






COLOFON VU


Johan Mattart, Algemeen Directeur van de Belgische Federatie der brandstoffenhandelaars v.z.w. Léon Lepagestraat 4, 1000 Brussel info@brafco.be www.brafco.be



PUBLICITEITSREGIE

Johan Mattart, Algemeen Directeur van de Belgische Federatie der brandstoffenhandelaars v.z.w. Léon Lepagestraat 4, 1000 Brussel info@brafco.be www.brafco.be
Op 1 november jl. bedroeg de officiële maximumprijs voor 2.000 liter stookolie (50 ppm S) 2.503 euro. Voor het equivalent van 2.000 liter mazout moest de aardgasgebruiker (afhankelijk van de leverancier en de regio) 3.407 euro betalen in het Vlaams Gewest (tarief Engie Flow variabel, netbeheerder Iverlek), 3.611 euro in het Waals Gewest (tarief Engie Flow variabel, netbeheerder Ores Waals Brabant) en 3.487 in het Brussels Gewest (tarief Engie Flow variabel, netbeheerder Sibelga). Dit betekent een meerkost van respectievelijk 904, 1.108 en 984 euro!
Het prijsverschil ten opzichte van propaangas is evenwel nog groter: zo was aardgas op 1 november jl. ongeveer 70% duurder dan propaan in bulk.
• Alle prijzen zijn incl. BTW. De simulatie houdt rekening met de beslissin gen van de federale regering van 16/09/2022 over de energiefactuur van gezinnen. Er is geen rekening gehouden met een pelletpremie en de ver lenging van het basispakket elektriciteit en aardgas in 2023, omdat de modaliteiten daarvan nog niet bekend zijn.
Simulatie op basis van de prijzen op 01/11/2022
Mazout factuur voor 2.000 liter mazout officiële maximumprijs gasolie verwarming 50S, leveringen 2.000 liter (bron: FOD Economie)
Pellets factuur voor 4.256 kg pellets (equivalent van 2.000 liter mazout) pellets in zakken (min. 1 pallet) (bron: www.ecopower.be)
€ 3.792
€ 3.407
Mazout (2.000 liter)
Pellets (4.256 kg)
Aardgas (21.282 kWh)
Propaan (2.924 liter)
Elektriciteit daluren (17.440 kWh)
Elektriciteit piekuren (17.440 kWh)
Aardgas factuur voor 21.282 kWh aardgas (equivalent van 2.000 liter mazout) tarief Engie Flow variabel geschatte jaarprijzen, netbeheerder Iverlek (bron: engie.be)
Propaan factuur voor 2.924 liter propaan (equivalent van 2.000 liter mazout) officiële maximumprijs propaan, leveringen 2000 liter (bron: FOD Economie)
Elektriciteit factuur voor 17.440 kWh elektriciteit dal- en piekuren (equivalent 2.000 liter mazout) tarief Engie Flow variabel geschatte jaarprijzen, netbeheerder Iverlek (bron: engie.be)
- 1 liter mazout (Hs) = 10,641 KWh aardgas (Hs) = 8,72 kWh elektriciteit = 1,46 liter propaan (Hs) = 2,12 kg pellets (Hs)
De oliemarkt is voortdurend in beweging. Daarom biedt Brafco haar leden de mogelijkheid om de evolutie van de petroleumprijzen 4 maal per werkdag te ontvangen, via fax of mail. Ook worden ze een dag op voorhand op de hoogte gebracht van alle wijzigingen van de officiële maximumprijzen.
Indien u voor deze (betalende) dienst interesse heeft, kan u twee weken GRATIS dit abonnement op proef ontvangen (zonder verdere verplichtingen). Neem daarvoor contact op met Ann: telefonisch 02/502.42.00 of via mail ann.deknibber@brafco.be
Ook kan u via sms tweemaal per dag geïnformeerd worden omtrent de koers evolutie van de dollar en van de noteringen op de internationale markt van gasolie en diesel. Interesse?
Neem voor een GRATIS proefperiode ook contact op met Ann!
Eind oktober werd door de ministerraad een voorontwerp van wet tot vaststelling van een tijdelijke solidariteitsbijdrage van de oliesector goedgekeurd. Dit wetsontwerp, dat gebaseerd is op de Verordening (EU) 2022/1854 van 6 oktober 2022 betreffende een noodinterventie in ver band met de hoge energieprijzen, heeft tot doel “de energiebedrijven die hebben geprofiteerd van overwinsten als gevolg van de energiecrisis en van de prijsstijgingen die zich sinds begin 2022 hebben voorgedaan, een extra bijdrage te doen betalen die bedoeld is om te worden aangewend om huishoudens die te lijden hebben onder de gestegen energieprij zen, financieel te ondersteunen”.
Op zich is tegen een dergelijk wettelijk opgelegde vorm van altruïsme weinig in te brengen, ware het niet dat de hoger vermelde verordening preciseert dat de bijdrage dient te worden betaald door de in de EU gevestigde ondernemingen “waarvan de omzet voor ten minste 75 % gekoppeld is aan de winning, ontgin ning, raffinage van aardolie en/of de vervaardiging van cokesovenproducten”. Het door de ministerraad aangenomen voorontwerp van wet gaat echter veel verder en viseert niet enkel oliemaatschappijen die over raffinagecapaciteit in België beschikken, maar ook “geregistreerde oliemaatschappijen die in het jaar 2022 als primaire deelnemers zijn aangeduid voor diesel, gasolie en benzineproducten (…)”. Deze bedrijven worden eveneens geviseerd omdat ze, in geval van een bevoorradingscrisis, zouden “worden bevoordeeld bij het in omloop brengen van de strategische voorraden”.
confronteerd werden met aankoopprijzen die hoger lagen dan de toen gel dende maximumprijzen die ze aan hun klanten mochten aanrekenen. De verliezen die toen geleden werden, hebben vooral de laatste schakel in de distributieketen – hoofdzakelijk familiale ondernemingen – zeer zwaar ge troffen.
Het is niet uitgesloten dat deze “tijdelijke” solidariteitsbijdrage zal worden doorgerekend aan de volgende schakel in de distributieketen.
Het opleggen van een solidariteitsbijdrage aan pri maire deelnemers die niet in de raffinage actief zijn, zal hoe dan ook leiden tot oneerlijke concurrentie en het verdwijnen van een level playing field tussen de erkend entrepothouders die in België petroleumpro ducten op de markt brengen. Bovendien – en dit is vanuit bedrijfseconomisch standpunt zeer begrijpe lijk – is het niet uitgesloten dat deze “tijdelijke” soli dariteitsbijdrage geheel of gedeeltelijk zal worden doorgerekend aan de volgende schakel in de distribu tieketen, niettegenstaande in het voorontwerp van wet duidelijk gestipuleerd wordt dat de bijdrage op geen enkele wijze aan andere ondernemingen of aan de eindgebruiker mag worden doorgerekend. Hoe de strikte naleving van dit verbod in de praktijk kan en zal worden gecontroleerd, is ons een raadsel. Gezien de volatiliteit van de energiemarkten is dit voor spotaankopen onmogelijk, temeer er geen afzon derlijke distributiemarge is voor invoerders, groothandelaars en kleinhande laars. Te vrezen valt dan ook dat de laatste schakel in de distributieketen, zijnde de honderden kleine familiale ondernemingen die instaan voor de le vering van brandstoffen aan de eindverbruiker, finaal het gelag zullen beta len.
Het opleggen van een solidariteitsbijdrage aan ondernemingen in de sector die zelf niet in de raffinage van aardolie actief zijn, is onbegrijpelijk en vol ledig misplaatst. Niet enkel wordt het toepassingsgebied van de Europese verordening met de voeten getreden, het wetsontwerp wekt de indruk dat ondernemingen die petroleumproducten in België op de markt brengen en verdelen, overwinsten realiseren bij de huidige hoge energieprijzen. Dit is natuurlijk je reinste onzin. In tegenstelling tot nagenoeg alle Europese lid staten is in België een Programma-overeenkomst van toepassing die voor ziet in maximumprijzen voor petroleumproducten. In tegenstelling tot de aardgas- en elektriciteitsprijzen, zijn deze voor petroleumproducten in België dus strikt gereglementeerd. De Programma-overeenkomst betreffende de regeling van de maximum verkoopprijzen van de aardolieproducten sluit de facto het realiseren van overwinsten door distributieondernemingen uit. Eerder het omgekeerde is waar, zoals bleek begin maart, toen de K-factor geactiveerd werd waardoor brandstoffenhandelaars en pomphouders ge
Vraag is of dit niet de spreekwoordelijke druppel is voor de betrokken onder nemingen, die nu reeds zeer zwaar te lijden hebben onder de hoge inflatie en de fors gestegen kosten en dito energieprijzen. Met de verwachte loonin dexering van ruim 10% op 1 januari daarbovenop voorspelt 2023 een zeer moeilijk jaar te worden. Om de leefbaarheid van de brandstoffendistributie sector te vrijwaren, dringt Brafco er bij de federale regering dan ook op aan om niet enkel het toepassingsgebied van de Europese Verordening waarop het wetsontwerp zich baseert, strikt te respecteren, maar om ook werk te maken van de invoering van een gewaarborgde distributiemarge voor de operatoren die instaan voor de fysieke levering van brandstoffen aan de eindgebruiker.
Indien de regering hiertoe niet bereid is, wordt de Programma-overeenkomst beter afgevoerd.
JOHAN MATTART ALGEMEEN DIRECTEURDe activiteiten van de vzw Promaz, een initiatief van sectororganisaties Brafco, Energia en Informazout, werden op 1 april 2022 opgestart. Sindsdien kunnen eigenaars of gebruikers die geconfronteerd worden met een bodemverontreiniging ten gevolge van een lekkende mazouttank bestemd voor de verwarming van gebouwen, of die in het verleden al bodemsaneringswerken lieten uitvoeren, een aanvraag tot tussenkomst indienen bij Promaz.
Het indienen van de aanvraag kan via het e-loket op www.promaz.be, en dit gedurende een periode van drie jaar die eindigt op 28 februari 2025. Op 27 oktober 2022 waren al 578 aanvragen ingediend. 85% daarvan betreft ‘residentiële dossiers’ (verontreinigingen veroorzaakt door tanks bestemd voor de verwar ming van gebouwen met een woonfunctie); de overige 15% betreft gebouwen met een niet-re sidentiële functie. Na een eerste communicatie campagne “connectivity & content” in mei en juni 2022, waarbij bijzondere aandacht werd besteed aan de verschillende doelgroepen, loopt sinds 7 november een tweede televisiecampagne, die wordt ondersteund door een online campagne op sociale netwerken Facebook, LinkedIn en YouTube. Die campagnes moeten de naamsbekendheid van Promaz op de markt vergroten, aldus Willem Voets, die onlangs tot afgevaardigd bestuurder van Promaz werd benoemd.
Het team van Promaz, dat tegen begin volgend jaar een tiental mensen zal omvatten, telt mo menteel naast de afgevaardigd bestuurder, een technisch directeur, twee administratief mede werkers en vier projectbeheerders. Sommige team leden komen van de vzw BOFAS (fonds voor de bodemsanering van tankstations) en hebben al bijzonder veel ervaring met bodemsaneringen, aldus nog Willem Voets.
Een van de prioriteiten van de raad van bestuur van Promaz voor 2023 is het opvoeren van de communicatiecampagne, aangezien de periode voor het indienen van de dossiers afloopt op 28 februari 2025. Nog een prioriteit is het opzet ten van een structureel financieringssysteem, zegt Willem Voets. Vanaf 2023 zullen immers enerzijds de eerste reeds uitgevoerde saneringen worden terugbetaald en zal er anderzijds een verzekeringsmechanisme worden opgericht voor schadegevallen die zich na de aanmeldingsperio de kunnen voordoen.
Voor de financiering van Promaz zou een bijdrage van 1 cent per liter (10 euro/m3), te verrekenen in de maximumprijs voor gasolie 50 en 10 ppm, kunnen volstaan, aldus Johan Mattart, voorzitter van Promaz, maar voegt er aan toe dat deze wel zo snel mogelijk moet worden ingevoerd. Zolang die structurele financiering geen feit is, loopt het Fonds in de aanvangsperiode jaarlijks ca. 30 mil joen euro aan inkomsten mis, die niet kunnen worden gerecupereerd tenzij door de bijdrage te verhogen, wat niet wenselijk is. Momenteel wordt de opstart van Promaz gefinancierd door de
uitgevoerde saneringen door Promaz te coördineren saneringen door de aanvrager uit te voeren saneringen 578 AANVRAGEN TOT TUSSENKOMST INGEDIEND OP 27.10.2022 6 november-december 2022 Br ndstoffen
reserves van BOFAS, dat in oktober 2026 zijn ac tiviteiten zal stopzetten. Om u een idee te geven: de reserves van BOFAS aan het einde van zijn activiteiten worden geraamd op 110 miljoen euro, terwijl alleen al in 2023 voor de terugbetaling van de eerste saneringsdossiers zo’n 40 miljoen euro nodig zal zijn, gaat Johan Mattart voort. Gezien de restrictieve beleidsmaatregelen t.a.v. stook olieketels in bepaalde gewesten kunnen leiden tot een versnelde daling van de volumes gasolie, dreigen deze maatregelen de financiering van Promaz te ondermijnen. Om geen financiële put te graven en Promaz in de beste omstandigheden te laten werken, heeft de sector in het erkennings dossier duidelijk aangegeven dat Promaz een pe riodieke evaluatie zal uitvoeren om na te gaan of de beschikbare middelen toelaten de activiteiten ongewijzigd verder te zetten, dan wel of wijzigin gen noodzakelijk zijn.
Mazoutverdelers wordt gevraagd om hun klanten te informeren over het bestaan van Promaz door www.promaz.be te vermelden op hun website en hun facturen. Indien gewenst is er ook com municatiemateriaal beschikbaar (folders en affi ches). U kan deze aanvragen door het formulier op de website van Informazout in te vullen. Surf hiervoor naar https://pro.informazout.be/nl/ flyer/promaz-folder of stuur een e-mail naar info@informazout.be
Goed nieuws voor het milieu én voor uw klanten. Vermoeden ze dat hun bodem verontreinigd is door een lek in hun mazouttank of -leiding? Of hebben ze in het verleden al een bodemsanering uitgevoerd? Dan kunnen ze vanaf nu beroep doen op Promaz, het fonds dat hen helpt door de bodemsanering uit te voeren of door financieel tussen te komen, ook voor bodemsaneringen uit het verleden. Wat een opluchting!
We rekenen ook op u om uw klanten dit goede nieuws te brengen. Verwijs hen snel door naar Promaz.be. Want samen kunnen we bijdragen aan de sanering van de bodem.
De tussenkomst van Promaz gebeurt onder de bepalingen van het Samenwerkingsakkoord, zoals dat van kracht is a) op de datum van de aanvraag, b) op basis van de prioriteitenlijst van Promaz en c) in functie en tot het beloop van de beschikbare financiële middelen van Promaz (art 16 van het Samenwerkingsakkoord). Wat een opluchting
€ 200, daarna € 225 en nu officieel – de wet werd in het Staatsblad van 3 november gepubliceerd – € 300... De mazout en propaancheque, waarvan de toekenning gepaard gaat met arbeidsintensieve formaliteiten, vroeg behoorlijk wat extra inspanningen van de mazout en propaanhandelaars. We staken ons licht op bij enkele collega’s...
Bij Vanopdenbosch – Dethiège uit Sint-Joris-Weert werd veel tijd uitge trokken om de klanten te helpen de for maliteiten in te vullen om de mazoutcheque aan te vragen. Sommige mensen kregen hun cheque snel, anderen zijn na twee maanden nog aan het wach ten, laat zaakvoerster Anne Vanopdenbosch weten. Het strafste van al is dat de FOD Economie de mensen terugstuurt naar hun leverancier om te checken of die zijn Excel-bestand met wekelijkse leveringen wel heeft geüpload! Het bedrijf kreeg ook al vragen van syndici van mede-eigendom men aan wie ze kon uitleggen dat ze een KBOnummer moesten hebben. Brafco heeft ons daar goed bij geholpen. Enkele keren werd de mazout cheque voor de klant op het rekeningnummer van het bedrijf gestort. Nadat ze daarover contact had opgenomen met de FOD Economie, kreeg Anne Vanopdenbosch uiteindelijk de gegevens van de klant in kwestie en kon ze de premies doorstorten.
Seminck Gas, propaangasleverancier in Geraards bergen, besloot proactief te werk te gaan. Alle klanten van wie we geen e-mailadres hadden, kregen van ons een kopie van hun factuur, het betalingsbewijs, het door ons al ingevulde for mulier en een A5-envelop. Dat alles staken we dan in een A4-envelop, legt zaakvoerder Dirk Seminck uit. Zo hebben we er een duizendtal verstuurd, maar op die manier konden we even tuele problemen oplossen voor ze zich stelden. Klanten mét een e-mailadres werden continu geïnformeerd via mailings. Bijna alle klanten van het bedrijf ontvingen intussen al hun cheque. Bij wie nog niets had ontvangen, was de reden vaak dat hun rijksregisternummer niet overeenstemde met de plaats van levering, bijvoorbeeld bij men sen die net verhuisd waren.
Bij Brandstoffen Kenis in Beerse werd een medewerker aangesteld om de klanten te bege leiden bij de formaliteiten omtrent de mazout cheque. We moeten ongeveer 5 klanten per dag helpen, schat zaakvoerder Cis Kenis We geven hun een kopie van hun factuur en helpen hen het
aanvraagformulier in te vullen. Er zijn al klanten geweest die ons rekeningnummer opgaven in plaats van hun eigen. Dat zetten we uiteraard achteraf recht. We weten niet of onze klanten hun premie al ontvangen hebben.
Ook Lees Brandstoffen uit Paal helpt regelma tig klanten bij de aanvraag van hun mazoutche que. Dat is veel werk, vertelt zaakvoerster Nancy Geyskens We hebben onze klanten al lemaal een papier gegeven met de nodige uitleg, maar dat lezen ze nauwelijks en bellen liever voor meer uitleg. En dan gaat het niet specifiek om oudere klanten. Ook de chauffeur heeft aan vraagformulieren in zijn vrachtwagen liggen en op de website van het bedrijf staat een link naar de pagina waar de aanvraag langs elektronische weg kan worden ingediend. Veel klanten bellen ons momenteel op om te vragen waarom ze € 225 hebben ontvangen en geen € 300. Dat kost ons per klant toch telkens 1 tot 2 minuten tijd. Reken zelf maar uit! En net als verschillende van haar collega’s pleit ook Nancy Geyskens ervoor dat de FOD Economie het ‘KBO-nummer’ ver vangt door ‘btw-nummer’. Dat zou veel duidelij ker zijn naar de klanten toe!
Als hun klanten niet de kans hebben om hun aanvraag online in te dienen, geeft Brandstoffen Slabbinck uit Knokke-Heist hun een papieren formulier en helpt hen alle documenten bijeen te zoeken, zoals een kopie van de factuur en het betalingsbewijs. Dat is veel werk voor ons, geeft zaakvoerder Pascal Slabbinck toe. 90% van onze
klanten is goed op de hoogte. Meestal hebben ze hun aanvraag al ingediend met hun vorige leve ringsfactuur. Wie zijn premie van € 225 al heeft ontvangen, weet dat de resterende € 75 nog komt. Pascal Slabbinck pleit voor een btw-ver laging naar 6% voor mazout en voor een fiscale harmonisatie binnen de Europese Unie. Hij doet ook veel bunkering voor vissersschepen en moet jammer genoeg vaststellen dat veel vissers uit Zeebrugge gaan bunkeren in Duinkerke of Le Havre omwille van de financiële steun van Frankrijk bij de aankoop van brandstoffen.
Voor Maison Urbain, verdeler van petroleumpro ducten in Saint-Ghislain, was het begin van de hele operatie een heuse nachtmerrie. We hebben verschillende keren met Brafco moeten bellen omdat niets werkte, herinnert Jean-Louis Urbain, afgevaardigd bestuurder van het bedrijf, zich. Hij kreeg namelijk geen toegang tot de web site van de FOD Economie www.fuelpremium.be waar hij zijn Excel-bestand met de gegevens van de mazout- en propaanleveringen sinds 15 novem ber 2021 moest uploaden. Bij de dienst in kwestie kon ik niemand bereiken, en dus hebben zo goed en zo kwaad we konden geprobeerd om onze plicht te vervullen. Daarbij kwam nog dat dat midden in de vakantieperiode viel. Maar JeanLouis Urbain merkt wel dat alles nu vlot werkt. Hij geeft alle leveringsgegevens 1 keer per week door en raadt zijn klanten aan om hun aanvraag elektro nisch in te dienen, omdat digitale aanvragen blijkbaar sneller afgehandeld raken dan die op papier. Hij staat erop om zijn klanten in real time te informeren over de premiemodaliteiten en voegde daarom een pagina over de mazoutcheque toe aan zijn website.
Jacky Goffinet, zaakvoerder van Ets Jacky & Jeremy Goffinet in Habay-la-Neuve, stelde dan weer vast dat het krioelde van de fouten in de titels en de spelling van de straatnamen. Klanten worden ongeduldig, bellen naar het callcenter van de FOD Economie om te weten hoe het staat met hun dossier, en krijgen dan na lang wachten te horen dat hun verkoper hun straat fout heeft
Geniet van een hoogkwalitatief product, een uitgebreid netwerk van verdelers en een ruime waaier aan diensten.
100% uit aaldhout
gespeld! Het doorgeven van de klantengegevens in het Excel-bestand voor de FOD Economie ver liep wel vlot, dankzij de sales manager resellers van de groep, die het bedrijf in contact heeft ge bracht met een informaticus. Dat heeft ons uiter aard wel wat gekost zonder dat we daar iets voor terug hebben gekregen, behalve dan tevreden klanten
Het had de zaken veel simpeler gemaakt als de FOD Economie op de documenten voor de klant ‘btw-nummer’ had geschreven, in plaats van ‘KBO-nummer’, zucht Marie-Rose Bouharmont, zaakvoerster van het gelijknamige bedrijf in Luik. Voor de rest is alles vlot gegaan, de extra wer klast en een hoop stress in het begin niet te na gesproken. Zodra ze alle gegevens had, vermeld de onze collega de website van de FOD Economie op haar facturen, zodat haar klanten wisten via welke weg ze hun aanvraag konden indienen. Bovendien kregen alle klanten een e-mail met een woordje uitleg over hoe ze de aanvraag moesten indienen, en ook de chauffeurs hebben de formulieren bij zich in hun vrachtwagen. De mensen die een kopie vragen van hun factuur zijn niet noodzakelijk ouderen, benadrukt MarieRose Bouharmont. Ook heel wat 30- tot 35-ja rigen weten niet hoe ze een computer moeten gebruiken, behalve dan om online te shoppen.
Ook bij Ets Raymond Nolf in Schaarbeek verliep het doorgeven van de klantengegevens na een IT-aanpassing vlot. Op enkele oudere mensen na die hun aanvraag via de post wilden indienen, kreeg het bedrijf niet al te veel vragen om hulp. Wel namen enkele syndici van mede-eigendom men contact op om het document dat ze moesten invullen op te vragen. Sommigen vroegen ook om het KBO-nummer van de mede-eigendom op de factuur te vermelden, vertelt zaakvoerder Cédric Nolf, die toen we hem begin november belden nog niet wist of zijn klanten hun mazoutcheque al hadden ontvangen.
Onze IT-afdeling heeft goed werk geleverd, wat de werkwijze aanzienlijk vereenvoudigd heeft aangezien we de vereiste documenten allemaal automatisch hebben kunnen doormailen naar onze klanten, zegt een tevreden Xavier Pecquet, districtmanager bij Groupe L.M.V. (Lincé Meunier Verlaine) uit Marche-en-Famenne. Alle klanten werden systematisch op de hoogte ge bracht. In juli en augustus stroomden de vragen naar kopieën van facturen binnen. Die vragen waren dan voornamelijk afkomstig van jongere mensen die vlot kunnen werken met de compu ter.
De mazout-propaancheque: een goede zaak?
“Voor de klanten is dit een goede zaak. Maar voor onze sector? De tijd zal het uitwijzen. Ik verwacht niet dat de prijzen spectaculair zullen dalen.”
Anne Vanopdenbosch“Uiteraard. Iedereen kan elke extra cent gebruiken.”
Dirk Seminck“Ik denk het wel. Veel overlast hadden we niet, behalve de eerste dagen toen de klanten die premie rechtstreeks van hun factuur wilden aftrekken. Brafco heeft goed zijn best gedaan.”
Cis Kenis“Voor de klanten is dit een goede zaak!”
Nancy Geyskens“Voor de sector wel, maar hadden ze het btw-tarief voor mazout niet beter verlaagd tot 6% en gelijkgesteld met elektriciteit en aardgas?”
Pascal Slabbinck“Wanneer de informatie correct wordt doorgegeven, kalmeren de mensen wat. Het enige minpunt waar iets aan gedaan zou moeten worden: de mensen begrijpen niet dat het btw-tarief voor gas en elek triciteit tijdelijk van 21% naar 6% gaat, terwijl dat van mazout op 21% blijft staan.”
JeanLouis Urbain“Uiteindelijk wel, denk ik. Maar onze klanten kennen de afkorting ‘KBO’ op het aanvraagformulier niet. Ze hadden veel beter gewoon ‘btw-nummer van uw leverancier’ geschreven’
Jacky Goffinet“Het biedt de kans om te communiceren met onze klanten en hun erop te wijzen dat mazout dankzij die premie van € 300 een goedkope ener gie blijft voor de gemiddelde klant die 2000 liter mazout per jaar ver bruikt.”
Marie Rose Bouharmont“Het is altijd beter dan niets, maar het had meer mogen zijn gezien de exuberante prijsstijgingen.”
Cédric Nolf“Ik zit met gemengde gevoelens. Is dit voor de Staat niet een mooie manier om een lijst aan te leggen met alle mazoutinstallaties? En lopen we dan achteraf niet het gevaar dat de Staat die lijst gebruikt om die klanten te proberen overtuigen van energie te veranderen?”
Xavier PecquetWerk mee aan de energietransitie en investeer in een CO2-neutrale toekomst
Aangezien één op drie gezinnen vandaag verwarmt met mazout, zal de stookoliesector een belangrijke rol spelen in het behalen van de Europese ambitie om in 2050 klimaatneutraal te zijn. Daarom dat Comfort Energy als Belgisch marktleider de voortrekkersrol op zich neemt om de noodzakelijke energietransitie waar te maken en de toekomst van onze sector te vrijwaren.
> Heeft u ook vragen over de toekomst van onze sector?
> Bent u ook nieuwsgierig naar de mogelijkheden van alternatieve brandstoffen en de mogelijkheden voor uw klanten?
> Wil u ook graag weten hoe CO2-compensatie vandaag reeds een toegevoegde waarde kan zijn voor uw klanten?
> Wil u ook graag van de uitdagingen van de Green Deal uw voordeel maken?
> Wil u graag eens met de marktleider, die de ondernemersmentaliteit heeft behouden, van gedachte wisselen?
Dat kan. Wij ontvangen u graag op één van onze lokale kantoren of wij komen graag bij u langs om een mooie toekomst voor uzelf en uw klanten te verkennen.
www.comfortenergy.be
Tom Lambert I CEO
+32 477 94 83 68
tom.lambert@comfortenergygroup.com
Walter Van Kerckhoven I Verkoopdirecteur +32 479 74 40 07
walter.vankerckhoven@comfortenergygroup.com
Op 11 en 12 oktober vonden de Technical Workshop en het Policy Event van Eurofuel plaats. Tijdens deze twee dagen werd de focus gelegd op enkele cruciale vragen over de toekomst van de sector van de vloeibare brandstoffen. 13 experts, waaronder Informazout, voerden het woord tijdens een technische workshop, verschillende presentaties en een panelgesprek. De hoogtepunten vind je in dit artikel.
231 praktijktests met koolstofarme vloeibare brandstoffen worden mo menteel begeleid door Eurofuel. Alle zijn zonder uitzondering positief. Guido Saenen, Technical Advisor bij Informazout, stelde de resultaten voor van de 15 praktijktests met R33 in België. In Duitsland voerde BDH (de Duitse federatie van de verwarmingssector) en EN2X (de Duitse branche vereniging voor brandstoffen en energie) ook testen met R33 uit. De resul taten daarvan werden gepresenteerd door Wilfried Linke, Department Manager bij BDH. R33 is een mengsel van 67% mazout, 26% HVO en 7% FAME. Voor een nieuwe reeks tests kiest Duitsland voor een mengsel met 65% HVO, overeenkomstig de recente Duitse wetgeving die vanaf 2024 65% hernieuwbare energie in nieuwe installaties oplegt.
Hoe staat het met de fabrikanten van verwarmingstoestellen? Giuliano Conticini, Executive Vice President Burners Division bij Ariston Thermo
Group, en Raphael Lang, Head of Engineering bij Buderus, gaven aan dat ze klaar zijn om een versnelling hoger te schakelen. Bosch presenteert een gamma hybride installaties die de fabrikant momenteel uittest. De resulta ten overtuigen en bevestigen dat hybride systemen, die het beste van twee werelden combineren, een toekomstgerichte optie zijn die de consu ment comfort en flexibiliteit garandeert. Bosch biedt eveneens verwar mingsketels aan met het ‘Green Fuels Ready’-label om aan te tonen dat de apparatuur compatibel is met koolstofarme vloeibare brandstoffen.
Ook Martin Müller, Directeur bij Cirkel, kwam aan het woord. Hij had het over de noodzakelijke aanpassingen aan additieven. Enerzijds stelde hij de tests en lopende projecten voor, anderzijds bevestigde hij dat deze aange paste additieven ook bij koolstofarme vloeibare brandstoffen garant staan voor een langere opslagduur, een betere thermische bestendigheid en een betere weerstand tegen vocht, verontreiniging, corrosie en geuren. Klaus Lucka, Managing Director TEC4FUELS, concludeerde: “Op technologisch vlak is de missie geslaagd. Het is nu zaak om de beslissing te faciliteren voor de politici.”
“Laten we het niet meer hebben over decarbonisatie, maar over defossilisatie. Koolstofneutraliteit heeft betrekking op de hele levenscyclus van een product.”
Klaus Lucka, Managing Director TEC4FUELS
1.
Moritz Bellingen, Voorzitter van Eurofuel, wees nog eens op de com plexe geopolitieke context van dit moment (bevoorradingsproblemen enz.) die wordt toegevoegd aan de doelstelling van koolstofneutraliteit. In dat kader schuiven politici vaak elektrische scenario’s naar voren. Maar Sandrine Devos, Secretaris-Generaal van Eurofuel, benadrukte evenwel het volgende: “Eurelectric, de federatie van de Europese elektriciteitssec tor, schat dat tegen 2050 45 tot 63% van het Europese energieverbruik geëlektrificeerd kan worden. Om de klimaatdoelstellingen te halen zijn dus nog andere energiebronnen nodig.” Een visie die ook gedeeld werd door Bjorn Breckx, Head of Branded Sales Europe bij Neste: “De actualiteit
“Koolstofarme vloeibare brandstoffen kunnen de huidige crisis positief beïnvloeden.”
Martin Kuhn, Product Manager bij Viessmann Group
toont eens te meer aan dat een diversificatie van onze energiebevoorra dingsbronnen veiliger is. We hebben alle technologieën nodig als we de klimaatdoelstellingen willen realiseren.” En volgens Ralf Diemer, Managing Director van de eFuel Alliance, is ook een geografische diversi ficatie nodig als we onze energiebevoorrading willen veiligstellen: “Europa heeft altijd een deel van zijn energie ingevoerd. We moeten ons dus rich ten tot verschillende betrouwbare landen.”
Wat is het grootste obstakel voor de invoering van koolstofarme vloeibare brandstoffen? Het gemis aan een duidelijk en stabiel beleidskader, stimu leringsmaatregelen en garanties om investeringen in de ontwikkeling van nieuwe energietechnologieën te bevorderen. Bjorn Breckx neemt daarom het voorbeeld van mobiliteit bij onze buren: “Nederland voerde een fiscaal voordeel in voor bedrijven die op biodiesel rijden. Resultaat: meer dan 700 vrachtwagens van PostNL rijden momenteel op biodiesel, net als die van Coca-Cola, dat op die manier zijn transportgebonden CO2-uitstoot met 90% kon terugdringen.” Als er wordt geïnvesteerd in een hogere productie of als we overgaan tot import, dan zal de prijs logischerwijs ook dalen. “We moeten de economische aspecten dus enigszins loslaten en naar de toekomst durven kijken”, meent Moritz Bellingen.
In Frankrijk is de biobrandstof F30 nu al verkrijgbaar. Dat is het resultaat van een project van lange adem waarover Eric Layli, Voorzitter van de Franse federatie FF3C, kwam vertellen. “De eerste laboratoriumtests date ren al van ruim 3 jaar geleden. Vandaag leveren de depots dus de meng sels. Maar we rusten niet op onze lauweren. We werken actief aan de lancering van een biobrandstof met 55% hernieuwbare energie (F55). Daarna willen we die combineren met HVO om uiteindelijk tot een 100% hernieuwbaar product te komen.” Naast deze technische overwegingen is volgens alle panelleden ook consumentenbewustzijn hoogst noodzakelijk. «Het is moeilijk om een verbrandingssysteem in verband te brengen met koolstofneutraliteit. Onlangs deden we een enquête bij de consument om te weten welke impact onze sensibiliseringscampagnes hadden: 80% van hen hoorde ooit al van biofuel en 50% was erin geïnteresseerd, op voor
“Dit is geen conflict tussen de transporten de verwarmingssector. De klimaatproblematiek dwingt ons om de productie van koolstofarme vloeibare brandstoffen te verhogen. Over het gebruik ervan, zullen we dan later wel beslissen.”
Ralf Diemer, Managing Director van de eFuel Alliance Alliancee
“Om de klimaatdoelstellingen voor 2050 te halen en om een wereldwijd en betrouwbaar onafhankelijk energievoorzieningssysteem op te bouwen, moeten we alle beschikbare hernieuwbare energietechnologieën en bronnen gebruiken. De sector van de vloeibare brandstoffen is klaar om daaraan bij te dragen.” Moritz Bellingen, Voorzitter Eurofuel waarde dat ze het konden betalen. Hier ligt dus een mooie kans, ook al omdat er geen grote aanpassingen nodig zijn aan de installaties.”
De fabrikanten van verwarmingstoestellen zijn het daarmee eens. Martin Kuhn, Product Manager Liquid Fuels bij Viessmann Group: “Alleen al in Duitsland staat 70% van de verwarmingsinstallaties op stookolie in gebou wen van vóór 1978. Die vragen uiteraard veel energie. Vloeibare brandstof fen blijven nodig, in combinatie met hybride oplossingen. Ons gamma met het ‘Green Fuels Ready’-label is bestemd voor die nieuwe brandstoffen. Alles werd met succes uitgetest. De verwarmingsketels zijn er klaar voor, nu is het alleen nog wachten op de koolstofarme brandstoffen.”
Om de verwarming met vloeibare brandstoffen zo efficiënt mogelijk te maken en de ecologische voetafdruk zo klein mogelijk te houden, hebben Eurofuel en haar leden, waaronder Informazout, een stappenplan richting 2050 uitgewerkt.
Download die hier! pro.informazout.be/nl/ bibliotheek/publicaties
Met de zeer volatiele energieprijzen, waarbij grote prijsstijgingen en – dalingen elkaar afwisselen, neemt het fenomeen waarbij klanten hun bestelling van stookolie of propaan annuleren in de hoop om via een nieuwe bestelling te kunnen genieten van een lagere prijs, opnieuw toe. Maar kunnen zij dat wel en hoe kan u zich hiertegen best wapenen ? Even de spelregels opfrissen …
Zoals reeds gemeld in de september/ok tober-editie van 2020 wordt een telefo nische bestelling van brandstoffen (stookolie, propaan, steenkool, pellets, …) be schouwd als een “verkoop op afstand”. Ook wanneer de bestelling gebeurt via de website van uw onderneming is sprake van een verkoop op afstand.
Bij een verkoop op afstand is de consument pas door de overeenkomst gebonden wanneer de onderneming aan haar zogenaamde ‘precontrac tuele informatieverplichting’ heeft voldaan. Dit impliceert dat u als handelaar de met uw klant gesloten overeenkomst bevestigt en hem o.m. volgende informatie verstrekt :
• beschrijving van het product of dienst;
• naam en adres van de onderneming;
• ondernemingsnummer;
• contactgegevens (bijv. telefoonnummer of email adres);
• de prijs of, als door de aard van het goed of de dienst de prijs redelijkerwijs niet vooraf kan worden berekend, de manier waarop de prijs zal worden berekend;
• de wijze van betaling en de termijn waar binnen de onderneming zich verbindt het goed te leveren of de diensten te verlenen;
• modaliteiten m.b.t. het herroepingsrecht of vermelding dat deze niet van toepassing is.
De bovenstaande informatie dient verstrekt te worden “op een duurzame gegevensdrager” bin nen een redelijke termijn en uiterlijk bij de leve ring van de goederen of voordat de uitvoering van de dienst begint. U zou deze informatie dus via email kunnen verstrekken, doch dit is in de praktijk vaak niet mogelijk. U mag deze precontractuele
informatie echter ook op de leveringsbon vermel den.
Bij een verkoop op afstand heeft de consument in principe 14 dagen de tijd om van zijn bestelling af te zien. Dit herroepingsrecht is evenwel niet van toe passing op “producten en diensten waarvan de prijs gebonden is aan schommelingen op de financiële markt waarop de onderneming geen invloed heeft en die zich binnen de herroepingstermijn kunnen voordoen”. Deze uitzondering werd in de Europese richtlijn 2011/83 – op vraag van de Federatie en de Europese koepelorganisatie ECFD – voorzien en is in die zin ook vertaald in het Wetboek Economisch Recht. In de nieuwe richtlijn 2019/2161 van 27 no vember 2019 werd, op vraag van ECFD, gepreci seerd dat deze uitzondering ook moet worden geacht “van toepassing te zijn op overeenkomsten voor individuele leveringen van niet-netwerkener gie, omdat de prijs hiervan gebonden is aan schom melingen in de grondstoffen- en energiemarkten waarop de handelaar geen invloed heeft …”.
Belangrijk is dat u uw (potentiële) klanten er wel degelijk van in kennis stelt dat het herroepings
recht niet van toepassing is bij bestellingen van huisbrandolie/propaangas. De vermelding hier van op de leveringsbon is in dit opzicht nogal laattijdig …
Het is dan ook aan te bevelen om in uw algeme ne verkoopvoorwaarden expliciet te vermelden dat het herroepingsrecht niet van toepassing is van deze producten, hierbij al dan niet verwij zend naar artikel VI. 53, 2° van het Wetboek Economisch Recht, en deze (in die zin aangepas te) verkoopvoorwaarden ook op uw website te publiceren. Hiermee zal u, wat het verstrekken van deze info betreft, ook voldaan hebben aan uw precontractuele informatieverplichting, al thans wat de info m.b.t. het niet kunnen inroepen van het herroepingsrecht betreft.
Tot slot nog dit : u kan van de gelegenheid ge bruikmaken om in uw verkoopvoorwaarden ook te vermelden welk recht u zich voorhoudt (bijv. een forfaitaire schadevergoeding) indien de con sument zijn bestelling toch zou annuleren.
Johan MattartDit hangt af wat u met uw klant bent overeengekomen. Zeker wanneer de levering niet onmiddellijk kan worden uitgevoerd, is het belangrijk dat u, op het ogenblik van de bestelling, duidelijk met de klant een concrete prijs afspreekt of, indien dit niet mogelijk is, de klant informeert dat u rekening houdt met hetzij de maximumprijs die van toepassing is op de dag van de bestelling, hetzij met die welke van toepassing zal zijn op de dag van levering. Om achteraf pro blemen te vermijden, is het aangewezen de overeengekomen prijs onmiddellijk schriftelijk te bevestigen, bijv. via email of per SMS.
Esso-verdelers bedankt!
Dankzij goede samenwerking hebben we ook in dit uitdagende jaar opnieuw veel bereikt en we willen onze Esso-verdelers daar dan ook hartelijk voor danken. We zijn ervan overtuigd dat we deze kracht dankzij onze kwaliteitsproducten, waaronder Esso Optiplus, optimale service en onze uitstekende samenwerking in het volgende jaar zullen voortzetten.
Wij wensen u fijne feestdagen en een gelukkig en succesvol nieuw jaar! essomazout.be
De kortingen op de brandstofprijzen in Frankrijk en de sociale onlusten in de Franse raffinaderijen leidden tot een zelden gezien heen en weer gerij tussen de grensstations in België en Frankrijk. Pomphouders zouden er van minder het noorden bij verliezen...
De grote korting die de Duitse regering gaf op de brandstofprijzen eindigde dan wel op 1 september, maar de Franse staat verhoogde – op diezelfde dag – de korting van 18 cent per liter die gold sinds 1 april, tot 30 cent per liter. En dat zowel voor diesel als voor benzine. De brandstofkorting van de Franse staat zou op 15 november in principe afgelopen moeten zijn. Bovendien konden Franse chauf feurs ook nog eens genieten van de massale kortingen in alle tankstations van TotalEnergies in Frankrijk. Van 1 september tot 1 november lagen de brandstofprijzen in die tankstations 20 cent per liter lager dan de normale marktprijs en van 1 november tot 31 december was dat nog 10 cent per liter. Concreet gesproken betaalde de Franse automobilist tussen 1 september en 1 no vember dus zo’n € 1,50/liter terwijl in België ca. € 2,00/liter moest worden neergeteld. Dat prijs verschil bracht vele Belgen ertoe om te gaan tanken over de grens.
Maar het kon ook omgekeerd, want toen midden oktober stakingen uitbraken in verschillende Franse raffinaderijen en depots van TotalEnergies en Esso-ExxonMobil, leidde dat op bepaalde momenten tot bevoorradingsproblemen en zelfs brandstoftekorten in ca. 30% van de Franse tankstations. Het Franse departement Nord, tegen de grens met België, werd bijzonder hard getroffen door de stakingen: bijna 40% van de tankstations kwam op een gegeven moment in de problemen. De Belgische tankstations in de grensstreek met Frankrijk zagen de vraag met 15% tot 20% toenemen.
De tankstations van Ets Brousmiche-Michelet op een twintigtal kilometer van de Franse grens, namelijk in Chimay, Baileux en Virelles, onder vonden maar weinig impact van het tanktoeris me. We zagen de verkoop wel lichtjes dalen toen TotalEnergies Frankrijk en de Franse staat steun maatregelen aankondigden, preciseert zaakvoer
der Christophe Brousmiche De Belgische media deden ook nog eens een duit in het zakje door rond te bazuinen dat boodschappen doen in Frankrijk goedkoper is dan bij ons. Behalve enke le professionals (landbouwbedrijven bijvoor beeld) die op zoek waren naar gasolie-diesel en AdBlue, zagen onze tankstations niet echt gevol gen van de sociale onlusten in Frankrijk. Fransen komen nu eenmaal niet tot bij ons. Hoewel hij toegeeft dat het huidige accijnssysteem tanksta tions aan de grens extra verkoop oplevert, denkt Christophe Brousmiche dat hij met een Europese harmonisatie van de accijnzen zijn distributiera dius zou kunnen uitbreiden.
Frédéric Clause, commercieel verantwoordelij ke bij Ets Warin, zag dan weer de volumes in zijn tankstations aan de grens in Hastière en Bièvre wel dalen zodra in Frankrijk kortingen werden gegeven op de brandstoffenprijzen. En vanaf midden oktober, toen de Franse tankstations
Midden oktober brachten de brandstoftekorten in bepaalde Franse tankstations de bewoners van de grensstreek ertoe om te komen tanken in België.
zonder brandstoffen begonnen te vallen, zag hij het aantal Franse klanten gevoelig stijgen. De Fransen kwamen kleine hoeveelheden kopen om weer even voort te kunnen tot de situatie in hun land zich weer stabiliseerde, vertelt Frédéric Clause. De grote rush die we verwacht hadden, bleef echter uit, wellicht omdat er andere Belgische tankstations dichter tegen de Franse grens liggen dan wij. Hoe dan ook voelde Ets Warin slechts weinig van het tanktoerisme, in welke richting dan ook. Nu we te maken krijgen met een energiecrisis stelt Frédéric Clause vast dat de automobilist zich hoofdzake lijk laat leiden door de prijzen. Merken of kwaliteit van het product spelen geen rol meer. Als het maar goedkoop is.
Charlotte Tahon, zaakvoerster van Tahon Carburants, liet weten dat 4 van haar 6 tankstations werden getroffen door het tanktoerisme richting Frankrijk. De Belgische chauffeurs trokken eerst massaal naar Frankrijk om te gaan tanken, maar stonden hier al snel terug toen onze zuiderburen zonder brandstof vielen. Echt een “zottekesspel”, vertelt ze. Vandaag zien we opnieuw meer klanten richting Frankrijk trekken, en ook onze volumes dalen. In principe zullen de brandstofprijzen vanaf 15 november opnieuw stijgen. Ik denk dat we tegen januari weer een prijsevenwicht zullen heb ben bereikt. Onze collega denkt niet dat een fiscale harmonisatie tussen landen de beste oplossing is. Volgens Charlotte Tahon kan enkel een da ling van de accijnzen op brandstoffen paal en perk stellen aan deze situa tie én tegelijk geld in de staatskas brengen.
Vóór de sociale onlusten in de Franse raffinaderijen zag Maxime Fournier, zaakvoerder van Fournier-Cavos, logischerwijs minder Belgen en geen enkele Fransman meer in zijn 3 tankstations aan de grens. De kortingen op de brandstofprijzen die de Franse staat en TotalEnergies toekenden maakten het een Frans tankstation dat vlak bij ons station in Menen ligt, mogelijk om brandstof te verkopen tegen een prijs die 30 cent lager lag dan bij ons, vertelt hij. Maar aangezien zijn bedrijf ook mazout verdeelt en pellets ver koopt, ondervond hij niet al te ingrijpende negatieve gevolgen van die situ atie. Toen Frankrijk zonder brandstof kwam te zitten, stonden de Fransen hier snel terug, zegt hij erbij, maar echt de geleden verliezen compenseren deed dat niet. Toen de Fransen massaal in zijn tankstations kwamen tanken, merkte onze collega op dat benzine vlotter verkocht dan diesel. Automobilisten stellen zich ernstig vragen bij de prijsschommelingen en wanneer dat zal stoppen. Vragen waarop ook Maxime Fournier het antwoord schuldig moet blijven. Hij is van mening dat de brandstofprijzen op Europees niveau zouden moeten worden geregeld.
Bij Romac Fuels, dat is gespecialiseerd in de levering van diesel voor vrachtwagens en tankstations heeft in Veurne, Oostende en Houdeng, leidden de kortingen op de brandstofprijzen in Frankrijk tot een vertraging van de activiteiten. Iedere dag komen tussen de 500 en 1000 vrachtwa gens in onze tankstations tanken. Veel Franse tankstations zijn niet voor zien op dergelijke volumes, Belgische wel. Ons station in Oostende ziet bijvoorbeeld veel Engelse vrachtwagenchauffeurs, vertelt bestuurder Mathieu Vander Paelt, die verklaart voorstander te zijn van de toepas sing van het minimumaccijnstarief op brandstoffen. Volgens hem zou ie dereen – te beginnen bij de Belgische staat – er wel bij varen als we ervoor zouden kunnen zorgen dat zoveel mogelijk transporteurs komen tanken in België. Iedere liter die naar Frankrijk gaat, betekent een verlies aan btw en accijnzen voor de staat. Ik hoop dat onze ministers de Belgische burger zullen helpen door de accijnzen te verlagen tot het mini mum enerzijds en door iedere vrachtwagen die over ons grondgebied rijdt zonder te tanken, btw te laten betalen anderzijds. Die inkomsten kunnen
dan dienen voor subsidies op zonnepanelen, windmolens of waterstof bijvoorbeeld.
Iets gelijkaardigs horen we bij Kristof Vandenbroucke PMO, het bedrijf waarvan hij de zaakvoerder is, heeft heel wat tankstations langs de Franse grens tussen Adinkerke en Bergen. België is een klein doorvoerlandje, merkt hij op. Als ons land erin slaagt om zijn brandstoffen niet duurder te verkopen dan in Frankrijk, betekent dat een massaal grote inkomstenbron voor de staat. En dat stopt niet bij de tankstations, merkt onze collega op, die op de grens woont. In normale omstandigheden komt de Fransman tanken in België, maar hij stopt intussen ook bij het plaatselijke tuincentrum, bij de bakker en hij gaat iets eten op restaurant. Als de Fransen hier niet meer komen tanken, zien de plaatselijke handelaars hun inkomsten enorm dalen. Wanneer Belgen gaan tanken aan de Franse zijde, ziet Kristof Vandenbroucke de volumes in zijn tankstations die tot 15 - 20 km van de Franse grens ver wijderd zijn, dalen. Anderzijds waren het die stations die het tijdens de be voorradingsproblemen in Frankrijk dan weer wel schitterend deden. De zaakvoerder van PMO hoopt dat de situatie zich weer normaliseert zodra de steunmaatregelen in Frankrijk worden stopgezet. België zegt wel de koop kracht van zijn burgers te willen beschermen, maar ze zouden beter gelijk aardige maatregelen nemen in plaats van cliquets op brandstoffen in te voeren (nu al 6 cliquets op benzine sinds 10 september)!
De markt van huishoudelijke steenkool ondervindt momenteel ernstige bevoorradingsproblemen: kwaliteitssteenkool wordt steeds moeilijker te vinden.
De voorraden van de mijn van Ibbenbüren, die in 2019 gesloten werd, zijn intussen volledig opgebruikt. Wie er nog op voorraad heeft, reserveert die voor zijn trouwe klanten en wordt tegelijk overspoeld met vragen van nieuwe klanten die nergens nog antraciet vinden. Al enkele maanden bekijken invoer ders-groothandelaars actief hoe ze hun bevoorra ding kunnen diversifiëren. Onnodig te zeggen dat de oorlog in Oekraïne de invoer van steenkool uit het Donetskbekken en Rusland volledig tot stil stand heeft gebracht. Uit Wales kan nog steenkool van uitstekende kwaliteit worden ingevoerd, maar slechts druppelsgewijs want door de huidige energiecrisis zijn de Britten niet echt geneigd om hun steenkool te exporteren. Bovendien onder vindt de productie, die er sowieso al laag ligt, heel wat technische problemen. In dergelijke omstan digheden spreekt het voor zich dat de leveringster mijnen enorm lang zijn.
Iedereen is momenteel op zoek naar steenkool, bevestigt ook Marcel Roels, bestuurder van Kolen Tomar, groothandel in steenkool. China, India en Vietnam zijn belangrijke producenten van steenkool voor hoofdzakelijk de industrie. Een deel van hun productie zou kunnen worden
ingezet voor huishoudelijk gebruik, maar de prij zen zijn momenteel onbetaalbaar.
Enkele handelaars bieden alternatieven aan, zoals briketten (Starcite...) of een mengeling
met petroleumcokes. Klanten zijn vaak ontgoo cheld dat ze hun vertrouwde steenkool niet meer vinden en bellen alle handelaars af om dan vast te stellen dat het probleem nationaal is.
Op 11 oktober besloot de federale regering om ook aan gezinnen die hun hoofdverblijfplaats verwarmen met pel lets, een energiecheque toe te kennen. De toekenningsmo daliteiten voor die cheque moeten nog in een wet worden vastgelegd.
De handelaars die die informatie doorgaven aan onze Federatie, bevestigden dat die maatregel erg positief werd ontvangen door de gezinnen die verwarmen met pellets. Brafco richtte vervolgens een schrijven aan Pierre-Yves Dermagne, vice-eersteminister en minister van Economie en Werk, om te vragen die steunmaatregelen uit te breiden naar de naar schatting 45.000 huishoudens die verwar men met steenkool en de ca. 5000 gezinnen die verwar men met lamppetroleum type C. Beide energiedragers
worden namelijk hoofdzakelijk gebruikt door mensen met een laag inkomen die zich uitgesloten voelen van iedere steunmaatregel.
Naar het voorbeeld van wat er voorbereid zou worden voor de toekenning van de energiecheque voor pellets, stelt Brafco voor dat de energiecheque voor steenkool voor huishoudelijk gebruik wordt toegekend voor een minimale leveringshoeveelheid van 500 kg. De energiecheque voor lamppetroleum type C zou dan weer verbonden kunnen worden aan een levering in bulk per tankwagen. De ener giecheque uitbreiden naar de gebruikers van steenkool en lamppetroleum type C zou een einde stellen aan de discri minatie op dit vlak.
Op vraag van Brafco werden 2 nationale afwijkingen die eind dit jaar zouden vervallen, met 5 jaar verlengd, tot eind 2027.
De eerste nationale afwijking betreft het vervoer van gasflessen van UN1965 waarvan de zegel verwijderd of beschadigd is. In de praktijk gaat het vooral om propaan- en butaanflessen die bij de consument werden opgehaald en waarop het gevaaretiket 2.1 ontbreekt.
Om dergelijke gasflessen zonder gevaaretiket te mogen vervoeren, moet op de beide zijkanten en achteraan het voertuig een groot gevaaretiket 2.1 (minimale afmeting 25 x 25 cm) worden aangebracht waarop de vermelding “UN1965” voorkomt. Ook dient een kopie van deze afwijking zich aan boord van het voertuig te bevinden of moet de vermelding «Vervoer volgens Nationale Afwijking UN1965»op het vervoerdocument aangebracht worden.
Ook hebben de 3 gewesten (die sinds de Zesde Staatshervorming bevoegd zijn voor het ADR) ingestemd met de vraag van Brafco om de nationale afwijking voor garagepersoneel met 5 jaar te verlengen, zodat ze verder –zonder in het bezit te zijn van een ADR-opleidingsgetuigschrift – ADRvoertuigen kunnen besturen tussen de garage en het dichtstbijzijnde controlestation voor automobielinspectie, met het oog op het aanbieden van deze voertuigen voor de jaarlijkse technische en ADR-keuring.
Beide (tot eind 2027 verlengde) nationale afwijkingen kunnen worden gedownload op de website van Brafco onder de rubriek «Documenten», subrubriek «ADR».
De verdelers die zich kandidaat hadden gesteld hebben intussen een overeenkomst ontvangen (of zullen die binnenkort ontvangen) om hun engagement te formaliseren om te fungeren als ‘inzamelpunt’ voor alle hervulbare – volle, halflege, lege, beschadigde – butaanen propaanflessen en Campingasflessen.
Deze affiche zal ter beschikking worden gesteld van recyclageparken en schroot handelaars en geeft via een QR code alle inzamelpunten in ons land weer.
De voorgestelde overeenkomst en de daarin opgenomen engagementen werden uitvoerig beschreven op bladzijde 12 van ons sep tember/oktobernummer.
Als ‘inzamelpunt’ wordt u vermeld op de kaart met de inzamelpunten die op de website van Brafco en FeBuPro wordt gepubliceerd. Een specifieke affiche met ieder ‘inzamelpunt’ zal aan de hand van een QRcode gratis door Brafco en/of FeBuPro worden aange boden. Die affiche zal ook ter beschikking worden gesteld van de recyclageparken en schroothandelaars.
Velen onder u stelden zich kandidaat als ‘inzamelpunt’. Uiteraard kan eenieder later nog aan de actie deelne men. Interesse? Laat dit weten via e-mail naar info@brafco.be
“Overeenkomen, overeenkomen en overeenkomen”. Dat zijn volgens de oprichter van Groep De Wit de drie voorwaarden om als familiebedrijf te overleven.
Het verhaal van De Wit Bunkering be gint na de Tweede Wereldoorlog, wanneer enkele handige harry’s het idee kregen om de General Motor-motoren uit Amerikaanse aanvalstanks die rond de haven van Antwerpen waren achtergebleven, te halen en ze in schepen in te bouwen. Zo komt de motorisatie van de binnenscheepvaart op gang. En wie moto risatie zegt, zegt natuurlijk... brandstof en bunke ren. Charles De Wit, grootvader van huidig zaakvoerder Peter De Wit, ziet onmiddellijk op portuniteiten. Hij koopt in Nederland een tjalk van 10 ton met een motor van 10 pk (merk CLM) en samen met zijn schoonvader bouwt hij er eigenhandig twee opslagtanks van elk 5.000 liter in. Die opslagtanks zijn ronde cilinders die ge diend hebben om de geniebruggen van het Amerikaanse leger te laten drijven.
Met dit eerste bootje, de Saint Antoine, worden de eerste klanten gebunkerd. Aanvankelijk
wordt de gasolie manueel uit de tank van de Saint Antoine naar het binnenschip van de klant gebunkerd. Wanneer Charles op zoek gaat naar een mechanische oplossing, komt de American Petroleum Company (het latere Esso) met een interessant voorstel. In ruil voor een contract als derde verdeler in de haven van Antwerpen, plaatsen zij een set met een benzinemotor, tel ler en pomp aan boord van de Saint Antoine. Dat is het begin van een lange en bloeiende samenwerking met Esso én van De Wit Bunkering. Wanneer Charles De Wit gasolie begint te verkopen aan de binnenvaart, kost die 1 BEF/liter.
Theo De Wit, zoon van Charles, stapt in 1967 mee in het bedrijf en legt zich toe op de zeevaart. Iedere ochtend trekt hij naar het centrum van Antwerpen om er in het informatieblad van de Shipping Signalling Services te kijken welke zeeschepen er die dag in de haven verwacht
worden. Per telex neemt De Wit Bunkering ver volgens contact op met de verschillende scheep vaartmaatschappijen. Vaak leidt dat tot een bestelling voor gasolie. Charles blijft het bedrijf professionaliseren en houdt zich daarnaast ook bezig met de administratieve en commerciële kant.
Mijn grootvader Charles was vooral op technisch vlak heel bedreven, vertelt Peter De Wit. Hij deed veel zelf op de boten die hij kocht. Toen mijn echtgenote – Ilse Sambaer – en ik als derde ge neratie mee in het bedrijf stapten, hebben wij ons vooral toegelegd op diversificatie en de uit breiding van onze activiteiten. Daarbij zijn we wel steeds trouw gebleven aan onze kerntaak. We wagen ons niet aan markten waar we niets van afweten. Zowel voor onze diversificatie naar bio-ethanol, drinkwater als het leveren van mate riaal voor de binnenvaart is er altijd een link met onze kernactiviteit.
De leveringen aan de binnenvaart beperken zich tot Antwerpen, terwijl die voor de zeevaart naast Antwerpen ook Vlissingen, Terneuzen en Rotterdam omvatten.
Hoewel de hoeveelheden geleverde gasolie aan de binnenvaart tien keer lager liggen dan die aan
de zeevaart, zijn binnenvaartklanten veel trouwe re klanten... maar ook veeleisender. De schippers bellen de leverancier op en willen een uur later beleverd worden. Groep De Wit heeft wel enkele trouwe zeevaartklanten, maar het grootste deel van die handel verloopt op de spotmarkt. Dat komt omdat er veel brokers bij zijn die in op dracht van een rederij wereldwijd zorgen voor de bunkers en lokaal prijzen opvragen om uiteinde lijk de goedkoopste te kiezen. De enkele trouwe
klanten die we hebben in de zeevaart, hechten wel meer belang aan kwaliteit en vooral aan kwantiteit, vertelt Peter De Wit. Hetzelfde geldt voor de binnenvaart. Maar globaal gezien kunnen we stellen dat de zeevaart veel meer belang hecht aan de prijs. Gasolie voor zeeschepen wordt besteld voor het schip in de haven binnen loopt. Daardoor hebben we voor de zeevaart meer flexibiliteit in de planning.
De oorlog in Oekraïne en de transformatie van het wereld wijde energielandschap laten zich voelen in de bunkersector.
Brandstoffen: Voelt Groep De Wit de gevolgen van de energiecrisis?
Peter De Wit: De sancties tegen Rusland missen hun doel aan gezien Rusland zijn energieproducten nu gewoon naar China exporteert, wat het concurrentievoordeel van dat land dan weer vergroot aangezien het goedkopere energie krijgt. We beschik ken al over cijfers die aantonen dat de ARA-zone (AntwerpenRotterdam-Amsterdam) volumes verliest aan Singapore.
Zijn schepen dan niet verplicht om hier te bunkeren als ze aanleggen in de haven van Antwerpen? Nee, schepen mogen bunkeren waar ze dat willen. Dat is een kwestie van organisatie. Als ze normaal gezien hier bunkeren om heen en weer naar China te varen, kunnen ze evengoed daar gaan bunkeren.
Heeft dat een impact op uw volumes? Hoewel we een deel van onze volumes zijn kwijtgespeeld na de Franse beslissing om ook voor de zee- en binnenvaart een deel van de accijnzen terug te betalen, kunnen we niet klagen. Wat betreft onze bunkeringactiviteiten voor de zeevaart haalt onze dochteronderneming BTB het grootste deel van haar omzet bij MSC, waarvoor we alle leveringen in Antwerpen en Rotterdam voor onze rekening nemen. Met de hoge prijzen zitten onze klanten sneller tegen hun kredietlimieten aan. Ze moeten dan meer voorfinancieren en sneller betalen.
Wat met de binnenvaart?
Hier liggen drie fenomenen aan de basis van het feit dat de vraag momenteel groter is dan het aanbod:
1. Veel scheepsruimte is verkocht aan Roemenië. Europese rederijen zijn niet verzekerd om door oorlogsgebied te varen en transporteren dus geen graan uit Oekraïne meer bijvoorbeeld. Roemeense schepen hebben daar geen problemen mee.
2. De explosieve toename van de vraag naar steenkool vraagt meer scheepscapaciteit, zowel voor de zee- als voor de binnenvaart. Schepen worden al vastgelegd tot eind 2023.
3. De extreem lage waterstanden die al maandenlang aan houden zorgen ervoor dat schepen maar maximum een derde van hun normale lading kunnen meenemen. Er zijn dus drie keer meer schepen nodig voor eenzelfde lading.
Dat leidt tot een toename in de transportkosten... Precies. Die situatie zorgt er overigens ook voor dat opdracht gevers op zoek gaan naar alternatieven voor de scheepvaart. En dat is uiteraard contraproductief voor het milieu.
Wat verwacht u van de overheid? Het havenbeleid van onze overheid zou meer rekening moeten houden met de binnenvaart. Nog te vaak wordt de binnenvaart vergeten wanneer er regels worden uitgewerkt die nochtans ook voor de binnenvaart gelden. Brafco heeft op dat vlak al meermaals met succes van zich laten horen. En dat is belangrijk, want onze grootste concurrent, Nederland, doet veel meer voor de binnenvaart. Laten we niet vergeten dat 80% van de schepen die in Antwerpen komen, ook door Nederland varen, dat geografisch beter gelegen is dan wij.
Peter De Wit stapte in 1992 mee in het bedrijf en staat sinds 2013 aan het hoofd van Groep De Wit.• 6 bedrijven
• + 70 medewerkers
• 14 schepen
• 3 tankwagens
• + 1.000 m2 winkelruimte
• + 15.000 producten
• 400.000.000 liter gasolie per jaar
• € 200.000.000 groepsomzet
De drie bunkerboten voor de binnenvaart van Groep De Wit hebben een capaciteit van 300 m 3 gasolie. Ze kunnen ook smeerolie en scheepsmateriaal leveren. De drie bunkerbo ten voor de zeevaart hebben dan weer een capaciteit van 1600 tot 2800 m 3 en leveren uitsluitend gasolie. Daarnaast heeft de groep ook een bevoorradingsschip van 2.400 ton. Dat ligt op een concessie van de groep en gaat één keer per week laden bij TotalEnergies, waarna het de bunkerboten voor de binnenvaart gaat bevoorraden. Die zijn namelijk “te klein” en worden niet meer toegelaten op de raffinade rij, in tegenstelling tot de grote schepen voor de bevoorrading van de zeevaart. Dat maakt dat die bevoorradingsboot eerst zelf moet laden om dan de bunkerboten te bevoorraden, waardoor de exploitatiekosten voor de bunker activiteit in de binnenvaart stijgen.
Op een totaal van 70 personeelsleden telt de bunkeractiviteit van Groep De Wit 15 beman ningsleden en 5 bedienden.
van de enigen zijn die zijn personeel nog in schrijft in België. De meeste werknemers van andere bedrijven zijn uit fiscale overwegingen immers ingeschreven in Luxemburg of Zwitserland. Daar liggen de werkgeversbijdra gen en de lonen lager dan hier, waardoor wij moeten opboksen tegen hevige concurrentie.
Sinds 1 januari 2020 werd op volle zee de mondiale maximale zwavelnorm van 0,5% van kracht. Die vormt een grote uitdaging voor de toeleveringsketen, aangezien bunkerschepen moeten worden gereinigd en de tanks gevuld moeten worden met conforme Very Low Sulphur Fuel Oils (VLSFO – max. 0,5%).
Theo, Peter en Charles De Wit: een driegeslacht dat al 75 jaar aan het roer staat van Groep De Wit. Alle drie werden ze in het bedrijf bijgestaan door hun echtgenotes, respectieve lijk Ria Van Essche, Ilse Sambaer en Françoise De Heldt, die ook actief meewerkten in het bestuur van het bedrijf. Het geheim van dat succes? Iedere nieuwe generatie bouwt voort op de fundamenten die gelegd werden door de vorige en kreeg de nodige vrijheid om haar eigen koers te bepalen. De komende jaren zal ook de vierde generatie toetreden tot de groep, in de gedaante van de drie zonen van Peter en Ilse. We zijn heel blij dat ze alle drie geïnteresseerd zijn in de groep. Maar voor ze aan de slag gaan binnen de groep, moeten ze eerst hun studies afwerken en een eerste professionele ervaring opdoen bij an dere bedrijven, vertelt Peter De Wit. Daarna zullen ze worden gecoacht door onze CEO Tim Peeters en een managementteam dat we nu aan het samenstellen zijn. De ambitie is er!
De opleiding van een tankwagenbestuurder is in niets te vergelijken met de opleiding van bemanningsleden op een schip... Scheeps bemanning moet in het bezit zijn van een vaarbewijs, een marifoonbewijs, een radarpa tent en een ADN-certificaat voor het transport van gevaarlijke stoffen over het water. Om opgeleid te worden van starter tot kapitein, moet je minstens 4 jaar rekenen , licht Peter De Wit toe. Dat is even lang als een universitaire opleiding, terwijl een vrachtwagenchauffeur op 3 maanden zijn papieren op zak kan heb ben. Dat is toch een concurrentienadeel voor ons vak.
De bemanningswetgeving stelt dat er op een schip minstens een kapitein en een matroos moeten aanwezig zijn. Een starter moet eerst betalen voor zijn opleiding, maar het eerste jaar dat hij start, is hij nog geen ‘matroos’ maar een ‘deksman’. Toch moet een werkgever hem betalen als extra bemanningslid. Dat is hetzelfde als wanneer je een beginnend chauf feur zou verplichten om mee te rijden met de eigenlijke chauffeur van een tankwagen zon der dat hij zelf mag rijden, maar hij moet er wel voor betaald worden , gaat Peter De Wit voort. Dat maakt de instroom uiteraard alleen maar moeilijker. Wij zijn in de binnenvaart een van de grootste werkgevers. Niet omdat wij het grootste bedrijf zijn, maar omdat we een
Om aan die nieuwe norm tegemoet te komen, moeten rederijen dus ofwel brandstof met een laag zwavelgehalte gebruiken, ofwel zoge naamde ‘scrubbers’ inzetten die het zwave loxide uit de uitlaatgassen filteren. Dat is een ietwat hypocriet systeem , vertelt Peter De Wit. Enerzijds zijn er de ‘gesloten loop scrub bers’ die werken met natriumhydroxide en magnesiumhydroxide – dat wij ook leveren –die de zwaveloxide opvangen en dat product vervolgens afgeven als afval. Daarnaast zijn er echter ook ‘open loop scrubbers’ die zeewater gebruiken om het zwaveloxide op te vangen en het vervolgens weer lozen in zee. Je haalt dus zwaveloxide uit de lucht om het vervolgens in zee te lozen. Dat is het probleem gewoon ver plaatsen. Ik vind dat onbegrijpelijk! Sommige havens verbieden dat lozen, maar op zee mag het nog wel. De Groenen zullen daar nog wel tegenop komen.
Peter De Wit denkt dat we nog lang op gasolie zullen varen, aangezien de technologische ontwikkelingen het mogelijk maken de nieuwe normen te respecteren. Maar dat belet niet dat we toekomstgericht moeten denken en nu al op zoek gaan naar alternatieven, zoals me thanol. Groep De Wit blijft investeren in dat product, met name voor de bevoorrading van een sleepboot van de haven van Antwerpen die op methanol zal varen. Zo is dochterbedrijf Belgian Trading & Bunkering (BTB) al uitgerust met de nodige infrastructuur voor het vervoer van methanol. We geloven heel sterk in het product, aangezien tegen 2025 al heel wat schepen op methanol zullen varen. Rederij
Maersk bijvoorbeeld is een pionier op dat vlak , verklaart Peter De Wit. In waterstof ge looft onze collega dan weer minder. Dat heeft gewoon te veel praktische nadelen (volume enz.) voor de binnenvaart. Bovendien is hij van mening dat investeringen in waterstof eerder zijn weggelegd voor de grote spelers. Ammoniak dan weer, dat een vloeibare afge leide is van waterstof, kan een mogelijke op lossing vormen voor de nadelen van waterstof, maar de veiligheidsproblemen zijn daarmee nog niet van de baan.
De Europese Commissie, het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie sloten op donderdag 27 oktober een akkoord over de koolstofneutraliteit van nieuwe auto’s en bestelwagens vanaf 2035. De ECFD (Europese Confederatie van Brandstoffenverdelers), waarvan Brafco actief lid is, reageert...
Op het moment van dit schrijven moes ten de Raad en het Europees Parlement het akkoord nog formeel bekrachtigen alvorens het in werking kan treden, maar dit is wat we al kunnen melden:
1. Het akkoord bevestigt de doelstellingen van 100% emissievrije nieuwe auto’s vanaf 2035 en van een koolstofreductie van respectieve lijk 55 en 50% voor nieuwe auto’s en nieuwe bestelwagens tegen 2030.
2. Het akkoord voorziet in een herzieningsclau sule in 2026 – terwijl het Europees Parlement dat liever op een later tijdstip had gedaan –om grondig te bekijken hoever we staan op het vlak van de beoogde 100% CO2-reductie en of die doelstellingen moeten worden herzien, rekening houdend met de technolo gische vooruitgang.
3. De considerans die de mogelijkheid oppert om exclusief op koolstofneutrale brandstof fen rijdende voertuigen ook na 2035 toe te laten, werd weerhouden, doch maakt geen deel uit van het dwingend deel van de regel geving.
De dag na de aankondiging dat er een akkoord was bereikt, publiceerde ECFD meteen een
persbericht waarin ze het heeft over een stap terug in de bescherming van het klimaat. De ECFD betreurt dat het akkoord tussen de verte genwoordigers van de Europese Commissie, het Parlement en de Raad in het kader van de tria loogprocedure met betrekking tot de regelge ving voor wagenparken inzake de CO2-uitstoot van voertuigen en lichte bedrijfsvoertuigen geen dwingende regelgevende stimulans vast legt – in plaats van een eenvoudige conside rans – ten gunste van een snelle opschaling van koolstofneutrale synthetische brandstoffen (e-fuels).
De Europese Unie mist hier een belangrijke kans om een juridisch bindende regelgevende stimulans vast te leggen voor een snelle op schaling van koolstofneutrale synthetische brandstoffen, aldus Matthias Plötzke, secreta ris-generaal van ECFD. In naam van alle bij ECFD aangesloten federaties dringt hij erop aan dat synthetische brandstoffen worden erkend als een klimaatbeschermingsoptie voor toekom stige nieuwe auto’s, zodat investeerders aange moedigd worden om zich toe te leggen op massaproductie. Ook andere toepassingsdo meinen, zoals luchtverkeer of scheepvaart, zou den daar de vruchten van dragen temeer voor
dergelijke toepassingen er geen ander tech nisch alternatief dan synthetische brandstoffen haalbaar is. De Europese Commissie moet nu snel hiervan werk maken en een voorstel uit werken voor het gebruik van synthetische brandstoffen in nieuwe voertuigen, aldus nog steeds Matthias Plötzke. Zo niet kunnen vraag tekens geplaatst worden bij de afname van de individuele mobiliteit en financiële haalbaar heid van het ‘alles elektrisch’ plaatje, wat een obstakel vormt voor een evenwichtige en ge rechtvaardigde klimaat- en energietransitie voor de burgers.
Klimaatneutrale energiedragers, zoals syntheti sche brandstoffen, zijn de enige manier om het bestaande wagenpark een plaats te geven in de inspanningen om de CO2-uitstoot te verlagen. Momenteel zijn ca. 274 miljoen personenwa gens en lichte bedrijfsvoertuigen ingeschreven in de Europese Unie. 99% daarvan is uitgerust met een verbrandingsmotor. Door het niet aan moedigen van synthetische brandstoffen onder graven we nu al de klimaatbescherming. En het persbericht van ECFD besluit met te stellen dat alle CO2-besparende technologische opties moeten worden ingezet, zonder ideologische oogkleppen.
Viapass, de overheidsinstantie die de kilometerheffing controleert en coördineert, heeft de nieuwe tarieven bekendgemaakt voor de kilometerheffing in Wallonië vanaf 1 januari 2023. Het gaat om een indexaanpassing.
Vanaf zondag 1 januari 2023 gelden in Wallonië nieuwe tarieven voor de kilometerheffing. Het gaat om een indexaanpassing (+ 9,97%). De tarie ven zijn van toepassing op alle Belgische en buitenlandse vrachtwagens met een maximaal toegelaten massa (MTM) van meer dan 3,5 ton en opleggertrek kende voertuigen van categorie N1 met carrosseriecode BC. Er komen op 1 januari geen betalende tolwegen bij. De tarieven voor de kilometerheffing in Vlaanderen en Brussel werden reeds op 1 juli geïndexeerd met 8,8%.
VANAF 1 JANUARI 2023 GELDEN VOLGENDE TARIEVEN IN WALLONIË :
• Voor vrachtwagens > 32 ton van categorie EURO 5 en EURO 6 gaat het tarief van € 0,140/km naar € 0,154/km.
• Voor vrachtwagens > 12 ton tot 32 ton van categorie EURO 5 en EURO 6, gaat het tarief van € 0,136/km naar € 0,149/km.
• Voor vrachtwagens > 3,5 ton tot 12 ton van categorie EURO 5 en EURO 6 gaat het tarief van € 0,081/km naar € 0,089/km.
Hieronder vindt u de nieuwe tarieven (excl. btw) voor de Waalse kilometerheffing in 2023, naast de tarieven in Vlaanderen en Brussel voor de huidige periode van 1 juli 2022 tot 30 juni 2023.
Verplaatsbare controlecamera.
Euro 2 0,176 0,236 0,241 0,134 0,228 0,255 0,170 0,228 0,232 0,218 0,305 0,339
Euro 3 0,152 0,212 0,217 0,110 0,204 0,232 0,146 0,204 0,209 0,189 0,276 0,310
Euro 4 0,115 0,175 0,180 0,074 0,168 0,196 0,110 0,168 0,173 0,153 0,240 0,274
Euro 5 0,089 0,149 0,154 0,062 0,156 0,183 0,098 0,156 0,160 0,138 0,225 0,259
Euro 6 0,089 0,149 0,154 0,050 0,144 0,172 0,086 0,144 0,149 0,115 0,202 0,236
De vakbekwaamheid – code 95 – is ondertussen een begrip. Chauffeurs met een rijbewijs C of CE moeten om de 5 jaar 5 erkende opleidingen van ten minste 7 uur (samen 35 kredieturen) hebben gevolgd om hun rijbewijs te verlengen.
Ukan bij Brafco terecht voor deze cursussen “vakbekwaamheid”. Brafco werkt hiervoor samen met erkende externe opleidingspartners. Deelnemers aan de opleidingsmodules ontvangen een getuigschrift van nascholing en 7 kredietpunten.
Sinds de inwerkingtreding van het KB van 10 januari 2013 moeten de betrokken chauffeurs ten minste één module volgen in elk van de volgende 3 categorieën:
I. Nascholing in rationeel rijden (dit zijn o.m. cursussen stuwing- en ladingsze kering, economisch rijden…)
II. Toepassing van de voorschriften (dit zijn o.m. cursussen rij- en rusttijden, vervoerdocumenten, tachograaf…)
III. Gezondheid, verkeers- en milieuveiligheid, dienstverlening (dit zijn o.a. cursus sen ongevalsaangifte, EHBO, conflictbeheer, communicatie, agressiviteit…)
Het KB preciseert dat minstens één van de modules moet handelen over defensief en zuinig (economisch) rijden, die ten minste 3 uur praktisch rijonderricht bevat.
De prijzen verschillen naargelang de opleidingsmodule. In de prijs zijn inbegre pen: syllabus, drank- en koffiepauze en een broodjeslunch. De opleidingen komen in aanmerking voor een subsidie van 50% door de Vlaamse overheid via de kmo-portefeuille.
Met de publicatie van het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 15 juli 2021 tot wijziging van het koninklijk besluit van 4 mei 2007 betreffende het rijbewijs, de vakbekwaamheid en de na scholing van bestuurders van voertuigen van de categorieën C1, C1+E, C, C+E, D1, D1+E, D, D+E in het Staatsblad van 3 augustus 2021 is de richtlijn 2018/645/EU eindelijk in de 3 gewesten van het land omgezet in regionale regelgeving. Dit impliceert dat sindsdien alle ADR-cursussen, ongeacht het gewest waarin de zetel van de opleidingsinstelling zich bevindt, in rekening kunnen worden gebracht voor de verplichte 5-jaarlijkse 35 uur bijscholing in het kader van de vakbekwaamheid (code 95). Deze ADR-opleidingen worden beschouwd als opleidingen van de 2de categorie (toepassing van de voorschriften).
Brafco organiseert zelf ADR-cursussen en werkt ook samen met er kende externe opleidingspartners.
U kan bij ons terecht voor initiële en bijscholingsopleidingen voor zowel colli, tank als vloeibare brandstoffen.
De eerstvolgende ADR bijscholingscursus (categorie IV) zal plaatsvin den op 25 februari en 4 maart in Jabbeke. Deze cursus kan ook als initiële ADR-opleiding gevolgd worden door chauffeurs die nog geen ADR-getuigschrift hebben of waarvan het getuigschrift vervallen is. Voor deze personen is een aanvullende praktijkopleiding van 4 uur voorzien (datum en plaats nog te bepalen).
De eerstvolgende algemene ADR-bijscholingscursus colli- en tankver voer (categorie I + II) zal plaatsvinden op 15, 22 en 29 april in Jabbeke
Vervaldatum ADR-getuigschrift (bijna) uit het oog verloren? Om te vermijden dat u (of uw chauffeurs) opnieuw de initiële ADRopleiding moet volgen wegens het overschrijden van de vervaldatum op het getuigschrift, is het ten zeerste aanbevolen om het document op p. 27 in onze editie van januari 2019 in te vullen en aan het secre tariaat over te maken. Brafco zal er dan voor zorgen dat u (en uw chauffeurs) tijdig uitgenodigd wordt om een bijscholing te volgen. Hierbij zal in de mate van het mogelijke rekening worden gehouden met de gewenste voorkeur inzake locatie en tijdstip (zaterdag of weekdag).
Hoeveel steun u krijgt, is afhankelijk van de grootte van uw onder neming. De steun is beperkt tot een bepaald maximumbedrag dat u jaarlijks kan opnemen. U kan vrij kiezen of u dat bedrag inzet voor advies of opleiding of voor een combinatie van beide. De kosten die in aanmerking komen voor subsidie via de kmo-portefeuille zijn altijd exclusief btw
Kleine ondernemingen Steun 30%, maximaal 7.500 euro Middelgrote ondernemingen Steun 20%, maximaal 7.500 euro
Zoekt u een externe ADR-veiligheidsadviseur? Neem contact op met de Federatie! Voor een overzicht van de aangeboden opleidingen kan u best contact opnemen met Naziha Boulben. Tel.: 02/213.14.12, naziha.boulben@brafco.be. U geeft aan waar u en/of uw chauffeur(s) een opleiding wensen te volgen en u ontvangt een overzicht van de mogelijkheden!
Edenred brengt een gloednieuwe kaart uit op de Belgische markt die met onvergelijkbare nieuwigheden de traditionele kaarten het nakijken geeft! Praktische informatie
• Wie krijgt de nieuwe kaart? e Nieuwe werknemers die nog geen Edenred-kaart hebben, krijgen meteen de nieuwe kaart.
e Werknemers die wel al een Edenred-kaart hebben, ontvangen hun nieuwe kaart in de loop van de volgende maanden.
De nieuwe kaart wordt niet alleen aanvaard in het Edenred-netwerk, maar ook in het hele Mastercard-netwerk. Goed voor tienduizenden extra win kels dus!
Steeds meer Belgen betalen met hun smartphone! Dankzij Google Pay en Apple Pay hebben uw werknemers altijd een virtuele versie van de nieuwe kaart bij zich, op hun smartphone of smartwatch. Digitaal betalen wordt zo kinderspel. Superhandig en steeds binnen handbereik!
Met Ticket Restaurant betalen kan door de QR-code te scannen op de Payconiq-sticker aan de kassa.
Met de nieuwe Edenred-kaart kunnen uw werknemers nu ook online win kelen en alles wat in aanmerking komt betalen met hun Edenred-saldo.
De kaart is gemaakt van gerecycleerd pvc-afval uit de industrie Een primeur in België!
EN NOG STEEDS 4-IN-1
Eén enkele kaart voor maar liefst vier oplossingen: Ticket Restaurant, Ticket EcoCheque, Ticket Compliments en Ticket Sport & Culture.
Deze kaart maakt het verschil voor uw werknemers!
Met de kortingscode TR0122BRAF46
• Moet ik een nieuw contract afsluiten om de nieuwe kaart te krijgen?
Nee, de nieuwe kaart vervangt gewoon de oude. Contractueel verandert er dus niets.
• Moet ik de nieuwe kaart zelf bestellen?
U hoeft de nieuwe kaart niet te bestellen. Edenred merkt automatisch hoeveel kaarten er nodig zijn voor de werknemers die er geen hebben en voegt ze toe aan uw bestelling.
Als Brafco-lid betaalt u minder kosten voor de kaart: € 5 in plaats van € 8. Een kaart vervangen kost € 8.
Vragen? Mailto: cindy.voisin@edenred.com
35% korting* op Ticket EcoCheque
Met de kortingscode EC0322BRAFCO38
* Korting geldig op de basis-prestatievergoeding
Op 10 oktober 2022 organiseerden 32 sectorfondsen, het Sterpunt Inclusief Ondernemen, Hands on Inclusion en de SERV de “Dag Van Inclusie”. 150 bedrijven en organisaties actief in het domein kregen er praktische tools en tips om de eigen werkvloer “inclusie proof” te maken.
Aan de hand van workshops leerden de deelnemers hoe ze in een onderneming inclusie-principes kunnen inbedden in de organisa tie van het werk. Hoe kunnen die principes worden gebruikt bij aanwerving, duurzame tewerkstelling…? Antwoorden op deze vragen als ook partners die je kunnen ondersteunen in de transitie naar inclusief onder nemen vind je op www.dagvaninclusie.be
De dag werd afgesloten met de Inclusieve Onderneming Award 2022 die uitgereikt werd door Vlaams minister van Werk Jo Brouns. Het decoratie bedrijf van Andy Zenner mocht deze award in ontvangst nemen. Tijdens de uitreiking benadrukte de minister het belang om als onderneming open te staan voor alle talenten: Nieuwe medewerkers hoeven niet vanaf het begin helemaal te matchen met jouw vacature. Met de juiste opleiding en onder steuning op de werkvloer haal je de witte raaf in elke medewerker naar boven.
Meer weten over de initiatieven die sectorfondsen opzetten ter ondersteu ning van inclusief ondernemen? www.dagvaninclusie.be
“Leer Online onbeperkt en overal” vormt de nieuwe slogan van het online leerplatform van onze oplei dingspartner VDAB. Het omvat een databank met een breed assortiment van veelzijdige leermodules. Dat gaat van digitale vaardigheden, talen, sales tot
en met transport en logistiek. Alle modules worden gratis aangeboden. Het platform is bovendien niet enkel beschikbaar voor werkzoekenden; ook werk nemers en zelfs werkgevers kunnen zich via deze weg onbeperkt online bijscholen.
Interesse in het aanbod?
Wij maakten alvast een selectie bekend op onze website: Online leren | Fonds 127
In 2022 betaalt het Sociaal Fonds traditioneel een eindejaarspremie uit aan de arbeiders in de sector handel in brandstoffen die voldoen aan de voorwaarden. De procedure voor de werkgevers werd sedert vorig jaar vereenvoudigd.
De referteperiode voor de eindejaarspremie 2022 loopt van 1 juli 2021 tot en met 30 juni 2022 (dus niet over het kalenderjaar 2022).
Het bedrag van de premie wordt berekend op basis van 6,35% van het brutoloon dat de werkgever effectief heeft uitbetaald tijdens deze periode. Van dit brutobedrag wordt 13,07% werknemers-RSZ en forfaitair 20% bedrijfsvoor heffing afgehouden.
Werknemers die cumulatief aan volgende voor waarden voldoen:
• Ressorteren onder het Paritair Comité 127;
• Tijdens de referteperiode minstens 50 dagen gewerkt hebben in een 5-dagenstelsel (60 in een 6-dagenstelsel). De gelijkgestelde dagen om het recht te bepalen zijn dezelfde als deze die gelden in de wetgeving voor de betaalde vakantie;
• Tijdens dezelfde referteperiode de sector niet vrijwillig verlaten hebben (er is wel recht in dien het ontslag gebeurde op basis van een onderlinge overeenkomst);
• Niet ontslagen zijn om een dringende reden
Het Sociaal Fonds vraagt aan de werkgever via mailing om mee te delen welke werknemers ge durende de referteperiode (01/07/21-30/06/22) ontslagen werden om dringende redenen of die vrijwillig het bedrijf hebben verlaten. Op basis van deze informatie alsook op basis van de gege
vens verkregen van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid berekent het Sociaal Fonds de eindejaarspremies.
Begin december stuurt het Sociaal Fonds een document naar de werknemers die recht hebben op een premie met de gedetailleerde berekening en de vermelding van het rekeningnummer waar op de premie zal worden gestort. Dit nummer kan de werknemer of de werkgever indien nodig aanpassen via La Fontaine Online. De premies worden vanaf 9 december betaald.
Ook de werkgevers ontvangen een lijst van hun werknemers die recht hebben op een premie.
Verdere info over de eindejaarspremie en het Sociaal Fonds: www.fonds127.be
Energieprijzen, tanktoerisme, prijsweergave... de schijnwerpers van de media blijven op onze sector en zijn vertegenwoordigers gericht.
De OPEC-landen zetten een drastische daling van hun olieproductie op de agenda. “Naar een verklaring voor de geplande productiedaling hoef je niet lang te zoe ken”, zegt Johan Mattart. “De vrees voor een econo mische recessie neemt zienderogen toe. De dalende industriële activiteit doet de vraag naar olie terugval len, wat dan weer de prijs drukt.” ... Het lijkt dus nu of nooit voor wie zijn mazouttank voor de winter nog ge vuld wil krijgen. “Zoiets zal ik nooit beweren”, aldus Johan Mattart. “Daarvoor zijn de markten veel te vo latiel. Nu het kouder wordt en de prijzen stijgen, zullen er velen denken dat dit hét moment is om te bestellen.”
Ondanks de torenhoge elektriciteitsprijzen zou de ge middelde elektrische gezinswagen momenteel slechts 5,8 euro per elke 100 afgelegde kilometer verbruiken tegen 10,9 euro voor diesel en zelfs 12,1 euro voor benzine 95 over dezelfde afstand. “Onbegrijpelijk”, reageert Brafco. “Ofwel is dit een grote vergissing ofwel door de overheid georganiseerd consumenten bedrog”, zegt Johan Mattart zelfs. “Het is gewoon onmogelijk dat elektrisch rijden nog altijd zoveel goedkoper zou zijn. In werkelijkheid is de kloof intus sen haast verwaarloosbaar... Wat is dan ook het nut van die prijzen uit te hangen in tankstations? Dit geeft de consument een totaal verkeerd beeld.”
De FOD Economie beweert dat elektriciteit aanzienlijk goedkoper is dan benzine. Brafco is het daar niet mee eens. “Het tarief om een elektrische auto op te laden bedroeg volgens de FOD in juli 5,1 euro voor 100 km. En tegenwoordig zou dat maar 5,8 euro zijn?”, stelt Olivier Neirynck zich de vraag. “De prijzen voor elek triciteit zijn sinds drie maanden geleden verdubbeld, maar om auto’s op te laden is dat dan blijkbaar niet het geval? Dat is totale nonsens. Dit benadrukt nog maar eens de twijfelachtige betrouwbaarheid en het totale gebrek aan transparantie naar de consument toe. En dat is stuitend aangezien de officiële prijsweergave dus berust op een foutief, onvolledig en mank lopend document...”
Door de schaarste aan motorbrandstoffen in Frankrijk doen de Belgische tankstations in de grensstreek gouden zaken. “In België is er geen enkel probleem met de bevoorra ding”, zegt Johan Mattart. “Er gaan momenteel veel ladingen naar de grensstreek met Frankrijk. Voor de pomphouders daar is de meerverkoop welkom”, aldus Johan Mattart. Omdat benzine en diesel de laatste tijd in Frankrijk veel goedkoper waren geworden dan in België, zagen zij de voorbije weken amper nog klanten. Dankzij die staking kunnen ze die verliezen wat goedmaken.
De kans is groot dat er bij sommige, lokale, tankstations in Nederland straks geen diesel meer te krijgen is als gevolg van nieuwe Europese sancties tegen Rusland. Daarvoor waarschuwt een belangenorganisatie van zelfstandige tankstations… In België loopt het niet zo’n vaart. “We krijgen geen signalen van tekorten”, zegt Johan Mattart. Dat valt ook te horen bij Energia, de sectororganisatie die onder meer de olieraffinaderijen vertegenwoordigt. “Er is voldoende productie en import van diesel. De productie in ons land is groter dan het verbruik. Er zijn dan ook geen signalen van tekorten.”
Kijker: “Sinds september ligt de prijs voor ruwe aardolie terug op het niveau van voor de crisis, dus op gemiddeld € 90/vat. Toch blijft de prijs van de motorbrandstoffen, die normaal gezien gekoppeld is aan de prijs van ruwe aardolie, torenhoog. Hoe komt dat?” Olivier Neirynck: “De prijs per vat ruwe aardolie is gedaald, maar helaas is ook de euro in waarde gedaald ten opzichte van de dollar. En het is nu eenmaal zo dat de petroleumprijzen in dollar worden uitgedrukt. En dat voelen we in onze portemonnee, niet alleen voor ruwe aardolie, maar ook voor afgewerkte producten. Diesel en benzine vormen daarop geen uitzondering, zeker wanneer de vraag naar die producten fors stijgt. Journalist: “En daar profiteren sommigen van?” Olivier Neirynck: “Bepaalde instanties zullen daar inderdaad niet armer van worden, maar brandstoffenverdelers en tankstations horen daar niet bij, want op onze markt hanteren we vaste prijzen.”
Om zoekertjes te laten verschijnen in de volgende editie van Brandstoffen (januari 2023), kan u het formulier gebruiken dat u vindt op pagina 46 van onze uitgave van april-mei 2022.