40 minute read

10 TIPS

Next Article
KIDS MAGAZINE

KIDS MAGAZINE

VERSTANDIG GEBRUIK VAN INSULINE BIJ DIABETES TYPE 1: 10 TIPS

De behandeling van type 1 diabetes is de laatste jaren enorm vooruitgegaan. We beschikken over betere insulines, sensormethoden om de glucosewaarden op te volgen en performantere insulinepompen waarvan sommige al deels door sensoren worden aangestuurd. Deze middelen laten een veel betere glycemieregeling toe. Maar ze moeten wel deskundig gebruikt worden. Er zijn natuurlijk de basisprincipes die iedereen met type 1 diabetes aangeleerd krijgt: je glucosestreefwaarden kennen, juiste injectietechniek, frequent controleren, koolhydraten tellen, insuline aanpassen … Maar er zijn nog heel wat bijkomende tips die je leren je insuline zo ‘verstandig’ mogelijk te gebruiken.

Advertisement

PROF. DR. FRANK NOBELS, DR. KATRIEN WIERCKX, SIGRID ANNAERT,

HANNAH RYCKEGEM, DR. LIESBETH VAN HUFFEL, ENDOCRINOLOGIE OLV AALST

TIP 1. KEN JEZELF; WEET HOE JE LICHAAM REAGEERT

Niet alle mensen met diabetes zijn even gevoelig aan insuline. De lichaamscellen van de ene persoon luisteren zeer goed naar het insulinesignaal – zij zijn insulinesensitief –, terwijl ze bij anderen juist erg slecht luisteren – zij zijn insulineresistent. Dit heeft gevolgen voor de behandeling.

Mensen die erg insulineresistent zijn, hebben hoge insulinedosissen nodig. Niet alleen om de koolhydraten van de maaltijd te verwerken, maar ook om een hoge suikerwaarde te corrigeren. We zien vaak insulineresistente personen, die bijvoorbeeld 30 eenheden (E) voor een maaltijd spuiten, maar die bij een hoge suikerwaarde slechts 2 E extra geven. Dit is natuurlijk veel te weinig. Zij moeten meer bijspuiten, bijvoorbeeld 8 E extra, en leren van hun ervaring. Zij zullen zich niet makkelijk in hypo spuiten, en hoeven dus geen schrik te hebben om agressiever te corrigeren. We raden ze aan om een krachtiger aanpasschema of bij gebruik van een insulinepomp een krachtigere correctiefactor te hanteren (zie Figuur 1). De gevoeligheid voor insuline kan verbeteren door overtollige kilo’s kwijt te raken en meer te bewegen.

FIGUUR 1: Voorbeelden van aanpasschema’s voor insulinecorrecties bij personen met verschillende insulinegevoeligheden

Glucosewaarde (mg/dl) Minder dan 70 70-100 100-150 150-200 200-250 250-300 Meer dan 300 Insulineresistent - 8 E - 4 E geen correctie + 4 E + 8 E + 12 E + 16 E Supersensitief aan insuline - 1 E - 0,5 E geen correctie + 0,5 E + 1 E + 1,5 E + 2 E Normale insulinegevoeligheid - 2 E - 1 E geen correctie + 1 E + 2 E + 4 E + 6 E

Mensen die een normale insulinegevoeligheid hebben, hebben lagere insulinedosissen nodig en zijn doorgaans makkelijker te regelen. Sommige personen zijn zodanig insuline gevoelig dat zelfs een correctie met 2 E al een hypo geeft. Deze zeer sensitieve personen zijn doorgaans erg moeilijk te regelen. Ze hebben erg lage insulinedosissen nodig en moeten uiterst voorzichtig zijn met correcties. We laten ze voor hun snelwerkende insuline vaak werken met een pen die per halve eenheden draait, wat toelaat om kleine correctiedosissen te geven (zie Figuur 1). Ook voor hun langwerkende insuline moeten we vaak een oplossing zoeken, omdat die bij lage dosis geen volledige 24 uur werkt. We laten hen daarom 2 keer per dag langwerkende insuline spuiten of werken met een ultralangwerkende insuline. Een andere mogelijkheid is overschakeling naar een insulinepomp, waarmee veel preciezer kleine dosissen kunnen gegeven worden en waarbij je zeker bent dat je de volledige 24 uur insuline toedient.

Dus zorg dat je weet of je een normale insulinegevoeligheid hebt, of insulineresistent, of supersensitief bent, want dat heeft veel implicaties voor je behandeling.

TIP 2. SPUIT VOOR DE MAALTIJD

Sinds het gebruik van sensoren weten we dat de suikerwaarden bij de meeste mensen met type 1 diabetes pieken na de maaltijd, meest uitgesproken na het ontbijt (zie Figuur 2). Dit komt omdat de snelwerkende insulines, zelfs de zogenaamd ultrasnelle insuline-analogen, te traag beginnen werken. Het duurt zo’n 15-30 minuten vooraleer ze lichtjes beginnen te werken, en zo’n 1,5 uur vooraleer ze op volle kracht werken. We raden daarom aan om 15-20 minuten voor de maaltijd te spuiten. We beseffen dat dit niet altijd makkelijk is, vooral niet op het werk, maar bij het ontbijt en de andere maaltijden thuis moet je dit toch proberen. Bij het ontbijt is een goede vuistregel: eerst insuline toedienen, je dan wassen en daarna ontbijten.

Na de maaltijd spuiten raden we af, want dan komt de werking van de insuline veel te laat. Je bent misschien iemand die geen vaste hoeveelheden eet en liever na de maaltijd spuit om te weten hoeveel koolhydraten je gegeten hebt. Zelfs dan is het beter om het grootste deel van de insuline voor de maaltijd te spuiten en enkel de correctie voor extra koolhydraten onmiddellijk na de maaltijd te geven.

Enkel in uitzonderlijke situaties laten we insulinetoediening na de maaltijd toe, bijvoorbeeld bij mensen met een zeer luie maag (diabetische gastroparese) waardoor de koolhydraten erg traag in het bloed komen, of bij hoogbejaarde mensen waarbij men niet zeker is hoeveel ze zullen eten.

Zelfs als je net voor de maaltijd een hypoglycemie hebt, spuit je toch best voor de maaltijd. Je corrigeert dan eerst de hypo met snelle koolhydraten, en spuit vervolgens juist voor de maaltijd (geen kwartier vooraf).

FIGUUR 2: Voorbeeld van pieken na de maaltijden

PIEK NA ONTBIJT

PIEK NA AVONDMAAL

TIP 3. KEN HET OCHTENDEFFECT!

Tijdens de laatste uren van de nacht en de eerste uren van de voormiddag zijn we veel minder gevoelig aan insuline dan tijdens de rest van de dag. Dit komt omdat we in de uren voor het ontwaken stresshormonen maken die ons voorbereiden om wakker te worden. Deze stresshormonen werken nog door in de voormiddag en maken ons minder gevoelig aan insuline. Dit verklaart waarom veel mensen meer insuline moeten spuiten bij hun ‘klein’ ontbijt dan bij hun ‘groot’ middagmaal. Dit verklaart ook waarom de meeste mensen met type 1 diabetes een suikerpiek vertonen na het ontbijt en dus zeker 15-20 min voor het ontbijt moeten spuiten (zie Tip 2 en Figuur 2). De stresshormonen zijn ook de oorzaak van de vaak hogere ochtendwaarden als men in het weekend wat langer uitslaapt.

We hebben niet graag dat mensen met type 1 diabetes hun ontbijt overslaan. Ze spuiten dan niet en staan dan meestal ’s middags veel te hoog. Als je een ontbijt neemt, kan je voldoende spuiten met zo nodig extra correctie voor een hoge waarde. Als je toch geen ontbijt wenst te nemen, raden we doorgaans aan om toch een kleine ‘stressdosis’ insuline te spuiten met zo nodig extra correctie bij een hoge suikerwaarde Bespreek dit wel eerst met je diabetesteam, want je moet ook rekening houden met veiligheid als je je nadien in het verkeer begeeft.

TIP 4. PAS OP VOOR DE VROEGE NACHT

In de vroege nacht vallen we in een diepe slaap en verdwijnt alle stress. We worden dan veel gevoeliger aan insuline. Daarom moet je in de vroege nacht, tussen middernacht en drie uur, erg oppassen voor een hypo, ook omdat je die door de diepe slaap minder makkelijk voelt. Gelukkig is een echt hypocoma zeldzaam. Langdurende nachtelijke hypo’s kunnen er wel voor zorgen dat je als reactie in de voormiddag hoge waarden hebt, maar ook dat je later op de dag je hypo’s veel minder snel aanvoelt. Het slecht aanvoelen van hypo’s (zogenoemde hypoglycemia unawareness) kan tot gevaarlijke situaties leiden, vooral op het werk en in het verkeer.

Bekijk regelmatig je nachtelijke suikerwaarden. Als je niet met een sensor werkt, controleer dan sporadisch eens met een vingerprik rond 2-3 uur ’s nachts. Trek je conclusies als je ziet dat je dan vaak te laag komt. • Misschien heb je een kleine snack met traag opneembare koolhydraten nodig voor het slapengaan (bijvoorbeeld een glas melk, een stuk fruit, een sneetje peperkoek). • Pas op met alcoholische dranken ’s avonds, want alcohol verhoogt de kans op nachtelijke hypo. Als de lever ’s nachts alcohol moet verwerken, kan die immers minder suiker aanmaken. • Pas extra op na fysieke inspanning in de late namiddag of avond. Het suikerverlagend effect van inspanning werkt vaak door tot in de vroege nacht.

Meestal heb je dan een grotere snack nodig voor het slapengaan (zie Figuur 3). • Het kan ook nodig zijn om de insulinedosis ’s avonds te verminderen. Bespreek met je diabetesteam of de snelwerkende insuline voor het avondmaal moet verminderd worden (want die werkt meestal nog door in de vroege nacht) of eerder de traagwerkende insuline (die de ganse nacht werkt).

FIGUUR 3: Voorbeeld van lange nachtelijke hypo na joggen voor het avondmaal

SPORT (JOGGEN) IN LATE NAMIDDAG

LANGE NACHTELIJKE HYPO DIE WERD NIET GEVOELD GEEFT HOGER RISICO DAT DEZE HYPO’S NIET GEVOELD WORDEN

FIGUUR 4: Voorbeeld van nachtelijke hypo door te hoge correctiedosis insuline voor het slapengaan

CORRECTIE OP HOGE WAARDE VOOR SLAPENGAAN

HYPO OM 2 U ‘S NACHTS, DIE PAS OM 3.30 U WORDT GEVOELD

En geef zeker geen agressieve insulinecorrecties voor het slapengaan. Dit is een veel gemaakte fout. Men eet iets voor TV, spuit er niet voor bij, ziet dan bij het slapengaan dat de suikerwaarde te hoog staat en geeft dan een te hoge correctiedosis insuline. Het resultaat is een flinke nachtelijke hypo (zie Figuur 4). Wees voorzichtig. Spuit liever vroeger bij op het moment dat je iets eet in plaats van ‘achter de trein te lopen’. Als je toch voor het slapengaan wil corrigeren doe dit dan erg voorzichtig met een veel lagere insulinedosis dan je overdag voor een correctie zou gebruiken.

TIP 5. CORRIGEER VERSTANDIG

We gaan even door over correcties. We hebben al uitgelegd dat je moet weten hoe gevoelig je aan insuline bent. Als je resistent bent, heb je hogere correctiedosissen nodig, als je gevoelig bent lagere. We hebben ook al uitgelegd dat je bij het ontwaken het minst gevoelig bent aan insuline en in de vroege nacht het meest. Dus bij het ontbijt mag je wat krachtiger corrigeren, voor het slapengaan moet je erg voorzichtig zijn. Bespreek je persoonlijke correctiefactor per dagdeel met je diabetesteam.

Als je een glucosesensor gebruikt voor je zelfcontrole, hou dan bij je correcties ook rekening met de trendpijl. Staat die recht naar omhoog, corrigeer dan wat meer. Staat die recht naar omlaag, wat minder. Vraag aan je diabetesteam een schema om hier wat houvast voor te krijgen.

Een ander belangrijk punt is dat je geduld moet hebben na een correctie. Het duurt immers zo’n 1,5 uur voor een ultrasnelle insuline-analoog op volle kracht werkt, dus meestal zo’n 2 uur vooraleer de suikerwaarde begint te dalen. Wacht dus altijd 2 uur vooraleer je, als de suiker niet daalt, een nieuwe correctiedosis geeft. Als je te snel na elkaar bijspuit, krijg je een opstapeling van insuline in het bloed en hypo’s na enkele uren (zie Figuur 5).

FIGUUR 5: Te snel na elkaar bijspuiten met hypo als gevolg

TIP 6. OVERCORRIGEER JE HYPO’S NIET

We zien bij het bekijken van sensormetingen vaak een te sterke stijging van de glucosewaarden na een hypo (Zie Figuur 6). Je mag zeker niet te veel opsuikeren bij een hypo. Doorgaans volstaat een mini-blikje frisdrank om de hypo te corrigeren en 1 kleine droge koek of een sneetje brood om te voorkomen dat na correctie van de hypo de waarde terug zou gaan dalen. Meer is bijna nooit nodig! Vergeet niet dat het lichaam zelf ook nog reageert op een hypo door suiker vanuit de lever in het bloed te brengen. Dus ‘trop is te veel’ met een urenlange hoge waarde als gevolg.

Besef ook dat de onderhuidse meting met een sensor zo’n 15 minuten achterloopt op een bloedwaarde. Ga dus nooit af op je sensor bij correctie van een hypo. Het duurt immers een kwartier voor een hypo weg is en dan nog een kwartier voor je dit ziet op je sensor. Dus blijf zeker geen half uur koeken of allerhande snoepgoed eten tot de hypo over is, want dan krijg je een enorme glycemiestijging. Een goede aanpak is een kleine hoeveelheid snelle suiker, bv. 3 druivensuikertabletjes of 15 cl frisdrank nemen, en na 15 minuten op je gevoel of vingerprik afgaan om te oordelen of de hypo over is. Zo niet dan neem je terug snelle suikers. Pas als de hypo over is, en het enorme hongergevoel dat er mee gepaard gaat wat gaan liggen is, eet je een kleine hoeveelheid trage suikers ter waarde van 1 koolhydraatportie (bv. een sneetje brood of 1 stuk fruit). Besef dat het hongergevoel langer aanwezig blijft dan de werkelijke hypo, dus je zal toch nog wat op de rem moeten gaan staan om te vermijden dat je te veel eet.

Helaas zien we vaak dat de sensorwaarden een aaneensluiting vormen van hypo’s gevolgd door hypers en daarna weer hypo’s, omdat zowel de hypo’s als de hypers te sterk gecorrigeerd worden. In dat geval moet je de insulinedosissen verminderen tot het aantal hypo’s drastisch afgenomen is. Je ziet dan meteen ook de hypers verbeteren!

TIP 7. SPUIT ANDERS BIJ EEN VETTE MAALTIJD

Hoeveel je moet spuiten hangt vooral af van de hoeveelheid koolhydraten die je eet. Iedereen met type 1 diabetes moet leren tellen hoeveel koolhydraten er in de maaltijd zitten en de insulinedosis hieraan aanpassen. Maar dat wil niet zeggen dat de andere bestanddelen van de maaltijd, de vetten en de eiwitten, geen effect hebben op de suikerwaarden. Vetten en eiwitten geven extra suikerverhoging die vaak lang aanhoudt. De mechanismen hierachter zijn ingewikkeld. De extra stijging is te wijten aan effecten op de aanmaak van suiker door de lever en op de insulinegevoeligheid. De langere duur is te wijten aan het vertragen van de maaglediging. Je zult dit al gemerkt hebben als je een vettige pasta of frieten eet. De suiker kan dan erg hoog komen en vele uren hoog blijven. Je kan dit voorkomen door meer te spuiten (bijvoorbeeld 30% extra), en 2/3 hiervan voor de maaltijd en 1/3 hiervan 2 uur later te geven. Bespreek deze aanpak eerst met je diabetesteam.

Je kan dit effect van vetten en eiwitten ook ten goede gebruiken om een tragere suikerpiek te bekomen. Als je bijvoorbeeld de piek na je ontbijt niet goed onder controle krijgt, kan het helpen om eerst wat volle yoghurt te eten en dan pas je koolhydraten. De volle yoghurt bevat vet en eiwitten, die de maaglediging vertragen, waardoor de suikerwaarde minder piekt. Bovendien hebben het vet en de eiwitten een extra hongerstillend effect, waardoor je minder snel naar een tussendoortje zal grijpen. Als je dan nog vezelrijke koolhydraten kiest, zoals volkoren brood of havermout, dan zit je helemaal goed.

TIP 8. SLA GEEN INSPUITINGEN OVER

Mensen met type 1 diabetes nemen best 3 maaltijden. Maaltijden en inspuitingen overslaan dient vermeden te worden, omdat bij het overslaan van een inspuiting ook geen correctiedosis wordt gegeven voor een hoge waarde. Suikerwaarden schommelen immers bij type 1 diabetes. Dit moet opgevangen worden door enkele keren per dag een correctiedosis insuline te geven, wat het makkelijkst is bij de maaltijd.

Bij het overslaan van maaltijden en insuline-injecties bestaat ook gevaar dat de insulinespiegel te laag komt, waardoor het lichaam ketonen gaat aanmaken. Ketonen stapelen bij type 1 diabetes makkelijk op, wat vooral bij ziekte (bijvoorbeeld bij een verkoudheid), aanleiding kan geven tot verzuring (ketoacidose), een ernstige toestand die men zeker moet vermijden.

Dit is ook de reden waarom mensen met type 1 diabetes altijd koolhydraten moeten eten bij de voeding, omdat ze anders te weinig insuline kunnen geven en zo aanmaak van ketonen kunnen veroorzaken. Pas dus op met koolhydraatarme diëten. Overleg hierover steeds met je diabetesteam.

TIP 9. ONDERSCHAT HET EFFECT VAN STRESS NIET

Stress kan de suikerwaarde sterk doen stijgen. Vaak zien we bij mensen met een stressvolle job op piekmomenten de suikerwaarde fors oplopen, zeker in de voormiddag als ook nog het ochtendeffect speelt (waar we het in Tip 3 over hadden). In het weekend, als de stress wegvalt, kunnen de suikerwaarden dan een stuk lager liggen (tenzij als je dan extra eet). Hou hier mee rekening bij het bepalen van je insulinedosissen. Leer uit je ervaring.

“MAALTIJDEN EN INSPUITINGEN OVERSLAAN DIENT VERMEDEN TE WORDEN.”

TIP 10. LICHAAMSBEWEGING: EEN AANRADER, MAAR OOK EEN ONTREGELAAR

Lichaamsbeweging is erg belangrijk voor je gezondheid. Het heeft zeker veel meer voordan nadelen. Maar bij type 1 diabetes kan het de suikerwaarden wel erg doen schommelen. We gaan hier niet in detail over uitweiden, dit zou immers een apart artikel vergen, maar sommen even de grote lijnen op: • Klassieke aerobe lichaamsbeweging doet de suikerwaarden dalen, niet alleen tijdens het sporten, maar ook nog vele uren erna. • Sport bij voorkeur op momenten dat er geen insulinepiek in je bloed zit: voor een maaltijd of 3 à 4 uur erna, dan heb je de minste kans op hypoglycemie. • Je suikerwaarde bij de start is vaak bepalend of je tijdens het sporten een hypoglycemie zal doen: start liever niet met sporten indien je suikerwaarde lager dan 120 mg/dl is. Neem dan eerst een koolhydraatrijke snack. • Indien je langer dan 30-45 min sport, is het vrijwel altijd nodig om extra bij te suikeren tijdens de inspanning. Dit kan met een suikerdrank of met een snack. Eet als je in de late namiddag of avond hebt gesport een extra snack voor het slapengaan. Bij zeer intensieve sport, waarbij je als het ware ‘in het rood gaat’ (anaerobe lichaamsbeweging) krijg je een glycemieverhogend effect. Dit houdt nog een uurtje aan na het sporten. Spuit dan niet onmiddellijk bij, laat dit effect eerst uitwerken. Maar vooral: leer je eigen lichaam kennen, iedereen reageert verschillend op inspanning. Je kan dit prima onder controle houden indien je voldoende ervaring opdoet.

Deze 10 tips zullen je helpen om een zo goed mogelijke glycemieregeling te verkrijgen. En neem er nog een jokertip bij: weet dat je diabetesteam voor je klaar staat. Het is natuurlijk de bedoeling dat jij aan het stuur van je diabetesbehandeling staat en dat je daar alle nodige kennis voor vergaart. Maar, je diabetesteam wil je hier bij helpen, door samen met jou aan je behandeling te sleutelen en je met goede raad bij te staan.

DIABETES, KETONEN EN SPORT: DE DRIE MUSKETIERS OF HELL’S ANGELS?

Er waait een flinke hype door topsportland. Team Jumbo-Visma met Wout van Aert bevestigde in het begin van de Tour 2019 dat ze ketonen gebruiken. Enkele studies bij een beperkt aantal atleten geven prestatieverbetering aan, ander onderzoek kan dat dan weer niet bevestigen. Bij personen met diabetes doet het woordje ‘ketonen’ steevast een aantal alarmbellen afgaan. Maar wat met ketonen in de sport bij personen met diabetes? Voor- of nadelig, of zelfs gevaarlijk?

DR. LUK BUYSE, HUISARTS-SPORTARTS, MEDISCH HUIS DE STATIE, LAUWE

& BLITS BRUSSELS LABO VOOR INSPANNING EN TOPSPORT, VUB, BRUSSEL

KETONEN, DE VIERDE BRANDSTOF?

Koolhydraten, eiwitten en vetten zijn de voedingsstoffen die ons lichaam aanvuren, opbouwen en in stand houden. Lactaat, afbraakproduct uit de verbranding van suikers ‘zonder zuurstof’, en ketonen uit de vetverbranding spelen eveneens een belangrijke rol in de energievoorziening. Lange duurinspanningen aan hoge intensiteit vragen het uiterste van alle energiesystemen. Maximale vetverbranding levert 220 tot 330 kcal/uur energie, maar de voorraad is quasi onbeperkt (50 000 - 100 000 kcal), terwijl de koolhydraatreserve zowat 2500 kcal opbrengt vooraleer lever- en spierglycogeen opgebruikt zijn. Optimale bevoorrading tijdens een wedstrijd levert ongeveer 400 kcal/uur extra. Alles samen is dit ruim onvoldoende voor een lange inspanning op hoog niveau (4000 - 8000 kcal). Om aan die hoge energienood te voldoen, halen we vetzuren uit het vetweefsel als de suikervoorraad op is. De lever breekt ze af tot ‘ketonen’: namelijk aceton (voornamelijk uitgeademd, vandaar de appelgeur bij ketoacidose), acetoacetaat en bètahydroxyboterzuur. Die laatste twee, waarvan de normale serumconcentratie 0,1 - 0,5 mmol/l bedraagt, worden in onze hersenen en spieren aangewend als extra energiebron.

KETONEN EN (TOP)SPORT, EEN GESLAAGD HUWELIJK?

Ketonendrankjes zijn duur, smaken niet bijster goed, en toch nemen topsporters ze in. Daar moet een goede reden voor zijn, toch? Ketonen zorgen ervoor dat de suikervoorraad in bloed en spieren minder snel opgebruikt wordt. Ze leveren ook meer energie dan glucose. Anderzijds verhinderen ze dat de energievoorraad uit de lever aangesproken wordt. Relatief korte inspanningen aan heel hoge intensiteit, zoals een tijdrit, kunnen hiervan mogelijk profiteren. Lange duurinspanningen gaan echter minder goed. Uithoudingstraining lijkt de opname van het ketonendrankje uit de darm wel te verbeteren.

Een tweede positief effect van regelmatige inname van ketonendrankjes is een betere recuperatie bij meerdaagse events. Een studie van professor Hespel aan de KULeuven waarbij getrainde (maar geen

top) wielrenners zo’n ketonendrankje dronken bij een progressief zwaarder wordend trainingskamp, gaf aan dat wie het echte spul te drinken kreeg, beter recupereerde dan wie een nep (placebo) voorgeschoteld werd.

Vooralsnog is het aantal studies zeer beperkt en zijn de resultaten wisselend. Ongetwijfeld moet de juiste combinatie voeding, training, wedstrijdsituatie nog nader uitgespit worden.

DIABETISCHE KETOACIDOSE: HELL’S ANGEL N°1!

Wanneer zijn er bij een persoon met diabetes (type 1) onvoldoende suikers in de spiercellen aanwezig, zodat de vetafbraak en de ketonproductie aangezwengeld worden? Bij vasten, braken of diarree is de opname van suiker sterk gedaald. Dikwijls wordt dan, uit vrees voor een hypoglycemie, minder of geen insuline ingespoten. Resultaat: de suiker raakt de cellen niet meer in. Stresshormonen (zoals glucagon, adrenaline, cortisol en groeihormoon) proberen toch voldoende energie vrij te maken. Ze vuren de vetverbranding aan, met als gevolg een stijging van de ketonen. Je meet dan makkelijk meer dan 3 mmol ketonen/l in je bloed. Die ketonen dienen als brandstof voor spieren en hersenen, maar worden ook door de nieren uitgescheiden. De zure ketonen worden daar door bicarbonaat geneutraliseerd, wat zorgt voor een verzuring (acidose) van het bloed. Omdat suiker niet meer in de spieren opgenomen wordt, stijgt de glycemie, wordt de nierdrempel overschreden en glucose uitgeplast, wat nog extra uitdroging veroorzaakt. Dit is een levensgevaarlijke situatie, waarbij professionele hulp (en hospitalisatie) aangewezen zijn! Ook bij sporters met insulineafhankelijke diabetes kan ketoacidose optreden. Je wil geen hypo doen tijdens je rit, je hebt minder gespoten en meer gegeten, met bloedsuikerwaarden boven 270 mg/dl als gevolg. Ben je daarbij nog wat gestresseerd omwille van de wedstrijd of het event, dan zullen de stresshormonen de glycemie nog meer doen stijgen! Heb je een erg hoge glycemie bij aanvang van een sportprestatie zonder dat je daar een goeie verklaring voor hebt? Meet ketonen in je bloed! Indien minder dan 1,5 mmol/l kan je rustig starten met je duurinspanning, mits veel te drinken en eventueel een correctiebolus snelwerkende insuline toe te dienen. Krachttraining of intensieve inspanning zijn niet toegelaten, omdat die de glycemie nog de hoogte in (kunnen) jagen (zie Tabel 1).

DE DRIE MUSKETIERS: ÉÉN VOOR ALLEN, ALLEN VOOR ÉÉN?

Wetenschappelijke literatuur over ketonen, diabetes en sport? Niks, nada, nougabollen … Er lijken nog geen studies uitgevoerd te zijn aangaande het effect van ketonendrankjes op sportieve prestaties bij mensen met diabetes. Maar wat kunnen we theoretisch verwachten? Positief? Gevaarlijk?

Bij proefdieren daalt de glycemie na de inname van een ketonendrankje. Bij gezonde vrijwilligers wordt na inname van een ketonendrankje de glycemiestijging afgezwakt, die normaal standaard optreedt na een orale glucosetolerantietest. Dit komt doordat de insulinegevoeligheid verhoogt. Bij personen op insuline blijft de ingespoten insuline verder werken en is de ‘anti-insuline’-respons (in de vorm van productie van stresshormonen) mogelijk ook gestoord. Dit alles kan resulteren in een hypo.

TABEL 1: Glucosewaarden bij aanvang sport en aanbevolen richtlijn In theorie zou inname van een ketonendrankje een ketoacidose kunnen uitlokken of erger maken. De ketonconcentratie in je bloed kan verhogen door het ketonendrankje. Indien dit gebeurt op een ogenblik waar je reeds ‘at risk’ bent, namelijk met hoge glycemie door stress voor de wedstrijd, onvoldoende insuline gespoten, defecte pomp .. zou er ketoacidose kunnen ontstaan. Maar, de aanwezigheid van de ingenomen ketonen zal ongetwijfeld de eigen ketonproductie doen dalen. De drinkketonen kunnen immers dienen als brandstof.

DIABETES, KETONENDRANKJES EN SPORT: NOG STEEDS EEN BLIND DATE!

Inname van ketonendrankjes bij sportieve prestaties dient nog verder onderzocht te worden, zowel bij mensen zonder als met diabetes. In welke omstandigheden kan zo’n ketonendrankje die paar procent extra prestatie- of recuperatiemogelijkheid bieden? Voor topsporters kan 2 % extra het verschil maken tussen goud en naast het podium vallen. Voor amateursporters is het sop de kool niet waard. Investeer in goede trainingsbegeleiding en een gezonde voeding, zodat je goed voorbereid en topfit aan de start verschijnt. Voor mensen met diabetes is nog helemaal niks onderzocht/ bewezen.

Start glycemie Laag Laag normaal Normaal

Hoog normaal

Hoog mg/dl < 90

90-126

126-180

180-270

> 270 Actie Eet 10-20 g glucose/suiker, start als > 90 mg/dl, frequent meten Eet 10 g glucose/suiker voor start aerobe inspanning Aerobe inspanning mag starten Aerobe inspanning mag starten ! Als er voldoende insuline aan boord is!

Als hyperglycemie onverklaard is (niet gegeten!): meet ketonen!! - ketonen laag (< 0,6 mmol/l of urine stick < 2+): aerobe inspanning is mogelijk, frequent meten, eventueel extra bolus insuline - ketonen < 1,5mmol/l: start laag intensieve inspanning tot glycemie , eventueel extra bolus insuline - ketonen > 1,5mmol/l: geen sport, professionele hulp nodig drink extra water (500 ml) bij hoge ketonwaarde (insulinewerking verbetert)

INSULINEPOMP EN SENSOR: TIPS VOOR OP REIS

Nu reizen naar het buitenland (stilaan) terug in het vooruitzicht komt of mogelijk is, geven we graag wat tips mee over het reizen met een insulinepomp. Ook voor je sensor dien je met een aantal zaken rekening te houden. Een goede voorbereiding zorg mee voor een geslaagde vakantie!

SASKIA VANDERWEGEN, DIABETESVERPLEEGKUNDIGE, UZ LEUVEN

WAT VRAAG JE TIJDENS DE LAATSTE RAADPLEGING BIJ JE DIABETESTEAM VOOR DE VAKANTIE?

• Vraag voldoende voorschriften voor: - insulineflacons, penfills of voorgevulde ampullen (PumpCart) voor het vullen van je pomp; - andere medicatie. • Vraag een reisattest (security declaration) zodat je vlot voorbij de security op de luchthaven geraakt. Dit attest geeft je de toelating om insuline, pomp-, meet- en prikmateriaal alsook de Glucagen Hypokit ® mee te nemen. • Vraag een voorschrift voor voorgevulde pennen met ultrasnelle en ultratraagwerkende insuline, alsook een schema voor de noodprocedure* nodig bij pompproblemen. • Vraag informatie rond het reizen doorheen tijdszones. • Vraag een vakantiepomp aan voor de duur van je vakantie. Doe dit bij voorkeur minstens vier weken voor vertrek. Je kan dit ook zelf aanvragen via de website of het gratis telefoonnummer van je pompfirma: - Medtronic: . Voor reizen buiten de EU, cruises, bij zwangerschap of voor kinderen jonger dan 10 jaar bellen naar het nummer: 0800/90.805 of www.medtronic-diabetes.be. . Voor reizen binnen de EU dien je te bellen naar 0031/45 566 8291 (enkel weekdagen tussen 8u30 -17u!). Er wordt een vervangpomp naar je vakantieadres gestuurd. - Roche: 0800/93 626 of www.accu-chek.be; - Ypsomed: 0800/29 415 of www.mylife-diabetescare.be.

“VRAAG EEN REISATTEST ZODAT JE VLOT VOORBIJ DE SECURITY OP DE LUCHTHAVEN GERAAKT.”

*NOODGEDWONGEN VAN POMP NAAR 4 INJECTIES?

Voorzie steeds ultrasnelle en ultratraagwerkende insuline onder de vorm van penfills of wegwerppennen als back-up. Bespreek voor je vakantie de procedure en het insulineschema voor overschakeling naar een 4-injectieschema met je arts en diabetesteam.

EEN KORTE TIJDSPANNE OVERBRUGGEN: Om de twee uur ultrasnelle insuline, namelijk Novorapid ® , Humalog ® , Apidra ® of Fiasp ® inspuiten met een insulinepen. De toe te dienen dosis is de hoeveelheid basale insuline die de voorbije twee uur niet kon worden toegediend met de pomp. Uiteraard te verhogen met je maaltijden en/of correctiebolus.

EEN LANGE TIJDSPANNE OVERBRUGGEN: Overschakelen naar een 4-injectieschema met drie keer ultrasnelle insuline, namelijk Novorapid ® , Humalog ® , Apidra ® of Fiasp ® en één keer ultratrage insuline, namelijk Lantus®, Levemir ® , Toujeo ® of Tresiba ®

De totale hoeveelheid basale insuline die je over 24 uur met je pomp toegediend krijgt, is de toe te dienen dosis ultratrage insuline (Lantus ® , Levemir ® , Toujeo ® of Tresiba ® ). De bolussen die je met de pomp geeft, dien je toe met een insulinepen met ultrasnelle insuline (Novorapid ® , Humalog ® , Apidra ® of Fiasp ® ).

WAT NEEM JE MEE?

• Pomp: - voldoende insuline en reservoirs of reeds voorgevulde ampullen (PumpCart); - voldoende reservoirs, leidingen, katheters, batterijen, inserter voor katheter; - ontsmettingsmiddel; - lijst van al je pompinstellingen: basaal, instellingen boluswizard/bolusadvies, meternummer. Noteer eveneens het nummer van je MiniLink, Guardian2Link of Guardian3Link bij gebruik van continue glucosemonitoring; - uitgebreide handleiding van je pomp; - noodprocedure bij technische defecten of katheterproblemen; - vakantiepomp.

• Vergeet niet het nodige materiaal mee te nemen om bij problemen over te schakelen op insulinepennen. Denk ook aan pennaaldjes!

• Continue glucosemonitoring: - inserter voor het aanprikken van de sensor; - voldoende sensoren en pleisters voor bevestiging; - zender Medtronic, Dexcom of Eversense; - oplader van MiniLink, Guardian2Link,

Guardian3Link, oplaadkabel Dexcom bij gebruik receiver of oplaadkabel zender

Eversense.

• Glucometer/Freestyle Libre: - voldoende sensoren en strips; - voldoende lancetten; - ketonenstrips; - oplaadkabel van je meter of scanner.

• Voldoende snelle en trage koolhydraten

• Contactgegevens van je diabetesteam

BAGAGE

• Wagen:

Voorzie voldoende drank, alsook snelle en trage koolhydraten. Je weet nooit met zekerheid hoelang je erover doet om je reisbestemming te bereiken. Probeer je insuline koel te houden (zie verder).

• Vliegtuig:

Neem al je insuline en strips of sensoren mee in je handbagage, alsook een deel van je pompmateriaal. Koffers raken immers al eens zoek of je vlucht kan vertraging oplopen. Stop nooit insuline in de koffers die je incheckt. Indien je meerdere koffers meeneemt of met meerdere personen reist, is het aangeraden je materiaal te spreiden. Zo beperk je de gevolgen indien bagage (tijdelijk) zoek geraakt. Voorzie voldoende snelle en trage koolhydraten.

Hou er rekening mee dat je geen drank kan meenemen in je handbagage tot je de security gepasseerd bent.

SECURITY

Het is aangeraden een reisattest op zak te hebben. Je insulinepomp, alsook je flashsensor (in gebruik) of continue glucosesensor zijn bestand tegen blootstelling aan metaaldetectoren en manuele scanners die gebruikt worden op de luchthaven. Bij controle via een bodyscan (soort RX-cabine), dien je de pomp en de zender van je continue glucosesensor af te koppelen. Deze zijn niet bestand tegen röntgenstraling.

OP HET VLIEGTUIG

Eenmaal aan boord dien je de verbinding tussen je pomp, meter en MiniLink, Guardian2Link of Guardian3Link van de continue glucosemonitoring uit te schakelen, omwille van internationale richtlijnen die toestellen verbieden welke gebruik maken van radiogolven of Bluetooth. Bij specifieke vragen hieromtrent kan je best het beleid van de vliegtuigmaatschappij bevragen.

• Paradigm Veo 754: CGM-functie uitschakelen en MiniLink loskoppelen van de sensor.

• Minimed 640G/670G: pomp in vliegtuigmodus plaatsen. Bij de Minimed 670 G is er geen automodus mogelijk als de pomp in vliegtuigmodus staat.

• Accu-Chek Combo: zet Bluetooth uit op zowel pomp als meter. Het toedienen van bolussen tijdens deze periode dient te gebeuren op de pomp.

• Accu-Chek Insight: zet je pomp en meter in vliegtuigmodus. Hierdoor wordt de

Bluetooth functie uitgeschakeld. Het toedienen van bolussen tijdens deze periode dient te gebeuren op de pomp.

• Mylife YpsoPump: zowel de pomp als de mylife App hebben de mogelijkheid om bluetooth uit te zetten.

REIZEN DOORHEEN TIJDSZONES

Met je pomp reizen doorheen tijdszones is gemakkelijk. Als je op het vliegtuig stapt of bij aankomst pas je het uur van de pomp naar de lokale tijd van de vakantiebestemming aan. Telkens je een maaltijd eet, tel of schat je de koolhydraten en geef je de overeenkomstige bolus. Tijdens het reizen en zeker als je alleen onderweg bent, is een voorzichtige inschatting (zeker geen overschatting) aan te raden.

BEWAREN VAN INSULINE

Je voorraad insuline wordt bij voorkeur bewaard tussen 2 en 8°C. Eens in gebruik en bewaard op kamertemperatuur, is insuline vier weken houdbaar. Het bewaren van insuline kan in een koeltasje (let op voor bevriezing tegen het koelelement), thermosfles (dagelijks spoelen met koud water) of Frio ® -tasje. Vervang bij hoge temperaturen sneller het insulinereservoir in je pomp (minstens om de drie dagen!) gezien bij blootstelling aan hoge temperaturen en direct zonlicht de werking van insuline afneemt! Vervang dadelijk de insuline in je pomp wanneer je ziet dat de insuline troebel wordt of verkleurt of indien je hogere glycemiewaarden meet die je minder goed naar beneden krijgt met een correctiebolus. Vul eventueel je reservoir maar voor de helft (zorg dat je voldoende reservoirs meeneemt). Vergeet niet om bij twijfel (onwel voelen, hoge glycemiewaarden, braken, enz) ketonen te meten! Bij erg koude temperaturen tijdens een skireis of op trekking op grote hoogte, stop je de pomp en je meetmateriaal best onder voldoende warme kledij, dicht tegen je lichaam. Temperaturen lager dan 5 graden en boven 40 graden worden best vermeden. De huidige pompen zijn getest tot een hoogte van 3000 meter. De mylife YpsoPump is getest tot een hoogte van 5500 meter. De pompen functioneren ook nog naar behoren boven die 3000 meter. Echter op deze hoogte is de atmosfeer dunner en dit kan effect hebben op de insuline (luchtbellen) en de druk in het reservoir.

TERUG THUIS

Wees voorzichtig met teststrips en sensoren (flashsensoren en continue glucosesensoren) die hoge of lage temperaturen trotseerden. Ook insuline die enkele uren zonder koeling werd bewaard, gooi je best weg. Vergeet je vakantiepomp niet in te leveren.

“VERVANG BIJ HOGE TEMPERATUREN SNELLER HET INSULINERESERVOIR IN JE POMP.”

NUTTIGE TIPS:

• Koppel de pomp gedurende max. twee uur af tijdens het zwemmen of op het strand. Controleer minstens om de twee uur je glycemie. Indien nodig koppel je de leiding terug aan en geef je een bolus. • Door transpiratie en frequent contact met water, bestaat de mogelijkheid dat de kleefpleister van de katheter of sensor minder lang kleeft. Voorzie voldoende voorraad.

Gebruik eventueel Cavilon ® -spray,

Conveen Prep Wipes, Skin Tac ®

Wipes of Tensospray ® voor extra kleefkracht. Ook een extra kleefverband (bijvoorbeeld

Tegaderm ® of Opsite ® ) of CureTape (kinesiotape) is een optie. • Let goed op de concentratie indien je insuline aankoopt in het buitenland. Alléén Novorapid ® ,

Humalog ® , Apidra® en Fiasp® aan 100E/ml mag je gebruiken voor je pompvullingen. • Bereid je reis goed voor en zoek op voorhand de merknamen van je insuline in het land van je bestemming op. Deze kunnen soms verschillen, zo heet Novorapid ® in de VS Novolog ® . • Let op de meeteenheid als je een nieuwe meter zou moeten aankopen in het buitenland. In België wordt gebruik gemaakt van mg/dl om je glycemiewaarde uit te drukken. In sommige landen, zoals Nederland en het Verenigd Koninkrijk wordt gemeten in mmol/l. Omrekening van mmol/l naar mg/dl doe je door te vermenigvuldigen met 18 (bijvoorbeeld: 5 mmol/l = 90 mg/dl).

Kies voor eenvoud.

mylife ™ YpsoPump ® – het intuïtieve insulinepompsysteem.

mylife ™ YpsoPump ® – de kleine insulinepomp met een touchscreen mylife ™ App – uitgebreide gegevens binnen handbereik Voorgevulde insulinepatroon – voor het snel en gemakkelijk vervangen van het patroon 1 Zelf te vullen mylife ™ YpsoPump ® Reservoir – voor insuline naar keuze mylife ™ YpsoPump ® Orbit ® -infuusset – voor meer bewegingsvrijheid mylife ™ Orbit ® Inserter – voor snel en veilig inbrengen van de infuusset 1 mylife ™ Software – therapiemanagement makkelijk gemaakt

mylife ™ App met boluscalulator: beschikbaar voor iOS en Android

1 Wetenschappelijke publicatie van de mylife ™ YpsoPump ® HomeUse onderzoeksresultaten: D. Waldenmaier, G. Freckmann et al., First User Experiences With a Novel

Touchscreen-Based Insulin Pump System in Daily Life (“Eerste gebruiksresultaten van een nieuw, aanraakschermgebaseerd insulinepompsysteem in het dagelijkse leven”), 2018 JDST Journal of Diabetes Science and Technology, 1–7, doi: 10.1177/1932296818785386.

Voor meer informatie bezoek www.mylife-diabetescare.be/nl/ypsopump

HIPPO & FRIENDS RICHT ZICH OP DE TOEKOMST!

In de VS hebben ze een teddybeer, Rufus, the Bear with Diabetes® en in België werd een nijlpaardknuffel, Hippo, ontwikkeld die kinderen met type 1 diabetes kan helpen om met hun ziekte om te gaan. Deze chronische autoimmuunziekte slaat willekeurig toe bij kinderen en jongvolwassenen die gewoon gezond leven. Ongeveer 50 000 Belgen hebben tegenwoordig type 1 diabetes en uit cijfers van het Belgisch Diabetes Register (BDR) blijkt dat er per jaar ongeveer 10 nieuwe type 1 patiënten jonger dan 40 jaar per 100 000 inwoners bij komen. Opvallend is dat type 1 diabetes op steeds jongere leeftijd wordt geconstateerd.

Alles wat je moet weten over Hippo, de nijlpaardknuffel met type 1 diabetes

Hippo zag het licht op 14 november 2008, werelddiabetesdag, toen bij de nu 22-jarige Maria diabetes werd vastgesteld. Haar mama Barbara Flamand ondervond dat de impact van deze ziekte heel zwaar werd onderschat, vooral bij jonge kinderen. Ze broedde op een plan om kinderen te helpen bij het leren omgaan met hun ziekte en hen goede priktechnieken en -hygiëne te leren. Een leuke en aangepaste knuffel leek haar hét hulpmiddel bij uitstek om de prikangst van kinderen te overwinnen. Barbara Flamand: “Ik heb lang gezocht naar een fijne manier om mijn dochter speels wegwijs te maken in de wereld van insuline en prikken: prikplaatsen leren kennen, priktechnieken onder de knie krijgen want enkel door toedienen van insuline kan een kind met type 1 diabetes normaal functioneren. Insuline is hun levenslijn. Het idee van Hippo is even later geboren. Hippo is een 45-cm grote nijlpaardknuffel met type 1 diabetes, die kinderen leert hoe en waar ze moeten prikken. De knuffel werd getooid in de kleuren van verkeerslichten, waardoor jonge kinderen duidelijk kunnen zien waar insuline het snelst wordt opgenomen, want de snelheid verschilt naargelang de injectieplaats: snelle opname via je buik (groen), minder snelle opname via je bovenarm (oranje) en trage opname via je dijen of bips (rood). Hippo heeft net als het kind met diabetes insuline nodig om te overleven en wordt op die manier een speciale knuffel! De naam is trouwens niet toevallig gekozen: Hippo komt van het Latijn ‘Hippopotamus’ wat nijlpaard betekent en klinkt als ‘hypo’, de benaming voor een abnormale daling van de bloedsuikerspiegel waardoor een persoon met diabetes onwel wordt. ”

Hippo heeft net als het kind met diabetes insuline nodig om te overleven en wordt op die manier een speciale knuffel!

Barbara Flamand

Hippo en het Hippo & Friends type 1 diabetesfonds

Zowel kinderen met diabetes als (groot)ouders en andere betrokkenen kunnen het prikken oefenen op Hippo. Dat het diertje een echte aanwinst is, bewees de steun van de KULeuven/UZLeuven en gereputeerde bedrijven als Ascentia Diabetes Care, het vroegere Bayer Diabetes Care, en tegenwoordig Abbott. De Kruishoutemse jeugdschrijver Marc De Bel is ere-peter van het Hippo & Friends type 1 diabetesfonds, dat momenteel eigenaar is van de Hippo knuffel. Dit fonds heeft enkele belangrijke pijlers: (1) het bewustzijn rond type 1 diabetes vergroten onder de algemene bevolking en de vele misverstanden rond deze ziekte aan te pakken; (2) de levenskwaliteit van personen met type 1 diabetes vergroten via projecten zoals DiaT1op dat drempels wil verlagen voor personen met diabetes om te sporten (3) het wetenschappelijk onderzoek naar preventie en genezing van type 1 diabetes te ondersteunen.

Aan het diabetescentrum van de KULeuven/UZLeuven onder leiding van prof. dr. Chantal Mathieu, prof. dr. Kristina Casteels en prof. dr. Pieter Gillard wordt naast basisonderzoek naar het ontstaan van de ziekte ook (pre)klinisch onderzoek verricht om de bekomen inzichten in nieuwe behandelingswijzen en preventieve evenals curatieve therapieën om te zetten. Een grote focus wordt gelegd op translationeel onderzoek dat de link maakt tussen ‘bench’ en ‘bedside’. Er zijn verschillende onderzoekslijnen o.a. het RNA- en eiwitonderzoek in menselijke cellen. Met dit onderzoek wil men nieuwe biomerkers vinden om type 1 diabetes sneller en beter op te sporen en op te volgen maar ook om deze chronische ziekte te voorkomen en te behandelen. Dit zijn ambitieuze doelstellingen, maar we gaan voor niets minder dan een wereld zonder type 1 diabetes. Daarnaast coördineert het KULeuven team INNODIA (www.innodia.com), één van de grootste Europese consortia die werken rond type 1 diabetes. Op

deze manier is er onmiddellijke beschikbaarheid aan menselijke stalen van patiënten en hun familiale bloedverwanten voor het translationeel onderzoek.

Hippo vandaag

Sinds 2019 werden met de financiële en logistieke hulp van Abbott Hippo knuffels aan alle kinderen in gans België die gediagnosticeerd werden met type 1 diabetes geschonken. Er werden tot nu toe al 264 knuffels verdeeld over de verschillende diabetesconventies. De knuffel was nog nooit zo populair.

Wil u meer weten over het Hippo & Friends type 1 diabetesfonds dan kan u de website van het fonds consulteren www.hippoandfriends.com.

U kan het onderzoek naar type 1 diabetes ook steunen door een vrije bijdrage te doneren.

U kan ons ook volgen via Facebook, Instagram en

Twitter!

Het flashglucosemonitoringsysteem

NU ONLINE BESCHIKBAAR U KUNT HET OOK HERONTDEK HET GEMAK VAN HET LEVEN.

Bestel de FreeStyle Libre op www.myFreeStyle.be

Raadpleeg onze veelgestelde vragen via de rubriek Help op FreeStyleLibre.be

VAKANTIE IN EIGEN TUIN OF LAND

Nu de coronamaatregelingen langzaam versoepelen hopen we allen toch nog een leuke zomer(vakantie) tegemoet te gaan. Iedereen zo snel mogelijk uit zijn/haar kot en de vlieger op? Dat zal zeker niet iedereen zien zitten. Vakantie beleven in eigen tuin of land hoeft zeker geen straf te zijn. Zeker niet met onze tips!

LIEN DIERCKX, PODOLOOG-DIABETESEDUCATOR KENNISCENTRUM – INFOLIJN, DIABETES LIGA VZW

BUITENCINEMA

Zin in een gezellig cinemabezoek maar doe je dit liever buiten, waar je de nodige afstand kan bewaren? Organiseer dan zelf je eigen bioscoop@home. Hang een wit doek op tegen je terras of tuinmuur, installeer een beamer, sluit hierop je laptop aan en selecteer je favoriete film. Maak het gezellig met een (gekleurd) lampensnoer, kussens en dekentjes. Nodig je (beperkte) bubbel vrienden of familie uit met een origineel zelfgemaakt bioscoopticket en voorzie enkele (koolhydraatarme) snacks. Ga voor zelfgemaakte popcorn zonder extra toegevoegde suiker (2 handen popcorn of 17 gram popcorn is 1 koolhydraatruilwaarde) of maak zelf je froyo-ijsje (frozen yoghurt) met zoetstof en vers fruit. Ook een handje notenmengeling (ongezouten), geroosterde kikkererwten (bv. uit ons kookboek: ‘Lekker koken met diabetes’ - shop.diabetes.be) of zelfgemaakte groentechips uit de oven zijn een lekker alternatief voor de anders vettige cinemasnacks. Tot slot: ook rauwe groentestaafjes geven een luid gekraak tijdens de film.

KAMPEER IN EIGEN TUIN

Kan je jaarlijkse (buitenlandse) kampeervakantie omwille van het coronavirus niet doorgaan? Geen probleem. Investeer je reisbudget en maak van je tuin of terras je ideale (zomer) bestemming. Zet samen met je gezin de tent op in je achtertuin of verplaats je caravan naar de tuin. ‘Costa del balkon’ of ‘Camping ’t Gazon’, here I come!

Ook in België kan in de zomermaanden het kwik hoog oplopen. Een verfrissende duik kan in dat geval verkoeling bieden. Zet samen met de kinderen een opblaasbaar zwembad op of investeer in een opblaasbare jacuzzi (met warmte-element). Zo kan je er ook gebruik van maken bij een zachte zomeravond of bij frissere temperaturen. Neem je liever een douche in plaats van een bad? Installeer dan zelf een buitendouche.

TIP: Voeg tropische planten toe of maak een douchewand uit tropisch hardhout en waan je op een idyllische bestemming.

Steek ’s avonds de vuurkorf aan, organiseer een heerlijke barbecue en het vakantiegevoel zal je snel tegemoet komen. Heb je zelf geen tuin ter beschikking? Misschien kan je bij een vriend of familielid terecht om een avond te kamperen in zijn/haar tuin?

MAG HET WAT AVONTUURLIJKER?

Om het avontuur op te zoeken hoef je niet ver te reizen. Ook in de Ardennen (Ardèche, Durbuy), de Schelde of op een meer kan je kajakken, windsurfen, een klimparcours ontdekken, speleologie uitproberen, mountainbiken of voor de echte waaghalzen, raften. Let op: Raften kan alleen doorgaan wanneer het waterpeil voldoende hoog is. Informeer je dus goed op voorhand.

VERBORGEN (HISTORISCHE) PARELS IN EIGEN LAND

Veel kleine ondernemingen lijden door de coronamaatregelingen een groot financieel verlies. Ze roepen dan ook massaal op om deze zomer de lokale handel te steunen. België heeft heel wat verborgen (historische) parels. Plan eens een dagje Hasselt in of ontdek de bruisende stad Leuven. Ben je slecht te been? Dit hoeft niet altijd ‘te voet’ te zijn! Zo worden er op de Mechelse of Kortrijkse binnenwateren rondvaarten georganiseerd. Bovendien is de kapitein aan boord je persoonlijke gids, die met veel plezier je kennis over de stad zal verruimen.

VIRGIN MANGO MOJITO

MAAK JE EIGEN LOUNGEBAR

Chillen kan je perfect in je eigen tuin. Maak van jouw tuinhuis een ‘zomerbar’ met lounge. Benodigdheden voor één (zit)gedeelte van de lounge: • 3 (euro)paletten; • schroeven; • schroevendraaier of boormachine; • weerbestendige verf/beits; • een ‘handige harry’.

Leg twee pallets op elkaar en bevestig deze met schroeven. Zet de derde pallet op de langste kant, loodrecht op de langste kant van de onderste paletten en bevestig opnieuw met schroeven. Voorzie jouw loungebank van een laagje weerbestendige verf of beits, zo kan hij ook de Belgische winters doorstaan. Maak je palletkussens zelf of koop ze in de winkel.

Benodigdheden voor 1 glas: 1/4 rijpe mango, in stukjes gesneden Scheutje (vers) limoensap 2 takjes munt Bruisend water IJsblokjes

• Doe de mango en de muntblaadjes in een groot glas. Gebruik de stamper om de blaadjes te kneuzen en deze samen met de mango tot een dikke pasta te ‘stampen’ (of mix dit even kort in de blender). • Voeg ijsblokjes toe en giet vervolgens het bruisend water in het glas. Voeg tot slot wat limoensap toe. • Proost!

LEMON MOCKTAIL

BEZOEK JE (ZELFGEMAAKTE) LOKALE GROETENMARKT

Bezoek je graag tijdens je zomerreis lokale marktjes waar je verse streekproducten kan kopen? Creëer zelf een plaats in je tuin of op je terras waar je jouw eigen kruiden en groenten kan laten groeien. Verse kruiden geven jouw gerechten meer smaak. Geen groene vingers? Geen nood, ook België telt heel wat (lokale) markten om te ontdekken.

TIP: Een takje rozemarijn of lavendel kunnen jouw alcoholvrije aperitief die extra ‘punch’ geven.

Benodigdheden voor 1 glas: 2 el citroensiroop 0% suiker (bv. Teisseire citroen-lemoen 0%) 2 schijfjes limoen Limoensap van ½ limoen 100 ml bruisend water 3 basilicumblaadjes Geschaafd ijs of ijsblokjes

• Doe de siroop, het limoensap en het bruisende water in een leuk glas. Meng kort even. • Kneus de basilicumblaadjes en voeg deze samen met de limoenschijfjes toe aan het glas. • Voeg tot slot voldoende ijs toe.

TOVER JOUW BADKAMER OM TOT EEN SPA-OORD

Vakantie is vooral genieten, maak dus in de vakantieperiode tijd voor jezelf. Dit kan onder andere door je badkamer te veranderen in een spa. Stel zelf een muzieklijst samen met relaxerende geluiden (bv. het geluid van de zee of een waterval). Word helemaal zen met enkele druppels etherische oliën in je bad. Zo kan je kiezen voor de typische ‘hammam’- geuren rozemarijn en eucalyptus. Heb je geen bad? Hang dan eucalyptustakken rond je douchekop. Maak gebruik van een scrubcrème • Schol!

of handschoen om de dode huidcellen te verwijderen. Verzorg je huid en haar met een voedend masker. Maak alvorens je het bad ingaat een grote kan water met verse kruiden en/of aromaten (komkommer-munt / citroenrozemarijn / limoen-pompelmoes) en blijf gehydrateerd!

TIP: laat kaarsen branden of steek wierook aan

GEEN LICHAAMSSCRUB IN HUIS? MAAK DEZE DAN ZELF.

Benodigdheden: • zout, suiker of koffiegruis (pas je hoeveelheid aan afhankelijk van hoe

‘korrelig’ je de scrub wenst) • olijf- of kokosolie • aromaten: honing, essentiële olie (bv. lavendelolie), limoenschil (geraspt) … Meng door elkaar en bewaar (maximum 1 week) in de ijskast.

TIPS VOOR TIJDENS JE VAKANTIE

• Insuline in gebruik bewaar je best op kamertemperatuur. Insuline is gevoelig aan hoge temperaturen en kan bij (langdurige) bloostelling aan de zon, zijn werking verliezen.

Voorzie een koeltasje (Frio – shop.diabetes.be) om je insulinepomp of insulinepen te bewaren op een veilige temperatuur wanneer je een daguitstap inplant.

• Drink bij hoge temperaturen en/of inspanning voldoende water.

• Ben je van plan om te klussen? Pas dan indien nodig je dosis insuline aan. Ook bij het tuinieren, verbruik je heel wat energie.

• Bescherm je handen (met werkhandschoenen) en voeten met degelijke schoenen wanneer je tuiniert of klust en vermijd zo wondjes.

• Een sensor kan door warmere temperaturen en extra zweetproductie sneller loskomen.

Een ‘kleefdoekje’ dat je gebruikt voor het aanbrengen van de sensor vergroot de kleefkracht tussen sensor en huid. Ook een extra pleister kan raadzaam zijn (zie bv. shop.diabetes.be)

This article is from: