KOERSBAL BIJ HEVO IS VOORAL EEN
Terwijl het spel gespeeld wordt, krijg ik van verschillende mensen uitleg: “Kijk, dat kleine balletje moet over de middellijn.” Het balletje bereikt echter een verder weg gelegen lijn. “Goed zo,” reageert Jenny enthousiast. “Dit kan dubbele punten opleveren.” Toos gaat verder: “Zie je hoe die gele en bruine ballen vastgehouden worden? Het is een bepaalde greep. Je duim wijst naar voren. De cirkel op de bal geeft aan waar het zwaartepunt zit en dat ligt niet in het midden.” “De ballen gaan daarom nooit rechtuit,” verduidelijkt Frans. “Met een boogje gooien, da’s de truc. De koersballen moeten zo dicht mogelijk bij dat doelballetje komen te liggen.” Tijdens de koffiepauze mag ik het ook eens proberen, maar jeetje, dat valt tegen. De koersballen gaan gewoon hun eigen gang. Moeilijk, maar het is een kwestie van veel oefenen. Daar is iedereen het over eens. Het spel - men speelt in tweetallen - wordt hervat en het is leuk te zien hoe de hele groep meeleeft. Aandachtig volgt iedereen elkaars worpen, die eigenlijk geen worpen genoemd mogen worden, want de ballen moeten rollen. “Gooien is verboden, dat is het grote verschil met jeu de boules,” zegt Toos. Punten worden nauwkeurig op voorgedrukte lijsten genoteerd. Iedere speelsessie levert een winnaar op. Na een jaar worden alle punten opgeteld en dan komt de kampioen van het jaar uit de bus. Het spel wordt serieus gespeeld. Dat is belangrijk, maar zeker zo belangrijk is, dat de spelers zo’n goede, sociale band met elkaar hebben opgebouwd. Men deelt lief en leed, de mensen kénnen elkaar, zijn bevriend met elkaar.
20
HEVO-Magazine • juli 2022