BRAFCO_0925_NL_ISSUU

Page 1


Br ndstoffen

05

EDITO

In België is iedereen gelijk voor de wet

08 ENERGIETRANSITIE

Wat voor biofuel F30 kan, moet ook voor R33 en HVO kunnen!

12

BEHEER

Elektronische facturen: wacht niet tot december!

23 FAPETRO

Vlampunt van diesel in tankstations

41 SOCIAAL NIEUWS

Verlenging relance-uren en fiscaal gunstige overuren

LESS CO2 DRIVE BLUE

Comfort Energy, de grootste onafhankelijke distributeur van vloeibare brandstoffen in België, biedt met trots de snelste weg naar verduurzaming.

Haalbaar

Met Blauwe Diesel effenen we het pad naar een duurzamere toekomst – niet alleen voor ons netwerk van meer dan 70 partners, maar voor iedereen. Blauwe Diesel is een duurzamere brandstof, samengesteld uit hoogwaardige diesel en HVO, die een vlotte en efficiënte overstap naar CO2-reductie mogelijk maakt.

Directe impact

Blauwe Diesel stelt klanten in staat om op hun eigen tempo te verduurzamen, met een CO2-reductie tot 90% ten opzichte van traditionele brandstoffen. Bovendien is de brandstof direct beschikbaar en compatibel met bestaande infrastructuur. Daardoor is het een ideale drop-in oplossing om snel en zonder grote investeringen aan duurzaamheidsdoelstellingen te voldoen. Met Blauwe Diesel kunnen jouw klanten uitpakken in CSRD-rapporteringen en is verduurzaming al meteen een stap dichterbij.

Betaalbaar

Als partner krijg je exclusieve toegang tot deze innovatieve brandstof, positioneer je jouw bedrijf als koploper in duurzame energie en profiteer je van onze expertise en toekomstige groene initiatieven.

ZET DE EERSTE STAP EN CONTACTEER ONS VANDAAG NOG:

Tom Lambert I CEO +32 477 94 83 68 tom.lambert@comfortenergygroup.com

Walter Vankerckhoven I CSO +32 479 74 40 07 walter.vankerckhoven@comfortenergygroup.com

WWW.COMFORTENERGY.BE

COLOFON

VU

Johan Mattart, Algemeen Directeur van de Belgische Federatie der brandstoffenhandelaars v.z.w.

Léon Lepagestraat 4, 1000 Brussel info@brafco.be www.brafco.be

LAYOUT

Bold & pepper n.v. ‘t Hofveld 6C4 1702 Groot-Bijgaarden 02 325 64 64 www.boldandpepper.be

6

05 EDITO

In België is iedereen gelijk voor de wet…

06 MILIEU

Ook na 28 februari 2025 kunnen mazoutklanten op beide oren slapen

10 IN4FUELS

Een groeiende interesse in Frankrijk voor de biobrandstoffen van de toekomst

14 SOCIAAL VERWARMINGSFONDS

Zoveel mogelijk gezinnen bereiken die in aanmerking komen

15 LEDEN

Nabijheid en flexibiliteit: de grootste troeven van De Jans Gas (Kruisem)

18 TRANSPORT

ADR 2025: nauwelijks wijzigingen voor het vervoer van petroleumproducten

20 MARKT

Petroleumproducten domineren het energielandschap

40 DIENSTEN

FOTO’S

AdobeStock, Brafco, Daniel Dumont, De Jans Gas, Gabriëls, Group Bruno, Q8, Promaz, SKB. Cover: AdobeStock.

PUBLICITEITSREGIE

Bold & pepper nv rik@boldandpepper.be 0477 30 21 32

De redactie is niet verantwoordelijk voor publireportages.

Vakbekwaamheid, ADR-cursussen…

44 NIEUWS VAN DE BEROEPSVERENIGINGEN

SKB trotseert de golven…

45 PERS

De woordvoerders van Brafco staan de pers te woord

47 GRAADDAGEN & ZOEKERTJES

15

28

08 ENERGIETRANSITIE

Wat voor biofuel F30 kan, moet ook voor R33 en HVO kunnen!

12 BEHEER

Elektronische facturen

21-37

SPECIALE BIJLAGE MOTORBRANDSTOFFEN

41 SOCIAAL NIEUWS

• Relance-uren en fiscaal gunstige overuren

• Alcohol- en druggebruik op de werkvloer

Neem een gratis proefabonnement op de noteringen!

De oliemarkt is voortdurend in beweging. Daarom biedt Brafco haar leden de mogelijkheid om de evolutie van de petroleumprijzen 4 maal per werkdag te ontvangen, via fax of mail. Ook worden ze een dag op voorhand op de hoogte gebracht van alle wijzigingen van de officiële maximumprijzen.

Indien u interesse heeft in deze (betalende) dienst, kan u twee weken GRATIS dit abonnement op proef ontvangen (zonder verdere verplichtingen).

Neem daarvoor contact op met Ann: telefonisch 02/502.42.00 of via mail ann.deknibber@brafco.be

Ook kan u via sms tweemaal per dag geïnformeerd worden omtrent de koersevolutie van de dollar en van de noteringen op de internationale markt van gasolie en diesel.

Interesse? Neem voor een GRATIS proefperiode ook contact op met Ann!

EDITO

In België

Iis iedereen gelijk voor de wet…

n België heeft iedereen recht op een menswaardig leven. Zo is dit ook opgenomen in de Grondwet. Onder dit basisrecht valt ook het recht op een behoorlijke huisvesting en de daarbij horende basisvoorzieningen zoals de noodzakelijke verwarming van de woning.

Het gelijkheidsbeginsel is eveneens een grondrecht en een algemeen principe dat iedere burger gelijke rechten en een gelijke behandeling in gelijke gevallen toekent. Dit mensenrecht is vastgelegd in veel internationale verdragen en ook in de Belgische grondwet verankerd.

Wanneer we echter kijken naar de sociale rechten die ons land momenteel rijk is om energiearmoede te bestrijden, dan blijkt aan dit basisprincipe van gelijke rechten voor gelijke gevallen toch wel wat te schorten.

Brandstoffenhandelaars zien soms schrijnende situaties waar zij met het huidig instrumentarium aan sociale maatregelen geen oplossing voor hebben.

In het federaal regeerakkoord werd een belangrijke ambitie vermeld, met name dat de regering werk wil maken van een budgetneutrale hervorming van zowel het sociaal energietarief als van de tussenkomsten van het Sociaal Verwarmingsfonds, en dit in de richting van een transparantere, inkomensgebaseerde, vermogensgebaseerde en technologieneutrale forfaitai re tussenkomst.

In absolute cijfers kan eenzelfde huishouden in dezelfde situatie soms meer dan het dubbele van steun krijgen via het sociaal tarief voor aardgas en elektriciteit dan via een toelage van het Sociaal Verwarmingsfonds.

Het Sociaal Verwarmingsfonds, een initiatief van de overheid en de petroleumsector dat tussenkomt in de energiefactuur van gezinnen in armoede die zich verwarmen met stookolie, propaangas of lamppetroleum (type c), heeft recent een aantal analyses gemaakt om dit systeem van verwarmingstoelagen te vergelijken met het huidige systeem van sociale tarieven voor aardgas of elektriciteit. Het komt daarbij tot verrassende resultaten.

Zowel het sociaal tarief (voor aardgas en elektriciteit) als de toelage van het Sociaal Verwarmingsfonds (voor stookolie, propaangas en lamppetroleum) heeft tot doel om gezinnen in energiearmoede te ondersteunen zodat zij beter de eindjes aan elkaar kunnen knopen. Uit de analyse blijkt echter dat er een significant verschil in niveau bestaat tussen de tussenkomst van de overheid in de vorm van het sociaal tarief en de toelage van het Sociaal Verwarmingsfonds. In absolute cijfers kan eenzelfde huishouden in dezelfde situatie soms meer dan het dubbele van steun krijgen via het sociaal tarief dan via een toelage van het Sociaal Verwarmingsfonds.

En dit is niet het enige verschil tussen beide sociale rechten. Zo is de btw voor aardgas en elektriciteit naar 6% gebracht, terwijl die voor stookolie en propaangas op 21% is gebleven. Ook de toekenningsvoorwaarden waaraan gezinnen moeten beantwoorden, zijn verschillend en waar het sociaal tarief geldt voor elke kWh die verbruikt wordt, is de tussenkomst van het Verwarmingsfonds beperkt tot 1500 liter per jaar per huishouden dat zich met stookolie, propaangas of petroleum verwarmt. En zo zijn er nog wel wat verschillen in benadering vast te stellen tussen beide systemen.

Als beroepsfederatie die betrokken is bij de distributie van de belangrijkste energiebronnen staan wij dagelijks in contact met kwetsbare gezinnen die het moeilijk hebben om in hun energiebehoeften te voorzien.

Wij steunen ten volle de ambitie die in het regeerakkoord is vastgelegd, overtuigd dat deze hervorming de juiste weg is. Door dit globaal aan te pakken zal de regering immers een sinds jaren bestaande ongelijkheid tussen de verschillende residentiële verwarmingsenergieën proactief proberen aan te passen.

We geven alvast graag onze visie mee hoe de bestaande systemen van sociale energiesteun billijker en eerlijker kunnen worden:

• Harmoniseer de toegang tot sociale energierechten naar één transparant, eerlijk en rechtvaardig systeem, gebaseerd op objectieve inkomensen vermogenscriteria.

• Vervang het huidige sociaal tarief voor elektriciteit en aardgas en de huidige toelagen voor stookolie en propaangas door een nieuw éénvormig, forfaitair ondersteuningsmechanisme, bijvoorbeeld in de vorm van een forfaitaire sociale premie of energiecheques.

• Herverdeel de middelen die beschikbaar zijn, niet alleen naar de meest kwetsbare huishoudens, maar heb eveneens aandacht voor een gerechtvaardigde vraag vanuit de lage middenklasse om ook voor hen een aangepaste ondersteuning te voorzien.

• Integreer ETS2-ondersteuning in een nieuw te bouwen ondersteuningsmechanisme. Voor de financiering van dit onderdeel dienen voldoende middelen uit het Sociaal Klimaatfonds naar het federaal niveau te gaan.

• Deze eenvormige, geharmoniseerde ondersteuning zal eerlijker, rechtvaardiger, eenvoudiger en makkelijker toegankelijk zijn voor die gezinnen die het echt nodig hebben.

En vooral: weersta aan de verleiding om gewoon boven op de bestaande ondersteuningsmechanismen bijkomende ‘ad hoc’ ondersteuningen uit te werken die het landschap van sociale energieondersteuning alleen maar complexer en minder rechtvaardig zullen maken.

We hebben de regering onze volledige medewerking aangeboden voor de hervorming van het systeem van sociale steun voor de verwarming van huishoudens.

Ook na 28 februari 2025 kunnen mazoutklanten op beide oren slapen

Op 28 februari 2025 liep de aanmeldingsperiode om een aanvraag tot tussenkomst bij Promaz in te dienen, ten einde. Maar dat betekent niet dat mazoutgebruikers sindsdien aan hun lot worden overgelaten. Promaz blijft de dossiers die vóór 28 februari werden ingediend behandelen, maar heeft ook een mechanisme opgezet om vervuilingen die na die datum worden vastgesteld aan te pakken.

Op de deadline van 28 februari 2025 had Promaz in totaal 6308 aanvragen ontvangen. Dat cijfer omvat zowel volledige dossiers als eenvoudige registraties die uit noodzaak werden ingediend om binnen de termijn te blijven. We hadden aanvragers gewezen op het belang om zich te melden, ook zonder volledig dossier. Daarna hebben we iedereen gecontacteerd om hun situatie te regulariseren, aldus Willem Voets, afgevaardigd bestuurder van Promaz. Sindsdien werden 635 dossiers verworpen omdat het tanks betrof die na controle toch als conform werden beoordeeld. 62 nieuwe aanvragen konden worden goedgekeurd na deze vereenvoudigde procedure. Momenteel zijn er nog 2114 aanvragen in behandeling en zijn er 260 werven opgestart waar saneringswerken worden uitgevoerd.

De overgrote meerderheid daarvan (81%) betreft residentiële dossiers (verontreinigingen door gasolietanks voor verwarming van gebouwen met een woonfunctie). Wat de geografische verdeling betreft van de aanvragen die vóór 28 februari 2025 werden ingediend, is het Vlaams Gewest goed voor 66% van de aanvragen, het Waals Gewest voor 24% en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor 10%.

Op financieel vlak werd reeds voor 9,4 miljoen euro aan saneringskosten terugbetaald aan aanvragers die de saneringswerken zelf hebben uitgevoerd en voorgefinancierd. De gemiddelde saneringskost bedraagt 67.420 euro. Dit mechanisme stelt gezinnen gerust dat ze er niet alleen voor staan, gaat Willem Voets voort. Vóór Promaz hadden mazoutgebruikers zo goed als géén oplossing. Vandaag doen we het samen.

EN WAT NA 28 FEBRUARI?

Sinds 28 februari 2025 – de uiterste datum waarop aanvragen tot tussenkomst voor curatieve gevallen konden worden ingediend – heeft Promaz een herverzekeringsmaatschappij opgericht om mazoutgebruikers die na deze datum worden geconfronteerd met een bodemverontreiniging, te ontzorgen. Dankzij dat systeem kunnen trouwe mazoutgebruikers die in de toekomst nog met een lek in hun tank worden geconfronteerd, aanspraak maken op een tussenkomst in de saneringskosten. Die zal maximaal € 100.000 per residentieel dossier en € 50.000 per niet-residentieel dossier kunnen bedragen.

Promaz komt financieel en/of operationeel tussen voor de sanering van door lekkende mazouttanks veroorzaakte bodemverontreiniging.

Om van deze tussenkomst te kunnen genieten, moeten twee voorwaarden vervuld zijn. Ten eerste moet de schade of het incident voor het eerst zijn vastgesteld na 28 februari 2025. Ten tweede moet de aanvrager mazout als energiebron gebruiken voor de verwarming van zijn woning of niet-residentieel gebouw. Het moet dus een actieve gebruiker zijn. Dat is ook de reden waarom hem om de laatste leveringsfactuur wordt gevraagd.

Er werden al een vijftigtal van dergelijke aanvragen ingediend bij Promaz. De geografische verdeling is vergelijkbaar met die in de oorspronkelijke indieningsperiode van de aanvragen.

Momenteel lopen onderhandelingen met de autoriteiten om een structurele financiering van het fonds te verzekeren, onder meer via een bijdrage op de mazoutprijs. In afwachting daarvan verzekert Promaz mazoutgebruikers dat zij ook in de toekomst zullen worden geholpen. Mazoutklanten worden dus niet aan hun lot overgelaten, benadrukt Willem Voets. Eind dit jaar of begin volgend jaar lanceren we communicatiecampagnes hierover. Die zullen uiteraard een positieve boodschap bevatten, aangezien ze met een oplossing komen. Mazoutklanten moeten weten dat ze op beide oren kunnen slapen. Vandaag én morgen.

HVO100 Verminder uw impact op het milieu

VERVANGT uw gebruikelijke diesel

VERMINDERT de uitstoot van CO2 en andere sto en* CONFORM de norm EN 15940

Uw brandstof van 100% hernieuwbare oorsprong.

Ontdek hier meer

* Tests uitgevoerd met HVO100 in 2018 en 2019 op verschillende soorten voertuigen, vergeleken met een standaard EN 590 dieselbrandstof.

In samenwerking met verdelers biedt Perge biofueloplossingen aan voor gemeenten en kleine dienstverleners. Hier bij de renovatie van een stookruimte in een gebouw van de gemeente met 12 wooneenheden. Installatie van 2 x Optitherm Duo voor een totaal van 128 kW.

Wat voor biofuel F30 kan, moet ook voor R 33 en HVO kunnen!

Terwijl de energietransitie ingrijpende veranderingen in verwarmingsmethoden vereist, ontstaat er een nieuwe dynamiek rond verwarmingsketels op vloeibare brandstof, met name door de ontwikkeling van hernieuwbare vloeibare brandstoffen.

In Frankrijk heeft een proactieve strategie ervoor gezorgd dat professionals in de sector bij deze evolutie worden begeleid, met concrete resultaten. Dit model zou ook aanleiding kunnen geven tot gelijkaardige acties in België, waar de sector van de verdeling van huisbrandolie wacht op een juridisch kader.

In Frankrijk verliest huisbrandolie terrein in stedelijke gebieden, maar in landelijke gebieden blijft het een onmisbare energiebron. Bij onze zuiderburen gebruiken 2,8 miljoen huishoudens stookolie, met name in oude, weinig of slecht geïsoleerde huizen, waar alternatieven zoals warmtepompen een dure of ongeschikte oplossing zijn. Om die huishoudens te begeleiden op hun weg naar een realistische energietransitie, is biofuel een pragmatische oplossing.

Het is tegen die achtergrond dat Perge, een Franse fabrikant van verwarmingsketels en warmtepompen, zich laat opmerken. Sinds 2019 anticipeert het familiebedrijf uit Portes-lès-Valence op

de veranderingen in de Franse regelgeving door de handen in elkaar te slaan met FF3C, de Franse federatie voor brandstoffen, motorbrandstoffen en verwarming, in de zoektocht naar oplossingen die compatibel zijn met de nieuwe biobrandstoffen. Dat leidde in 2021 tot een compleet assortiment ketels met branders die geschikt zijn voor de biofuel F30, ruim vóór de inwerkingtreding van het decreet in 2022, die de CO2-uitstoot van de stooktoestellen beperkt tot 300 g/kWh.

LOKALE EN AGRARISCHE

AFZETMARKT

Biofuel F30, die tot 30% hernieuwbare energie bevat (in de vorm van vetzuurmethylesters uit

koolzaad) en 70% klassieke huisbrandolie, is gebaseerd op een lokale landbouwproductie. Het restproduct van de verwerking van koolzaad valoriseert de voor diervoeding gebruikte perskoeken en biedt landbouwers een extra bron van inkomsten, waardoor braakliggende grond nieuw leven wordt ingeblazen. In dat kader wordt F30 een soevereine energiedrager.

F30, F100, HVO: BREDE COMPATIBILITEIT

De ketels van Perge zijn nu al geschikt voor F55 en F100 (met het oog op de marktlancering daarvan in 2027), en zelfs met HVO (Hydrotreated Vegetable Oil) of, a fortiori, met R33 (gasolie met 26% HVO en 7% FAME). Deze technische

keuze biedt de gebruikers een oplossing zonder meerkost, legt Perge uit. Ze hoeven hun brander niet bij elke wijziging in de regelgeving te vervangen.

Op Europees niveau zet de noodzaak om tegen 2050 klimaatneutraliteit te bereiken de lidstaten er toe aan om alternatieven voor ‘alles elektrisch’ te overwegen. Vloeibare biobrandstoffen, zoals biofuel of HVO, zijn een geloofwaardige oplossing om de energiemix aan te vullen. Zeker omdat het in België, net als elders, dringend noodzakelijk wordt om met een structureel aanbod te komen dat aan de verwachtingen van huishoudens kan voldoen, zonder degenen die buiten de grote stedelijke gebieden wonen, uit te sluiten.

ACTIEVE ONDERSTEUNING VOOR VERDELERS EN GROOTHANDELAARS

In Frankrijk begeleidt Perge verdelers, verwarmingsinstallateurs en lokale overheden bij deze transitie door middel van technische ondersteuning, opleidingen en een voortdurende opvolging van de regelgeving. Alleen al in 2024 werden er in het hele land meer dan vijftig bijeenkomsten georganiseerd voor brandstofverdelers en verwarmingsspecialisten: installateurs, groothandelaars, studiebureaus, technische scholen. Bedoeling: informeren, opleiden en geruststellen over de toekomst van verwarmingsketels die werken op biobrandstoffen.

De belangrijkste boodschap bij die ontmoetingen was eenvoudig maar essentieel: “Nee, huisbrandolie is niet verboden”. Veel particulieren zijn verkeerd geïnformeerd en denken daardoor dat ze hun installatie moeten vervangen. Dankzij die bijeenkomsten weten ze nu dat ze hun huidige ketel mogen blijven gebruiken, onderhouden en vervangen door een oplossing die compatibel is met vloeibare biobrandstoffen.

Die begeleiding vertaalt zich ook in intensieve opleidingen: in 2024 werden met de steun van groothandelaars 380 sessies gegeven aan verwarmingsinstallateurs. Ook bij scholen voor beroepsonderwijs en opleidingscentra werden cursussen georganiseerd: hier werden 47 hybride installaties met huisbrandolie + warmtepompen geplaatst om een concreet leerterrein te bieden voor toekomstige professionals in de sector.

Perge biedt een gamma verwarmingsketels op vloeibare brandstoffen aan die tot 100% biobrandstof kunnen bevatten, wat bijdraagt tot een aanzienlijke vermindering van de CO2-uitstoot.

LIBRAMONT: VERWARMINGSKETELS KLAAR VOOR DE ENERGIETRANSITIE

Perge, dat eerder de gewoonte had om deel te nemen aan vakbeurzen voor installateurs, ontdekte voor het eerst tijdens zijn deelname als standhouder op de vakbeurs van Libramont (25 tot 28 juli 2025) een veel breder publiek van eindgebruikers die rechtstreeks betrokken zijn bij de ontwikkelingen op energiegebied. En het succes overtrof alle verwachtingen van de fabrikant: de stand stond constant vol mensen die geïnteresseerd waren in dé ster op hun stand, namelijk de verwarmingsketel op biofuel. Voor heel wat bezoekers, die vaak gehecht zijn aan hun mazoutketel, was dit model een concrete oplossing voor hun bezorgdheid. En dat is precies waar het aanbod van Perge op inspeelt: verwarmingsketels die vandaag kunnen draaien op klassieke mazout maar klaar zijn om morgen over te schakelen op biofuel, HVO of een andere variant, afhankelijk van hoe de wetgeving evolueert. Die compatibiliteit stelt de gebruikers gerust. Ze weten nu dat ze, als het zover is, hun installatie niet hoeven om te gooien. Dat er op de stand van Perge bovendien verschillende generaties installateurs aanwezig waren, kwam de geloofwaardigheid alleen maar ten goede.

De boodschap is duidelijk: de toekomst van verwarming met vloeibare brandstoffen beperkt zich niet tot een geleidelijke uitfasering, maar loopt via een technologische modernisering die opnieuw vertrouwen wekt. In Libramont bevestigde Perge dus niet alleen het bestaan van een markt voor vloeibare brandstoffen, maar ook en vooral gaf de fabrikant particulieren een concreet antwoord op hun twijfels, door hen uitzicht te bieden op energiecontinuïteit en -zekerheid in de energietransitie.

https://www.perge.com/fr-be/

Stand van fabrikant Perge op de vakbeurs van Libramont.

Een groeiende interesse in Frankrijk voor de biobrandstoffen van de toekomst

Eind 2022 werd de biomazout F30 op de Franse markt geïntroduceerd. In4fuels sprak met Emmanuel Ampaud, directeur van Piretti Energies in Dijon, over het gebruik ervan in nieuwe verwarmingsinstallaties en over de evolutie van biobrandstoffen in Frankrijk.

WAT DOET PIRETTI ENERGIES PRECIES? HOE SPELEN JULLIE IN OP DE ENERGIETRANSITIE?

De wortels van Piretti liggen in het interbellum, toen we steenkool en mineraalwater verdeelden. Na de Tweede Wereldoorlog verschoof onze aandacht naar petroleumproducten en vandaag promoten we duurzamere verwarmingsoplossingen zoals bio-mazout, pellets en warmtepompen. Je ziet, doorheen onze geschiedenis hebben we ons steeds aangepast aan de noden van elke klant.

“We zullen moeten inzetten op nog meer geconcentreerde biobrandstoffen.”

HOE ZIEN UW KLANTEN DE ENERGIETRANSITIE? HOE REAGEREN ZIJ OP F30?

Het ecologisch bewustzijn van klanten is vaak nog beperkt: velen kijken in de eerste plaats naar de prijs. Toen we onze biomazout op de Franse markt introduceerden, waren klanten vooral ongerust omdat de regering net een verbod op de plaatsing van stookolieketels had afgekondigd. Ondanks die toch wat pittige start zijn we erin geslaagd hen gerust te stellen en konden we F30 op de markt doen doorbreken. Sinds 2024-2025 merken we een toename in de verkoop van biomazoutketels.

HOE ZIET U DE EVOLUTIE VAN DE BIOMAZOUTMARKT? WAT IS UW STRATEGISCHE VISIE OP DE BRANDSTOFDISTRIBUTIESECTOR OP LANGE TERMIJN?

De CO2-emissienormen zullen waarschijnlijk nog strenger worden. We zullen dus moeten inzetten op

Emmanuel Ampaud - Piretti Energies.

nog meer geconcentreerde biobrandstoffen. De sector test momenteel een grotendeels hernieuwbare biobrandstof, F55, en een 100% hernieuwbare vloeibare verwarmingsbrandstof, F100. Hun lancering wordt respectievelijk verwacht in 2027 en 2030.

Daarnaast moeten wij als sector de rol van energie-adviseur op ons nemen. Wij behoren tot die zeldzame groep beroepen die nog bij klanten thuis komen. Die nabijheid moeten we benutten om hen te adviseren en duurzame producten te promoten. Technici moeten klanten inzicht geven in hun verbruik en in de alternatieven om hun verwarmingskosten te beperken.

METEEN MEE: WAT IS F30?

F30 is een vloeibare brandstof die bestaat uit klassieke gasolie waaraan 30% FAME op basis van koolzaadolie is toegevoegd. F30 voldoet aan de wettelijke grens voor broeikasgasuitstoot van maximaal 300 gCO2 per kWh (Hi). Deze norm, vastgesteld in een Frans overheidsbesluit, geldt voor alle nieuwe verwarmings- en warmwatersystemen.

NIEUWE BIOSTOOKOLIEPOMPEN VAN

SUNTEC VOOR MAZOUTBRANDERS: INNOVATIE IN DE PRAKTIJK

Hoe ga je als traditionele verwarmingsfabrikant om met een veranderende sector? Ons bezoek aan Suntec gaf een uniek inzicht in hoe de sector zich heruitvindt. Het bedrijf produceert brandstofpompen voor residentiële en industriële toepassingen en ondergaat momenteel een opmerkelijke transformatie. Het vernieuwt bestaande technologieën en zet tegelijk volop in op hernieuwbare oplossingen.

Zo zijn Suntecs brandstofpompen voor stookoliebranders voortaan compatibel met biobrandstoffen als FAME of HVO, en met alternatieve brandstoffen zoals methanol. Daarmee komt het bedrijf tegemoet aan de regelgeving rond de

vermindering van de CO2-uitstoot in de gebouwensector.

De vooruitgang bij Suntec bevestigt dat de verwarmingsindustrie klaar is voor een realistische en haalbare energietransitie. Hernieuwbare vloeibare brandstoffen, ondersteund door compatibele technologieën, spelen daarbij een cruciale rol. Voor onze sector betekent dit:

• een snellere integratie van hernieuwbare vloeibare brandstoffen;

• betrouwbare en toekomstgerichte verwarmingsoplossingen;

• vooruitgang richting klimaatneutraal verwarmen zonder verlies van comfort of efficiëntie.

Biostookoliepomp specifiek ontworpen voor hernieuwbare vloeibare brandstoffen
De Eurofuel-delegatie op werkbezoek bij Suntec met Guido Saenen (Technical Advisor) vierde van links en Filip Lannoy (Marketing Manager) van in4fuels uiterst rechts

ZORGEN VOOR CONTINUÏTEIT IN DE BOEKHOUDING

Elektronische facturen: wacht niet tot december!

Vanaf 1 januari 2026 zijn alle in België gevestigde bedrijven wettelijk verplicht om hun elektronische facturen te versturen en te ontvangen via Peppol, het gestandaardiseerde en beveiligde netwerk voor de elektronische uitwisseling van commerciële documenten.

Vanaf 1 januari 2026 kunnen alle in België gevestigde belastingplichtigen (met uitzondering van enkele specifieke uitsluitingen) voor B2B-transacties in België enkel nog elektronische facturen opmaken en versturen.

VOOR WIE?

Even herhalen dat sinds 1 mei 2023 bedrijven verplicht zijn om elektronische facturen te versturen voor alle nieuwe contracten boven de € 30.000 (excl. btw). Sinds 1 maart 2024 geldt die verplichting ook voor openbare aanbestedingen met een waarde boven de € 3000 (excl. btw).

STEUNMAATREGELEN VOOR BEDRIJVEN

Om de kosten te compenseren die u moet maken voor het gebruik van het e-facturatiesysteem (abonnementskosten), zijn er twee fiscale steunmaatregelen voorzien:

• Investeringsaftrek: sinds 1 januari 2025 is deze aftrek voor digitale investeringen verhoogd tot 20%.

• Verhoogde kostenaftrek: voor abonnementskosten voor facturatiesoftware geldt (van 2024 tot 2027) een kostenaftrek van 120%. De meerkosten voor het versturen en ontvangen van elektronische facturen mogen worden meegerekend op voorwaarde dat ze afzonderlijk op de factuur worden vermeld.

Vanaf 1 januari 2026 wordt e-facturatie verplicht voor alle transacties tussen btw-plichtige bedrijven. Concreet moeten alle in België gevestigde belastingplichtigen (met uitzondering van enkele specifieke uitsluitingen) voor B2B-transacties in België elektronische facturen uitschrijven.

Die verplichting geldt niet voor facturen aan particulieren. Maar opgelet: u moet in staat zijn om gestructureerde elektronische facturen te ontvangen van uw leveranciers. Tegen januari 2026 moeten uw systemen hiervoor dan ook zijn aangepast.

Deze hervorming, die deel uitmaakt van een brede Europese beweging om administratieve processen te digitaliseren, heeft tot doel de facturering tussen bedrijven te standaardiseren, beveiligen en automatiseren. Alle btw-plichtige bedrijven zullen onderling gestructureerde elektronische facturen moeten gebruiken. Dat zijn facturen die rechtstreeks tussen de softwareprogramma’s van beide bedrijven worden uitgewisseld.

Eind augustus waren nog heel wat bedrijven niet geregistreerd op Peppol. Maar dat moeten ze wél zijn tegen eind 2025, want vanaf dan zullen bedrijven hun facturen niet meer via e-mail mogen ontvangen. De inzet is dus tweeledig: voldoen aan de wet en zorgen voor continuïteit in de boekhouding.

VERSTUREN EN ONTVANGEN:

ONLOSMAKELIJK MET ELKAAR VERBONDEN

Veel bedrijven denken bij elektronisch factureren alleen aan het versturen van hun eigen facturen. Maar het andere aspect van het proces is even belangrijk: het ontvangen van facturen.

Vanaf 1 januari 2026 kan een bedrijf dat zijn Peppol-account niet heeft geactiveerd, geen facturen van zijn leveranciers ontvangen, waardoor ze niet in de boekhouding kunnen worden opgenomen.

Alleen B2C-facturen, d.w.z. facturen voor particuliere klanten zonder ondernemingsnummer, mogen nog per e-mail worden verstuurd. Al de rest moet verplicht via Peppol gaan.

Wat de gevolgen precies zijn voor bedrijven die zich niet hebben geregistreerd, is nog niet helemaal duidelijk. Maar er is alvast wel sprake van financiële sancties voor bedrijven die op 1 januari 2026 niet klaar zijn.

ZICH REGISTEREN OP PEPPOL, HOE GAAT DAT?

De registratie gebeurt via een Peppol-toegangspunt (Access Point), d.w.z. een erkende provider die de uitwisseling van elektronische documenten vergemakkelijkt. Het proces omvat enkele eenvoudige stappen:

1. VOORBEREIDING

Verzamel voordat u begint met de registratie de nodige informatie en documenten van uw bedrijf (zoals het ondernemingsnummer en het btw-nummer); de officiële documenten van het bedrijf (bv. uittreksel uit de Kruispuntbank van Ondernemingen); de contactgegevens en eventueel een specifiek e-mailadres voor de professionele communicatie; een digitale identificatiemethode, zoals itsme of een ander erkend elektronisch identiteitsbewijs.

2. KIES EEN ERKEND PEPPOL-PROVIDER

Peppol werkt met “Access Points” of toegangspunten. De Peppol-registratie loopt dus over het algemeen via een van die providers. Een overzicht van alle erkende providers vindt u op de officiële website van Peppol Belgium (https://bosa.belgium.be/nl/BPA).

3. REGISTREER DE BEDRIJFSGEGEVENS

Zodra u uw provider heeft gekozen, vult u de gegevens van uw bedrijf in op diens online aanmeldingsformulier.

4. VERIFICATIE EN TOEKENNING VAN EEN PEPPOL-ID

De identiteit van uw bedrijf wordt geverifieerd aan de hand van itsme, een e-ID of een ander officieel identiteitsbewijs. Zodra de verificatie is geslaagd, wordt uw bedrijf geactiveerd op het Peppol-netwerk en ontvangt u een uniek Peppol-ID waarmee u veilig elektronische facturen en andere bedrijfsdocumenten kan versturen en ontvangen. Uw provider kan u ook helpen bij het configureren van de koppeling met uw boekhoudsoftware of ERP-systeem (geïntegreerde beheersoftware).

5. INTEGRATIE IN UW SYSTEMEN

Uw interne IT-afdeling of externe IT-provider koppelt dan uw boekhoudsoftware of ERP-systeem met het Peppol-netwerk zodat u automatisch facturen kan ontvangen en versturen. Die integratie kan worden getest met enkele proeftransacties, zodat u er zeker van bent dat alles perfect werkt voor u écht omschakelt.

“HET

SYSTEEM MOET WORDEN BIJGESTUURD NA REGISTRATIE OP PEPPOL”

Jean Lathouwers, Business Consultant bij G&V Energy Group, deelt zijn kennis inzake e-facturatie. Volgens hem is de eerste stap de registratie van een bedrijf op het Peppol-netwerk vóór 1 januari 2026. Daarvoor is het belangrijk om contact op te nemen met de informatica-afdeling en/of boekhouder van uw bedrijf, als u dat nog niet heeft gedaan. Jean Lathouwers voegt er nog aan toe dat verschillende vragen nog open staan, waarvoor de overheid met een oplossing moet komen. Dit is met name het geval voor het berekenen van het BTW-bedrag: bedrijven moeten al hun facturen exclusief btw opgeven, terwijl de klanten in bepaalde sectoren, zoals motorbrandstoffen en nu ook EV gewend zijn om met btw-inclusieve prijzen te werken: de prijzen aan de pomp zijn nog altijd inclusief BTW! Nog een aandachtspunt: de onzekerheden die er heersen over de velden die in Peppol moeten worden ingevuld voor uitbaters die onderworpen zijn aan accijnsverplichtingen. Momenteel is daar nog geen enkele duidelijke richtlijn voor. Het systeem moet dus zeker nog worden bijgestuurd, zelfs na de registratie op Peppol.

En dan komen daar nog technische beperkingen bij door de structuur en de controle van de UBL-gegevens binnen het Peppol-systeem zelf. Zo zou de beperking tot twee cijfers na de komma voor elektronische facturering problemen kunnen opleveren in bepaalde sectoren, zoals die van de verdeling van stookolie, waar traditioneel met vier cijfers na de komma wordt gewerkt. Door af te ronden om aan deze norm te voldoen, kunnen berekeningsverschillen ontstaan, met name bij de btw-bedragen. De ondernemingen in kwestie zullen dus hun facturatieprogramma’s moeten aanpassen om deze omrekeningen correct te kunnen verwerken en ervoor te zorgen dat de btw op betrouwbare wijze wordt berekend en aangegeven.

Voor al deze vragen is het cruciaal om uw boekhouder te raadplegen, want hij is degene die de concrete gevolgen voor de facturen zal moeten beheren, besluit Jean Lathouwers. Wacht vooral niet tot december om alles te regelen.

https://bosa.belgium.be/nl/peppol

Jean Lathouwers, Business Consultant bij G&V Energy Group.

ZOVEEL MOGELIJK GEZINNEN BEREIKEN DIE IN AANMERKING KOMEN

Wat kan een brandstoffenhandelaar doen?

Iedere winter krijgen duizenden gezinnen in België af te rekenen met steeds hetzelfde probleem: hoe moeten ze de verwarmingskosten betalen terwijl de facturen steeds zwaarder doorwegen op het gezinsbudget? De toelage van het Sociaal Verwarmingsfonds maakt de factuur voor mazout, propaan in bulk of lamppetroleum iets gemakkelijk te dragen, maar niet iedereen die er aanspraak op kan maken, stapt binnen bij het OCMW om een aanvraag in te dienen.

Geschat wordt dat tienduizenden gezinnen die in aanmerking komen voor steun van het Sociaal Verwarmingsfonds er geen beroep op doen. De voornaamste reden daarvoor is dat ze het bestaan ervan niet kennen: velen hebben er nog nooit van gehoord of weten niet dat de steun geldt voor mazout of propaan in bulk. Nog anderen wachten te lang, tot de aanvraagtermijn voorbij is, omdat ze ontmoedigd worden door al het papierwerk of ervan overtuigd zijn dat ze op een weigering zullen botsen.

Precies om die vicieuze cirkel te doorbre ken, hebben we aan het begin van dit ver warmingsseizoen de gemeentes en OCMW’s opgeroepen om de informatie zo breed mogelijk te verspreiden, vertelt Walter Walgraeve, algemeen directeur van het Sociaal Verwarmingsfonds. Om de verspreiding van de informatie over het Fonds te ondersteunen, ontving elk OCMW in België bij de start van het nieuwe verwarmingsseizoen een volledig communicatiepakket met brochures en affiches om ter beschikking te stellen van de burgers. Dat kadert in een nationale campagne via verschillende kanalen, zowel op papier (brochures en affiches) als digitaal, en is bedoeld om de gemeentes te helpen zo veel mogelijk gezinnen te bereiken die in aanmerking komen. Naast fysieke middelen biedt het Fonds ook digitale tools aan: een displaybeeld voor op de digitale borden van de gemeentes en een hernieuwde website met een simulatiemodule waarop kandidaat-begunstigden het concrete bedrag van hun toelage kunnen berekenen maar ook een aantal type-profielen kunnen bekijken. De gemeentes en OCMW’s worden ook aangemoedigd om in hun informatieblad of op hun sociale netwerken artikels en berichten te publiceren. Ze kunnen daarvoor

Ook in het geval van een appartementsgebouw met een gemeenschappelijk verwarmingssysteem moet de toelage worden aangevraagd binnen de 60 dagen na de levering van de brandstof, een termijn die in dergelijke gevallen vaak te kort is.

beroep doen op een online toolbox met gebruiksklare artikels.

GEMEENSCHAPPELIJKE

VERWARMING: 60 DAGEN DE TIJD

OM DE TOELAGE AAN TE VRAGEN

In appartementsgebouwen met een gemeenschappelijke verwarmingsinstallatie op mazout of propaangas worden de facturen niet door iedere huurder afzonderlijk beheerd maar door de syndicus of eigenaar. Maar om aanspraak te kunnen maken op de toelage van het Sociaal Verwarmingsfonds moet de aanvraag binnen de 60 dagen na de levering van de brandstof worden ingediend. Die termijn is voor gezinnen vaak te kort, aangezien

zij hun factuur pas op het einde van het jaar ontvangen bij hun jaarlijkse eindafrekening. In dat geval mag het OCMW de aanvraag aanvaarden indien de vertraging te wijten is aan overmacht. Maar dat blijft een uitzondering. Om geen risico’s te lopen, is het aangeraden om als mede-eigenaar onmiddellijk na de levering een kopie van elke factuur te vragen. Huurders moeten dan hun aanvraag binnen de wettelijke termijn indienen.

Het is dus van cruciaal belang dat de syndicus van die verplichtingen op de hoogte is. Brandstofverdelers hebben hier een belangrijke rol in te spelen, benadrukt Walter Walgraeve. Bij elke levering aan een vereniging van mede­eigenaars moeten ze de syndicus bewust maken van de noodzaak om de huurders die in aanmerking komen, daarover te informeren. Dat helpt te voorkomen dat gezinnen naast de steun grijpen waar ze recht op hebben.

“VOOR DE SECTOR”

Beste verdelers, in de rubriek “Voor de sector” bovenaan rechts op de homepage van de website verwarmingsfonds.be vindt u heel wat nuttige informatie om uw klanten naar ons door te sturen. In de rubriek ‘Communicatietoolkit’ kan u de affiches en folders downloaden. Indien gewenst, kan u ze ook gratis per e-mail bij ons bestellen. U vindt er ook een reeks artikels die u op uw website of sociale netwerken kan publiceren, alsook een link om de Facebookpagina van het Sociaal Verwarmingsfonds te liken

DE JANS GAS, KRUISEM

Nabijheid en flexibiliteit als grootste troeven

In een energielandschap dat volop in verandering is, slagen sommige bedrijven erin om familietraditie, klantgerichtheid en innovatie te combineren in hun verdeling van energie. Zo ook De Jans Gas, een handel die gespecialiseerd is in de distributie van propaangas en het plaatsen van boven- en ondergrondse propaantanks.

De veelzijdigheid van het team maakt dat Stijn De Jans (midden) steeds snel kan inspelen op de behoeften van zijn klanten.

Het bedrijf werd 50 jaar geleden opgericht door Jean-Pierre De Jans, en werd sindsdien overgenomen en uitgebreid door diens zoon Stijn, die er nu al 23 jaar werkt. Ik ben op heel jonge leeftijd in het bedrijf begonnen. We zijn erin geslaagd om tot op de dag van vandaag onze familiale inslag te behouden maar wel ook steeds te voldoen aan de moderne noden van onze klanten, vertelt Stijn. Kleine randopmerking: Stijn is de broer van Piet De Jans, de oprichter van brandstoffenhandel Dejap Brandstoffen. Allebei zijn ze gevestigd in Kruisem en werken ook geregeld samen.

EEN TEAM OP MENSENMAAT

Het bedrijf is oorspronkelijk gestart met butaan, dat vroeger vaak werd gebruikt voor huishoudelijke toepassingen. Butaan werd beetje bij beetje vervangen door propaan, omdat de vraag naar butaan afnam en propaan meer mogelijkheden biedt, legt Stijn uit. Vandaag spitst De Jans Gas zich toe op propaan voor zowel particuliere als professionele klanten.

Het team wordt bewust beperkt gehouden: twee chauffeurs, één bediende en Stijn zelf, die niet alleen de leiding en een deel van de leveringen op zich neemt, maar ook instaat voor de verkoop. Persoonlijk contact is heel belangrijk. Door me toe te leggen op de verkoop, ken ik mijn klanten stuk voor stuk en kan ik snel inspelen op wat ze nodig hebben, vertrouwt hij ons toe.

Die nabijheid tot de klant en flexibiliteit zijn de grootste troeven van het bedrijf: dankzij de kleine structuur kan het team snel reageren op vragen, leveringen aanpassen en een opvolging op maat aanbieden. Vader JeanPierre, inmiddels 80, is nog geregeld in het depot te vinden om een handje toe te steken.

FLESSEN VOOR ALLE TOEPASSINGEN

De Jans Gas heeft propaanflessen met verschillende inhoud in zijn aanbod: 5; 10,5; 18; 33 en 46,5 kg. Deze zijn geschikt voor tal van huishoudelijke en

recreatieve toepassingen (keuken, verwarming, warm water, kamperen & outdooractiviteiten enz.) en voor professionele en industriële toepassingen (foodtrucks, frituren, openluchtrestaurants, verwarming van feesttenten, tenten, terrassen, heftrucks, asfalteermachines, enz.). Voor oudere woningen waarin sommige kamers moeilijk te verwarmen zijn, vormt een kleine propaankachel een perfecte aanvulling op de centrale verwarming, voegt Stijn De Jans toe.

PROPAANTANKS: MODULEERBARE OPLOSSINGEN

Naast de verkoop van gas in flessen en in bulk plaatst De Jans Gas ook boven- en ondergrondse gastanks voor particulieren en professionals. De ondergrondse tanks zijn meestal tanks van 3000 liter. De bovengrondse variëren van 500 tot 1000, 1750 en 2700 liter.

Sinds het verbod om in Vlaanderen na 1 januari 2022 nog stookolieketels te plaatsen of te vervangen, niet enkel bij nieuwbouwwoningen en ingrijpende energetische renovaties, maar ook in woningen en gebouwen die op het aanwezige aardgasnet kunnen worden aangesloten, is de vraag naar propaantanks fors gestegen. Voor bestaande woningen is propaan een snelle en efficiënte oplossing. Voor nieuwbouwwoningen zijn warmtepompen overheersend, maar we blijven toch nog steeds aanvragen krijgen voor verwarmings­ en kooktoepassingen, vertelt Stijn.

Voor trouwe klanten biedt De Jans Gas contracten voor automatische bevoorrading aan, soms via een telemetriesysteem waarmee het bedrijf het verbruik bij zijn klanten kan opvolgen en leveringen tijdig inplannen.

PERFORMANTE LOGISTIEK

De Jans Gas heeft een vrachtwagen voor de verdeling van flessen, twee tankwagens van respectievelijk 19.000 en 24.000 liter voor leveringen van propaan in bulk en een trekker met oplegger van 54.000 liter om propaan te laden in Antwerpen. Dat gas wordt vervolgens opgeslagen in het depot van 80.000 liter van het bedrijf, waar de tankwagens voor hun leveringen komen laden. Doordat we een eigen depot hebben, zijn we flexibel genoeg om onze klanten een doorlopende dienstverlening aan te bieden, aldus Stijn. Die logistiek is essentieel voor onze werking, vooral voor professionele klanten zoals restaurants en frituren, die afhangen van propaangas voor hun dagelijkse activiteiten.

FLEXIBELE EN DUURZAME BRANDSTOF

Propaan is een veilige, flexibele en milieuvriendelijke brandstof met een beperkte uitstoot. Stijn De Jans hamert erop dat het product helemaal in de energietransitie past en tegelijk een doeltreffend alternatief vormt voor aardgas en warmtepompen. Het is een schone brandstof die perfect geschikt blijft voor zowel huishoudelijke als industriële behoeften, benadrukt hij.

HUMAN RESOURCES EN VAKKUNDIGHEID

Net als heel wat bedrijven in de sector blijft het vinden van gekwalificeerde chauffeurs een uitdaging: Ze moeten een specifieke opleiding hebben gevolgd, in het bezit zijn van een ADR­certificaat en indien mogelijk ook al ervaring hebben. Het is moeilijk om goede chauffeurs te vinden, maar ik heb

Boven- en ondergrondse tanks wachten om geleverd te worden.
De Jans Gas werkt onder eigen merk.

Een familiebedrijf dat al ruim 50 jaar gespecialiseerd is in de levering van petroleumgassen aan bedrijven en particulieren.

twee erg betrouwbare medewerkers. Momenteel is dat voldoende, zegt Stijn. De veelzijdigheid van het team in combinatie met de actieve betrokkenheid van de zaakvoerder zelf maakt dat De Jans Gas steeds snel kan inspelen op de behoeften van zijn klanten.

De communicatie van het bedrijf wordt bewust eenvoudig gehouden: een website, wat lokale sponsoring en vooral veel mond-tot-mondreclame, die volgens Stijn “als reclame onovertroffen” is. De nabijheid tot de klanten en de beschikbaarheid 6 dagen op 7 versterken de reputatie van het bedrijf als betrouwbaar en serieus.

TOEKOMSTVOORUITZICHTEN

Wat de toekomst betreft, blijft Stijn pragmatisch: Het is moeilijk te voorspellen hoe verwarming er binnen tien jaar zal uitzien. De sector is gefragmenteerd en wanneer bepaalde segmenten het goed doen, zoals de horeca, kunnen andere slabakken. Maar we blijven ons aanpassen en een betrouwbare dienstverlening aanbieden.

Onze collega pleit voor meer keuzevrijheid op het vlak van energie en vindt dat klanten hun verwarmingssysteem vrij zouden moeten kunnen kiezen zonder te worden beperkt door strenge regelgeving of normatieve verplichtingen.

In een evoluerende energiecontext blijft het bedrijf oplossingen aanbieden aan particulieren en professionals. Of zoals Stijn De Jans het samenvat: “Er gaat niets boven een kwaliteitsdienstverlening.”

Strenge, maar noodzakelijke regels

De propaansector is streng gereglementeerd: controle bij ingebruikname van de tank, periodieke inspectie, regelmatig onderhoud om ervoor te zorgen dat de omgeving veilig is, veiligheidsafstanden ten opzichte van gebouwen, eigendomsgrenzen en openbare wegen. En voor de flessen: een verplichte periodieke herkeuring en strenge etiketteringsregels. De Jans Gas houdt zich strikt aan al die vereisten, omdat die instaan voor de veiligheid en conformiteit van zijn installaties. De regels zijn streng, maar ook noodzakelijk om de gebruikers te beschermen. Wij houden ons aan alle normen en controles zodat iedere klant zijn propaan in alle veiligheid in ontvangst kan nemen, licht Stijn toe.

De Jans Gas is overigens ook opgenomen op de kaart met locaties voor de inzameling van lege en/of niet-gebruikte ‘hervulbare’ propaan- en butaangasflessen.

Productie van tanks tot 100.000 l

Constructies, maatwerk & saneringen

Totaalprojecten tankinstallaties

Verhuur tanks

info@m-tanks.be • www.m-tanks.be • 03/313.06.72

Atelier: Molenstraat 107 • 2960 Brecht Maatschappelijke zetel: Theo Coertjenslaan 15 • 2960 Brecht

De Jans Gas staat in voor de plaatsing, controle en het onderhoud van propaaninstallaties.

ADR 2025: nauwelijks wijzigingen voor het vervoer van petroleumproducten

Naar “goede” gewoonte ondergaat het ADR elk oneven jaar een update met de bedoeling de voorschriften aan te passen aan de laatste wetenschappelijke en technologische ontwikkelingen. De Nederlandse tekst van het ADR 2025, dat sedert 1 juli 2025 van kracht is, verscheen in het Staatsblad van 27 december 2024; de Franse versie in die van 3 februari 2025.

Voor ondernemingen die enkel petroleumproducten vervoeren, zijn er nauwelijks relevante wijzigingen te melden. De belangrijkste kunnen als volgt worden samengevat:

ORANJE BORDEN

Voor het vervoer van vloeibare brandstoffen is het sinds decennia toegelaten om de transporteenheid (tankwagen, tankwagen met aanhangwagen, of trekker met tankoplegger) vooraan en achteraan te voorzien van oranje schilden met daarop het gevaarnummer en het UN-nummer van het meest gevaarlijke product (in plaats van elk compartiment aan beide zijkanten te voorzien van oranje borden met het gevaar- en UN-nummer van het product dat het bevat). Dit voorschrift is van oorsprong een nationale afwijking die België had ingevoerd, maar die later in het ADR werd overgenomen. Als criterium voor ‘het meest gevaarlijke’ product wordt enkel rekening gehouden met het vlampunt: hoe lager het vlampunt, hoe gevaarlijker het product. Tankvoertuigen die benzine en diesel vervoeren kunnen, indien ze van deze mogelijkheid gebruik wensen te maken, dus vooraan en achteraan de oranje borden met het gevaaren UN-nummer van benzine aanbrengen. Mutatis mutandis geldt hetzelfde voor het gelijktijdig vervoer van gasolie en lamppetroleum (kerosine): in dat geval zullen de oranje borden met het gevaar- en UN-nummer van kerosine moeten worden aangebracht. Tot zover nil nove sub sole (niks nieuws onder de zon).

Met de opkomst van alternatieve brandstoffen – zoals E85, de in Frankrijk toegelaten brandstof bestaande uit 85% ethanol en 15% fossiele benzine –diende de ADR-regelgeving op dit punt te worden bijgestuurd. Voor het gelijktijdig vervoer van UN 3475 (mengsel van ethanol en benzine met meer dan 10 procent ethanol) met andere petroleumproducten (UN 1202, UN 1203, UN 1223 of de bij de UN-nummers 1268 of 1863 ingedeelde vliegtuigbrandstof) zal het oranje bord vooraan en achteraan de transporteenheid het gevaarnummer en UN-nummer van dit mengsel (zijnde 33, resp. 3475) moeten vermelden. Indien dit mengsel niet vervoerd wordt, blijft de oude regeling inzake oranje schilden voor het vervoer van petroleumproducten van toepassing.

CONSTRUCTIE ADR-VOERTUIGEN

Waar in het ADR 2023 nog gestipuleerd was dat de aandrijving van FL-voertuigen niet elektrisch mocht zijn, heeft het ADR 2025 dit grotendeels

teruggeschroefd. Zo kunnen FL-voertuigen voor brandbare vloeistoffen en gassen voortaan wél worden voorzien van een elektrische aandrijving. Voor EX-voertuigen (voor het vervoer van explosieven) blijft het verbod overeind.

Aanhangwagens uitgerust met een elektrisch regeneratief remsysteem of elektrische aandrijving zijn niet toegelaten voor het vervoer van gevaarlijke stoffen.

Opgelet! In het ADR 2023 werd de verplichting ingevoerd dat, voor de na 31 december 2026 voor het eerst ingeschreven FL-voertuigen die vloeibaar gemaakte, samengeperste , ontvlambare gassen vervoeren met classificatiecode F (waaronder propaan- en LPG-tankwagens) alsook voor de na die datum voor het eerst ingeschreven FL-voertuigen die ontvlambare vloeistoffen van verpakkingsgroepen I of II vervoeren (waaronder benzinetankwagens), deze uitgerust moeten zijn met een automatisch blussysteem voor het compartiment waar de interne verbrandingsmotor voor de aandrijving van het voertuig zich bevindt. Daarnaast dienen de hoger vermelde voertuigen uitgerust te worden met een thermische beveiliging die een uitbreiding van een brand vanaf alle wielen kan vertragen. De bedoeling hiervan is om, bijvoorbeeld door warmteschilden of andere gelijkwaardige voorzieningen, te voorkomen dat het vuur zich verspreidt, rechtstreeks of onrechtstreeks via de cabine, naar de lading.

Deze strengere eisen voor FL-voertuigen gelden voor zover deze voor het eerst zijn ingeschreven of in dienst worden gesteld na 31 december 2026. De vóór 1 januari 2027 voor het eerst ingeschreven tankwagens mogen verder worden gebruikt en hoeven niet te worden aangepast. Tankwagens die gasolie, diesel of lamppetroleum vervoeren hoeven evenmin met het hoger vermelde automatisch blussysteem, noch met de thermische beveiliging te worden uitgerust, zelfs indien deze na 1 januari 2027 voor het eerst in dienst worden genomen.

BOORDDOCUMENTEN IN DE BESTUURDERSCABINE

Volgens het huidige ADR moeten documenten zoals het vervoersdocument en het keuringscertificaat van bijvoorbeeld een oplegger “in de

Vanaf 01.01.2027 zullen nieuw ingeschreven tankwagens voor het vervoer van benzine of petroleumgassen (propaan, butaan, LPG) uitgerust moeten zijn met een automatisch blussysteem voor het compartiment waar de interne verbrandingsmotor voor de aandrijving van het voertuig zich bevindt.

transporteenheid” aanwezig zijn. In het ADR 2025 wordt dit verder gepreciseerd: de boorddocumenten dienen in de bestuurderscabine  van de transporteenheid aanwezig te zijn. Zeker voor bedrijven die colli vervoeren heeft dat gevolgen. Een leveringsbon met ADR-informatie mag dan bijvoorbeeld niet alleen meer op een pallet aanwezig zijn.

BATTERIJSCHAKELAAR

In het ADR 2025 werd het begrip “batterijschakelaar” vervangen door de notie “bedieningsinrichting voor het uitschakelen van de elektrische circuits”. Deze moet ‘zo dicht mogelijk bij de energiebronnen’ worden aangebracht, wat dus ruimer is dan ’zo dicht mogelijk bij de batterij’.

Binnen de 30 seconden nadat de bedieningsinrichting is geactiveerd, moet de stroomtoevoer uitgeschakeld zijn. Tot voor kort was dit binnen de 10 seconden ...

VULLINGSGRAAD VOOR WARM VERVOERDE STOFFEN

De vullingsgraad voor:

a. vloeistoffen vervoerd bij een temperatuur hoger dan 50 °C;

b. vloeistoffen waarvan de temperatuur lager is dan 50 °C op het moment van het vullen, maar die bestemd zijn om tijdens het vervoer te worden verwarmd tot een temperatuur hoger dan 50 °C; en

c. vaste stoffen die vervoerd worden bij een temperatuur boven hun smeltpunt;

moet van meet af aan zodanig zijn dat het reservoir tijdens het vervoer nooit voor meer dan 95% gevuld is.

TANKDOSSIER

Het tankdossier, dat gedurende de ganse levensduur van de tank moet worden bijgehouden en vervolgens nog 15 maanden bewaard moet worden nadat de tank uit dienst werd genomen, mag voortaan ook in elektronische vorm worden bewaard.

Tot zover de belangrijkste wijzigingen voor het vervoer van petroleumproducten.

Johan Mattart

ADR-veiligheidsadviseur

Petroleumproducten domineren het energielandschap

Twee keer per jaar publiceert de FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie het Belgian Energy Data Overview, dat een overzicht geeft van de recentste beschikbare officiële gegevens over de energiemarkt in België.

In 2024 vertoonde de totale primaire energieconsumptie (de totale energievraag) in België een lichte stijging met 2% ten opzichte van 2023.

Het aandeel van petroleumproducten in de finale energieconsumptie (het totale energieverbruik van eindgebruikers, zoals huishoudens, industrie en landbouw) blijft met 48,2% in 2024 overheersend. Het eindverbruik van die producten is verdeeld tussen energetisch verbruik (66,9% in 2024) en niet-energetisch verbruik (33,1% in 2024). Binnen de finale energieconsumptie in 2024 woog de transportsector door met een aandeel van 65,2%.

Met een aandeel van 13,9% in de finale energieconsumptie blijven de hernieuwbare energieën boven de door de Europese Unie voor België vastgestelde baseline. Maar het aandeel is ten opzichte van 2023 wel licht gedaald. De in 2024 vastgestelde daling is vooral het gevolg van ongunstige weersomstandigheden voor de productie van elektriciteit uit wind- en zonne-energie, en van een wereldwijde stijging van het energieverbruik, wat het relatieve gewicht van de hernieuwbare energiebronnen mechanisch verkleint.

STRUCTURELE AFHANKELIJKHEID VAN DE INVOER

België is sterk afhankelijk van de invoer van fossiele brandstoffen om aan de binnenlandse vraag te kunnen voldoen. In 2024 bedroeg die energieafhankelijkheid 75,9%. Diversificatie van importlanden en strategische voorraden zijn de belangrijkste middelen die België kiest om de bevoorradingszekerheid te garanderen.

In 2024 was – in tegenstelling tot historische trends – geen enkel land (of groep van landen) verantwoordelijk voor meer dan 20% van de invoer van ruwe olie in België. De Verenigde Staten, Noorwegen en de Organisatie van olie-exporterende landen (OPEC) domineerden de invoer, met een aandeel van respectievelijk 18,3%, 18,0% en 16,8%. In de grafiek hiernaast verwijst “Overige” naar landen als de Democratische Republiek Congo, Angola, Canada en Colombia.

In 2022 kon België niet anders dan zijn bevoorradingsbronnen voor ruwe olie te diversifiëren om het verlies van het Russische aandeel (ongeveer 30%) op te vangen. Dat verlies was het gevolg van Europese sancties tegen Russische olie als reactie op de geopolitieke situatie in Oekraïne. Sindsdien neemt de diversificatie verder toe.

Sinds de inval van Rusland in Oekraïne heeft België ook zijn aardgasinvoer sterk gediversifieerd, onder meer door het aandeel van LNG in zijn verbruik

te verhogen. Die stijging is voornamelijk toe te schrijven aan het hervergaste LNG dat via pijpleidingen (uit Frankrijk) binnenkomt. Het aandeel daarvan steeg van 10,2% in 2022 naar 15,2% in 2024. Het aandeel LNG dat per schip wordt aangevoerd (uit voornamelijk Rusland en Qatar) steeg dan weer van 18% in 2022 naar 19,2% in 2024.

NETTO-INVOER VAN ENERGIE IN 2024

Petroleumproducten

Aardgas

Vaste fossiele brandstoffen Elektriciteit

Hernieuwbare brandstoffen en afval

OPEC Noorwegen

Verenigde

Staten Verenigd Koninkrijk Kazachstan Guyana Brazilië Overige

MOTORBR NDSTOFFEN

HVO: het vergeten alternatief voor de LEZ

De beslissing die werd genomen in het dossier over de lage-emissiezone (LEZ) in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest kwam als een donderslag bij heldere hemel. Door het uitstel van het verbod op dieselvoertuigen Euro 5 en benzinevoertuigen Euro 2 van tafel te vegen, stoot het Grondwettelijk Hof bij zo’n 30.000 Brusselse automobilisten op een muur van onbegrip, om nog te zwijgen van de duizenden Waalse en Vlaamse pendelaars die dagelijks de hoofdstad binnenrijden. Hun voertuig, dat gisteren nog toegelaten was, wordt vanaf 1 januari 2026 uit de lage-emissiezone geweerd. Het Grondwettelijk Hof oordeelde dat zo’n uitstel een inbreuk vormt op het fundamentele recht op een gezond leefmilieu. De maatschappelijke argumenten, hoe reëel ook voor gezinnen die al in een kwetsbare situatie verkeren, wogen niet zwaar genoeg om de rechters te overtuigen.

Het principe van de milieugerichte ‘standstill’ gaf de doorslag: zonder stevige rechtvaardiging wordt er niet teruggekomen op klimaatverbintenissen. Maar als we verder kijken dan de symboliek van deze uitspraak, blijft wel de praktische vraag: wat met de duizenden chauffeurs die nu halsoverkop op zoek moeten naar een vaak peperdure mobiliteitsoplossing?

Vlaanderen, waar Gent en Antwerpen vasthouden aan hun voornemen om het toekomstige verbod op Euro 5-dieselvoertuigen in 2026 alsnog op te heffen, doet er goed aan lessen te trekken uit dit Brusselse arrest. Want de kans is groot dat deze gerechtelijke uitspraak ook in het noorden van het land zal doorsijpelen, ondanks de beloofde soepelheid van de Vlaamse regering. Milieuorganisaties hebben al aangekondigd dat ze geen nieuwe stap terug zullen aanvaarden. Gevolg: de automobilisten worden opnieuw gegijzeld in een politieke en juridische strijd.

VERLENGING VAN DE ERKENNING VAN BOFAS BOFAS, het bodemsaneringsfonds voor tankstations, werd in 2004 opgericht en pakt de historische bodemverontreiniging door tankstations in België aan door operationele en/of financiële steun te verlenen voor de sanering van de verontreinigde terreinen. Het Fonds is het resultaat van een samenwerking tussen de federale staat, de gewesten en de petroleumsector en heeft duizenden vervuilde sites in het hele land gesaneerd.

Aanvankelijk was de werking beperkt in de tijd en zou zijn erkenning op 4 januari 2026 aflopen. Maar vanwege de talrijke lopende werven werd de erkenning verlengd tot 31 december 2027.

Het Fonds, waarin onze sector een actieve rol speelt, bestudeert momenteel de dossiers en bekijkt welke er tijdig afgerond kunnen worden, wat er gebeurt met de onafgewerkte projecten en hoe er moet worden omgegaan met een zeventigtal hangende dossiers die onbeantwoord blijven door verdwenen, onbereikbare of gewoonweg inactieve grondeigenaars. Hoewel 31 december 2027 nog veraf lijkt, is dit in werkelijkheid een krappe deadline om saneringen van soms vijftien tot twintig jaar oude vervuilingen op te starten en af te ronden. De uitdaging bestaat erin een evenwicht te vinden tussen actieve opvolging, rechtvaardiging van de kosten en administratieve controle, zodat de resterende vervuilde bodems doeltreffend behandeld zijn wanneer de opdracht van het Fonds ten einde loopt.

Met HVO zouden dieselvoertuigen die niet voldoen aan de Euro 6-norm tóch in de LEZ kunnen rondrijden vermits ze tot 90% minder CO2 uitstoten. Waarom deze alternatieve brandstof niet verplichten in plaats van de automobilist op kosten te jagen?

Nochtans bestaat er een alternatief dat tot nu toe grotendeels buiten het publieke debat blijft: HVO (Hydrotreated Vegetable Oil). Die hernieuwbare brandstof op basis van restoliën, kan de CO2-uitstoot tot 90% verminderen in vergelijking met fossiele diesel. Waarom zouden we HVO niet verplichten in de LEZ voor voertuigen die niet voldoen aan de Euro 6-norm, in plaats van de burger op kosten te jagen?

Waarom vindt HVO op zich geen ingang? Omdat het product belast wordt als klassieke diesel, waardoor het voor de meeste bestuurders onbetaalbaar is. En omdat België het zelf niet produceert: de operatoren moeten het invoeren. Maar technisch gezien is het dé oplossing. HVO zou een belangrijke overgangsrol kunnen spelen.

Onze leden hebben al enkele tientallen stations over het hele land uitgerust met HVO, goed voor een totaal volume van 179.515 m³ in 2024. Tegelijk wordt er ook fors verder geïnvesteerd in elektrische laadpalen. Al die acties illustreren hun wil om actief mee te werken aan het energiebeleid en om de transitie naar een duurzame mobiliteit te ondersteunen.

PRE-AUTORISATIES: MISVERSTANDEN OPHELDEREN

Tankuitbaters worden vaak, ten onrechte, geconfronteerd met klachten over het reserveringssaldo. Wanneer automobilisten tanken met bankkaart, wordt tijdelijk een bedrag op hun rekening geblokkeerd als waarborg. Dat bedrag kan oplopen tot € 375. Hoewel die som enkele ogenblikken na het tanken opnieuw wordt vrijgegeven, denken sommige klanten dat het geld in de zakken van de pomphouder blijft “plakken”. In werkelijkheid komt dat geld nooit bij het tankstation terecht. Als er problemen zijn, zijn die te wijten aan de banken of de verwerking van de pre-autorisaties, met name bij buitenlandse kaarten. Op pagina 24 en 25 van deze editie vindt u een artikel dat werd opgesteld in samenwerking met Worldline en waarin u meer te weten komt over alle kosten die gepaard gaan met betalingen met bankkaart. De Commissie Tankstations van Brafco buigt zich momenteel over dit thema en benadrukt dat de automobilisten beter moeten worden geïnformeerd om misverstanden en valse beschuldigingen aan het adres van de pomphouder te vermijden.

Vlampunt diesel: temperatuurafwijkingen verminderen

De analyses van Fapetro (Fonds voor de Analyse van Petroleumproducten) wijzen op non-conformiteiten wat betreft het vlampunt van diesel in tankstations. Het vlampunt is de laagste temperatuur waarbij een vloeibare brandstof voldoende dampen afgeeft om in combinatie met de zuurstof in de lucht bij de oppervlakte een ontvlambaar mengsel te vormen. Voor diesel moet het vlampunt minimum 55°C bedragen.

De meeste afwijkingen zijn vrij beperkt: tussen 48 en 55 °C. In december 2024 werd een studie opgestart om de oorzaak van die afwijkingen vast te stellen. De studie loopt nog, maar nu al is duidelijk geworden dat de afwijking voorkomt in tankstations en dan voornamelijk tijdens de winterperiode.

Twee oorzaken komen daarbij naar voor:

1. De eerste heeft te maken met het samen lossen van benzine en diesel.

• De benzinedampen worden naar de dampcollector van de tankwagen geleid en eindigen willekeurig in alle compartimenten.

• Die benzinedampen kunnen dus via de tankwagen in de dieseltank van het tankstation terechtkomen wanneer het dieselcompartiment leeg en niet afgesloten is.

• Dat kan leiden tot een aanzienlijke daling van het vlampunt van diesel in het tankstation (d.w.z. onder de minimumdrempel van 55°C, die opgelegd wordt in de Europese dieselnorm NBN EN 590).

Sening Multitask

Eén platform voor alle tankwagen toepassingen

Multiseal - Elektronische Tankwagen verzegeling

NoMix - Voorkomt foutieve lossingen en/of belading

Multilevel - Accuraat niveaumeetsysteem

Multiow - Elektronisch telwerk

Verbeterde Communicatie

Service van op afstand

Installatie & aanpassing tankwagen apparatuur

Kalibratie meetsystemen

ADR & SLP controles

Verkoop MID gekeurde meet- & controlesystemen

Verkoop tankwagen onderdelen

24/7 service & onderhoud

2. De tweede oorzaak is toe te schrijven aan het vulniveau van de compartimenten.

• Wanneer een compartiment dat deels gevuld is met diesel na een recente lossing ook benzinedampen bevat, heeft dat ook een impact op het vlampunt van de diesel.

• De daling van het vlampunt is kleiner dan wanneer er dampen via de tankwagen in de tank terechtkomen.

Let alvast op volgende punten:

• Voorkom dat er benzinedampen in de dieseltank terechtkomen door na een gelijktijdig lossen van benzine en diesel meteen de compartimenten te sluiten.

• Vul de dieselcompartimenten bij het laden volledig met diesel.

• Let er na iedere lossing in een tankstation op dat de compartimenten (benzine en diesel) volledig leeg zijn.

Emmanuel Cécille

Adviseur Energie & Milieu

Your liquids, our Metering & Control

DCM EMBA Metering & Control nv

Sinds 1930 de expert voor de optimalisatie van uw vloeistofverlading

Benelux organisatie die meedenkt en meegroeit met de klant

Erkende keurder voor de controle van meetinstallaties

contact@dcmemba.eu | www.dcmemba.eu

BANKKAARTEN

Meer inzicht in de verschillende kosten

De waarborgsommen en transactiekosten begrijpen waarmee betalingen met bankkaart aan de pomp gepaard gaan en de gevolgen van interbancaire en kaartschemavergoedingen.

In dit artikel beschrijven we hoe waarborgsommen bij betalingen met bankkaart in een PTO-terminal bij een tankstation werken, welke regels er in zo’n geval gelden, wat de mogelijke verschillen en transactiekosten zijn die hiermee gepaard gaan (interbancaire en kaartschemavergoedingen en acquirerkosten), welke problemen er soms opduiken, wat de recente ontwikkelingen in de sector zijn (met name Mastercard en Bancontact) en wat het Visa Fleet 2.0-programma is.

Eerst een woordje uitleg over de waarborgsom bij betaling aan de pomp: wanneer uw klant zijn bankkaart gebruikt in een PTO-betaalterminal om te tanken bij een tankstation, wordt een waarborgsom (reservering) van zijn rekening afgeschreven, aangezien het transactiebedrag

op dat moment nog niet bekend is. We leggen het haarfijn uit ...

Voor het tanken wordt altijd een reserveringsbedrag geblokkeerd als betalingsgarantie. Dit bedrag varieert van 125 tot 375 euro, afhankelijk van het maximumbedrag dat de kaartuitgever aan de acquirer heeft doorgegeven. Het resterende bedrag dat na het tanken niet is gebruikt, wordt vrijgegeven en teruggestort op de bankkaart. Het gekozen bedrag van de pre-autorisatie hangt af van uw pompcontroller (TSGTokheim, Madic, Extendas, DOMS enz.). Die reservering wordt door de pompcontroller naar de acquirer en vervolgens de kaartuitgever uitgevoerd en is een standaardpraktijk in Europa. Het gereserveerde bedrag wordt tijdelijk geblokkeerd en op geen enkel moment van de

rekening afgeboekt. Wanneer de tankbeurt is afgelopen, wordt het gereserveerde bedrag weer vrijgegeven. Het reële bedrag van de transactie wordt dan van de rekening afgeschreven. Die operatie neemt over het algemeen enkele seconden in beslag. We hebben allemaal wel al eens klanten gehad met bankapps waarin de berichten nogal verwarrend zijn voor de kaarthouder.

Na het tanken komen automobilisten af en toe voor de onaangename verrassing te staan dat het gereserveerde bedrag niet meteen werd vrijgegeven. Dat heeft vaak te maken met een update van de applicaties van bepaalde banken of met een technisch probleem tussen de terminal en de bank. De pomphouder is daar hoe dan ook niet verantwoordelijk voor, hoewel hij als eerste aanspreekpunt van die woedende chauffeurs wel het gelag mag betalen. En totdat de situatie weer normaal is, wordt de betalingslimiet van de kaart van de automobilist met dit bedrag verlaagd, wat kan leiden tot het blokkeren van de kaart. Maar het gereserveerde bedrag op de rekening van de klant wordt uiteindelijk wel altijd vrijgegeven. Het gaat nooit naar de rekening van het tankstation.

Tankstations verwerken transacties via hun respectievelijke acquirers en hebben overeenkomsten gesloten met hun banken, die hen verplichten om verwerkingsregels na te leven. Bij problemen moet de kaarthouder eerst contact opnemen met zijn bank, die moet controleren of er sprake is van een misverstand, een verkeerde interpretatie van de communicatie of een ander probleem.

Voor iedere transactie betalen handelaars kosten. Het gaat hier om een vrij complexe materie maar er zit wel degelijk een logica achter. Als handelaar hebt u een fysieke of virtuele terminal die moet voldoen aan erg strikte vereisten.

De meeste automobilisten weten niet dat er op het moment dat ze hun tankbeurt betalen met bankkaart automatisch een reserveringsprovisie wordt toegepast.

De kosten waarmee een transactie met bankkaart gepaard gaan, bestaan uit drie componenten:

1. Interchange fees (interbancaire vergoedingen): bedrag dat de kaartuitgever krijgt bij ieder gebruik. Die tarieven staan op het internet en hangen af van het soort kaart, het land van uitgifte, de transactiemethode, het soort betaling enz.

2. Scheme fees (kaartschemavergoedingen): kosten per betaalschema bij iedere transactie, afhankelijk van verschillende factoren (regels van het kaartschema, kaarttype, betalingsgedrag, sector enz.).

3. Acquirerkosten: kosten die de verwerker of acquierer aanrekent voor het geleverde werk (reconciliaties, terugbetalingen, betalingen, fraudepreventie enz.). De naleving van de regels van de kaartschema’s en de risico’s die de actoren nemen, rechtvaardigen deze kosten.

Let op: ga niet te overhaast te werk bij het vergelijken van de kosten van het ene land met die van het andere, want de complexiteit en verborgen kosten variëren naargelang markten en regelgevingen.

Er zijn ook nieuwe kosten:

1. Mastercard rekent een vergoeding van 0,015% aan op het bedrag van de pre-autorisatie van een PTO- of EV-transactie voor

alle Mastercard-debet- en -kredietkaarten. Het is aan te raden om de leverancier van de pompcontroller te vragen dit bedrag te beperken tot een redelijk bedrag tussen € 125 en € 155, in plaats van € 375, wat tegenwoordig soms de norm is (zonder dat de automobilist dat weet).

2. Nieuwe interbancaire vergoeding –Bancontact Corporate:

• Vroeger waren alle Bancontact-kaarten

co-branded met Maestro of VPay. Door allerlei migraties en de stopzetting van Maestro en VPay zijn alle kaarten in België tegenwoordig in de eerste plaats Mastercard- of Visa-debetkaarten en worden ze geco-branded met Bancontact.

• Concreet kan dit leiden tot bedrijfskaarten die aan een organisatie zijn gekoppeld; de interbancaire kosten veranderen dienovereenkomstig.

- Vroeger plafond: max € 0,05 (0,10% tot max. € 0,05).

- Nu: kan gaan tot € 0,15 per transactie voor dit soort kaarten.

• Bancontact blijft de beste oplossing, omdat de interbancaire vergoedingen voor Mastercard of Visa Corporate-debetkaaten hoger kunnen oplopen (bijvoorbeeld 0,40%, 1,30%, 2%; min. € 0,35 ...).

3. Algemene interbancaire vergoedingen voor Corporate- oftewel bedrijfskaarten:

• Bepaalde interbancaire vergoedingen houden in dat bepaalde goederen met verlies zouden worden verkocht, wat niet de bedoeling is van onze leden.

4. Visa Fleet 2.0-programma

• Visa lanceerde een programma om de huidige fleetkaarten te vervangen door Visa-kaarten, waarbij voor Corporate Visa-bedrijfskaarten bepaalde gegevens over het product en de btw bij iedere transactie aan Visa moeten worden doorgegeven.

• Mastercard overweegt gelijkaardige aanpassingen.

De Commissie Tankstations van Brafco onderzoekt momenteel deze problematiek om te bekijken of er een betere wetgeving kan worden opgesteld rond niet-gereglementeerde kaarten zoals corporate-kredietkaarten en om na te denken over hoe de bankkosten van het gereserveerde bedrag kunnen worden aangepast op het moment waarop de klant daadwerkelijk tankt aan de pomp.

Dit artikel kwam tot stand in samenwerking met Worldline.

Acquirer Scheme Issuer

Belasting op de automaten in het Waals Gewest

Alle tankstations in het Waalse Gewest hebben ook te maken met een specifieke fiscaliteit: de “belasting op de automaten voor publiek toegankelijke brandstofpompen, ingevoerd bij decreet van 19 november 1998 (B.S. van 27.11.1998). In de praktijk roept deze regelgeving veel vragen op, met name wanneer het gaat om de verdeling van producten zoals lampolie of gasolie-verwarming H0/H7, die in principe niet onder de belasting zouden moeten vallen.

Eigenaars van tankstations moeten deze belasting betalen en jaarlijks een aangifte hiervoor invullen. Artikel 2 van het decreet van 19 november 1998 tot invoering van een belasting op de automaten in het Waalse Gewest definieert automaten namelijk als voor het publiek toegankelijke zelfbedieningsbrandstofpompen waar automatische betaling van de motorbrandstof mogelijk of verplicht is. De automaten hoeven dus niet noodzakelijk gekoppeld te zijn aan een betaalautomaat om belastbaar te zijn. Er wordt onderscheid gemaakt tussen automaten waarbij de motorbrandstof automatisch kan betaald worden maar zonder dat dit verplicht is (de betaling kan evengoed cash gebeuren) en automaten waarbij automatische betaling wel verplicht is. Dat onderscheid bepaalt het geldende tarief aan de automaat (semi-automatisch of volautomatisch). Automaten die lamppetroleum en gasolie-verwarming (dat niet als motorbrandstof mag worden gebruikt) verdelen zijn daarentegen in principe niet belastbaar.

Verscheidene uitbaters van tankstations waren verrast dat ze deze belasting op de automaten moesten betalen voor pompen die niet zijn aangesloten op een betaalautomaat en die worden gebruikt voor de levering van gasolie-verwarming H0/H7 en lamppetroleum. Volgens artikel 2 paragraaf 1 (c) van het Waals decreet van 19 november 1998 zouden deze tankstations die belasting niet moeten betalen aangezien die pompen niet verbonden zijn met een ‘betaalautomaat’ en er alleen kan worden betaald bij een medewerker van het tankstation en niet bij een externe betaalterminal die is aangesloten op die pompen. Op die manier kan de pomphouder controleren of de vloeibare brandstof wel degelijk wordt gebruikt voor verwarmingsdoeleinden en niet als motorbrandstof.

Op grond van Europese richtlijn 2009/30/EG en het K.B. van 3 juli 2018 moet een duidelijk onderscheid worden gemaakt tussen gasolie-verwarming, die valt onder de norm NBN T52-717, en gasolie diesel, die valt onder de Europese norm EN 590. Het zijn dus twee verschillende producten (ondanks dezelfde rode kleur voor beide):

• Gasolie-verwarming H0/H7 is een VERWARMINGSBRANDSTOF en mag niet worden gebruikt als motorbrandstof (ook niet in offroad voertuigen zoals landbouwtractoren en graafmachines). De belasting op de automaten voor gasolie-verwarming is dus niet gewettigd.

• Gasolie diesel is een MOTORBRANDSTOF Het is een gedenatureerde diesel B7 (gekleurd

+ toegevoegde marker). Enkel dit product (gasolie diesel) mag worden gebruikt in landbouwvoertuigen, kranen, bulldozers enz. In dat geval moeten de automaten die gasolie diesel verdelen, worden aangegeven en belast overeenkomstig de regelgeving.

Brafco heeft de bevoegde Waalse overheid SPW Finances hierop gewezen met het verzoek de automaten die gasolie verwarming H0/H7 vrij te stellen van de belasting, naar het voorbeeld van de automaten voor de verdeling van lamppetroleum. De Administratie beloofde de zaak te onderzoeken. Wordt vervolgd...

Emmanuel Cécille Adviseur Energie & Milieu

De automaten hoeven niet noodzakelijk gekoppeld te zijn aan een betaalautomaat om belastbaar te zijn.

Op 1 januari 2026 worden de bedragen betreffende de belasting op de automaten geïndexeerd volgens onderstaande tabel:

Wettelijke bepaling van het decreet van 19/11/1998

Art. 4 $1 , 1) - Geldautomaten en geautomatiseerde loketten

Art. 4 $1 , 2), a) - Volledig geautomatiseerde zelfbedieningspompen waar automatische betaling van de brandstof mogelijk is

Art. 4 $1, 2), b) - Meerdere slangkranen zijn op één enkele meter aangesloten en kunnen niet tegelijkertijd worden gebruikt, waar automatische betaling van de brandstof mogelijk is

Art. 4 $1, 3)a) - Volledig geautomatiseerde zelfbedieningspompen waar automatische betaling van de brandstof verplicht is

Art. 4 $1, 3) b) - Meerdere slangkranen zijn op één enkele meter aangesloten en kunnen niet tegelijkertijd worden gebruikt en waar automatische betaling van de brandstof verplicht is

Bedragen op 1 januari 2025

Geïndexeerde bedragen die vanaf 1 januari 2026 van toepassing zijn

€ 4.789,42

€ 1.017,48

€ 1.453,55

€ 1.197,32

€ 1.710,50

€ 4.892,20

€ 1.039,32

€ 1.484,74

€ 1.223,02

€ 1.747,21

Op donderdag 6 november organiseren wij in Breda een EU ETS1 en ETS2 kennissessie

Wilt u zich hiervoor aanmelden of heeft u vragen over EU ETS1 en ETS2?

Neem contact met ons op via: bnl ets planning@sgs com

SGS is in België, Nederland en Ierland de verificatie-instelling in het kader van het EU ETS 1&2

Onze diensten zijn BELAC geaccrediteerd volgens EN ISO/IEC 14065 en AVR EU/2018/2067

SNELLAADSTATIONS

Nummer 21 voor Gabriëls!

Afgelopen zomer, op 26 juni, opende Gabriëls in Dendermonde zijn 21e snellaadstation.

Daarmee overschrijdt de operator de kaap van 100 snellaadpunten in België. Gabriëls heeft de ambitie om tegen 2030 zijn netwerk verder uit te breiden tot meer dan 50 snellaadstations en zo tegemoet te komen aan de groeiende vraag naar betaalbare lokale laadfaciliteiten voor elektrisch voertuigen en vrachtwagens.

Het nieuwe station in Dendermonde werd plechtig geopend in aanwezigheid van schepen van Energie en Klimaat Dirk Abbeloos. Het ligt langs een drukke commerciële invalsweg, is dus vlot bereikbaar en ligt dicht bij tal van winkels en eetgelegenheden. Het station beschikt over 4 vloeistofgekoelde DC-laadpalen van 400 kW met elk 2 connectoren. Aan elke paal kunnen dus 2 auto’s tegelijk laden, goed voor 8 fast charging laadpunten. Klanten kunnen kiezen voor betaling met de gratis Gabriëls-laadpas of een laadpas van een externe aanbieder. Betalen via een betaalterminal met debet- en kredietkaart is ook mogelijk, wat extra kosten van de laadpasuitgever vermijdt.

Bij de bouw van het station ging veel aandacht naar de veiligheid. Het is ‘s avonds goed verlicht

en heeft een luifel die beschutting biedt bij slecht weer. Er is ook camerabewaking aanwezig. Bovendien voorziet Gabriëls in regelmatig onderhoud zodat gebruikers altijd in een nette omgeving hun wagen kunnen laden.

Duurzame mobiliteit voor iedereen

Gabriëls zet in op duurzaamheid en toegankelijkheid met een groeiend netwerk van laadstations. Het station in Dendermonde is uitgerust met zonnepanelen en later zullen die in aantal nog uitgebreid worden. Dat verhoogt het duurzame karakter en houdt het laden betaalbaar. Maar dat is niet alles …

Onze snellaadpleinen zijn bewust lokaal verankerd, vertelt Ignace Gabriëls, bedrijfsleider bij Gabriëls. Ze liggen niet langs de snelweg, maar op

plaatsen waar mensen wonen en werken. Zo willen we elektrisch rijden voor iedereen haalbaar maken. Onze doelstelling is om snelle en duurzame laadoplossingen tegen een betaalbare prijs aan te bieden, voor zowel particulieren als bedrijven. De gronden zijn onze eigendom. We moeten dus geen dure fees betalen voor het huren van concessies en kunnen hierdoor interessantere tarieven hanteren voor laden én klassiek tanken.

Toekomstige uitbreidingen

Gabriëls blijft zijn netwerk van laadstations uitbreiden en investeert doorlopend in innovatieve laadoplossingen. Het station in Dendermonde is maar één van de vele nieuwe locaties die Gabriëls opent om tegemoet te komen aan de toenemende vraag naar elektrisch laden in Vlaanderen.

Het nieuwe snellaadstation van Gabriëls in Dendermonde (Mechelse Steenweg).

Mening van de ervaringsdeskundige

Ignace Gabriëls legt uit hoe de efficiëntie van elektrische laadpalen zich heeft ontwikkeld en geeft goede raad voor uitbaters die mee in de elektrische mobiliteit willen stappen.

Brandstoffen: Voor het project in Dendermonde kreeg u steun van NextGenerationEU, het Europese herstelplan dat na de pandemie werd ingevoerd en dat subsidies en leningen verstrekt aan lidstaten om groene, digitale en andere investeringsprojecten te financieren. Wat houdt dat precies in?

Ignace Gabriëls: We hebben inderdaad een beroep gedaan op het programma “Clean Power for Transport” van het Vlaamse Gewest, waarvan een deel van de middelen afkomstig is van NextGenerationEU, om onze laadpalen te helpen financieren. We hebben onze aanvraag in 2023 ingediend en subsidies ter hoogte van zo’n 10.000 euro per laadpaal gekregen.

Heeft u de laadpalen in de loop der jaren zien verbeteren?

I.G.: Vroeger was het maximale vermogen 300 kW. Daarna kwamen er efficiëntere modellen van 400 kW. De laadpalen zijn er duidelijk op vooruitgegaan: het energieverlies van 7 tot 8% van vroeger is vandaag met ongeveer 50% verminderd. Die paar procent die tijdens het opladen verloren gingen, vaak in de vorm van warmte, betekenden echter een niet te verwaarlozen financieel verlies.

Dit voorjaar, op 3 april, tijdens het door Brafco en EV Belgium georganiseerde seminarie over de ‘Mobiliteit van de toekomst’ gaf u een opmerkelijke presentatie over de manier waarop operatoren van laadpalen de in de voertuigen geïnjecteerde elektriciteit kunnen valoriseren via onder meer het RED II-register. Denkt u dat dat alles ook haalbaar is voor kleine tankstationuitbaters die overwegen om laadpalen te installeren?

I.G.: Ja, ik denk dat dit soort projecten voor iedereen haalbaar is. Je mag uiteraard de hoogte van de vereiste investering niet onderschatten. Een laadpaal van 400 kW kost toch al gauw zo’n € 80.000, een hoogspanningscabine gaat van € 100.000 tot € 200.000, dus in totaal met werken erbij: € 800.000.Dat zijn investeringen die vergelijkbaar zijn met de investeringen in een tankstation vroeger.

Welke raad zou u uitbaters die ermee willen starten, geven?

I.G.: Op het vlak van toegankelijkheid en zichtbaarheid is de keuze van de locatie – net als bij een klassiek tankstation dus – cruciaal om genoeg doorgaand verkeer aan te trekken. Er zijn heel wat spelers op de markt, waaronder CPO’s (Charge Point Operators), waartoe ook wij behoren, die zelfstandige uitbaters van een aantal laadpunten daarbij kunnen begeleiden.

TECHNISCHE INFO

LAADSTATION DENDERMONDE

Hoogspanningscabine

• Capaciteit 1600 kVA (1800 Ampère) bij 400 Volt (ter vergelijking: kan stroom leveren voor 50+ woningen).

• Luifel met zonnepanelen (totaal vermogen: 10.000 Wp) – wordt later nog uitgebreid.

• Levert stroom aan tankstation & laadplein – wordt later nog uitgebreid.

Laadpunten

• 4 dubbele vloeistofgekoelde ultrasnelle Alpitronic laadpalen voor 8 wagens.

• Capaciteit: 4x400 kW DC of 2x200 kW als er twee wagens tegelijk aan de paal laden.

• Bekabeld met 8 kabels van 240 mm2 per laadpaal (max. 400 kW).

• 2 stekkers type CCS 2 per laadpaal.

• Om sneller te kunnen laden, hebben de kabels naar de laadnozzels vloeistofkoeling zodat ze steeds hun vol vermogen behalen.

• Ad hoc betalingen mogelijk met debeten kredietkaarten.

• De meeste laadpassen worden aanvaard.

Pompstation

• 2 AdBlue pistolen.

• 2 hoogdebietpistolen diesel.

• 4 pistolen diesel personenwagens.

• 4 pistolen Superplus 98.

• 4 pistolen Eurosuper 95.

• Gratis bandenblazer.

Ignace Gabriëls, bedrijfsleider bij Gabriëls, geeft uitleg bij de verschillende betaalmogelijkheden.

“EEN GAMECHANGER VOOR BELGIË”

Q8 lanceert ‘digitale foodmarket’ in 75 stations

Samen met de Deense foodtech startup Noahs, lanceert Q8 een soort ‘spotify voor eten’ in 75 van haar stations in België en Luxemburg.

Via deze nieuwe digitale foodmarket waaraan een compacte ‘smart kitchen’ verbonden is, kunnen klanten verschillende soorten kant-en-klare gerechten zoals taco’s, pizza’s en hamburgers bestellen alsook hun aankopen in de shop. En dit zowel aan kiosken in het station, als online. De eerste van vijf piloot-stations opent dit najaar in Luik. Bij Q8 in Denemarken is dit al een groot succes: stations met dit concept zagen hun retailinkomsten bijna verviervoudigen in amper 6 maanden, vertelt Sarah Pillen, Shop & Dealer Performance Manager bij Q8.

De rol van tank- en snellaadstations is enorm snel aan het veranderen. Onder meer door de veranderende consumentenverwachtingen onderweg én ook de opkomst van elektrische wagens, wat het tijdsgebruixk op een station helemaal verandert. Q8 beseft dan ook dat haar aanbod digitaler, sneller en flexibeler moet. Hierop speelt de maatschappij in via een partnership met de Deense foodtech startup Noahs.

OP EEN DIGITAAL PLATFORM AANGESLOTEN KEUKENS

Het innovatieve digitale foodmarket-concept van Noahs werkt met slimme compacte keukens, geconnecteerd met een digitaal platform. Vanuit één compacte ruimte - vanaf amper 1m2 - worden kwalitatieve versies van populaire gerechten bereid: taco’s, hamburgers, poke bowls, salades... Het aanbod kan voortdurend aangepast worden. Eén station kan vijf merken uittesten in vijf weken en daarna een volledig nieuw aanbod creëren, legt Sarah Pillen uit. Alles wordt dagvers aangeleverd vanuit een centrale foodhub en

In de digitale foodmarket kunnen klanten verschillende soorten kant-en-klare gerechten of boodschappen bestellen. Dat kan zowel aan de kiosken in het station zelf als online.

klaargemaakt op bestelling. Op deze manier bieden we een uitgebreider lunch­ en diner­aanbod aan voor de klanten, zowel in onze stations als online. Want alle gerechten, alsook alle boodschappen uit de Delhaize Shop & Go en de sandwiches van Panos zijn online te bestellen via één platform, dat beschikbaar is via kiosken in de stations, en bestaande bestelplatformen zoals Deliveroo, JustEatTakeaway en UberEats. Alles kan dus ook per fietskoerier geleverd worden thuis, op kantoor of onderweg. We zijn er zeker van dat dit de toekomst is.

Q8 verwacht dat dit uitgebreide aanbod de consument ook op meerdere momenten van de dag naar het station zal lokken. Op dit moment zijn vooral de ochtend en de middag erg druk, maar we willen dit ook meer naar de avond trekken. En met dit extra aanbod aan verse maaltijden én via digitale platformen, geloven we dat dit mogelijk is.

80% NIEUWE ONLINE KLANTEN

Het concept is dan ook al een groot succes bij Q8 in Denemarken. Hier zijn er intussen al 88 stations uitgerust met het platform van Noahs. We hebben bij de locaties waar een smart kitchen te vinden is, een verviervoudiging gezien van de inkomsten uit voeding in de eerste zes maanden, aldus Sarah Pillen. De grootte van de bestellingen ging met 228% omhoog en we trokken 80% nieuwe, online klanten aan. Een enorm succes dat alle verwachtingen overtrof. En we zijn er zeker van dat dit ook voor België een gamechanger zal zijn.

SNEL SCHALEN NAAR 75 STATIONS

De ambities voor de toekomst zijn dan ook stevig. We starten met vijf pilootlocaties, waaronder een eerste in Luik. Maar we zijn van plan om dit heel snel uit te breiden naar in totaal 75 stations. Ons concept is namelijk heel snel op te schalen naar meerdere locaties.

Group Bruno heroriënteert haar

Foodcorner-netwerk...

Group Bruno kondigde de sluiting aan van de Bruno Foodcorners in de NMBS-stations van Sint-Niklaas, Brugge, Roeselare en GentDampoort vanaf 15 september. Ondanks de inzet van onze teams merkten we dat de dynamiek en het publiek in deze stations minder goed aansloten bij ons Bruno­concept, zegt Angelo Bruno van Group Bruno. We hebben daarom beslist om onze strategie te heroriënteren en onze groei elders voort te zetten

... EN FOCUST VOOR HAAR GROEI NU OP VLAAMS-BRABANT EN ANTWERPEN

Begin 2025 nam Group Bruno negen Andre Célis-tankstations over in Vlaams-Brabant en Antwerpen. Deze uitbreiding biedt nieuwe mogelijkheden voor de uitrol van de Bruno Foodcorners. Dit is geen stap terug, maar een heroriëntatie om sterker te groeien, aldus Bruno. Vanuit Limburg breiden we geleidelijk uit naar Vlaams­Brabant en Antwerpen. Deze regio’s sluiten beter aan bij ons bestaande netwerk en geven ons de kans om onze merkbekendheid verder te versterken.

DUURZAAMHEID STAAT CENTRAAL

Group Bruno opent in Grote-Spouwen (Bilzen-Hoeselt) een gloednieuw tankstation en Foodcorner. Een investering van € 2.500.000 en goed voor 25 nieuwe jobs. Het is eigenlijk onze tweede vestiging in Bilzen­Hoeselt, preciseert Noë Bruno. Op de site is er een Brunotankstation en een Bruno Foodcorner met een oppervlakte van 374 m2 en 30 zitplaatsen. Er kan Super+, Euro 95 en diesel getankt worden. Op de parking staan ook 2 snelladers van 200 kW en 2 traagladers met telkens 2 laadpunten voor elektrische wagens alsook laadpalen voor elektrische fietsen.

Verlenging van de erkenning van BOFAS tot 31 december 2027

BOFAS, het bodemsaneringsfonds voor tankstations dat in 2004 werd opgericht, is het resultaat van een samenwerkingsakkoord tussen de federale regering, het Vlaams Gewest, het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest om bodemverontreiniging door tankstations in België aan te pakken. Daarvoor biedt het Fonds operationele en/of financiële steun bij de sanering van de bodem van die terreinen.

De erkenning van BOFAS werd verlengd tot 31 december 2027. Dat betekent dat de saneringswerkzaamheden, met inbegrip van de monitoring na de uitvoering van de werkzaamheden, uiterlijk op 31 december 2027 moeten zijn voltooid.

Meer informatie op https://bofas.be/nl/terugbetaling of contacteer Bofas op het nummer 02/788.29.00.

De Bruno Foodcorner in Sint-Niklaas sloot op 15 september de deuren.
Sinds zijn oprichting ontving BOFAS ruim 5.500 aanvragen tot tussenkomst voor de bodemsanering van tankstations.

OVERGANGSPERIODE EINDIGT OP 31.10.2025

Pomphouders met shop: vraag tijdig uw “Vergunning Handelaar Alcohol en Tabak” aan!

Op 1 mei 2025 werd de vergunning “Handelaar Alcohol en Tabak” ingevoerd.

Deze vervangt:

• de vergunning “Ethylalcohol en alcoholhoudende dranken – Handelaar”;

• de beroepsaangifte “108” – Handelaar in tabaksfabricaten die reeds werden uitgeslagen tot verbruik in België (en de overeenkomstige “109”);

• de beroepsaangifte “108” – Handelaar in ruwe tabak (en de overeenkomstige “109”);

en wordt ook ingevoerd voor de handelaars in met tabaksfabricaten gelijkgestelde producten die reeds werden uitgeslagen tot verbruik in België.

De nieuwe vergunning vervangt de drie voorheen afzonderlijke vergunningen. Het maakt het dus mogelijk om de registratie van de betrokken handelaars bij de Algemene Administratie van de Douane en Accijnzen te vereenvoudigen en, in het algemeen, de formaliteiten voor deze handelaars te verduidelijken.

BETROKKEN ACTIVITEITEN

De volgende personen  moeten verplicht  de vergunning “Handelaar Alcohol en Tabak” aanvragen, ongeacht of ze al houder zijn van één of meerdere vergunningen die door deze vergunning worden vervangen:

• personen die handel drijven in ethylalcohol en/of alcoholhoudende dranken die reeds werden uitgeslagen tot verbruik in België; Opgelet:

- inrichtingen zoals hotels, restaurants en cafés, waar alcoholhoudende dranken uitsluitend ter plaatse worden geconsumeerd, hoeven niet geregistreerd te zijn via deze vergunning;

- daarentegen, als deze inrichtingen take-away en/of levering aan huis van

ethylalcohol en/of alcoholhoudende dranken aanbieden, moeten ze wel geregistreerd zijn via deze vergunning;

• personen die handel drijven in tabaksfabricaten (daaronder begrepen sigaretten, sigaren, rooktabak (roltabak, blunts, pijptabak), waterpijptabak en producten op basis van cannabis) en/of met tabaksfabricaten gelijkgestelde producten (daaronder begrepen verhitte tabaksproducten (nog niet toegelaten) en e-vloeistoffen) die reeds werden uitgeslagen tot verbruik in België;

• personen die handel drijven in ruwe tabak (niet-gefabriceerde tabak).

TE VOLGEN PROCEDURE

Deze personen moeten uitsluitend het MyMinfin-portaal “Beheer en aanvraag van uw vergunningen inzake douane en accijnzen (KIS-SIC)” gebruiken om deze nieuwe vergunning te verkrijgen en te beheren.

Bekijk de handleiding “Vergunning Handelaar Alcohol en Tabak” : https://financien.belgium. be/sites/default/files/Customs/Ondernemingen/Accijnzen/Aanvraagformulieren/ 20250617-talc-externe-handleiding.pdf

Zodra de aanvraag is gevalideerd, gebeurt de aflevering, de wijziging en de intrekking van deze nieuwe vergunning volledig automatisch en onmiddellijk.

De houder van een vergunning “Handelaar Alcohol en Tabak” kan deze rechtstreeks raadplegen in MyMinfin en, indien nodig, zelfstandig aanvullen / wijzigen. Hij kan ook beroep doen op een mandataris (accountant, sociaal secretariaat, enz.) om zijn vergunning aan te vragen en te beheren.

OVERGANGSPERIODE

Er is een overgangsperiode voorzien van 01-05-2025 tot en met 31-10-2025.

Uiterlijk op 01-11-2025, dat wil zeggen aan het einde van de overgangsperiode, moeten alle betrokken handelaars houder zijn van een vergunning “Handelaar Alcohol en Tabak”.

Voor het wettelijk kader, zie FisconetPlus: https://www.minfin.fgov.be/myminfin-web/ pages/public/fisconet

Handelaren in alcohol of tabak moeten tussen 1 mei en 31 oktober 2025 de nieuwe eengemaakte vergunning “Handelaar Alcohol en Tabak” aanvragen.

VAN GOETHEM NV, LUBBEEK

Van naoorlogse steenkool tot ultrasnelladers

Door te investeren in een modern tankstation met ultrasnelladers bewijst Van Goethem dat de toekomst niet in steen gebeiteld is. Ondanks de financiële en reglementaire uitdagingen van dit project blijft het familiebedrijf uit Lubbeek vooruitgaan, met dezelfde combinatie van volharding en pragmatisme die het bedrijf sinds 1945 drijft.

In Lubbeek staat brandstoffenhandel Van Goethem synoniem voor een lang verankerde traditie in de streek én voor een blik op de toekomst. Het familiebedrijf werd vlak na de oorlog door de ouders van André Van Goethem opgericht en begon met de verkoop van steenkool en bouwmaterialen. Vanaf 1963 werd mazout toegevoegd aan het aanbod, dat al snel uitgroeide tot de hoeksteen van het bedrijf. Vandaag beschikt Van Goethem over 15 (en weldra 18) tankwagens voor leveringen aan particulieren, landbouwers, kmo’s, administratieve gebouwen en scholen binnen een straal van zo’n vijftien kilometer rond het bedrijf.

Zaakvoerder André Van Goethem (70) wordt bijgestaan door zijn neef Martijn Van Goethem (34). Het bedrijf heeft een opslagcapaciteit van 600.000 liter en de meeste leveringen gebeuren nog dezelfde dag. 99% van de bestellingen wordt binnen enkele uren na het plaatsen ervan al geleverd, benadrukt André, die terecht trots is op deze snelle service. Het bedrijf heeft een tiental chauffeurs in dienst en doet een beroep op zelfstandigen met

Het nieuwe tankstation dat Martijn en André Van Goethem zelf ontwierpen, biedt heel wat uitbreidingsmogelijkheden.

een ADR-opleiding om in piekperiodes bij te springen. Voor de klanten primeert voornamelijk de betrouwbaarheid. Voor mij zijn al onze klanten als familie, vertrouwt André ons toe. Mond­tot­mondreclame is en blijft onze beste reclame; voegt Martijn daaraan toe. De grootste voldoening is een klant die ons bedankt voor de snelle service. Daar doen we het voor!

Iedereen voorspelt dat het einde van mazout in zicht is, maar wij bewijzen elke dag het tegendeel, glimlacht André Van Goethem, die samen met Martijn een traditie van nabijheid en klantgerichtheid verderzet. Hun chauffeurs weten waar de tanks van hun klanten liggen, wat de gewoontes van hun klanten zijn en vaak ook nog met wie ze verwant zijn. Klanten staan op ons te wachten, we praten tien minuten tijdens de levering, en dat maakt dit beroep nu net zo mooi, vat Martijn het treffend samen.

Brandstoffenhandel Van Goethem mag dan wel historisch en geografisch gezien stevig verankerd zijn tussen Brussel en Sint Truiden, toch weigeren

Een heldere kijk op de energietransitie

André en Martijn verbergen hun scepsis niet over bepaalde politieke keuzes inzake energie en mobiliteit. Ze hekelen de te hoge kosten voor particulieren, een gebrek aan realisme in het tijdschema en de buitenissige belastingen De energietransitie zoals die vandaag is uitgetekend, is onbetaalbaar. Ze zouden de mensen beter helpen om hun verbruik te verminderen en hun huizen beter te isoleren in plaats van hen peperdure systemen op te dringen, vindt Martijn. Toch weigert Van Goethem stil te blijven staan. Zonnepanelen voor intern gebruik, nadenken over waterstof, vooruitlopen op de markt van elektrische vrachtwagens: bij Van Goethem gaan traditie en innovatie hand in hand.

André en Martijn stil te blijven staan. In 2021 begon het bedrijf met een ambitieus project: de bouw van een eigen tankstation op een naburig terrein, met als centraal gegeven een uitrusting die volop gericht is op de toekomst, namelijk ultrasnelladers.

BIJKOMENDE DIENSTEN

Tot nu toe konden klanten rechtstreeks bij Van Goethem terecht voor diesel en petroleum. Maar het idee van een modern tankstation drong zich als vanzelf op. We wilden onze lokale klanten bijkomende diensten aanbieden en ons klaarmaken voor de toekomst, licht André toe.

Zo gezegd, zo gedaan. Tussen het indienen van de vergunningsaanvraag en de toelating zelf lagen amper drie weken, een recordtermijn voor een project van die omvang. Ook de antwoorden op onze vragen over subsidies voor elektrische laadpalen kwamen zeer snel, herinnert Martijn zich.

Voor de bouw van het nieuwe station kozen André en Martijn Van Goethem een terrein in de Ambachtenstraat in Lubbeek, op een industrieterrein. Zo kon het station meteen opgaan in het economische weefsel met diensten voor professionals en particulieren die in het industrieterrein moeten zijn. Concreet nam Van Goethem een bedrijf over dat al in het industrieterrein was gevestigd. Daardoor was ook geen extra milieuvergunning meer nodig. De aanleg van het terrein, de grondwerken en de plaatsing van de tanks gebeurden intern, waarbij zelfs de chauffeurs tijdens rustigere momenten meewerkten. Het was een familieproject in de ruime zin van het woord, benadrukt André.

400 KW EN 600 KW

Het hart van het nieuwe station zijn de tien ultrasnelladers: acht van 400 kW en twee van 600 kW. Dergelijke vermogens maken het mogelijk om zowel auto’s als vrachtwagens op te laden. We hebben de installatie ontworpen met het oog op de toekomst, wanneer ook vrachtwagens elektrisch zullen rijden, aldus Martijn. Daarvoor investeerde Van Goethem in een 7,5 meter lange elektriciteitscabine en in watergekoelde kabels die een maximaal vermogen leveren zonder oververhit te raken. De infrastructuur vergde een titanenwerk met Fluvius, de netbeheerder, en aanzienlijke studiekosten.

Voor een bouwproject van dergelijke omvang waren de verschillende vergunningen in een recordtijd binnen.
De hangar die bij de aankoop al op het terrein stond, kan later worden omgevormd tot shop.

Alleen al om te weten of de stroom tot hier kon komen, hebben we 16.000 euro neergeteld, merkt André op. Het hele project kostte ruim drie miljoen euro. Een zware investering, die evenwel gerechtvaardigd wordt door een langetermijnvisie: Ons station is momenteel wat overgedimensioneerd, maar we wilden voorbereid zijn. Het is een gok voor de toekomst, geeft Martijn toe.

RENDABILITEIT IN DE TOEKOMST

Op korte termijn blijft het project duur. De laadpalen zorgen voor een verlies van ongeveer 20.000 euro per maand. De verkoop is niet wat we gehoopt hadden. De stroomprijs, distributiekosten en belastingen ondergraven de rendabiliteit, stelt André vast, om er meteen aan toe te voegen: Maar het moest nu eenmaal gebeuren. We bewijzen dat we klaar zijn voor de energietransitie. Naast subsidies voor het plaatsen van laadpalen leverde het project ook een verhoogde fiscale aftrek op voor het plaatsen van slimme en publiek toegankelijke laadpalen. Die kostenaftrek bedroeg 150%, aangezien de installatie plaatsvond tussen 1 april 2023 en 31 augustus 2024. Als we een jaar eerder gestart waren, hadden we 200% kunnen krijgen, preciseert Martijn. We hebben getwijfeld en het duurde wat langer dan voorzien maar het belangrijkste is dat we erg tevreden zijn met het resultaat.

Het station trekt intussen al heel wat vaste klanten. Dankzij de platformen die geïntegreerd zijn in GPS-systemen vinden bestuurders van elektrische voertuigen vlot hun weg naar de snelladers in Lubbeek. De klanten zijn tevreden, de prijzen correct, en de mond­tot­mondreclame doet z’n werk, zegt Martijn tevreden.

ANDERE PROJECTEN IN DE PIJPLIJN

Naast laadpalen biedt het station ook diesel, benzine, petroleum type C, gasolie-diesel (extra) en AdBlue aan, rechtstreeks geïntegreerd in een ondergrondse tank met compartimenten. We hebben voldoende compartimenten voorzien om in de toekomst ook nog andere producten aan te bieden, zoals HVO, als daar vraag naar is, aldus André. Dankzij de afmetingen van het station, dat honderd meter breed is en een totale oppervlakte heeft van één hectare, kunnen vrachtwagens er vlot manoeuvreren en tanken zonder de auto’s te hinderen. We wilden vooruitdenken, vertelt Martijn. Het station is momenteel onbemand, maar zou de komende jaren kunnen worden uitgebreid met een shop en een carwash. Waterstof staat ook op de planning, afhankelijk van hoe de markt zich ontwikkelt. Zelfs de betaalwijzen zijn ontworpen voor flexibiliteit: bankkaart, QR-code, universele laadpassen of de Van Goethem-tankkaart, die al erg populair is bij de professionele klanten.

De 8 snelladers van 400 kW.
Twee laders van 600 kW werden speciaal voorzien voor vrachtwagens.
De betaalwijzen zijn ontworpen voor flexibiliteit: bankkaart, QR-code, universele laadpassen of de Van Goethem-tankkaart.

Nieuwe affiche prijzen motorbrandstoffen

De overheid wil het consumenten gemakkelijker maken om ook alternatieve, niet-fossiele brandstoffen in overweging te nemen bij de keuze voor een nieuwe auto.

Biedt u in uw tankstation drie of meer van deze brandstoftypes aan: benzine, diesel, lpg, elektriciteit, waterstof, cng? Dan moet u, ingevolge het koninklijk besluit van 9 december 2021 tot wijziging van het KB van 13 april 2019 betreffende de benaming en de kenmerken van de alternatieve brandstoffen, sinds 1 april 2022 een affiche ophangen met de gemiddelde brandstofprijzen per 100 km. Die moet u in uw tankstation op een goed zichtbare plaats tonen, bij de pompen en in de shop. Het doel: consumenten beter informeren over de prijs van verschillende soorten brandstof.

WAAROM BRANDSTOFPRIJZEN VERGELIJKEN?

De Europese Unie wil auto’s die rijden op alternatieve brandstoffen een duwtje in de rug geven én consumenten helpen bij de keuze van een wagen. Niet alleen de aankoopprijs is daarbij van belang, ook de prijs die de consument betaalt voor de brandstof. Daarom geldt er vanaf 1 april 2022 een Europese verplichting om bij tankstations die naast benzine en diesel nog cng, lpg, waterstof of elektriciteit (via laadpalen) aanbieden, een brandstofprijsvergelijking te afficheren. Die toont de prijzen van de volgende zes brandstoffen, gebaseerd op een verbruik per 100 km:

• benzine 95 E10

• diesel B7

• lpg

• elektriciteit

• waterstof

• cng

Op die manier wenst de overheid het voor consumenten gemakkelijker te maken om ook alternatieve, niet-fossiele brandstoffen in overweging te nemen bij de keuze voor een nieuwe auto.

HOE WORDT DE BRANDSTOFPRIJS BEREKEND?

Op Europees niveau is bepaald hoe de prijs wordt berekend, zodat de prijzen in Europa onderling vergelijkbaar zijn. De FOD Economie vergelijkt de brandstofprijzen over een afstand van 100 km voor de meest verkochte automodellen binnen een segment. Met de gemiddelde verbruiksinformatie van die voertuigen (volgens WLTP, Worldwide harmonized Light vehicles Test Procedures), wordt het gemiddelde brandstofverbruik berekend. Dat gemiddelde verbruik (in brandstofeenheden per 100 km) wordt vermenigvuldigd met de gemiddelde brandstofprijzen die in het voorafgaande kwartaal zijn geregistreerd (in euro per brandstofeenheid). Het resultaat is de prijs in euro per 100 km.

Brandstofprijsvergelijking

4e kwartaal 2025

SUV

Soort brandstof Prijsschatting per 100 km

Elektriciteit 1

Cng

Waterstof H2

Lpg 2

Benzine 95 E10 2

Diesel B7 2

1 Geschatte prijs voor een thuislading

2 Hybride motor

€  5,5 €  5,3

€ 13,0

€ 9,6 onbestaand voor dit segment onbestaand voor dit segment

Meer info: brandstoffen.belgie.be

economie.fgov.be 0800 120 33

De affiche met de brandstofprijsvergelijking moet op een opvallende plaats bij de pompen en in de shop worden aangebracht. Naast de Nederlands- en de Franstalige versie is ook een tweetalige versie beschikbaar.

VOOR WIE GELDT DE NIEUWE AFFICHAGE VAN

BRANDSTOFPRIJSVERGELIJKING?

Als uw tankstation drie of meer van de zes brandstoffen aanbiedt, moet u de affiche op een duidelijk zichtbare plaats bij de pompen en in de shop van uw tankstation aanbrengen.

WANNEER MOET U DE AFFICHE TONEN?

De affiche wordt telkens twee weken voor het begin van elk kwartaal bijgewerkt met de laatste info over de brandstofprijzen. De nieuwe versie moet uiterlijk op de eerste dag van elk kwartaal (1 januari, 1 april, 1 juli, 1 oktober) in uw tankstation te zien zijn.

WAAR VINDT U DE AFFICHE OVER DE BRANDSTOFPRIJZEN?

Download de nieuwe affiche over de brandstofprijzen op de website van de FOD Economie of van de website van Brafco (rubriek “Documenten”) en print hem af op minimum A3-formaat. Of vraag de affiche aan via het e-mailadres externcom@economie.fgov.be. Dan bezorgt de FOD Economie u deze per post.

Pomphouder, sluit u aan bij Brafco!

Telefonisch : 02/502.42.00 of via e-mail : info@brafco.be

Als uitbater van een servicestation heeft u recht op een optimale en energieke verdediging van uw belangen! Zoals u hebt kunnen lezen in deze speciale editie, wordt de pomphouder vandaag met tal van problemen geconfronteerd.

Brafco strijdt al jaren voor de belangen van eigenaars en uitbaters van

service-stations. Niet zonder resultaat! Als u nog geen lid bent van Brafco, aarzel dan niet langer.

Sluit u vandaag nog aan en voeg u bij de collega’s die reeds lid zijn van Brafco. Samen staan we nog sterker!

www.brafco. be

Met de dealer locator vinden consumenten die op zoek zijn naar een handelaar nu ook de naam van uw bedrijf in alle gemeentes waar u levert.

HOE WERKT HET?

Ga naar “Ledenportaal”  “Mijn account”  “Vestigingen”  “Vestiging bewerken”  “Selecteren” (om een postcode toe te voegen).

U kan individuele postcodes toevoegen en/of postcodebereiken selecteren door op “bereik” te klikken. Klik elke keer op “Item toevoegen” en helemaal aan het einde op “Opslaan”.

Zie ook de verklarende nota “Postcodes aanpassen voor vestigingen” in de rubriek “Documenten” op de website.

Gewoon even de gegevens in uw account aanvullen!

BRAFCO

Schenk uw medewerkers

Brandstoffen, een waardevolle bron van informatie voor uw onderneming

Als lid van Brafco ontvangt u het vakblad Brandstoffen. Wenst u een of meer bijkomende abonnementen voor uzelf of voor uw medewerkers?

Dat kan, tegen een zeer interessante prijs:

Per bijkomend abonnement: 45 euro/abonnement (excl. btw)!

Ter herinnering: niet-leden betalen 95 euro (excl. btw) voor een abonnement.

Vul onderstaand formulier in en stuur het op naar Brafco, Léon Lepagestraat 4, 1000 Brussel of mail uw gegevens naar info@brafco.be.

U kan ook oude nummers van Brandstoffen verkrijgen voor de zachte prijs van 5 euro (portkosten niet inbegrepen) en dit tot einde voorraad.

Ik wens …… bijkomend(e) abonnement(en). De prijs bedraagt …… euro/abonnement.

Firma :

Naam en voornaam :

Postcode en gemeente :

Tel. : Fax : E-mail :

Btw-nummer (indien u een factuur wenst) :

Vakbekwaamheid (code 95)

Chauffeurs met een rijbewijs C of CE moeten om de 5 jaar 5 erkende opleidingen van ten minste 7 uur (samen 35 kredieturen) hebben gevolgd om hun rijbewijs te verlengen.

Ukan bij Brafco terecht voor deze cursussen “vakbekwaamheid”. Brafco werkt hiervoor samen met erkende externe opleidingspartners. Deelnemers aan de opleidingsmodules ontvangen een getuigschrift van nascholing en 7 kredietpunten.

Sinds de inwerkingtreding van het KB van 10 januari 2013 moeten de betrokken chauffeurs ten minste één module volgen in elk van de volgende 3 categorieën:

I. Nascholing in rationeel rijden (dit zijn o.m. cursussen stuwing- en ladingzekering, economisch rijden…)

II. Toepassing van de voorschriften (dit zijn o.m. cursussen ADR, rij- en rusttijden, vervoerdocumenten, tachograaf…)

III. Gezondheid, verkeers- en milieuveiligheid, dienstverlening (dit zijn o.a. cursussen ongevalsaangifte, EHBO, conflictbeheer, communicatie, agressiviteit…)

Het KB preciseert dat minstens één van de modules moet handelen over defensief en zuinig (economisch) rijden, die ten minste 3 uur praktisch rijonderricht bevat.

De prijzen verschillen naargelang de opleidingsmodule. In de prijs zijn inbegrepen: syllabus, drank- en koffiepauze en een broodjeslunch. De opleidingen komen in aanmerking voor een subsidie van 50% door de Vlaamse overheid via de kmoportefeuille.

ADR-cursussen

Brafco organiseert zelf ADR-cursussen en werkt ook samen met erkende externe opleidingspartners.

U kan bij ons terecht voor initiële en bijscholingsopleidingen voor zowel colli, tank als vloeibare brandstoffen.

De eerstvolgende algemene ADR-bijscholingscursus colli- en tankvervoer (categorie I + II) gaat door in Oudenaarde op 21 en 28 maart en 4 april.

De eerstvolgende ADR-bijscholingscursus (categorie IV) zal plaatsvinden op 28 februari en 7 maart in Oudenaarde. Deze cursus kan ook als initiële ADR-opleiding gevolgd worden door chauffeurs die nog geen ADR-getuigschrift hebben of waarvan het getuigschrift vervallen is. Voor deze personen is een bijkomende praktijkopleiding van 4 uur voorzien, die zal doorgaan op een later te bepalen datum.

U kan uzelf of een medewerker inschrijven voor een van deze ADRopleidingen via https://www.brafco.be/nl/opleidingen.

Sinds 1 januari 2024 ADR examen niet langer schriftelijk maar digitaal in Vlaanderen

Sinds 1 januari 2024 verlopen de ADR-examens in Vlaanderen digitaal (op computer) en kunnen chauffeurs zelf kiezen wanneer ze hun examen afleggen. Ze kunnen daarvoor terecht bij een van de 16 erkende examencentra van GOCA Vlaanderen. Het examen kan van maandag t.e.m. vrijdag plaatsvinden (en dus niet meer op zaterdag) tijdens een vooraf te reserveren tijdsslot. Het is belangrijk dat kandidaten zich op voorhand inschrijven om aan het examen deel te nemen. Aan het examen zelf verandert er niets. Het blijft een openboekexamen dat per categorie 90 minuten duurt. Examinandi die dit wensen kunnen nog steeds het examen schriftelijk afleggen, doch dit kan enkel op zaterdag in de kantoren van het ITLB. Geïnteresseerden dienen dit vooraf te melden bij de instantie waar zij de opleiding volgen.

ADR-veiligheidsadviseur

Zoekt u een externe ADR-veiligheidsadviseur?

NIEUW: tussenkomst

in de kosten van de initiële ADR-opleiding van nieuwe chauffeur !

Werkgevers die ressorteren onder het Paritair Comité 127 kunnen onder bepaalde voorwaarden aanspraak maken op een forfaitaire tussenkomst van € 500 van het Sociaal Fonds voor de kosten van de initiële ADR-opleiding (en bijhorend examen) van “nieuwe” werknemers. werknemers. (Zie www.brafco.be e Nieuws e Sociale zaken).

GE ZOC H T VOO R E XPOR T:

Tankwagens en tankopleggers voor LPG, diesel, benzine, olie, bitumen, chemische stoffen, levensmiddelen, cement en bulkopleggers. Aankoop trekkers en ander rollend materieel.

Materiaal te koop of een overname? BEL VANDAAG!!!

G SM +32 (0)475-60 12 43

E - mai l : detrucks@telenet.be w w w t a n kwagens. c o m

Neem contact op met de Federatie!

Maak

voor de opleidingen

vakbekwaamheid en ADR gebruik van de kmo-portefeuille!

Hoeveel steun u krijgt, is afhankelijk van de grootte van uw onderneming. De steun is beperkt tot een bepaald maximumbedrag dat u jaarlijks kan opnemen. U kan vrij kiezen of u dat bedrag inzet voor advies of opleiding of voor een combinatie van beide. De kosten die in aanmerking komen voor subsidie via de kmo-portefeuille zijn altijd exclusief btw

Kleine ondernemingen Steun 30%, maximaal 7.500 euro

Middelgrote ondernemingen Steun 20%, maximaal 7.500 euro

iVoor een overzicht van de aangeboden opleidingen kan u best contact opnemen met Naziha Boulben. Tel.: 02/213.14.12, naziha.boulben@brafco.be. U geeft aan waar u en/of uw chauffeur(s) een opleiding wenst/wensen te volgen en u ontvangt een overzicht van de mogelijkheden!

Programmawet voorziet verlenging relance-uren en fiscaal gunstige overuren

Het federaal regeerakkoord dat eind januari 2025 werd bereikt, voorziet in een verhoging van het aantal vrijwillige overuren dat een werknemer kan presteren. De invoering van deze maatregel werd nog steeds niet in wetgeving omgezet.

Bijgevolg voorziet de Programmawet die op 29 juli 2025 in het Belgisch Staatsblad werd gepubliceerd in een nieuwe  tijdelijke verlenging van twee reeds bestaande maatregelen:

• De  relance-uren, 120 vrijwillig te presteren netto overuren die bovenop de wettelijke 100 vrijwillige overuren komen, en die initieel werden ingevoerd als steunmaatregel tijdens de Covid 19 crisis; deze werden opnieuw ingevoerd vanaf 1 juli 2023 tot 30 juni 2025.

• De  gedeeltelijke vrijstelling bedrijfsvoorheffing  voor overuren met toeslag werd verlengd.

Deze tijdelijke verlengingen duren zes maanden, van 1 juli 2025 tot en met 31 december 2025.

RELANCE-UREN

Relance-uren zijn 120 bijkomende vrijwillige overuren per jaar die bovenop de gewone vrijwillige overuren kunnen gepresteerd worden. Relance-uren hebben onderstaande kenmerken:

• Er bestaat geen interne overurengrens.

• Er bestaat geen verplichte overloontoeslag op overwerk, de werkgever kan het wel vrijwillig toekennen.

• Relance-uren worden netto toegekend, er is dus geen RSZ-bijdrage noch bedrijfsvoorheffing op verschuldigd.

Opgelet: Er is steevast een schriftelijk akkoord nodig tussen de werkgever en de werknemer. Dit akkoord is maximaal 6 maanden geldig en moet daarna hernieuwd worden.

De grens van 120 relance-uren geldt voor het kalenderjaar 2025. Een werknemer die in de periode van 1 januari 2025 tot en met 30 juni 2025 reeds 120 relance-uren heeft gepresteerd, heeft zijn recht dus volledig uitgeput

De relance-uren kunnen gepresteerd worden, ook al zijn de gewone vrijwillige overuren nog niet opgebruikt.

en kan niet opnieuw 120 relance-uren presteren in de periode van 1 juli 2025 tot en met 31 december 2025.

De relance-uren kunnen gepresteerd worden, ook al zijn de gewone vrijwillige overuren nog niet opgebruikt.

Tot slot geldt voor relance-uren ook een maximum dag- en weekgrens, namelijk 11 uur per dag en 50 uur per week.

FISCAAL GUNSTREGIME: GEDEELTELIJKE VRIJSTELLING VAN BEDRIJFSVOORHEFFING VOOR 180 OVERUREN

Voor overuren die niet onder bovenstaand regime vallen (zoals bijvoorbeeld de gewone vrijwillige overuren), is er in principe wél een overloontoeslag verplicht. Voor dit type van overuren is er dan wel een gedeeltelijke vrijstelling van bedrijfsvoorheffing voor 130 overuren per kalenderjaar:

• Voor de  werkgever: vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing van 41,25%

van het brutoloon dat als basis dient voor de berekening van het overloon en waarop een toeslag van 50 of 100% verschuldigd is.

• Voor de  werknemer: vrijstelling van bedrijfsvoorheffing van 57,75% van het brutoloon dat als basis dient voor de berekening van het overloon en waarop een toeslag van 50 of 100% verschuldigd is.

Voor 2021 tot en met juni 2023 werd dit aantal overuren tijdelijk opgetrokken naar 180 overuren per kalenderjaar. De gedeeltelijke vrijstelling werd opnieuw opgetrokken naar 180 overuren per kalenderjaar vanaf 1 juli 2023 tot en met 30 juni 2025, en deze laatste datum wordt nu verder verschoven naar 31 december 2025.

Daarnaast vermeldt het zomerakkoord dat de regering beslist heeft om het verhoogde contingent van 180 overuren permanent te maken. Het is nu nog wachten op de wettelijke verankering van dit akkoord.

Alcohol- en druggebruik op de werkvloer

Alcohol- en druggebruik blijft vaak onder de radar, maar kan een grote impact hebben op het functioneren van medewerkers én op de veiligheid en sfeer binnen je organisatie. Het is belangrijk om signalen tijdig te herkennen en gepast te reageren.

In juni 2025 organiseerden we een lerend netwerk over dit thema. De infosessie, geleid door Leen De Cuyper van het Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg, bood concrete handvatten en inzichten om als werkgever om te gaan met alcohol- en drugproblematieken op de werkvloer.

CAO 100, BELEID EN TESTEN

Cao 100 is een collectieve arbeidsovereenkomst over het voeren van een preventief alcohol- en drugbeleid in ondernemingen. De nadruk ligt hier op volgende aspecten:

• Het verminderen van functioneringsproblemen;

• Het tijdig herkennen en aanpakken van risico’s;

• Het stimuleren van de dialoog.

WAT ZEGT CAO 100 OVER TESTEN?

• Testen zijn enkel toegestaan als preventiemiddel. Om een werknemer te sanctioneren, moeten er bijkomende functioneringsproblemen vastgesteld worden.

• At random testen zijn niet toegestaan. Indien testen worden voorzien, moet dit duidelijk vastgelegd zijn in het arbeidsreglement (o.a.

type test, doelgroep, frequentie ...). Bovendien is steeds de toestemming van de werknemer vereist.

• Werkgevers mogen uitsluitend ademtesten afnemen. Medische testen zoals bloed- of urinestalen mogen uitsluitend worden uitgevoerd door een arts die gebonden is aan het beroepsgeheim.

Opgelet!

De werkgever kan aansprakelijk gesteld worden indien er onvoldoende preventieve maatregelen worden genomen, wanneer de wet telijke bepalingen niet worden nageleefd, of wanneer het dealen wordt toegestaan op de werkvloer.

HOE HERKEN JE ALCOHOLEN DRUGGEBRUIK?

Mogelijk signalen van gebruik kunnen zich op diverse manieren uiten:

• Verandering in gedrag

• Zowel positieve als negatieve signalen zijn mogelijk.

Het is belangrijk om snel de signalen van alcohol- of druggebruik op de werkvloer te herkennen.

• Op meerdere domeinen tegelijk, één signaal is meestal niet voldoende om conclusies te trekken.

Deze signalen vormen in eerste plaats een aanknopingspunt voor een gesprek. Een tijdige reactie kan bijdragen tot vroegtijdige detectie van eventuele problemen.

HOE GA JE ALS LEIDINGGEVENDE HET GESPREK AAN?

Vertrek steeds vanuit het alcohol- en drugbeleid van de organisatie en volg onderstaande aandachtspunten:

• Verwijs naar de afspraken en mogelijke gevolgen die binnen de organisatie gelden.

• Baseer je op feiten en waarneembare signalen: benoem concreet wat je hebt vastgesteld.

• Benadruk vastgestelde functioneringsproblemen vanuit een standpunt van bezorgdheid; dit geeft minder het gevoel van controle en sanctionering en verhoogt de kans op een constructief gesprek.

CONTACTGEGEVENS

Wil je graag coaching bij het opstellen van een preventiebeleid of advies bij concrete casussen/ preventie-acties? Contacteer dan het Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg in jouw buurt:

3 West-Vlaanderen:

• CGG Largo - Regio Roeselare (+32 51 25 99 30 |  preventieTAD@cgglargo.be)

• CGG Noord-West-Vlaanderen  - Regio Oostende (+32 59 50 05 00 |  preventieTAD@cgg.be)

3 Oost-Vlaanderen:

• CGG Adentro - Regio Deinze-Eeklo-Gent (+32 92 35 22 41 |  preventieTAD@cggadentro.be)

• CGG Schelde Dender Waas - Regio Waas & Dender (+32 78 35 34 35 | preventieTAD@cggscheldedenderwaas.be)

• CGG Zuid-Oost-Vlaanderen - Regio Zuid-Oost-Vlaanderen (+32 78 15 55 70)

3 Antwerpen:

• CGG VAGGA - Regio Antwerpen (+32 32 56 91 41 |  preventieTAD@vagga.be)

• CGG Kempen - Regio Turnhout (+32 14 41 09 67 |  preventieTAD@cggkempen.be)

• CGG De Pont- Regio Mechelen (+32 15 42 08 32 |  preventieTAD@cggdepont.be)

3 Limburg:

• Integra (+32 11 71 60 01 |  preventieTAD@integra-limburg.be)

3 Vlaams-Brabant:

• CGG Vlaams-Brabant Oost – Regio Leuven (+32 16 85 79 79 |  preventieTAD@cgg-vbo.be)

• CGG Ahasverus - Regio Halle-Vilvoorde (+32 28 01 01 80 |  preventieTAD@ahasverus.be)

3 Brussel:

• CGG Brussel (+32 24 78 90 90 |  annelies.vandevelde@cgg-brussel.be)

Voor dringende zaken kan je ook steeds contact opnemen met de Druglijn via 078/15.10.20 of www.druglijn.be

Meer weten?

Je kan de presentatie van dit lerend netwerk hier downloaden: https://fonds127.be/fileadmin/user_ upload/Presentatie_lerend_ netwerk_27.06.2025_Alcohol-_en_ drugsgebruik.pdf

Deze e-learning van VAD gidst jou als werkgever door de belangrijkste vragen rond middelengebruik in een werkcontext: https://vormingen.vad.be/ vormingen/de-impact-van-alcoholen-drugs-op-het-werk-hoe-ga-jedaarmee-om/

• Wanneer spreken we van werkgerelateerd gebruik?

• Welke signalen kunnen wijzen op werkgerelateerd gebruik?

• Hoe pak ik werkgerelateerd gebruik aan op de werkvloer?

Bouwen aan inclusieve werkvloeren met een Werkplekarchitect

Heb je als onderneming vragen over thema’s als inclusief aanwerven, competentiebeleid of teammanagement? Wil je een toegankelijk onthaalbeleid, impactvol mentorschap of een open werkcultuur uitbouwen op de werkvloer?

De Werkplekarchitecten helpen je graag verder via het project ‘Inclusieve werkvloeren’ van Europa WSE.

INCLUSIEVE WERKVLOEREN

Europa en het Vlaams departement Werk en Sociale Economie willen samen (Europa WSE) werken aan inclusieve ondernemingen waar zoveel mogelijk mensen aan de slag kunnen en blijven. Het resultaat hiervan is Oproep 59

“Inclusieve werkvloeren”, dat bestaat uit drie verschillende partnerschappen:

• ‘Elk Talent Aan Boord’ via Unizo: één-op-één begeleiding van A tot Z

• ‘Welt’ via Voka: lerende netwerken samen met andere werkgevers

• ‘Groeilabo’ via Verso: zowel individuele als collectieve sessies

De Werkplekarchitecten (groepering van heel wat dienstverlenende organisaties) maakten hiervoor deze flyer: https://fonds127.be/fileadmin/user_ upload/Oproep_59_-_flyer_Werkplekarchitecten.pdf

Interesse?

Neem contact op met één van de Werkplekarchitecten in je buurt via https://dewerkplekarchitecten.be/de-werkplekarchitecten/zoekeen-werkplekarchitect of mail naar info@dewerkplekarchitecten.be

Daarnaast kan sectorconsulente Anne Gabriëls je verder op weg helpen. Plan een gratis en vrijblijvend bedrijfsbezoek in via 02/213.14.17 of anne.gabriels@fonds127.be

West-Vlaamse brandstoffenhandelaars trotseren de golven... om garnalen te kruien

Op zondag 14 september verzamelde de West-Vlaamse beroepsvereniging SKB onder leiding van voorzitter Koen Roose op het strand van Koksijde, ter hoogte van Ster-der-Zee, voor een unieke en sfeervolle activiteit: samen garnalen kruien.

Niet minder dan 35 deelnemers gaven gehoor aan de oproep. 25 van hen, gehuld in waterdichte pakken, waagden zich onder deskundige begeleiding met een sleepnet in de Noordzee. De omstandigheden waren ideaal: een zacht septemberbriesje, milde temperaturen en af en toe een streepje zon dat de kustlijn in een gouden gloed hulde.

Na een half uur door de golven te waden, gingen de dappere dames en heren kruiers hun netten een eerste maal ledigen. De deelnemers die op het stand waren gebleven, sorteerden de buit. In elk net staken niet alleen garnalen, maar ook andere fauna die aan de kustlijn te vinden is: heel wat krabben, enkele stekelige pietermannen, maar ook kleine tongen (die mooi terug in zee werden gezet).

Na het fysieke werk volgde de welverdiende ontspanning. De kruiers en vissorteerders genoten van een gezellig aperitief in een lokaal etablissement, terwijl de vers gevangen garnalen er op het terras werden gekookt. Na het aperitief schoven de deelnemers aan tafel voor een heerlijke maaltijd.

Als afsluiter keerde elk koppel huiswaarts met ruim 400 gram verse garnalen, een smakelijk aandenken aan een geslaagde dag vol zee, sfeer en samenhorigheid.

De woordvoerders van Brafco staan de pers te woord

Verhoging van de btw op verwarmingsketels op fossiele energie, brandstofprijzen aan de pomp en opflakkering van online mazoutfraude: de woordvoerders van de Federatie kwamen weer veelvuldig aan het woord in de media.

RTBF – 19 JULI 2025

Sinds er werd aangekondigd dat het btw-tarief voor gas- en mazoutketels zal stijgen van 6% naar 21% is bij deze installateur de verkoop van nieuwe mazoutketels nagenoeg verdubbeld. Volgens hem zal deze btw-verhoging zijn klanten vooral aansporen om hun oude ketel zo lang mogelijk te behouden. Er zal meer gerepareerd dan vervangen worden. Zo worden misschien de brander of de warmtewisselaar vervangen, maar niet het geheel. Daardoor blijft het btw-tarief 6%. Voor de petroleumsector zijn er alternatieven. Mazout kan worden vervangen door andere producten die in veel Europese landen al verkrijgbaar zijn. “Er is R33, een mengsel van 67% mazout en 33% biobrandstoffen. Dat zou de CO2-uitstoot in België jaarlijks kunnen doen dalen met 2,4 miljoen ton”, licht Emmanuel Cécille toe.

Johan Mattart legt uit waarom de brandstofprijzen in België lager kunnen liggen dan in Luxemburg.

LAATSTE NIEUWS – 10 AUGUSTUS 2025

De prijzen aan de pomp staan laag en liggen zelfs enkele eurocenten onder die van Luxemburg. Wat is er aan de hand? “Recent heeft de Luxemburgse overheid een zogenaamde CO2-heffing aan tankstations opgelegd – om zo de uitstoot van broeikasgassen aan te pakken – waardoor het prijsverschil met België veel kleiner is geworden”, verklaart Johan Mattart Dat de Belgische brandstofprijzen naar het laagste peil in jaren zijn gezakt, wijt hij aan de combinatie van internationale marktschommelingen én geopolitieke ontwikkelingen. “Daardoor is er momenteel een groter aanbod aan petroleum op het wereldtoneel. De VS voert intussen al meer ruwe olie uit dan het zelf invoert. En haast tegelijk heeft de OPEC+ aangekondigd de productie met 570.000 vaten per dag te verhogen, terwijl de vraag niet evenredig stijgt.”

RTL Z – 16 AUGUSTUS 2025

Benzine is tegenwoordig goedkoper in België dan in Luxemburg. Op weg naar (of van) vakantie stopten Nederlanders vaak in Luxemburg omdat tanken daar veel goedkoper was. Maar dat hoeft nu niet meer. Want in Luxemburg kost een liter euro 95 circa 1,46 euro en in België zelfs nóg minder. In Nederland moet je al snel 1,80 voor een liter euro 95 rekenen, en vaak nog 10 eurocent meer. “Dat Luxemburg is ingehaald door België komt doordat het in 2021 een CO2-heffing heeft ingevoerd, legt Johan Mattart uit. Sinds de invoering is die heffing elk jaar verhoogd en inmiddels ligt ze op 40 euro per ton CO2. Dat drijft de prijs van een liter euro 95 op met ongeveer 9,5 eurocent en van een liter diesel met zo’n 10,5 eurocent. Omdat per 1 januari de Luxemburgse CO2-heffing weer wat wordt verhoogd, zal België relatief nog wat goedkoper worden”.

HET BELANG VAN LIMBURG –10 SEPTEMBER 2025

Marcel Palmaers uit Houthalen-Helchteren ging via Google op zoek naar de goedkoopste leverancier. “Zo kwam ik bij JW Oil terecht. Op een bestelling van duizend liter waren ze 80 euro goedkoper dan de concurrentie. Dus plaatste ik een bestelling.” Tot Marcels verbazing vroeg JW Oil om meteen het volledige bedrag over te schrijven. “Naar een Duits rekeningnummer. En de klantendienst was enkel bereikbaar via een Nederlands WhatsApp-nummer.” Marcel betaalde niet, maar kreeg een paar dagen later wel een dreigende mail waarin stond dat hij verplicht was om het geld over te schrijven. “We hebben signalen ontvangen over een online mazoutleverancier die het volledige voorschot int en nooit levert”, bevestigt Johan Mattart. Hij drukt consumenten op het hart zeer waakzaam te zijn.

HET LAATSTE NIEUWS – 26 SEPTEMBER 2025

Brafco waarschuwt voor oplichting bij het kopen van huisbrandolie via internet. Sommige websites beloven uitzonderlijk lage prijzen, maar de mazout wordt nooit geleverd. Volgens Brafco is www.euromazout.com zo’n frauduleuze website. Wat heel vervelend is voor de bonafide leverancier www.euromazout.be , dat dus wél een betrouwbare website is. Het verschil zit dus in het laatste deel: ‘.com’ en ‘.be’. De Federatie noemde eerder ook www.intermazout.com en www.interoils.com als voorbeelden van frauduleuze websites. Klanten konden daar bestellen, waarna hen gevraagd werd tot betaling over te gaan. De bestellingen werden echter nooit geleverd, zo stelde BRAFCO vast. De sites leken in eerste instantie legitiem, omdat ze het btw-nummer en het adres van een echte brandstoffenhandelaar vermeldden. Maar het gepubliceerde telefoonnummer en ook het bankrekeningnummer waarop betaald moest worden, waren van oplichters. De sites zijn inmiddels offline gehaald. Eerder werd ook al www.gapoil.com offline gehaald wegens oplichting.

HET

Naam:

Adres:

Telefoon:

BTW-nummer:

Gelieve contact op te nemen met de Federatie wanneer u een groter zoekertje wil plaatsen.

Mijn zoekertje kost EUR

Ik ben aangesloten bij Brafco: ❏ Ja ❏ Neen

Mijn zoekertje moet verschijnen in een kader, ik betaal een supplement van 7,44 EUR zonder BTW.

Ik ben niet aangesloten bij Brafco, ik betaal een supplement van 50 % = x 1,50 =

Mijn zoekertje moet ...................maal verschijnen. Ik betaal x EUR = supplement voor kadertje = 7,44 EUR

=

=

Gelieve uw zoekertje op te sturen naar de Federatie:

Léon Lepagestraat 4, 1000 Brussel, tel. 02-502 42 00, mail info@brafco.be

Opgelet: uw zoekertje verschijnt pas nadat u betaald hebt!

U kan het verschuldigde bedrag storten op het nummer BE08 3101 0305 5213. Na het verschijnen van het zoekertje ontvangt u een factuur.

Te koop:

AdBlue-tank 3300 liter + Piusi AdBlue-pompWayne-benzinepomp 3 slangen, met damprecupGlobal Star VC 33S HHR - 100 nieuwe jute kolenzakken 50 kg. POTK.

Coopman-Pieters BV 058/233546.

Graaddagen

Wij helpen jouw klanten met het betalen van hun energierekening

→ ONTDEK ONZE WEBSITE

mét simulatiemodule, brandstofprijzen en getuigenissen.

Meer info: www.verwarmingsfonds.be

→ FOLDERS

Bestel jouw exemplaren via onze website.

P.S.: Vergeet niet om ook de syndici van appartementsgebouwen te informeren.

We hebben allemaal recht op een warme thuis, toch?

Vergelijking van de laatste drie mobiele jaren met de norm* (graaddagen 15/15, station Ukkel)

* De norm is het gemiddelde van de graaddagen berekend in Ukkel tussen 1833 en 1979

Contacteer ons voor meer info:

▶ Verkoop nieuwe & tweedehandse ADR voertuigen

▶ Aankoop en overname van uw ADR tankwagen voor internationale export

▶ 25 jaar ervaring in aankoopadvies en technische ondersteuning

Bezoek onze showparking

Kanaalstraat 8, 3560 Lummen

Jean-François Riche

+32 (0)475 61 83 22

jfr@tvw-fueltrucks.com www.tvw-fueltrucks.com

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.