VMT food 1 (2014)

De nieuwe Krachtpatser onder de snijmachines

De nieuwe Krachtpatser onder de snijmachines

• 25 HP (19kW) motor voor maximale capaciteit.

• Precisie snijden vanaf 3,2mm blokjes en groter

• Zie de AFFINITY diashow voor meer informatie: http://nl.urschel.com/NieuweGroteBlokjessnijmachine.html

URSCHEL

Hygiënische, Heavy Duty Vlees Snijders

Het betrouwbare werkpaard

M6

• Flexibel inzetbare blok-, reep en plaksnijder, ook voor draadjesvlees vezelen

• Bezoek de URSCHEL website voor meer informatie.

Urschel International, Ltd. http://nl.urschel.com • Tel: +31-343-575454 netherlands@urschel.com

® Urschel is a registered trademark of Urschel Laboratories, Inc. U.S.A. ™AFFINITY trademark pending.

• 25 HP (19kW) motor voor maximale capaciteit

• Precisie snijden vanaf 3,2mm blokjes en groter

• Zie de AFFINITY diashow voor meer informatie: http://nl.urschel.com/NieuweGroteBlokjessnijmachine.html

URSCHEL

Hygiënische, Heavy Duty Kaas Snijders

Het betrouwbare werkpaard

CC-DL

• Flexibel inzetbare snij- en r hine voor vele verschillende snits

• Bezoek de URSCHEL website voor meer informatie.

Urschel International Limited http://nl.urschel.com • Tel: +31-343-575454

netherlands@urschel.com

VMT Food gaat Vlaams

Voor u ligt de eerste uitgave van het nieuwe vakblad VMT Food. Met dit magazine brengen we nieuwsfeiten en achtergrondinformatie over onderwerpen die belangrijk zijn voor het economisch succes van de voedingsindustrie, zowel nationaal als internationaal. Juist met die verdieping wil VMT Food complementair zijn en zich onderscheiden. De artikelen zijn onafhankelijk geschreven en belichten de agrifoodketen, de voortbrenging, verwerking, distributie, afzet van voedingsproducten. Vanuit het perspectief van de voedingsindustrie haakt VMT Food verder in op onderwerpen als toelevering van grondstoffen, machines en (analyse)apparatuur en onderzoek. VMT Food onderscheidt zich ook in een tweede opzicht. Zo focust het zich niet uitsluitend op het magazine, maar ventileert het ook informatie via multimediale kanalen. Behoudens het magazine verspreidt VMT Food informatie via de website, de digitale nieuwsbrief en sociale media als LinkedIn en Twitter. Volg het nieuws dagelijks op www.vmtfood.be of abonneer u via de site op de gratis wekelijkse nieuwsbrief. U kunt ons ook volgen via Twitter @VMTfood of lid worden van de VMTFood groep op LinkedIn. Blijft de vraag: waarom een VMT-uitgave specifi ek voor Vlaanderen terwijl globalisatie de trend is? In Vlaanderen valt op het gebied van de voedingsindustrie een enorme vooruitstrevendheid en innovatiegerichtheid te noteren. Er is heel veel gaande dat vaak specifi ek is voor de voedingsindustrie in België. Dit in beeld brengen vereist een eigen multimediaal podium dat specifi ek voor directie en management deze ontwikkelingen belicht op het gebied van quality assurance, productie, marketing en sales, inkoop, R&D en productontwikkeling. Daarbij is de blik niet naar binnen gericht. Integendeel. Met VMT Food bieden wij een platform dat bijdraagt aan het naar een nog hoger niveau tillen van onze industrie met de blik op de toekomst én zowel op binnen- als buitenland.

10.

Op weg naar nieuw energieconvenant met overheid

Carina Grijspaardt-Vink Hoofdredacteur VMT Food, c.grijspaardt@ mybusinessmedia.nl

Cover: Lotus Bakeries

30. ‘Bloom’ praline extern ontwikkeld . . . . . . . . . . . . . . . . . .

34. Innovatieve pasteurisatietechnieken bieden perspectief . .

16 Investeringen 10% gedaald in 2013

33 Bedrijf in beeld: KTBA België Duurzaamheid & MVO 26

Juichen en waakzaam blijven

De voedingsindustrie heeft alle redenen om content en trots te zijn. Zij is de grootste industrie van het land. Omzet, export en werkgelegenheid groeien. In 2013 was de omzet €48,2 miljard. Dat is €600 miljoen minder dan gehoopt, maar nog altijd een groei van 1,5%. De uitvoer van voeding steeg met 2,2%, waardoor het handelsoverschot €3,3 miljard bedroeg. Last but not least groeide de werkgelegenheid met 0,5% tot 73.157 VTE’s. De productkwaliteit in combinatie met vakbekwaamheid van de voedingsindustrie en het innovatievermogen dragen bij aan dit succes. Belgische producten genieten wereldfaam. In vergelijking met de buurlanden loopt onze industrie aan de spits op innovatief vlak. En dit zowel met productinnovatie als procesinnovatie.

In deze editie van VMT Food leggen twee ondernemers uit de chocolade- en brouwerijsector het belang van innovatie uit. Zij benadrukken de noodzaak van fi nanciële ruimte voor duurzaam ondernemen en subsidies voor innovatieve productontwikkeling. In 2013 daalden de investeringen door voedingsbedrijven met 10%.De ambitieuze groeiprognose van €48,8 miljard omzet werd niet gehaald.

2014 is het jaar van de tweesprong. De sector zit geprangd tussen stagnatie en groei. Ondernemers kiezen voor groei. Maar dat heb je nooit in de hand. Om te groeien zijn volgens Fevia steunmaatregelen nodig op het gebied van kostencompetitiviteit, arbeidsmarkt en innovatie. De energiekosten moeten voor de kleine maar intensieve energieverbruikers naar omlaag. De loonkostenhandicap zou ten opzichte van de buurlanden moeten halveren. Vermindering van de administratie bij O&O-projecten staat ook op het verlanglijstje. De sector boert goed, maar is er nog niet!

10 jaar Vlaams Streekproductlabel

De licentiehouders en sympathisanten van streekproducten vierden onlangs de tiende verjaardag van het Vlaams label voor traditionele streekproducten in het Groot Vleeshuis in Gent. Het Steunpunt Streekproducten zette bij die gelegenheid de vijf criteria – traditie, ambacht, streekgebonden, faam en lokale ingrediënten – in de kijker door vijf streektradities te huldigen. De gelauwerde producten waren: Rodenbach van Brouwerij Rodenbach; West-Hagelandse zwarte pensen van Beenhouwerij Vangramberen, West-Vlaamse lukken van Jules Destrooper, Grondwitloof uit de Denderstreek (2004) en Westhoek hoeveboter.

Rodenbach innoveert

Na maandenlange research en ontwikkeling zijn de brouwers van Brouwerij Rodenbach fier om hun jongste telg Rodenbach Rosso voor te stellen. Het gaat om een authentiek, licht verteerbaar, zuurzoet verfrissend bier. Het wordt gebrouwen op basis van 2-jarig, op eikenhouten foeders gerijpt, Rodenbach gemengd met jonge Rodenbach. Het brouwsel ondergaat daarna deels een maceratie met veenbessen, frambozen en zure krieken en wordt verder aangevuld met het natuurlijk sap van deze rode vruchten. De frisfruitige smaak dankt het zomerbier vooral aan de zorgvuldig gekozen cocktail van vruchten en het op hout gerijpte bier.

www rodenbach be

The Insect Cookbook wint internationale prijs

The Insect Cookbook – Food for a Sustainable Planet van Arnold van Huis, Henk van Gurp en Marcel Dicke heeft de eerste prijs gewonnen op het 2014 Green Book Festival in San Francisco in de categorie kookboeken. De prijs laat zien dat de boodschap van de Wageningse auteurs internationaal doorbreekt. The Insect Cookbook schetst het nut en de noodzaak van insecten als duurzame eiwitbron van de toekomst. Naast de talrijke fraai geïllustreerde recepten bevat het boek interviews met invloedrijke personen. Zo beschrijft topchef René Redzepi van Noma – het beste restaurant ter wereld – hoe belangrijk insecten voor hem zijn om nieuwe smaken aan zijn keuken toe te voegen. Voormalig secretaris-generaal van de Verenigde Naties, Kofi Annan benadrukt het belang van onderwijs en voorlichting om mensen in het westen kennis te laten maken met deze voedselbron. Topeconoom Herman Wijffels beschrijft de betekenis van insecten als eiwitbron voor een circulaire economie.

Vinçotte neemt ISACert/NAK

AGRO over

Het Belgische bedrijf Vinçotte heeft het Nederlandse ISACert/NAK AGRO overgenomen. De nieuwe onderneming gaat verder onder de naam Vinçotte ISACert Nederland. Vinçotte, met ook een vestiging in Nederland, vertegenwoordigt ISACert al in België en Frankrijk. Het bedrijf heeft de ambitie om zijn dienstverlening in de agrofoodsector verder uit te breiden en zal ISACert/NAK AGRO de ondersteuning bieden om haar positie verder uit te bouwen in Nederland en via het internationale ISACert netwerk wereldwijd.

FEVIA stimuleert innovatie op scholen

o m innovatie te stimuleren en om jongeren in dit proces te betrekken, organiseren fevia en fevia v laanderen al vijf jaar lang jaarlijks twee wedstrijden met betrekking tot voedingsinnovatie. d it jaar namen negen teams uit het secundair onderwijs deel aan ‘ trofee v laanderen’. twaalf teams uit het hoger onderwijs, waarvan zeven uit v laanderen en Brussel, waagden hun kans bij ‘ ecotrophelia’.

Een team van de Gentse Universiteit en de Gentse Hogeschool sleepte met het dessertbier Beer4Dreams de FEVIA Ecotrophelia prijs in de wacht. De heerlijke alcoholische drank is net als koffie bijzonder geschikt als dessertdrank. Het innovatieve karakter, het duurzaam gebruik, de valorisatie van nevenstromen en het ijzersterke marketingdossier overtuigde de jury.

De Trofee Vlaanderen ging naar Speculeux, het product van het team van het Onze-Lieve-Vrouw Instituut uit Zele. Het gaat om een heerlijke mœlleux met speculaassmaak. Het product zelf bestaat uit twee spuitzakken, de ene gevuld met witte chocoladevulling, de andere met speculaasdeeg. De consument kan zelf de grootte van het gebak bepalen voor het nog even de oven in moet. Het product kan diepgevroren worden en heeft zo een lange houdbaarheidstermijn. Chris Moris, algemeen directeur Fevia: “Met hun kenmerkend creatief enthousiasme bedenken de studenten steeds weer originele voedingsproducten die duurzaamheid koppelen aan de vereiste technische en wettelijke aspecten van productontwikkeling.”

Wekelijkse nieuwsbrief VMT Food

Naast dit magazine, brengt VMT Food wekelijks een elektronische nieuwsbrief met alle ontwikkelingen in de voedingsindustrie. Wilt u op de hoogte worden gesteld van het laatste nieuws? Meldt u zich dan nu aan om wekelijks de gratis VMT Food Nieuwsbrief te ontvangen.

wwwvmtnl/nieuwsbrief

HIB: Handmade in Belgium

UNIZO Internationaal spant zich in om onder meer Belgische ambachtelijke voedingsproducten te promoten via het HIB-label. Het Handmade in Belgium-label biedt de consument de garantie dat de ondernemer authentieke ambachtelijke en kwalitatieve producten aanbiedt. Om de community van HIB’ers samen te brengen worden netwerkactiviteiten, infosessies en opleidingen georganiseerd. De eerste netwerkactiviteit vindt plaats op donderdag 5 juni in Antwerpen.

www handmadeinbelgium com

AH ondertekent Gedragscode

De Nederlandse supermarktketen Albert Heijn ondertekende de Belgische gedragscode voor faire relaties tussen aanbieders en kopers in de agrovoedingsketen. De ondertekening van de gedragscode komt er na overleg met Vlaams minister-president Kris Peeters. Dat overleg was er gekomen na kritiek van de Boerenbond en andere landbouworganisaties op de prijzenpolitiek van Albert Heijn. Boerenbond is tevreden met deze ondertekening, een eerste stap om economische duurzaamheid in de keten waar te maken. Boerenbond zet alvast de prijzenpolitiek van Albert Heijn op de agenda van het eerstvolgende ketenoverleg.

www boerenbond be

Flanders’ FOOD 3.0 van start

De Vlaamse regering heeft goedkeuring gegeven aan de financiële ondersteuning van Flanders’ FOOD 3.0. De goede werking in de eerste en de tweede periode en de massieve ondersteuning van Vlaamse voedingsbedrijven was hierbij van cruciaal belang. In de nieuwe periode 2014-2017 blijft het innovatieplatform de overheidssubsidies inzetten voor toepassingsgerichte samenwerkingsprojecten tussen bedrijven en wetenschappers, het oplossen van innovatieproblemen, het inrichten van opleidingen, studiedagen en het organiseren van netwerken. Flanders’ FOOD 3.0 wordt op 12 juni tijdens de ledenvergadering toegelicht (zie ook Agenda, pag. 39).

Voedselketen legt gezamenlijk memorandum voor

De voedselketen heeft voor het eerst een gezamenlijk memorandum voorgelegd aan de politici. De keten vraagt de beleidsmakers zich voor de volle honderd procent te engageren om de groeistrategie te blijven faciliteren. Zo vragen ABS, Bemefa, Boerenbond, Comeos, Fevia, FWA, UCM en Unizo onder meer stimulering van innovatie en O&O en een oorsprongsetikettering die de nettoexportpositie niet ondermijnt. Verder wordt gepleit voor de promotie van een gebalanceerde levensstijl in plaats van discriminerende gezondheidstaksen. Voor een verdere verduurzaming van het landbouw- en voedingssysteem vragen de verschillende organisaties de nodige financiële ondersteuning. Ook willen ze overleg om voedselverliezen te vermijden.

NetGrow Toolbox moet innovatie stimuleren

Tijdens de NetGrow Network Learning Day in Brussel presenteerde het NetGrow-project de NetGrow Toolbox – Tools for open innovation in the food industry. Het project vindt plaats in het kader van het European 7th Framework Programme (FP7). De tool werd ontwikkeld om KMO’s-voedingsbedrijven op weg naar succesvolle innovaties te helpen door middel van strategisch netwerken. Prof. Xavier Gellynck van UGent is coördinator van het project. Bedrijven in de Europese agrifoodsector die hun innovatiekracht en concurrentievermogen willen versterken, halen via open innovatie door samenwerken in netwerken optimaal resultaat. Gellynck zegt over de voordelen van de tool: “Veel voedingsbedrijven zien het bos door de bomen niet meer, gelet op het ruime aanbod van allerhande netwerken voor innovatie die als paddenstoelen uit te grond schieten. De NetGrow Toolbox geeft voorbeelden van hoe actieve deelname aan netwerken voedingsbedrijven heeft geholpen van de start (idee) tot de succesvolle marktintroductie. Daarnaast helpt de toolbox bedrijven om hun innovatienoden duidelijk te identificeren en te koppelen aan het juiste netwerk. Ten slotte wordt aangegeven hoe bedrijven het efficiëntst voordeel uit netwerken kunnen halen.”

Bioweek zet de deuren open

Dertien Vlaamse ambassadeurs-ondernemers uit de biosector nodigen tijdens de Bioweek van 7 tot 15 juni, het grote publiek uit om de meerwaarde van bio te ontdekken. En zij niet alleen. In heel Vlaanderen is er die week keuze uit ruim 100 open dagen en activiteiten op bioboerderijen, verwerkende bedrijven en winkels.

www biomijnnatuur be/over_bioweek

Halvering antibioticagebruik tegen 2020

Het totale antibioticumgebruik bij dieren halveren tegen 2020 en op termijn volledig komaf maken met onnodig gebruik van antibiotica in de diergeneeskunde, is de hooggegrepen ambitie waar de veehouderij in ons land zich – zonder dictaat van de overheid – achter schaart. Het kenniscentrum AMCRA vertolkt met zijn plan voor 2020 de visie van de landbouworganisaties, de mengvoederindustrie, de dierenartsen, de geneesmiddelenfabrikanten en de wetenschap.

Koe als groepsaankoop

Er is een nieuwe vorm van groepsaankopen: samen een koe kopen of liever het vlees ervan. Als er voldoende geïnteresseerden zijn om online een deel van een rund te kopen, dan wordt het dier geslacht en het vlees aan huis geleverd. “Steeds meer mensen zijn zich bewust van de noodzaak om op een duurzame manier met onze vleesconsumptie om te gaan”, weet David De Keyser, initiatiefnemer van www.deeleenkoe.be. De organisatie Deel een koe werkt daarvoor samen met een West-Vlaamse kweker van Belgisch wit-blauw vleesvee.

Tien Flanders’

FOOD-projecten gaan door

Tien onderzoeksprojecten, die medio maart, werden voorgesteld, gaan door naar de volgende ronde in de Flanders’ FOOD oproep 2014. Uiterlijk eind juni worden de finale versies, waar nu volop aan wordt gewerkt, naar IWT verstuurd voor een evaluatie. Het gaat om de volgende projecten:

• Antifung (UGent): Innovatief gebruik van antifungale culturen in de voedingssector;

• BioFenEx (UGent): Verhoogde vrijstelling van fenolische componenten uit plantaardige verliesstromen via enzymgemedieerde extracties en bepaling van hun bioactiviteit in modelsystemen;

• Entomofood (KULeuven): Toepasbaarheid van eetbare insecten in Westerse voedingsproducten;

• Finesweet (UGent): Functionaliteit van natuurlijke bulkstoffen in combinatie met nieuwe natuurlijke zoetstoffen in zoetwaren;

• GLUeLESS (KU Leuven): De rol van de verschillende ingrediënten in de kwaliteitsbepaling van glutenvrij brood;

• Innodry (ILVO): Refractance windowdrogen van plantaardige en dierlijke stromen: optimalisatie van de voorbehandeling, droogproces en evalueren van toepassingen.

• Liquismoke (KU Leuven): Het gebruik van rookcondensaten als veilig en duurzaam alternatief voor traditioneel roken van vleeswaren;

• Psychrolab (UGent): Snel groeiende, psychrotrofe, bederfveroorzakende melkzuurbacteriën in koel bewaarde voedingsproducten leiden tot sterke verkorting van de microbiële houdbaarheid;

• Redumold (UGent): Opzet en validatie van goede praktijkrichtlijnen voor de reductie van schimmelcontaminatie van voedingsmiddelen;

• Rekia (Inagro): Residuarme kiemremming in aardappelen.

Bedrijven kunnen zich nog steeds bij Flanders’ FOOD aanmelden voor deelname aan de projecten.

Barry Callebaut mag claim uitbreiden

Herman Diricks

Herman d iricks (foto) is de nieuwe gedelegeerd bestuurder van het voedselagentschap. i n 1983 behaalde hij aan de Gentse universiteit het diploma ingenieur in de scheikunde en de landbouwindustrieën. Hij is sinds juli 2002 werkzaam bij het favv, waar hij begon als directeur-generaal a lgemene d iensten. i n 2006 werd hij directeur-generaal Controlebeleid.

De EFSA reageerde in een wetenschappelijk advies positief op het verzoek van Barry Callebaut om een bestaande gezondheidsclaim uit te mogen breiden naar producten met hoge concentraties cacao flavanolen. Het gaat dan om bijvoorbeeld voedingssupplementen en nutraceuticals.

De positieve evaluatie is op 5 mei 2014 officieel gepubliceerd. In september 2013 kreeg het bedrijf al voor cacaodranken (met cacaopoeder) en donkere chocolade van de EU toestemming voor het gebruik van de gezondheidsclaim “Flavanolen ondersteunen de elasticiteit van de bloedvaten, wat bijdraagt aan een normale bloedstroom”.

Averbode brood, kaas en bier!

Abdij van Averbode verkoopt sinds kort Averbode brood, kaas en bier. De norbertijnengemeenschap maakte bewust producentenkeuzes. La Lorraine Bakery Group werd gekozen als partner om het nieuwe abdijbrood van Averbode te maken. Net zoals de abdij draagt de bakkerijgroep authenticiteit en traditie hoog in het vaandel. Het bier brouwt brouwerij Huyghe. Deze familiebrouwerij is de enige brouwer in België die een bier in zijn gamma heeft dat zowel het fairtrade, glutenvrij als biologisch label kreeg. Verder zijn alle recente investeringen bij de brouwerij er op gericht om de ecologische voetafdruk bij het productieproces te blijven verlagen. Belgomilk produceert en brengt de abdijkaas op de markt. Samenwerken is een basisprincipe dat zowel eigen is aan een zuivelcoöperatie als aan een abdij. Averbode zal ook toetreden tot de zuivelcoöperatie Milcobel en op die manier zelf een duurzame bijdrage leveren aan de creatie van Averbode abdijkaas.

wwwabdijaverbodebe

Wim Van Camp w im van Camp (foto) is door u Gent aangesteld als de nieuwe general manager van de dienst techtransfer. van Camp behaalde een doctoraat plantenbiotechnologie aan deze universiteit en een m B a van de v lerick leuven Gent m anagement s chool. s inds 2012 was hij managing director bij Crop d esign.

Belgen zijn grote snoepers

De Belgen snoepen steeds meer, zo becijferde het Studiecentrum voor Snacks en Zoetwaren Benelux (SSZ).

In 2003 werd er in België nog maar €1,2 miljard uitgegeven aan snacks en zoetwaren. Vorig jaar was dat bijna €2,1 miljard, ofwel 90% meer. De inflatie speelt hierbij een beperkte rol. Vooral chips, nootjes, biscuits en cake gingen vlot naar binnen. Bij de zoute snacks gaat het om een stijging van 4,7 procent (van €362 naar €382 miljoen euro), bij biscuits en patisserie om een stijging van 4,5 procent (van €666 naar €696 miljoen euro). Het meeste geld gaven de Belgen uit aan chocolade, namelijk €700 miljoen. In 2012 was dit nog €4 miljoen meer. Ook de kauwgom en de echte snoepjes, zoals zure beertjes, waren vorig jaar iets minder populair: de inkomsten daalden van €376 naar €374 miljoen.

f oto: Barry Callebaut

Geen volumes, wel kwaliteit en finesse

na het succes van het zoutreductieplan is de voedingsindustrie opnieuw in bespreking met de overheid om een convenant af te sluiten, maar nu over de energiewaarde van onze voeding. de voedingssectoren presenteren alvast tegen eind juni hun productontwikkelingsmogelijkheden. op basis daarvan volgen in het najaar de afspraken over de doelstellingen, aanpak en nodige voorwaarden.

Chris Moris (directeur-generaal Fevia), Bernard Deryckere (ceo Alpro en voorzitter

Fevia Federaal) en Jan Vander Stichele (executive director Lotus Bakeries en voorzitter

Fevia Vlaanderen) benadrukken het belang van een proactieve houding van de voedingsindustrie, overleg met de overheid en een stapsgewijze aanpak van de uitdagingen in de voedingsindustrie.

Voor hij dit toelicht, blikt Moris terug op het zoutconvenant dat gezien het succes model staat voor het nog af te sluiten energieconvenant. “In 2008 hebben we minister Onkelinx gezegd dat we ons bewust zijn van de overconsumptie van zout, niet alleen via de consumptie van verwerkte producten, maar ook door gebruik van zout in huishoudens. Afgesproken werd dat de industrie haar verantwoordelijkheid neemt om stapsgewijs het zoutgehalte te verminderen. Voorwaarde was wel dat de overheid het wettelijk kader aanpast, zodat zoutalternatieven gebruikt kunnen worden. Daarnaast hebben we de minister ook gevraagd dat de overheid de consument sensibiliseert om minder zout te gebruiken. We wilden voorkomen dat de consument het zout dat wij uit onze producten weglaten, weer gaat toevoegen.”

het suikergehalte in alpro daalde en er kwamen verschillende verpakkingsgroottes.

-7,5% tot -20%) is de verlaging aanzienlijk. Consumentenorganisatie Test-Aankoop heeft in januari van dit jaar de inspanningen van de voedingsindustrie bevestigd, maar ook gewezen op lacunes. Of de zoutinname werkelijk gedaald is, zal nog moeten blijken op basis van urinetesten. Door het zoutgehalte in voedingsmiddelen geleidelijk aan te verlagen proeft de consument dit nauwelijks. Moris: “Zo wordt niet alleen voorkomen dat de consument zelf zout gaat toevoegen, maar ook dat consumenten producten met meer zout in het buitenland gaan kopen. Een Europese coördinatie is in dit opzicht belangrijk.”

Energiewaarde

“Het heeft geen zin een bestanddeel, suiker of vet te diaboliseren om het probleem van overgewicht en obesitas aan te pakken”, zegt Moris over het nog te sluiten convenant. Het gevaar is bovendien groot dat een bestanddeel gewoon wordt vervangen door een ander bestanddeel met misschien evenveel energie of zelfs meer. “Wij geloven in een balans tussen energieinname en energieverbruik door voldoende lichaamsbeweging.”

Strategie werkt

Moris is evenals de beide voorzitters vol lof over de zoutverminderingsresultaten binnen de verschillende voedingssectoren, die bevestigen dat de strategie van de Belgische voedingsindustrie goed werkt. “Dit tot genoegdoening van de minister”, weet de directeurgeneraal van Fevia. “In september 2013 werden de resultaten van een monitoring publiek gemaakt. Vooral in vleesproducten (van -16% tot -36%), diverse broodsoorten (-22%), soepen in poedervorm (-17%), bereide maaltijden (-15% tot -29%) en in kazen (van

Binnen dit kader is de voedingsindustrie onder andere bereid om door productontwikkeling de hoeveelheid vet en suiker in producten te verminderen, weet Moris. Hij komt wel met een paar voorwaarden. De industrie zal nooit inleveren op de smaak en de kwaliteit van haar producten. Verder vindt Fevia ook dat de producten die nu op de markt zijn, gewoon in het schap moeten blijven. Moris: “Van belang is dat de overheid het wetgevend kader voor productinnovatie verbetert en aanpast aan de noden van de industrie.” Deze hebben vooral te maken met de productnaam en de productspecificaties. Voorbeelden: wettelijk gezien moet boter 80% vet bevatten anders mag het geen boter heten, hetzelfde geldt voor

Foto: Alpro

mayonaise, dat in Nederland maar 70% vet mag bevatten. Chocolade zonder suiker is geen chocolade, maar heet cacaofantasie.

De val van light

Voor Fevia weegt zwaar dat de industrie niet in de val trapt van de lightproducten. Moris: “Het gevaar van deze producten is dat deze de consument bevestigen in zijn slechte voedingsgewoonten. Hij denkt dat hij van lightproducten zo veel mag eten als hij wil en dan heeft hij vanuit voedingskundig oogpunt eigenlijk niets gewonnen. Hetzelfde geldt voor de voedingsindustrie. “Ook onze productontwikkelingsinspanningen zijn dan verloren moeite.”

Jan Vander Stichele, executive director van Lotus Bakeries en voorzitter van Fevia Vlaanderen, voegt hieraan toe dat natuurlijk ook de portiegrootte – “de grootte van de koekjes” – van belang is voor de energie-inname. “Binnen ons bedrijf zien we dit als een belangrijke innovatie, waar ook andere bedrijven steeds meer naar kijken binnen hun productportfolio.” Tegelijkertijd gaat het er eveneens om dat bedrijven voor de juiste verpakkingen kiezen, afgestemd op het gebruiksmoment en -plaats. Grote verpakkingen zijn handig voor thuisgebruik, kleinere verpakkingen voor onderweg of voor de foodservice of horeca.

“We geloven in een holistische benadering van product en verpakkingen”, vat Moris de strategische keuze van de Belgische voedingsindustrie in één zin samen. “Met de ontwikkeling van

De industrie aan het woord

Minder suiker

“Het suikergehalte in onze sojadrinks (3 gram/100 gram) is de afgelopen jaren stapsgewijze verder verminderd”, weet Bernard Deryckere, ceo van Alpro. “Door dit geleidelijk te doen, merkt de consument hier weinig van.” Daarnaast verkoopt het bedrijf producten in verschillende groottes kartonverpakkingen.

Portiegrootte en kwaliteit

“Wij focussen ons op portiegroottes en de kwaliteit van onze producten”, legt Jan Vander Stichele, executive director van Lotus Bakeries, uit. “Wij mogen geen stevia als suikervervanging gebruiken, omdat de EU dit heeft verboden.”

Voor een aantal producten, zoals speculoos, is suiker een essentieel ingrediënt omdat het karamelisatieproces voor de unieke smaak zorgt.

een product met alleen minder suiker is het probleem van overgewicht niet opgelost.”

Marketing

De reclameslogan van de brouwerijsector ‘Bier met liefde gebrouwen, drink je met verstand’ zou volgens Fevia de voedingsindustrie kunnen inspireren in de marketing van hun hergeformuleerde producten met minder suiker en vet. In een dalende biermarkt ontwikkelen brouwers steeds meer onderscheidende speciaalbieren, die het dankzij de hogere marge en de innovatie heel goed doen in de Belgische en internationale markt. Moris: “Onze toekomst ligt niet in het volume van de producten, maar in de kwaliteit en de finesse die we leveren. Als we daar in innoveren en aan de top staan, gaan we een hele mooie toekomst tegemoet.”

Ketenaanpak

Het is evident dat opnieuw nauw wordt samengewerkt met de distributie- en handelssector, vertegenwoordigd door Comeos en Horeca Vlaanderen, Horeca Wallonië en Horeca Brussel. Moris: “We kijken met veel jaloezie naar Nederland, waar de bevoegde minister van volksgezondheid alle partijen rond de tafel roept en afspreekt wie wat doet. We zijn hiervoor ook vragende partij, maar we zitten met de verdeling van verschillende bevoegdheden tussen België en de gemeenschappen, wat de zaak een stuk complexer maakt. Zo zijn de productnormen en de productdefinities een federale bevoegdheid. Sensibilisering van het publiek is preventie en dus een bevoegdheid van de gemeenschappen. Denk bijvoorbeeld aan de campagne ‘Goed in je vel, dat voelt beter’ van de Vlaamse overheid.”

voor een aantal producten, zoals speculoos, is suiker een essentieel ingrediënt.

Foto: Lotus Bakeries

• Yves De Groote •

Weegprecisie werpt vruchten af

Met onze in-line weegtechnologie gaat u voor zekerheid: u beschermt uw klanten en merkreputatie en maximaliseert tegelijkertijd uw winst. Of het nu gaat om toekomstgerichte technische oplossingen op maat voor uw productielijn, het inregelen van afvulprocessen, end-of-line controle of de traceerbaarheid van uw producten…wij helpen u graag!

Ervaringen 10 jaar meldingsplicht

het meldingssysteem van het FaVV werkt. Voedselveiligheidsproblemen worden zo goed mogelijk voorkomen. alleen de uitvoering van de recalls door sommige grote winkelketens vraagt nog wel eens aandacht. woordvoerster lieve Busschots vertelt over de ervaringen van het voedselveiligheidsagentschap tien jaar na de introductie.

“Tot op heden deden zich nog geen noemenswaardige problemen met het meldingssysteem voor”, stelt FAVV-woordvoerster Lieve Busschots over de hele lijn tevreden vast. Tien jaar geleden werd de meldingsplicht geïntroduceerd. Die omvat de verplichting voor elke exploitant in de voedselketen om onmiddellijk het FAVV in te lichten wanneer hij van oordeel is of redenen heeft te denken dat een product dat hij heeft geproduceerd, geteeld, gekweekt, bewerkt, gefabriceerd of verhandeld schadelijk kan zijn voor de gezondheid van de mens, het dier of de plant. Tijdens de inspecties bij bedrijven besteedt FAVV hier extra aandacht aan. Busschots:

“Controleurs van het

FAVV gaan na of operatoren uit de voedselketen weten in welke

gevallen de meldingsplicht van toepassing is, of zij weten hoe deze melding dient te gebeuren en of er een recallprocedure aanwezig is. Indien er in het verleden reeds reden was voor een melding, wordt geverifieerd of deze correct is gebeurd en de eventuele recall correct is

uitgevoerd.” Om de operatoren te ondersteunen, stelde FAVV checklists op.

Situatie in verschillende sectoren

In de primaire sector worden niet-conforme resultaten vaak gemeld door de laboratoria, bijvoorbeeld voor dierziektes, vermits zij ook meldingsplicht hebben. De fabrikanten, zeker de grote bedrijven, beschikken gewoonlijk over een interne kwaliteitsdienst en bijgevolg ook over de nodige knowhow op het vlak van voedselveiligheid. Busschots: “Ze zijn goed op de hoogte van de meldingsplicht en deze wordt correct toegepast.” De meeste mel-

overlegvergaderingen en het opstellen van de persberichten voor recalls. In de distributiesector stelt het probleem zich voornamelijk bij grote winkelketens. “De melding zelf gebeurt weliswaar correct, maar het uitvoeren van de recall verloopt soms moeilijker”, weet Busschots. “Enerzijds zijn er winkelketens die inzien dat het nuttig is om zeer kort op de bal te spelen en de consument snel en volledig te informeren over een risico. Deze ervaren dit als positieve publiciteit. Bij andere ketens daarentegen verlopen deze recallacties vaak uiterst moeilijk en deze moeten in zeldzame gevallen zelfs verplicht worden tot een recall.”

Goed gekend

dingen doen zich voor in deze sector. Bij de verdere opvolging van deze meldingen door de voedingsindustrie is er volgens haar een goede samenwerking tussen het FAVV en deze operatoren bij het verstrekken van noodzakelijke gegevens, eventuele

De meldingsplicht geldt niet alleen voor de Belgische voedselketen. Volgens het koninklijk besluit van 14 november 2003 betreffende autocontrole, de meldingsplicht en traceerbaarheid in de keten, is de meldingsplicht ook van toepassing op door FAVV erkende laboratoria in binnen- en buitenland en certificatieinstellingen waar Belgische bedrijven beroep op doen. Elke melding moet gebaseerd zijn op een risicoanalyse. Voor exploitanten die niet de mogelijkheid hebben om een risicoanalyse uit te voeren, stelde het FAVV meldingslimieten op. Deze zijn te vinden op de website van het voedselveiligheids-

‘Het uitvoeren van een recall gebeurt bij grote winkelketens soms moeilijker’

agentschap (www.favv.be/meldingsplicht). Voor verwerkende bedrijven gelden evenwel enkele uitzonderingsituaties. Indien het product zich nog in het bedrijf bevindt en corrigerende maatregelen genomen kunnen worden, is geen melding nodig. Een voorbeeld is pasteuriseren of steriliseren bij overschrijding van de microbiologische normen. Het autocontrole- of kwaliteitssysteem vereist wel dat de maatregel genoteerd wordt. Voor de grondstoffen die zich ook in het bedrijf bevinden, geldt de

De meldingsplicht

De meldingsplicht omvat de verplichting voor elke exploitant in de voedselketen om onmiddellijk het FAVV in te lichten wanneer hij van oordeel is of redenen heeft te denken dat een product dat hij heeft geproduceerd, geteeld, gekweekt, bewerkt, gefabriceerd of verhandeld schadelijk kan zijn voor de gezondheid van de mens, het dier of de plant.

Een verplichting voor:

-Alle operatoren in de voedselketen (producenten, verwerkers, verdelers, …);

-Laboratoria;

-Keurings- of certificering-sorganisaties;

-Iedereen die beroepshalve toezicht houdt op veehouderijen (dierenartsen, …).

meldingsplicht echter wel. Een gecontamineerd lot kan ook aan andere verwerkende bedrijven geleverd zijn. In specifieke gevallen, zoals voor dierziekten, is de melding altijd verplicht.

Laboratoria en de inspectie- of certificatieorganismen die over inlichtingen beschikken die onder de meldingsplicht vallen, gaan na of hun cliënt dit daadwerkelijk heeft gemeld. Als dat niet zo is of als hierover onzekerheid bestaat, moeten zij zelf de melding doen. Busschots: “Degene die de analyse, de inspectie of de certificering aanvraagt, moet desgevallend alle noodzakelijke gegevens waarover hij beschikt verstrekken aan het laboratorium, de certificeringsinstelling of de keuringsinstelling, zodat zij beschikken over alle gegevens die nodig zijn om de melding op correcte wijze te doen.”

Laboratoria

“De meldingsplicht voor de laboratoria in binnen- en buitenland is heel nuttig en interessant om zo alle deuren te kunnen sluiten”, stelt de woordvoerster tevreden vast. De stalen kunnen genomen zijn door controleurs van het FAVV, kwaliteitscontroleurs en operators van de bedrijven zelf in het kader van hun autocontrole of kwaliteitssysteem, exportvergunningen, speciale screenings en dergelijke meer.

“Het is echter zeer moeilijk om te verifië-

ren of alles wel gemeld wordt. Onze controleurs zien er dan ook in de mate van het mogelijke op toe of de meldingen die zij krijgen van de verschillende bedrijven in het kader van hun meldingsplicht overeenstemmen met de meldingen gedaan door de laboratoria”, vertelt zij. “Wanneer wordt vastgesteld dat er onnauwkeurigheden zijn, licht het agentschap de betreffende voedselveiligheid- en accreditatieautoriteiten van de verschillende landen in. Zo nodig wordt om een onderzoek gevraagd.”

Certificatie-instellingen

Certificatie-instellingen kunnen in verschillende situaties vaststellen dat producten niet conform de voedselveiligheidsvoorschriften zijn. Voor vaststellingen gedurende een audit heeft het FAVV verschillende types van non-conformiteiten gespecificeerd. “Wanneer een auditeur vaststelt dat een non-conformiteit een gevaar zou inhouden voor de volksgezondheid, moet de audit worden afgebroken”, onderstreept Busschots. “De Provinciale Controle Eenheid (PCE) moet vervolgens op de hoogte worden gebracht van de vaststelling. De PCE zal, als de overtreding zwaar genoeg is, onmiddellijk overgaan tot een inspectie.”

• Yves De Groote •

de verwerkende industrie past de meldingsplicht goed toe.

de voedingsindustrie is goed op de hoogte van de meldingsplicht.

Investeringen 10% gedaald in 2013

Voedingsindustrie grootste industriële sector

de voedingsindustrie is met een omzet van 48,2 miljard euro in 2013 de grootste industriële sector. ondanks de 1,5% groei is de ambitieuze omzetdoelstelling van 48,8 miljard euro, op 600 miljoen euro na, niet gehaald. “2014 wordt het jaar van de tweesprong: stagnatie of groei”, zei Fevia-voorzitter Bernard deryckere diplomatiek bij de presentatie van het economisch verslag 2013 in Brussel. Fevia kiest nadrukkelijk voor groei, maar vraagt daarvoor wel overheidsmaatregelen voor een betere competitiviteit.

Vorig jaar kende de Belgische voedingsindustrie een voorzichtige groei van 1,5% tot 48,2 miljard euro, terwijl de omzet van de totale industrie 3,3% daalde (tot 281,3 miljard euro). De omzetdoelstelling van 48,8 miljard euro werd niet gehaald. De export was 200 miljoen groter dan de afzet op de thuismarkt: 24,2 versus 24,0 miljard euro.

Viervijfde van de omzet van voedingsproducten (excl. dranken) werd in 2013 gerealiseerd door ondernemingen in Vlaanderen, Wallonië levert 15% van de omzet, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2%.

Buitenlandse ondernemingen – zonder een Belgisch adres – zijn goed voor circa 3% van de omzet.

Fevia-voorzitter Bernard Deryckere wees eveneens op de positieve goederenbalans voor voeding van 3,1 miljard euro in 2013. Ook hiermee scoort de sector bijzonder goed in vergelijking met de totale Belgische industrie die in 2013 een negatieve handelsbalans kende van -7,3 miljard euro. Dit

baart Fevia zorgen. Deryckere: “Een negatieve handelsbalans is voor een land een probleem.”

Export

Nederland, Frankrijk en Duitsland zijn binnen Europa de voornaamste exportmarkten (zie kader op deze pagina). Zeventig procent van de export gaat naar vijf landen. Net als in 2012 is Nederland opnieuw de belangrijkste uitvoermarkt. De exportwaar-

De belangrijkste exportlanden

Nederland 21,8%

Frankrijk 21,4%

Duitsland 15,3%

Groot-Brittannië 8,7%

Italië 4,1%

Rest EU-15 11%

Rest EU-28 4,3%

de is gelijkelijk verdeeld over de productgroepen. Deryckere: “Belgische exportproducten zijn meer dan bier en chocolade.” Ten opzichte van 2012 nam binnen de EU-15-landen enkel de uitvoer naar Griekenland (-6,6%), Oostenrijk (-6,1%) en Zweden (-3,2%) af in 2013. De export naar Ierland (+16,6%) en Portugal (+16,4%) kende de sterkste groei. Meer dan 13,4% van de totale uitvoer in 2013 kwam op rekening van de uitvoer buiten Europa, wat een lichte toename is ten opzichte van 2012 (13,1%). De Verenigde Staten (391 miljoen euro), de Russische Federatie (202 miljoen euro) en Japan (174 miljoen euro) zijn binnen deze categorie de belangrijkste landen. De sterkste exportstijging zowel ten opzichte van 2012 als 2009 was er naar Aziatische landen: China, Hong Kong, Maleisië en Taiwan. Ook de export naar Nigeria behoorde tot de sterkste klimmers. De twee laatste jaren is China aan een sterke groei bezig (98 miljoen euro). “De kans is groot dat China in 2015 de vierde belangrijkste verre exportmarkt wordt”, aldus Fevia-voorzitter Deryckere.

Kwaliteit

Volgens de Fevia-voorzitter zijn deze gunstige prestaties op de exportmarkten te danken aan de zeer goede kwaliteit en productveiligheid van de in België geproduceerde voedingsmiddelen in combinatie met de vakbekwaamheid van talloze medewerkers

die in de voedingsindustrie werken. Komt daar nog bij dat de Belgen zelf ook meer Belgische voedingsproducten consumeren. “We zijn allemaal Bourgondiërs”, weet Deryckere. Fevia leidt de toename af uit de snellere stijging van de binnenlandse omzet dan de omzetstijging van de voedingskleinhandel in België. Ten opzichte van 2009 steeg de omzet van de voedingsindustrie in 2013 met 23,5%, terwijl de omzet van de kleinhandel vorig jaar met 15,2% toenam.

Innovatie

Uit cijfers van de Eurostat CIS2010enquête, waar Deryckere naar verwees, blijkt dat 38% van de Belgische voedingsen drankenproducenten in 2013 met een productinnovatie op de markt kwam. Hiermee staat België in vergelijking met zijn buurlanden aan de top. Vooral ten opzichte van Frankrijk (23%) scoort België, samen met Duitsland (38%), aanzienlijk beter. België presteert gemiddeld ook sterker dan de buurlanden op het vlak van procesinnovatie. 37% van de voedingsbedrijven implementeerden een procesinnovatie. Duitsland (19%) en Frankrijk (23%) scoorden aanzienlijk lager, terwijl in Nederland 30% koos voor procesinnovatie.

Investeringen

“De voedingsindustrie is op dit moment de sterkhouder van de Belgische industrie. Toch kiezen wij ervoor om niet op onze

lauweren te rusten, maar ook in de jaren die komen te blijven groeien en blijvend te investeren in België. Om dit te bereiken, moet er wel dringend een antwoord geboden worden op een aantal cruciale vragen”, aldus de voorzitter van Fevia. “Onze belangrijkste inputfactoren, met name grondstoffen, energie en lonen, kennen een

Werkgelegenheid

In het tweede kwartaal van 2013 bedroeg het aantal arbeidsplaatsen in de voedingsindustrie 88.747, goed voor 73.157 voltijdsequivalenten (vte’s). Het aantal arbeidsplaatsen is weliswaar ten opzichte van 2012 met 0,7% afgenomen, maar het aantal vte’s is daarentegen toegenomen met 0,5%. Dit betekent dat het aandeel van deeltijdse contracten is gedaald. De groei van de tewerkstelling in vte’s die gestart was in 2011, zet verder door. Ondanks dat in 2013 in de verwerkende industrie bijna 14.000 banen verloren gingen, steeg het werkgelegenheidsaandeel van de voedingsindustrie van 16,1% in 2008 naar 18,3% in 2013. www.fevia.be

steeds stijgende prijsbeweging en dat zet voedingsproducenten onder druk. Daarom kijken wij op dit moment naar alle regeringen in dit land om dringend maatregelen te nemen om zo niet alleen de voedingssector te ontlasten, maar ook de volledige Belgische industrie te ondersteunen.” De nood is volgens Deryckere hoog. In 2013 daalden de investeringen met maar liefst 10,2%.

Memorandum 2014

De voedingsindustrie roept onder andere op om de energiekosten voor relatief kleine, maar intensieve energieverbruikers naar beneden te halen, de loonkostenhandicap te halveren, een actiever arbeidsmarktbeleid te voeren, het aanwerven van exportmanagers fiscaal te stimuleren en de administratieve rompslomp bij O&O-projecten te verminderen. Om politici te sensibiliseren, publiceerde Fevia op 23 april 2014 het Memorandum 2014 Partnerschap voor een duurzame groei van onze voedingsindustrie. In een zestal pagina’s tellend document deelt en onderbouwt de voedingsindustrie haar zorgen.

• Yves De Groote •

“2014 is het jaar van de tweesprong: stagnatie of groei”, weet Fevia-voorzitter Bernard deryckere.

de investeringen in de voedingsindustrie daalden in 2013 met 10%.

Foto: Yves De Groote

intrafood:14

Vakbeurs voor grondstoffen, ingrediënten, hulpstoffen, additieven en halffabrikaten voor de voedingsindustrie in de Benelux en Noord-Frankrijk

17 -18 / 09 / 2014

Kortrijk Xpo (B) 10.00 - 18.00u

www.intrafood.be

intrafood:14

Sinds 2007 brengt INTRAFOOD de voedingsindustrie in contact met leveranciers van ingrediënten (in de ruime zin van het woord) op een tweedaags sectorevent, waarbij informatie en inspiratie centraal staan. Fabrikanten van food en beverage vinden er alle ingrediënten en stateof-the-art informatie voor hun ontwikkeling van nieuwe of verbeterde producten.

Dankzij haar duidelijke focus en sterke specialisatie groeide INTRAFOOD uit tot een unieke ontmoetings- plaats waar de fabrikanten van food en beverage samen met de exposanten van INTRAFOOD uitgebreid kunnen ingaan op creatieve, innovatieve oplossingen voor de samenstelling en receptuur van hun producten.

VERWACHTINGEN WORDEN INGELOST

Uit de enquêtes blijkt een grote tevredenheid van exposanten en bezoekers over de voorgaande editie van INTRAFOOD:

Gemiddelde tevredenheidsscore toegekend door de exposanten: 8,15 / 10 Voornemen van de exposanten van de editie 2012 om ook in 2014 deel te nemen:

- 22,2% neemt zeker opnieuw deel

- 70,4% neemt waarschijnlijk opnieuw deel

- 3,7% zal in 2014 waarschijnlijk niet deelnemen

- 3,7% plant geen deelname aan de volgende editie

Mening van de bezoekers over INTRAFOOD:12

- 96,7% vond het aanbod interessant

- 47,6% van de bezoekers spendeerde meer dan 4uur op de beurs

- 82,3% van de bezoekers plant een bezoek aan de volgende editie

- 85,5% zou Intrafood aanraden aan een collega

DE SUCCESFACTOREN VAN INTRAFOOD Duidelijke focus en sterke specialisatie

Op INTRAFOOD worden grondstoffen, ingrediënten, additieven, hulpstoffen, halffabrikaten en nauw verwante diensten (know-how, technologie, loonwerk, laboratoria, consulting, onderzoeksen kenniscentra) gepresenteerd voor de voedingsindustrie in de Benelux & Noord-Frankrijk.

INTRAFOOD richt zich naar verantwoordelijken en medewerkers van de afdelingen R&D, productontwikkeling, productie, aankoop, kwaliteitszorg, marketing en algemene directie van:

- fabrikanten van food & beverage (o.a.: bereide gerechten & traiteurproducten ; bereidingen op basis van AGF ; dranken ; droge voeding ; sauzen ; visbereidingen ; vleeswaren ; zoetwaren, brood en gebak ; zuivel ; pet food)

- cateringbedrijven

- hoofdkantoren grootdistributie

Intensieve, diepgaande gesprekken

Dankzij de relatieve kleinschaligheid van INTRAFOOD beperkt u zich niet tot het uitwisselen van businesscards met bestaande en nieuwe klanten. U kunt er diepgaande gesprekken voeren over concrete problemen, ideeën of projecten, en hen – vanuit uw expertise en uw assortiment – vaak al meteen creatieve oplossingen aanreiken. De verzorgde inrichting en de doorlopende catering bieden u het ideale, sfeervolle kader voor uw business contacten.

Hoogstaand & inspirerend seminarprogramma

Het gevarieerde seminarprogramma vormt voor de bezoekers een unieke gelegenheid om zich uitgebreid te informeren over zowel actuele trends, als over state-of-the-art informatie over gespecialiseerde en wetenschappelijke thema’s.

Het programma wordt samengesteld door het Wetenschappelijk Comité van INTRAFOOD, onder leiding van Prof. Dr. Ir. Koen Dewettinck van Universiteit Gent.

Uniform & kostenbewust concept

Het concept legt de focus op uw producten. De kosten worden beperkt door het uniforme standenconcept mét free catering voor exposanten en bezoekers.

intrafood:14

Sinds 2007 brengt INTRAFOOD de voedingsindustrie in contact met leveranciers van ingrediënten (in de ruime zin van het woord) op een tweedaags sectorevent, waarbij informatie en inspiratie centraal staan. Fabrikanten van food en beverage vinden er alle ingrediënten en stateof-the-art informatie voor hun ontwikkeling van nieuwe of verbeterde producten.

Dankzij haar duidelijke focus en sterke specialisatie groeide INTRAFOOD uit tot een unieke ontmoetings- plaats waar de fabrikanten van food en beverage samen met de exposanten van INTRAFOOD uitgebreid kunnen ingaan op creatieve, innovatieve oplossingen voor de samenstelling en receptuur van hun producten.

VERWACHTINGEN WORDEN INGELOST

Uit de enquêtes blijkt een grote tevredenheid van exposanten en bezoekers over de voorgaande editie van INTRAFOOD:

Gemiddelde tevredenheidsscore toegekend door de exposanten: 8,15 / 10 Voornemen van de exposanten van de editie 2012 om ook in 2014 deel te nemen:

- 22,2% neemt zeker opnieuw deel

- 70,4% neemt waarschijnlijk opnieuw deel

- 3,7% zal in 2014 waarschijnlijk niet deelnemen

- 3,7% plant geen deelname aan de volgende editie

Mening van de bezoekers over INTRAFOOD:12

- 96,7% vond het aanbod interessant

- 47,6% van de bezoekers spendeerde meer dan 4uur op de beurs

- 82,3% van de bezoekers plant een bezoek aan de volgende editie

- 85,5% zou Intrafood aanraden aan een collega

DE SUCCESFACTOREN VAN INTRAFOOD Duidelijke focus en sterke specialisatie

Netwerkplatform Intrafood 2014

Op INTRAFOOD worden grondstoffen, ingrediënten, additieven, hulpstoffen, halffabrikaten en nauw verwante diensten (know-how, technologie, loonwerk, laboratoria, consulting, onderzoeksen kenniscentra) gepresenteerd voor de voedingsindustrie in de Benelux & Noord-Frankrijk.

INTRAFOOD richt zich naar verantwoordelijken en medewerkers van de afdelingen R&D, productontwikkeling, productie, aankoop, kwaliteitszorg, marketing en algemene directie van:

17 en 18 september in Kortrijk Xpo

- fabrikanten van food & beverage (o.a.: bereide gerechten & traiteurproducten ; bereidingen op basis van AGF ; dranken ; droge voeding ; sauzen ; visbereidingen ; vleeswaren ; zoetwaren, brood en gebak ; zuivel ; pet food)

- cateringbedrijven

- hoofdkantoren grootdistributie

Intrafood is het netwerkplatform voor de voedings- en ingrediëntenindustrie in de benelux en noord-Frankrijk. naast de vakbeurs op 17 en 18 september in kortrijk Xpo, loopt parallel een uitgebreid programma van seminars en workshops. drie exposanten delen hun ervaringen van vorige edities: Ingrizo, snick euro Ingredients en Huibregts groep.

Intensieve, diepgaande gesprekken

Hoe verliepen de vorige edities en welke richting gaat de beurs uit?

Dankzij de relatieve kleinschaligheid van INTRAFOOD beperkt u zich niet tot het uitwisselen van businesscards met bestaande en nieuwe klanten. U kunt er diepgaande gesprekken voeren over concrete problemen, ideeën of projecten, en hen – vanuit uw expertise en uw assortiment – vaak al meteen creatieve oplossingen aanreiken. De verzorgde inrichting en de doorlopende catering bieden u het ideale, sfeervolle kader voor uw business contacten.

De voedingsindustrie vormt zowel in België als Nederland een belangrijke economische factor. De industrialisering en productie van levensmiddelen zal in de komende decennia alleen maar toenemen.

Hoogstaand & inspirerend seminarprogramma

“Het gebruik van allerhande smaaktechnische en functionele ingrediënten blijft stijgen. Nieuwe technologieën bieden andere toepassingen en nieuwe kansen”, verwoordt zaakvoerder Philippe Snick van Snick Euro Ingredients. “De voedingsindustrie is en blijft een zeer dynamische

Het gevarieerde seminarprogramma vormt voor de bezoekers een unieke gelegenheid om zich uitgebreid te informeren over zowel actuele trends, als over state-of-the-art informatie over gespecialiseerde en wetenschappelijke thema’s.

Intrafood is hiervoor het ideale en geschikte forum, stellen de exposanten unaniem. De beurs is ‘local to local’. Ingrediëntenproducenten en -leveranciers die heel specifiek met de Benelux-markt willen kennismaken of focussen op de Benelux-markt krijgen de gelegenheid om de kmo’s te ontmoeten. Snick: “De voedingsindustrie is naast een handvol multinationals voornamelijk een markt van kmo’s, die hebben nood aan een meer persoonlijk contact, snelle service en lokale partners en samenwerkingsverbanden.”

Snick van Snick Euro Ingredients: “Intrafood biedt gelegenheid aan ingrediëntenbedrijven om zich duidelijker te profileren in de Benelux-markt. De democratische prijssetting en uniforme standen set-up biedt gelijke kansen aan zowel start-ups als aan gevestigde bedrijven. We zien elk jaar het aantal standhouders stijgen en zowel de tevredenheid als de opkomst is meer dan bevredigend. De markt vraagt naar sterke lokale leveranciers. Het devies van ‘Think Global Act Local’ is meer dan aanwezig, daar gaan we in de toekomst nog meer op inzetten en meerwaarde creëren.”

Geert Feys, zaakvoerder Ingrizo: “Voor ons waren het telkens intensieve en bijzondere interessante edities met veel bezoekers en meetings op onze stand. Gezien de intensiteit van het aantal bezoekers op slechts twee

Het programma wordt samengesteld door het Wetenschappelijk Comité van INTRAFOOD, onder leiding van Prof. Dr. Ir. Koen Dewettinck van Universiteit Gent.

Uniform & kostenbewust concept

Het concept legt de focus op uw producten. De kosten worden beperkt door het uniforme standenconcept mét free catering voor exposanten en bezoekers.

wereld en de ingrediëntenproducenten ontwikkelen bij elke nieuwe uitdaging noviteiten. Door deze snelle evolutie is het directe contact tussen klant en leverancier van levensbelang voor elke speler in de markt.”

Philippe Snick: ‘Een lonende marketing& salesbesteding’

de combinatie van beurs, seminars en netwerken maakt de beurs interessant.

dagen, zou het voor ons niet slecht zijn om de beurs uit te breiden tot drie dagen, net zoals de meeste internationale beurzen, ofwel ze elk jaar laten plaatsgrijpen.”

Hein Hamelijnck, commercieel directeur

Huibregts Groep: “We merken dat de bezoekers alle stands bezoeken en een praatje maken. Wij verwelkomen elk jaar nieuwe klanten na Intrafood. We ontmoeten zowel de productontwikkelaars als inkopers van de multinationals maar ook de lokale bedrijven. Het betreft hier al onze klanten uit de voedingsindustrie in de Benelux en soms zelfs een enkele van over de Franse grens.”

Hoe belangrijk is het ‘3 in 1’-concept?

Snick: “De combinatie van beurs, seminars en netwerken maakt het voor de bezoeker dubbel interessant om de beurs te bezoeken en zijn tijd meer dan nuttig te besteden. Dit concept plaatst Intrafood op hoog niveau. In een tijdsbestek van drie à vier uur kan de bezoeker heel wat informatie verzamelen.”

Feys: “Het wetenschappelijk seminar is hoogstaand en toch vrij verscheiden. Er is

voor elk wat wils, de bezoeker kan er naar een paar lezingen uitpikken en dit zeer goed en efficiënt combineren in de directe nabijheid met bezoeken aan de beurs.”

Wat is het sterkste punt van de beurs?

Snick: “Intrafood wordt alleen bezocht door professionelen uit de voedingsbranche. Dit is een unicum. Elke bezoeker aan

beurs, is de toegankelijkheid van de standen ook makkelijk en laagdrempelig.”

Feys: “Deze lokale Benelux-beurs is een efficiënt concept voor zowel klant als leverancier uit de Benelux om met zeer beperkte inspanningen en in korte tijd veel mensen te ontmoeten, te netwerken en projecten of nieuwe innovaties te bespreken. Bovendien kunnen ze nog een aantal wetenschappelijke lezingen meepikken.”

je stand opent opportuniteiten en in een tijdspanne van twee dagen kun je als standhouder nooit zoveel klanten of prospects contacteren, laat staan bezoeken. Door het kleinschalige, democratische, open en ongedwongen karakter van de

Hamelijnck: “De informele sfeer en de kleinschaligheid. De coffee corners zijn ook een zeer sterk concept, echte cross-overs. Dit zijn ontmoetingsplaatsen waar mensen ontspannen en informeel kunnen bijpraten onder het genot van een koffie, een broodje en aan het eind van de dag met een drankje. Je raakt hier zeer gemakkelijk aan contacten.” www.intrafood.be

• Yves De Groote •

Geert Feys: ‘In twee werkdagen ontmoeten we veel relaties’

Hein Hamelijnck: ‘Bij uitstek een ontmoetingsplek waar tijd genomen wordt voor een goed gesprek’

Intrafood is een unieke gelegenheid om zich duidelijker te profileren in de benelux-markt.

Foto’s: Kortrijk Xpo

TETRA PAK PROCESSING SYSTEMS

Full systems supplier. Every step of the way..

Tetra Pak® Processing Systems enable food producers to achieve greater overall operational e ciency, improved environmental performance and consistent product quality. Our solutions are based on a deep understanding of each producer’s need in combination with extensive food processing knowledge and outstanding engineering skills.

We cover everything from key components to complete production lines including automation and a life cycle perspective of the investment.

We provide processing solutions across ve food categories: beverage, cheese, dairy, ice cream and prepared food.

To nd out more, please contact us at:

+31 30 634 99 99 or +32 2 467 68 11 www.tetrapak.nl www.tetrapak.be

tpps.benelux@ tetrapak.com

Speciaalbieren in de lift

Duurzaamste brouwerij van België

Familiebrouwerij huyghe, bekend van het biermerk Delirium tremens, wil de duurzaamste brouwerij van België worden. De groei van het bedrijf in de speciaalbieren- en de exportmarkt moet bijdragen aan de noodzakelijke investeringen in duurzaam produceren. eigenaar en ceo alain De Laet verduidelijkt zijn strategie.

Na een bijna faillissement in 1985 vond een grondige herstructurering van de familiebrouwerij Huyghe plaats. “De omzet was inmiddels gezakt tot 1,5 miljoen euro en we brouwden niet meer dan 13.000 hectoliter”, blikt ceo Alain De Laet terug. Naast een eerste productiemodernisering koos hij voor marktgerichte productontwikkeling en export. “De consument vraagt, wij brouwen.” In 1989 kwam de brouwerij met het internationaal succesrijke

Delirium Tremens op de markt, nu veruit het belangrijkste merk. In 1990 volgde al snel het eerste merk voor de Amerikaanse markt, Blanche des Neiges. Daar bleef het niet bij: de biermerken Campus, St. Idesbald en La Guillotine werden gelanceerd. Met Mongozo Premium Pilsener, fairtrade, biologisch en glutenvrij, had de brouwerij een wereldprimeur. Sinds april brouwt het bedrijf ook het abdijbier voor de Abdij Averbode.

Succes van de strategie bleef dan ook niet uit. In 2000 draaide het bedrijf met een productievolume van 40.000 hl break-even. In 2002 bedroeg de omzet 4 miljoen euro. Acht jaar later was dit 15 miljoen euro. De Laet is heel open met de cijfers. “De afgelopen vijf jaar is

de productie verdubbeld. In 2013 werd 170.000 hl gebrouwen, goed voor een omzet van ruim 21,5 miljoen euro.” Driekwart van de productie gaat naar 65 landen wereldwijd, onder meer buurlanden Frankrijk, GrootBrittannië en Nederland, maar ook de Verenigde Staten. De Laet: “We zijn niet voor niets twee keer genomineerd geweest voor de Leeuw van de Export.”

De brouwerij telt 48 medewerkers, waarvan 27 in de productie, 10 in de commercie en de overigen in administratie en logistiek.

Oost-Vlaams milieucharter

Uit de milieucijfers van de brouwerij, begin 2013 verzameld door een externe adviseur, blijkt alvast dat de afgelopen vijf jaar – 20082013 – met succes de nodige duurzaamheidsmaatregelen werden genomen. Dankzij uiteenlopende inspanningen was de brouwerij vorig jaar laureaat voor het Oost-Vlaams Milieucharter. De ‘state-of-the-art’ Steinecker brouwzaal van Krones (capaciteit: 300.000 hl), die sinds eind 2011 in gebruik is, zorgde voor bijzonder gunstige duurzaamheidsverbeteringen. De Laet: “Het grondstoffenverbruik daal-

de met 10%, het waterverbruik met 30% en het stroom- en stoomverbruik beide met 50%.”

Ook elders realiseerde de brouwerij milieuwinsten. Zo werd het totale waterverbruik verminderd van 8,5 naar 5 liter per liter bier, een halve liter beter dan de vooropgestelde doelstelling. Dit betekent een verbetering van 46% in vijf jaar. Zo werd een volledige automatische CIP-installatie geïnstalleerd. “Vroeger werd er om verschillende redenen nogal eens veel langer gespoeld dan nodig was”, merkt De Laet tijdens de rondleiding op. Zodra de nieuwe flessenspoelmachine stilligt, stoppen de waterspuiten. Het laatste spoelwater wordt gebruikt voor het wassen van de bierbakken. De nieuwe tunnelpasteurisatie-installatie draagt aan het verminderd waterverbruik bij door hergebruik van het water voor het koelen van de koeltoren. Het elektriciteitsverbruik verminderde in die periode van 27,3 tot 20 kWh per hectoliter, -27% in vijf jaar. De doelstelling is 16 kWh, of nog eens ruim 20% beter. Naast het isoleren van koelleidingen werden ook enkele grote stroomverbruikers vervangen. De

dompelbeluchter in de waterzuivering maakte plaats voor blowers met fijne bellenbeluchting en de oude koelcompressoren

Investeringen 2014-2015

In mei breidde de brouwerij haar waterzuiveringsinstallatie uit met een membraanfiltratie. Dit is een eerste stap naar hergebruik van het gezuiverde afvalwater. Een tweede stap is een investering in een omgekeerde osmose-installatie, die gepland staat voor 2015. “Hiermee gaan we 70% van het gezuiverd afvalwater hergebruiken als reinigingswater voor alle installaties. Heftrucks die nog op diesel rijden worden verder vervangen door heftrucks op gas. Ook zijn nieuwe luchtcompressoren met energieterugwinning gepland. Het aantal energieen watermeters wordt nog verder uitgebreid, voor gerichtere verbetermaatregelen. Ook bestelde ceo Alain De Laet een studie naar het persluchtgebruik in de productie, zodat verliezen worden aangepakt en het gebruik verder geoptimaliseerd.

 Belangrijk is dat bij investeringen in duurzaamheid de juiste prioriteiten worden gesteld.

werden vervangen door hoge rendementscompressoren. Bijna alle motoren kregen energiebesparende frequentieregelaars. De hoeveelheid stookolie (in MJ per hl) verminderde van 315 MJ in 2008 naar 199 MJ in 2013, ofwel een milieuwinst van 37%. Naast de isolatie van de stoom- en de warmwaterleidingen investeerde de brouwerij in een nieuwe stoomcondensatieketel op aardgas. De vorige installatie op stookolie fungeert alleen nog maar als back-up installatie. De warmte uit de rookgassen gebruikt het bedrijf voor het opwarmen van het reinigingswater voor de vaten van 15°C tot 65°C. Het terugdringen van het koolzuurgasverbruik in de brouwerij is nog een belangrijke uitdaging. Tussen 2008 en 2013 werd het verbruik met slechts 11% teruggedrongen tot 6,7 gram per hectoliter bier. De doelstelling voor dit jaar is 5 gram per hectoliter. Dat is een extra verbetering van 25%! Maatregelen die tot dusver zijn genomen, zijn het verlagen van de druk voor het leegdrukken van de gisttanks en recuperatie van de CO2 voor het lossen van de tankwagens die de CO2 komen leveren.

Duurzaamheid

 alain De Laet: “We zijn niet voor niets twee keer genomineerd geweest voor de Leeuw van de export.”

Volgens De Laet zijn duurzaamheid en investeringen de afgelopen jaren onlosmakelijk met elkaar verbonden. Belangrijk is wel dat tijdens de groei van een bedrijf de juiste prioriteiten worden gesteld. Zo kreeg de nieuwe verpakkingslijn voor vaten in de productie in 2007 wel voorrang boven de installatie van zonnepanelen. Van uitstel kwam echter geen afstel. De zonnepanelen werden geplaatst in mei 2011 en in april dit jaar werd de capaciteit verdubbeld. De panelen (nu 8.000 m2 dakoppervlakte) leveren circa 20% van de huidige stroomvoorziening. Tegenover de omvangrijke investering van 5 miljoen in de brouwzaal staat met de huidige energieprijzen een opbrengst van meer dan 500.000 euro per jaar. Brouwerij Huyghe blijft verder investeren (zie kader) en reserveert hiervoor een belangrijk deel van de winst. Zo nodig stapt het bedrijf naar de bank. “De huidige lage rente en onze financiële situatie door de sterke groei maken het relatief gemakkelijk om geld te lenen”, rondt de ceo af.

• Yves De Groote •

Foto’s: Yves De Groote

Cargill breidt Europees R&D-centrum uit

Cargill heeft het R&D-centrum in Vilvoorde, België uitgebreid. De multinational investeerde €8 miljoen om op de locatie een state-of-the-art pilot plant te bouwen.

De onderzoekers en technologen hebben 5000 vierkante meter extra innovatieruimte om ingrediënten te ontwikkelen, herformuleringen te perfectioneren en nieuwe bereidingsprocessen te testen. Cargill besteedde extra aandacht aan voedselveiligheid tijdens de expansie. “Voedselveiligheid is een van de meest belangrijke doelstellingen bij Cargill. Daarom implementeerden we het zone-model in onze plant om te voldoen aan de huidige standaarden in voedselveiligheid”, verklaart Marijana Petrovic, food safety manager van het R&D-centrum. “De preventie van contaminatie is een snel groeiende discipline. Cargill wil een voorloper zijn op dit gebied om overal en altijd veilig voedsel te kunnen aanbieden.”

Belcolade breidt uit

Het Belgisch chocoladebedrijf Belcolade, onderdeel van Puratos, breidt de productielocatie in Erembodegem (Aalst) uit. Luc De Norre, sitemanager: “We willen kleinere batches kunnen maken van onder andere onze speciale origine chocolade.” De nieuwe productielijnen zullen minimaal 3 ton van een bepaalde smaak kunnen maken. In de eerste fase zal de extra lijn voor vloeibare chocolade 15% extra capaciteit opleveren. De extra lijn voor verpakte goederen zorgt voor een capaciteitsverhoging van 30%. Op langere termijn gaat het om een totale extra capaciteit van 50%.

Yoghurtblokjes

Hydrosol ontwikkelde een stabilisatiesysteem voor yoghurtblokjes. Stabisol QCU 2 maakt het mogelijk om yoghurt in een vorm te presenteren. Producenten kunnen yoghurtblokjes maken voor gebruik in salades als een vers en vetarm alternatief voor fetablokjes. De yoghurtblokjes zijn volgens Hydrosol makkelijk te maken en kunnen ook kruiden, olijven, gedroogde tomaten of zalf bevatten. Voor de productie dient de yoghurt met het stabilisatiesysteem te worden vermengd en te worden opgewarmd.

Prémax haver

Met Prémax Haver breidt Koopmans Meel het Prémax assortiment uit met een havermeergranenmix, een mix zonder toevoegingen. De bakker bepaalt zelf hoe en in welke verhouding hij met deze mix zijn eigen meergranen varianten maakt. Een licht meergranen wordt verkregen met een dosering van 15%, een brood met bite hee een dosering van 40% of hoger nodig. Met deze Prémax haver speelt Koopmans in op de behoe e aan variatie op het gebied van granen, brood en ontbijtproducten zoals granola.

Zwarte kno ook als smaakversterker

Zwarte kno ook past in de trend van natuurlijke smaakmakers. Door het fermenteren van een gewone bol kno ook verandert de smaak van dit ingrediënt. Het wordt zoet, bouillonachtig van smaak en de structuur voelt als een zacht dropje. Deze umami-smaak versterkt de hartig zoute en zoete smaken in gerechten en is daarmee een natuurlijke smaakversterker. Toepassingen zijn dan ook soepen en sauzen of als crème op het bord. Als smaakversterker zorgt zwarte kno ook voor meer verdieping in het gerecht, waardoor er minder zout hoe te worden gebruikt. Het verwerkingsproces van zwarte kno ook brengt de nodige uitdagingen met zich mee. De zwarte kno ookteen is namelijk smeuïg van structuur, waardoor het jnmaken ervan een intensiever proces is dan bij het pureren van een normale kno ookteen. Bresc biedt de zwarte kno ook aan in een gebruiksvriendelijke oplossing in de vorm van puree.

Free From Food Expo uitgebreid

de free from food expo 2014, op 3 en 4 juni in brussels expo, breidt uit met de free from food Ingredients expo. In antwoord op vragen van retailers en consumenten, die de hoogste eisen stellen aan smaak en kwaliteit, bieden voedings- en ingrediënten-bedrijven oplossingen voor de uitdagingen in productontwikkeling. vooral gezondheid staat in the picture.

De markt voor producten zonder gluten, allergenen, additieven, lactose, soja, zuivel, vlees, noten, eieren, suiker, zout, vet en andere ingrediënten groeit zichtbaar. Het aantal productcategorieën breidt uit en producten worden mainstream, doordat grote fabrikanten ze onder merknaam op de markt introduceren. Bovendien maken grotere retailers schapruimte vrij en komen ook zij met eigen merken.

Gluten- en lactosevrij

Volgens Innova Market Insights heeft de voedingsindustrie de afgelopen jaren de nodige energie gestoken in de ontwikkeling van gluten- en lactosevrije producten. Ongeveer 8% van alle nieuwe producten die in 2013 wereldwijd op de markt kwam, was glutenvrij. Voor Europa en de Verenigde Staten liggen de percentages hoger: 10 en 14%. Het percentage nieuwe lactosevrije producten bedroeg in 2013 slechts 1,5%, al is dit wel een verdubbeling in de laatste vijf jaar.

Bredere definities

Een andere ontwikkeling is dat de ‘free from’-productcategorie uitbreidt naar zuivelof additievenvrij en in toenemende mate ook naar GGO-vrij. Ongeveer 13% van alle voedingsproducten en dranken die in 2013 op de markt zijn gekomen claimt additief- en

bewaarmiddelenvrij te zijn. In 2008 was dat 10%. Lu Ann Williams, directeur van Innova Market Insights: “Terwijl de claims met de term ‘natuurlijk’ steeds meer onder vuur liggen door onduidelijkheid over de definitie, ging de industrie relatief ongehinderd verder met het gebruik van de claims zonder additieven en conserveringsmiddelen.” Dit neemt niet weg dat de belangstelling voor natuurlijkheid in de lift zit. Het toenemende gebruik van GGO-vrije etikettering weerspiegelt dat, al blijft dit relatief beperkt op wereldschaal (2,3% van de in 2013 gelanceerde producten droeg deze claim). Het gaat bij GGO-vrij vooral om snacks en bakkerij- en zuivelproducten.

Verdere groei

De markt voor ‘free from’-producten zal zich verder blijven ontwikkelen. Williams: “Steeds meer consumenten hebben belangstelling voor gezondheid en welbevinden. Bovendien krijgen ze steeds vaker de diagnose dat ze specifieke allergieën hebben of intolerant zijn voor een voedingsbestanddeel.” Onderzoek- en ontwikkelingsafdelingen van voedingsbedrijven staan dan ook voor een uitdaging.

De Free From Food Ingredients Expo hoopt hiervoor de nodige oplossingen te bieden. Net als voor de reguliere producten is het

Free From Food (Ingredients) 2014

De Free From Food en Free From Food Ingredients vakbeurs telt 150 exposanten uit twaalf Europese landen. Beursdirecteur Ronald Holman verwacht 3 en 4 juni een groeiend aantal bezoekers, inkopers en R&D-managers uit de (bio)retail, foodservice, handel en voedingsindustrie. Gelijktijdig met de beurzen zijn er vijfentwintig seminaries over uiteenlopende onderwerpen: van productontwikkeling over etikettering tot marktonderzoeken. Gratis entree via voorregistratie op de website.

Meer informatie:

www.freefromfoodexpo.com

www.freefromfoodingredients.com

belangrijk dat de producten goed smaken en voldoen aan de hoogste kwaliteitseisen. Dit laatste geldt in het bijzonder voor producten die uit medisch- of gezondheidsoogpunt absoluut vrij moeten zijn van bijzonder allergene bestanddelen of bestanddelen die tot intolerantie leiden.

• Yves De Groote •

Subsidie noodzaak!

Innovatieve ‘Bloom’ praline extern ontwikkeld

voor de ontwikkeling van de ‘Bloom’ praline, die eind 2014 op de markt komt, trok Pralibel naar Food Pilot. Paul Sulmon, directeur van de artisanale chocoladefabrikant, onderstreept het belang van innovatie. Zonder IWt-subsidie was hij echter niet aan de ontwikkeling van het nieuwe pralineconcept begonnen.

“Innovatie is nodig omdat in België de hoge loonkosten een handicap zijn. Als artisanale KMO, met een zestigtal vaste medewerkers, moeten we ons onderscheiden met onze producten om niet onder prijsdruk van de retailers te komen”, steekt de ceo van Pralibel Paul Sulmon van wal.

Aan ambitie is er geen gebrek. In 2017 moet de bedrijfsomzet verdubbelen tot circa 20 miljoen euro. Nadrukkelijk kiest de pralinefabrikant voor een merkenstrategie. Het marktaandeel van onder meer het Pralibel merk moet in vier jaar omhoog van 14 naar 25%. Naast de verkoop aan de retailmarkt, goed voor 30% van de omzet, beschikt het de artisanale pralinefabrikant ook over eigen ‘Pralibel Shops’ in België (4 winkels), Frankrijk (12) en Nederland (2) en verschillende andere landen binnen en buiten Europa (7). Daarnaast heeft het

250 verschillende pralines, goed voor een productievolume van circa 10 ton per dag in het hoogseizoen. Op de markt gaat de onderneming de concurrentie met de betere pralinefabrikanten aan door niet alleen te focussen op innovatie, maar tegelijkertijd ook op kwaliteit, hygiëne en flexibiliteit. Vooral dat laatste kan de ceo niet genoeg benadrukken: “Binnen een kwartier zijn onze machines omgesteld en binnen een week kunnen we onze afnemers beleveren.” Pralibel is vanzelfsprekend BRCen IFS-gecertificeerd in de hoogste graad.

Productontwikkeling

aspect. “Dit is toch heel wat anders dan wat de consument gewoon is bij pralines.”

Het idee waar de ceo van Pralibel mee naar de Food Pilot trok, was pril. Dit omvatte de ontwikkeling van een combinatie van snoep en chocolade die nog niet bestond. De essentie van snoep is gelatine of pectine.

Aanvankelijk werd gedacht aan de ontwikkeling van een bolletje van fruitige gelatine, omhuld door chocolade, maar dat idee strandde al na de eerste testen bij de Food Pilot ruim anderhalf jaar geleden.

Sulmon: “We kozen voor deze partner, omdat zij een geïntegreerd pakket aan diensten voor

bedrijf 28 verkooppunten, de Pralibel Corners, in de grootwarenhuizen van Galleria Kaufhof in Duitsland, maar ook in Slowakije (7) en Tunesië (2). Het productgamma omvat

De ‘Bloom’ praline, ontstaan uit de samenwerking tussen Pralibel en Food Pilot is, zoals de naam suggereert, bloemvormig. De Food Pilot in Melle is het applicatie- en analysecentrum van Flanders’ FOOD en ILVO (zie kader). De praline is opgebouwd uit een fruitige, meerlagige ganache in een cupje van donkere chocolade met vier puntige, naar buitenstekende bloemblaadjes, gemaakt van een fruitfilm van pectine. “We voegen een visueel aspect toe aan de consumptie van een praline”, omschrijft Sulmon dit belangrijke innovatie-

Pralibel

Pralibel werd opgericht in 1993 door een groep ondernemers onder leiding van Paul Sulmon. Als artisanale chocolaterie groeide het bedrijf snel uit tot een bedrijf dat wereldwijd pralines uitvoert. De dagelijkse productie bedraagt maximaal 10 ton product. Dankzij een uitgebreid en modern machinepark produceert Pralibel ruim 250 verschillende pralines, inclusief fairtrade pralines. De artisanale afwerking zorgt voor het unieke uitzicht van iedere praline. www.pralibel.be

‘Zonder financiering van 35% van de projectkosten, hadden we het project niet gedaan’

productontwikkeling aanbieden. De medewerkers van de Food Pilot werken hierbij vooral praktijkgericht en worden ondersteund door de wetenschappelijke kennis en expertise vanuit het ILVO.” Bovendien keek Food Pilot voor dit project naar de subsidiemogelijkheden vanuit de verschillende programma’s van het IWT, het Vlaams Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie. “Zonder hun financiering van 35% van de projectkosten, hadden we het project niet gedaan”, stelt Sulmon.

De uitdaging

De focus bij de productontwikkeling door Food Pilot lag op het vernieuwende van de ‘Bloom’ praline, de fruitfilm. Hieruit worden de bloemblaadjes voor de praline gesneden. De ontwikkeling van de praline zelf vond grotendeels plaats bij Pralibel, dat ook het hele project coördineerde en organiseerde.

De Food Pilot onderzoekers zetten bij de filmontwikkeling met name hun zoetwarenexpertise in, zegt Jan De Block, senior onderzoeker

Productkwaliteit en Innovatie bij ILVO. De uitdaging omvatte vier voor productontwikkeling generieke aspecten: productsamenstelling, stabiliteit, houdbaarheid en smaak. Pralibel stelde daarbij enkele voorwaarden.

De Block: “We moesten gebruikmaken van

het bestaande gamma aan ingrediënten, ingrediënten met een E-nummer moesten zo veel mogelijk worden vermeden voor het garanderen van een maximale afzet. De film moest ook industrieel produceerbaar zijn.” De samenstelling blijft geheim, maar De Block en Sulmon willen wel kwijt dat uit het productontwikkelingsonderzoek bleek dat het drogestofgehalte en de wateractiviteit grote invloed hebben op de smaak, kleur, textuur en de houdbaarheid van de film. Bij de ontwikkeling werd ook beroep gedaan op het smaaklabo en het getrainde smaakpanel van Food Pilot.

Food Pilot De Food Pilot stelt semi-industriële processing beschikbaar en biedt de mogelijkheid om nieuwe concepten te testen in de praktijk of nieuwe producten voor te bereiden alvorens op industriële schaal te produceren. Bedrijven kunnen er terecht voor advies, maar ook voor analyses rond samenstelling, chemische, fysische en microbiële kwaliteit van producten, alsook smaaktesten, aromaprofilering, verpakkingsen houdbaarheidstesten. Bijgevolg ondersteunt Food Pilot innovaties op maat van de klant: van idee tot product of een welbepaalde stap in dit traject. www.foodpilot.be

Machine

De productie van de nieuwe praline zal grotendeels plaatsvinden op de bestaande productie-installaties van Pralibel in Vichte. Het bedrijf beschikt over acht productielijnen. De enige investering is de aankoop van een installatie voor de productie van de fruitfilm. De eerste leveringen gaan naar de Pralibel Corners van Galleria Kaufhof in Duitsland. Vanaf begin 2015 begint de verkoop van de ‘Bloom’ pralines in Waitrose in Groot-Brittannië. Beide zijn belangrijke testmarkten voor het bedrijf, waarna de productie verder geoptimaliseerd zal worden om te voldoen aan de consumentenwensen.

Sulmon: “Eenmaal deze productontwikkelingsfase is afgerond, start Pralibel begin 2015 met een bredere marktbenadering in Europa en daarbuiten en met de verkoop in haar eigen winkels.”

Nieuw project

Afrondend laat Sulmon weten dat hij dermate tevreden is over de samenwerking met Food Pilot dat er een tweede ontwikkelingsproject in de studiefase zit. Opnieuw zal, volgens de ceo, de synergie tussen beide partners de productontwikkeling in de juiste richting sturen.

• Yves De Groote •

Paul Sulmon: “Innovatie is nodig omdat in België de hoge loonkosten een handicap zijn.”

Foto: Pralibel

Pralibel start begin 2015 met een bredere marktbenadering.

Foto: Yves De Groote

VUILTJE AAN DE (PERS)LUCHT BACTERIEVRIJ. OLIEVRIJ. GEGARANDEERD. BEKOKAT®

■ Bacterievrij gecertificeerd door GfPS

■ Kwaliteit beter dan ISO 8573.1, Klasse 1

■ TÜV gecertificeerd

■ Onafhankelijk van omgevingscondities

■ Bescherming van eindproduct

Kwaliteit online meten met METPOINT® OCV BEKO

TECHNOLOGIES ‘‘STERK IN PERSLUCHT”

KTBA België

Vooruitstrevende blik op kwaliteit en voedselveiligheid

KtBA België is een jonge professionele dienstverlener in de Belgische markt voor voedselveiligheid, kwaliteit en legal compliance. dat gaat van voedings- en ingrediëntenbedrijven over verpakkingsleveranciers tot retailers en logistieke bedrijven. Het consultancybedrijf maakt deel uit van de Nederlandse groep People in Food. “KtBA België denkt vooruitstrevend, wij durven op een andere manier naar kwaliteit en voedselveiligheid kijken”, zegt thomas mariën.

Legal compliance omvat het voldoen aan wettelijke voorschriften rondom het gebruik van grondstoffen, ingrediënten en additieven en het juist informeren van de consument daaromtrent. “Voedingsbedrijven doen meestal een beroep op ons voor het ondersteunen bij het ontwikkelen van een efficiënt kwaliteits- en voedselveiligheidsysteem”, licht manager Thomas Mariën toe. “Wij gaan zo praktisch mogelijk te werk en denken zo goed mogelijk mee met de klant. Op grond van hun behoeften en productie- en bedrijfsprocessen zoeken we een passende oplossing.” Belangrijk in dit perspectief is het leveren van meerwaarde voor het bedrijf. Mariën: “Kwaliteit en voedselveiligheid staan ten dienste van het bedrijf. Dat kan door kwaliteit meetbaar te maken en productie- en bedrijfsprocessen goed te managen en op een hoger niveau te brengen.”

USP’s?

Mariën: “Onze USP’s? Wij zijn een heel jonge en voornamelijk professionele organisatie met een frisse blik op kwaliteit. We denken out-of-the box, wij volgen betrokken de evoluties op alsook de behoeften van de markt. Actuele kennis is zeer belangrijk

voor ons om klanten optimaal te ondersteunen.” Een kwaliteitssysteem mag geen mastodont zijn van een papieren systeem met veel regeltjes en wetjes. Mariën: “Wij zorgen er altijd voor dat een systeem dynamisch is. Uiteindelijk moet kwaliteit op de productievloer worden gevoerd op een zo efficiënt en rendabel mogelijke manier.”

Een belangrijke activiteit van KTBA België is het coachen van onder meer kwaliteitsmanagers en medewerkers. Mariën: “Het kwaliteitshandboek is een evidente randvoorwaarde. Wij zorgen er vooral voor dat dit op een zo goed mogelijke manier geïmplementeerd wordt en kwaliteit gaat leven op de vloer. Dat hele proces begeleiden wij voor onze klanten.”

Profiel

KTBA, van oorsprong een Nederlands bedrijf opgericht in 1996, zette in 2012 de stap naar België. Vandaag werken er een honderdtal medewerkers, waaronder vijften in de vestiging van KTBA België in Antwerpen. Dit jaar staan er nog zeven extra medewerkers op het verlanglijstje. Mariën:

“KTBA was al internationaal actief in België voor grote internationale voedingsbedrijven. Zij wilden voor de Belgische produc-

tiebedrijven dezelfde ondersteuning als voor hun Nederlandse bedrijven.” Door verdere groei op de Belgische markt lag een lokaal bureau voor de hand. “We merkten dat Belgische klanten niet alleen onze frisse aanpak waardeerden, maar ook onze opgebouwde kennis”, weet Mariën uit ervaring.

“Kwaliteit is universeel, maar het karakter van het bedrijf bepaalt hoe het daarmee omgaat.” Voor een dienstverlener is het belangrijk daar op in te spelen. Mariën: “KTBA België denkt vooruitstrevend, wij durven op een andere manier naar kwaliteit en voedselveiligheid te kijken, zodat onze klanten hun kwaliteit- en voedselveiligheidsniveau nog beter kunnen verfijnen.” www.ktba.be

• Yves De Groote

Food Factory of the Future (F3)

Innovatieve pasteurisatietechnieken bieden perspectief

de ontwikkeling van innovatieve pasteurisatietechnieken als hogedruk, microgolven en pulserend elektrisch veld passen binnen het Food Factory of the Future (F3)-project. Sprekers van de machinefabrikant dymogroup en het duitse instituut voor voedingstechnologie dil maakten dit duidelijk tijdens een drukbezocht seminarie van het F3-project en Food Pilot. Producttesten bepalen uiteindelijk de beste keuze.

Het doel van het F3-project is het transformeren van voedingsbedrijven in Food Factories of the Future. Agoria, de sectorfederatie voor de technologische industrie, haar technologisch onderzoekscentrum Sirris en Flanders’ FOOD, het innovatieplatform van de voedingsmiddelenindustrie, werken hierin samen met het Agentschap Ondernemen. World Class Production is een van de pijlers van de

Demo en smaaktesten

De live demonstratie van microgolfpasteurisatie van appelsiensap en ketchup met de Monoheat 2 kW door Stijn Olyslaegers van Dymogroup tussen de lezingen door, toonde de mogelijkheden van deze innovatieve pasteurisatietechniek. Een smaaktest van appelsiensap en een zuiveldrank met fruit gepasteuriseerd door hogedruk, pulserende elektrische velden en conventioneel maakte duidelijk dat innovatieve technieken de voorkeur krijgen. Lieselotte Geerts van Flanders’ FOOD: “De mening van het

voedselfabriek van de toekomst. Hieronder vallen innovatieve technologieën voor milde conservering (verlengen van de houdbaarheid met beter behoud van kleur, smaak en nutriënten), fysische decontaminatie van installaties en het terugdringen van nabesmettingen door het gebruik van alternatieven voor messen. Flanders’ FOOD coördineert de projecten op dit terrein. De twee andere pijlers

zijn informatisering (Digital Factory) en automatisering (Smart Production). Deze projecten worden gecoördineerd door Agoria en Sirris.

World Class Production

Het F3-project en Food Pilot organiseerden op 29 april een workshop rond innovatieve technologieën voor pasteurisatie van vloeistoffen in de congresruimte van Food Pilot in Melle. De live demonstratie van microgolftechnologie en een smaaktest maakten de middag compleet.

publiek werd bevestigd bij de officiële smaaktest daags nadien. Hierbij werden de sappen geproefd door een getraind smaakpanel. Bij het appelsiensap is er een lichte voorkeur voor het PEF-behandelde sap, maar de resultaten liggen vrij dicht bij elkaar. Het banaan-sinaas zuiveldrankje daarentegen, scoort beduidend beter op mondgevoel en smaak bij gebruik van hoge druk of PEF als pasteurisatietechniek.”

www.f-3.be

Als inleiding op de presentaties over hogedruk-, microgolf- en pulserende elektrische veldtechnologie presenteerde Lieselotte Geerts, projectmanager World Class Production bij Flanders’ FOOD, een overzicht van de technologieën binnen World Class Production en hun mogelijkheden in de voedingsindustrie. Pulserend elektrisch veld, UV-C en infrarood licht en koud plasma technologie zijn veelbelovende technologieën voor oppervlaktereiniging in de productie. Toepassingen lopen uiteen van het decontamineren van deksels of folies voor verpakkingen en het ontsmetten van transportbanden tot het doden van schimmels op cake of het verbeteren van de kleur, voedingswaarde en houdbaarheid van broccoli. Voorkomen van nabesmetting is mogelijk door messen voor het snijden van producten te vervangen door een waterjet-straal. De website www.f-3.be geeft een uitgebreide toelichting op de technieken.

Bijzonder interessant zijn de factsheets die vanuit het innovatieplatform van de voedingsmiddelenindustrie leveranciersonafhankelijke informatie geven.

Microgolftechnologie

Bij microgolven vindt de opwarming plaats doordat polaire watermoleculen in een product door een veranderend polair veld van richting veranderen. In industriële installaties treedt dit niet minder dan circa 2,45 miljard keer per seconde op, vertelt Stijn Olyslaegers van Dymogroup. Microgolfverhitting – met het product zelf als de bron – verschilt dus sterk van klassieke verhitting, waarbij een product vanuit een externe hittebron wordt opgewarmd. Energieoverdracht door microgolven gebeurt tegen lichtsnelheid, in tegenstelling tot de klassieke verhitting die relatief traag verloopt. De efficiëntie van microgolfverhitting bedraagt al gauw 50 tot 95%, waardoor het energieverbruik lager is. “Het hoge rendement is alleen mogelijk door een zo productspecifiek mogelijk ontwerp van de industriële microgolfinstallatie”, legt Olyslaegers uit. Een ander belangrijk voordeel is dat bij industriële verhitting de producttemperratuur zo nauwkeurig is te regelen dat de ingestelde temperatuur gelijk is aan de producttemperatuur. Bij klassieke verhitting is er steeds een temperatuurgradiënt tussen de kern en het productoppervlak nodig. Volgens Olyslaegers is de stand van microgolftechnologie inmiddels zo ver dat een betrouwbaar industrieel geautomatiseerd proces mogelijk is. Door het in serie of parallel koppelen van enkele microgolfgeneratoren van Dymogroup is een capaciteit van 1000 liter per uur haalbaar. Het proces kan CO2-neutraal gebeuren, indien voor groene stroom wordt gekozen.

Pulserende elektrische velden

Pulserende elektrische velden (20-80kV/cm voor een aantal µs) perforeren microbiële cellen, waardoor deze niet meer verder kunnen groeien. De kleur, textuur, smaak/geur, voedingswaarde van de producten blijven zo goed mogelijk intact. In-line processing is mogelijk. Door de korte procestijden is de

energiekost laag. Sterilisatie kan, terwijl het product minimaal wordt verhit (70-80°C). Volgens promovendus Claudia Siemer van het Duitse Instituut voor Voedingstechnologie DIL heeft de technologie die geschikt is voor verpompbare producten, geen effect op enzymen. Belangrijke procesfactoren zijn de sterkte van het veld, alsook behandelingstijd, frequentie, benodigde energie en temperatuur. Productparameters zijn de geleidbaarheid, zuurtegraad en samenstelling. Voor een log 5-reductie (factor 10.000) van E. coli in ananassap volstaan een veldsterkte van 12,2 kV/ cm en een specifieke energie van 137,4 kJ/kg. Sporen kunnen in combinatie met hitte worden afgedood. Installaties die DIL ontwikkelde samen met Elea hebben vermogens tot 80 kW. Hiermee kunnen micro-organismen bij een capaciteit van 5000 liter per uur worden geïnactiveerd. Voor droge stof is op een bandbreedte van 1 meter een capaciteit mogelijk van 50 ton per uur.

Hogedruktechnologie

Bij hogedruktechnologie (100-800 MPa) worden voorverpakte producten in een drukvat behandeld. Een semi-automatisch proces is mogelijk. De druk wordt verhoogd door vloeistof (meestal water) in het drukvat te pompen. Hierdoor krijgt het product overal dezelfde drukbehandeling. Micro-organismen en enzymen worden geïnactiveerd. “Er zal een kleine temperatuurstijging van 3-6°C per 100 MPa optreden”, verklaart Siemer. Ook is er een volumeverkleining van 10-20%, maar deze is reversibel. Na enkele minuten wordt de druk terug omlaag gebracht en is het proces afgerond. Belangrijke voordelen zijn de inactivatie van micro-organismen (schimmels, gisten, bacteriën en pathogenen) en enzymen. De houdbaarheid kan verlengd worden tot een factor vier. De kleur, textuur, smaak, geur en voedingswaarde blijven behouden. Dankzij de behandeling in de verpakking is geen nabesmetting mogelijk. De technologie is geschikt voor alle producten, behalve als deze veel lucht bevatten zoals champignons en brood. Groenten en fruit (29% van de installaties), vleesproducten (26%), sappen en dranken (14%) en visproducten (13%) zijn de voornaamste producten, verwijst Siemer naar cijfers van fabrikant Hiperbaric. In 2012 waren er volgens dit bedrijf wereldwijd 200 hogedrukinstallaties in gebruik.

• Yves De Groote •

dymogroup demonstreerde een microgolfinstallatie.

het talrijk opgekomen publiek keek belangstellend toe.

Bresc is de koelverse knoflook- en kruidenspecialist; altijd op zoek naar nieuwe smaaksensaties, nieuwe concepten en verschillende toepassingsmogelijkheden om de chef behulpzaam te zijn. Met ruim 20 jaar ervaring in de wereld van koelverse knoflook en kruiden zijn wij internationaal actief in landen als België, Duitsland, Frankrijk, Zweden en Zwitserland. Wij staan op bekende gastronomiebeurzen waar wij inspireren en geïnspireerd worden door de culinaire professionals.

R&D and gastronomy

Met een team van productontwikkelaars en culinair adviseurs werken wij samen aan de koelverse oplossing voor morgen. De authentieke smaak en het gebruiksgemak van onze producten zijn de belangrijkste randvoorwaarden in het productontwikkelingsproces.

Wij ervaren, door ons contact met de culinaire professionals uit de Europese gastronomie, de trends en topics die leidend zijn binnen deze markt. De feedback die wij van hen krijgen vormt nieuwe input voor ons productontwikkelingsproces. Onze R&D afdeling maakt daarbij de vertaalslag naar partners in de industrie. De proefkeuken in Sleeuwijk is bij uitstek de plaats waar industrie & gastronomie samenkomen: de koelverse Bresc oplossing op maat gemaakt. We delen onze gastronomische kennis en kijken waar onze producten hun toepassingen kunnen vinden in het proces van onze partners.

Natuurlijke smaakmakers

Een van de belangrijkste trends van de afgelopen jaren is het gebruik van natuurlijke smaakmakers. Zwarte knoflook is binnen deze trend dé nieuwe smaak van de culinaire professional.

Foodpairing

Naast inspiratie vanuit de gastronomie zijn wij actief met unieke smaakcombinaties vanuit Foodpairing. Onze knoflookpuree en knoflookstukjes zijn op moleculair niveau geanalyseerd en gevisualiseerd in de Foodpairing tree. Het is een innovatieve manier om mondiale smaken van producten met elkaar te combineren. Er ontstaan door dit proces van smaakcombinaties samenstellingen die alle verwachtingen overtreffen en geheel nieuwe toepassingen voor producten waarbij ‘anders denken’ wordt gestimuleerd.

Intrafood

Op de Intrafood beurs in Kortrijk laten wij de industrie & gastronomie elkaar ontmoeten. Graag laten wij u kennis maken met de Europese culinaire trends, doorvertaald door onze R&D afdeling naar op maat gemaakte concepten voor onze partners. Alles draait hierbij om koelverse, authentieke smaken en constante kwaliteit.

Ontmoet ons op de Intrafood in Kortrijk op 17 en 18 september 2014, standnummer 614. Bresc

Dit product ontstaat door een fermentatieproces van 30 tot 40 dagen. De structuur van de knoflook wordt hierdoor smeuïg en zacht. Het fermentatieproces zorgt tevens voor een zoete, bouillonachtige smaak en voor de verkleuring van de knoflooktenen van wit naar zwart. Zwarte knoflook behoort zodoende tot de zogeheten vijfde smaak: umami. Umami versterkt de hartige, zoute en zoete smaken. Zwarte knoflook is door deze eigenschappen een natuurlijke smaakversterker en vindt vooral zijn toepassing in soepen en sauzen.

Postbus 31

4254 ZG SLEEUWIJK

Nederland

T: +31 (0) 183 304811

F: +31 (0) 183 310210

E: info@bresc.nl

I: www.bresc.nl

Verpakkingsvakbeurs Empack Brussel

Onder de titel ‘ e future of packaging technology’ vindt op woensdag 24 en donderdag 25 september Empack 2014 plaats in Brussels Expo (hal 5). De beurs wordt gelijktijdig georganiseerd met Prologistics, de vakbeurs rond supply chain optimalisatie.

Revolution traysealer van Het Packhuys

Het Packhuys introduceert op de Empack Brussel de enkelbaans Revolution traysealer (topsealmachine, schalensluitmachine). Het is de snelste en meest energiezuinige enkelbaans topsealmachine die op dit moment beschikbaar is, aldus de leverancier. Nieuwe technologie maakt het mogelijk om enkelbaans een capaciteit te behalen tot 150 schalen per minuut bij atmosferisch verpakken. De machine is daarmee zeer geschikt voor het op hoge snelheid verpakken van bijvoorbeeld zachtfruit, tomaten of druiven, maar ook voor andere toepasingen middels trayseal. De Revolution kan tevens MAP-F (gas ush), MAP-V (vacumeren + gas ush) en skinverpakkingen maken. De snelheid is bij deze vormen van verpakken circa 20% tot 30% hoger dan de, qua grootte, vergelijkbare machines in de markt. De machine-afmeting bedraagt daarbij slechts vier meter, op een frame dat standaard van wielen voorzien is.

Doseren en verpakken

Het Packhuys biedt een breed

programma:

- Doseren: doseer- en transferpompen voor vloeibare (verpompbare) producten en complete doseersystemen (glas, es, emmer, jerrycan, schaal, pouch, zak).

- Verpakken (ook MAP en skin): handmatige, half- en volautomatische topsealmachines (tot 200 schalen/min), carrouselmachines (roterende afvul- en verpakkingsmachines) en platentransportmachines (lineaire afvul- en verpakkingsmachines).

- Verbruiksmaterialen: topsealschalen (PP, Apet, PLA, Cpet, karton, aluminium, pulp) en topsealfolie (voor diverse materialen, onbedrukt of bedrukt, geperforeerd of barrière).

Ook totaaloplossingen worden door Het Packhuys geboden, zoals automatisch ontnesten, schaaltransport, doseren, verpakken, printen en dekselen. Huren behoort tot de mogelijkheden.

Schone perslucht met Bekokat

Kwaliteit staat voorop in de voedingsmiddelenindustrie en de processen moeten aan de hoogste eisen voldoen. Eén van de onderdelen van het productieproces is perslucht. Perslucht wordt geproduceerd van aangezogen buitenlucht en bevat altijd een bepaalde hoeveelheid stofdeeltjes, oliedampen en, nog erger, bacteriën. Na het comprimeerproces komt deze vervuilde perslucht, vaak zonder voldoende behandeling, rechtstreeks in aanraking met het eindproduct of wordt ingezet voor het vervoeren van droge sto en en poeders. Dit kan kwaliteitsproblemen tot gevolg hebben en zelfs reputatieschade en/of nanciële gevolgen voor het bedrijf. Schone perslucht is dus belangrijk. Dat de persluchtbehandeling niet altijd wordt verbeterd, ligt in de onterechte verwachting dat dit leidt tot hoge investeringen en toenemend energieverbruik. De kosten voor het installeren van ltratie, droging en meetapparatuur, tezamen met het energieverbruik, worden echter vaak hoger ingeschat dan werkelijk het geval is. De hoogste kwaliteit én energiebesparing kunnen met perslucht namelijk hand-in-hand gaan. Beko Technologies hee daartoe Bekokat op de markt gebracht. Dit apparaat functioneert als een katalysator die de perslucht bacterie- en olievrij maakt. Het apparaat is gecerticeerd voor zowel het olievrije proces, als voor het leveren van bacterievrije perslucht. Bekokat kan na elke compressor worden geïnstalleerd tegen een lage investering en minimale toename aan energiekosten. De veronderstelling dat het apparaat een energievreter is, is dus onterecht. De Bekokat is bacterievrij gecerti ceerd door GfPS, hee een kwaliteit beter dan ISO 8573.1, Klasse 1 en is TÜV gecerti ceerd. Kwaliteit én energiebesparing is niet zomaar uit de lucht gegrepen. Beko Technologies staat op 24 en 25 september op de Empack in Brussel, stand B110.

Kick-off Platform Duurzaamheid

Flanders’ FOOD wil, tezamen met de belangrijke stakeholders, kennisinstellingen en de bedrijven van de agro-foodindustrie in Vlaanderen, werken aan een meer duurzame toekomst. Hoe kunnen bedrijven voedselverliezen reduceren, nevenstromen optimaal valoriseren en het gebruik van meer duurzame grondsto en maximaliseren? Hoe begint een bedrijf hieraan? Flanders’ FOOD hee alle troeven in handen om inzake duurzaamheid de agro-foodindustrie een duwtje in de rug te geven. Het innovatieplatform wil de brug slaan tussen de kennisinstellingen, de overheid en de bedrijven uit de sector.

Datum: 19 juni, Locatie: De Montil, A igem

ExpoBoost Frankrijk

3-4 juni Free From Food Expo, Brussel

3-4 juni Free From Food Ingredients Expo, Brussel

12 juni Food law in the European Union, Ede (NL)

12 juni Algemene vergadering Flanders’ Food en Fevia Vlaanderen, Affligem

19 juni Kick-off 'Platform Duurzaamheid’, Affligem

19 juni ExpoBoost Frankrijk, Affligem

17-18 september Intrafood, Kortrijk

24-25 september Empack, Brussel

30 september3 oktober WOTS, Utrecht (NL)

30 september3 oktober

Macropak, Industrial Processing, Utrecht (NL)

Zaken doen met Frankrijk vraagt veel expertise. Veel vragen vereisen immers een antwoord. Tijdens het Fevia-seminar ExpoBoost Frankrijk zullen onder meer de consumentenwensen en de grote markttrends aan bod komen. Andere vragen die uitgebreid beantwoord zullen worden zijn: Wie zijn de grote retailers en hoe kunnen we ze benaderen? Hoe geraakt een leverancier binnen in de aankoopcentrales en hoe lever ik aan de horeca? Wat zijn de do’s en don’ts van de Franse markt?

Datum: 19 juni, Locatie: De Montil, Kortrijk

Vier vakbeurzen gelijktijdig

Gelijktijdig zijn in Jaarbeurs Utrecht vier vakbeurzen: Macropak, Industrial Processing, Industrial European Dairy Show en WOTS. Macropak omvat de verpakkingsketen. Industrial Processing betre procesapparatuur, -engineering en -automatisering. WOTS biedt een breed aanbod aan op het vlak van automatisering, aandrijven en besturen, elektronica en laboratoriumuitrustingen. Industrial European Dairy Show omvat een soortgelijk aanbod voor de zuivelindustrie.

Datum: 30 sept.-3 okt. Locatie: Jaarbeurs Utrecht (NL) www.macropak.nl, www.industrialprocessing.nl, www.industrialeuropeandairyshow.com en www.wots.nl

30 september3 oktober

International Dairy Show, Utrecht (NL)

19-23 oktober SIAL, Parijs (FR)

11-13 november Braubeviale, Neurenberg (DU)

13-14 november Flanders' FOOD Technology Days, Brussel

17-20 november Emballage, Parijs (FR)

23-25 november Interpom, Kortrijk

2-4 december Health Ingredients Europe, Amsterdam (NL)

Cursussen Beurzen Congressen

vmt food is hét nieuwe mediaplatform voor de voedings- en drankenindustrie in vlaanderen, België. vmt food is een betrouwbare informatiebron voor directieleden en management op het gebied van quality assurance, productie, marketing en sales, inkoop, r&d en productontwikkeling. vmt food verschijnt vier keer per jaar en is een uitgave van mYbusinessmedia.

Redactieadres (België)

Gemeenteplein 43-1

8300 Knokke-Heist

E redactie@vmtfood.be

I www.vmtfood.be

Uitgever

Suzanne Wanders

T +31 (0)10 - 2894017

E s.wanders@mybusinessmedia.nl

Hoofdredactie (Nederland)

carina Grijspaardt-vink

T +31 (0)10 - 2894065

E c.grijspaardt@mybusinessmedia.nl

Adjunct-Hoofdredactie (België)

Yves de Groote

T +32 (0)50 - 623520

E redactie@vmtfood.be

Meten = Weten

Redactie

Philip Willaert

E redactie@vmtfood.be

Eindredactie

marjolein Spek

T +31 (0)10 - 2894007

E m.spek@mybusinessmedia.nl

Met medewerking van: AGoriA, fAvv, feviA, flanders’ food, food Pilot, ilvo

Media-adviseurs monique van neutegem

T +31 (0)6 - 50449402

E m.neutegem@mybusinessmedia.nl

Anneloes veerman

T +31 (0)6 - 12707014

E a.veerman@mybusinessmedia

Marketing

Kathelijne Koster

T +31 (0)10 - 2894013

e k.koster@mybusinessmedia.nl

Vormgeving de opmaakredactie, deventer

Druk drukkerij roelofs, enschede

Abonnementen voor vragen over abonnementen, bezorging en/of adreswijzigingen, kunt u bellen met onze Klantenservice. tel: +31 10 289 40 08. e-mail: vmt@mybusinessmedia.nl. mYbusinessmedia Bv vmt food, Postbus 8632, 3009 AP rotterdam

introductie jaarabonnement

€ 49,- (i.p.v. € 79,-)* *prijzen zijn excl. 6% Bt W en € 3,95 administratiekosten. Jaarabonnement geldt tot wederopzegging.

Nieuwsbrief

Wilt u de gratis wekelijkse e-mailnieuwsbrief ontvangen? Aanmelden: www.vmt.nl/nieuwsbrief

mYbusinessmedia

essebaan 63 c

2908 l J capelle a/d iJssel

Postbus 8632

3009 AP rotterdam

nederland

ISSN 2352-5924

niets uit deze uitgave mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever openbaar worden gemaakt of verveelvoudigd, waaronder begrepen het reproduceren door middel van druk, offset, fotokopie of microfilm of in enige digitale, elektronische, optische of andere vorm. Publicaties geschieden uitsluitend onder verantwoording van de auteurs. Alle daarin vervatte informatie is zorgvuldig gecontroleerd. de auteurs aanvaarden echter geen aansprakelijkheid voor de gevolgen van eventuele onjuistheden.

• DA 7250: (on-line) NIR Analyse van Vocht, Eiwit, As, Vet etc.

• IM 9500: NIT Analyse van Vocht, Eiwit, Olie, Zetmeel, HL-gewicht van granen, zaden en meel.

• RVA 4500: Bepaling van Enzymen en Zetmeel karakteristieken in 13 min.

Voor meer informatie: www.perten.com/products

KLARE KIJK OP CERTIFICATIE

Vertrouwen en innovatie door certificering

■ DNV GL is wereldwijd de vertrouwde certificeringspartner voor organisaties actief in alle domeinen van de samenleving.

■ Een certificaat van DNV GL staat voor integriteit, verbetering, duurzaamheid en innovatie.

■ DNV GL heeft de nodige expertise op het vlak van kwaliteit, veiligheid, milieu, MVO, KMO Portefeuille, NEN-EN 1090, informatiebeveiliging, voedselveiligheid en sectorspecifieke onderwerpen om uw partner in certificering, auditing en training te zijn.

Contacteer ons vrijblijvend voor meer info + 32 3 206 65 30

Auditeren van voedselnormen

ISO 22000, FSSC 22000 Food, FSSC 22000 Packaging, BRC Food, BRC-IoP, BRC S&D, IFS Food, IFS Logistic, IFS Broker, GMP+, FAMI-QS, HACCP

www.dnvba.be

dnv.certificationbelgium@dnvgl.com

SAFER, SMARTER, GREENER