COLUMN
DIABETES INFO
#SAMENSTERK Maandag 4 mei, kwart over zeven ’s ochtends. Mijn jongste zoon Jean veert recht aan de ontbijttafel, stapt naar zijn grote broer en vliegt hem om de hals. “Vijf dagen is echt onmenselijk. Ik ga u zo hard missen.” De knuffel duurt minutenlang en eindigt voor één keer niet in een broedertwist. Achiel moet zo meteen naar het ziekenhuis. Zijn suikerwaarden schieten tegenwoordig alle kanten uit en de behandelende endocrinoloog heeft een heropname geadviseerd. Het afscheid is bijzonder. De aankomst in het ziekenhuis ook. Lege gangen, lege liften. Nergens bezoekers met bloemen, fruitmanden of doosjes van Leonidas. En iedereen die hier werkt, draagt een mondmasker. “Welkom, Achiel. Installeer je maar. Ik kom zo meteen terug.” zegt de verpleegster die ons ontvangt. Haar gezicht lezen is onmogelijk. Achiel gaat vijf dagen in quarantaine in kamer 527. Bezoek is niet toegelaten. Gelukkig heeft Jean een tekening in zijn trolley verstopt. Daarop een groot hart, een stralende zon en de tekst #SAMENSTERK. De hashtag die dezer dagen de hele natie bij elkaar houdt, is duidelijk ook het motto van iedereen die hier beroepshalve de bubbel van Achiel binnenwandelt. De endocrinoloog, de diabetesverpleeg kundigen, de diëtistes, de psychologe en de talloze dag- en nachtverpleegsters, allemaal hebben ze slechts één missie: Achiel helpen. Samen met hem die wispelturige glycemie weer onder controle krijgen. Uren les krijgen we, elke dag opnieuw. Koolhydraten tellen, verpakkingen lezen, dieet fijntunen, insulinedosissen aanpassen, hypo’s counteren …
Alle vereiste basiskennis wordt met de glimlach opgefrist. Elk probleem wordt met plezier onderzocht. Geen enkele vraag blijft onbeantwoord. Niets is iemand teveel. De endocrinoloog maakt op woensdag ochtend hoogstpersoonlijk een half uur vrij om Achiel doorheen de bloedafname te loodsen. Een moment waarvoor hij een panische angst heeft. Dankzij haar aanwezigheid (en een maskertje met lachgas) wandelt hij nadien opgelucht z’n kamer binnen. Ook het thuisfront leeft een hele week mee via Facetime. Elke avond om kwart over acht luisteren oma en opa naar het relaas van de voorbije dag. Elke avond om negen uur steekt Jean zijn broer een hart onder de riem met de schattigste leugen ever. “We doen hier thuis deze week niks leuk, Achiel. Dat doen we pas als jij terug bent.” Ik schreef het hier al eerder: diabetes heb je 24 op 24 en 7 op 7. En dat wordt soms onderschat. “Diabetes? Dat zal nog wel overgaan als je ouder bent”, zei een vrouw ooit tegen Achiel toen hij op een bankje bekwam van een hypo. Ook al gehoord: “Mijn grootmoeder heeft dat ook, maar zij mag echt alles eten”, en “Gelukkig dat het maar diabetes is. Er zijn veel ergere ziekten.” Mensen beseffen de impact soms niet. Al klopt die laatste uitspraak wel natuurlijk. Achiel ontmoet op donderdag bij de oogarts een jongetje in een rolstoel. Kaal, bleek, tenger. “Dan valt diabetes toch nog mee”, zegt hij meteen. Blij dat hij er zo mee omgaat en dat zijn ziekte zijn levensvreugde, zijn dromen en zijn plannen niet in de weg staan. Maar de steun, de betrokkenheid en het begrip van familie, vrienden, dokters, verplegers, klasgenoten, leraars en voetbalvrienden doen ongelooflijk veel deugd.
PETER STEVENS, vader van Achiel (13 jaar) die diabetes type 1 heeft
Vrijdag 8 mei, vier uur ’s namiddags. We zijn op 100 meter van thuis. Achiel laat Laat De Zon In Je Hart door de auto schallen. De ramen naar beneden. Mijn vriendin en Jean hebben het huis versierd. ‘Welkom, Chili. Home sweet home’, lezen we op de voordeur. De knuffel tussen beide broers lijkt uren te duren. #SAMENSTERK.
27