VMT 12 (2017)

Page 32

Thema: Duurzame certificering

Bavaria stap hoger naar duurzaamheid

VOEDINGSMIDDELEN, MANAGEMENT EN TECHNOLOGIE LOGO ALLEEN NIET MEER VOLDOENDE VOOR CONSUMENT • EENDUIDIGE DEFINITIE VOOR DUURZAME CHOCOLADE • DRIE BEDRIJVEN OVER VOOR- EN NADELEN VAN CERTIFICERING • WWW.VMT.NL 2017 | EDITIE 12
Superstore Software voor food industrie ERP softwareE-commerceDataLabeling BEZOEK ONS OP ANUGA FOOD FAIR! Vraag nu een gratis demo aan! www.4foodsoftware.com
04 VMT . 3 OKTOBER 2017 . NR 12 INHOUD
10.
. . . . . . . . . .
ISO 26000 en MVO Prestatieladder hebben bij Bavaria duurzaamheid versneld . . .
.
16. Bedrijven over voor- en nadelen van certificeren . . . . . . 26.
. . . . . . . . . . . . . .
Nieuwe ISO-norm voor cacao op komst . . .
. .
29. Alleen een logo is voor de consument niet meer voldoende Foto cover: Van Assendelft Fotografi e

Nieuws

6 Nieuws

35 Agenda

37 Colofon

Mensenwerk

Hoe kun je ervoor zorgen dat in de keten alles op rolletjes verloopt? Met andere woorden, hoe voorkom je dat er gefraudeerd wordt met voedingsmiddelen en hoe zorg je ervoor dat jouw voedingsmiddel niet met kinderarbeid wordt geproduceerd?

Thema: Duurzaamheid certificeren

Certificering van duurzaamheid kent vele voordelen. Er kleven echter ook nadelen aan. Het kost veel tijd en geld. Wat zijn de overwegingen?

10 ‘Certificering versnelt duurzaamheid’

15 Column: Een betere wereld door duurzaamheidskeurmerken

16 ‘Prestatieladder is Nederlands feestje’

22 RSPO wil palmolie sneller duurzamer

26 Nieuwe ISO-norm cacao in de maak

29 Een logo is niet meer voldoende

Ingrediënt & Product

32 ‘Clean label’ door milde raffinage

Keurmerken en certifi ceringen doen hun best om verduurzaming aan te jagen en aantoonbaar te maken. Maar ook zij hebben zwakke punten. Neem de zaak met palmolieleverancier IOI, die vorig jaar onder vuur lag door Greenpeace. Het bedrijf zou zich schuldig maken aan de vernietiging van bos en veengrond. RSPO nam IOI tijdelijk het duurzaamheids certifi caat af. Standaarden zijn niet waterdicht en ook auditors kunnen niet overal tegelijk zijn. Critici zeggen daarom dat certifi cering de langste tijd heeft gehad en dat de toekomst aan de technologie is. Is dat zo?

Zowel technologie als certifi ceringen zijn slechts hulpmiddelen in de verduurz aming. Het blijft mensenwerk: directies en personeel van voedingsbedrijven moeten er in hun hart van overtuigd zijn dat het absolute noodzaak is. Klimaatverandering, droogte en armoede zijn vandaag de dag realiteit en daar is ook het Westen niet immuun voor.

Technologie en certifi cering zijn nuttige gereedschappen om verduurzaming aan te jagen en fungeren als stok achter de deur. Verschillende certifi ceringen zorgen ervoor dat duurzaamheid geborgd wordt in de organisatie en dat afspraken worden nagekomen. Het blijft echter lastig om te zien wat zich afspeelt op palmolie plantages in het oerwoud. Drones en satellieten kunnen uitkomst bieden, maar wij consumenten, burgers, overheden en bedrijven moeten het uitein delijk doen. Waar geen wil is, is ook geen weg.

05 COLUMN . . . . . .
Maurice de Jong • m.jong@mybusinessmedia.nl

Corbion

Corbion neemt microalgenspecialist TerraVia Holdings over uit een faillissement. Het uitgebrachte bod bedraagt omgerekend circa 16,8 miljoen euro. TerraVia is producent en leverancier van voedingsingrediënten met een breed en divers platform dat zich voornamelijk richt op de ontwikkeling van ingrediënten op basis van microalgen.

Op 2 augustus vroeg TerraVia zelf het faillissement aan. Op die datum maakte Corbion bekend dat het een stalking horse aandelen- en activakoopovereenkomst had gesloten met TerraVia. Deze overeenkomst was een eerste bod in het verkoopproces.

......................................................................................www.corbion.com

IOI Loders Croklaan

Agribusiness- en voedingsbedrijf Bunge Limited kondigt een definitieve overeenkomst aan met IOI Loders Croklaan waarin het 70 procent van de aandelen verkrijgt ter waarde van 946 miljoen dollar. De transactie breidt de capaciteiten, het bereik en de schaal van Bunge uit. Dit zet het bedrijf op de kaart als wereldwijde leider in b2b-oliën. Bunge levert onder meer oliezaden en granen.

........................................................................................www.bunge.com

Alpro

De Belgische producent van plantaardige dranken Alpro streeft naar meer lokale sojateelt. De Nederlandse sojateelt wordt gestimuleerd en opgeschaald, om zo de ecologische voetafdruk te beperken. “Wij willen de sojateelt dichter bij huis brengen en ontwikkelen steeds meer lokale sojaproductie. Wij geloven sterk in de lokale productie en de sterke banden met lokale agrarische gemeenschappen,” aldus Alpro.

In 2015 heeft het bedrijf een samenwerking opgezet met 50 Nederlandse landbouwers, waarbij op 170 hectare grond lokaal geteelde soja geoogst is. Dit jaar moet dit opgeschaald zijn naar 305 hectare. De samenwerking is mogelijk gemaakt door Agrifirm, een Nederlandse coöperatie die 17.500 Nederlandse landbouwers groepeert.

.............................................................................................www.alpro.be

Zwanenberg

Zwanenberg speelt in op de vegetarische trend en gaat vleesvervangers, soepen en sauzen op de markt brengen. Volgens ceo Ronald Lotgerink is de flexitariër aan een opmars bezig. “Het is heel normaal voor jongeren om drie dagen per week geen vlees te eten.” Op termijn moet 50 procent van de omzet van Zwanenberg komen uit niet-vleesproducten. Op dit moment is minstens 90 procent van de jaaromzet van 400 miljoen euro nog gerelateerd aan de productie van boterhamworst in blik, knakworst, leverworst en andere vleeswaren.

...................................................................................www.zwanenberg.nl

Online nieuws

• Hoe kan de voedingsmiddelenindustrie bijdragen aan een toename van het consumentenvertrouwen? HAK doet dit door de deuren open te gooien voor publiek en pers. Pottenkijken noemen ze hun recente voorlichtingscampagne. Het liefst veranderen ze tevens de naam van de categorie. “De naam conserven past niet meer bij ons product.”

• NIZO ontwikkelde een technologie waarmee voor elk voedselingrediënt of product gescreend kan worden hoe effectief verschillende productformuleringen zijn op de microbiële stabiliteit. De onderzoekers testten de methode op de stabiliteit van natuurdarmen.

• Volgens het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum (NVIC) waren er vorig jaar waren in Nederland 137 meldingen van paddenstoelenvergiftiging. In augustus dit jaar waren het er al 129, terwijl het hoogseizoen nog moest beginnen.

Breid uw abonnement uit naar een VMT optimaal abonnement én lees naast het vakblad alle informatie op vmt.nl

Nestlé opent in India Food Safety Institute

Nestlé heeft in India een instituut voor voedselveiligheid opgericht. Dit Nestlé Food Safety Institute (NFSI) is gevestigd in het R&Dcentrum in het Indiase Manesar. Met de oprichting draagt Nestlé bij aan de toenemende eisen voor veilige en gezonde voeding. Volgens Nestlé India zijn hygiëne en voedselveiligheid van cruciaal belang om de publieke gezondheid en het consumentenwelzijn te verbeteren. Het NFSI gaat onder andere onderzoek doen naar de ontwikkeling van analytische methodes. De voedselveiligheid zal verbeterd worden door chemisch toezicht: het testen van producten op verontreinigingen zoals zware metalen, pesticides, mycotoxines of verboden stoffen. Ook zal het NFSI wetenschappelijke kennis creëren om het opstellen van risicoverlagende strategieën mogelijk te maken.

Het instituut wordt tevens de plaats waar kennis uitgewisseld wordt met bezorgde aandeelhouders bij kwesties over voedselveiligheid. Nestlé heeft in het NFSI 36 miljoen euro geïnvesteerd.

06 NIEUWS IN HET KORT
...............................................................................................www.vmt.nl
............................................................................................www.nestle.in

Prinsjesdag: 25 miljoen voor voedselautoriteit

Extra budget voor het groeiend aantal leerlingen binnen het Groen Onderwijs, jaarlijks 2,5 miljoen euro voor een Digital Trust Centre om bedrijven te ondersteunen bij het tegengaan van cyberdreigingen, en eenmalig 25 miljoen euro voor de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) om haar toezichtsrol te versterken.

Dat zijn de belangrijkste nieuwe maatregelen uit de beleidsarme begroting van het ministerie van Economische Zaken die minister Kamp op Prinsjesdag aan de Eerste en Tweede Kamer heeft toegezonden.

De ministers geven in het document aan dat de Nederlandse agrosector toonaangevend is, maar dat goed toezicht op de sector een belangrijke voorwaarde is. Daarom heeft het kabinet voor volgend jaar 25 miljoen euro beschikbaar gesteld voor de voedsel- en warenautoriteit om haar toezichtsrol te versterken.

Het kabinet trekt ook extra geld – 6,2 miljoen euro – uit voor Groen Onderwijs. Het vindt het een goede zaak dat steeds meer leerlingen kiezen voor het Groen Onderwijs, maar volgens de ministers komt hierdoor de bekostiging in de knel.

Het ministerie van Economische Zaken zet in op samenwerking rond de ontwikkeling van nieuwe technologieën als big data en blockchain. Tegelijkertijd zorgen snelle digitale veranderingen voor nieuwe uitdagingen voor ondernemers. Het kabinet stelt vanaf volgend jaar daarom structureel 26 miljoen euro beschikbaar voor cybersecurity. Hiervan is 2,5 miljoen euro per jaar bestemd voor

Nieuwe chocolade is roze

Tachtig jaar na de introductie van witte chocolade presenteert Barry Callebaut Ruby. Deze roze variant is er nu naast pure en witte chocolade en melkchocolade.

De cacaoboon komt uit verschillende delen van de wereld en heeft specifieke eigenschappen die verantwoordelijk zijn voor de smaak en kleur die vrijkomt bij het produceren van Ruby-chocolade.

De roze chocolade heeft een lichte bessensmaak. De kleur en de smaak zijn van nature aanwezig in de Rubycacaoboon. Bij de productie is het dan ook niet nodig kleur- en smaakstoffen toe te voegen. De uitvinding van deze chocolade is mogelijk gemaakt door de samenwerking tussen de Jacobs University in Bremen en verschillende R&D-centra van Barry Callebaut.

..........................www.callebaut.com

een Digital Trust Centre. Dit centrum ondersteunt bedrijven bij het tegengaan van cyberdreigingen en helpt ondernemers hun eigen cybersecurity te organiseren. Het centrum wil daarnaast cyberspionage en andere vormen van cybercrime tegengaan.

advertentie

YOUR PARTNER IN QUALITY ASSURANCE

Analyses:

Allergenen (ELISA+PCR), voedingswaarde, mycotoxinen en andere contaminanten, microbiologie, microscopie, GMO, vleestypering, NIR enz.

Ook voor:

Labelcheck, verhandelbaarheidsrapporten, monstername en advies.

07 MEER NIEUWS OP WWW.VMT.NL NIEUWS VMT . 3 OKTOBER 2017 . NR 12
Nutrilab B.V. Burgstraat 12 4283 GG Giessen Tel: 0183-446 305 www.nutrilab.nl info@nutrilab.nl
.........................................www.rijksoverheid.nl
Foto: Shutterstock.com

CSM ontwikkelt

3D-printers voor de voedingsindustrie

Het Amerikaanse CSM Bakery Solutions gaat samenwerken met 3D Systems bij het ontwerpen van 3D-printers voor de voedingsindustrie. Naar verwachting is de distributie eind volgend jaar klaar. “Chocolade en koekjes zijn erg geschikt voor 3D-printen”, zegt TNO-expert Kjeld van Bommel.

De nieuwe vleesverwerkende fabriek die de Belgische retailer Colruyt eerder dit jaar opende in Halle is sinds kort volledig operationeel. Door een grotere capaciteit hoeft er substantieel minder extern te worden geproduceerd.

“Door zelf de productie in handen te nemen, kunnen we sneller verduurzamen”, zegt Stefean Goethaert, director van Colruyt Group Fine Food. Goethaert sprak dinsdag 19 september op de Flanders’ FOOD Inspiration Days in het Belgische Edegem. Colruyt, dat verduurzaming hoog in het vaandel heeft staan, is er als retailer van overtuigd dat je sneller stappen kunt zetten op het gebied van duurzaamheid in voedselproductie als je zelf ook die productie in handen hebt. “Zo branden we al tachtig jaar onze eigen koffie”, aldus Goethaert.

CSM Bakery Solutions en 3D Systems gaan samen werken aan een aantal prototypes, die gebaseerd zijn op 3D Systems’ Chefjet Pro 3D-printer. De 3D-printers gaan gebruikt worden voor culinaire doeleinden op professioneel niveau. Volgens vicepresident Sebastian Siethoff van CSM Bakery Solutions, zijn er al vele prototypes beschikbaar. Aan BakeryandSnacks vertelt hij: “Het mooie van deze technologie is dat ze de klassieke weg omzeilt en chefs en voedingsexperts de mogelijkheid geeft om complexe en zoete creaties te bedenken, te ontwerpen en te printen in slechts enkele uren.”

CSM en 3D Systems zien een hoge mate van relevantie voor zowel culinaire chefs als de voedingsindustrie. President en ceo Marianne Kirkegaard van CSM stelt dat de samenwerking de potentie heeft om de voedingsindustrie te veranderen. 3D-printen heeft volgens haar al vele industrieën geholpen. Ze ziet een goede toekomst voor de voedingsindustrie.

Volgens 3D-expert Kjeld van Bommel van TNO scheelt het gebruik van 3D-printers op de lange termijn veel tijd en geld. Ook hoeven bedrijven niet zo veel verschillende apparaten te gebruiken als nu vaak het geval is. “Op dit moment is een aantal kleine 3D-printers in gebruik voor thuis of in de gastronomie. Dit kan echter veel verdergaan. De samenwerking tussen CMS en 3D Systems is daar een mooi voorbeeld van. Chocolade en koekjes zijn erg geschikt voor 3D-printen. Consumenten verwachten hierbij gekke vormen en kleuren. Een appel daarentegen zou minder goed aanslaan.”

..................................................................www.csmbakerysolutions.com

Daarnaast heeft de retailer de productie van een deel van wijn, kaas, brood en vlees in handen. De grip van de retailer op productie neemt toe. In de vleesproductie van Colruyt Fine Food is het afgelopen jaar bijvoorbeeld een enorme stap gezet, zegt Goethaert. Begin dit jaar opende een gloednieuwe productiehal voor vlees en vleeswaren van 18.000 vierkante meter. “Daarmee hebben we de oppervlakte verdubbeld, want de oude fabriek staat er ook nog”, zegt de director.

Hij vervolgt: “Er staan 240 nieuwe machines en de fabriek is in tien maanden tijd gebouwd. De coördinatie hebben we volledig in de hand gehouden.” Er werken nu 1.200 mensen in de vleesproductie van Colruyt. Van de 20.000 ton vlees en vleeswaren die Colruyt jaarlijks verkoopt, werd 10.000 ton zelf geproduceerd. Dat moet nu groeien naar 15.000 ton.

Lees het complete artikel op VMT.nl

08 NIEUWS VMT . 3 OKTOBER 2017 . NR 12
..............................................................................www.flandersfood.com
‘We kunnen sneller verduurzamen door eigen productie’

Start-up wil consument aan de insecten krijgen met Bux Burger

Bugfoundation, een start-up uit het Duitse Osnabrück, wil een einde maken aan de terughoudendheid bij consumenten om insecten te eten. De lancering van de Bux Burger bij groothandel Makro moet daaraan bijdragen.

Nestlé Nederland

Marjolijn Niggebrugge is per 1 september aangesteld als commercieel directeur van Nestlé Nederland. In deze functie is Niggebrugge verantwoordelijk voor de verkoop van koffi e (onder meer Nescafé), culinaire producten (onder meer Maggi), babyvoeding (NAN Optipro) en chocolade (onder meer KitKat en Nestlé L’atelier) in het retail- en out-of-homekanaal. Ook gaat zij deel uitmaken van het bestuur van Nestlé Nederland. De focus van Niggebrugge ligt op samenwerken, categoriegroei en omnichannel- denken.

Tebodin

Bugfoundation is een van de eerste insectenverwerkende bedrijven in Nederland en België. Dankzij de ondersteuning van het Nederlands-Duitse samenwerkingsplatform FOOD2020 kan het bedrijf nu doorstoten naar de Europese markt. Het succes schuilt naar eigen zeggen in het rechtstreeks aanspreken van consumenten. De Bux Burger wordt verkocht door restaurants, cateraars en kleinere supermarkten in Brussel, Utrecht, Groningen, Den Haag, Maastricht en Eindhoven. Met de burger, die voor 43 procent bestaat uit buffalowormen, zegt Bugfoundation te laten zien welk potentieel deze producten bieden. Nog dit jaar wordt de burger opgenomen in het assortiment van de Makro. Andere landen zouden snel kunnen volgen. De Europese Unie toetst momenteel een verordening op dit gebied.

FOOD2020 bevordert samenwerking tussen Duitse en Nederlandse bedrijven en onderzoeksinstellingen. Het wordt ondersteund door het Interreg VAsamenwerkingsproject, dat wordt gefinancierd door onder meer de Europese Unie. Ook Essento, een start-up uit Zürich, heeft met hulp van FOOD2020 insectenhoudende producten ontwikkeld die onder andere via de Zwitserse supermarktketen Coop worden verkocht. “We hebben er lang naar toegewerkt, en nu is het eindelijk zover: als eerste detailhandelaar in Zwitserland starten wij de verkoop van producten met insecten van Essento,” aldus Silvio Baselgia, leider van de categorie management en verse aankopen van Coop. “De producten zijn perfect om de culinaire veelvoudigheid van insecten te leren kennen.”

..........................................................................www.bugfoundation.com

Het college van bestuur van Bilfi nger heeft Arjan van der Vliet (45) benoemd tot chief fi nancial offi cer van Tebodin. Van der Vliet heeft veel ervaring opgedaan in de industriële sector, voornamelijk in de olie- en gassector en op het gebied van gasturbines en motoren. Hij werkte ruim veertien jaar bij General Electric en brengt een sterke fi nanciële achtergrond mee. Hij is op 1 september bij Tebodin begonnen.

www.tebodin.bilfi nger.com

advertentie

RIDA®QUICK Gliadin

Sneltest voor het testen van grondstoffen en oppervlakten

09 PERSONALIA
R-Biopharm AG
............................................
www.nestle.nl

Richtlijnen geven Bavaria

010 REPORTAGE CERTIFICERING DUURZAAMHEID & MVO
‘Certificering versnelt verduurzaming’
Foto: Bavaria
houvast

Toen Bavaria in 2011 aan de slag ging met de duurzaamheidsrichtlijn ISO 26000 en de MVO Prestatieladder was het een van de eerste voedings- en drankenbedrijven. Hoe heeft het beleid van de bierbrouwer zich sinds die tijd ontwikkeld? “Maatschappelijk verantwoord ondernemen was destijds één onderdeel. Nu is het vervlochten in de hele onderneming”, zegt duurzaamheidsmanager Marthijn Junggeburth in gesprek met VMT.

De chandelier van blauwe en kleurloze bierflesjes hangt als een waaier boven de bar in de centrale ruimte van Bavaria’s hoofdkantoor in Lieshout. Ook de ijsvogel, het duurzaamheidssymbool van de bierbrouwer, pronkt nog steeds op de tap. Toch zijn er ook veranderingen zichtbaar: op de muren staan boodschappen die bezoekers en medewerkers moeten inspireren. Op een van de wanden prijkt een uitvergrote

foto van een directielid in klimuitrusting in een oogverblindend berglandschap met de tekst:

‘Cheers to life on top of Mount Everest # nr.4 on my bucketlist.’

Verderop staat de boodschap: ‘Cheers to life after brewing that perfect beer!’ met een breed glimlachende bierbrouwer. Achter de bar hangt aan de The Bucketlist Wall een flatscreen waarop logistiek medewerkers vertellen over hun bucket: verbetering van de verkeersveiligheid. Bij Bavaria is de sfeer haast voelbaar om met z’n allen het bedrijf naar een hoger plan te tillen. Alsof het om één grote familie gaat. Dat is niet verwonderlijk, want de bierbrouwer wil juist meer gaan uitdragen dat het een familiebedrijf is met de daarbij behorende waardes. Niet alleen is het doel om in 2020 de mijlpaal van één miljard euro omzet te behalen; tegen die tijd wil Bavaria ook een stuk duurzamer zijn. “De basis van onze strategie 2020 is het manifest van de familie (Swinkels, red.) dat stoelt op rentmeesterschap”, legt duurzaamheidsmanager Marthijn Junggeburth uit. “Dat manifest – nu zo’n twee jaar oud – eindigt met ‘alles wat we doen, doen we voor de volgende generatie’. Natuurlijk snapt iedereen de financiële doelstellingen, maar er zit heel veel meer achter.”

Ideeën voor verduurzaming

De bierbrouwerij daagt bijvoorbeeld haar medewerkers uit met ideeën te komen voor onder meer de verdere verduurzaming van het bedrijf. De directie heeft heel duidelijke duurzaamheidsdoelstellingen geformuleerd, legt Junggeburth uit. Het topmanagement heeft wel de hulp van alle medewerkers nodig om die doelstellingen te behalen en roept hen op oplossingen aan te dragen die onder andere de verduurzaming kunnen versnellen. Daarvoor is er een Pink Innovation Box. “Daar mogen allerlei

ideeën in opgevoerd worden. Afgelopen jaar gingen er drie van de zes over duurzaamheid. Er waren heel innovatieve ideeën bij. Ik zeg niet dat we die allemaal gaan doorvoeren, maar het borrelt echt van onderuit.”

Hoewel medewerkers naar hartenlust mogen spuien, is verduurzaming zeker niet vrijblijvend. Duurzaamheidsdoelen plus instructies en procedures over hoe daar te komen, zijn inmiddels stevig ingebed in de organisatie. Bavaria gebruikt daarvoor de internationale richtlijn ISO 26000. Die geeft niet alleen richting aan het mvobeleid, maar biedt ook een kapstok om het aan op te hangen. De MVO Prestatieladder fungeert als managementschil om ISO 26000 voor het continu verbeteren van de duurzaamheid. In 2011 was Bavaria een van de eerste voedings- en drankenbedrijven die gingen werken met ISO 26000 en de MVO Prestatieladder. “In 2011 was mvo nog een kunstje van een klein deel van het bedrijf. Nu is het veel meer: de organisatie is ervan doordrenkt. Onze

ISO 26000 en MVO Prestatieladder

ISO 26000 is een internationale richtlijn voor duurzaamheid. Die kan als kapstok dienen voor bedrijven om hun duurzaamheidsbeleid aan op te hangen. Het uitgangspunt is dat een organisatie vanuit een basishouding (7 mvo-principes) samen met de stakeholder bekijkt welke maatschappelijke thema’s (37 onderwerpen) zij aan de slag gaat. ISO 26000 is niet te certificeren omdat het een richtlijn is. Wel is er een zelfverklaring die kan worden gecertificeerd. Bavaria heeft er voor gekozen niet met zo’n zelfverklaring te werken. De MVO Prestatieladder maakt het mogelijk om 33 mvo-indicatoren door middel van een managementsysteem en in samenspraak met de stakeholders voortdurend te ontwikkelen. De ladder is gebaseerd op communicatie met stakeholders op basis van deze indicatoren in het managementsysteem. Een bedrijf kan op vijf niveaus gecertificeerd worden. Voor informatie: www.mvoprestatieladder.nl en www.mvonederland.nl.

011
‘Richtlijnen geven ons ook commercieel succes’

managers hebben ook doelstellingen gekregen, vaak gericht op energie en water.”

ISO 26000 en MVO Prestatieladder

In de afgelopen tijd kromp Bavaria het aantal certificeringen verder in. “We dachten: als je aan ISO 26000 nog een paar dingen kunt toevoegen – dat kun je afspreken met de certificerende instelling – dekt dat eigenlijk de hele lading. En meer nog dan in 2011 hebben we deze richtlijn om al onze mvo-activiteiten af te dekken, dus ook milieu en veiligheid. We interpreteren ISO 26000 ook heel ruim. Deze richtlijn is voor ons alleen maar belangrijker geworden.”

‘Door de MVO Prestatieladder zijn we meer gaan doen met onze stakeholders’

gemaakt dat voldoet aan de eisen van de belanghebbenden. “Dat waren we niet gewend”, herinnert Junggeburth zich. Het verslag is veel transparanter geworden en er is geïntegreerd: het financiële jaarverslag en het mvo-verslag zijn samengevoegd tot één. “Voorheen was die jaarrekening maar beperkt openbaar, dus voor ons was het best een stap om die integratie te doen en daar heel transparant in te worden”, geeft de duurzaamheidsmanager aan. “Door het transparante jaarverslag krijgen stakeholders nu beter inzicht in onze belangen en verantwoordelijkheden.”

Deze openheid dwingt Bavaria om regelmatig bij de belanghebbenden te toetsen of het nog op het juiste spoor zit.

Naast de duurzaamheidsrichtlijn werkt Bavaria met IFS, dat de kwaliteit en voedselveiligheid borgt. Om de verduurzaming daadwerkelijk naar een hoger niveau te tillen, werkt Bavaria met de MVO Prestatieladder. Die bestaat uit vijf niveaus en toont aan hoe goed een bedrijf presteert en hoe het de prestaties borgt. “Het is ons managementsysteem voor het continu verbeteren van elementen van duurzaamheid”, zegt Junggeburth. “Via interne audits controleren we of we op schema liggen.”

In 2015 wist het Brabantse familiebedrijf niveau 4 van de MVO Prestatieladder te bereiken, het op een na hoogste niveau. Daar kwam best nog wat bij kijken. Zo moest er een jaarverslag worden

Stakeholders

Dan komt automatisch het tweede obstakel in zicht bij het bereiken van niveau 4: de stakeholdersconsultatie. De prestatieladder eist namelijk bij duurzaamheid op dit hoge niveau dat bedrijven hun stakeholders intensief betrekken bij het duurzaamheidsbeleid.

Daarom houdt Bavaria om de drie jaar een groot overleg met een divers pluimage aan partijen. Zo schoven bijna drie jaar geleden onder anderen een start-up, een bankier, een eventorganisator, lokale wethouders en zelfs een autoverkoper aan bij Bavaria in Lieshout. De kernvraag op die bijeenkomst luidde: wanneer zou jij trots zijn op Bavaria wanneer je tien jaar verder bent.

012 VMT . 3 OKTOBER 2017 . NR 12 DUURZAAMHEID & MVO
REPORTAGE CERTIFICERING
Foto:
Assendelft Fotografie
“We leggen de lat voor duurzaamheid hoog”, benadrukt duurzaamheidsmanager Marthijn Junggeburth.
Van

“Je ziet dan heel veel dynamieken ontstaan. Dat proces leidt uiteindelijk tot onze nieuwe mvo-strategie, met andere accenten dan we van tevoren bedacht hadden. Kijk, water, energie en verantwoord alcoholverbruik zullen altijd blijven. Dat is des brouwers. Maar er komt nog iets anders bij en dat zat hem met name in samenwerken en de dialoog opzoeken.”

Samenwerking boeren

De MVO Prestatieladder is een onmisbare tool om duurzaamheid in de organisatie te borgen en de risico’s te bekijken die daarmee samenhangen, vertelt Junggeburth. Zonder dit systeem val je terug op de gangbare managementsystemen. Dan is er het risico dat zaken niet worden aangepakt of onvoldoende worden geborgd. De manager neemt graag het Boer-Bier-Waterproject als voorbeeld, een initiatief dat medio 2011 is gestart met als gezamenlijk belang schoon water voor de lange termijn. Hierin maakt Bavaria afspraken over het leveren van gezuiverd afvalwater aan boeren, die vaak tevens omwonenden zijn van de brouwerij. Die afspraken legt Bavaria vast in zijn systeem. Junggeburth: “Dat moet dan wel goed werken. Er moet naar veel dingen worden gekeken: worden er reviews gedaan, houden mensen zich aan de afspraken en zijn de instructies en procedures nog actueel? Al deze zaken zitten in ons managementsysteem dat MVO Prestatieladder heet. Zonder dit systeem kan iemand besluiten de kraan open te draaien wanneer het droog is en dicht te draaien wanneer het nat is, terwijl we daarover andere afspraken hebben gemaakt. De MVO Prestatieladder reikt tools aan om dit goed te organiseren.” De ladder en certificering in het algemeen zijn een prima middel om leveranciers van de essentiële grondstof gerst aan de afspraken te houden. “Dan gaat het bijvoorbeeld over hoe transparant ze zijn in het gebruik van gewasbescherming en of ze hun best doen om zo weinig mogelijk hiervan te gebruiken. We zeggen niet: je mag het niet gebruiken, want het is niet biologisch. We stimuleren het

wel om er kritisch naar te kijken: hoe kun je zo min mogelijk bestrijdingsmiddelen gebruiken.”

Supermarkten

Het toepassen van ISO 26000 en de MVO Prestatieladder heeft de manier van denken beïnvloed en de verduurzaming versneld. “Kijk naar de stakeholders. Door de prestatieladder zijn we hier meer mee gaan doen.” Maar Junggeburth ziet ook dat het aantoonbaar maken van duurzaamheid steeds meer een eis wordt. En dat doe je gemakkelijker als je hiervoor een certificaat of richtlijn kan laten zien. “Als supermarkten bij ons audits komen uitvoeren, kunnen we laten zien dat we hier goed over hebben nagedacht. Dan zijn we zo klaar. Als auditors er niet zeker van zijn dat de systemen op orde zijn, kan het hele (audit)circus dagen duren. Natuurlijk hebben we af en toe nog wel discussies, bijvoorbeeld over de interpretatie van internationale wetgeving.” Ook merkt Junggeburth dat internationale retailers steeds meer duurzame databases hanteren waarin leveranciers moeten aantonen dat ze duurzaam opereren. “Als je dan laat zien dat je een certificaat hebt, gebaseerd op ISO 26000, en een managementsysteem daaromheen, ontstaan er geen discussies.” De MVO Prestatieladder en ISO 26000 heeft de bierbrouwer ook commerciële successen gebracht. Hierdoor wist Bavaria drie grote horecapartijen aan zich te binden. “Als we duurzaamheid niet zo aantoonbaar hadden geborgd in onze organisatie, was dit niet gebeurd.”

De komende tijd zet Bavaria vol in op circulair ondernemen. Om dit te borgen en bewustwording te creëren, zullen ook ISO 26000 en de MVO Prestatieladder een belangrijke rol spelen. “We willen hier echt op gaan meten en er prestaties aan koppelen. Dat is best wel een uitdaging, want wat is circulair ondernemen, hoe meet je dat en hoe vertaal je het naar prestaties en concrete doelstellingen? We zitten nu midden in dat proces.”

• MAURICE DE JONG •

Waarom gaat Bavaria niet voor niveau 5 van de MVO Prestatieladder? Lees dat op vmt.nl

013
De bierbrouwer heeft op zijn terrein een zwaluwmuur laten plaatsen om de biodiversiteit te bevorderen. Via een vijzel gaat gezuiverd afvalwater naar boeren in de omgeving. Bavaria werkt met de agrariërs samen in het Boer-Bier-Waterproject
Bavaria
Foto: Bavaria Foto:

YAMA, Your silent partner in famous food

Heproflex BV

Premium Hose Solutions

Binnen Heleon Group is Heproflex BV dé specialist op het gebied van kwalitatief hoogwaardige slangen en appendages voor de Voedingsmiddelen Industrie, Farmaceutische Industrie en Algemene Industrie. De kern van ons bedrijf is het adviseren, aanpersen en leveren van de juiste slang voor iedere denkbare toepassing. Door onze uitgebreide eigen werkplaats kunnen we veel uitvoeringen uit voorraad leveren met aangeperste koppelingen eventueel voorzien van 90 graden bochten of speciale aansluitingen. Ook slanginspectie m.b.v. video endoscopie en lasergravering van koppelingen, behoort tot de mogelijkheden. Graag denken we met u mee en ontwikkelen samen met u de meest effectieve toepassingen en oplossingen.

Ontdek de kracht van de Heleon Group.

Heleon Group Heproflex BV
der Waalsweg 13 3241 ME Middelharnis Nederland
(0187) 89 09 09 www.heproflex.com
Van
Tel:
Roestvaststalen buizen en fittingen - sanitaire koppelingen - afsluiters - slangen - filters en andere armaturen voor de voedingsmiddelen en farmaceutische industrie Yama heeft alle basis ingrediënten voor hartige smaken, aansluitend op de trends van vandaag. Kennis van de juiste balans en toepassing maken ons Umami pakket compleet.
Hartig Vlees Gevogelte Groente Bouillon Umami systemen Sojasauzen MSG en alternatieven Zoutreductie systemen culinaire smaaksystemen harmonie van umami Adverteerdersindex VMT AZO pagina 19 DUPP – Food Recruitment pagina 2 Dyson Benelux pagina 24 + 25 Estrategy pagina 3 Eurofins Food Testing Netherlands pagina 31 Heleon food group pagina 14 Jenx pagina 36 Lets pagina 28 Mikrocentrum Nederland pagina 28 Nutrilab pagina 7 R-Biopharm A pagina 9 RAI Amsterdam pagina 34 Tebodin Netherlands pagina 39 Tetra Pak Processing Systems pagina 40 Uticon Engineering Consultancy pagina 31 Yama Products pagina 14 Vincotte ISACert Nederland pagina 19

Een betere wereld door duurzaamheidskeurmerken

Als je al zo lang met keurmerken bezig bent als ik, ben je het aan jezelf verplicht regelmatig achterover te leunen en van een afstand naar je inspanningen te kijken. De vraag is immers niet alleen of je de dingen goed doet, maar ook – en misschien vooral – of je de goede dingen doet. Dus de vraag aan mijzelf is: wordt de wereld beter van duurzaamheidskeurmerken? Bloeien planten uitbundiger, worden mensen en beesten blijer en bijen talrijker? Lees: wat is de impact van keurmerken op milieu, klimaat, biodiversiteit, dierenwelzijn en eerlijke handel? En elke keer denk ik weer: ja, de wereld gaat erop vooruit als er meer met duurzaamheidskeurmerken wordt gewerkt. Laat ik twee belangrijke mechanismes schetsen.

B2B

Een duurzaamheidskeurmerk werkt in een sector als kartrekker. Meestal begint het als een niche. Al snel komt er een grotere speler bij die net iets onder de eisen gaat zitten maar die wel de markt mee omhoog trekt. Een voorbeeld. Max Havelaar begon als klein aandeel, maar zorgde ervoor dat UTZ de grote stromen ging verduurzamen. De rest wil dus niet achterblijven. Sterker nog, soms zorgt een duurzaamheidskeurmerk dat zelfs achterblijvers boven de wettelijke eisen uitkomen. Niemand wil zich schamen voor zijn product. Milieu Centraal merkte dat toen het keurmerken ging benchmarken: de gangbare praktijk ligt soms hoger dan het wettelijk vereiste minimum. Waarmee we ook tegen een aantal keurmerken moesten zeggen: ‘Sorry, u krijgt een matige beoordeling, want uw toegevoegde waarde is nihil’. Een duurzaamheidskeurmerk trekt aan de markt, en hoe groter die trek hoe meer de sector als geheel verduurzaamt. Pure winst.

B2C

Consumenten kopen steeds meer duurzaam. De stijging van het marktaandeel duurzaam voedsel laat groeicijfers zien waar

elke retailer zijn vingers bij aflikt (LEI/ WUR, monitor duurzaam voedsel).

Daarbinnen neemt biologisch een groot aandeel voor zijn rekening.

Voor de consument is dat herkenbaar als duurzaam. Niet voor niets zijn de marketeers van een hamster-grutter afgestapt van het concept Puur & Eerlijk en helemaal overgegaan op het etaleren van biologisch. Een duidelijk herkenbaar begrip. En niet meteen roepen ‘ja maar biologisch is niet hetzelfde als duurzaam’. Dat weet ik ook. Biologisch scoort in elk geval beter op biodiversiteit dan niet-biologisch. En ook hier treedt het kartrekkereffect op: de gangbare niet-biologische landbouw heeft veel goede aspecten inmiddels in de eigen bedrijfsvoering geïntegreerd.

Terug naar de consument. Dit soort ontwikkelingen laat zien dat het werken met eenvoudige concepten de consument meer bedient dan de wildgroei van alle blije beestjes en groene blaadjes die ik de afgelopen jaren heb gezien. Daarmee worden alle claims ongeloofwaardig. Dus ik ga graag voor een paar sterke herkenbare (top)keurmerken. Want bekend maakt bemind, die open deur trap ik graag nog even in. Dus ja, duurzaamheidskeurmerken helpen de wereld vooruit. De markt wordt gestimuleerd na te denken en mee te groeien in de verduurzaming van de productie. En de consument kan gemakkelijker duurzame keuzes maken door zijn spaarzame aandacht te besteden aan snel herkenbare producten.

We doen met zijn allen de dingen dus goed. U, ik en al die anderen die betrokken zijn bij duurzaamheid. En als we samenwerken, lukt het ook de goede dingen te doen. Op weg naar die betere wereld!

VMT . 3 OKTOBER 2017 . NR 12 015 DUURZAAMHEID & MVO
• VERA DALM • V. Dalm is directeur van voorlichtingsorganisatie Milieu Centraal, zij schrijft op persoonlijke titel
COLUMN CERTIFICERING

CERTIFICERING

ACHTERGROND

‘Prestatieladder is Nederlands feestje’

Voor- en nadelen certificering van duurzaamheid

De MVO Prestatieladder en ISO 26000-zelfverklaring kosten bedrijven veel tijd en dus ook geld. En wat levert het op? En is het bijvoorbeeld beter om te focussen op één mvo-issue, zoals bij het ISO 14001-certificaat? Drie ondernemingen schetsen tegenover VMT de voor- en nadelen.

“Eigenlijk zou certificering voor duurzaamheid helemaal niet nodig moeten zijn”, zegt Marianne van Keep, director Sustainability bij Verstegen Spices & Sauces. “Ik zou liever streven naar opperste transparantie. Maar de fipronilcrisis laat zien dat dit nog niet

mogelijk is. Blijkbaar zijn er nog altijd bedrijven die puur handelen vanuit het kostenperspectief en niet oprecht open en eerlijk zijn. En zolang we bedrijven nog niet altijd op hun woord kunnen geloven, is certificering een goede manier om te

laten zien dat je oprecht met duurzaamheid bezig bent.”

B Corps

Verstegen Spices & Sauces is gecertificeerd volgens de MVO Prestatieladder op niveau 4, wat betekent dat het bedrijf koploper is in de branche. “De prestatieladder heeft heeft ons veel opgeleverd”, zegt Van Keep. “Het geeft je structuur en dwingt je in een bepaalde richting te denken. Wel is het jammer dat onze klanten het certificaat nog onvoldoende waarderen. En ik vind het jammer dat het een Nederlands feestje is. Buitenlandse klanten kennen de ladder niet. Daarom ben ik me aan het oriënteren op andere duurzaamheidsnormen en -certificaten. Veel internationale certificaten, zoals Rainforest Alliance, zijn productgericht. Ik zoek een certificeringsnorm die organisatiegericht is, zoals Sedex, de NEN 26000-zelfverklaring, B Corps of EcoVadis. Sedex heeft als nadeel dat het voornamelijk gericht is op de supplychain. En EcoVadis is niet echt een certificaat maar meer een score waaraan je je eigen beleid toetst. B Corps en EcoVadis hebben als voordeel dat ze de hele organisatie doorlichten en daarom passen ze wellicht het beste bij ons.”

Internationaal

Van Keep zegt dat de MVO Prestatieladder haar ‘waanzinnig veel geld kost’. “Je bent tijd en geld kwijt aan de voorbereiding van

016 VMT . 3 OKTOBER 2017 . NR 12 DUURZAAMHEID & MVO
Foto: Marco ter Beek
Voor Royal A-Ware is een goed arbeidsklimaat een belangrijke pijler van het mvo-beleid.

de audits. Vervolgens krijg je elk jaar een audit van vier dagen. Om de drie jaar is er zelfs een uitgebreide audit van twee keer vier dagen. Dit kost Verstegen tienduizenden euro’s. Wij vinden het dat waard, maar ik kan me voorstellen dat niet ieder bedrijf zich dat kan veroorloven.”

Certificaten zoals de MVO Prestatieladder ontwikkelen zich natuurlijk in de loop van de jaren. Wat zou Van Keep verbeterd willen zien in een volgende versie? “Ik hoop dat er meer aansluiting komt met de 17 Sustainable Development Goals, die zijn vastgesteld door de Verenigde Naties. De MVO Prestatieladder houdt nu nog vast aan een oudere structuur. Internationaal wordt er altijd over de 17 SDG’s gesproken en het is mooi als we allemaal over dezelfde onderwerpen praten.”

Juiste accenten

Ook het zuivelbedrijf Royal A-ware is gecertificeerd op niveau 4 van de MVO Prestatieladder. “We zijn begonnen met de ISO 26000-zelfverklaring omdat dit een internationaal erkende duurzaamheidsstandaard is”, vertelt Corine Kroft,

manager MVO & Communicatie bij Royal A-ware. “Het nadeel is dat de resultaten niet geaudit worden. Daarom hebben wij de zelfverklaring aangevuld met de MVO Prestatieladder. De indicatoren van de prestatieladder en de ISO-norm zijn niet een-op-een hetzelfde, maar ze zijn in dezelfde geest geschreven en daardoor

Kroft vindt het jammer dat beide normen erg algemeen zijn. “De indicatoren zijn voor alle sectoren toepasbaar. Daardoor staan specifieke thema’s zoals dierenwelzijn er niet in. We hebben die er zelf aan toegevoegd en daar hebben we onze eigen duurzaamheidsprogramma’s voor.”

Platslaan in Excel

Wat hebben de normen haar opgeleverd? “De ISO 26000-zelfverklaring, en vooral de prioriteitenmatrix, heeft ons geholpen prioriteiten te stellen”, zegt Kroft. “Ze geeft daarnaast een goede leidraad om op een open manier over duurzaamheid te communiceren. De ISO 26000-norm geeft mij bovendien een waardevol houvast tijdens ons jaarlijkse moment van reflectie.”

Royal A-ware wil met de prestatieladder aantonen dat het een robuust duurzaamheidsbeleid heeft. “En de audits zijn een goed leermoment”, zegt ze. “Het is waardevol als iemand op een kritische manier je mvo-beleid onder de loep neemt. Ik vind dat je met de MVO Prestatieladder ervoor moet waken dat je duurzaamheid niet platslaat in Excel. Daarom zou de ladder van mij wat praktischer mogen zijn. Het zou meer een hands-on tool mogen worden waardoor het de organisatie meer energie geeft om met de duurzaamheidsthema’s aan de slag te gaan.”

Net rijgedrag

redelijk goed met elkaar te combineren.”

Kroft zegt dat ISO 26000 haar geholpen heeft de juiste accenten te leggen en bepaalde thema’s hoger op de agenda te krijgen. “Daarnaast prikkelt de prioriteitenmatrix je om naar het brede scala aan duurzaamheidsindicatoren te kijken en niet alleen naar die indicatoren waar je dagelijks mee te maken hebt. We gebruiken de prestatieladder om de mvo-prioriteiten concreet en meetbaar te maken.”

Patisserie- en ijsproducent Otelli gebruikt alleen de ISO 26000zelfverklaring. “We zijn een klein bedrijf en dat betekent dat we geen megabudget hebben voor investeringen in duurzaamheid”, zegt directeur Jaco de Vreugd. “ISO 26000 helpt ons om stapsgewijs de acties uit te voeren die wél binnen ons bereik liggen. We laten de zelfverklaring altijd toetsen door een extern bureau om te checken of we op de goede weg zijn.”

017
Verstegen traint de peperboeren in Indonesië om verschillende mvo-vraagstukken naar een hoger niveau te tillen. Foto: Verstegen Spices & Sauces
‘De standaarden zijn redelijk goed met elkaar te combineren’

CERTIFICEING

ACHTERGROND

Wat levert ISO 14001 op?

De ISO 14001-norm richt zich op één mvo-vraagstuk, namelijk het milieu. Wat levert dat op? De KAMcoördinator en vestigingsmanager van Holland Food Service vertellen over hun ervaringen. Het bedrijf is producent van maaltijden en maaltijdcomponenten.

“Alle duurzaamheidsthema’s zitten in onze bedrijfsvoering verweven. Voor het thema milieu heeft de ISO 14001-norm ons veel inzichten gegeven”, zegt vestigingsmanager Giovanni Pili. “We houden nu maandelijks bij hoeveel water, CO2, brandstof en energie we verbruiken. Die overzichten zetten ons aan het denken. Hoe kwam het bijvoorbeeld dat onze auto’s in maart en april meer brandstof verbruikten, terwijl ze evenveel kilometers reden? Dat soort dingen hebben we uitgezocht. Het bleek dat we liters brandstof konden besparen

door de banden goed op spanning te houden. Bovendien leerden we om juiste prioriteiten stellen. We staken altijd veel energie in een zo efficiënt mogelijke routeplanning. Dat leverde slechts een kleine besparing op. Nu meten we het rijgedrag van onze chauffeurs en daardoor zien zij het als een sport om zo zuinig mogelijk te rijden. We zien in de cijfers terug dat we daar een veel grotere besparing mee realiseren.”

Audit

Holland Food Service krijgt jaarlijks een ISO 14001-audit, waarbij er een steekproef wordt genomen van de norm. Elke drie jaar wordt het hele bedrijf doorgelicht. “De audits houden ons scherp en zorgen voor extra draagvlak binnen ons bedrijf”, zegt KAM-coördinator Eline de Schouwer. “Het zorgt ervoor dat de duurzaamheidsmaatregelen niet vrijblijvend zijn.” Het bedrijf heeft op tal van thema’s duurzaamheidsstappen genomen. Zo is er gekeken naar

de restwarmte van het bedrijf. Die wordt nu gebruikt voor het verwarmen van de kantoren. “We zijn nu bezig met afvalscans”, zegt Pili. “We analyseren waar ons restafval uit bestaat en hoe we dat nog beter kunnen scheiden. En misschien kunnen we een bepaalde reststroom een duurzamere bestemming geven.”

De nieuwe standaard

Al deze besparingen leveren het bedrijf natuurlijk geld op. Pili zegt dat het hem daar niet om te doen is. “De besparingen ben je direct weer kwijt aan investeringen. Die kun je ongeveer tegen elkaar wegstrepen. Je moet er alleen aan beginnen als je oprecht wilt werken aan een duurzamere bedrijfsvoering.” Pili verwacht dat duurzaam certificeren in de toekomst een grotere rol gaat spelen. “Ik denk dat de overheid en onze klanten dat meer van ons gaan verwachten, en dat certificeren de nieuwe standaard wordt. Daar zijn wij nu al op voorbereid.”

De Vreugd zegt dat ISO 26000 hem op een prettige manier op weg heeft geholpen. “Natuurlijk kost het je in het begin veel tijd. Dat weet je voordat je eraan begint. En zoals bij iedere normering geeft het je inzichten over hoe je zaken slimmer kunt aanpakken. We hebben bijvoorbeeld al onze auto’s voorzien van een track-and-tracesysteem. Daaruit bleek dat onze chauffeurs veel remmen en snel

en de maximumsnelheid begrensd zijn. Onze chauffeurs krijgen nu complimenten over hun nette rijgedrag. In werkelijkheid kunnen ze niet anders meer. En onze producten komen mooier bij onze klanten aan”, geeft hij aan.

Verwateren

De Vreugd zegt dat de zelfverklaring een bepaalde mate van zelfdiscipline vraagt.

moet je de actielijst bijhouden en het hele beleid regelmatig tegen het licht houden. Dat laatste wil nog wel eens verwateren. Onze kwaliteitsmanager volgt nu diverse mvo-cursussen om de boel weer op scherp te krijgen.”

optrekken, waardoor ze brandstof verspillen. We hebben nu alle auto’s voorzien van een start-stopsysteem en van ECOdrive. Dit betekent dat het toerental, de acceleratie

“Sommige thema’s zijn geïntegreerd in ons bedrijf. We zijn bijvoorbeeld een leerbedrijf en we werken samen met basisscholen in de omgeving. Zo laten we jongeren zien dat het leuk is om een vak te leren. En bij nieuwe investeringen kiezen we altijd voor de meest duurzame oplossing. Daarnaast

De ondernemer zegt dat de ISO 26000zelfverklaring hem geen extra klanten heeft opgeleverd. “Onze klanten vinden het leuk dat we het doen, omdat ze zelf ook met duurzaamheid bezig zijn. Maar ze zien het zeker niet als een vereiste. Ik denk dat je het ook niet voor je klanten moet doen. Je moet het doen omdat je het zelf belangrijk vindt om je bedrijf stap voor stap duurzamer te maken. ISO 26000 helpt je daarbij.”

VMT . 3 OKTOBER 2017 . NR 12 018 DUURZAAMHEID & MVO
‘Onze klanten zien het certificaat zeker niet als een vereiste’
MAAIKE TINDEMANS • M. Tindemans is freelance journalist

Staat u voor veilige, verantwoorde en eerlijke voeding?

A Vinçotte company

FLINT, AMERSFOORT DONDERDAG 30 NOVEMBER 2017

Food Safety event

Praktisch en diepgaand

Het VMT Food Safety Event is de jaarlijkse bijeenkomst waar u op het gebied van voedselveiligheid geïnformeerd wordt over de laatste trends en ontwikkelingen. Het event biedt daarnaast een uitstekende gelegenheid om te netwerken.

Tijdens het ochtendprogramma zullen vooraanstaande vertegenwoordigers van wetenschap, bedrijfsleven en overheid actuele thema’s behandelen en ontwikkelingen

in de praktijk, onderzoek en maatschappij bespreken. Daarnaast presenteren VMT en het Nederlands Netwerk voor Kwaliteitsmanagement de resultaten van de door hun gehouden enquête naar de rol en positie van kwaliteitsmanagers én wordt de Kwaliteitsmanager Food 2017 bekend gemaakt.

In de middag gaan experts tijdens een aantal parallelsessies diepgaand en praktisch in op drie actuele onderwerpen: minimale processing, fraude en listeria.

Highlights

Hoe kijkt de NVWA aan tegen het uitvoeren van listeria studies en de ontwikkelingen in de tijd?

Hoe kunnen met behulp van de handleiding Listeria monocytogenes risicopunten in kaart worden gebracht?

Welke potenties biedt de MALDI-TOF massa spectrometrie voor de levensmiddelensector?

Is het mogelijk om minimaal verwerkte levensmiddelen met verlengde houdbaarheid en voedselveiligheid te produceren?

VOOR WIE?

Met welke factoren moet rekening worden gehouden wanneer PEF als conservering technologie wordt toegepast?

Hoe komen (koploper) organisaties tot een samenhangend geheel van fraudemitigatiemaatregelen? Waarom is een gedragscode Voedselveiligheid en productintegriteit voor de levensmiddelenindustrie eigenlijk nodig?

Deze bijeenkomst is bestemd voor (leidinggevenden van) kwaliteitsmanagers, hun medewerkers, integriteitsverantwoordelijken en hoofden veiligheid/veiligheidskundigen in de voedingsmiddelenketen, wetenschappers, toezichthouders, certificerende instellingen, toeleveranciers van producten en diensten waaronder adviseurs en verzekeraars.

Food Safety Event en laat u bij

Kom naar het
j € 100.korting voor VMT en Voedselveiligheidabonnees praten over deze belangrijke vraagstukken! Volledig programma en inschrijven, ga naar de site: www.vmt.nl/ foodsafetyevent Prijzen VMT en Voedselveiligheid abonnees betalen: € 295,- (i.p.v. € 395,-) Regulier tarief: € 395,*Tarieven zijn excl. btw en € 3,95 administratiekosten

CERTIFICERING

RSPO wil palmolie sneller duurzamer

Credits in plaats van duurzaamheidscertificaten

Ongeveer 21 procent van de wereldwijde palmolieproductie is duurzaam gecertificeerd volgens de standaard van de Ronde Tafel voor Duurzame Palmolie (RSPO). Om de verduurzaming te versnellen, staan een aantal veranderingen op stapel.

In de RSPO werken alle belanghebbenden in de palmolieketen aan verduurzaming van de palmolieproductie. Centraal staat verantwoord produceren met respect voor mens en milieu. Wereldwijd zijn er ruim 3.500 leden, onder wie meer dan 200 Nederlandse bedrijven. Zij kopen duurzaam gecertificeerde palmolie in voor de productie van voedingsmiddelen.

Veranderingen in model

RSPO heeft de vier handelsmodellen Book and Claim, Mass Balance, Segregated, en

Indentity Preserved. Daar kunnen leden gebruik van maken. Voor het Book and Claim-model heeft de RSPO tot 1 januari dit jaar samengewerkt met een serviceprovider die onder de naam GreenPalm duurzaamheidscertificaten verhandelde. Sinds 1 januari dit jaar wordt gebruik gemaakt van het platform PalmTrace, waar verschillende RSPO-credits gekocht en verkocht kunnen worden. Daarmee kunnen bedrijven het volume palmolie, palmpitolie en derivaten afdekken. Er zijn ook palmpit-expeller-credits, die voornamelijk

verwerkt worden in de diervoederindustrie. Sinds juni dit jaar zijn tevens RSPO NEXTcredits beschikbaar van plantages die zich hebben laten certificeren tegen de RSPOstandaard. Daarnaast is er een aanvullende set van strengere criteria, met name op het gebied van vermindering van de broeikasgasuitstoot, tegengaan van bosbranden, verbetering van traceerbaarheid en een verbod op ontbossing en planten op veengebieden. Credits kunnen worden gekocht van palmoliemolens, palmpitverwerkers en kleinschalige boeren, de zogenoemde smallholders. Deze bedrijven worden gecertificeerd tegen de RSPO-standaard en elk jaar geaudit. RSPO-credits zijn vooral belangrijk voor onafhankelijke smallholders. Hoewel er de mogelijkheid is voor groepscertificering, zijn de kosten voor deze boeren hoog

1Lid worden van de RSPO• www.rspo.org/members/apply

2Het bedrijf laten certificeren zodat u producten met een duurzaamheidsclaim kunt verkopen

• Voorbereiding implementatie van de supply chain certification standard: http://bit.ly/2w0ihpX

• Certificering door onafhankelijke certificeringsinstantie: www.rspo.org/certification/bodies

3Duurzaam inkopen via een van de vier handelsmodellen• BC en RSPO NEXT: www.rspo.org/palmtrace

• MB, SG, IP: vraag uw leverancier

4Duurzaamheidsclaim maken voor klant• MB, SG, IP op b2b-producten

Indien de trademark op de (consumenten)verpakking wordt gebruikt, is een licentie vereist, die kosteloos is aan te vragen via www.rspo.org/trademark

022 VMT . 3 OKTOBER 2017 . NR 12 DUURZAAMHEID & MVO
ACHTERGROND
TABEL 1: STAPPENPLAN VOOR DUURZAAM INKOPEN VAN PALMOLIE STAPPENWAT?HOE? Voor bedrijven die kleine volumes palmolie (gebaseerde) producten gebruiken zijn er mogelijkheden voor groeps- of microcertificering.

en is de markt voor duurzame producten voor hen vaak minder toegankelijk. De credits kunnen een directe stimulans zijn om duurzaam te produceren. RSPO-credits kunnen via het online platform gekocht worden. Daar wordt de prijs bepaald door

vraag en aanbod. Bedrijven kunnen ook off market deals maken met bekende partijen.

Gewijzigde standaard

De standaard voor bedrijven in de palmolieketen, de Supply Chain Certification Standard, is opnieuw uitgebracht met wijzigingen in formulering en definities. De voor voedingsmiddelenbedrijven relevante veranderingen worden hier kort toegelicht. Bedrijven kunnen zich nu laten certificeren tegen de versies uit 2014 of 2017. Vanaf 1 januari volgend jaar is alleen de nieuwe versie van toepassing. Een belangrijk verschil met de vorige versie is de Book and Claim-paragraaf vanwege de wijziging van GreenPalm-certificaten naar RSPO-credits. De nieuwe standaard schrijft voor dat bedrijven de jaarlijkse volumes bijhouden die gekocht en verkocht zijn

met een RSPO-claim. Daarnaast moeten ze inzichtelijk zijn voor auditors. Een interne audit was voorheen alleen verplicht voor bedrijven met multisite-certificering. Nu is die verplicht voor alle gecertificeerde bedrijven. De informatie die beschikbaar moet zijn voor inkomende RSPOproducten is nu in lijn met die voor uitgaande RSPOproducten. Alle wijzigingen zijn te zien op de website van RSPO, www.rspo.org.

Rol van distributeurs

RSPO krijgt op dit moment veel vragen over de rol van distributeurs en hun verplichtingen in de palmolieketen. Distributeurs die uitsluitend RSPO-producten in- en verkopen kunnen vrijstelling krijgen voor supplychain-certificering. Deze bedrijven moeten wel lid worden van de RSPO en een distributeurslicentie aanvragen. Deze distributeurs mogen RSPOproducten inkopen, opslaan en verkopen. Het is onder deze licentie niet toegestaan het product of de verpakking te veranderen.

Omdat het belangrijk is dat de keten gesloten blijft, moeten distributeurs bij de RSPOgecertificeerde producten vermelden wat het supplychain-certificaatnummer en

handelsmodel is van de producent van het gecertificeerde product.

Er is nog wel eens verwarring over het verschil tussen een traders- en een distributeurslicentie. Traders zijn bedrijven die in palmolie handelen, voornamelijk tijdens de verscheping, maar zij verkopen de palmolie weer voordat de lading aankomt.

Herziening P&C

De RSPO-standaard voor het verbouwen van oliepalmen moet elke vijf jaar herzien worden. In juni van dit jaar is een start gemaakt met deze herziening om in 2018 de nieuwe standaard klaar te hebben. In dit proces hebben alle belanghebbenden inspraak via de taskforce of via de online publieke consultatie en bijeenkomsten in de verschillende regio’s.

Vernieuwde klachtenprocedure

De RSPO heeft de klachtenprocedure tegen leden herzien, waardoor klachten sneller in behandeling worden genomen. Daarbij is transparantie belangrijk, vindt een gedegen consultie plaats en wordt onpartijdigheid gewaarborgd.

Voor alle informatie: www. rspo.org

023
In de RSPO werken alle belanghebbenden in de palmolieketen aan verduurzaming van de palmolieproductie.
‘Credits kunnen stimulans zijn voor duurzame productie’
• INKE VAN DER SLUIJS • I. van der Sluijs is technical manager Europe bij RSPO

Alpro combineert duurzaamheid met state-of-the-art hygiënetechnologie

In het Belgische Wevelgem bevindt zich een van de voornaamste productielocaties van Alpro. Dagelijks wordt hier onder andere de kenmerkende Alpro sojadrink geproduceerd, verpakt en verzonden. Alpro is inmiddels een begrip in de wereld van plantaardige producten. Alpro begon in 1979 met de productie van sojadrink als duurzaam alternatief voor zuivelproducten. Als toonzetter in deze industrie is het van belang op het hoogste niveau te kunnen opereren. “Kwaliteit van onze producten, maar ook van onze productieprocessen is van cruciaal belang”, aldus Aranka Dekyvere, Logistics Project Officer bij Alpro.

Voor Alpro is duurzaamheid onderdeel van het DNA. De visie van het bedrijf is een wereld creëren waarin meer van wat we eten afkomstig is van planten. Alpro wil de manier waarop de wereld eet beter maken door lekkere, natuurlijk gezonde, plantaardige voedingsmiddelen te creëren die optimaal bijdragen aan het welzijn van iedereen en met het grootste respect voor onze planeet worden gemaakt. Op die manier wil Alpro er in belangrijke mate toe bijdragen dat plantaardige voeding en dranken mainstream worden.

De kwaliteit die de organisatie nastreeft in haar producten heeft men ook doorgevoerd in het hygiëneproces. Dekyvere: “Voor de inrichting van onze hygiëneruimtes zijn we op zoek gegaan naar oplossingen die niets aan het toeval overlaten. De infrastructuur en de kledij zijn volledig aangepast, dan hoort de menselijke hygiëne daar zeker ook bij. Daar zorgen we mede voor door op elk punt waar mensen uit kleedkamers, kantines, toiletten of andere niet-productiezones komen, een hygiënesluis passeren waar ze zeker hun handen wassen en desinfecteren en waar op de nodige plaatsen ook de schoenen gereinigd worden. Daarnaast is een snelle doorstroom van belang, het kan niet dat de mensen in files moeten wachten en zo te laat op hun werkposten verschijnen.

In Elpress vonden we voor dit proces de juiste partner. Met een flexibele en klantgerichte benadering zijn zij in staat gebleken de juiste hygiëneoplossingen te creëren.”

Elpress EWG-TAP

Elpress is leidend producent op het gebied van hygiëne in de voedingsmiddelenindustrie. Vorig jaar introduceerde Elpress samen met Dyson de EWG-TAP, een oplossing die ondertussen al veelvuldig toegepast is bij bedrijven met strikte hygiëne-eisen. Een aantal vooraanstaande bedrijven zijn bijvoorbeeld Plukon Food Group, de Pringlesfabriek van Kellogg’s en Sus Campiniae. Jannes Voss, General Manager van Elpress: “Het was een mooie uitdaging om voor Alpro het hygiëneproces te mogen inrichten. Een toonaangevende organisatie die bovendien net als wij kwaliteit en duurzaamheid hoog in het vaandel heeft staan.”

Bijzonder element in het hygieneproces is de EWG-TAP, waarin een ergonomische roestvrijstalen wasbak gecombineerd wordt met een geïntegreerde Dyson Airblade™ Tap handendroger. Met een geïntegreerde oplossing zijn minder handelingen nodig en stroomt het handwas- en droogproces beter en efficiënter door. Zo wint men tijd en wordt de productiviteit verhoogd, een oplossing die ideaal is voor sectoren waar hygiëne van cruciaal belang is.

Airblade™-technologie

Dyson introduceerde de Airblade handdrogers tien jaar geleden als duurzaam alternatief voor de alom gebruikte papieren handdoekjes. De Airblade handdrogers zijn nog steeds aan een opmars bezig, ondanks de tegenwerking van de papierindustrie.

“De papierindustrie probeert al sinds de introductie van Airblade door middel van misleidend onderzoek de publieke opinie te beïnvloeden door de hygiëne van Airblade in twijfel te trekken”, aldus Rienk Kentie, Marketing Manager bij Dyson.

“In de voedingsmiddelenindustrie heeft dit weinig impact omdat experts zich hier eerder laten leiden door certificeringen zoals HACCP en advies van onafhankelijke experts, maar in andere sectoren zien we toch dat mensen zich laten beïnvloeden door de misleidende communicatie vanuit de papierindustrie. Bovendien blijkt keer op keer uit onderzoek dat niet wordt gefinancierd door de papierindustrie dat de Airblade-technologie net zo hygiënisch is als papieren handdoekjes.”

....................................................................................... ADVERTORIAL ........................... ............................................................
Bijzonder element in de hygiënesluis is de EWG-TAP.

Qua duurzaamheid is het verschil echter enorm. Berekeningen van het Carbon Trust tonen aan dat de Airblade handdrogers van Dyson tot 76 procent minder CO2 per droogbeurt produceren dan papieren handdoekjes. Daarnaast zijn de besparingen op operationele kosten significant. Besparingen kunnen gemiddeld tussen de €1000,- en €1500,- per droogpunt per jaar zijn.

Door gebruik van de Airblade™-technologie, blaast de Airblade Tap met een snelheid van 690 km/u onverwarmde gefilterde lucht op de handen om ze letterlijk droog te schrapen. Handen worden in 12 seconden gedroogd zonder dat er ook maar iets aangeraakt hoeft te worden.

Clive Withinshaw, directeur van voedselwetenschapsorganisatie HACCP International legt uit: “De technologie gaat in op een aantal risico’s die zich voordeden bij handdrogers uit het verleden. Het toestel is gemakkelijk te reinigen en functioneert zonder dat u een knop hoeft aan te raken. Bovendien droogt het snel de handen. Door de integratie van het HEPA-filter worden deze functies gecombineerd om het risico van microbiologische besmetting aanzienlijk te verminderen en het voldoet daardoor aan het non-food productcertificeringsschema van HACCP International.”

Hygiëne en duurzaamheid

De nieuwe hygiëneruimte is inmiddels anderhalfjaar in gebruik en Alpro is erg enthousiast over de werking. “We hadden ons goed verdiept voor we overgingen op deze installatie. Maar het is altijd afwachten of het ook aan de hoge verwachting voldoet. Na anderhalfjaar kunnen we concluderen dat de EGW-TAP zowel op doorstroom en procesefficiëntie als op hygiëne en duurzaamheid de perfecte oplossing voor ons is. Er zijn reeds verschillende zones uitgerust met eigen specificaties die betrekking hebben op die zone. Van elk van deze zijn wij uitermate tevreden en dat zal er ook voor zorgen dat we in de toekomst nieuwe zones ook zullen uitrusten met deze systemen,” besluit Reindert Witdouck, Junior Process Engineer van Alpro.

Voor meer informatie:

Elpress BV - Handelstraat 21 - 5832 AV Boxmeer www.elpress.com - sales@elpress.com

..............................................................................................................................................................................................................
De EWG-TAP combineert het wassen en drogen van de handen.

Nieuwe ISO-norm cacao in de maak

Eén definitie van duurzaam geproduceerde chocolade

Een grote groep partijen stelt een nieuwe internationale normenreeks (ISO 34101) op voor duurzaam en traceerbaar geproduceerde cacao. Daarmee komt er een eenduidige definitie van duurzaam geproduceerde chocolade, zodat alle bedrijven op dezelfde manier bezig zijn met verduurzaming van de Nederlandse markt die voor 2025 is afgesproken. Ambitie is de norm in de tweede helft van 2018 te publiceren.

Chocolade is een feelgoodproduct, vooral bij gelegenheden als Sinterklaas en Pasen. Consumenten willen bij dergelijke feesten

niet gehinderd worden door de gedachte aan kinderarbeid, ontbossing of boeren die nauwelijks voldoende verdienen om van te leven. Chocolade moet dus duurzaam zijn. Dat betekent dat de cacao, het belangrijkste bestanddeel, duurzaam verbouwd is en dat afnemers dat moeten kunnen controleren.

Cacaomarkt

Cacao wordt verbouwd in landen rond de evenaar: Latijns-Amerika, waar het oorspronkelijk vandaan komt, en Afrika en Azië. Grootste producenten zijn Ivoorkust, Ghana, Indonesië, Kameroen en Ecuador. Het is een typisch gewas voor kleine boeren, die vaak niet meer dan twee hectare

kunnen bewerken. Daar staat tegenover dat bedrijven verderop in de keten steeds groter worden; door fusies en overnames vindt een sterke concentratie plaats. Grote spelers zijn bijvoorbeeld Barry Callebaut, Cargill, Mars, Mondelēz en Nestlé. De totale markt voor cacao is zo’n 4,5 miljoen ton per jaar. Nog geen 20 procent van de cacaomarkt is op dit moment als duurzaam aangemerkt, gecertificeerd door organisaties als UTZ, Fairtrade en Rainforest Alliance.

Duurzaamheidsdoelstellingen

Steeds meer grote cacao- en chocoladebedrijven leggen zich vast op duurzaamheidsdoelstellingen, bijvoorbeeld 100 procent duurzame cacao in de eigen producten per 2020. Ook landen als Nederland, Duitsland en Zwitserland hebben zich gecommitteerd: vanaf 2025 moeten alle producten in de winkelschappen duurzaam geproduceerd zijn. Vooral de doelstellingen in Duitsland en Zwitserland zijn belangrijk, omdat de

chocoladeconsumptie per persoon daar tot de hoogste ter wereld behoort.

Normenreeks ISO 34101

Sinds 2012 stelt een grote groep stakeholders wereldwijd een nieuwe internationale normenreeks (ISO 34101) op voor duurzaam en traceerbaar geproduceerde cacao. Daarin zijn vertegenwoordigd deelnemers uit het bedrijfsleven, belangenorganisaties, boerenorganisaties, certificerende instellingen, consumentenorganisaties, overheden, vakbonden en autoriteiten uit de producerende landen. De ambitie is duurzame cacao mainstream te krijgen. Een ander doel is de boeren helpen zich te ontwikkelen naar echt ondernemerschap. Daarbij kunnen zij besluiten met toepassing van good agricultural practices (GAP) cacao te verbouwen. Hun productie moet lonen en plaatvinden onder goede sociale omstandigheden en met aandacht voor het milieu.

ISO 9001 en ISO 14001

Het eerste deel van de norm bouwt voort op erkende ISO-normen als ISO 9001 (kwaliteitsmanagement) en ISO 14001 (milieumanagement). Een van de achterliggende gedachtes is dat de boeren het beste op permanente basis geholpen zijn als boerenorganisaties uitgroeien tot service-instituten die hen kunnen ondersteunen. Dat betekent normen voor het managen van een duurzame cacaoproductie, maar ook voor het op-

026 VMT . 3 OKTOBER 2017 . NR 12 DUURZAAMHEID & MVO
‘Nog geen 20 procent is duurzame cacao’
ACHTERGROND CERTIFICERING

stellen van ontwikkelingsplannen die van begin af aan duidelijk maken wat een boer moet doen om duurzaam te produceren en of dit uiteindelijk voor die boer rendabel is.

Prestatiecriteria

Deel 2 van ISO 34101 bevat prestatiecriteria voor sociale, economische en milieudoelstellingen. Daarbij is de drempel voor toetreding laag, zodat zo veel mogelijk boeren kunnen aansluiten. De norm moet hen helpen, niet belemmeren. Wel moeten ze groei en verbetering laten zien door binnen vijf jaar te voldoen aan verdergaande criteria en nog eens vijf jaar later aan het volledige pakket van duurzaamheidseisen.

Traceerbaarheid

Een derde onderdeel regelt de traceerbaarheid. De consument moet ervan op aan kunnen dat de chocolade waarop staat dat deze duurzaam is geproduceerd, dat ook echt is. Gekozen is voor een administratief controlesysteem, waarmee de weg van de cacao door de hele keten is te volgen. Duurzame cacao wordt gescheiden gehouden van niet-duurzame cacao en is soms zelfs tot aan de cacaoboer te traceren. Er is voorlopig één uitzondering. Chocolade is een moeilijk product waarin vaak cacao is verwerkt van verschillende origines. Het is niet altijd mogelijk om uit elk van die origi-

nes duurzame cacao te halen. Vandaar dat in de eerste versie van de norm wordt toegestaan dat de cacao in een chocoladereep zelf niet duurzaam is, als er maar voor de hoeveelheid cacao die erin zit in dezelfde regio, bijvoorbeeld West-Afrika, duurzame cacao is gekocht. We noemen dit mass balance. Het is te vergelijken met groene stroom. De stroom die uit je stopcontact komt, hoeft zelf niet duurzaam geproduceerd te zijn, zolang er maar voor de hoeveelheid stroom die je elders gebruikt duurzame stroom is opgewekt. Zodra duurzame cacao echt mainstream is, is dit niet meer nodig.

Norm in de markt zetten

Het laatste deel met onder andere eisen voor een certificatieschema regelt aan welke criteria organisaties moeten voldoen die de norm in de markt willen brengen, zodat boeren, boerenorganisaties en bedrijven in de keten eraan kunnen voldoen. Hierin staan ook de criteria voor de certificerende organisaties en voor de bedrijven die willen claimen dat hun chocolade aan de norm voldoet.

De ambitie is om de norm in de tweede helft van 2018 te publiceren. In Nederland is de NEN-normcommissie Cacao, met experts uit het bedrijfsleven, belangenorganisaties, overheid, vakbonden en private

standaardisatie-organisaties, verantwoordelijk voor het geven van commentaar op eht concept. Er zijn al bedrijven die pilots willen uitvoeren, zodat bij publicatie al bekend is hoe de nieuwe normenreeks in de praktijk zal uitpakken en weeffouten en kinderziektes zo snel mogelijk zijn te verhelpen.

Betekenis voor voedingssector

Wat betekent dit nu voor de Nederlandse voedingssector? Er komt een eenduidige definitie van duurzame chocolade, zodat alle bedrijven op dezelfde wijze aan de slag gaan met de verduurzaming van de Nederlandse markt die voor 2025 is afgesproken. Het voldoen aan de norm brengt kosten met zich mee, maar als iedereen zich eraan houdt, gaat de kostprijs voor alle marktpartijen omhoog. Een andere impact in Nederland is het administratieve deel als gevolg van de implementatie van het traceerbaarheidssysteem. Niet leuk, maar de enige manier om te garanderen dat de cacao in de chocolade ook echt duurzaam is geproduceerd. Verder is de impact vooral terug te vinden in de cacaoproducerende landen, bij de boeren: die worden er beter van.

027
De norm moet duurzame cacao mainstraim maken en boeren helpen naar echt ondernemerschap. JACK EN • J. Steijn, Equipoise en L. Mout zijn respectievelijk voorzitter en secretaris ISO/TC 34/SC 18 Cocoa; NEN, 015-269 04 36, Laura.Mout@nen.nl

Technologische innovaties bepalen toekomst Agri & Food

• Hét podium voor technologische innovaties

• Effectiever, efficiënter, duurzamer of anders produceren

• Uitgebreid congresprogramma

Vakbeurs & Congres

13 DECEMBER

Woensdag 13 en donderdag 14 december 2017

Brabanthallen ‘s-Hertogenbosch

Exposeren? www.agrifoodtech.nl
Partners 2017: TOON OOK UW INNOVATIE
AgriFoodTech Platform CONGRES (W)eten wat je niet (w)eet

Alleen logo is niet meer voldoende

Technologie vertelt herkomst van product

Keurmerken kunnen consumenten helpen om de duurzame keuze in het schap te maken. Maar zo’n label is niet meer genoeg om het consumentenvertrouwen te winnen. Zij kunnen bijvoorbeeld niet controleren waar het product vandaan komt. Ketentechnologie kan hier uitkomst bieden.

Duurzaamheidslogo’s moeten de consument helpen in zijn keuze voor een milieu- en diervriendelijk product dat eerlijk is geproduceerd. De voorkeur hebben certificeringen met verifieerbare criteria en standaarden door een onafhankelijke derde partij. Een logo en een label met informatie op een product zijn niet meer voldoende om het consumentenvertrouwen te winnen. Belangrijk is het verhaal achter het product: wat zit er in, wat is de herkomst van de ingrediënten, hoe is

het gemaakt, welke handen hebben eraan gewerkt en wat is de impact op milieu en samenleving in het productieproces?

Meer dan logo en label Een recent rapport geeft aan dat 80 procent van de consumenten bij een gelijke prijs het product zou verkiezen met de meeste informatie over de herkomst. Retailers willen de consument meer geven dan een logo en een label. Marks & Spencer heeft bijvoorbeeld kort geleden laten weten dat het al zijn

37 boeren die hun verse melk leveren RSPCA assured heeft en dus bewijs heeft van de diervriendelijke behandeling van de koeien. Dit na een incident dat breed werd uitgemeten in de media: kalveren van minder dan acht weken werden apart van hun moeder gehouden bij een boer. Alle rapporten van melkboeren zijn te vinden in een online kaart bij Mark & Spencer. In Nederland zijn er vergelijkbare initiatieven. Klanten van Albert Heijn bijvoorbeeld kunnen op verschillende varkensvleesproducten de QR-code scannen en zo informatie krijgen over de herkomst van het vlees. Als de retailers het niet doen, zijn er wel initiatieven zoals QuestionMark waar consumenten kunnen zien hoe duurzaam een product is. Een ander voorbeeld is de app Foodhouse die gedetailleerdere voedingswaardes en ingrediënten van producten geeft. De ervaring leert dat consumenten een merk vertrouwen en niet zo snel alles checken. Maar als er een crisis is, willen ze doorgaans wel herkomst en duurzaamheid weten. Ze verwachten dan dat deze informatie er is. De retailer moet dus het verhaal klaar hebben hoe het voedselveiligheids- of duurzaamheidsrisico is afgedekt.

Hoofdrol voor technologie

Hoewel voor deze vorm van transparantie certificaten belangrijk zijn, speelt technologie de hoofdrol. Om de informatie aan de consument te kunnen verschaffen,

029 ACHTERGROND CERTIFICERING VMT . 3 OKTOBER 2017 . NR 12 DUURZAAMHEID & MVO
De herkomst van producten valt beter te achterhalen met techologie.

CERTIFICERING

ACHTERGROND

is het noodzakelijk dat retailers en voedselproducenten hun keten in kaart brengen voor elk afzonderlijk product. De productchain maakt zowel de verschillende actoren en hun positie in de keten inzichtelijk als hun relatie ten opzichte van het product. Om deze visibility te bewerkstelligen, zijn er twee beginpunten: of de keten wordt vanaf de retailer gemapt (transparency) of de relevante data reizen met het product door de keten mee en komen zo bij de retailer terecht (traceability). Bij het mappen van een keten vanaf de retailer wordt de verantwoordelijkheid vaak bij de contractuele leverancier neergelegd. Hij mapt de ketens van zijn producten zelf of legt de verantwoordelijkheid neer bij zijn eigen toeleveranciers. Productielocaties en certificeringen worden zo inzichtelijk. Vaak gebeurt dit tot aan de last stage of production of tot aan de primaire productie – de boer of teler. Dit kan zelfs nog verder gaan. Dan wordt bijvoorbeeld de diervoeder in kaart gebracht om te checken in hoeverre soja uit Zuid-Amerika te vervangen is door een klimaatneutraler alternatief. Veel van deze data worden mede-eigendom van retailer of brand en worden bewaard in gecentraliseerde databases. Om het werk voor leveranciers te verlichten, zijn hiervoor digitale platforms opgericht. Ten eerste zijn er open-economyplatforms voor alla data over producten en leveranciers. Ten tweede zijn er platforms voor socialcompliancedata, waartoe alleen deelnemende partijen toegang hebben, zoals Supplier Ethical Data Exchange (Sedex) en Business Social Compliance Initiative (BSCI). Echter, het International Trade Centre (ITC) komt binnenkort met een zogenoemd Sustainability Map Platform waar alle actoren zelf een duurzaamheidsprofiel kunnen aanmaken. Het voordeel van dergelijke platforms is dat hieruit gericht data kunnen worden opgehaald. Zo kunnen retailers deze bijvoorbeeld gebruiken in de context van hun doelen en duurzaamheidsstrategie. Nadeel is dat het veel gespecialiseerd werk is en dat data pas achteraf zijn binnen te halen.

Traceability en blockchain

De andere optie is de data met het product laten meereizen. Track-and-tracesystemen voor producten via QR-codes of barcodes blijken vooral succesvol voor commodity’s. Het nieuwe buzzwoord is het gebruik van blockchain of distributedledger-technologie voor de voedselketen. Organisaties als IBM testen samen met Nestlé, Unilever en Wallmart deze decentrale manier van data delen. Blockchain zou data delen veilig ma-

ken en kan gedistribueerde toegang geven tot gegevens aan iedereen in de keten. Het kan de gegevensuitwisseling vergemakkelijken en de kans op fraude voor vervalsing verkleinen. Ook kan het de traceerbaarheid laten toenemen en de tijd aanzienlijk verkorten die nodig is om de correcte informatie bijeen te halen. Producenten, retailers, leveranciers, distributeurs, handelaren, regelgevers en consumenten krijgen mogelijk in één keer toegang tot de beschikbare

informatie over de wereldwijde herkomst en de staat van voedsel voor hun transacties zonder tussenpersonen. Technologie wordt in de toekomst dé manier om de keten inzichtelijk te maken en zowel certificeringen als gevalideerde data over leveranciers en producten efficiënter binnen te halen. Duurzaamheidscertificaten helpen, maar er zullen altijd boeren en telen zijn van wie een groot deel niet is gecertificeerd en waar technologie uitkomst kan bieden om het risico in te schatten. Duurzaamheidsindicatoren zullen ook binnen gehaald moeten worden via remote-auditing en self-assessments alsook bestaande data zoals GIS-systemen. Dan is het altijd van belang dat de authenticatie en validatie van die data goed verloopt. De toekomst zal leren welke techniek het betrouwbaarst en goedkoopst is om duurzaamheidsdata in kaart te brengen. •

030 VMT . 3 OKTOBER 2017 . NR 12 DUURZAAMHEID & MVO
Klanten van Albert Heijn kunnen op verschillende varkensvleesproducten de QR-code scannen en zo informatie krijgen over de herkomst van het vlees.
‘Consument kiest product met meeste herkomstinformatie’
LEONTIEN HASSELMAN-PLUGGE
L. Hasselman-Plugge is managing director van Supply Chain Information Management (SIM)

Uw partner in food-projecten

Uticon is een multidisciplinair advies- en ingenieursbureau, specifiek gericht op de voedingsmiddelenindustrie. We ondersteunen onze relaties vanaf de eerste ideeën tot en met de inbedrijfname. Tal van innovatieve

40 29 74 600 | info@uticon.nl
Apeldoorn Eindhoven Yerseke Gent +31
| www.uticon.nl

‘Clean label’door milde raffinage

Mild fractioneren verduurzaamt bestanddelen

Voedingsbedrijven gebruiken vaak gestandaardiseerde ingrediënten om eindproducten te maken. De productie hiervan kost veel energie en grondstoffen. Hoe zijn de bestanddelen te verduurzamen? Onderzoekers van het Institute for Sustainable Process Technology en Wageningen University & Research denken dat mild fractioneren een oplossing kan bieden.

De levensmiddelenindustrie is erop ingesteld om producten samen te stellen uit gestandaardiseerde ingrediënten en zo kostenefficiëntie na te streven. Dit leidt tot opmerkelijke situaties. Een tv-uitzending van De Keuringsdienst van Waarde laat bijvoorbeeld zien dat het goedkoper is om bruinbrood te maken van bloem, vezels en kleurstof dan van volkorenmeel. Het is dus kostenefficiënter om agromaterialen eerst volledig te scheiden en te standaardiseren en daarna weer samen te voegen dan mild geraffineerde ingrediënten te gebruiken. Tegelijkertijd kost de productie van deze standaardingrediënten veel energie en water en zijn intensieve verwerkingsstappen nodig. De productie van goedkopere ingrediënten kost dus veel grondstoffen. In het algemeen geldt: hoe hoger de zuiverheid van het ingrediënt, hoe meer grondstoffen zoals energie en water nodig zijn voor de productie.

Ingrediënten verduurzamen

Onderzoekers van ISPT, het Institute for

Praktijkvoorbeeld

Milde ingrediënten maken het mogelijk om meer te produceren met dezelfde hoeveelheid agromaterialen. De onderzoekers geven als praktijkvoorbeeld een bedrijf dat een van de geraffineerde ingrediënten wil vervangen door een mild alternatief (zie figuur 1). Vanwege de productie van dit ingrediënt wordt 58 procent van het agromateriaal niet benut in zijn producten. Deze hoeveelheid neemt af tot 28 procent wanneer een mild alternatief wordt gebruikt. Hierdoor neemt de benutting van het agromateriaal toe met 30 procent. Op de totale productie van eindproducten zorgt dit voor een toename van bijna 5 procent bij gebruik van dezelfde hoeveelheid agromateriaal. Daarnaast blijft er nog 22 procent van het agromateriaal over in de vorm van het milde ingrediënt, dat weer in andere producten benut kan worden. Door ook milde alternatieven voor de overige ingrediënten te gebruiken, kan dit voordeel zich verder opstapelen. Zo kan een duurzamere benutting van de grondstoffen ook leiden tot een hogere toegevoegde waarde.

Maar er moet nog het een en ander veranderen voordat we deze ingrediënten in de praktijk terugzien”, aldus Geerts. Zij onderzoekt de potentie van nieuwe milde scheidingstechnologieën voor de productie van Sustainable Process Technology, en WUR, Wageningen University & Research, zoeken naar nieuwe minimaal en mild geraffineerde ingrediënten om de levensmiddelenindustrie te verduurzamen. “De industrie kijkt vooral naar efficiënte processtappen om duurzamer te produceren, maar het gebruik van andere ingrediënten biedt ook mogelijkheden tot verbetering”, vertelt promovendus Marlies Geerts. De huidige tweedeling tussen grofweg bedrijven die ingrediënten maken en bedrijven die de ingrediënten verwerken moet dan wel veranderen. “Standaardingrediënten worden geraffineerd om een bepaalde zuiverheid te bieden. Door de juiste combinatie van verschillende zuivere ingrediënten wordt door productontwikkeling de geschikte functionaliteit gerealiseerd. Ons onderzoek laat zien dat diezelfde functionaliteit ook wordt geboden door mild en minimaal geraffineerde ingrediënten. De productie daarvan kost minder grondstoffen dan de huidige zuivere ingrediënten en leidt tot minder laagwaardige bijproducten.

032 VMT . 3 OKTOBER 2017 . NR 12 INGREDIËNT & PRODUCT
WETE NSCHAP

functionele ingrediënten in de levensmiddelenindustrie.

Minder E-nummers

Mild geraffineerde ingrediënten passen in een zogenoemd ‘clean label’, een label met alleen bekende ingrediëntennamen. “Consumenten zijn kritischer geworden op het gebruik van ingrediënten die zij als onnatuurlijk ervaren. Een lange lijst met opgezuiverde ingrediënten schrikt af”, legt Geerts uit. “Mild geraffineerde ingrediënten hebben een lagere moleculaire zuiverheid, maar kunnen zuivere ingrediënten deels vervangen. Mineralen en vitamines worden beter behouden en komen in het eindproduct terecht. Daarnaast zijn er bijvoorbeeld geen emulgatoren nodig als een olie-extract nog op natuurlijke wijze in emulsie is.” Zo zorgen mild geraffineerde ingrediënten voor een kortere ingrediëntenlijst.

Complexere ketens

De levensmiddelenverwerkingsketens worden door het gebruik van mild en minimaal geraffineerde ingrediënten waarschijnlijk complexer. Kleur en smaak van milde ingrediënten zijn minder gestandaardiseerd, waardoor ze niet altijd hetzelfde kunnen worden gebruikt als de huidige alternatieven. Deze variatie hoeft geen probleem te zijn. In sommige gevallen is het echter ongewenst, bijvoorbeeld als de kleur van een helder drankje afwijkt. Zoals we zelf in de keuken een recept aanpassen aan de eigenschappen van onze ingrediënten op bijvoorbeeld kleur en consistentie, zal dit ook in de industriële verwerking moeten gebeuren. Moderne sensoren en kennis van de eigenschappen van de gebruikte ingrediënten bieden ondersteuning. Daarnaast moeten producent en verwerker van een ingrediënt nauw samenwerken om optimaal gebruik te maken van de sterkere link tussen de grondstof en het eindproduct.

Recepten optimaliseren

Milde ingrediënten hebben vaak ook andere logistieke eigenschappen. Een vloeibaar

concentraat moet bijvoorbeeld gekoeld worden getransporteerd en opgeslagen en er moeten grotere volumes worden versleept. Voor vervoer en opslag is dus meer energie nodig dan voor een gestandaardiseerd droog poeder. Maar voor de productie van dat poeder is veel meer energie nodig om water te verdampen, terwijl dat water waarschijnlijk weer wordt toegevoegd door de afnemer. Per situatie zal bekeken moeten worden welke combinatie van ingrediënten het beste is voor milieu en portemonnee. De onderzoekers berekenen hoe de ingrediëntkeuze de logistiek bepaalt en vice versa. Zoals ook blijkt uit recent gepubliceerd Duits onderzoek (Depping

‘Lange lijst opgezuiverde ingrediënten schrikt af’

e.a., Journal of Cleaner Production), moet de hele keten in ogenschouw worden genomen om het beste alternatief te vinden.

Duurzaam gebruik grondstoffen Verschillende onderzoeken van WUR laten zien dat milde ingrediënten dezelfde functionaliteit bieden als de huidige gestandaardiseerde ingrediënten. In sommige gevallen is de functionaliteit zelfs beter. De proces-

stappen vereisen minder grondstoffen en er worden minder laagwaardige bijproducten geproduceerd. “Onderzoek en productontwikkeling moeten zich meer richten op het beste gebruik van de landbouwgewassen die we hebben. In plaats van complexe en intensieve processen voor simpele ingrediënten, moeten we kijken naar simpele processen voor mild geraffineerde maar complexere ingrediënten,” zegt Geerts. “Een beter gebruik van de grondstoffen wordt zo gecombineerd met de productie van functionele ingrediënten die uiteindelijk de kwaliteit van de eindproducten versterkt”. Echter, een goede logistiek en communicatie tussen de agro-industrie en levensmiddelenproducenten is onontbeerlijk. Binnen het ISPT-project werken deze partijen samen om de opgedane inzichten via casestudies uit te voeren in de praktijk. Deze gezamenlijke aanpak draagt bij aan een duurzamere levensmiddelenindustrie die inspeelt op de uitdagingen van de toekomst.

033
Figuur 1. Milde raffinage maakt het mogelijk om meer eindproduct te produceren uit dezelfde hoeveelheid agromaterialen. • JOCHEM JONKMAN EN MARLIES GEERTS • J. Jonkman en M. Geerts zijn promovenda bij Wageningen University & Research
Laat u inspireren door industrie experts en eindgebruikers zoals Nestlé, Rainbow Chicken, ABP Food Group, Holland Malt en De Koningshoeve Brewery. Leer alles over behandeling van organisch belaste en vethoudend afvalwater, en over water(her)gebruik. Registreer voor gratis toegang via www.aquatechtrade.com/Amsterdam met de volgende registratiecode: AQA810001 Co-locatie met: www.aquatechtrade.com Organisatie:Ondersteund door: Onderdeel van: WATER(HER)GEBRUIK IN DE VOEDINGSMIDDELENEN DRANKEN INDUSTRIE ’s Werelds meest toonaangevende vakbeurs voor proces-, drink- en afvalwater 2017 31 OKTOBER - 3 NOVEMBER AMSTERDAM • NL

Green Protein Summit

Hoe breek ik internationaal door met mijn nieuw plantaardig product? Wat moet ik in overweging nemen bij het ontwerp van het product en de verpakking? Hoe vind ik een eerste klant voor een innovatief plantaardig eiwit, een concept of een technologie? Antwoorden op deze vragen en meer komen aan bod tijdens de Green Protein Summit. De bijeenkomst vormt tevens de start van het Eiwitcluster, een samenwerking tussen de Provincies van Gelderland en Overijssel.

Datum: 11 oktober, Locatie:

Aquatech Amsterdam

Cursussen Beurzen Congressen

03-okt Engineering in Food & Beverage, Utrecht

03-okt Training Interpretatie microbiologische analyseresultaten, Deventer

03-okt Bijeenkomst Een vruchtbare bodem, waardevol voor de hele keten, Nederland

4-5 oktober Pumps & Valves + Solids, Rotterdam

05-okt Abiss 2017, Kortrijk (BE)

5-6 oktober Nationaal Foodcongres, Den Haag

7-11 oktober Anuga, Keulen (DE)

10-okt Vital2 risicobeoordeling allergenen, Geertruidenberg

10-okt Systematisch Procesontwerp volgens EN1672-2, Nieuwegein

10 oktober12 december Cursus levensmiddelenmicrobiologie en -hygiëne, Wageningen

11-12 oktober Cursus voedselwetgeving, Wageningen

11-12 oktober Empack Mechelen (BE)

Water moet gezien worden als deel van de circulaire economie. Dan blijft de volledige waarde behouden na gebruik en vloeit het terug naar het systeem. Dit betekent hergebruik van afvalwater en de winning van onder andere energie uit het water. Vele organisaties bekijken of ze geld kunnen verdienen met hun afvalwater. Aquatech toont de laatste ontwikkelingen in afvalwaterhergebruik inclusief manieren om het te vermarkten.

Datum: 31 oktober-3 november, Locatie: Amsterdam

.www.aquatechtrade.com

Food Safety Event

Minimale processing, fraude en listeria zijn de onderwerpen van de drie middagsessies tijdens het Food Safety Event op 30 november in Amersfoort. ’s Morgens behandelen vooraanstaande vertegenwoordigers van wetenschap, bedrijfsleven en overheid actuele thema’s en bespreken ze ontwikkelingen in de praktijk, onderzoek en maatschappij. Aan het eind van de ochtend wordt de winnaar bekendgemaakt van de verkiezing Kwaliteitsmanager Food 2017, die VMT en het Nederlands Netwerk voor Kwaliteitsmanagement voor de vierde keer organiseren.

Datum: 30 november, Locatie: Amersfoort

www.vmt.nl/Foodsafetyevent

11-12 oktober Food Valley Summits Green Proteins & Personalized Nutrition, Ede

13-okt Pressure Assisted Thermal Sterilization (PATS), Ede

13-okt Food from Food, inspiratie- en matchmakingevent, Helmond

17-okt Workshop Omgaan met onaangekondigde audits, Deventer

19-okt Cursus Allergenen Management, Beveren (BE)

31 oktober3 november Aquatech, Amsterdam

02-nov Vital2 risicobeoordeling allergenen, Beveren (BE)

2 november7 december Voedselverpakkingsinteractie, Den Bosch

3-4 november Veganfach, Keulen (DE)

07-nov Hot Topic Event Fipronil, Vianen

12 november26 januari 2018

Cursus Levensmiddelenchemie, Den Bosch

Voor de volledige agenda: www.vmt.nl

035 KIJK VOOR DE VOLLEDIGE AGENDA OP WWW.VMT.NL VMT . 3 OKTOBER 2017 . NR 12
AGENDA
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . www.foodvalley.nl
Ede
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

Vraag nu een Gratis licentie aan!

Iedereen houdt van paling!

Paling maakt al eeuwen deel uit van de Hollandse cultuur. Natuurlijk moeten wij zuinig zijn op ons erfgoed.

Consumenten maken bewuste keuzes. Zo ook voor paling die gegarandeerd bijdraagt aan projecten en onderzoeken die de palingstand helpen verbeteren. Bewuste klanten kiezen paling met het blauwe ESFlogo. Vraag daarom vandaag nog een gratis licentie aan via info@dupan.nl. Voor u als verkoper zijn daar geen kosten aan verbonden.

VMT - Thema’s 2017

VMT 13 (20-10)

Ingrediënten: plantaardige eiwitten

VMT 14 (03-11)

Voedselveiligheid: analyse

VMT 15 (24-11)

Technologie & Robotisering

VMT 16 (15-12)

Trending in 2018

Alle genoemde data zijn publicatiedata. Sluitingsdatum voor redactionele bijdragen is 6 weken voor publicatie. Sluitingsdatum voor adverteren is 2,5 week voor publicatie.

www.dupan.nl LABTRENDS EN DE TOEKOMST AANPAK VAN LISTERIA • SENSORTECHNOLOGIE VERSNELD MINIATURISATIE VOEDSELSCANNERS SUIKERVERLAGING AH WETGEVING NOVEL FOODS• Analyse Thema: VOEDINGSMIDDELEN, MANAGEMENT EN TECHNOLOGIE BLOCKCHAIN VERANDERT VOEDINGSLANDSCHAP • TRENDS IN 2017 • KWALITEITSMANAGER SIMONE HERTZBERGER NEEMT AFSCHEID INTEGRALE VERPAKKINGSAANPAK WINT TERREIN Trends in de toekomst Thema: 2016 EDITIE 16 WWW.VMT.NL 10 VOEDINGSMIDDELEN, MANAGEMENT EN TECHNOLOGIE GFSI GAAT STRIKTER BEKIJKEN OF SCHEMA VOLDOET • NVWA: VOEDINGSINDUSTRIE MOET EERST KETENS BORGEN • ONDERZOEK WIJST UIT: CONSUMENTEN WALGEN VAN INSECTEN Intertaste heeft neus voor fraude Thema: Standaardenvoedselveiligheid WWW.VMT.NL 201 EDITIE 3 01-001_VMT03CVR_A_Cover.indd

Voedingsmiddelen, Management en Technologie is hét mediaplatform voor de voedings-, genotmiddelen- en drankenindustrie in Nederland en België. VMT is opgenomen in Food Science and Technology Abstracts (FSTA) en is een voortzetting van Conserva en Voeding + Techniek, waarin opgenomen het internationaal tijdschrift voor Brouwerij & Mouterij. VMT verschijnt 16x per jaar.

MYbusinessmedia

Mr. H.F. de Boerlaan 28

7417 DA Deventer

Postbus 58

7400 AB Deventer

T 0570 504065

F 0570 504080

E redactie.vmt@mybusinessmedia.nl

I www.vmt.nl

Uitgever

Suzanne Wanders

T 0570 504328

E s.wanders@mybusinessmedia.nl

Hoofdredactie

Willem-Paul de Mooij

T 0570 504386

E w.mooij@mybusinessmedia.nl

Eindredactie

Margo Verbiest

T 0570 504329

E m.verbiest@mybusinessmedia.nl

Redactie Hans Damman

T 0570 504387

E h.damman@mybusinessmedia.nl

Dionne Irving

T 0570 504396

E d.irving@mybusinessmedia.nl

Maurice de Jong

T 0570 504367

E m.jong@mybusinessmedia.nl

Rik de Langen (webredactie)

T 020-4602208

E r.langen@mybusinessmedia.nl

Stagiair: Sophie Laemers

Redactie-adviesraad

Dr. ir. R.W. van den Berg; prof. dr. ir. M.A.J.S. van Boekel; prof. dr. ir. M. Uyttendaele; F. Egberts, dr. ir. C.D. de Gooijer; M. Janssen; dr. P.M. Klapwijk; prof. dr. ir. A. Van Landschoot; ir. F. Lanting; ir. J. Maagd; A. Postema; ir. J. van de Put; drs. J. Stark (voorzitter); dr. W. Visser; Ir. E.J.C. Paardekooper (erelid)

Met medewerking van TNO, NIZO food research, Wageningen Universiteit en Researchcentrum, Universiteit Gent, Universiteit Utrecht.

Advertentie

Voor print, online en website-advies: Monique van Neutegem

T +31 6 50449402

E m.neutegem@mybusinessmedia.nl

Anneloes Veerman

T +31 6 12707014

E a.veerman@mybusinessmedia.nl

Marketing

Rosalie de Wildt

T 0570 504355

E r.wildt@mybusinessmedia.nl

Vormgeving

Colorscan bv, www.colorscan.nl

Druk

Drukkerij Roelofs, Enschede

Abonnementen

Voor vragen over abonnementen, bezorging en/of adreswijzigingen kunt u:

Bellen met +31 570 504300; Mailen naar klantenservice@vmt.nl; Schrijven naar MYbusinessmedia bv, VMT, Postbus 58, 7400 AB Deventer.

Jaarabonnement VMT Optimaal

Nederland € 306,-

Jaarabonnement VMT Magazine

Nederland € 234,-

Jaarabonnement VMT Online

Nederland € 210,-.

Studentenabonnement € 114,-

Vacatureservice

Trainee QA

Professionals in Food

Heel Nederland

Projectmanager Kwaliteit

Professionals in Food

Heel Nederland

Senior QA & QC-medewerker Food

Professionals in Food Zuid-Holland

Innovation Manager

SVZ / DUPP – Food Executive Search Breda

Plant Manager

AAK Netherlands / DUPP - Food Recruitment Zaandijk

Microbiologisch Analist

Levensmiddelen

Professionals in Food Zuid-Holland

Proces- & Producttechnoloog Zuivelfabriek De Graafstroom

Bleskensgraaf

Proefabonnement (3 edities) € 29,Prijzen zijn excl. btw en € 3,95 administratiekosten. Beeindiging van het abonnement kan uitsluitend schriftelijk geschieden, uiterlijk drie maanden voor het einde van de abonnementsperiode; nadien vindt automatisch verlenging plaats.

ISSN 0042-7934

Niets uit deze uitgave mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever openbaar worden gemaakt of verveelvoudigd, waaronder begrepen het reproduceren door middel van druk, offset, fotokopie of microfilm of in enige digitale, elektronische, optische of andere vorm.

Publicaties geschieden uitsluitend onder verantwoording van de auteurs. Alle daarin vervatte informatie is zorgvuldig gecontroleerd. De auteurs aanvaarden echter geen aansprakelijkheid voor de gevolgen van eventuele onjuistheden.

www.vmt.nl

Kwaliteitscoördinator

Levensmiddelen

Professionals in Food Zeeland

(Junior) Recruitment Consultant

Professionals in Food Overijssel

Auditor QA

Professionals in Food Heel Nederland

Meer vacatures: zie vacatures.vmt.nl of check de QR-code

037 VMT . 3 OKTOBER 2017 . NR 12 COLOFON

VMT organiseert op donderdag 7 november a.s. het Hot topic event Fipronil met medewerking van de FNLI. Aanleiding hiervoor is de fipronilcrisis, die in een maand tijd de gehele voedingsmiddelenbranche op z’n kop heeft gezet.

De volgende vragen komen tijdens het event aan bod:

• Hoe gevaarlijk is fipronil?

• Met welke norm en lichaamsgewicht moet worden gerekend?

• Hoe betrouwbaar zijn de analysemethoden?

• Zijn de Nederlandse keuzes niet te streng?

• Welke maatregelen treffen de schakels in de voedingsmiddelenketen?

• Hoe kunnen NVWA en sector beter samenwerken en elkaar zo min mogelijk beschadigen?

• Kunnen we een dergelijke crisis in de toekomst voorkomen?

Het Hot topic event Fipronil vindt op dinsdag 7 november van 9:30 tot 17:30 uur plaats in Hotel Vianen.

De prijs voor VMT-abonnees bedraagt € 249, niet-abonnees betalen € 349.

Met medewerking van

Bekijk het volledige programma en schrijf u in op vmt.nl/fipronil

Dinsdag 7 november 2017 • Hotel Vianen • Vianen

WE MAKE IDEAS WORK

Uw ambitie is onze uitdaging, uw strategisch resultaat ons uitgangspunt. De kennis en ervaring van onze professionals in de voedingsmiddelenindustrie over de hele wereld staan borg voor vernieuwende oplossingen. Hygenic design, duurzaamheid, operational excellence, (voedsel-)veiligheid en compliance bepalen de ontwikkelingen in uw business.

Met kennis van de markt, van uw ambities, met visie op ontwikkelingen én met de toewijding om ieder project van A tot Z op tijd en binnen budget te leveren. Zo maken wij voor u, de beste ideeën werkelijkheid. Het stelt ons in staat uw partner te zijn op het juiste niveau. U staat niet alleen. Met integrale consulting & engineering oplossingen en professioneel project- en constructiemanagement; internationaal denken, lokaal doen. Flexibel, goed en veilig.

Tebodin is een multidisciplinair advies- en ingenieursbureau en onderdeel van de internationale, industriële service provider Bilfinger SE.

–TEBODIN NETHERLANDS B.V. www.tebodin.bilfinger.com

NIEUWE GENERATIE

HIGH SHEAR RECIRCULATIE MIXERS

De Tetra Pak® High Shear Mixer R370-1000D is de eerste in een reeks nieuwe high shear recirculatie mixers. Het innovatieve mixing-concept resulteert in een enorme flexibiliteit, betere ontluchting van het product en een opmerkelijke kostenefficiëntie. Kortom, een ”futureproof” competitieve oplossing voor uw productie.

www.tetrapak.com

Tetra Pak, and PROTECTS WHAT’S GOOD are trademarks belonging to the Tetra Pak Group.
Pak and PROTECTS WHAT’S GOOD are trademarks to Tetra Pak

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.
VMT 12 (2017) by VMN Media - Issuu