.
Het mag een wonder genoemd worden wat er de afgelopen jaren is bereikt. Door middel van onder andere de Israëlische uitvinding van de druppelirrigatie, groeien er nu paprika’s, pompoenen, aubergines en komkommers. Ook fruit, zoals meloen en ananas, en een diversiteit aan kruiden. De vele wijngaarden en dadelplantages sieren het landschap.
De R&D centra, gesteund door het JNF, zijn er om de boeren te helpen. Het onderzoek richt zich continu op nieuwe producten.
Groenten en fruit uit de Arava maken 50 procent uit van de totale productie in Israël. En 80 procent van de tomatenteelt in Israël komt uit Ramat HaNegev. “De successtory van onze cherrytomaatjes kent iedereen”, vertelt Offer Guy, onderzoeker in het R&D centrum in Ramat HaNegev. “Een nieuw succesvol product dat wij ontwikkelden is salicornia, ook wel zeekraal genoemd. Dit groeide tot voorheen alleen in het
wild in de Israëlische woestijn, terwijl zeekraal in Nederland aan de kust groeit. Inmiddels zijn er boeren die het hier in de woestijn kweken. Zij leveren 1000 ton per jaar, voornamelijk aan landen in Europa waar de horeca het gebruikt. We doen nu ook onderzoek naar woestijntruffels. Dat zijn bijzondere paddenstoelen die onder de grond groeien. Ze zijn nog niet op de markt, maar we verwachten er veel van!”
In het R&D centrum in de Arava wordt onderzoek gedaan naar de moringa of peperwortelboom, een boom die oorspronkelijk uit de (sub)tropen van Afrika komt. Tussen 1950 en 1962 namen nieuwe immigranten uit een van de oudste Joodse gemeenschappen in zuidwest India voor het eerst moringazaden mee. Moringa staat bekend om zijn vele culinaire en medicinale toepassingen.
Kwamen de inkomsten van de bewoners eerst vooral uit de landbouw, met het toenemen van de bevolking kwamen er ook B&B ’s, kleine en grote restaurants en zelfs wijnhuizen. Ook hier heeft het JNF een grote rol gespeeld en is het nog steeds actief. Verder denken in de toekomst is belangrijk. “Nu is het moment gekomen om alle ingrediënten bij elkaar
Groenten en fruit uit de Arava maken 50 procent uit van de totale productie in Israël.Rimon Farm
te brengen en hier een uniek culinair toerisme te ontplooien”, vertelt David Kishka, voorzitter van the Israeli Association for Culinary Culture. Door de regionale raad van de Arava is hij aangetrokken om mee te denken om alle verschillende branches samen te brengen. David: “De Arava ligt tussen Be’er Sheva en Eilat. Jaarlijks passeren hier duizenden bezoekers. Hier ligt een groot potentieel voor de omgeving. Meer toeristen betekent meer werkgelegenheid: meer vraag naar B&B’s en restaurants. Dit zorgt voor verbetering van de leefbaarheid en bewoonbaarheid van de woestijn voor de huidige bevolking en ook voor toekomstige inwoners. Iedere bezoeker kan een nieuwe inwoner worden.”
Dat het potentieel er is, bewijst de jonge chef-kok Yinon Be’eri. Hij begon zijn carrière in prestigieuze restaurants in Tel Aviv en Londen. Toen hij na twee jaar terugkeerde naar
Israël, vervulde hij een droom en startte hij een succesvol restaurant aan huis in Moshav Paran, in het zuidelijke puntje van de Arava, waar hij geboren en getogen is. Yinon:“Ik had overal aan de slag gekund in de wereld, maar dit is voor mij dé plek. Ik miste de woestijn, de stilte, de schoonheid van het landschap en de bevlogenheid van de mensen hier. Maar waarom ik vooral ben teruggekeerd, is de fantastische smaak van groenten en fruit die mijn vader en andere boeren hier in de omgeving telen. Een tomaat smaakt hier nog als een tomaat, fruitig en fris, en de bite is nog ouderwets sappig.” Inmiddels heeft hij zijn eigen stuk grond met spinazie, bloemkool, allerlei soorten sla en nog veel meer groenten die hij gebruikt in zijn gerechten.
Ten noorden van Be’er Sheva wordt in Rimon Farm landbouw gecombineerd met een sociaal project. De 36-jarige Nir Amitay, lid van kibboets Lahav in de Negev, heeft daar een boerderij opgezet waar kwetsbare jongeren werken. Nir: “De boerderij is gebaseerd op permacultuur, ecologisch duurzaam, waarbij oude traditionele tuinbouw dient als voorbeeld. Het JNF steunt ons project waar jongeren hun weg terugvinden door hard te werken en te leren wat voor moois moeder aarde ons geeft.”
Een klein paradijs midden in de woestijn waar jongeren hun handen uit de mouwen steken en op het land werken. Op vrijdag kan het publiek rondlopen tussen de groenten en het fruit en zelf uitkiezen wat ze willen meenemen. Wel onder begeleiding, want zoals Noa, een van de jongeren, lachend zegt: “Wij weten wat wel en niet al geoogst kan worden.”
De R&D centra doen toegepast onderzoek ter ondersteuning van de boeren om hun groente- en fruitteelt te optimaliseren en verduurzamen. Daarnaast houden zij zich bezig met flora- en faunabehoud van de woestijn.
In een historisch gebouw uit 1930, met uitzicht op de rivier de Jordaan en de heuvels van Jordanië, proef je de meest bijzondere en originele gerechten. Het restaurant is vernoemd naar Pinhas Rutenberg, oprichter van de elektriciteitscentrale in de omgeving. Chef-kok Yizhar (Sam) Sahar gebruikt producten uit de regio met verse en seizoensgebonden gewassen uit de eigen moestuinen, de fruitboomgaard en kruidentuin rondom het restaurant. Het menu is altijd een verrassing en aangepast aan de seizoenen.
www.rutenberg.co.il
Gan Yarok, de groentetuin Lekker ontbijten of lunchen kan bij Gan Yarok, het restaurant van Ronit en Moti Elazari, gelegen in moshav Tzofar in de Arava. Het restaurant is omringd door meer dan 150 soorten fruitbomen, groenten en kruiden. Allen gekweekt met behulp van biologische methoden. Ieder bezoek begint met een rondleiding door de tuin en een uitleg over de gewassen. Je mag zelf plukken. Ronit maakt alle gerechten zelf en ook deze zijn afhankelijk van het seizoen.
Houd er rekening mee dat in de woestijn geen tijd bestaat en dat relaxen mag. Ontspannen tafelen, een maaltijd kan zomaar een paar uur duren!
www.facebook.com/ronit.elazari
Een oase verborgen achter een drukke winkelstraat in Ramat HaSharon. Restaurant Alter heeft haar eigen groente- en fruittuin, omringd door kantoorpanden en appartementencomplexen. Het is een ongekend populair en origineel restaurant, waar het meer dan verrukkelijk eten is. Zoals gemengde salades met allerlei heerlijke verrassingen. De ingrediënten komen uiteraard uit eigen tuin of uit de Arava, en het vlees is van het label Hai Bari.
De
chef is Aner Ben-Rafael Furmanwww.facebook.com/alterkitchenfarm
Eten in Jeruzalem, in restaurant Eucalyptus waar chef-kok en eigenaar Moshe Basson, samen met zijn zoon Ronny, de scepter zwaait. Het is een bijzondere belevenis. Veel van de spijzen zijn gebaseerd op lokale recepten uit de oudheid. In tal van gerechten zijn kruiden en specerijen verwerkt die in het wild groeien op de heuvels rondom Jeruzalem, zoals za’atar en Jeruzalemse salie. Het restaurant is koosjer, er staan vlees-, vegetarische en veganistische gerechten op de menukaart. Alles is supervers en veel van de groenten en het fruit komen uit de weelderige tuin van het restaurant. Het restaurant, een oud stenen gebouw met een groot schilderachtig balkon, is gelegen aan de ingang van de kunstenaarskolonie, op een steenworp afstand van de oude stadsmuren, de Jaffapoort en de Klaagmuur. Als je buiten eet, kijk je op de stadsmuur. Romantischer kan bijna niet. www.the-eucalyptus.com
Het veganistische restaurant Opa in Tel Aviv, op de Levinksy markt, is een ode aan de van origine uit Duitsland afkomstige opa van de tweeling Sharona en Shirel Berger Hun opa, zoals ze hem noemden, had een restaurant in Amerika. Hij leeft niet meer en zijn kleindochters hebben zijn passie overgenomen. Shirel is de chef-kok en Sharona is verantwoordelijk voor het zakelijke gedeelte. Opa’s missie is om een plantaardige culinaire ervaring te leveren die zowel het oog als de maag aanspreekt. Alle producten komen van een macrobiotische boerderij uit de buurt.
www.opatlv.co.il
Los rondlopende geiten, een prachtig uitzicht over de woestijn. Kornmehl farm, gebouwd van oude treinwagons, is gelegen in de Westelijke Negev. Het is een perfecte plek voor een lunch of een lekkere snack. Genieten van zelfgemaakte kazen en brood en als je geen tijd hebt voor een lange stop, kun je het eten ook meenemen voor onderweg.
De eigenaren Anat en Daniel Kornmehl geloven dat de gezondheid van hun honderd geiten en de kwaliteit van hun melk, die antibiotica- en hormoonvrij is, te danken is aan de permanente aandacht die ze aan hen geven.
Er is ook een Nederlandse link. De eigenaren zijn familie van onze voorzitter Doedoe Kornmehl.
www.kornmehl.co.il
Israël staat bekend om haar heerlijke avocado’s. Een gesprek over de teelt en de export met avocadoteler Dwir Gross en exportmanager Guy Rinat.
Kibboets Beit HaEmek, in het noorden van Israël. Vijf uur in de ochtend. Een oranje zonnegloed boven de oostelijke heuvels verraadt dat de dag in aantocht is. De stilte van de nacht wordt doorbroken door het geluid van tractoren, quads en motoren die de werkmannen en -vrouwen naar de avocadoplantage brengen. De temperatuur is nu nog prettig, maar zal snel stijgen.
Nadat iedereen in de werkruimte is verzameld, verdeelt manager Dwir Gross de taken. Er moet geplukt worden, er moeten wat kapotte irrigatiebuizen gerepareerd worden en er wordt begonnen met enten. De ouders van Dwir behoren tot de eerste pioniers van
de kibboets. Dwir is er geboren en nooit weggegaan. Hij woont er samen met zijn gezin. Ook vier van zijn zes broers en zussen zijn gebleven en hebben er een familie gesticht. “Als klein jongetje werkte ik tijdens mijn schoolvakanties in de avocado’s. De jongeren in de kibboets doen dat nog steeds”, vertelt hij zichtbaar trots. “In de loop der jaren zijn de avocadogaarden wel enorm gegroeid.”
Sinds vijf jaar beheert hij samen met zijn team 200 hectare avocado’s, 6,3 hectare lychees, 20 hectare bananen en 0,4 hectare bosbessen. Sinds kort is daar een rode bananensoort aan toegevoegd die speciaal wordt gebruikt in vruchtensappen en waar veel vraag naar is. Zijn team bestaat
uit kibboetsleden, inwoners uit de omringende Arabische dorpen en een aantal mensen uit Thailand. “Dit vind ik zo mooi aan mijn werk: de samenwerking tussen allerlei verschillende culturen en geloven.”
“Het bijzondere aan ons vak is dat het gedeeltelijk puur handwerk blijft. Zie je die mannen verderop, hoe ze voorzichtig avocado’s aan het plukken zijn om ze niet te beschadigen?”
Toch is er de afgelopen jaren wel wat veranderd in de bedrijfstak. “De technologische ontwikkelingen staan niet stil. We werken nu bijvoorbeeld met sensoren die ons op de hoogte houden van de vochtigheidsgraad en de bodemgesteldheid. Zo kunnen we onze bomen nog beter verzorgen. Een gedeelte van zijn tijd moet Dwir besteden aan administratieve bezigheden. “Voor de export is het verplicht een logboek bij te houden van iedere avocado. Daarin is onder andere te vinden hoeveel water een boom krijgt, wat de kwaliteit van het water is, met welke chemicaliën er wordt gewerkt en nog veel meer.”
Israël exporteert jaarlijks 50 duizend ton avocado’s en verkoopt daarnaast ook nog eens 50 duizend ton in eigen land. Het gaat om verschillende soorten zoals Hass, Etinger, Pinkerton en Reed. De Hass-variëteit, die een ruwere schil heeft, is het meest populair bij de consument. Die heeft een groene schil die donker wordt als de avocado rijp is.
De twee grootste avocadogebieden lopen van West-Galilea tot Tiberias en langs de kust. Dankzij het JNF is in het
zuiden, in de Arava, al jaren landbouw succesvol. Ook daar worden avocado’s verbouwd.
“De omstandigheden voor de teelt van avocado’s zijn ideaal in Israël vanwege de hitte en vochtigheid “, vertelt Guy Rinat, exportmanager Europa bij het Israëlische bedrijf Granot. “Het is een steeds groeiende markt die nog lang niet verzadigd is.”
verantwoordelijke beheerders te zijn van het land dat ons is toevertrouwd en om het voor toekomstige generaties te behouden.”
Het is drie uur ’s middags. De zon staat hoog aan de hemel. De werkdag op de avocadoplantage is voorbij. Voor Dwir nog niet. Hij maakt in zijn truck nog een laatste rondje over het terrein en stapt af en toe uit om een boom te inspecteren. “Ik kan het niet laten. Het zijn net mijn kinderen, deze boom heb ik ooit als jongetje zelf geplant.”
Granot bestaat al zestig jaar en heeft een ervaren team dat de telers begeleidt om de perfecte avocado te kweken. Zijn medewerkers helpen bij het efficiënt en verantwoord omgaan met water, het optimaliseren van de bodemkwaliteit en om de ecologische voetafdruk te verkleinen.
“Het koesteren van onze natuurlijke hulpbronnen is de kern van onze landbouwactiviteiten. Het positief beïnvloeden van het milieu en het verminderen van de impact van klimaatverandering door goed doordachte duurzame landbouwpraktijken heeft onze hoogste prioriteit. We streven ernaar
• Avocado is gezond. Het vruchtvlees is vet, het vetgehalte kan zelfs oplopen tot 30 procent. Naast vitaminen zit er een enkelvoudig onverzadigd vetzuur in dat gunstig is voor het cholesterolgehalte in het bloed. Daarnaast vormen avocado’s een rijke bron aan kalium, een mineraal dat betrokken is bij het regelen van de bloeddruk.
• Avocado’s worden ook veel gebruikt in schoonheidsmaskers, omdat ze goed voor de huid zijn.
• Een avocadoboom kan wel 20 meter hoog worden en gaat gemiddeld dertig jaar mee.
• Het is een groenblijvende plant, hoewel sommige soorten hun bladeren verliezen vlak voor of tijdens de bloei.
“De omstandigheden voor de teelt van avocado’s zijn ideaal in Israël vanwege de hitte en vochtigheid“
In Israël wordt al duizenden jaren wijn gemaakt. Bij elk Joods feest wordt wel een glas koosjere rode wijn gedronken. De kwaliteit van de Israëlische wijn behoort inmiddels tot de top. Na de onafhankelijkheid van Israël in 1948 kregen de boeren hulp van bankier Baron Edmond de Rothschild. Hij ondersteunde hen niet alleen financieel, maar stuurde ook de beste wijnranken en wijnspecialisten vanuit de Bordeaux naar Israël.
Met zijn hulp werd in 1882 Carmel opgericht, het oudste en grootste wijnhuis van Israël en de grootste exporteur van koosjere wijn in de wereld.
De diversiteit aan verschillende klimaten in Israël maakt het mogelijk om wijn van verschillende druivensoorten te maken. Van noord tot zuid en van west tot oost zijn er wijndruiventelers die behoren tot de besten in de wereld.
Zelfs in de woestijn zijn er wijngaarden. Het is daar dat het JNF steun biedt. Sommige wijnboeren gebruiken bij het maken van wijn de kennis van de Nabateeërs, een volk uit de oudheid. Zij pasten de hellingen van de heuvels zo aan dat al het regenwater naar de vallei stroomde, waar het werd opgevangen in terrassen met simpele stenen muurtjes. Deze hellingen worden nog steeds gebruikt om de mooie druiven op te laten groeien.
Vandaag concurreren de Israëlische wijnen met wijnen uit de hele wereld en winnen zij prijzen op concoursen. Een kleine, selecte greep uit het enorme aanbod:
Met uitzicht op de wijngaarden en het prachtige groene landschap van Galilea, omringd door Druzendorpen, vind je Kishor. Het is een kibboets voor volwassenen met een beperking. Verschillende bedrijfstakken zorgen voor inkomsten en werk voor de bewoners. Zoals Kishor Winery. Loop tussen de geurige eikenhouten vaten door, leer alles over het proces van de bereiding van wijn, neem een glas en kijk naar een film over deze speciale plaats.
Meest favoriete wijn: Kishor Rosé www.kishor-winery.co.il
Het Yatir woud is in de jaren zestig geplant door het JNF en is het grootste woud van Israël met een oppervlakte van 5000 hectare. Het woud ligt in het noorden van de Negev woestijn. Sinds 2000 is er de Yatir Winery. De wijngaarden liggen op grote hoogte, in kleiachtige kalksteengrond op hellingen in het hart van het woud. De wijngaarden genieten van een semiwoestijnklimaat; droog, met koude nachten. Dit zijn omstandigheden die een uniek groeigebied creëren voor deze bijzondere wijn.
Meest favoriete wijn: Yatir Forest www.yatirwinery.com
Ramat Negev Winery is de allereerste wijnmakerij in de Ramat HaNegev woestijn, en is gelegen in de plaats Kadesh Barnea. Eigenaren Alon en Nira Zadok stonden voor een uitdaging toen ze op zo’n afgelegen plek druiven gingen verbouwen. Het is ze gelukt en inmiddels helpen ook een zoon en schoondochter mee in het bedrijf.
Meest favoriete wijn: Malbec www.rnwinery.co.il
Chateau Golan is een Israëlische wijnmakerij die in 1999 is opgericht. Het bevindt zich in Moshav Eliad, gelegen op de zuidelijke Golan hoogte, vlak bij het punt waar de Yarmuk rivier en de wadi Ruqqad samenkomen. De wijnmakerij beschikt over een kasteel in Franse stijl, gebouwd van basalt. Hier worden ook kunstexposities georganiseerd. Het wijnhuis verbouwt dertien verschillende druivensoorten en behoort volgens kenners tot een van de beste in Israël.
Meest favoriete wijn: Cabernet Sauvignon Tel. 00 972 4 6600026
In de buurt van Mitspe Ramon, in the middle of nowhere, ligt Nana Winery van Eran Raz. Het lijkt wel een fata morgana, een wijngaard midden in de woestijn waar de druivenranken tot aan de hemel lijken te groeien.
Eran: “Bij elke oogst zijn de wijnen verschillend van karakter. De kracht komt van de wind, de rust en de stilte.”
Meest favoriete wijn: Chenin Blanc www.nanawine.com
Deze familiewijnmakerij werd in 2014 opgericht door het echtpaar Yehuda en Zivia Friedman, destijds waren zij dé wijnpioniers in de Arava. Moa Winery is vernoemd naar de Nabateese stad Moa, een van de oude steden langs de Specerijen Route, die in de Romeinse tijd tot het Nabateese koninkrijk behoorde.
Meest favoriete wijnen: Malbec en Amphora www.moawine.co.il
Een bijzonder wijnhuis dat biologische wijn produceert, is de Lotem Winery. Gelegen op de heuvels van de Meronberg, in het noorden van het land. Tijdens de fermentatie en rijping van de wijn wordt voortdurend muziek afgespeeld. Dat komt, volgens de telers, de kwaliteit ten goede. Als dank aan de muziek hebben sommige wijnen toepasselijke namen zoals: Allegro, Vivace en Sonore.
Meest favoriete wijn: Allegro www.lotemwinery.co.il
In 1882 zetten Michael en Malka Chamiletzki hun eerste stappen in Zichron Yaakov nadat ze uit Litouwen waren geëmigreerd. Michael werd door Baron Edmond de Rothschild gekozen om wijngaarden in de regio te planten, en vanaf die dag begon de harmonieuze en diepe relatie tussen de familie, het land en de wijngaard. Het gezin vestigde zich in het nabijgelegen Shefaya, nu omringd door wijngaarden, en begon het land te cultiveren en wijnranken aan te planten. In 1925 ontving de familie de bekende Israëlische dichter Chaim Nachman Bialik. Om hen te bedanken voor hun warme gastvrijheid, stelde hij voor dat ze de naam ‘Tishbi’ zouden gebruiken voor hun wijngaard – het acroniem van Toshav Shefaya B’Eretz-Israël (inwoner van Shefaya in het Land van Israël).
Meest favoriete wijn: Estate Cabernet Sauvignon www.tishibi.com
Wil je meer wijnhuizen bezoeken? Ontdek de wereld van de Israëlische wijnen door een tour te maken met de van origine Belgische wijnkenner en gids Jacky Jeger.
Jacky’s favoriete wijn: Chardonnay van Chateau Golan
Jackyj@netvision.net.il
Tel. 00 972 54 345 5430
Op 15 juli is de 68ste JNF loterij van start gegaan. De totale opbrengst gaat dit jaar naar het herstel van de bossen rondom Jeruzalem die door brand zijn weggevaagd.
Noteer alvast de loterijtrekking in jouw agenda: 15 december 2022
Bernard Moffie en Judith Bachrach zijn opgegroeid met het JNF. “Het blauwe busje herinneren we ons al uit het huis van onze ouders.” Bij iedere gelegenheid die zich voordoet geven ze bomen cadeau aan familie en vrienden. Ook doen Bernard en Judith al jaren mee aan de JNF loterij. Dit jaar waren zij de gelukkige winnaars van twee tickets naar Israël. Afgelopen mei was het zover en brachten ze een week door in de Negev woestijn en bezochten JNF projecten in Mitspe Ramon en in de Arava woestijn. “We kennen Israël best goed en komen er regelmatig, dit was toch een ander soort reis. Wat zijn we onder de indruk van de inzet van de mensen in de woestijn en van het werk dat het JNF daar verricht. Ook op internationaal niveau. Zoals het landbouw-leerinstituut Arava International Center for Agriculture Training (AICAT) waar studenten uit landen als Vietnam, Nepal, Laos en zelfs uit Jordanië naar toe komen. Hier leren ze alle facetten van landbouw in de woestijn, rekening houdend met een beperkte hoeveelheid water. Terug in hun eigen land passen zij deze kennis toe. Dat is ontwikkelingshulp op het hoogste niveau.”
Ergste branden ooit
De branden van afgelopen zomer in de Jeruzalemse heuvels waren de ergste ooit in Israël. In augustus 2021 ging binnen drie dagen 1100 hectare bos in vlammen op. De onverwacht sterke wind veroorzaakte een storm met vlammen die tientallen meters hoog reikten. De intensiteit en snelheid van de verspreiding waren ongeëvenaard in de recente geschiedenis van Israël. Naast een grote schade aan de bossen verloren ook duizenden dieren het leven.
Het duurt tientallen jaren om de eeuwenoude bossen en natuurgebieden die verloren zijn gegaan in de branden te herstellen. Na een periode van natuurlijke hergroei, die gewoonlijk optreedt een jaar of twee na de brand, begint voor het JNF het werk.
Koop nu jouw loten Doe mee aan onze loterij, steun dit zo noodzakelijke project. Maak kans op prachtige prijzen. De hoofdprijs is deelname voor twee personen aan de JNF Experience
reis naar Israël. Vanaf tien loten krijg je vijf bonusloten en dat aantal loopt op naarmate je meer loten koopt. Met de bonusloten maak je extra kans op een van de vijf tickets naar Israël.
JNF Nederland namenbord Koop je voor meer dan 300 euro aan loten, dan wordt jouw naam vermeld op het JNF Nederland namenbord in een speciaal daarvoor ingericht centrum in de buurt van Jeruzalem.
Wat gaat het JNF doen met de opbrengst van de loterij?
• Aanleg en onderhoud van toegangswegen rond dorpen en steden langs de bosranden.
• We zorgen voor begrazing door geiten, waardoor het lage brandbare gras om de bomen kort wordt gehouden.
• De infrastructuur van wegen en verzamelplekken voor de mobilisatie van de brandweer- en reddingtroepen verbeteren.
• Meer brandkranen plaatsen.
• Twee watervulstations aanleggen. We hopen dat je ook dit jaar weer meedoet. Samen maken we Jeruzalem weer groen!
De 68ste JNF loterij is op 15 juli 2022 van start gegaan en loopt tot 15 december 2022. Ga nu naar www.jnf.nl/loterij of scan de QR-code.
Met hoeveel loten doe je mee?
Door de wereldwijde klimaatveranderingen zijn de jaarlijkse overstromingen in het zuiden van Israël met 25 procent in kracht en intensiteit toegenomen. Tijdens onze Pesach-campagne vroegen we giften om de bevolking in de Arava te beschermen. We hielpen hen bij voorzorgsmaatregelen en herstelwerkzaamheden, zoals het aanleggen van bruggen, waterreservoirs, afvoerpijpen en het bouwen van beschermingsoevers rondom landbouwgebieden. De werkzaamheden zijn in het voorjaar van 2022 afgerond.
Het Balfour Woud, gelegen in de Jizrael Vallei in het noorden van Israël, leed aan een flinke kaalslag door boomziekten en branden. De deelnemers aan de jaarlijkse JNF loterij hielpen mee bij het herstel van 13 hectare van het woud. In totaal werden 3000 nieuwe bomen geplant, omgevallen en dode bomen opgeruimd en toegangswegen en irrigatiesystemen vernieuwd.
In het Ma’achaz Woud, onderdeel van de groene longen rondom de stad Be’er Sheva in de Negev woestijn, plantten we nieuwe bomen in een gebied ter grootte van 130 dunam. De bomen zorgen voor biodiversiteit, hun wortels houden het zand vast en voorkomen erosie. Dankzij onze intensieve verzorging van deze jonge bomen worden de overlevingskansen in de hitte en droogte van de woestijn vergroot.
Olieramp op de stranden van Israël Op 12 februari 2021 vond voor de kust van Israël een ramp met een olietanker plaats die de kust van Israël ernstig vervuilde. Van de 190 kilometer strand in Israël werd 160 kilometer aan strand, natuur, flora en fauna beschadigd. Een snelle reactie was van cruciaal belang. JNF organiseerde honderden vrijwilligers die 1200 ton verontreinigd zand reinigden en het kwetsbare ecologische evenwicht van de kust herstelden.
Tijdens een grote noodactie konden we tien mobiele schuilkelders aanschaffen voor de bescherming van Israëlische burgers tegen raketaanvallen. De schuilkelders worden geplaatst in agrarische landbouwgebieden en in kleine dorpjes langs de grens met de Gazastrook.
Twee JNF speeltuinen in de Arava We bouwden speeltuinen in twee dorpjes in de Arava woestijn, in Idan en Ein Yahav. Een gulle familiestichting doneerde beide speeltuinen.
Ofakim is een snelgroeiende, middelgrote stad in de Negev woestijn met 30 duizend inwoners. Vooral de opening van een treinstation in 2015 zorgde voor een grote groei. Om aan de recreatievoorwaarden voor jonge gezinnen te voldoen, financierden we uit een nalatenschap het Communitypark in Ofakim. Het park bestaat uit 5000 vierkante meter groene zone en een speeltuin met parasols, bankjes, picknick tafels en verlichting.
De eerste JNF brandweerwagen is 4 november 2021 in gebruik genomen tijdens een officiële ceremonie in de Westelijke Negev.
In deze tijd van klimaatveranderingen en steeds heftigere bosbranden is twee jaar geleden besloten alle 24 verouderde brandweerwagens te vervangen. Onze hulp is wederom gevraagd. Daarom hebben we ons gecommitteerd aan het financieren van een tweede JNF brandweerwagen.
Van afval naar energie Het Waste to Energy-project is het eerste samenwerkingsproject van het JNF met de regio Ramat HaNegev. Meer dan 5000 ton organisch afval per jaar komt uit de kassen van deze regio. Dat landbouwafval ligt te verrotten in de woestijn, dat is slecht voor mens en dier. Een unieke, groene oplossing is het omzetten van dit afval in biogas. Als de proeffase slaagt, is het de bedoeling nog eens acht installaties te bouwen. De negen installaties in totaal zullen in staat zijn tot 8.000 ton afval per jaar te verwerken.
Amstelland ICT verzorgt sinds 1992
Amstelland ICT verzorgt sinds 1992 ICT dienstverlening voor het groot, midden én kleinbedrijf. Meer weten? Kijk snel op: www.amstelland.com
ICT dienstverlening voor het groot, midden én kleinbedrijf. Meer weten? Kijk snel op: www.amstelland.com
Amstelland ICT verzorgt sinds 1992 ICT dienstverlening voor het groot, midden én kleinbedrijf. Meer weten? Kijk snel op: www.amstelland.com
Amstelland ICT verzorgt sinds 1992 ICT dienstverlening voor het groot, midden én kleinbedrijf. Meer weten? Kijk snel op: www.amstelland.com
Ambachtenstraat 42 1191 JN Ouderkerk a/d Amstel T. 020 – 496 9777 E. info@amstelland.com
Ambachtenstraat 42 1191 JN Ouderkerk a/d Amstel T. 020 – 496 9777 E. info@amstelland.com
Ambachtenstraat 42 1191 JN Ouderkerk a/d Amstel T. 020 – 496 9777 E. info@amstelland.com
Ambachtenstraat 42 1191 JN Ouderkerk a/d Amstel T. 020 – 496 9777 E. info@amstelland.com
Nieuwe tijden vragen om een veelzijdige drukker met visie!
Nieuwe tijden vragen om een veelzijdige drukker met visie!
Uw one-stop-shopping partner voor
Uw one-stop-shopping partner voor
■ kwaliteit drukwerk (offset en digitaal)
■ kwaliteit drukwerk (offset en digitaal)
■ creatie & DTP
■ creatie & DTP
■ webdesign & ontwikkeling
■ webdesign & ontwikkeling
Is dit wat u zoekt? Neem gerust een keer contact op met Drukkerij Noordhoek!
Is dit wat u zoekt? Neem gerust een keer contact op met Drukkerij Noordhoek!
Drukkerij Noordhoek B.V.
Drukkerij Noordhoek B.V. Lakenblekerstraat 50 | Aalsmeer 0297.383 270 www.noordhoekoffset.nl
Lakenblekerstraat 50 | Aalsmeer 0297.383 270 www.noordhoekoffset.nl
Bij Meijers weten we wat er speelt in uw wereld. En ze en graag die ene stap extra voor de meest passende verzekeringsoplossing. Meijers is een van Nederlands grootste ona ankelijke assurantiemakelaars. Met onze expertise, ervaring én betrokkenheid geven we u graag advies over het voorkomen, managen en afdekken van risico’s. Zo kunt u altijd zeker verder.
Prins Hendriklaan 21 | 1075 AZ Amsterdam | +31(0)20 676 76 66 | www.dejonggroep.nl
Waar innovatie, kennis en flexibiliteit samenkomen om de ultieme werkplek te creëren.
www.officebykisch.nl info@officebykisch.nl 020 303 0288
Notariskantoor Spier & Hazenberg is al meer dan tachtig jaar een begrip in Amsterdam. U kunt er voor uw notariële zaken terecht als u waarde hecht aan deskundig advies en persoonlijke betrokkenheid.
Notariskantoor Spier & Hazenberg Westeinde 24 1017 ZP Amsterdam tel. 020-5317654 Website: www.spierenhazenberg.nl
Maak deel uit van het Israël van de toekomst en neem het JNF op in uw testament. Zo schenkt u alle bewoners van Israël een duurzaam en leefbaar land. Uw nalatenschap is een tastbare bijdrage aan de bloei van Israël. Want het JNF zal zich hier altijd voor blijven inzetten.
Wilt u meer weten over nalaten aan het JNF?
Onze nieuwe nalatenschap brochure helpt u hierbij op weg. Vraag deze gratis aan op www.jnf.nl of neem contact op met Barbara Flesschedrager. Zij is bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 09:00 - 12:00 uur op telefoonnummer: 020 - 646 64 77 of per e-mail: barbara@jnf.nl.
Scan hier de QR-code om direct naar www.jnf.nl te gaan
“Wij geloven dat Israël nog een mooie toekomst wacht. Op deze manier kunnen wij daar onderdeel van uitmaken”. Kees Sikkema (62) uit Groningen.