

Health Mate® infraroodcabines


Verzacht spier- en gewrichtspijnen zoals fibromyalgie, reuma, artrose.


Verlicht nek- en rugklachten. Goed voor hart en bloedvaten.

Verbetert de bloeddoorstroming.
Vermindert huidproblemen zoals acne, psoriasis, eczeem.
Verlicht astma en bronchitis.
Vermindert cellulitis. Verbrandt calorieën.
Verbetert uw algemene conditie en weerstand.
Vermindert hoofdpijn. Verjaagt stress.
Verdrijft afvalstoffen uit uw lichaam. Geen wonder dat ook topsporters er graag gebruik van maken.
Surf naar www.healthmate.be voor meer getuigenissen, heilzame
toepassingen en wetenschappelijke studies. Of bel
i nves T eren in i nnovaT ieve G roei

we hebben smartphones en supercomputers, gentherapie en stamcelonder zoek. We denken dat we in het meest innovatieve tijdperk ooit leven. Maar in werkelijkheid vertraagt de innovatie, terwijl ze moet leiden tot groei.
Er zijn twee soorten groei: extensieve en intensieve groei. Extensieve groei is een gevolg van ‘méér’, bijvoorbeeld meer hoger opgeleiden. Intensieve groei is een gevolg van ‘beter’ en wordt technologiegedreven groei genoemd. Die intensieve, technologische groei leidt tot meer welvaart, maar is steeds moeilijker te realise ren. Zo is terabytes aan genetische informatie omzetten in medische behandelingen veel moeilijker dan antibiotica uitvinden en produceren.
De voorbije 70 jaar zijn de Verenigde Staten de motor van de technologische groei geweest. In 2011 gaf de VS 366 miljard dollar uit aan wetenschappelijk onderzoek, waarvan één derde gefinancierd door de overheid. Het grootste deel gaat naar onderzoek in de geneeskunde. Het NIH, het nationaal instituut voor gezondheid zorg, is de grootste financier ter wereld van biomedisch onderzoek. Obama ver klaarde in zijn State of the Union speech dat er meer dan ooit in onderzoek zou worden geïnvesteerd en hij prees het onderzoek naar hersenziekten en stamcel onderzoek. De realiteit is echter dat er in de VS zwaar wordt bezuinigd op weten schappelijk onderzoek: 8,7 miljard dollar besparingen in 2013.
Japan, dat al meer dan 20 jaar in crisis verkeert, gooit het roer om. De regering beseft dat de industrie – auto’s en elektronica – er over zijn hoogtepunt is en besliste dit jaar 110 miljard yen (1 miljard euro) te investeren in wetenschappelijk onderzoek in de geneeskunde. De premier noemde het een kwestie van overleven voor de Japanse industrie.
De BRICK-landen (Brazilië, Rusland, India, China, Korea) doen hetzelfde. Een nieuwe studie van Thompson Reuters toont aan dat de wetenschappelijke output van die landen de afgelopen 10 jaar vervijfvoudigd is en dat de kwaliteit eveneens sterk gestegen is. Ook hun aantal patenten is spectaculair toegenomen. In 2011 registreerden ze bijna even veel patenten als de G7.
In Vlaanderen blijven we niet achter. De minister voor wetenschapsbeleid heeft met de GIMV een nieuw fonds met 100 miljoen euro opgericht voor innovatie in de zorg sector. Het geld zal voornamelijk naar de rusthuissector gaan, een sector waarin Vlaanderen aan de Europese top wil staan. Hopelijk wordt er niet alleen in die vorm van extensieve groei geïnvesteerd, maar investeert de Vlaamse overheid ook verder in technologiegedreven groei.
Johnny Van der Straeten Gedelegeerd bestuurder
Een nieuw Vlaams fonds met 100 miljoen euro voor innovatie in de zorgsector

























medisch
Chirurgie anno 2013: kleine sneetjes met een groot resultaat


Neuromodulatie succesvol bij urinaire incontinentie, blaasledigingsstoornissen en stoelgangincontinentie
Nationale tumorbanken geven een boost aan het kankeronderzoek

Gezond
Omgaan met dementie: tien tips voor mantelzorgers

Puistjes, pukkels, mee-eters … Feiten en fabels over acne

Zorg
Slaapbegeleiding: als slapen een nachtmerrie wordt ‘Lieselotte is een geschenk uit de hemel.’
Levertransplantpatiënte bevalt van gezonde dochter
De waarheid en niets dan de waarheid? Welke informatie moet uw arts u eigenlijk geven?

hartfalenverpleegkundige
Column Saartje Vandendriessche
Prof. dr. Didier Ebo

sChimmels op KweeK
Schimmels hebben in de natuur een belangrijke functie als opruimers van organisch materiaal. Ze planten zich voort door sporen te vormen die zich via de lucht kunnen verplaatsen. De meeste schimmels zijn onschuldig, maar som mige kunnen bij mensen met ver minderde weerstand of bij het gebruik van bepaalde medicatie voor problemen zorgen. Ze kunnen huid infecties of ernstige longinfecties veroorzaken, of aller gische reacties teweegbrengen. In het labo klinische biologie van het UZA worden schimmels uit stalen op kweek gezet, zodat de laboratoriummedewerkers op basis van hun groei en uitzicht kunnen bepalen om welke schimmel het gaat en de artsen vervolgens de juiste behandeling kunnen starten. In tegenstelling tot bacteriën kunnen schimmels niet door antibiotica worden gedood.

last Van incontinentie

bij sporten, niezen, lachen?
Bent u een vrouw ouder dan 18 jaar en hebt u last van inspanningsincontinentie, dan kunt u deelnemen aan een studie over een nieuwe niet-operatieve behandeltech niek. U krijgt een gratis behandeling en vergoeding voor tijd en reiskosten. Geïnteresseerd? Contacteer Katleen Derickx, T 03 821 47 34 of katleen.derickx@uza.be. Meer info op www.bladdercomfort.com
In januari opende in de inkomhal van het UZA een Shop&Go-winkel van 80 m2, een samenwerking tussen Delhaize en Sodexo. De win kel is nog het best vergelijkbaar met een buurtwinkel en heeft een behoorlijk uitgebreid gamma van 1250 producten. Natuurlijk vindt u er ook producten die specifiek afgestemd zijn op een ziekenhuis publiek zoals fruitmanden, bloemen en cadeauartikelen, maar ook pakweg glutenvrije en zoutarme producten. Er is ook een ruim gamma meeneemmaaltijden te verkrijgen. Sigaretten zijn er niet te koop. De winkel is van maandag tot vrijdag open van 8.30 tot 20 uur, op zaterdag en feestdagen open van 12 tot 19 uur, op zondag gesloten.

FilmpjEs wijzEn DE wEg in het uZa


Als u voor het eerst op consultatie komt of een ingreep moet onder gaan, komt er heel wat op u af. Sinds kort vindt u op de UZA-website enkele filmpjes die u vooraf wegwijs maken in het ziekenhuis. Zo weet u op voorhand goed waar u zich moet aanmelden en wat u kunt verwachten. Er zijn momenteel zes filmpjes beschikbaar:
» Uw raadpleging in het UZA in 5 stappen
» Een opname in het UZA zonder overnachting in 8 stappen
» Uw opname in het UZA met overnachting in 6 stappen
» Uitleg over uw ziekenhuisfactuur
» Uitleg over de routes
» Uitleg over uw kamer
63
In 2012 werden er in het UZA 63 organen getransplanteerd bij 59 patiënten. Nier transplantaties wor den in het UZA het meest uitgevoerd: zo’n 40 patiënten kregen een nieuwe nier. Daarna volgen de lever-, pan creas- en harttransplantaties. Er werd vorig jaar voor het eerst ook een dunne darm getransplanteerd. Met succes! Lees het verhaal van Ronald in Maguza 90 of op www.maguza.be
Buurtwinkel in DE inkomhal laat je hartritme in april
Vanaf uw veertigste hebt u één kans op vier om ooit voorkamerfibrillatie te krijgen. Dat is een ernstige aandoening waarbij het hart op hol slaat en heel onregelmatig klopt. Personen met voorkamerfibrilla tie hebben vijf keer meer kans op een trombose of beroerte. Een op drie heeft echter geen symptomen en loopt er dus zonder het te beseffen mee rond. Om iedereen bewust te maken van het risico, vindt sinds enkele jaren de Week van het hartritme plaats. In een hele reeks ziekenhuizen kunnen personen die tot de risicogroep behoren hun hartritme laten controleren. In het UZA kan dat op donderdag 25 april.
Verplicht inschrijven via www.mijnhartritme.be. Op die site vindt u ook een test om na te gaan of u tot de risicogroep behoort.
Kanjerketting voor kinderen mEt kankEr


Kinderen met kanker onder gaan een lange reeks onderzoe ken en behandelingen. Om hen door die zware tijd heen te hel pen is de Kanjerketting in het leven geroepen. Na elke behan deling, ingreep of onderzoek krijgen de kinderen in het UZA een specifieke kleurrijke kraal voor hun ketting. Dat vormt een klein lichtpuntje in het traject, maar maakt van de kralenket ting ook een weerspiegeling van de behandeling. De ket ting maakt zichtbaar wat soms
ongrijpbaar is en vormt voor de kinderen een aanknopings punt om te praten over wat hen overkomt. Het UZA kon de Kanjerketting introduceren met de financiële steun van Fashion 4 charity, opgezet door model en presentatrice Valerie De Booser. Elk jaar krijgen 250 tot 300 Belgische kinderen jonger dan vijftien jaar te horen dat ze kanker hebben. Sinds vorig jaar kunnen kinderen in het UZA in een gespecialiseerd centrum voor kinderoncologie terecht.
hartritme controleren prins laurent Bokst mEE
Op 9 februari kwam Prins Laurent in het UZA patiënten met een zeldzame stofwisselingsziekte een hart onder de riem steken. Het Centrum voor Erfelijke Metabole Aandoeningen (CEMA) van het UZA en de patiëntenver eniging BOKS maakten samen een informatiemap voor de patiënten. Als beschermheer van de vzw BOKS kwam Prins Laurent de eerste map overhandigen. Patiënten met een zeldzame stofwisselingsziekte hebben meestal heel hun leven medische zorg nodig, moeten vaak een levens lang dieet volgen en specifieke medicatie en maatrege len nemen. In de map vinden ze uitleg over hun ziekte en over hoe die zal evolueren in de tijd, een handleiding voor de administratieve zaken, en belangrijke gegevens voor hulpverleners in geval van urgentie. De broertjes Peeters uit Essen ontvingen de eerste infomappen uit prinselijke handen. Ze lijden alle drie aan een stofwisselingsziekte, met name een ketolysedefect, wat een grote impact heeft op het leven van het gezin. Info:

Grote operatiewondes maken steeds vaker plaats voor minuscule sneetjes: minimaal invasieve chirurgie blijft terrein winnen. Een mooie zaak voor de patiënt. ‘Al dreigt het hoge kostenplaatje die evolutie aan banden te leggen’, klinkt het bij de chirurgen.
Bij een kijkoperatie wordt een piepkleine camera in het lichaam gebracht via een heel smal buisje. Zo kan de chirurg de operatie op zijn monitor volgen. De eigenlijke ingreep gebeurt via een of meer andere buisjes, met behulp van langwerpige instru menten. Voor elk buisje volstaat een sneetje van één of anderhalve centime
ter. ‘Vooral die kleine insnedes springen in het oog’, zegt UZA-neurochirurg dr. Ricky Rasschaert. ‘Belangrijker is ech ter wat daaronder gebeurt. Tijdens een kijkoperatie hoeft de chirurg nauwelijks te raken aan structuren die toevallig in de buurt liggen, zoals spieren. Dat is de grootste meerwaarde.’
Begin jaren negentig kwam minimaal invasieve chirurgie in een stroom versnelling. Opereren met zo weinig mogelijk collateral damage was het doel. Naast kijkoperaties zijn er overigens nog tal van andere niet-ingrijpende operatietechnieken. Een bekende is de katheterisatie, die steeds vaker wordt ingeschakeld voor behandelingen (zie kaderstuk p. 12).

minder snijden, minder lijden Thorax- en vaatchirurgen prof. dr. Jeroen Hendriks en dr. Patrick Lauwers zagen de minimaal invasieve chirurgie in hun vak domein de voorbije tien jaar exploderen.
Hendriks: ‘We spreken dan zowel over kijkoperaties als over endovasculaire technieken, waarbij er wordt geopereerd via een bloedvat. De voordelen voor de patiënt zijn talrijk: minder bloedverlies, minder pijn, kleinere littekens, vaak minder complicaties, een sneller herstel, een korter ziekenhuisverblijf … Een pati ent die vroeger werd geopereerd aan een aneurysma – een uitstulping in een bloedvat – in de buik of in de borstkas, lag minstens tien dagen in het zieken huis, waarvan een tot drie dagen op intensieve zorg. Nu gebeurt zoiets via een bloedvat, meestal onder plaatselijke verdoving. Er is maximaal één overnach ting nodig en de patiënt kan na pakweg drie of vier dagen zijn normale activitei ten hervatten.’
Nog zo’n techniek in opmars is de Nuss-procedure, toegepast bij jonge ren met een zogenaamde trechter borst. Die aandoening uit zich als een uitgesproken indeuking ter hoogte van
ChirurGie anno 2013
Kleine sneeTjes,
GrooT resulTaaT

het borstbeen. Hendriks: ‘Tot voor kort kon je de borstkas alleen reconstrueren met een open ingreep. Nu kan dat vaak met een kijkoperatie: de chirurg brengt een gebogen staaf in de borstkas aan. Na enkele jaren mag die er weer uit en behoudt de ribbenkast de goede vorm. De littekens van de kijkoperatie zijn klei ner en liggen mooi aan de zijkant van de borst in plaats van in het midden. Er is ook minder risico op nabloedingen, infecties en een instabiele borstkas. Ook een pectus carinatum, een afwijking waarbij het borstbeen naar buiten staat, kan in bepaalde gevallen minimaal inva sief worden geopereerd.’
rugspieren gespaard

Ook binnen de neurochirurgie blijft minder ingrijpende heelkunde aan belang winnen. De dienst neurochi rurgie startte onlangs met minimaal invasieve hersteloperaties van de rug. Rasschaert: ‘Dat zijn ingrepen waar
De voornaamste beperking van mini maal invasieve chirurgie is het kos tenplaatje. De toestellen vragen een enorme investering en het gebruikte materiaal is duurder, maar de terug betaling hinkt meestal achterop. zie kenhuizen passen daar op allerlei manieren een mouw aan: soms beta len ze operaties deels zelf of ze beper ken ze tot die patiënten die er het meest baat bij hebben.
prof. dr. jeroen hendriks: ‘als iemand sneller herstelt, is dat ook economisch een groot voordeel. Bovendien wor

den de wachttijden korter doordat de ingrepen minder lang duren en moeten er minder patiënten onder narcose. toch snijden we als ziekenhuis vaak in ons eigen vel met dit soort chirur gie.’ Voor sommige operaties vallen de extra kosten ten laste van het zie kenhuis, in andere gevallen draagt de patiënt de meerkosten. ‘ook dat laat ste is niet ideaal, want zo riskeer je een geneeskunde met twee snelheden’, aldus hendriks. ‘patiënten moeten dus goed de kleine lettertjes van hun ziek teverzekeringspolis lezen en zich al op jonge leeftijd goed verzekeren.’

Een bekende vorm van minimaal invasieve chirurgie is de ballondilatatie of de plaatsing van een stent via een kathete risatie. Daarbij prikt de chirurg de slagader in de lies of arm aan en schuift hij een voerdraad op tot bij de vernauwing in de slagader. Daar wordt hetzij een ballonnetje opgebla zen, hetzij een metalen buisje – een stent – aangebracht om de slagader weer open te krijgen. Beide technieken heb ben echter nadelen: na een ballondilatatie is er een vrij grote kans op scheuren en een nieuwe vernauwing en bij een stent bestaat het risico op verstopping door klontervorming of littekenweefsel.
De afgelopen jaren wordt er volop naar alternatieven gezocht. Een daarvan is een ballon die een product afzet in de wand van het bloedvat, een zogenaamde drug elu ting ballon, en het zo langer openhoudt. Een andere optie is de bioresorbeerbare stent: die verdwijnt op de duur vanzelf, zodat de slagaderwand – die intussen de goede vorm heeft aangenomen – er niet meer op kan reageren.
bij je de wervelkolom moet vastzet ten, bijvoorbeeld bij slijtage of na een ongeval. Traditioneel gebeurt dat door een snede van minstens 15 centimeter te maken en de spieren los te maken van het bot, waarbij de zenuwen wor den doorgehaald. Vervolgens maken we een reconstructie met schroeven en staven. Bij een kijkoperatie brengen we diezelfde constructie aan met insnedes van anderhalve centimeter. De patiënt ligt onder een röntgenboog, zodat we perfect op de beelden zien waar de schroeven moeten komen.’
Patiënten kunnen na drie of vier dagen naar huis, terwijl dat met een klassieke operatie gemiddeld pas na een week kan. Hét voordeel is echter dat er minder wordt geraakt aan de rugspieren, waardoor die op lange ter mijn sterker blijven. ‘De ingreep is wel alleen geschikt voor relatief eenvou dige wervelkolomreconstructies’, geeft Rasschaert nog mee.
robot aan operatietafel
Ook de abdominale heelkunde trok al vroeg de kaart van de minimaal inva sieve chirurgie. ‘Rond 2000 was het enthousiasme echter wat bekoeld’, vertelt prof. dr. Guy Hubens, dienst hoofd abdominale chirurgie. ‘Vooral de beperkte bewegingsvrijheid en het tweedimensionale beeld bij een kijk operatie waren een nadeel. Toen kwam echter de robotica.’ Met die techniek staat de chirurg niet zelf aan de ope ratietafel, maar bestuurt hij vanop afstand een kolom met vier robotarmen waarop instrumenten en een kleine camera zijn gemonteerd. De beelden verschijnen in 3D en uitvergroot op een monitor, waardoor de chirurg zich als het ware in het operatieveld bevindt. Hubens maakte voor het eerst ken nis met de techniek tijdens het congres van het American College of Surgeons. ‘De grootste problemen van de kijk operatie leken in één klap opgelost’, blikt hij terug. ‘Je had weer 3D-zicht en instrumenten die de bewegingen van

de hand imiteerden. Het UZA kocht het toestel in 2002 aan. Bij de eerste toepassingen waren operaties van slok darmtumoren: een Europese primeur.’
De eerste jaren was het wat zoeken. Hubens: ‘Als de operatie niet bleek te kunnen met robotica, schakelden we tijdens de ingreep over naar de klas sieke methode. Dat legden we vooraf zo uit aan de patiënt. De meesten gaven ons alle vertrouwen. Slechts een enke ling liet verstaan: doe mij maar de klas sieke manier. Dan respecteerden we dat. Intussen zijn we op kruissnelheid en opereren we alle slokdarmtumoren op die manier.’ Ook andere diensten maken gebruik van robotica. Daaronder de dienst thorax- en vaatheelkunde, die de robot vooral inzet om de zwezerik te ver wijderen, een klier tussen het borstbeen en de luchtpijp. Ook ingrepen in de lon gen of de hersenen en operaties waarbij de eerste rib wordt verwijderd, zullen in de toekomst met robotica gebeuren.
snelle evolutie
Rest nog de vraag wie al die nieuwe technieken uitvindt. ‘Het initiatief komt meestal vanuit de medische wereld, via specialisten die optreden als con sultants’, legt Hendriks uit. ‘Vanaf dan worden de kosten doorgaans gedragen door de industrie of specifieke inves teerdersgroepen. Er wordt een product uitgewerkt en nadien wordt een of meer geschikte centra gezocht om de techniek uit te testen. Blijkt de nieuwe behande ling succesvol, dan vindt ze haar weg naar de klinische praktijk via workshops, congressen en de literatuur. De pioniers centra bieden opleidingen aan andere geïnteresseerde artsen aan.’ Innovaties volgen elkaar almaar sneller op, onder vindt hij. ‘Soms wordt een veelbelovende techniek door een andere ingehaald nog voor hij goed en wel is gelanceerd. Als chirurg moet je dan ook goed afwegen wat interessant is en wat niet. Op elke kar springen is simpelweg onmogelijk. En soms moet je ook afwachten of een techniek zichzelf wel waarmaakt.’
Dienst abdominale, kinder- en reconstructieve heelkunde, T 03 821 33 30, dienst neurochirurgie, T 03 821 33 28, dienst thorax- en vaatheelkunde, T 03 821 37 85.
Sacrale neuromodulatie bij urinaire incontinentie en blaasledigingsstoornissen wordt in het UZA al bijna vijftien jaar toegepast. ‘Toch is de behandeling nog te weinig bekend,’ zegt prof. dr. Stefan De Wachter, die er intussen al zo’n 600 patiënten mee hielp. Vanaf deze zomer wordt het UZA een trainingscentrum voor artsen uit heel de wereld.
neuromoDulaTie:
ooK Bij Blaas- en sToelGanGproBlemen
Bij sacrale neuromodulatie geeft een elektrode impulsen aan de zenuwen in het heiligbeen (os sacrum). Die zenuwen regelen het functione ren van de blaas, darmen, sluitspieren en de bekkenbodem, maar soms loopt daar iets mis. Patiënten met urgentieincontinentie of incontinentie door een overactieve blaas, patiënten met blaas ledigingsproblemen, die niet meer spon taan kunnen plassen, en ook mensen met stoelgangincontinentie kunnen baat hebben bij sacrale neuromodulatie. Bij hen geven de zenuwen immers vaak ver keerde signalen af, met alle gevolgen van dien. ‘Een eerstelijnsbehandeling is het echter niet,’ zegt De Wachter. ‘Pas als de klassieke behandelingen, bijvoorbeeld medicatie of kinesitherapie, geen effect hebben, zetten we neuromodulatie in.’
info Dienst urologie, T 03 821 33 68

eerst extern, daarna onderhuids
Via een naald wordt een elektrode naar het heiligbeen geschoven waar ze zich vasthecht. ‘Dat gebeurt in de dagkliniek,’ zegt De Wachter. De neu romodulatie wordt vervolgens drie weken uitgetest. ‘Tijdens die weken heeft de patiënt een externe pace maker die via de elektrodes elektri sche impulsen geeft aan de zenuwen.’ Blijkt de neuromodulatie een posi tief effect te hebben op de sympto men – wat bij 80 tot 90 % het geval is – dan wordt er bij de patiënt een onderhuidse pacemaker ingeplant, ter hoogte van de bil. ‘Van die patiënten ondervindt uiteindelijk opnieuw 80 % een aanzienlijke verbetering in de vijf jaar na de ingreep. Dat is bijzonder
veel aangezien de meesten pas na jaren vol problemen bij ons terecht komen. Genezen kunnen we echter niet: het blijft symptoombestrijding.’ Complicaties komen zelden voor, en als blijkt dat de neuromodulatie geen effect heeft, wordt de elektrode gewoon verwijderd.
Prof. De Wachter was voor zijn komst naar het UZA actief in het acade misch ziekenhuis Maastricht waar hij andere artsen trainde in sacrale neuromodulatie. ‘Sinds kort hebben we de toestemming om ook in het UZA die trainingen aan te bieden, als derde centrum in Europa. Een mooie erkenning van de expertise die de teams van urologie en abdominale heelkunde doorheen de jaren heb ben opgebouwd.’
Begin dit jaar stelde het UZA de werking van Tumorbank@UZA voor. Het project kadert in een ruimer Belgisch initiatief: elf universitaire centra bewaren systematisch stalen van kankerpatiënten en wisselen die uit voor research. Het kankeronderzoek krijgt daarmee een ongeziene boost.
TumorBanK: BoosT voor KanKeronDerZoeK
Ziekenhuizen bewaren al langer weefselstalen voor onderzoek.
‘Tot voor kort gebeurde dat echter weinig georganiseerd. Het Nationaal Kankerplan bracht daar verandering in. Sinds kort krijgt elk universitair cen trum de middelen om tumorstalen op een kwalitatieve manier te bewaren, te beheren en ter beschikking te stel len aan onderzoekers’, zegt prof. dr. Marc Peeters, diensthoofd oncologie en samen met prof. dr. Patrick Pauwels, dienst pathologische anatomie, coördi nator van de tumorbank.
De stalen moeten volgens een stan daardprocedure worden verwerkt en bewaard, wat een hoge kwaliteit garan deert. Dat is cruciaal: in een onderzoek staat of valt immers alles met de kwa liteit van de stalen. ‘Als weefsel een paar uur in de operatiezaal blijft lig gen, vermindert de wetenschappelijke waarde ervan. De kankercellen zijn dan niet meer bezig met vermenigvuldigen of binnendringen in andere weefsels, maar zijn aan het afsterven. Terwijl we net het functioneren van een levende kankercel willen onderzoeken’, legt Pauwels uit.
Catalogus van tumorstalen
Via de Belgische Virtuele Tumorbank, als het ware een grote catalogus van tumorstalen, kunnen de deelnemende centra onderling stalen opvragen. Dat is een grote meerwaarde: hoe groter het aantal patiënten, hoe relevanter het onderzoek meestal is.
‘Als een onderzoeker over bepaalde van onze stalen wil beschikken, dient hij daarvoor een aanvraag in bij Tumor bank@UZA’, zegt Elke Smits, project manager van de tumorbank. ‘Die aanvraag wordt vervolgens voorgelegd aan de adviesraad van de tumorbank. De wetenschappelijke waarde en de haalbaarheid van het project zijn essen tieel, want onderzoeksmateriaal is kost baar. Eenmaal het groen licht gegeven, wordt de aanvraag geëvalueerd door het Ethisch Comité van het UZA.’
In het UZA zijn al verschillende onder zoeken opgestart die gebruik maken van de tumorbank. Zo doet de dienst oncologie onderzoek naar spontane vermagering bij kankerpatiënten. De dienst pathologische anatomie heeft onder meer een project lopen rond tumoren van het mediastinum, de
info tumorbank@uza.be, patrick.pauwels@uza.be, T 03 821 37 68
ruimte tussen de longen, in samenwer king met de dienst thorax- en vaatheel kunde. Op basis van DNA-analyse van de tumor wordt gezocht naar een werk zaam geneesmiddel.

voortrekker
Het UZA is een absolute voortrekker in het aanleggen en beheren van de tumorbank. Ook kwalitatief behoort Tumorbank@UZA tot de top. Sinds kort brengt het UZA overigens ook bloedsta len van kankerpatiënten in de tumor bank onder. De combinatie van een weefselstaal én een bloedstaal van een zelfde patiënt maakt onderzoek naar biomerkers mogelijk. Dat zijn stoffen in het lichaam die onder meer iets vertel len over de aard en het verloop van de ziekte.
Smits is ervan overtuigd dat de oprichting van de tumorbank het kan keronderzoek naar een hogere versnel ling kan brengen. Dat komt op termijn de zorg ten goede. ‘Via de tumorbank krijgen onderzoekers toegang tot een breed gamma stalen van optimale kwa liteit. Dat is een mooie vooruitgang’, besluit ze.
De tumorbank bevat behalve tumorweefsel ook bloedstalen (zie hoofdartikel). het tumorweefsel dat wordt verwijderd tijdens een operatie, gaat in eerste instantie naar de dienst pathologische ana tomie voor de diagnose. alleen restmateriaal, dat normaal bij het medisch afval belandt, wordt bij -80°C in de tumorbank bewaard.
aan elk staal wordt een aan tal gegevens gekoppeld, zoals het type kanker en de leeftijd en het geslacht van de patiënt. Bij gebruik voor wetenschappelijk onderzoek blijft de anonimiteit verzekerd. Elke patiënt heeft ove rigens het recht om verzet aan te tekenen tegen het gebruik van zijn weefsel voor kankeronderzoek. Via de onthaalbrochure wordt u op die mogelijkheid gewezen.
Defi
waT is een defibrillator?
Een defibrillator is een toestel dat wordt gebruikt om mensen met een hartstilstand te reanimeren. De naam verwijst naar fibrilleren, dat is chao tisch samentrekken of trillen, wat het hart op die momenten meestal doet. Door middel van een elektrische schok kan een defibrillator het hart opnieuw in het juiste ritme en op gang brengen. Er bestaan zowel externe als interne defibrillatoren.
waT is het verschil tussen een externe en een interne defibrillator?
Een externe defibrillator is een toestel waarmee een arts of verpleegkundige iemand kan reanimeren. Er bestaan ook automatische externe defibrillatoren (AED). Die kunnen door iedereen bediend worden.


Een interne defibrillator (ICD of implanteerbare cardioverter defibrillator) is veel kleiner en wordt ingeplant bij personen met een voorgeschiedenis van hartstilstand of met bepaalde aangeboren of verworven hartziekten. De ICD bewaakt continu het hartritme en geeft een schok wanneer dat nodig is.
waar vind ik aeD’s?
Tegenwoordig zijn heel wat scholen, sportcentra en openbare gebouwen voorzien van een AEDtoestel, herkenbaar aan het groene AED-picto gram. AED’s worden enkel gebruikt bij mensen die bewusteloos zijn en niet meer ademen. Ze kunnen mensenlevens redden, omdat er bij een hartstil stand meestal geen tijd is om te wachten op de hulpdiensten. Het is een soort doos met een aanuitknop en elektroden. Een AED geeft gesproken instructies aan wie het toestel bedient, waardoor iedereen op een juiste manier kan reanimeren. Tijdens het gebruik detecteert het toestel zelf of een stroomstoot nodig is. Om de hersenen van voldoende zuurstof te voorzien, moet een AED wel altijd met borstcompressies (hartmassage) en beademing gecombineerd worden.
B ri l la T or
Klaar
GeGevenslawine?
geneesmiddelen in het UZA met wat de overheid terugbetaalt en doen op basis daarvan bijsturingen. Er wordt ook heel veel benchmarking gedaan: de eigen prestaties vergelijken met de rest van de ziekenhuissector.’
waarom is het medische en verpleegkundige moeilijker te automatiseren?
Informatie- en communicatietechnologie is essentieel om een ziekenhuis te doen draaien. De ICT-afdeling van het UZA telt niet voor niets 48 voltijdse werkkrachten. Hoe ziet ICT-directeur Geert Smits de toekomst? ‘Langetermijnvoorspellingen zijn erg moeilijk, maar in elk geval neemt de hoeveelheid gegevens, vooral medische gegevens, exponentieel toe.
hoe
ver staan we vandaag met de informatisering van het uZa?
Geert Smits: ‘Op bedrijfseconomisch vlak zijn we al ver gevorderd. De meeste processen zijn geautomati seerd. Het medische en verpleeg kundige is om verschillende redenen een pak moeilijker te automatiseren. Waar het UZA de laatste jaren enorme vorderingen heeft gemaakt is business intelligence, waarbij men zoveel mogelijk elektronische gegevens verzamelt, integreert, consistent maakt en ze omzet naar bruikbare informatie. Een voorbeeld: we vergelijken de voorgeschreven
‘Wat artsen, verpleegkundigen en paramedici doen, is erg complex en ook door de niet altijd standaard manier van werken niet zo makkelijk te informatiseren. Ook was er weinig goede software op de markt waar mee we dat ziekenhuisbreed konden doen. Op heel wat diensten zijn er echter wel goede specifieke oplossin gen. Zo gebruikt radiologie al jaren een digitaal systeem voor de foto’s en scans en ook op de afdeling inten sieve zorg is de informatisering al ver gevorderd. Dat zijn diensten met een heel duidelijk en vrij eenvormig pro ces. Daar lukt dat makkelijker.’
op de andere medische dien sten is het niet zo evident?
‘Wegens de complexiteit maar ook omdat je de technologie eigenlijk moet brengen naar waar het nodig is. We hebben lang nagedacht, bijvoor beeld over pc’s in de karren van de verpleegkundigen. Dat blijkt allemaal moeilijk. Artsen en verpleegkundigen willen ook vooral met hun patiënt bezig zijn en niet met een computer. Heel wat diensten houden intussen wel elektronische patiëntendossiers bij. Die zijn wel heel tekstueel, met veel vrijheid om van alles in te vullen.’

voor De
evenslawine?
wat is de volgende stap?
‘Ziekenhuisbrede processen, zoals aanvragen voor onderzoeken, labo tests of scans gaan we nu automatise ren. Ook zullen we de verschillende applicaties die er vandaag zijn, inte greren in één database. We willen komen tot een nieuw elektronisch patiëntendossier. De zorg wordt daardoor efficiënter, over de grenzen van de diensten heen en de kwali teit neemt toe. Ook multidisciplinair werken gaat zo nog vlotter. Voor het JCI accreditatieproces moeten we meer gestandaardiseerd gaan wer ken, en ook dat zal helpen.’
Daarnaast zijn er ook initiatieven over de grenzen van de ziekenhuizen heen? ‘Ja, zowel de federale als de Vlaamse overheid lanceren platforms voor de uitwisseling van patiëntengegevens. Voor het federale platform E-health vormen wij samen met negen andere ziekenhuizen de Antwerpse regio nale hub. Ook met de ziekenhuizen waar we mee samenwerken probe ren we zoveel mogelijk elektronische gegevens uit te wisselen in het kader van een meer kwalitatieve en effici entere zorg. Bij dat alles houden we natuurlijk rekening met de privacy van de patiënt.’
wat zijn de voordelen voor de patiënt?
‘Die zal niet meer verschillende keren extra onderzoeken moeten onder gaan. Bovendien zullen de gezond heidswerkers druk voelen om de dossiers goed op te maken. Zeker in
een acute situatie zal het een enorm voordeel zijn dat patiëntengegevens beschikbaar zijn. Op termijn zal de patiënt ook veel meer zelf controle hebben, over zijn dossier, maar hij zal ook bijvoorbeeld online zijn afspra ken kunnen beheren. Op langere ter mijn zal er enorm veel veranderen. Waarom zou je je dossier niet gewoon op een chip met je meedragen? Ten slotte zal ook de monitoring evolue ren. Het UZA is gestart met projecten om chronische patiënten ook buiten het ziekenhuis op te volgen. Er lopen momenteel pilootprojecten voor de thuismonitoring van kinderen met diabetes, slaapmonitoring thuis en binnenkort ook thuisbeademing.’
Gegevens lijken wel de rode draad doorheen het verhaal? ‘Zeker. De geneeskunde levert steeds meer gegevens op, wat met de door braak van de genetica nog zal toe nemen. Een arts zal die gegevens

met de hulp van de computer beter kunnen verwerken. Daarenboven zullen de gegevens ook gebruikt kun nen worden in het wetenschappelijk onderzoek. We zetten nu systemen op om de methodes van business intelligence toe te passen op klini sche gegevens. Zo zijn op intensieve zorg een aantal studies bezig om tot de meest optimale behandeling te komen. Een ander voorbeeld is dat we die methodiek ook inzetten voor een meer optimale selectie van patiënten die in aanmerking komen om deel te nemen aan wetenschap pelijk onderzoek. Tegelijk stelt die stroom gegevens ook een enorme uitdaging, alleen al op het vlak van opslagcapaciteit. Dat wordt iets van een compleet andere schaal dan van daag. Ten slotte zal naarmate het zie kenhuis open wordt en de gegevens meer elektronisch beschikbaar zijn steeds meer aandacht besteed wor den aan de informatiebeveiliging.’

Ontslag uit het ziekenhuis?
Landelijke Thuiszorg helpt met een waaier van diensten gezinszorg - kraamzorg - poetshulp - gastopvang - oppas - klusjesdienst - woningaanpassing Bel 070/22 88 78 of kijk op www.landelijkethuiszorg.be




Vergroot de hoop voor elk kind met een zeldzame ziekte

In België lijden 800 kinderen aan een zeldzame stofwisselingsziekte. Meestal is de ziekte aangeboren en moeilijk behandelbaar. Een levens lang dieet, een orgaantransplantatie of specifieke geneesmiddelen kunnen voor sommigen helpen, voor anderen niet. Het UZA wil via wetenschappelijk onderzoek nieuwe en betere methodes ontwikkelen om stofwisselingsziekten te behandelen. Via het UZA-mecenaatsfonds kan ook u bijdragen aan een hoopvolle toekomst voor deze patiëntjes.
Zowel bedrijven als particulieren kunnen giften of legaten overmaken aan het fonds Doe dit vandaag nog door een storting op rekeningnummer 001-0893155-55 van het UZA met vermelding ‘zeldzame ziekten’. Giften zijn fiscaal aftrekbaar
UZA-mecenaatsfonds voorzitter: dr. Jan Proesmans Wilrijkstraat , B- 6 Edegem - Tel - Fax www.uza.be > over het UZA > Organisatie > Bestuursorganen > Mecenaatfonds
Dossier allerGie
Dat allergieën hand over hand toenemen, merken ze op de dienst allergologie elke dag. Kinderen met ernstige voedselallergieën zijn niet uitzonderlijk meer, bij steeds meer volwassenen duiken kruisallergieën op en met de regelmaat van de klok komen nieuwe allergieën aan het licht. Het UZA zet dan ook alle zeilen bij in de behandeling van en het onderzoek naar allergieën.
ieDereen allerGisCh
Als Oskar (13) nog maar vis ruikt, krijgt hij soms al last in zijn neus en keel. ‘We zijn altijd alert op een allergische reactie, al willen we het ook niet dramatiseren’, zegt zijn moeder Katty Allaert. Prof. dr. Margo Hagendorens merkt het in haar praktijk: voedselallergie bij kinderen neemt sterk toe.
in een Klein heT
Katty Allaert, VRT-journaliste en mede-auteur van het boek Aller gie bij kinderen, weet meer over allergie dan haar lief is. Zoon Oskar was amper zes weken oud toen hij het verdict zwaar allergisch kreeg. Hij had toen erge eczeem en kreeg kort daarna ook astma-achtige klachten. Rond zijn eerste verjaardag bleek uit tests dat hij overgevoelig was voor melk en eieren. Oskar is lang niet de enige. ‘Vroeger zag ik nu en dan een voed selallergie’, zegt UZApediater prof. dr. Margo Hagendorens. ‘Nu kampt zowat 40 % van mijn patiënten ermee. Een baby met zes voedselallergieën is niet meer zo uitzonderlijk. De allergieën voor aardappelen, noten en exotische vruchten nemen duidelijk toe, even als kruisallergieën (zie
kaderstuk). De combinatie van een pol len- en voedselallergie is klassiek.’ Stijger met stip is echter de allergie voor pinda. Vaak duikt die op rond kleuterleef tijd. ‘De reacties kunnen heftig zijn’, zegt Hagendorens. ‘En pinda zit in meer voe dingswaren dan je zou denken, zoals in sommige frituursauzen en voorverpakte ijsjes. Ook de allergieën voor hazelnoot en kiwi zijn sterk toegenomen.’
‘Dat lust ik niet’
Hoe kun je weten of je kind allergisch is voor bepaalde voeding? Bij baby’s is vooral hardnekkig eczeem verdacht. Verder is het opletten als een kind na het eten van bepaalde voedingswaren steevast last krijgt van netelroos, jeuk, gezwollen lippen, hoesten, heesheid, diarree of overgeven.
Hagendorens baseert haar diagnose in de eerste plaats op het verhaal van het kind en de ouders. ‘Daarbij pols ik ook altijd naar dingen die het kind echt niet wil eten: dat zet ons soms op weg.’ Om die vermoedens te bevestigen zijn er allergietests, meestal eenvoudige bloed- of huidtests. Bij heftige reacties of hardnekkige klachten voert Hagen dorens die tests ook uit bij baby’s. In

Gevaar
principe kun je immers op elke leef tijd op allergie testen. ‘De stelling dat allergietests niet kunnen voor de leef tijd van vier of vijf jaar, is fout’, onder streept Hagendorens.
Een voedselallergie is niet te gene zen: vermijden is de boodschap. ‘Ik geef daarin heel duidelijk advies’, zegt Hagendorens. ‘Zeggen dat iemand zwaar allergisch is voor hazelnoot, en ook een beetje voor amandelen en cashewnoot, is niet werkbaar. Ik maak daarvan: geen noten. Als de pati ent allergisch is voor een essentieel voedingsonderdeel als aardappelen, bespreek ik de alternatieven en volgt er eventueel een afspraak met de diëtiste.’ Katty vond destijds vooral de allergie voor eieren een harde dobber. Pudding, pannenkoeken, de meeste koekjes: voor Oskar kon het allemaal niet. ‘Het loonde echter de moeite om op te let ten. Want door consequent eieren en melk te schrappen, werd zijn eczeem veel beter’, herinnert ze zich.
Cupcakes voor iedereen?

Omdat een allergische reactie nooit uit te sluiten is, geeft Hagendorens altijd een noodplan mee: anti-allergische
medicatie en een luchtwegverwijder voor milde reacties en een inspuitbaar adrenalinepreparaat voor een heel ern stige reactie. Hagendorens drukt ouders ook altijd op het hart om ook familie, leerkrachten en andere begeleiders goed in te lichten. Voor Katty werd dat een tweede natuur. ‘Veel leerkrachten en begeleiders reageerden schitterend. Zo zat Oskar als kleuter op een school waar hij ’s middags warm at. Op maan dag overliepen we telkens het week menu met de kok en zochten we indien nodig naar alternatieven. Al maakten we ook het tegenovergestelde mee, zoals die ene leerkracht die Oskar tijdens een kamp volledig aan zijn lot overliet. Niet iedereen is even zorgzaam.’
Kinderen met een voedselallergie heb ben soms nog andere allergische klach ten, zoals astma of neuslast. Voor de behandeling van die symptomen werkt Hagendorens vaak nauw samen met de diensten neus-keel-oor, gastro-entero logie, longziekten en dermatologie.
Een allergie vraagt om een zorgvul dige aanpak, maar ook de levenskwali teit mag je nooit uit het oog verliezen, beklemtoont Hagendorens. ‘Als een kind bij een traktatie in de klas geen



waT is een allerGie?


Bij personen met een allergie maakt het immuunsysteem antilichamen aan tegen onschadelijke stoffen van buitenaf. het gevolg zijn allergische symptomen als niezen, tranende ogen, gezwollen lippen, een prikkelend gevoel in de keel, netelroos, diarree … De stof waarvoor iemand allergisch is, wordt het allergeen genoemd. je kunt allergisch zijn voor stoffen in de lucht – bijvoorbeeld stuifmeelkorrels of huis stofmijt – maar ook voor voeding of voor stoffen waarmee je huid in aanraking komt, zoals latex.
meer en meer ontstaan er kruisallergieën: mensen zijn allergisch voor één stof, vaak een soort pollen, en ontwik kelen later een allergie voor een stof die erg op het eerste allergeen lijkt. Een typische kruisallergie is bijvoorbeeld die voor boompollen en appel. Veruit de meeste allergieën zijn niet te genezen. je kunt alleen het allergeen vermijden.
Katty Allaert en zoon Oskar: ‘Eén keer at Oskar stiekem een pinda. Gelukkig woonden we in de straat van het ziekenhuis.’ »

Een allergie in opmars is die voor hazelnoot. hazelnoot zit verwerkt in tal van zoetigheden, waaronder chocopasta, chocolade, pralines, koekjes en gebak. De dienst allergologie deed onderzoek naar hazelnootallergie bij zijn pati enten en ontdekte dat volwassenen aan een ander type hazelnootallergie lijden dan kinde ren. Bij volwassenen is de overgevoeligheid vrij mild en gaat ze meestal gepaard met een boompollenallergie. kinderen hebben vaak een ernstige vorm die niets met boompollen te maken heeft.
‘Via bloedonderzoek kunnen we nagaan om welk type het gaat. Voor de patiënt is dat cru ciale informatie. want als iemand een ernstige vorm heeft, moet je bedacht zijn op een heftige reactie en is het uiterst belangrijk om elk con tact met hazelnoot te vermijden’, zegt prof. dr. Didier Ebo.
cupcake mag eten, moet er een alter natief zijn. Punt. Als arts hamer ik daar op.’ Ook Katty was op dat vlak vooruit ziend. Elke kleuterjuf kreeg een doos met koekjes die geschikt waren voor Oskar, zodat hij nooit uit de boot viel.
stiekem pinda
Eens de diagnose gesteld en de aan pak goed besproken, komen kinderen meestal nog halfjaarlijks of jaarlijks naar het UZA voor een controle. Af en toe worden ze opnieuw getest om na te gaan of er allergieën zijn bijgekomen of weggegaan. ‘Zeker bij een allergie met een grote impact, bijvoorbeeld voor tarwe, wil ik tijdig opnieuw testen, zodat het kind niet nodeloos een dieet moet volgen’, zegt Hagendorens. Klas sieke voedselallergieën die ontstaan op heel jonge leeftijd – zoals voor eieren, koemelk, tarwe, soja en aardappelen –, groeien er vaak spontaan uit. Bij som mige andere allergieën, onder meer die voor pinda, noten, vis en schaal- en schelpdieren, is die kans vrij klein.
Bij Oskar groeiden de allergieën voor eieren en melk eruit, maar in de plaats daarvan kwamen er voor vis, noten en pinda. Met de pinda-allergie liep het één keer heel erg mis. Oskar was acht toen
hij toch een keer stiekem een pinda at. Katty: ‘Binnen de kortste keren raakte zijn keel geprikkeld. Zijn lippen zwollen op, zijn neus kwam helemaal dicht te zit ten en hij gaf heftig over. Gelukkig woon den we in de straat van het ziekenhuis. Binnen het half uur kreeg hij cortisone en beademing. In een andere situatie had het heel slecht kunnen aflopen.’
Alertheid is altijd geboden met een voedselallergie. ‘Ik ben altijd blij als Oskar gezond terug komt van een kamp, maar ik wil het ook niet drama tiseren. Je moet er gewoon verstandig mee omgaan’, vindt Katty. Intussen is haar zoon oud genoeg om te weten wat hij niet mag eten. Hij leidt een vol komen normaal leven. Katty: ‘Eigenlijk praten we zelden over zijn allergieën. Aangezien hij alles kan doen wat hij wil – sporten, op stap gaan –, trekt hij zich er niet veel van aan. Hij houdt er ook niet van als ik in zijn ogen te veel poespas maak. Als ik weer eens contact opneem met de leiding van een kamp, dan klinkt het wel eens geërgerd ‘mamaaaaa’.’
Allergie bij kinderen, Katty Allaert en prof. Wim Stevens, uitgegeven bij Lannoo.

info

Dienst immunologie, allergologie en reumatologie, T 03 821 32 99, dienst pediatrie T 03 821 32 51.

van joinT
ToT fruiTallerGie

Almaar meer mensen ontwikkelen een allergie voor groenten, fruit, noten en zaden. Soms is die het gevolg van een andere allergie: een voor pollen of latex bijvoorbeeld, of een enkele keer ook voor … cannabis. Of hoe een joint onverwachte gevolgen kan hebben.

allergieën voor plantaardig voed sel, concreet groenten, fruit, noten en zaden, zitten in de lift. ‘We proberen altijd de oorzaak van zo’n allergie te achterhalen’, zegt prof. dr. Didier Ebo, adjunct-diensthoofd immunologie. ‘Je kunt immers aller gisch worden voor kiwi nadat je een kiwi hebt gegeten, maar ook als gevolg van een andere allergie. Niet zelden is dat een pollenallergie, maar het kan ook om een andere plantaardige stof gaan, zoals latex.’


De oorzaak kennen is belangrijk omdat de arts dan beter kan voor spellen wat de patiënt mag verwach ten. Zullen de symptomen mild of heftig zijn? Op welke andere aller gieën moet hij bedacht zijn? Ebo: ‘Die informatie kan van levensbelang zijn. Zo kan een bananenallergie voortko men uit een latexallergie. Dat moet je
absoluut nagaan, aangezien die aller gie erg gevaarlijk kan zijn (zie p. 24).’
stoppen is een must Nieuw zijn groente- en fruitallergieën als gevolg van cannabisgebruik. Ebo: ‘Het gaat dan vooral om allergieën voor pit- en steenvruchten, banaan en citrusvruchten, die qua ernst en type niet in het klassieke patroon van de genoemde kruisallergieën passen. Die patiënten geven hun cannabisgebruik niet graag toe, maar stoppen is op dat moment een must. Zo voorkomen ze heftiger reacties en beperken ze het risico op verdere fruitallergieën. Er zijn trouwens sterke vermoedens dat ook passief cannabis roken allergieën kan veroorzaken.’ De dienst allergologie ontwikkelde in samenwerking met de Universiteit Antwerpen (UA) tests om een cannabisallergie op te sporen.
Vrij recent dook er een nieuwe allergie voor vlees van zoogdieren op. De symptomen, waaronder netelroos en zwelling van de lippen en de keel, kunnen zich voordoen na het eten van om het even welk vlees van een zoogdier. Vaak gebeurt dat pas na vier of zes uur. opvallend is ook dat
er niet altijd een reactie optreedt en dat vooral orgaanvlees en grote porties problemen geven. intussen is ontdekt dat de allergie soms zijn oor sprong vindt in herhaalde tekenbeten. dan ook vaker voor bij bijvoorbeeld boswachters en jagers.
BoswaChTersallerGieallerGie ZoeKen
Elk jaar krijgen zo’n 75 tot 100 Belgen een allergische reactie tijdens een algemene verdoving. Dat is niet alleen gevaarlijk, de oorzaak moet ook snel worden gevonden om de operatie alsnog mogelijk te maken. De dienst allergologie van het UZA is tot over de grenzen gekend om zijn expertise op dat vlak.
een allergische reactie tijdens een narcose kan veel oorzaken heb ben. Soms is ze een gevolg van de toe gediende medicatie, maar er kunnen ook andere allergenen in het spel zijn, zoals ontsmettingsmiddel, latex in ope ratiehandschoenen of kleur- en contrast middelen. Omdat het allergeen meestal rechtstreeks in contact komt met de bloedbaan, reageren veel patiënten erg heftig, vaak binnen de vijf minuten. De meesten krijgen ernstige ademhalings problemen en vertonen een dramati sche daling van de bloeddruk. Eens de reactie bedwongen is, is dat niet het einde van het verhaal. ‘Je moet snel de oorzaak van de allergische reac
info Dienst immunologie, allergologie en reumatologie,

TijDens narCose: naar BoosDoener
tie zien te achterhalen’, zegt prof. dr. Didier Ebo, adjunct-diensthoofd immu nologie. ‘Zo niet is een tweede operatie niet mogelijk en dat kan een groot pro bleem zijn. Denk maar aan kanker- of overbruggingsoperaties.’
aankloppen bij ziekenhuizen Ebo en zijn team begonnen ruim tien jaar geleden systematisch alle allergi sche reacties tijdens algemene verdo ving in kaart te brengen, zowel die in het eigen operatiekwartier als die in andere centra. Daarvoor gingen ze aan kloppen bij zowat alle Vlaamse zieken huizen. ‘Momenteel hebben we zo’n 600 casussen beschreven. Daarmee zijn we het centrum met de meeste expertise op dit vlak’, aldus Ebo. Con creet wordt van elke patiënt de anes thesiefiche geanalyseerd en wordt hij of zij getest op alle mogelijke allergieën die aan de basis van het incident kun nen liggen. ‘Bij ongeveer drie op vier vinden we een oorzaak. Was er sprake van een heftige reactie, dan loopt dat percentage op tot bijna 90 %’, zegt Ebo. De meest voorkomende oorzaken van allergische reacties tijdens een algemene verdoving zijn spierontspan nende medicatie, latex, antibiotica en het ontsmettingsmiddel chloorhexi dine. ‘We zijn overigens tot de con clusie gekomen dat ook patiënten met een milde reactie absoluut moeten worden getest’, onderstreept Ebo. ‘Bij een groot aantal vinden we namelijk ook een allergie. Dat betekent dat ze
bij een tweede contact met dat pro duct veel heftiger symptomen kunnen krijgen. Ook dubbele allergieën zijn niet zeldzaam.’
vaag verhaal
Eenmaal de oorzaak van de reactie ach terhaald, kan de dienst bijna altijd een alternatief geneesmiddel of product voorstellen, zodat de patiënt alsnog kan worden geopereerd. De patiënten in kwestie krijgen een allergiekaart mee die ze het best altijd op zak dragen. Daarop is vermeld voor welk product ze allergisch zijn en welk alternatief geschikt is.
Voor de dienst zelf opent de systema tische analyse van die allergische reac ties unieke mogelijkheden. ‘Een allergie voor geneesmiddelen is normaal niet gemakkelijk op te sporen’, legt Ebo uit. ‘Vaak moet je je baseren op een vaag verhaal over een eenmalige allergische reactie, in het slechtste geval jaren geleden. In dit geval beschik je over heel precieze gegevens: de anesthe sist weet perfect op welk tijdstip hij welk product heeft toegediend en wat de gevolgen waren. Dat levert ons heel nuttige informatie op, waarop we kun nen bouwen voor de ontwikkeling van nieuwe allergietests.’
Het UZA en het laboratorium immu nologie van de UA zijn met de jaren uitgegroeid tot een referentiecentrum in deze materie. Ze krijgen regelmatig patiënten doorverwezen vanuit Neder land en Wallonië.
meDisCh speurwerKals referentiecentrum kan de dienst allergologie van het Uza meer diagnostische tests aanbieden dan een niet-gespe cialiseerd centrum. De belangrijkste pijlers bij de allergie diagnose zijn: verhaal van de patiënt. De belangrijkste informatiebron. soms is er aardig wat speurwerk nodig en kan een dagboek nuttig zijn. huidtests. Via huidkrasjes wordt de patiënt in contact gebracht met het allergeen. Klassieke bloedtests. het bloed wordt in aanraking gebracht met het allergeen. grof gesteld is er sprake van een allergie als er zich antilichamen op het allergeen vast hechten of als er specifieke allergie-antistoffen aanwezig zijn. Basofielenactivatietest. gespecialiseerde bloedtest waarbij de reactie van levende bloedcellen op het allergeen in een proefbuis wordt geanalyseerd. Die test vergt een spe cifieke bloedafname en kan alleen in gespecialiseerde centra zoals het Uza
Componentgeoriënteerde diagnostiek. Bloedtest waarbij de reactie op een specifiek bouwsteentje van het allergeen wordt nagegaan. Dat geeft vaak informatie over de ernst van de allergie of de kans dat ze spontaan overgaat. het Uza en de Ua beschikken over een techniek die op 112 bouwsteentjes tegelijk test.
provocatietest. in specifieke situaties wordt de patiënt direct blootgesteld aan een stof, bijvoorbeeld door hem bepaalde voeding te laten eten. Dat gebeurt strikt gecontro leerd in een speciaal daarvoor ingericht dagziekenhuis.
eCZeem en allerGie: Twee hanDen op één BuiK?
Eczeem is niet gevaarlijk, maar kan voor behoorlijk wat ongemak en slapeloze nachten zorgen. Veel smeren én de eventuele allergische oorzaak aanpakken geeft de beste resultaten. Vier vragen en antwoorden over eczeem.
wat zijn de oorzaken van eczeem?
Eczeem uit zich als rode, droge en schil ferige plekken die jeuken. Qua oorzaak zijn er twee types: atopisch eczeem, waarbij allergische factoren een rol spelen, en niet-atopisch eczeem, waar bij dat niet het geval is. Bij baby’s met eczeem is er vaak een voedselallergie in het spel. Bij iets oudere kinderen kunnen ook andere allergenen een rol spelen, zoals kattenhaar, pollen of stof. Daarnaast zijn er nog andere factoren die het eczeem kunnen verergeren: infecties, agressieve zeep, synthetische kleding, stress, tandjes krijgen, grote hitte of koude …
hoe behandelt u eczeem?
Als er sprake is van een allergie, komt het erop aan contact met het allergeen te vermijden. In dat geval moet uw kind dus bijvoorbeeld bepaalde voeding ver mijden of uit de buurt van katten blij ven. Probeer ook de andere uitlokkende factoren tot een minimum te beperken. Daarnaast is een lokale behandeling met zalven en crèmes nodig, omdat de huid goed moet worden gehydrateerd. De dienst allergologie heeft daarvoor een goede samenwerking met de der matologen. Zij schrijven meestal een
cortisonehoudende zalf voor om opsto ten te beteugelen, naast een onder houdscrème voor de periodes tussenin. Soms krijgen kinderen ook medicatie tegen de jeuk. De bedoeling is het kind zoveel mogelijk comfort te geven. Opstoten zijn zelfs met de meest rigou reuze aanpak nooit helemaal te vermij den, maar wel sterk te beperken.
is eczeem een ernstige aandoening?
Eczeem is niet gevaarlijk en laat geen littekens na, maar het probleem kan wel een grote impact hebben. Als uw baby zich voortdurend ongemakkelijk voelt of uw kind niet kan slapen van de jeuk, is dat wel degelijk een ernstig probleem. Bij de meeste kinderen ver dwijnt de aandoening gelukkig spon taan tussen twee en vier jaar.
hebben kinderen met eczeem later meer kans op astma?
Kinderen met atopisch eczeem heb ben inderdaad een verhoogd risico op astma en hooikoorts. Als uw kind vroe ger eczeem heeft gehad en een paar jaar later last krijgt van een chronische hoest of kortademigheid, is het dan ook verstandig om het op allergieën te laten controleren.
info Dienst allergologie, T 03 821 32 99, dienst dermatologie, T 03 821 32 72, dienst pediatrie, T 03 821 32 51

agenda patiëntenactiviteiten Uza

UZA, Wilrijkstraat 10, 2650 Edegem (inrit parking
varia week van het hartritme
Laat gratis uw hartritme controleren en krijg nuttige tips van onze zorgverleners. datum: 25/04/2013
Uur: 08:00 – 17:00 locatie: UZA Blauwe en Rode zaal info en inschrijven: www.uza.be/mijnhartritme
infoavond over hypospadias
Kom meer te weten over hypospadias, een aangeboren afwijking waarbij de plasbuis uitmondt aan de onderkant van de eikel, halver wege de penis of in de balzak. datum: 24/06/2013
Uur: 19:00 – 21:00 locatie: UZA Raadzaal info en inschrijven: www.uza.be/hypospadias-3
reuma in beweging
Kom alles te weten over de reumatische aandoeningen reumatoïde artritis, psoriasisartritis of spondylartropathie/de ziekte van Bechte rew en ontdek wat ons fysioprogramma voor u kan betekenen. datum: 25/06/2013
Uur: 19:00 – 21:00 locatie: UZA Gemeenschapszaal info en inschrijven: www.uza.be/reumabeweging
prenatale infoavond
Als voorbereiding op een bevalling in het UZA organiseert de mater niteit een aantal infoavonden voor u en uw partner. data: • 22/04/2013
• 30/04/2013
• 17/06/2013
• 24/06/2013
Uur: 19:30 – 20:30 locatie: UZA Auditorium Kinsbergen info: www.uza.be/prenatale-infoavonden-2013 inschrijven: 03 821 33 50
aCTiviTeiTen voor KanKerpaTiënTen infosessie: omgaan met vermoeidheid Infonamiddag door het UZA en de Vlaamse Liga tegen Kanker (VLK) over technieken en manieren om af te rekenen met vermoeidheid bij kanker. Ook familie en vrienden zijn welkom. datum: 16/04/2013 Uur: 14:00 – 16:00 locatie: UZA Omegazaal info en inschrijven: www.uza.be/vermoeidheid-16-04-13 of tel. 03 821 52 34
infosessie: Doodgewoon bespreekbaar Infoavond over vroegtijdige zorgplanning en levenseinde. datum: 04/06/2013 Uur: 19:00 – 21:00 locatie: UZA, Raadzaal (volg route 3) info en inschrijven: www.uza.be/doodgewoon-bespreekbaar oncorevalidatieprogramma Het oncorevalidatieprogramma helpt u om uw fysieke en mentale kracht te herwinnen tijdens of na een kankerbehandeling. data: • 18/04/2013
821 50 72
Grootmoeder die ’s nachts op pantoffels de straat op gaat of uw bloedeigen vader die vraagt wie u eigenlijk bent. Voor familie van dementerende personen is dat helaas realiteit. Hoe gaat u daar het best mee om? Tien tips aan de hand van herkenbare situaties.

vlaanderen telt vandaag 100.000 personen met dementie en met de vergrijzing neemt dat aantal hand over hand toe. Nancy Van Genech ten en Nick Van Caeneghem van de dienst patiëntenzorg zijn vertrouwd met de problematiek, vanuit hun beroep én vanuit de ervaring met hun eigen dementerende moeder. Ze geven advies aan de hand van tien uit het leven gegrepen situaties.
‘mijn moeder wil niet dat we haar helpen.’
Stimuleer zelfredzaamheid. Gun uw familielid nog zo veel mogelijk zelfstandigheid. Ga indien nodig voor een compromis. Zo kunt u afspreken dat uw moeder nog zelf haar bankuit treksels ordent, maar dat u ze weer opbergt. Als uw familielid hulp nodig heeft bij het eten, kan ze met een lepel misschien nog een deel van haar bord zelf binnenwerken. En een jurk aantrek ken is gemakkelijker als de ceintuur eruit is gehaald.
‘mijn oma vertelde in geuren en kleuren hoe ze dat konijn had klaargemaakt, terwijl het pak nog ongeopend in de ijskast lag.’
Ga niet in discussie. Personen met dementie leven in een eigen wereld. Daar tegenin gaan is zin
10 Tips omGaan meT
voor man
loos en maakt uw familielid alleen maar verwarder of zelfs agressief. Ga dus niet in discussie als uw familielid ongerijmd heden zegt, maar praat erover heen. Ook sociale ongeremdheid komt voor. Word niet boos als uw moeder half naakt uit het pashokje komt, maar leid de situatie rustig in goede banen. Pro beer in geval van agressie uw familielid te bedaren en blijf vooral zelf kalm.
meer herkent of nog amper reageert, blijft de behoefte aan warmte en soci aal contact. Vraag u af wat uw familielid vroeger leuk vond. Dringt het geluid van de radio in de kamer niet meer tot hem door? Misschien geniet uw fami lielid nog wel van zijn favoriete muziek van vroeger op een mp3-speler.
‘Dag nonkel Gust, zeg ik dan, maar hij kijkt niet op of om.’ ‘mijn vader weet soms niet meer of het voorof namiddag is.’
Zorg voor structuur. Dementerenden functioneren het best in hun eigen omgeving en in een vaste structuur. Zorg dus indien mogelijk voor een vast week- en dagschema met zo min mogelijk verrassingen. De poetshulp op dinsdag, familiebezoek op zondag, melk in het vertrouwde glas, het tv-nieuws na het avondeten: vaste herkenningspunten bieden een houvast en herkenbare spullen zijn daarbij essentieel.
‘ik wil mijn grootvader meenemen naar zee, maar geniet hij daar nog wel van?’
Sociaal contact en ontspanning blijven belangrijk. Zeker personen met milde dementie kunnen nog genieten van een uitstap of bezoek. Zelfs als uw familielid u niet
Communiceer heel direct. Naarmate iemand meer dementeert, moet u meer moeite doen om tot hem door te dringen. Maak oogcontact, raak de persoon aan en spreek hem duidelijk aan. Gebruik eventu eel de voornaam als papa of non kel hem niks meer zegt. Herkent uw fami lielid u niet meer, dring
DemenTie
TelZorGers
dan niet aan, maar zeg desnoods zelf bij het binnenkomen wie u bent. Communi ceer aanschouwelijk. Knik terwijl u ja zegt en toon een kop als u koffie aanbiedt.
‘Ze wil niet naar een rusthuis. hoe moeten we dat bolwerken?’
Overleg met de hele familie. Als een naaste met dementie thuis blijft wonen, betekent dat veel gepuzzel. Bekijk met alle mantelzorgers samen wie wat kan doen. Voor informatie over thuishulp en tegemoetkomingen kunt u aankloppen bij de dienst pati entenbegeleiding van het ziekenhuis, het ziekenfonds of de sociale dienst van uw gemeente. Praat ook open over de financiële kant. Ga eventueel na of uw familielid recht heeft op een IGO (inko mensgarantie voor ouderen) uitkering.
‘als ik tegen hem praat, komt er soms weinig reactie.’
Vermijd te veel prikkels. Een dementerende kan zich moeilijk focussen en heeft op de duur al zijn aandacht nodig voor eenvoudige taken als eten of zich aankleden. Zet dus niet de televisie aan tijdens de maaltijd en begin dan geen praatje. Onderschat ook niet hoe vermoeiend gewone han delingen voor een dementiepatiënt zijn. Heeft hij net gegeten, dan kan die wandeling even wachten.
‘iedereen is bezorgd om mijn moeder, maar voor mijn vader is het ook heel zwaar.’
Heb ook aandacht voor de mantelzorger.
De zorg voor een persoon met demen tie vraagt veel energie van de partner.
Ook emotioneel heeft die het vaak moeilijk. Hij verliest stukje bij beetje zijn levenspartner en ziet vaak ook zijn sociaal leven en activiteiten verdwijnen. De partner of mantelzorger heeft dus zeker opvang nodig. Vraag hem al eens mee op uitstap, geef hem ruimschoots de kans om zijn verhaal te doen en zorg ervoor dat hij af en toe een paar uur onbezorgd de deur uit kan.
‘pas toen mijn vader werd opgenomen, vertelden de buren dat hij soms drie keer na elkaar de planten water gaf.’
Wees open en vraag openheid. Woont uw familielid nog thuis, licht de buren dan in over de situatie. Zij kunnen een oogje in het zeil houden en indien nodig hulp bieden. Vraag ook om u eerlijk op de hoogte te bren gen als ze vreemde zaken opmerken, zodat u tijdig kunt ingrijpen. Zo niet worden er misschien dingen verzwe gen om u of uw dementerend familie lid te sparen.
‘eigenlijk moeten we nu beslissen in haar plaats. Dat is erg moeilijk.’
Praat tijdig over later. Ga een gesprek over de toekomst niet uit de weg. Wat als uw familie lid moet worden opgenomen? Naar welk rusthuis wil ze dan? En wat als ze ooit in een toestand belandt dat ze niet meer kan slikken? Wil ze dan nog kunstmatige voeding? Dergelijke momenten zijn nog veel moeilijker als u de wens van uw familielid niet kent. Probeer er daarom over te pra ten in de jaren dat hij of zij nog vol doende helder is.
info www.dementie.be, www.omgaanmetdementie.be, www.alzheimerliga.be

Een van de meest verspreide aandoeningen is acne: vroeg of laat krijgt bijna iedereen wel eens met ‘jeugdpuistjes’ te maken. Toch bestaan er nog heel wat misverstanden over. Prof. dr. Julien Lambert scheidt de feiten van de fabels.
feiTen en faBels over puisTjes, puKKels, mee-e
Acne krijg je door slechte hygiëne FABEL
Doen







» Vermijd elke vorm van stress.
» wees geduldig: acne verdwijnt niet na twee weken.
» Bouw je behandeling langzaam op, anders bestaat de kans dat je huid geïr riteerd raakt. overdrijf ook niet met reini gende gels.
» laat acne tijdig behandelen om littekens te voorkomen.
nieT Doen
» Duw puisten nooit uit.
» neem geen anabolica en let ook op met multivitaminepreparaten: vitamine B12 kan het probleem verergeren.
» probeer je acne niet te camoufleren onder een dikke laag make-up, want dan verstop je de poriën. gebruik nietcomedogene make-up, die de poriën niet verstopt.
» ga altijd eerst bij een arts langs voor je pillen neemt.
‘Hoe vaak je je wast, maakt bij acne niets uit. De oorzaak is namelijk een ontsteking van de haar-talgfollikel – het haarzakje met de talgklieren zeg maar. Die ontste king ontstaat onder invloed van verschil lende factoren. Zo speelt de aanwezigheid van ontstekingsstoffen en van een bacte rie, de propionibacterium acnes, een rol. Net als overdreven talgafscheiding onder invloed van hormonen. Vandaar dat pubers vaak last hebben van jeugdpuist jes. Tot slot is er ook een probleem met de afvoergang van de haar-talgfollikel. Die vernauwt, waardoor je een opstopping krijgt en zich een mee-eter vormt.’
Aan acne kun je niets doen FABEL
‘Met de huidige geneesmiddelen kunnen we zo goed als iedereen helpen. Welke aanpak geschikt is, hangt af van het sta dium van de aandoening. Heb je alleen nog maar mee-eters, dan behandelen we die lokaal met gel of zalf op basis van benzoylperoxide, of met producten afgeleid van vitamine A. Zijn er al rode puntjes of etterpuisten zichtbaar, dan zul je lokale of orale antibiotica moeten toe voegen aan de behandeling. Lijd je onder een zware vorm van acne – met grote letsels en cysten – en slaan de andere behandelingen niet aan, dan schrijven we pillen met vitamine A-derivaten voor. Dat moet wel gebeuren onder strikte medische opvolging, want de medicij
nen hebben een sterk uitdrogend effect. Bij zwangere vrouwen kunnen ze zelfs afwijkingen van de vrucht veroorzaken.’
Alleen pubers hebben last van ‘jeugdpuistjes’


FABEL
‘Het klopt dat acne vooral voorkomt bij pubers. Zij hebben het meest last van hormonale schommelingen, en het zijn juist die hormonen die een invloed heb ben op de talgklieren. Toch krijgt 15 % van de bevolking tussen het tussen 20 en 40 jaar nog te maken met acne.’
De pil helpt tegen acne FEIT
‘Afhankelijk van hun samenstelling kun nen sommige anticonceptiepillen inder daad acne doen verminderen. Heb je veel last van de aandoening en neem je de pil, vraag dan aan je arts om een type voor te schrijven dat het probleem tegengaat.’
Chocolade vermijd je beter FABEL
‘Er is tot nog toe geen sluitend weten schappelijk bewijs gevonden voor de relatie tussen acne en welk voedingsmid del dan ook, al is er op dit moment weer discussie over. Daarom is het nog wat vroeg om definitieve uitspraken te doen.’
Stress speelt een rol FEIT
‘Tussen stress en acne is er wel dege lijk een relatie. Stress heeft een invloed
aCne mee-eTers …
op ontstekingen, en bij acne gaat het uiteindelijk om een ontsteking van de haar-talgfollikel. Tijdens de examen periode zullen jongeren dus meer last ondervinden van het probleem.’
Puistjes mag je voorzichtig uitknijpen
FABEL
‘Mee-eters kan je op een zachte manier verwijderen, maar puistjes mag je nooit uitduwen. Anders dring je de etter niet alleen naar boven, maar ook naar bene den. Zo krijg je een ontsteking in de diepte en ontstaan littekens.’
Zonnen helpt
FABEL





‘Een zonnebad zal je probleem tijdelijk wel verlichten, maar op lange termijn werkt zonnen contraproductief. Door de blootstelling aan de UV-stralen verdikt je huid, waardoor je poriën verstopt raken en de acne later weer heviger dan ooit opduikt. Strikt genomen zou je je zelfs beter zo goed mogelijk bescher men tegen de zon met een geschikt product voor een acne-gevoelige huid.’
Acne komt alleen voor op je gezicht FABEL
‘Alle talgrijke, vette zones zijn gevoelig voor acne. Dat is inderdaad in de eer ste plaats het gezicht, en dan vooral je voorhoofd. Maar ook op je rug, hals, borst, bovenarmen en schouders kun je last krijgen van puistjes.’
voeDinG: De missinG linK
ook soms last van vermoeidheid en energiedips? Bij mij is het tijdens mijn zwangerschap begonnen en in tegenstelling tot mijn dikke buik is het na de bevalling niet meer weggegaan. ‘Ach, iedereen is wel eens moe dus waarom zorgen maken?’, werd me verteld. Maar bij mij was het anders, ik had er nog nooit last van gehad. Ik had altijd een teveel aan energie. De vermoeidheid sloeg steeds heel onverwacht toe: achter de computer, in de auto, tijdens een diner. Mijn oogleden werden zwaarder en mijn lichaam smeekte om een bed.
Kwam het door de zwangerschap, de bevalling of de kei zersnede? Was het de baby die me ‘s nachts wakker hield? Ik berustte in het feit dat ik gewoon wat meer moest slapen. Maar het ging niet weg. Het was als een donkere schaduw die me bedekte en dan op me ging wegen als een molen steen. De schrik zat erin! Ik deed het een tijdje rustiger aan maar ik ben altijd iemand geweest die alles uit het leven wil halen. Dus wilde ik mij niet schikken naar de idee dat mijn wilde jaren voorbij waren. Ik verlangde terug naar actie! Hop naar de dokter. Mijn bloed bleek in orde. Voedingssup plementen dan maar? Kale reis. Tot mijn partner op een dag vroeg of ik mee wilde naar een workshop over gezond koken, gegeven door Dirk Baelus, een triatleet die volledig overgeschakeld was op macrobiotisch eten. Dirk deed volledige triatlons op rijstballen en groene thee! Eerst vertelde hij over onze westerse eetgewoonten en legde daarbij uit hoe weinig vitaminen en mineralen we eigenlijk nog binnenkregen. Even later legde hij de basisprin cipes uit van de macrobiotiek. Het komt erop neer dat je veel meer kookt met ingrediënten die echt kracht en energie geven zoals miso, zeewier, bonen, volle rijst, en bovendien eet je veel meer groenten (gestoomd, gewokt of gepekeld, en bio uiteraard). Het was alsof er een deus ex machina uit de lucht kwam vallen! Dat was volgens mij de ‘missing link’: mijn voeding stond helemaal niet op punt! Ik at wel gezond maar toch niet voldoende voedingswaren die echt meer kracht en energie gaven. Mijn vriend en ik hebben ons dan ook helemaal op de macrobiotiek gestort. Het is niet altijd makkelijk vol te volhouden omdat de producten niet overal te vinden zijn, maar het loont écht wel de moeite. Mocht de vrt binnenkort één macrobiotisch gerecht op het menu zet ten, kus ik persoonlijk heel het keukenpersoneel vanvoor op de snoet! Ze zijn gewaarschuwd.
Saartje
Reactie van Annemie Van de Sompel, diëtist in het UZA: ‘Hoewel macrobiotisch eten bepaalde gezondheidsvoordelen heeft, zijn ze niet wetenschappelijk aangetoond. Om tekorten aan calcium en vitaminen te vermijden is deskundige begeleiding nodig. Kiezen voor de actieve voedingsdriehoek is nog steeds doeltreffend, eenvou dig en zonder risico’s op tekorten.’
Saartje Vanden driessche toont haar stralende glimlach als omroepster en als reporter in Vlaanderen Vakantieland. Ze houdt van lopen, fietsen en zwemmen. Met haar dochter en honden geniet ze van de vrije momenten.

slaapBeGeleiDinG


Voor 15 à 20 % van de volwassenen is een goede slaap een verre wensdroom. Het UZA-slaapcentrum biedt voor hen groepssessies slaapbegeleiding aan. ‘Meer dan 80 % van de deelnemers heeft na de cursus een betere nachtrust. Via inzicht in hun eigen slaappatroon krijgen ze bagage mee om verder aan de slag te gaan’, zegt psychologe Jana Maes.
jana Maes begeleidt mensen met een ernstig slaapprobleem: niet kunnen in- of doorslapen zijn de meest genoemde klachten. ‘Vaak is het een vicieuze cirkel. Door het slaapgebrek voelen die mensen zich niet fris en proberen ze het slaaptekort te com penseren, bijvoorbeeld door overdag dutjes te doen. Velen piekeren ook heel sterk over de gevolgen van hun slechte nachtrust’, legt Maes uit.
Wie de cursus wil volgen, gaat eerst langs bij neurologe dr. Ilse De Volder of psychiater dr. Ann Van Gastel, die nagaan of de patiënt in aanmerking komt. Maes: ‘Vervolgens peil ik tijdens een eerste gesprek naar de motivatie en voorgeschiedenis van de patiënt. Ik werk immers op maat van de patiënt, en elke problematiek is anders.’

‘Ik heb al vijftien jaar ernstige slaapproblemen. Bezoeken aan een psychiater, psychologen en gedragstherapeuten, slaapmedi catie: niks hielp. Ik stond enorm sceptisch tegenover de cursus, maar ik kon het me niet veroorloven om niet alles te proberen.’
(Françoise, 51 jaar)
De reeks omvat zeven sessies van anderhalf uur, ’s avonds of in de namid dag, met een zevental deelnemers per groep. Maes past CGT-I toe, voluit Cognitieve Gedragstherapie bij Insom nie. Maes: ‘Na een eerste theoretische sessie werken we praktijkgericht. Pati enten houden een slaapdagboek bij en vullen een vragenlijst in. Elke sessie
vertellen ze hoe de voorbije week is verlopen, zowel overdag als ‘s nachts. Ik pik daarop in met tips en advies en betrek de groep erbij: iedereen kan tips geven en uitproberen. Er is ook een sessie rond relaxatie. Groepssessies hebben een meerwaarde doordat men sen van elkaar leren, maar individuele begeleiding is ook mogelijk.’
Denkpatronen doorbreken
Het is belangrijk om ingebakken denkpa tronen te doorbreken en onderbouwde alternatieven aan te reiken. ‘Veel van de deelnemers zijn perfectionisten. Ook slapen willen ze perfect doen. Velen den ken bijvoorbeeld dat ze acht uur moe ten slapen om goed te functioneren. De benodigde slaapduur verschilt nochtans van persoon tot persoon’, zegt Maes.
‘Door de slaaptraining heb ik nu een andere kijk op slaap en meer inzicht in mijn eigen slaapgedrag. Ik heb een aantal belemmerende gedachten omgezet naar meer realistische verwachtingen.
Zo was ik erg gefixeerd op het aantal uur dat ik minimaal moest slapen. Ik probeerde de slaap af te dwingen. Nu weet ik dat minder slaap niet noodzakelijk tot een slechte dag leidt.’
(Eva, 27 jaar)
Veel slechte slapers proberen hun slaapgebrek te compenseren door de tijd in bed te rekken. Sommigen lig gen negen of tien uur in bed, terwijl ze maar enkele uren slapen. Ook dat info Dienst psychiatrie, T 03 821 39 38.
patroon moet worden doorbroken. ‘Dat is zeker niet vanzelfsprekend. Mensen houden erg vast aan hun gewoontes en overtuigingen’, aldus Maes.
Vroeger lag ik tien uur in bed, terwijl ik maar twee uur echt sliep. Enkele dagen nadat ik met de cursus was gestart, sliep ik al vijf uur aan een stuk. Nu lig ik elke nacht zo’n acht uur in bed en dan slaap ik ook echt. Ik ben enorm blij dat ik heb doorgebeten.’

Uit onderzoek blijkt dat 75 tot 80 % van de patiënten die CGT-I volgen, er baat bij hebben. ‘Ik zie veel patiënten die al na enkele weken beter slapen. Via de verworven inzichten leren de cursisten zelfredzaam te worden en hun slaap probleem op een andere manier aan te pakken. Dat is de sterkte van de cursus’, vindt Maes.
ieTs voor u?
slaapbegeleiding is wellicht nuttig voor u als
» het slaapprobleem uw leven beheerst: u bent niet alleen moe, u bent heel vaak bezig met uw slaapprobleem.
» er geen onderliggend medisch probleem is, zoals slaap apneu, rusteloze benen, astma … onder meer om dat uit te sluiten gaat u vooraf langs bij een arts van het slaapcentrum.

» de gebruikelijke tips rond slaaphygiëne (ontspanning, cafeïnegebruik …) bij u niet volstaan.
» u bereid bent uw gewoontes en eventueel uw levensstijl onder handen te nemen.
Kinderen krijgen na een levertransplantatie: het is perfect mogelijk. Stefanie Höffgen kreeg vier jaar geleden een nieuwe lever en is onlangs bevallen van een gezonde dochter. Stefanie werd tijdens haar zwangerschap extra opgevolgd door de gynaecoloog, maar alles liep van een leien dakje.
‘lieseloTTe is een GesChenK uiT
Dit had ik nooit durven dromen’, ver telt de 22-jarige Stefanie Höffgen. ‘Na mijn levertransplantatie was ik bang dat ik geen kinderen zou kunnen krij gen, maar die schrik bleek onterecht. Ik werd vlot zwanger en Lieselotte is per fect gezond. Tien vingers, tien tenen, en vooral: goede leverwaarden.’
acuut leverfalen
In 2009 viel Stefanies lever plots stil. ‘Toen mijn gezicht geel begon te zien, zijn we naar het UZA getrokken’, vertelt Stefanie. ‘Alles ging snel: op zaterdag kwam ik binnen en werd ik overgebracht naar de dienst intensieve zorg. Dinsdag kreeg ik een biopsie, woensdag bleek dat ik een nieuwe lever nodig had, en in de nacht van donderdag op vrijdag vond de transplantatie plaats. Mijn lever was er zo erg aan toe dat ik een volle dige lever nodig had. Een stuk had niet volstaan. Sinds de transplantatie heb ik geen klachten meer.’
De oorzaak van het acute leverfalen is onbekend. Volgens leverspecialist prof. dr. Peter Michielsen, adjunct-dienst hoofd gastro-enterologie en hepatolo gie, is die aandoening eerder zeldzaam. ‘Zeker bij jonge vrouwen komt het niet vaak voor’, zegt Michielsen. ‘Stefanie kreeg een high urgency-behandeling: zodra een geschikte donorlever gevon den wordt, van de juiste bloedgroep, wordt die aan de patiënt toegewezen. Zo kan de patiënt een nieuwe lever krijgen in 24 à 48 uren. Stefanie kan
de rest van haar leven verder met haar nieuwe lever.’
Gedetailleerde echo
‘In 2012 werd ik zwanger,’ zegt Stefanie. ‘De baby was niet helemaal gepland, maar wel erg welkom. De hele zwanger schap lang heb ik me zorgen gemaakt over mogelijke leverproblemen van de baby. De dokters vermoeden dat de aandoening niet erfelijk was, aangezien ik voordien niet in behandeling was geweest voor mijn lever. Meteen na de geboorte hebben ze de leverwaarden van mijn dochter getest, en het was een hele opluchting toen alles in orde bleek.’ Stefanie werd tijdens haar zwanger schap iets nauwer opgevolgd dan een doorsnee vrouw. Gynaecologe dr. Inge Beckstedde: ‘We hebben Stefanies bloed vijf keer gecontroleerd, terwijl we dat bij een normale zwangerschap twee à drie keer doen. Stefanie kreeg ook een extra gedetailleerde echo, waarbij we alle functionaliteiten van de baby test ten. Verder verliep haar zwangerschap heel normaal.’

risico’s
De risico’s van de zwangerschap hadden meer te maken met de medicatie die Stefanie als transplantpatiënte neemt, dan met haar lever zelf. ‘De medicatie, die het afweersysteem remt, kan bij een patiënt een hoge bloeddruk veroor zaken. Bij een zwangerschap kan een hoge bloeddruk leiden tot prematuri
De hemel’
teit en dysmaturiteit. De baby kan dus te vroeg geboren worden, of een laag geboortegewicht hebben’, aldus prof. dr. Michielsen. ‘Door de zwangerschap kan de hoeveelheid medicatie in het bloed veranderen. We controleren regelma tig de bloedspiegel om na te gaan of de patiënt voldoende medicatie neemt en om eventueel de dosis aan te pas sen. De medicatie kan ook in de moe dermelk overgaan; borstvoeding is dus niet aangewezen.’

Stefanie: ‘Ik wist dat er een risico was voor vroeggeboorte, maar uiteindelijk ben ik later bevallen dan de voorziene datum. Ik ben op een natuurlijke manier bevallen. Lieselotte was een flinke baby
van 50 cm en 3,680 kg. En ze doet het erg goed. Dat ik geen borstvoeding mag geven, vind ik niet zo erg. Ik had nooit gedacht dat ik zo vlot mama zou wor den. Voor mijn familie, die me de laatste dagen voor mijn transplantatie gezien heeft, was het heel speciaal om me het UZA te zien verlaten, deze keer met een baby in mijn armen. Lieselotte is een geschenk uit de hemel.’
UZA-medewerkers over een patiënt of moment om nooit te vergeten.
Dr. Lucien Hoekx is medisch coördinator voor de urologische oncologie in het UZA. Na een basketbalmatch van zijn zoon volgde een opmerkelijke ontmoeting.
De Zoon, De wonDe en De spoeDarTs
‘Mijn oudste zoon Dennis, toen 22, speelde een uitmatch basketbal ergens in de Kempen. In het vuur van de strijd kreeg hij een elleboogstoot net boven zijn rechteroog. Gevolg: een gapende wonde en een ritje naar het dichtstbijzijnde zie kenhuis. De jonge spoedarts inspecteerde de wonde en vroeg toen opeens aan mij: ‘Gaat u het zelf hechten of zal ik het doen?’ Mijn zoon keek nogal verbaasd van mij naar de spoedarts. Die vertelde vervolgens dat hij het hechten van mij had geleerd. Ik zit in het vaardighedenteam van de Universiteit Antwerpen, dat studenten genees kunde, stagiairs en assistenten begeleidt tijdens hun klinische opleiding. Op het einde moeten ze praktische vaardigheidsexamens afleggen. Toeval lig had die spoedarts dus ooit bij mij zijn examen hechten moeten doen. Dat hij kon hechten, daar had ik alle vertrouwen in. Het uiteindelijke litte ken van de wonde is ook verwaarloosbaar. Maar het hele gebeuren deed mij vooral stilstaan bij onze verantwoordelijkheid als universitair zieken huis. Ik werk niet enkel voor mijn eigen patiënten, maar ik kan ook iets betekenen voor de artsen van de toekomst, door studenten een degelijke prakti sche vorming te geven. Vroeg of laat zijn we alle maal wel eens patiënt, en dan is het geruststellend om te weten dat onze inzet leidt tot kwaliteitsvolle medische zorg tot ver buiten het UZA.’
De hele zwangerschap lang maakte ik me zorgen, maar de leverwaarden van de baby zijn perfect
De waarheiD en nieTs Dan De waarheiD?
Moet uw arts u altijd de waarheid vertellen, of mag hij of zij zaken verbloemen of achterhouden? Een vraag die niet zomaar met ja of nee te beantwoorden is, vindt prof. dr. Patrick Cras, diensthoofd neurologie. ‘Je moet afwegen aan welke informatie je patiënt op dat moment nood heeft.’
een jongeman meldt zich met hoofdpijn bij de neuroloog. Uit een hersenscan blijkt dat hij mogelijk MS heeft, al heeft die hoofdpijn daar niets mee te maken en vertoont hij nog geen MS-symptomen. Moet de arts dat vertellen? Prof. Cras bevond zich recent in een gelijkaardige situatie en lichtte zijn patiënt eerlijk in. ‘De tijdgeest is daarin veranderd. Terwijl artsen vroeger vaak in bedekte termen spraken, is nu transparantie de norm’, ervaart hij. De wet op de patiëntenrechten van 2002 stelt dat artsen verplicht zijn pati enten naar waarheid in te lichten over hun ziekte. Die wet bepaalt echter ook dat een arts zaken mag achterhouden als hij vindt dat de patiënt meer nadeel dan voordeel van die informatie zou hebben: de zogenaamde therapeuti sche exceptie. Zo kan hij beslissen slecht nieuws tijdelijk voor zich te houden omdat de patiënt op dat moment in een crisisperiode zit.
nooit te oud of te jong voor de waarheid
Leeftijd staat los van het recht op de waarheid. Een hoogbejaarde patiënt die nog beslissingen kan nemen, heeft net zo goed het recht om te weten. En ook kinderen hebben recht op een eer lijk antwoord, weliswaar afgestemd op hun ontwikkelingsstadium.
De arts moet altijd rekening houden met de gevoelens en de draagkracht van zijn patiënt. Cras: ‘Er zijn diverse manieren om een boodschap over te brengen. Zelfs als je een patiënt moet zeggen dat hij niet lang meer te leven heeft, kun je hem een beetje hoop geven. Hoop op ondersteuning of ver
zachting van zijn symptomen bijvoor beeld. En soms moet je de waarheid niet in één keer, maar in kleine verteer bare stukjes brengen.’
Het gaat er vooral om die informatie te geven waaraan de patiënt op dat moment nood heeft, nuanceert hij.
‘Als ik een patiënt net heb gezegd dat hij heel ernstig ziek is, dan begin ik op dat moment niet over symptomen die zich wellicht over een jaar zullen voordoen. Die vraag moet van hem komen. Je mag je ook niet verkijken op de eerste reactie van je patiënt. De mensen die zeggen dat je hen àlles mag vertellen, blijken vaak net het meest kwetsbaar.’

Patiënten die aan hartfalen lijden, moeten strikte regels in acht nemen op het vlak van voeding en medicatie. Gelukkig kunnen ze voor informatie, advies en vragen terecht bij de hartfalenverpleegkundige.





‘vertrouwensband
met de patiënt’
na haar studies verpleegkunde, aangevuld met een master ziekenhuiswetenschappen, kwam Lieve Scheurweghs elf jaar geleden terecht in het UZA. Samen met prof. Conraads startte ze er in 2002 het hartfalencentrum op – een van de eer ste in België. Vandaag werkt ze er als een van de drie hartfalenverpleegkun digen. ‘Wij voeren niet de klassieke taken van een verpleegkundige uit’, zegt Lieve. ‘Onze opdracht bestaat vooral uit het opvolgen en informe

ren van de patiënten die opgenomen werden met een ernstig verminderde hartfunctie. Ze kunnen bij ons ook terecht met al hun vragen.’
informeren en reageren
‘Bij hartfalen zijn informatie en opvol ging heel belangrijk’, legt Lieve uit. ‘Het probleem bij hartfalen is dat het hart niet genoeg bloed kan rondpom pen om je lichaam normaal te laten functioneren. Je lichaam probeert dat tekort te compenseren, maar de mechanismen die je lijf gebruikt, belasten de hartfunctie nog meer. Het is dus belangrijk dat de patiënten de symptomen leren herkennen die wij zen op een afnemende hartfunctie. Denk daarbij aan toegenomen kort ademigheid, gezwollen enkels, plotse gewichtstoename Als die symp tomen optreden, kunnen ze contact opnemen met ons om eventueel hun medicatie aan te passen en een her opname te voorkomen.’ Naast hart falenverpleegkundige is Lieve ook harttransplantatieverpleegkundige. ‘We begeleiden hartpatiënten die op
Lieve Scheurweghs, hartfalenverpleegkundige
de wachtlijst staan voor een trans plantatie. Ook na de transplantatie geven we hen de nodige informatie en begeleiding.’
persoonlijk contact ‘In principe kan elke verpleegkun dige hartfalen- of harttransplantatie verpleegkundige worden, zolang je maar de nodige kennis hebt over de aandoening’, legt Lieve uit. ‘Dat kan via bijscholingen. Je leert natuurlijk ook veel bij in de praktijk. We werken nauw samen met de artsen, die ons alles haarfijn uitleggen. Die samen werking is trouwens, samen met het feit dat je nooit nacht- of weekend dienst hebt, een van de grote voorde len van de job. Maar het mooiste blijft voor mij nog altijd het contact met de patiënten. Wij trekken altijd de nodige tijd uit om hen te begeleiden. Als je een vertrouwensband met een patiënt opbouwt, zal die sneller geneigd zijn om met zijn vragen bij jou te komen.’ Of er ook nadelen zijn aan de functie? ‘Eigenlijk niet. Dit is voor mij zowat de ideale job!’
puZZel & win!
horizontaal
1. ouderdomsverziendheid – caloriearm 2. islamitische vastenmaand – eigendom – en omstreken 3. Italiaans – overblijfsel – deelbaar door twee 4. kuststrook – rund – kolossaal 5. te huur – nikkel – overdosis – Turks bevelhebber – Radio Vlaan deren Internationaal 6. trotse houding – geelzucht – oosterlengte 7. blauwolie – onverschilligheid 8. Tunesië (op auto’s) – vluchtig – teken van de dierenriem –broeder – arrondissement 9. telwoord – spinnenweb – witvis – Edelachtbaar
Doe mee en win!
Heb je het letterwoord ontdekt? Mail het dan voor 10 mei 2013 met je naam en adres naar maguza@uza.be of stuur een brief kaart naar Maguza, UZA – Afdeling communicatie, Wilrijkstraat 10, 2650 Edegem en maak kans op één van de vijf cadeaubonnen van Oxfam Wereldwin kels t.w.v. 15 euro.
10. ongezouten – stof – spijskaart 11. ontkenning – dochter van Cadmus – metselspecie 12. vrouwelijk orgaan – kluitenbreker – Denemarken (op auto’s) 13. in memoriam – Japans bordspel – bevestiging – eetlepel –Spaanse rivier 14. geluidsband – aansporing – vereniging – hoogste kaart 15. grondtoon – worstelgreep – kind (Fr.) 16. middagslaapje – verzorging van kwetsuren
verticaal
1. mannelijke klier – elleboog 2. mastbalk – verdunner (Eng.) – vioolsoort 3. Arabisch vorst – Romanum Imperium – maangodin 4. duivel – lichaam – op zekere plaats 5. buiten dienst – niemendal – korte dienstnota – etage 6. Engelse maat – plus – radium – groente 7. Engels telwoord – kledingstuk van een chirurg 8. reinigingsmiddel – afsprakenboekje – openbare werken 9. nijlreiger – getemd – gesel – Verenigde Naties 10. gelofte – Afghan Islamic Press – bismut – snelle loop 11. pastille – chanson 12. Chinese maat – chef-kok – muzieknoot – enzovoort 13. insgelijks – slechthorend – beeld – Foreign Office
op grote afstand – gebalk – loofboom – golf
ergens brengen – neiging
u r G i n e p i l e p s i e
r o m a n o l e u n a C h
C e K a s s l i e r T Y
B a s T s T a T i e e e n D
i n o a e i a r m e e r
s T r e s s o r e n o p e r a
T e e T i p p e i l D o T
o u p K a a p n a a D a
u K K e l a G e n T p a r T
r a r o u T e e r i s u i
i n s u l T l o B o T o m i e
keelamandel – gezond voedsel oplossinG maGuZa 91 F. Lafaille (Berchem), A. Vermeersch (Broechem), M. Bruyninckx (Wilrijk), M. Horemans (Sint-Job In’t Goor), H. Thijs (Peer) krijgen hun cadeaubon binnenkort in de bus.

ToT uw DiensT nuttige Telefoonnummers
» algemeen nummer UZA: T 03 821 30 00
» onthaal en opname: T 03 821 31 01
» patiëntenbegeleiding: T 03 821 37 00

(maatschappelijk werk, vrijwilligers, intercultureel bemiddelaar, transfercoördinator, levenbeschouwelijke begeleiding, tolken en tolken Vlaamse gebarentaal)
» ombudsdienst: T 03 821 31 60
» inlichtingen facturen: T 03 821 31 28


» mobiele medische urgentiegroep: T 03 821 38 06
» school in het UZA: T 03 821 58 86
Kinderopvang De speelvogel
In de kinderopvang zijn kinderen van patiënten en bezoekers van harte welkom. U vindt De Speelvogel in de rechtervleugel op het gelijkvloers. Pijlen vanop de parking wijzen de weg. Meer info: T 03 821 38 87
Gastenkamers Ter weyde
Wilt u in de buurt van het ziekenhuis overnachten, dan kunt u terecht in onthaaltehuis Ter Weyde. Vrijwilligers bieden er een eenvoudig maar warm onthaal aan een billijke prijs. Ter Weyde bevindt zich op 200 meter van het UZA (Edegemsesteenweg 240, 2610 Wilrijk). Voor meer info: T 03 440 48 18.
winkelgalerij
In de inkomhal vindt u:
» de cafetaria, in de week open van 8.30 tot 20 uur; in het weekend en op feestdagen van 12 tot 20 uur » een broodjeszaak, in de week open van 9 tot 14.30 uur » een winkel ‘Shop & Go’ met een ruim aanbod verse voeding,
drank, lectuur, geschenkartikelen … Open op weekdagen van 8.30 tot 20 uur, open op zaterdagen en feestdagen van 12 tot 19 uur, gesloten op zondag » een bloemen- en pralinewinkel ‘Gift Shop’, open op weekdagen en op zon- en feestdagen, telkens van 13 tot 19 uur, gesloten op zaterdag » een bankautomaat
restaurant
Het restaurant vindt u op -1 op het einde van de bezoekersgang. Het is elke werkdag open van 12 tot 14 uur.
Colofon
Maguza – driemaandelijks tijdschrift van het Universitair Ziekenhuis Antwerpen – jaargang 25, april 2013 – Redactieadres: UZA, afdeling Com municatie, Wilrijkstraat 10, 2650 Edegem, communicatie@uza.be – Ver antwoordelijke uitgever: Johnny Van der Straeten – Hoofdredacteur: Ann Segers – Eindredacteur: Kris Thieren – Redactieraad: Bettina Blaumeiser, Patrick Cras, Annick Deckers, Anneleen De Vos, Jonas De Wolf, Marc Peeters, Ann Segers, Bharati Shivalkar, Elke Smits, Kris Thieren, Paul Van Aken, Miranda Van De Wiele – Redactie & realisatie: Jansen & Janssen Uitgeverij, www.jaja.be – Fotografie: Jan Locus – Illustratie p. 16: Debora Lauwers, p. 36: Marijn Dionys – Kruiswoordraadsel: Freddy Roegiest –Reclameregie: Little Joe, www.littlejoe.be – De inhoud van de adverten ties valt niet onder de redactionele verantwoordelijkheid van het UZA.
abonnement
Wenst u een GRATIS abonnement op Maguza, wilt u een adreswijziging doorgeven of wilt u het magazine niet langer ontvangen? Surf naar www.maguza.be/abonnement. U kunt hier ook inschrijven op de gra tis digitale nieuwsbrief van Maguza. www.maguza.be
Tien jaar na het mirakel
Anouk Van Bogaert was zes toen ze vanop een kunstskipiste dertig meter naar beneden viel. Vandaag is ze een mondige tiener van 17 die houdt van … competitieskiën. ‘Ik ben het UZA nog altijd erg dankbaar’, zegt haar vader Guy.
het gebeurde op 2 november 2002. De kleine Anouk tui melde in het bijzijn van haar ouders van de skilift en belandde dertig meter lager naast de piste. Anouk: ‘De skischoenen hebben waar schijnlijk mijn leven gered, want daardoor kwam ik eerst met mijn voeten neer.’ Moeder Heidi: ‘Pas in het UZA bleek hoe erg het was: drie bekkenbreuken, een gebroken dijbeen, gekneusde longen, een gescheurde lever en milt … Ze werd diezelfde avond nog geopereerd en lag drie weken op intensieve zorg, het merendeel van de tijd in een kunstmatig coma. Door haar

longproblemen was haar toestand soms erg kritiek. We weken geen moment van haar zijde.’
Guy: ‘We voelden ons daar op de duur een beetje deel van de familie. De menselijke opvang op de afdeling heeft me sterk getroffen. Prof. Jorens heeft me op een moeilijk moment eens stevig vastgepakt en getroost.’
Heidi: ‘Elke dag kamden de ver pleegkundigen zorgvuldig Anouks lange haren. Om ons op te vrolijken gaven ze haar zelfs telkens een ander kapsel. ’ Guy: ‘Na in totaal een zes tal weken mocht ze naar huis. Een dik half jaar na het ongeval gaven we een groot feest. Ook de artsen en verpleegkundigen die Anouk hadden verzorgd, waren uitgenodigd.’
Geen tikkertje Anouk: ‘Na de operatie moest ik opnieuw leren lopen. Een jaar later volgde een tweede zware ingreep aan mijn bekken. Al bij al ben ik maandenlang in een rolstoel naar school gegaan. Mee tikkertje spelen zat er
dus niet in. Dat was een moeilijke periode, maar geleidelijk pikte ik de draad weer op. Ik ging muziek school volgen en op de duur mocht ik weer sporten. Er volgden nog twee operaties, de laatste was zes jaar na het ongeval. Springen of lopen zal ik nooit mogen, maar intussen ben ik met indoor skiën begonnen. Ik zit in een raceteam en doe mee aan buiten landse wedstrijden. De pijn die ik na de training vaak voel, neem ik erbij.’
Heidi: ‘Door de schade aan haar bekken zal Anouk vroeg of laat een heupprothese nodig hebben. Daar wachten we echter zo lang mogelijk mee, omdat ook een heupprothese niet eeuwig meegaat.’ Guy: ‘De gevolgen van het ongeval zijn er nog tot op vandaag, maar als ik terugkijk op die bange periode, voel ik toch vooral dankbaarheid.’ Heidi: ‘Alleen al dat ze die val heeft overleefd … Dat is gewoon een mirakel.’
ons weten via maguza@uza.be