‘Lokaal’ spoort met ‘allemaal’
De burgers pakken het in handen, wij leveren steun Verschillende burgemeesters nemen het peter- of meterschap van een streekfondsproject op zich. “De bewoners weten wat er leeft in hun omgeving. Aan hen om voorstellen te doen en de zaak in handen te nemen, aan ons om hen als lokaal bestuur te ondersteunen.” Guido De Padt is burgemeester van Geraardsbergen en peter van het Peperkoekenhuis project in Geraardsbergen (lees p.3). Toen vrijwilligers opperden dat het vervallen huisje een warme ontmoetingsplaats kon worden, kregen ze bijval van de stad. Guido De Padt: “Sinds de lockdown beseffen we beter dan ooit dat eenzaamheid en maatschappelijke uitsluiting ook virale kanten hebben. Je kan er mentaal en fysiek ziek van worden. Buurthuizen zijn dan als zuurstofflessen. Ze wakkeren ontmoetingskansen aan
en bezorgen alle bezoekers en betrokkenen gelukkige momenten.”
Bottom-up werkt
De lokale overheid steunt het project op verschillende manieren. De stad is eigenaar van het pand, komt tussen in de verbruikskosten en helpt waar mogelijk bij de renovatie. De burgemeester is fier op deze plek, maar nog fierder op zijn burgers. In lijn met de filosofie van Streekfonds Oost-Vlaanderen vindt hij de bottom-upaanpak van onschatbare waarde.
Bruggen slaan naar en tussen lokale mensen, besturen en bedrijven
Een streekfonds is een
cadeau voor een regio Met Streekfonds Oost-Vlaanderen als laatste nieuwkomer telt ons land nu vier streekfondsen. De andere drie zitten in West-Vlaanderen, Limburg en Duitstalig België. Alle zijn ze ondergebracht bij de Koning Boudewijnstichting. Directeur Gerrit Rauws ziet het graag gebeuren.
Hoe passen streekfondsen in de opdracht van de Koning Boudewijnstichting? Gerrit Rauws: “Onze stichting gaat twee kanten uit. We zijn hoe langer hoe meer actief op Europees en mondiaal niveau, maar willen tegelijk ook lokale initiatieven versterken. Daarom zijn we de streekfondsen zeer genegen. We waarderen vooral de lokale expertise: plaatselijke mensen kunnen de noden het best inschatten.” Wat is volgens u de kracht van streekfondsen? “Dankzij het streekfonds kunnen lokale organisaties zichzelf bij een ruimer publiek bekend maken en nieuwe, relevante initiatieven opzetten. Dat laatste gebeurt op een eenvoudige en toegankelijke manier.” Welke rol speelt de Koning Boudewijnstichting? “We zien erop toe dat onze gebruikelijke processen en kwaliteitsregels ook in de streekfondsen toegepast worden. Wie geld wil schenken aan een project, kan dat met een gerust hart doen: de selectie door het streekfonds is meteen ook een kwaliteitslabel.”
Guido De Padt: “Buurtbewoners zijn ervaringsdeskundigen die hun sociaal speelveld goed kennen, onbevangen en rechttoe-rechtaan. Daarom moeten deze vrijwilligers van in het begin het roer in handen krijgen. Samen met de meer kwetsbare groepen die zij bereiken, kunnen zij de spelregels het best invullen. Er mag vanaf dag één ondersteuning zijn van het lokaal bestuur, zonder daarom te beslissen wat er precies moet gebeuren.”
Ook intercommunales engageren zich als partner. Sofie Vandelannoote, directeur van Veneco, kon de leden van haar bestuur zonder moeite overtuigen om #Regiokracht te steunen. Vanwaar de keuze om partner te worden? Sofie Vandelannoote: “Een deel van onze middelen zit in een innovatiefonds. Dat gebruiken we om vernieuwende projecten in onze regio mogelijk te maken, vaak op vraag van de burgemeesters. In dit geval is dat #Regiokracht. We krijgen veel vragen van verenigingen die op zoek zijn naar sponsoring. Via #Regiokracht kunnen we ons op een gestructureerde manier lokaal engageren. Enkele burgemeesters waren zo enthousiast, dat ze zelf met ideeën op de proppen kwamen.” Streekfonds Oost-Vlaanderen werkt rond de thema’s mens en omgeving. “De visie is duidelijk en we volgen graag. Als intercommunale zijn we vaak bezig met harde infrastructuur. Dit is een mooie kans om een menselijk verhaal een plaats te geven.” Wat zijn volgens jou de troeven van het streekfonds? “De kracht van het netwerk, gekoppeld aan netwerk-evenementen waar bruggen geslagen worden tussen lokale mensen, besturen en bedrijven. Dat een burgemeester het meter- of peterschap van een project opneemt, vind ik ook een goed idee. En crowdfunding. Die garandeert dat een initiatief voldoende draagkracht heeft in de regio.” Intercommunales SOLVA (#Streekmotor23), Interwaas (#Een hart voor Waas), Veneco (#Regiokracht) en DDS (#Een hart voor Scheldevallei) zijn partners voor de regiowerkingen.
De vruchten smaken des te zoeter Provinciegouverneur Carina Van Cauter is voorzitter van de Steunraad Oost-Vlaanderen. Dit netwerk van ondernemers, beleidsmensen en andere impactvolle OostVlamingen stelt zijn ervaring en adressenboek in dienst van Streekfonds Oost-Vlaanderen. De gouverneur is overtuigd van de impact die het streekfonds kan hebben. Carina Van Cauter: “Wie het goed heeft, trekt graag een beetje tijd en middelen uit voor mensen die minder kansen kregen of een tegenslag hebben. De werking van een streekfonds drijft op die diepmenselijke behoefte.” Het was haar voorganger, Jan Briers, die met de regiowerking #Streekmotor23 pionierde in het zuiden van de provincie. Hij vroeg Carina Van Cauter om de Steunraad voor te zitten. Carina Van Cauter: “Hij heeft niet moeten aandringen. Ik kende #Streekmotor23 al van een project uit mijn thuisgemeente Herzele. De Kanteling is een leefboerderij voor volwassenen die geen inkomen uit arbeid kunnen halen. Ze oogsten er bessen, fruit en noten en verwerken die tot artisanale producten. Dat gaat soms wat trager, maar de vrucht van hun arbeid smaakt des te zoeter. Ik kan het weten, want ik heb er al geregeld van geproefd.” (lacht)
12 Streekfonds Oost-Vlaanderen
De Kanteling zamelde via crowdfunding geld in voor de aankoop van nieuw plantgoed, fruitverwerkingstoestellen en een picknickbank waar ook mensen met een beperking en in een rolstoel kunnen aanschuiven. #Streekmotor23 verdubbelde het bedrag. Carina Van Cauter: “Ook de gemeente geeft steun. Zo komt de mobiele fruitpers elk jaar naar De Kanteling en raakt de leefboerderij op die manier steeds meer vervlochten met de lokale gemeenschap. Dat is typisch streekfonds: het begint klein, maar groeit snel uit tot een breed gedragen project waar de hele buurt trots op is.”