Maguza 133

Page 1


Pzzzt, beter slapen begint bij je matras

In drie eenvoudige stappen maken we jouw matras op maat

1. Meten

2. Testen

3. Kiezen

In 1 minuut meten we je lichaamsprofiel en slaaphouding met onze Sleep Scan. Het enige dat je zelf moet doen, is even op je zij en op je rug gaan liggen.

Na de meting kan je jouw matras op maat meteen testen in de winkel. Met jouw voorkeuren als finishing touch.

Nu enkel nog je bed kiezen en dan kan je op beide oren slapen. Zelfs als je lichaam verandert, blijft een Equilli matras perfect liggen. Want wij veranderen jouw matras met je mee, het eerste jaar volledig gratis!

Ontdek Equilli bij onze verdeler Cornelis Bedding in:

Rumst - Wommelgem - Belsele - Dendermonde - Gent

cornelisbedding.com

10.10 UUR

DIENST CARDIOLOGIE

‘Ik

kreeg een stuk controle terug’

PETER (54)

Onderweg naar?

‘Vier jaar geleden ontdekte ik dat ik de hartritmestoornis voorkamerfibrillatie (VKF) heb. Dat was schrikken. Intensief duursporten mag ik sinds mijn diagnose niet meer, de normale klussen thuis of op het werk wel. Ik vind het zwaar dat je niet voelt wat er fout is. In februari stelde het VKF-team voor om FibriCheck te gebruiken, een app die medisch goedgekeurd is om je hartritme te controleren. Nu meet ik drie keer per dag mijn hartritme met de app en dat geeft me een stuk controle terug. Ik kom nog maar twee keer per jaar fysiek op controle.’

Hoe gaat het nu?

‘Goed, mogelijk kom ik in aanmerking voor een ablatie. Daarbij schroeit of vriest de cardioloog cellen weg waardoor je hartritme weer normaliseert. Het gebruik van FibriCheck en de UZA-app Cardio2U maakt me ook geruster. Het VKF-team kan je meetresultaten mee opvolgen. In Cardio2U beantwoorden ze al je grote en kleine vragen, bijvoorbeeld als je nog ergens aan denkt na je consultatie. Ze sturen ook interessante info door over je aandoening. Het laatste bericht was over de impact van alcohol. De app en de opvolging verhogen echt mijn levenscomfort. Misschien durf ik binnenkort zelfs weer een verre reis te maken met mijn vrouw.’

Lees de uitgebreide getuigenis over het VKFteam en metingen met de smartphone op maguza.be

IN

VOORAAN

06 Focus

Global health: hoe we de wereldwijde gezondheidszorg sterker maken door meer rekening te houden met zorgsystemen in andere regio’s.

12 Interview

3 deskundigen over een sterker beleid voor chronische pijn, met bijzondere aandacht voor kwetsbare groepen zoals kinderen en (ex-)kankerpatiënten.

ZORG

38 Nier- en levertransplantaties

Hoe patiënten beter herstellen met een nieuwe aanpak die hen mentaal en fysiek fitter aan de operatietafel brengt.

GEZOND

30 Thuisbeademing in de lift

Nieuwe technologie en ondersteuning van het ventilatieteam maken chronische beademing voortaan thuis mogelijk bij meer en meer patiënten.

17 Dossier

Leverziekten

36 Techno-logisch

Op zoek naar moleculen van moeilijk opspoorbare designer drugs: de geavanceerde technologie achter een nieuwe toxicologische test in het labo klinische biologie.

40 Team UZA

Op pad met het team thuisopvolging, dat patiënten ondersteunt die in hun vertrouwde thuisomgeving worden opgevolgd.

FOCUS

‘Een robuust zorgsysteem heeft voldoende oog voor andere regio’s.’

‘Wereldwijd

moeten we veel meer van elkaar leren’

Nier- en levertransplantaties

‘Werken aan een betere conditie bij transplantatiekandidaten bevordert hun herstel.’

30

Beademing bij je thuis. Dankzij nieuwe technologie en het ventilatieteam

Hoe het team thuisopvolging meer en meer patiënten thuis in verbinding brengt met het ziekenhuis.

32 Onderzoek & innovatie

Studenten trainen hun digivaardigheden voortaan met een elektronisch patiëntendossier in de skillslab oefenomgeving.

Alle artikels vind je op MAGUZA.BE

Schrijf je vandaag nog in voor onze e-nieuwsbrief.

Ga naar

www.maguza.be/ abonnement

Dossier

CHRONISCHE LEVERZIEKTEN

18 21 Vijf vragen over een gezonde lever

Welke leveraandoeningen komen steeds vaker voor – en hoe komt dat?

26 Multidisciplinaire aanpak verhoogt de genezingskansen na leverkanker

24 Jan (68) lijdt aan leververvetting, maar doet er alles aan om met de ziekte oud te worden

‘MASH is een sluimerende ziekte die nog veel te weinig bekend is.’

FOCUS

Prof. dr. Erika Vlieghe, diensthoofd algemene inwendige geneeskunde, infectieziekten en tropische geneeskunde UZA en onderzoeker in het Global Health Institute

Prof. dr. Lut Lynen, directeur Instituut voor Tropische Geneeskunde

Prof. dr. Herwig Leirs, hoofd onderzoeksgroep Evolutionaire Ecologie en vanaf september rector UAntwerpen

Global health op de agenda

‘ Wereldwijd moeten we
veel meer van elkaar leren’

Global health is een zorgbenadering die de gezondheid van elke wereldburger wil verbeteren. Niet alleen vanuit een gevoel voor rechtvaardigheid, maar ook omdat een robuust zorgsysteem voldoende oog moet hebben voor andere regio’s. ‘We streven samen naar preventiemaatregelen en medische richtlijnen die meer rekening houden met de context’, zegt UZA-infectioloog prof. dr. Erika Vlieghe.

Steeds meer artsen en onderzoekers beseffen dat de gezondheidszorg wereldwijd sterk westers georiënteerd is. Dat is een van de lessen die covid ons recent leerde. Het virus toonde dat onderzoekers te weinig naar het globale plaatje keken en onvoldoende naar lokale specialisten luisterden. ‘Als je jarenlang over de grootste onderzoeksbudgetten beschikt, de meeste behandelrichtlijnen opstelt en een instelling als de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) opricht, dan laat dat een stempel achter’, zegt infectioloog prof. dr. Erika Vlieghe van het UZA. ‘Ook los van een nieuwe virusuitbraak moeten we in een verbonden wereld veel meer rekening houden met de omstandigheden en de zorgorganisatie in niet-Westerse regio’s.’

‘Covid, apenpokken of berichten over tropische muggen maken zeer tastbaar hoe ontwikkelingen in andere regio’s onze gezondheid beïnvloeden.’

Lut Lynen

levensstijlen’, zegt prof. dr. Herwig Leirs, bioloog en vanaf september rector van UAntwerpen. Ook de wetenschappers van het Instituut voor Tropische Geneeskunde (ITG) voelen de aandacht voor een globale gezondheidszorg toenemen. ‘Covid, apenpokken of berichten over tropische muggen die uitzwermen door de klimaatverandering maken heel tastbaar hoe ontwikkelingen in andere regio’s ook onze gezondheid beïnvloeden’, zegt ITG-directeur

prof. dr. Lut Lynen. ‘Dat maakt onze activiteiten relevanter dan ooit. De internationale wetenschap en gezondheid vooruit helpen, met voldoende oog en steun voor regio’s met geringe middelen en kwetsbare bevolkingsgroepen, staat sinds covid een paar trapjes hoger op de maatschappelijke agenda.’

Kleine budgetten, grote gevolgen

Sinds een aantal decennia verschuiven meer en meer elementen in de goede richting. Op voorzet van de WHO worden nieuwe behandelrichtlijnen geleidelijk ook afgestemd op landen met weinig budgetten. Ook het bredere wetenschappelijk onderzoek besteedt stilaan meer aandacht aan global health. ‘Het besef groeit dat de zorgproblematiek overal ter wereld best sterk op elkaar lijkt. Wat zich in het Zuiden voordoet, verschilt niet zo veel van wat we hier meemaken. De wereld is veranderd, met onder meer verhoogde migratie en andere overheersende

Het besef groeit dat de zorgproblematiek overal ter wereld best sterk op elkaar lijkt.

Wereldwijde hart- en vaatziekten

Hoewel infectieziekten zoals tbc, malaria en hiv wereldwijd te veel gezonde levensjaren blijven kosten, ontpopten cardiovasculaire ziekten zich recent tot de grootste zorguitdaging. ‘Obesitas en diabetes beperken zich niet tot het Westen’, legt Erika Vlieghe uit. ‘De helft van de wereldbevolking woont vandaag in China en India. Daar leeft evengoed een

brede middenklasse die er een ongezonde levensstijl op nahoudt. Ook in Afrika groeit het aantal mensen dat te ongezond eet en te weinig beweegt. Op het platteland leeft men traditioneler. Maar de situatie waarbij stedelingen langer leven omdat ze een betere toegang tot zorg hebben, is omgedraaid door de ongezonde leefomstandigheden in megasteden.’ Met vaccinatiecampagnes, nieuwe vaccins en technologie zoals draagbare diagnostische beeldvormingstoestellen zijn de voorbije jaren grote stappen gezet in regio’s met weinig middelen. ‘Het is een van de ambities van de WHO om tegen 2030 het aantal gevallen van tbc met 80 procent te verlagen in vergelijking met 2015’, zegt Lut Lynen. ‘Dat soort acties creëert een enorme winst in gezonde levensjaren. Tegelijk duiken er telkens nieuwe uitdagingen op. Het probleem van antibioticaresistentie neemt overal toe, en in veel regio’s ontbreekt het aan

‘Bij onze projecten hanteren we het zaaiprincipe: we leiden zo veel mogelijk mensen op die de kennis verder kunnen verspreiden.’

Prof. dr. Erika Vlieghe

infrastructuur om de diagnose te stellen en dat soort infecties adequaat te behandelen.’

Antwerpse connectie De ervaring van de voorbije decennia leert dat je het meest bereikt door niet enkel op kennis over de ziekte zelf te focussen, maar des te meer door het zorgsysteem te versterken. Erika Vlieghe: ‘Kleine maatregelen hebben soms een grote impact. Nog veel meer dan over het materiële gaat wereldwijde gezondheid over kennis delen en elkaar verrijken. Dat loopt in twee richtingen. Wij leren onder meer bij over systeemdenken, over hoe verschillende elementen in de zorg elkaar beïnvloeden en hoe je breder moet kijken dan medicatie aan een diagnose koppelen. Regio’s met minder middelen vergroten hun kennis over de meerwaarde van preventie en behandelmogelijkheden. Bij onze projecten hanteren we altijd het zaaiprincipe: we leiden zo veel mogelijk mensen op, die de kennis verder kunnen verspreiden.’

UZA, UAntwerpen en ITG hebben een sterke traditie in projecten die minder robuuste

zorgsystemen versterken. ‘De sterke connectie tussen UZA, UAntwerpen en ITG stimuleert op het terrein de kruisbestuiving tussen verschillende projecten’, stelt Herwig Leirs. ‘We werken bewust samen waar het kan en tegelijk zo aanvullend mogelijk. We zitten bijvoorbeeld samen in een denktank rond pandemische paraatheid en we gebruiken elkaars lokale contacten of infrastructuur. UAntwerpen en ITG focussen op wetenschappelijk onderzoek en kennisopbouw, terwijl UZA zich sterker op projecten voor zorgtoepassingen richt. Ook op het vlak van onderwijs over global health hebben we heel wat raakpunten en samenwerkingen.’

Infectieziekten blijven wereldwijd te veel gezonde levensjaren kosten.

Shockbestendige zorg

‘Rondom onze instellingen is een krachtig netwerk gegroeid van oud-studenten en artsen-onderzoekers die elkaar ondersteunen’, knikt Erika Vlieghe. ‘Als ik nog even mag aanknopen bij het bijleren in twee richtingen, dan kom

ik bij een ander belangrijk thema: hoe bereiden we onze gezondheidssystemen beter voor op toekomstige shocks? Hoe hou je de zorg overeind bij gebeurtenissen zoals een pandemie, aanslag, oorlog, natuurramp? De recente geschiedenis leert dat we ons daar maar beter op voorbereiden. Ook het Westen heeft nood aan medische richtlijnen waarmee we patiënten kunnen blijven helpen als de normale infrastructuur of middelen wegvallen.’

Tijdens covid, maar ook al langer daarvoor, zagen we hoe kennisuitwisseling tussen regio’s een continue slingerbeweging is. Lut Lynen: ‘Tijdens de pandemie herontdekten we in het westen de impact van schaarste en gezondheidsbevorderend gedrag. Alle regio’s moesten van elkaar leren en je voelde dat je alle landen moest meekrijgen. Een goede les vind ik ook dat we task shifting, waarbij verpleegkundigen bepaalde taken van artsen overnemen, in de praktijk goed zien werken. In gebieden met weinig middelen nemen verpleegkundigen na de nodige opleiding veel meer taken op. Of algemene artsen leren een vijftal essentiële

operaties uitvoeren omdat er geen gespecialiseerde chirurgen beschikbaar zijn.’

farmaceutische en niet-farmaceutische uitdagingen we staan en tegen welke termijn we die opgelost willen hebben.’

Van dier naar mens

Een ander essentieel element bij het pandemieverhaal is de intrigerende vraag wanneer een virus van dier naar mens overspringt – en wanneer niet.

‘Dat heb ik als bioloog jarenlang in verschillende omstandigheden proberen uit te spitten’, vult Herman Leirs aan. ‘Hoe komt het dat een dierlijk virus in sommige omstandigheden de stap naar mensen maakt? In onze vakgroep bestuderen we zowel de dragers als de ecologische omstandigheden. Alle belangrijke infecties zoals covid, ebola, hiv en griep komen van bij dieren en meestal in tropische gebieden. Meer inzicht in de factoren die daarbij een rol spelen, kan wereldwijd een immens verschil maken.’

Net na de covidpandemie stond wetenschappelijk onderzoek naar pandemische paraatheid bovenaan de maatschappelijke agenda, maar vandaag voelt het thema al net iets minder nijpend. ‘Als wetenschappelijke community proberen we het onderwerp op de agenda te houden’, zegt Erika Vlieghe. ‘Maar we moeten dringend helder formuleren hoe we paraatheid precies zien in onze maatschappij en welk onderzoek daarvoor nodig is. Er zijn heel veel aspecten aan pandemische paraatheid en je kan elke euro maar één keer uitgeven. Dus moeten we vastleggen wat we echt nodig vinden, voor welke

De druk van het klimaat Sinds enkele jaren is de Europese samenleving zich alvast beter aan het wapenen tegen tropische virussen die door de klimaatverandering naar onze regio opschuiven. Lut Lynen: ‘In Frankrijk doken er recent autochtone dengue-besmettingen op door muggen die er sinds kort voorkomen. In de Balkanlanden

detecteren we geregeld het westnijlvirus en ook in België zien we meer tijgermuggen, die het potentieel hebben om tropische virussen over te brengen. Op het vlak van controle en surveillance van muggen kunnen landen zoals Nepal ons heel veel bijbrengen. In die regio, die zwaar getroffen wordt door de klimaatopwarming, voeren wij sinds jaar en dag onderzoek uit. Belangrijk is ook hoe je vermijdt dat muggen resistent worden tegen bestrijdingsmiddelen. En, net als bij covid, wacht ons de uitdaging om wereldwijd zo veel mogelijk doelgroepen warm te maken voor preventiemaatregelen, want muggen kennen uiteraard geen landsgrenzen.’

Ook in België zien we meer tijgermuggen, die het potentieel hebben om tropische virussen over te brengen.

FOCUS

‘Hoe komt het dat een dierlijk virus in sommige omstandigheden de sprong naar mensen maakt en in andere omstandigheden niet?’

Prof. dr. Herman Leirs

het tweede seizoen van de bekroonde podcast Transmission van het ITG.

Scan de QR-code of ga naar itg.be/podcast

Tip
Beluister

FOCUS

3 × Global health op het terrein

Mondiale uitdagingen vragen mondiale oplossingen. Drie praktijkcases tonen hoe zorgverleners elkaar wereldwijd versterken door met elkaar in dialoog te gaan. Van oncologische screening en behandeling tot reanimatie met beperkte middelen.

Dr. Laure-Anne Teuwen, oncoloog UZA en onderzoeker Stichting tegen Kanker

1.

‘Goed luisteren en samenwerken is cruciaal’

‘Ik combineer oncologische zorg voor UZA-patiënten met halftijds onderzoek naar oncologische zorg in lage- en middeninkomenslanden. De voorbije jaren werkte ik met Artsen zonder Grenzen in Malawi en Mali aan projecten rond een sterkere preventie, diagnose en behandeling van borst- en gynaecologische tumoren. Baarmoederhalskanker komt daar bijvoorbeeld nog frequenter voor dan in België en de behandelmogelijkheden zijn er beperkt. In het Westen bestaat de behandeling meestal uit bestraling in combinatie met chemotherapie. Toen ik in 2022-2023 in Malawi was, hadden

de artsen zelfs geen bestralingstoestel ter beschikking.’

Samen met een Malawische oncoloog en gynaecoloog bestudeer ik onder meer de combinatie van chemotherapie en chirurgie als alternatief voor bestraling. We brengen ook in kaart hoe kankerverwekkend het humaan papillomavirus 35 (HPV) is, dat in het zuiden mogelijk frequenter voorkomt maar daar niet in de HPV-vaccins is opgenomen. De ervaring leert me dat goed luisteren en samenwerken cruciaal is om vooruit te geraken. De lokale artsen weten heel goed wat er nodig is en waarbij we elkaar kunnen helpen. In juni 2022 heb ik samen met UZA-collega prof. dr. Hans Prenen en drie anderen ook de GLobal Oncology Workgroup (GLOW) opgericht. Intussen zijn we al met een 20-tal internationale collega’s uit verschillende disciplines die streven naar meer gelijkheid in de globale oncologische zorg.’

Prof. dr. Yves Jacquemyn, diensthoofd gynaecologie UZA en onderzoeker UAntwerpen

2.

‘Grote impact met weinig materiaal’

‘Als vervolg op een doctoraatsthesis die ik begeleidde en de ervaring door te werken voor de ngo Artsen zonder Vakantie, hebben we met de onderzoeksgroep GHI (Global Health Institute) van UAntwerpen, een project in Kinshasa opgezet rond baarmoederhalskanker. Omdat het er moeilijk is om een screening en bijpassende opvolging te organiseren, werkten we een soort see & treat-methode uit met weinig materiaal. Vrouwen kunnen op controle komen en indien nodig helpen lokale artsen hen meteen via cryotherapie, waarbij je weefsel dat voor klachten zorgt wegvriest. We pasten een bevriezingstoestel

aan zodat het zonder elektriciteit werkt, met dezelfde CO2-flessen die daar gebruikt worden voor brandblusapparaten. Vorig jaar konden we de behandelmogelijkheden nog uitbreiden met elektrochirurgie, dankzij een elektrisch LEEP-toestel.’

‘In juli organiseerde de American Society of Oncology een congres in Kinshasa met dr. Alex Mutombo, oprichter van de Congo Cancer Foundation en deeltijds wetenschappelijk medewerker in het UZA, en mezelf. Het thema was hoe we de gynaecologische en borstkankerzorg kunnen verbeteren in Congolese context. De interesse was enorm: zowat alle Congolese gynaecologen volgden fysiek of online mee en kunnen de methode nu verder bekendmaken. In dit project merk je hoe sterk alles aan elkaar hangt, hoe je rekening moet houden met het volledige zorgsysteem. Door nauw samen te werken met lokale specialisten slagen we erin om een grote impact te hebben.’

Prof. dr. Koen Monsieurs, diensthoofd spoedgevallen UZA en onderzoeker UAntwerpen

3.

Dr. Sebastian Schnaubelt, consulent spoedgevallen in het UZA en onderzoeker MedUni Wenen

‘Focus op de volledige wereldbevolking’

Prof. dr. Koen Monsieurs: ‘Ik ben als voorzitter van de Europese Reanimatieraad (ERC) opnieuw betrokken bij de vijfjaarlijkse herziening van de internationale medische richtlijnen voor reanimatie. We beseffen pas sinds kort dat we die al veertig jaar vanuit het ideale Westerse plaatje opstellen. Maar die omstandigheden gelden enkel voor een minderheid van de wereldbevolking. Dat was een

echte eyeopener! In sommige gebieden kan je niet bellen, komt er geen ambulance en vind je geen ziekenhuis binnen de driehonderd kilometer. In de nieuwe richtlijnen zal ook staan hoe je in dat geval het best reanimeert.’

Dr. Sebastian Schnaubelt: ‘Ik ben een van de collega’s die inhoudelijk meewerken aan de herziening van de medische richtlijnen voor reanimatie. In 2023 publiceerden we samen met prof. dr. Koen Monsieurs en andere collega’s een artikel over reanimatie in een omgeving met weinig middelen in het medisch-wetenschappelijke tijdschrift The Lancet. Dat heeft veel betrokkenen wakker geschud. We moeten niet alleen aandacht hebben voor die andere settings, we moeten ook de collega’s uit regio’s met weinig middelen meer betrekken. Door met elkaar in dialoog te gaan, hebben we al heel veel bijgeleerd.’

Dr. Sebastian Schnaubelt:

‘Een eerste aanpassing die we doorvoerden, is dat we de horizontale keten van overleving met de stappen die je het best doorloopt om hulp te verlenen, tot een soort gordijn of maliënkolder van geweven schakels hebben uitgebreid. Als er één schakel wegvalt in de ideale reanimatieketen, kan je dat via een omweg opvangen. Is er bijvoorbeeld geen defibrillatietoestel om een elektrische schok toe te dienen, dan volg je een ander traject met manuele handelingen van zorgverleners die daarvoor opgeleid zijn. In plaats van één reeks schakels, kan je een heel systeem inzetten. Dat maakt de aanpak veel robuuster en toepasbaar in bijvoorbeeld een omgeving met weinig middelen. Ook ethische vragen maken deel uit van het systeem. Moet je bijvoorbeeld wel reanimeren als je geen intensieve zorgen kan toedienen en de vooruitzichten

van de patiënt slecht zijn? Ook dat soort afwegingen spelen mee.’

Prof. dr. Koen Monsieurs: ‘Zoals je merkt, maken we geen onderscheid tussen regio’s, maar tussen situaties waarin bepaalde middelen al dan niet aanwezig zijn. De herwerking gaat dus ook over reanimaties in de bergen, op zee of in gebieden waar een overstroming of oorlog plaatsvindt. In 2025 publiceren we de aangepaste richtlijnen. Maar de oefening zal lang niet afgerond zijn. Een diverse werkgroep blijft bijkomend wetenschappelijk onderzoek opvolgen. Ik schat dat de nieuwe invalshoek pas over tien jaar in elk detail van de richtlijnen doorgedrongen zal zijn. Goed om weten: dezelfde oefening wacht ons in de urgentiegeneeskunde nog voor heel wat andere richtlijnen.’

In Malawi verzamelen vrouwen voor een patiënteducatiesessie.

‘Pijn heeft een heel zware impact op je levenskwaliteit’

Maar liefst 28 procent van de Belgen heeft last van langdurige pijnklachten en dat zorgt voor heel wat maatschappelijke en medische uitdagingen. Hoe geven we die patiënten de brede, individuele begeleiding waar ze nood aan hebben? Hoe versterken we het pijnbeleid voor kwetsbare doelgroepen zoals kinderen en (ex-)kankerpatiënten?

Wat is chronische pijn precies? Guy Hans: ‘Elke pijnklacht die langer dan drie maanden aanhoudt, beschouwen we als chronisch. In die periode slijt pijn zich als het ware in het zenuwstelsel in, waardoor de kans op een spontaan herstel klein wordt. Het uitlokkende letsel is vaak al genezen of verdwenen, maar je pijngeleidingssysteem is op hol geslagen en houdt je klachten in stand. We zien chronische pijn daarom als een aandoening op zich, die een veelzijdige aanpak op maat vraagt. Chronische pijn is een van de meest voorkomende medische aandoeningen. Volgens het Belgisch gezondheidsonderzoek van 2018 kampt 28 procent van de Belgen met langdurige pijnklachten.’

Hoe voorkomen we dat pijn chronisch wordt? Joris Verlooy: ‘Daar beginnen we meer en meer over te weten, maar er spelen heel veel factoren. Hoe sneller je erbij bent, hoe vlotter het herstel. Als kinderoncoloog en verantwoordelijke voor het pijnbeleid bij kinderen in het UZA mag ik zeggen dat we best kort op de bal spelen. Zowel bij oncologische als niet-oncologische ingrepen proberen we altijd de pijngeleiding vooraf te onderdrukken. Zo streven we ernaar om voor de eerste prik bij een kind een verdovende pleister of verdovende huidzalf te gebruiken. Zo vermijd je een overprikkeling van het zenuwstelsel, waardoor pijn later makkelijker kan binnenkomen en langer aanwezig blijven. Daarnaast werken we aan veel andere aspecten, zoals stress- en angstreductie bij kinderen en hun omgeving.’

Klopt het dat heel wat (ex-)kankerpatiënten met langdurige pijn kampen?

Hans Neefs: ‘Ja, ongeveer één op de drie patiënten met of na kanker geeft aan chronische pijn te ervaren. Uit een kleinschalig onderzoek van Kom op tegen Kanker (KOTK) onthoud ik onder andere het belang van pijnbevragingen in het zorgtraject van oncologische patiënten. Pijn heeft een heel zware impact op je levenskwaliteit, je dagelijks functioneren en je re-integratie in de maatschappij. Om pijnklachten snel en adequaat te detecteren, zijn heldere

afspraken nodig over wie – de huisarts, oncoloog of verpleegkundige – de patiënt daar consequent over bevraagt.’

Zien we dat ook in het pijncentrum van het UZA? Welke behandeling krijgen patiënten?

Guy Hans: ‘Het aantal cancer survivors stijgt inderdaad snel, terwijl bijvoorbeeld het aantal diabetespatiënten met chronische pijnklachten afneemt. Veel patiënten die geen oncologische behandeling meer krijgen, ervaren pijn door uiteenlopende oorzaken. Komt het door de radiotherapie, chirurgie, chemoof immunotherapie? Dat weten we doorgaans niet en het maakt ook weinig verschil. Zoals bij andere pijnpatiënten stellen we een individuele behandeling op maat samen: met medicatie – vaak lokaal werkende pijnstilling –, revalidatietraining, psychotherapie en educatie, relaxatieoefeningen, neurostimulatie, een

‘Wetenschappelijk is pijn een aandoening op zich, maar er is geen kader dat nietmedicamenteuze behandelingen betaalbaar maakt.’
Dr. Joris Verlooy, kinderoncoloog en verantwoordelijke voor het pijnbeleid bij kinderen UZA
Prof. dr. Guy Hans, medisch coördinator van het multidisciplinair pijncentrum en medisch directeur UZA
Hans Neefs, specialist kankerzorg bij Kom Op Tegen Kanker
‘Een andere aanpak, met meer aandacht voor preventie, een geïntegreerde behandeling op maat en de levenskwaliteit van de patiënt, kan veel mensen helpen en hen zelfs opnieuw naar werk leiden.’

operatieve ingreep … De kans is groot dat patiënten nooit helemaal pijnvrij worden, maar we leren de meesten wel om er goed mee te kunnen leven.’

Hoe kan het dat niet-medicamenteuze pijnbestrijding amper terugbetaald wordt?

Joris Verlooy: ‘Goede vraag. We smeken al lang om een regelgeving die patiënten niet richting pijnstillers duwt. Wetenschappelijk is pijn een aandoening op zich, maar er is geen kader dat behandelingen zoals psychologie, educatie en revalidatietraining betaalbaar maakt voor mensen met pijn. Tot voor kort konden we onze jonge patiënten naar geen enkel revalidatiecentrum doorverwijzen. Alleen na een trauma kon je er terecht. Intussen zijn er twee centra, maar we hebben nood aan een veel breder programma. Niemand weet hoeveel kinderen er precies zijn met langdurige pijn. Drie jaar geleden begonnen we op de pijnpoli met één consult per maand. Al snel schakelden we over naar wekelijks, en nu zitten die ook keer op keer vol met patiënten die ernstige klachten hebben.’

Hoe belangrijk is het om pijnklachten bespreekbaar te maken?

Hans Neefs: ‘Als je pijnklachten snel wil oppikken is dat essentieel. Patiënten met kanker zwijgen te vaak over pijn tegen hun zorgverleners. Ze willen niet flauw overkomen of ze krijgen te horen dat ze beter even kunnen afwachten. Het is ook niet evident om bijvoorbeeld tijdens een opvolgingsconsult zelf over

pijnklachten te beginnen. De focus ligt dan namelijk op het oppikken van signalen die op herval kunnen wijzen. Soms duikt pijn ook pas langere tijd na een behandeling op. We pleiten ervoor om het hele nazorgtraject van oncologische patiënten beter te structureren, zodat ook het thema pijn gegarandeerd en op vaste tijdstippen aan bod komt. Tegelijk moedigen we patiënten aan om pijn zeker niet weken- of maandenlang in stilte te verbijten.’

Welke andere uitdagingen zijn er op het vlak van pijnbestrijding?

Guy Hans: ‘Ik ben zeer bezorgd over medicatie die op termijn mogelijk van de Belgische markt verdwijnt. Het gaat onder meer om een oude klasse van tricyclische antidepressiva die commercieel onvoldoende rendeert. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie is het nochtans essentiële medicatie en patiënten gebruiken er minder opioïden door, die we door bijwerkingen en verslavingsgevoeligheid liever vermijden. Daarnaast zou ik heel graag zien dat elke Belg een pijndossier krijgt. Dat zou veel nuttige informatie bieden en ook een verhoogde waakzaamheid creëren. Omdat pijn afhankelijk is van zo veel factoren, is het vaak moeilijk om de impact van onderdelen van een behandeling in cijfers te vatten. Maar een andere aanpak, met meer aandacht voor preventie, een geïntegreerde behandeling op maat en de levenskwaliteit van de patiënt, kan veel mensen helpen en hen zelfs opnieuw naar werk leiden.’

ziekenhuizen,

waaronder het UZA, ontvingen dit voorjaar een voornemen tot erkenning als gespecialiseerd centrum voor invasieve behandeling van (hersen)beroertes. Al sinds 2010 voeren we trombectomieën uit in het UZA (vorig jaar 102), binnen een zeer brede samenwerking met vele verwijzende ziekenhuizen. Met de erkenningen wil de Vlaamse overheid evolueren naar een getrapt systeem, waarbij lokale ziekenhuizen samenwerken met gespecialiseerde beroertecentra die invasieve technieken kunnen uitvoeren. Patiënten kunnen in eigen omgeving gespecialiseerde beroertezorg krijgen, maar ook snel naar één van de acht centra gebracht worden als dat nodig blijkt.

Nieuwe, vereenvoudigde manier van aanmelden

Wie naar het UZA komt voor een raadpleging of (dag)opname, doorloopt sinds juli een nieuwe, eenvoudigere manier van aanmelden. Die gaat als volgt:

• Neem steeds je eID, KidsID of ISI+-kaart mee naar het UZA.

• Passeer bij aankomst altijd eerst langs één van de aanmeldkiosken in de centrale inkomhal of in de inkomhal van het moeder- en kindcentrum.

• Beantwoord alle vragen op de kiosk en neem je ticket.

• Je ticket geeft je verdere instructies. Hou dit ticket steeds bij tijdens je bezoek aan het UZA.

Lees meer op uza.be.

CENTER-TBI bundelt hersenbeelden

In 2013 startte CENTER-TBI, een grootschalig internationaal project om hersenletsels beter te begrijpen en behandelen, geleid door UZA en de Universiteit van Cambridge. In de studie verzamelden 66 Europese ziekenhuizen meer dan 4000 acute hersen-CT-scans.

Onderzoekers van radiologie en neurochirurgie voerden samen met onderzoekers van het Erasmus

KIJKTIP

wereldwijd

MC Rotterdam en de Verenigde Staten een grondige analyse uit van alle gegevens en brachten specifieke letselpatronen en -clusters in kaart. Het is de eerste keer dat een analyse van acute CT-pathologie bij hersenletsels op zo’n gedetailleerde en uitgebreide schaal gebeurt. De studie is een belangrijke stap naar een beter inzicht in én de behandeling van hersenletsels, over teams en grenzen heen.

‘Na mijn opname in het UZA …’

In de rubriek Vooruitzicht van het VRT 1-programma Iedereen Beroemd blikten onlangs drie patiënten vooruit op hun leven na hun opname in het UZA. De patiënten delen hoe het met hen gaat en welke plannen ze maken.

Tekenares Noëmi Plateau legt hun verhaal vast in een knappe raamtekening. Een van de drie patiënten was Kenny, die aan de ziekte van Duchenne lijdt, een ziekte die de spieren aantast. Hij keek toen vooral uit naar zijn zevende (!) editie van

Help jij de brug slaan tussen de dienst neonatologie en andere ouders?

In onzekere tijden helpen details het verschil maken. De dienst neonatologie van het UZA zoekt ouders die ooit met hun kind op de dienst verbleven, en nu andere ouders vanuit de ouderraad willen helpen. De ouderraad moet de brug slaan tussen het ziekenhuis en de ouders van pasgeboren kindjes op neonatologie. De raad heeft ook een belangrijke adviserende stem bij nieuwe projecten op de dienst.

Interesse? Bezorg je gegevens aan het secretariaat neonatologie (secr.neo@uza.be) en zij nemen contact met je op.

5.739

kandidaten

bezorgden in 2023 hun sollicitatie aan het UZA. Dat zijn ongeveer 1000 extra sollicitanten in vergelijking met het jaar voordien, zo leren we in het pas gepubliceerde UZA jaarverslag 2023. Naast boeiende cijfers bevat het jaarverslag een schat aan verhalen over de strategie, zorginnovaties en activiteiten op het vlak van onderzoek en opleiding in het UZA.

Bekijk het op: jaarverslag2023.uza.be

Tomorrowland. Herbekijk de warme patiëntenverhalen (afleveringen van 15/4, 29/4 en 6/5, beschikbaar tot 31/8/24) op VRT MAX. Lees ook het verhaal van Peter, een van de andere patiënten uit het programma, op p. 44, nvdr.

Beste Maguza-lezers,

Samen grenzen overstijgen

Na een lange grijze en druilerige herfst, winter en zelfs lente is het tijd om een frivool MagUZA-nummer mee te nemen naar zonnige oorden met wandelpaden en zwembaden. Vrije tijd is er zeker ook om even te grasduinen in de wereld van het UZA.

De verdere uitrol van transmurale zorg blijft zich doorzetten. Naast de voorstelling van het UZA@home team dat de ‘cockpit’ bemant en patiënten thuis nauw opvolgt, toont deze editie hoe we patiënten met niet-invasieve beademing steeds vaker thuis beademen. Ook in de cardiologie maken we in toenemende mate gebruik van technologie en thuisondersteuning, ontdek je in de rubriek Welkom.

Naast een aantal zeer interessante klinische artikels en getuigenissen, besteden we in dit nummer aandacht aan twee andere belangrijke pijlers van ons universitair ziekenhuis, namelijk educatie en het maatschappelijk engagement. Digitalisering is niet meer weg te denken uit onze dagelijkse medische praktijk. De samenwerking tussen UZA, Oracle en verschillende hogescholen zorgt voor goede digitale vaardigheden voor verpleegkundigen van de toekomst. Ze krijgen toegang tot fictieve elektronische patiëntendossiers, zelfs tijdens hun opleiding.

Door de globalisering staat global health hoger op de agenda: een zorgbenadering die de gezondheid van elke wereldburger wil verbeteren. Ook het UZA speelt hierin een actieve rol: samen

met onze partners werken we aan een aanpak van gezondheidsproblemen die de grenzen overstijgt en zoeken we naar effectieve oplossingen over landen en disciplines heen. Drie experts geven hun visie op global health, onder wie de nieuw verkozen rector van UAntwerpen Herwig Leirs. Veel leesgenot en wissel je spannende roman regelmatig af met deze boeiende editie van MagUZA!

prof. dr. Marc Peeters CEO

Dossier

CHRONISCHE LEVERZIEKTEN

Overgewicht, alcohol en aanleg als boosdoeners

Meer dan één op de vier Belgen lijdt aan leververvetting, een aandoening die leverontsteking of zelfs verlittekening van de lever kan veroorzaken. Wat moet je weten om je lever gezond te houden? Hoe voorkom je dat je klachten pas herkent in een vergevorderd stadium van leverlijden?

www.maguza.be

UZA UniversitairZiekenhuisAntwerpen uza_stories

‘MASH
Prof. dr. Sven Francque, diensthoofd gastro-enterologie en hepatologie UZA
Dr. Eveline Dirinck, diabetoloog UZA
Prof. dr. Filip Van Den Eede, medisch coördinator medische psychologie en psychiatrie UZA

Leververvetting

De stille epidemie

Naar schatting lijdt 25 tot 30 procent van onze bevolking aan leververvetting. Die aandoening kan tot levercirrose leiden en is intussen na levercirrose door alcoholmisbruik de belangrijkste reden voor een levertransplantatie. ‘Gelukkig kunnen patiënten vaak veel zelf doen om het tij te keren’, zegt prof. dr. Sven Francque, diensthoofd gastro-enterologie en hepatologie.

Chronische leverziekten komen steeds vaker voor. Zo’n 25 à 30 procent van de Belgen lijdt aan leververvetting. Ongeveer 85 tot 90 procent daarvan heeft MASLD (Metabole-disfunctie geAssocieerde Steatotische Leverziekte). Dat is leververvetting die gelinkt wordt aan het zogenoemde metabool syndroom: de patiënten lijden aan overgewicht of obesitas, verstoorde suikerwaarden, een te hoge bloeddruk, een te hoog cholesterolgehalte of een combinatie daarvan. De anderen hebben leververvetting door alcoholmisbruik, al dan niet in combinatie met de eerder genoemde factoren. ‘In tegenstelling tot wat dikwijls wordt gedacht, is alcohol dus vaak niet de oorzaak van leverproblemen. De opmars van obesitas speelt een veel grotere rol. Maar het blijft wel een belangrijke factor’, aldus Sven Francque. Een andere grote groep zijn chronische leverziekten na besmetting met het hepatitis B- of C-virus. Daarnaast zijn er de auto-immune leverziektes, waarbij het eigen afweersysteem

de lever aanvalt. Tenslotte zijn er nog andere, erg zeldzame en vaak erfelijke leverziekten, waaronder afwijkingen aan de leverbloedvaten en opstapeling van stoffen in de lever.

Van ontsteking naar littekens Gelukkig is niet iedereen die leververvetting heeft ook echt ziek. De lever is immers een robuust orgaan dat veel kan incasseren. Gezonde mensen hebben

‘Als je de oorzaak van de ziekte wegneemt, knapt de lever een heel stuk op.’

in principe genoeg aan een derde van hun lever om normaal te functioneren. Problematisch wordt het pas als de leververvetting evolueert naar leverontsteking of, in een later stadium, naar leverfibrose: dat is verlittekening van de lever. Zo’n 1 tot 2 procent van de bevolking tenslotte, krijgt ooit levercirrose, het laatste stadium

van leverziekte. Dat is een vergevorderde vorm van leverfibrose, met een reëel risico op leverfalen of leverkanker.

Recuperatievermogen

Het goede nieuws is dat de lever een groot recuperatievermogen heeft. Als je de oorzaak van de ziekte wegneemt – een ongezonde levensstijl, het metabool syndroom, alcohol of een virus –knapt de lever een heel stuk op. Voorwaarde is wel dat de ziekte nog niet te ver gevorderd is.

Leververvetting is omkeerbaar, maar leverfibrose is dat niet altijd en levercirrose nog minder. ‘Veel patiënten kunnen zelf veel doen. Stap voor stap meer gaan bewegen bijvoorbeeld, ook al is dat niet voor iedereen vanzelfsprekend’, zegt Sven Francque. Ook gewicht verliezen is vaak een uitdaging. ‘De visie dat overgewicht eenvoudig op te lossen is door minder te eten en meer te bewegen, is achterhaald’, zegt UZA-diabetologe dr. Eveline Dirinck. ‘Obesitas is een complexe ziekte waarin veel factoren kunnen meespelen: voeding, maar ook aanleg, medicatiegebruik,

‘Obesitas is een complexe ziekte waarin veel factoren kunnen meespelen, zoals voeding, aanleg of medicatiegebruik.’

andere aandoeningen, leef- en werkomstandigheden … Gelukkig zijn veel patiënten erg gemotiveerd. Door af te vallen slaan ze meerdere vliegen in één klap: het is goed voor hun lever, suikerwaarden en voor hart- en bloedvaten.’ Drastisch vermageren hoeft ook niet: een gewichtsverlies van 7 à 10 procent doet de leverwaarden al merkbaar verbeteren. En er bestaat vandaag ook ondersteunende medicatie om te vermageren.

Medicatie die het eigenlijke ziekteproces bij leververvetting afremt of stopt, is er amper. ‘Na bijna twintig jaar onderzoek is er recent in de Verenigde Staten een eerste geneesmiddel goedgekeurd tegen MASH (Metabool geAssocieerde SteatoHepatitis), leververvetting die gepaard gaat met ontsteking. Doordat het de leverontsteking aanpakt, neemt ook de fibrose af. Wellicht komt die medicatie in 2025 ook in Europa op de markt.’

Multidisciplinair behandelen De behandeling van leverziekten is een multidisciplinair gebeuren.

Sven Francque: ‘Zeker bij leververvetting kan je de oorzaken maar aanpakken door samen te werken met de diabetologen,

obesitasspecialisten, radiologen, eerstelijnszorg …’

Geregeld wordt er ook psychiatrisch advies ingewonnen. ‘Fysieke en psychische problemen zijn immers vaak met elkaar verweven’, zegt prof. dr. Filip Van Den Eede, medisch coördinator medische psychologie en psychiatrie. ‘Wij zijn er indien nodig voor advies en begeleiding, bijvoorbeeld als een patiënt naast zijn leverziekte ook aan een depressie lijdt.’

Filip Van Den Eede is ook betrokken bij de evaluatie en begeleiding van patiënten die mogelijk in aanmerking komen voor een levertransplantatie (zie ook p. 38).

Dat gebeurt in samenwerking met psychologe Joke Meuldermans en sociaal werker Jana Van Leuven. Filip Van Den Eede: ‘Als alcohol een oorzaak is van de leverziekte, moeten patiënten zes maanden nuchter zijn voor ze op de wachtlijst mogen. We proberen patiënten te helpen bij het overwinnen van hun problemen. Ook na de transplantatie is begeleiding cruciaal. Indien nodig werken we daarvoor samen met de regionale verslavingszorg. De meesten doen het relatief goed. Het is vaak mooi om te zien hoe patiënten die de dood in de ogen keken, het over een andere boeg gooien.’

Europese samenwerking voor zeldzame leverziekten

De dienst gastro-enterologie en hepatologie heeft een aparte raadpleging voor zeldzame leverziekten. Patiënten met een leveraandoening bij wie de gebruikelijke oorzaken zijn uitgesloten, kunnen er terecht voor diagnose en behandeling.

‘Sinds een tweetal jaar maken we deel uit van het Europees referentienetwerk (ERN) voor zeldzame leverziekten’, zegt hepatoloog prof. dr. Thomas Vanwolleghem. ‘Samenwerking met andere Europese landen is een grote meerwaarde. Door kennis te bundelen, kunnen we onze patiënten beter helpen op het vlak van prognose en behandeling en helpen we de wetenschap vooruit.’

Bij zeldzame leverziekten gaat het meestal om auto-immuunziekten of erfelijke aandoeningen. ‘Soms kunnen we de ziekte behandelen, in andere gevallen kunnen we alleen de complicaties aanpakken. Die patiënten komen soms in aanmerking voor een levertransplantatie’, aldus Thomas Vanwolleghem.

5

vragen over

de lever

aan prof. dr. Thomas Vanwolleghem, adjunct-diensthoofd gastro-enterologie en hepatologie UZA

De lever is op de huid na het grootste orgaan in ons lichaam. Behalve giftige stoffen uit ons lichaam verwijderen heeft hij nog verschillende andere functies. Hepatoloog prof. dr. Thomas Vanwolleghem beantwoordt vijf vragen over de lever.

1

2

Welke functies heeft de lever?

‘De lever is als het ware een kleine fabriek die diverse lichaamsprocessen aanstuurt. Zo heeft hij een ontgiftende functie: alle stoffen die door de darmen gaan, worden daarna door de lever gefilterd. Hij maakt ook gal, eiwitten, vetten en stollingsfactoren aan. Verder slaat de lever ook suikers op en zorgt hij ervoor dat we altijd voldoende suiker in ons bloed hebben.’

Wat zijn de symptomen van leverschade?

‘De lever heeft een enorme reservecapaciteit. Daardoor krijgen patiënten meestal pas klachten in een vergevorderd stadium van leverlijden. Typische symptomen zijn geelzucht, een opgezette buik door vochtophoping en dunne ledematen door spierafbraak. Patiënten krijgen ook sneller last van blauwe plekken of bloedingen. Als ze spataders in de maag of de slokdarm ontwikkelen, een complicatie van leverziekte, kan dat leiden tot zwarte stoelgang of zelfs bloed braken. Tenslotte kunnen patiënten ook verward worden. Dat komt doordat de lever giftige stoffen vanuit de darmen niet voldoende filtert en die zo in de hersenen belanden.’

4

3

Zijn leverproblemen meestal een kwestie van levensstijl, of hebben ze met aanleg te maken?

‘Leververvetting is vaak een gevolg van levensstijl, met overgewicht als grootste boosdoener. Toch is er ook aanleg mee gemoeid. Een van de hypotheses is dat de samenstelling

5

van ons microbioom, onze darmflora zeg maar, daarbij een rol speelt. Ook erfelijkheid heeft waarschijnlijk een invloed. Verder speelt er ook een aanleg mee die wordt overgedragen van moeder op kind door het aan- of uitzetten van bepaalde genen. Zo zouden kinderen van vrouwen die zwaarlijvig zijn tijdens de zwangerschap, meer kans hebben op leververvetting op latere leeftijd. Aan de andere kant van het spectrum heb je zeldzame leverziekten, waar vooral de genen de doorslag geven.’

Hoe hou je je lever gezond?

‘Belangrijk is vooral een gezonde levensstijl, met genoeg beweging, gevarieerde voeding, weinig suiker en een gezond gewicht. Alcohol beperk je als man best tot drie eenheden per dag, als vrouw tot twee eenheden. Daarbij adviseer ik de sandwich-methode: laat een dag met alcohol voorafgaan en volgen door een dag zonder alcohol. Dat beperkt de negatieve gevolgen tot een minimum. We weten intussen dat elke eenheid alcohol minimale schade aan je lever toebrengt. Ook heel belangrijk: laat je vaccineren tegen hepatitis A en B. Doe dat zeker als je al een chronische leverziekte hebt, zodat je lever geen tweede keer belast wordt.’

Kan je leverproblemen krijgen door pijnstillers te nemen?

‘Met paracetamol loop je geen risico als je de normale dosis van maximaal drie of vier keer per dag 1 gram respecteert. Pas bij 8 of 9 gram per dag kan er leverschade optreden. Voor mensen met een leverziekte en ondervoeding, zoals ouderen of bij overmatig alcoholgebruik, hanteren we een maximum van drie keer 0,5 gram per dag. De zogenoemde NSAID’s, ontstekingsremmers, proberen we bij hen te vermijden omdat het effect op leverpatiënten onvoorspelbaar is. Gezonde personen kunnen die pijnstillers wel in een normale dosis nemen.’

Een gebouw staat er nooit zomaar. Het leeft met en reageert op. We zoeken altijd de juiste oplossing voor de bouwsite, met architectuur als leidraad. We werken met wat is en voegen weloverwogen toe. En we activeren de natuurelementen voor een betere, duurzame levenskwaliteit. Want wat niet duurzaam is, kan niet mooi zijn.

Ons vak, is bouwen.

Naar schatting 25 tot 30 procent van onze bevolking lijdt aan leververvetting zoals Jan.

Prof. dr. Sven Francque, diensthoofd gastro-enterologie en hepatologie UZA

Jan

lijdt aan een

chronische leverziekte

‘Altijd met een klein hartje op controle’

Jan (68) had al jaren verstoorde leverwaarden toen hepatoloog prof. dr. Luisa Vonghia de oorzaak van zijn probleem achterhaalde. Hij bleek aan MASH te lijden, voluit Metabool geAssocieerde SteatoHepatitis. Medicatie is er niet, maar door gezonder te gaan leven, wist Jan zijn leverwaarden in positieve zin om te buigen.

Ja, ik heb een chronische leverziekte, en nee, ik heb geen alcoholprobleem. De keren dat Jan zich al moest verantwoorden, zijn niet te tellen. Hoe sterk het vooroordeel rond alcohol en leverziekten leeft, ondervond hij toen hij voor het eerst bij een leverspecialist aanklopte. Hij was toen begin de veertig. ‘Ik had kort daarvoor te horen gekregen dat ik geen bloed meer mocht geven omdat mijn leverwaarden niet goed waren. Uit de leverpunctie kwam leververvetting naar voren. De arts zei zonder veel omhaal dat ik minder alcohol moest drinken. Terwijl ik nauwelijks drink, hooguit eens een glaasje op een trouwfeest. Maar het was duidelijk dat hij me niet geloofde.’

Gezondere levensstijl als oplossing

Een tiental jaar geleden kwam hij bij een arts terecht die zijn verhaal wel ernstig nam. ‘Prof. dr. Luisa

Vonghia heeft zich toen echt in mijn probleem vastgebeten. We gaan uitzoeken wat jij hebt en we gaan het oplossen, zei ze. Zonder een oordeel te vellen.’ Na een aantal onderzoeken viel de diagnose: Jan lijdt aan MASH, beter bekend onder de naam NASH, een ziekte die gepaard gaat met leververvetting en leverontsteking. ‘Bij

‘Ik ga veel fietsen: tot vier keer per week als het weer het toelaat.’

mij werd er ook onomkeerbare leverfibrose vastgesteld. Op zeker moment zat ik bijna in het stadium van levercirrose (zie ook artikel over leververvetting p. 18-20, nvdr.). Dat wil ik absoluut vermijden’, aldus Jan. Helaas is er op dit moment geen specifieke medicatie beschikbaar tegen MASH. Een gezonde

levensstijl is de beste behandeling. Omdat Jan met overgewicht kampt, verwees Luisa Vonghia hem door naar een diëtist. ‘Ik woog destijds 115 kilo, wat zelfs voor een man van 1 meter 96 te veel is. Gaandeweg heb ik mijn voedingspatroon aangepast. Zo gun ik mezelf nog maar een keer per week een ijsje of frieten. Dat was vroeger wel anders.’ Daarnaast maakt hij er een erezaak van om veel te gaan fietsen, tot vier keer per week als het weer het toelaat.

Hoger risico op leverkanker Intussen blijft zijn gewicht al jaren schommelen rond 110 kilo. Jan: ‘Dat ik ondanks al die moeite niet meer ben afgevallen, is frustrerend. Maar ik vrees dat ik altijd een stevige kerel zal blijven. Overgewicht zit bij ons in de familie.’ Toch bleven zijn inspanningen niet zonder resultaat. Zat hij eerder op het randje van levercirrose, dan bevindt hij zich nu al

Prof. dr. Luisa Vonghia, hepatoloog UZA

Naar een betere screening

‘Zolang mijn lever niet verder achteruitgaat, kan ik met mijn ziekte oud worden.’

jaren in het stadium net daarvoor. De vastgestelde leverfibrose zal wellicht niet meer verdwijnen, maar zolang zijn lever niet verder achteruitgaat, kan hij oud worden met zijn ziekte.

Halfjaarlijks gaat Jan op controle bij Luisa Vonghia. ‘Ik ga er telkens met een klein hartje naartoe. Maar prof. Vonghia stelt mij altijd gerust. Zijn mijn waarden toch een keer iets minder goed, dan motiveert mij dat enorm om waar mogelijk nog beter mijn best doen.’ Van complicaties heeft hij gelukkig geen last, al beseft hij dat hij door zijn ziekte een hoger risico op leverkanker loopt. ‘Maar dat betekent niet dat het ooit zo ver komt’, zegt Jan.

Genieten van kleine gelukjes Hij hoopt dat er op termijn meer sensibilisering en betere behandelingen voor MASH komen, want ‘het is een sluimerende ziekte die nog veel te weinig bekend is.’ Op dat vlak wil hij graag zijn steentje bijdragen. Op vraag van prof. dr. Sven Francque, diensthoofd gastro-enterologie en hepatologie, ging hij al spreken op een conferentie rond leverziekten. En recent nam hij deel aan een studie naar nieuwe medicatie tegen leververvetting en leverontsteking. Intussen geniet hij samen met zijn vrouw bewust van het leven. ‘Geen grootse dingen hoor. Wat vaker op stap gaan met de mobilhome, kamperen in Frankrijk … En ik volg ook een opleiding tot hulpkok. Gewoon de dingen doen die we fijn vinden. Want je weet maar nooit hoe mijn gezondheid zal evolueren. In die zin voelt mijn leverziekte toch een beetje als een tikkende tijdbom.’

Doordat leverziekten pas laat klachten geven, blijven ze vaak onder de radar. Meer en meer wordt er dan ook gepleit voor systematische screening bij risicopatiënten. Nu al screenen diabetologen en obesitasspecialisten in het UZA hun patiënten altijd op beginnende leverziekte.

‘Een bloedonderzoek bij de huisarts pikt het probleem niet altijd op, omdat de leverwaarden in het begin vaak maar heel licht afwijken. Zelfs zo’n lichte stijging moet je altijd ernstig nemen’, zegt prof. dr. Sven Francque. Recent stelden drie Europese wetenschappelijke verenigingen (leverziekten, diabetes en obesitas) gezamenlijk nieuwe richtlijnen op voor screening naar MASH (Metaboledisfunctie GeAssocieerde Steatotische Hepatitis) bij risicogroepen.

Het UZA organiseert ook al jaren vrijblijvend een screening naar virale leverziekten voor nieuwkomers in het Antwerpse. Dat gebeurt in samenwerking met de stad Antwerpen en Atlas, een organisatie die nieuwkomers ondersteunt. In België wordt iedereen sinds 1999 bij de geboorte tegen hepatitis B gevaccineerd. Doordat personen van niet-Belgische origine niet altijd tegen de ziekte gevaccineerd zijn, komt ze bij hen vaker voor. Wie positief test, kan in het UZA terecht. Zo werken we mee aan de WHO-doelstelling om virale hepatitis tegen 2030 wereldwijd onder controle te hebben.

Multidisciplinaire behandeling van leverkanker

‘Genezingskansen zijn heel individueel’

Leverkanker is een moeilijk te behandelen kanker, maar de voorbije jaren kwamen er krachtige wapens bij om de ziekte te bestrijden. ‘Zelfs bij patiënten met uitzaaiingen is er soms nog voorzichtige hoop op genezing, met dank aan immuuntherapie’, zegt oncoloog prof. dr. Timon Vandamme.

Leverkanker is een stille doder: de ziekte geeft pas in een vergevorderd stadium klachten als vermoeidheid, gebrek aan eetlust en gewichtsverlies. Vandaar het belang van vroege opsporing. De meest voorkomende levertumor is het Hepatocellulair Carcinoom (HCC). Die vorm is dikwijls een gevolg van levercirrose of uitzonderlijk van leverfibrose. ‘Daarom screenen we patiënten met levercirrose halfjaarlijks op leverkanker, zodat we een eventueel letsel heel vroeg ontdekken. Gelukkig ontwikkelt maar een kleine minderheid ook effectief een tumor’, zegt hepatoloog prof. dr. Luisa Vonghia.

Wisselende genezingskansen Leverkanker voorkomen is niet altijd mogelijk. ‘Een gezonde

Prof. dr. Timon Vandamme, oncoloog UZA
Prof. dr. Thiery Chapelle, diensthoofd hepatobiliaire, transplantatie- en endocriene heelkunde UZA
Prof. dr. Thomas Vanwolleghem, adjunct-diensthoofd gastroenterologie en hepatologie UZA
Prof. dr. Luisa Vonghia, hepatoloog UZA

levensstijl verkleint de kans op levercirrose, maar een garantie is dat niet. Bovendien bestaat er ook een andere vorm van leverkanker, het cholangiocarcinoom, die vaak andere oorzaken heeft’, zegt leverchirurg prof. dr. Thiery Chapelle. De meeste vormen van de ziekte zijn moeilijk te behandelen, deels door de onderliggende leveraandoening. Hoe vroeger een tumor wordt ontdekt, hoe beter de kansen. Thiery Chapelle spreekt liever niet in percentages. ‘Die zijn heel individueel. Een patiënt bij wie we een beginnend letsel wegsnijden,

‘Met een soort van gps­systeem leiden we de naald via de huid heel precies en onder begeleiding van CT naar de tumor.’

is bijna honderd procent zeker van genezing. Bij een patiënt met een uitgezaaide kanker liggen de kaarten veel slechter.’

Opereren met of zonder snijden

Als de tumor klein en de lever niet te sterk aangetast is, zijn er verschillende opties. Zo kan de chirurg het letsel met een ablatie wegbranden. Dat is de minst ingrijpende techniek, waarbij de patiënt normaal maar één nacht in het ziekenhuis verblijft. ‘We passen daarvoor een methode met stereotaxie toe: met een soort van gps-systeem leiden we de naald via de huid heel precies naar de tumor. Dat gebeurt onder begeleiding van CT. Nog tijdens de ingreep kunnen we zo nagaan of het letsel helemaal weg is. Dat maakt dat de tumor bij 95 procent van de patiënten definitief verdwenen is. Die techniek is uniek in België en wordt heel goed verdragen door de patiënten.’

Een andere mogelijkheid is een klassieke operatie. Of een patiënt daarvoor in aanmerking komt, hangt af van de grootte en de kwaliteit van de restlever. ‘Om dat te evalueren maken we gebruik van een MRI-scan en een zelf ontwikkelde formule die verschillende parameters afweegt. Daarmee hebben we als dienst baanbrekend werk geleverd’, vervolgt Thiery Chapelle. Een derde optie is een levertransplantatie (zie kaderstuk)

Immuuntherapie

Bij meer dan de helft van de patiënten is de ziekte al ver gevorderd. Dan wordt volledige genezing erg moeilijk. ‘Soms kiezen we dan voor een ablatie of voor lokale chemotherapie of radiotherapie’, zegt Luisa Vonghia. Steeds vaker opteren artsen echter voor immuuntherapie, een behandeling waarbij het eigen afweersysteem wordt aangevuurd om de kanker te verslaan. ‘Bij 15 tot 20 procent van de patiënten blijft de ziekte daarmee jaren onder controle’, zegt oncoloog prof. dr. Timon Vandamme. ‘Als patiënten vier of vijf jaar overleven, is de kans heel klein dat de kanker weer de kop opsteekt. Heel uitzonderlijk verdwijnt de tumor zelfs volledig en durven we voorzichtig hopen op definitieve genezing. Er gaan nu stemmen op om die patiënten alsnog een levertransplantatie aan te bieden, wat hun risico op een nieuwe leverkanker sterk vermindert.’ Patiënten met leverkanker worden in het UZA behandeld in de levertumorkliniek. Een keer per week houden alle specialisten – leverchirurg, hepatoloog en oncoloog – gelijktijdig consultatie. Ook de psycholoog, diëtist en maatschappelijk werker zijn dan aanwezig. Daardoor kunnen afspraken gemakkelijk gecombineerd worden. Voor de artsen verlaagt het de drempel

‘Bij 15 tot 20 procent van de patiënten blijft de ziekte met immuuntherapie jaren onder controle.’

om snel te overleggen. Aansluitend is er een MOC (multidisciplinair oncologisch consult), waarbij het team alle patiënten bespreekt. ‘Die aanpak garandeert de best mogelijke behandeling voor elke patiënt’, besluit Thiery Chapelle.

Levertransplantatie: betere kansen dankzij aangepaste zorg

Patiënten met leverkanker komen soms in aanmerking voor een levertransplantatie. ‘Samen met de lever nemen we zo ook het risico weg dat de levercirrose opnieuw in kanker ontaardt. Voorwaarde is wel dat er geen uitzaaiingen zijn’, zegt prof. dr. Thomas Vanwolleghem, adjunct-diensthoofd gastro-enterologie hepatologie. In afwachting van de transplantatie wordt meestal een ablatie (zie artikel p.18) uitgevoerd om de tumor tijdelijk in bedwang te houden.

Een levertransplantatie is een zware ingreep, met een reële kans op een lange ziekenhuisopname.

Patiënten moeten nadien ook levenslang medicatie nemen om hun afweersysteem te onderdrukken. ‘Onze patiënten hebben vandaag een aanzienlijk betere prognose dan tien jaar geleden, dankzij aangepaste zorg. Zo zijn de chirurgische technieken sterk verbeterd en kunnen we de afweeronderdrukkende medicatie beter aanpassen aan de noden van de patiënt. Daarnaast volgen onze patiënten al voor de transplantatie een revalidatieprogramma, met aandacht voor fysiek herstel, psychische ondersteuning en voeding (zie p. 38, nvdr.).’

Dit is jouw moment.

Vind je job met impact

Wij zijn het UZA. Het Universitair Ziekenhuis Antwerpen. Wij gaan voor topkwaliteit in onze zorg, ons onderzoek en onze academische opleiding. We blijven bijleren en dagen onszelf uit om te excelleren, om grenzen te verleggen. Met één doel voor ogen: mensen, leven, levenskwaliteit.

Bovendien barst het UZA van groeikansen in elk domein, in elke functie. Verticaal en horizontaal. Alle deuren en alle mogelijkheden staan voor je open. Letterlijk en figuurlijk. Dat maakt ons zelfs internationaal een opvallende speler.

Elke dag anders, maar altijd samen.

Het moment waarop verpleegkundige Emma de bloedsuikerspiegel bij haar patiënt meet en zo de juiste dosis insuline bepaalt. “Ik ben net geopereerd en moet nog een tijdje revalideren. Ik ben zo blij dat dat gewoon thuis kan, daar ben ik op mijn gemak. Ik trek al goed mijn plan, maar opstaan en aankleden kan ik niet op mijn eentje. Maar daarvoor is er Katrien: elke ochtend komt ze langs en zorgt ze ervoor dat ik om door een ringetje te halen ben. Welk weer het ook is: zij brengt de zon mee. En een vers brood!”

Ik ben Tina, 56, en elke ochtend ontvang ik Katrien van Ferm Thuiszorg.

Heb je tijdens je herstel hulp nodig?

Ferm Thuiszorg ondersteunt met een zorg op jouw maat. Gezinszorg – Nachtzorg – Kraamzorg – Dagopvang –Karweidienst – Woningaanpassing

Het moment waarop administratief medewerker Silke een patiënt verwelkomt, registreert en enkele vragen beantwoordt over de afspraak

Wat wordt jouw UZA-moment?

Surf naar www.uzajobs.be of scan de QR-code.

UZA@home is ‘Zorginnovatie van het jaar’. Tijdens de uitreiking van de Zorgmagazine-awards in april viel het UZA twee keer in de prijzen. Het digitaal patiëntenportaal UZA@ home werd uitgeroepen tot Zorginnovatie van het Jaar. Daarnaast behaalde het UZA een derde plaats in de verkiezing van ‘Zorgwerkgever van het Jaar’.

www.uza.be/mijnuza

2

Jonge sportievelingen. Dit voorjaar liepen bijna 400 patiënten, buddy’s en UZA-medewerkers mee in de Baloise Antwerp 10 Miles. 34 van hen waren patiënten met diverse aandoeningen die deelnamen aan het beweegtraject ONKLOPBAAR!. 28 anderen waren jongeren die zich via het project Tria-GO 4 Kids voorbereiden op een kindertriatlon deze zomer. De deelnemers zamelden samen 26.250 euro in ten voordele van de beweegtrajecten van UZA foundation. Met de opbrengst willen we nog meer patiënten in beweging brengen!

www.uza.be/uza-foundation/projecten/ beweegtrajecten

2 1 4 3

4

3

2400 sensoren en app voor De Oorzaak

Eind april installeerden de eerste nieuwsgierige Vlamingen een geluidssensor aan hun slaapkamerraam. In totaal zullen 2400 deelnemers twee maanden lang alle geluiden in kaart brengen: van fluitende vogels tot voorbijrijdende auto’s. De sensoren leveren input voor De Oorzaak, het grootste burger-onderzoek ooit naar geluid in Vlaanderen van UAntwerpen, UZA en De Morgen. Wil je ook het geluid in jouw buurt meten? Download dan gratis de app De Oorzaak in de App store en Play store en vergelijk je resultaten!

demorgen.be/oorzaak en deoorzaak.be

Nieuwe erkenning als supraregionaal traumacentrum. De Duitse Vereniging voor Traumatologie (DGU) heeft UZA voor de 3e keer op rij erkend als supraregionaal traumacentrum voor volwassenen en kinderen. Dat betekent dat UZA beschikt over de nodige voorzieningen, een gespecialiseerd traumateam en een passend zorgprogramma om zwaar gekwetste slachtoffers na ongevallen 24/7 op te vangen.

Op adem dankzij thuisbeademing

Patiënten die moeite hebben om adem te halen, krijgen chronische ondersteuning van een beademingstoestel. Dankzij de technologische vooruitgang, kan zo’n beademing meer en meer thuis gebeuren met ondersteuning van het ventilatieteam.

Voor heel wat patiënten is ademhalen niet evident. Omdat ze een aandoening hebben of verlamd zijn bijvoorbeeld. Zij krijgen dan chronische ondersteuning van een beademingstoestel. Soms wordt het toestel rechtstreeks aangesloten op de luchtpijp van de patiënt via een buisje of een canule. Maar vaak volstaat een methode van beademing waarvoor geen ingreep nodig is: de niet-invasieve beademing. Die gebeurt via een mondstuk of -masker. Een therapie die meer en meer bij de patiënt thuis plaatsvindt.

Persoonlijke begeleiding ‘Patiënten die niet voldoende kunnen in- en uitademen geven we een toestel mee dat hun ademhaling verbetert, en in sommige gevallen zelfs overneemt’, zegt Steffi Van Uffelen, ventilatiedeskundige. ‘Sommige patiënten hebben het toestel alleen ’s nachts nodig, omdat ze moeilijker ademen als ze plat liggen. Anderen doen ook overdag een beroep op het apparaat.’

Alle patiënten worden begeleid door een ventilatieteam, dat bij

de patiënt aan huis gaat. Steffi Van Uffelen: ‘De kinesisten en de zorgkundige van ons team stellen het toestel af op de noden van de patiënt. Sommige patiënten hebben een sterkere luchtstroom nodig dan andere. We zorgen er ook voor dat alle mensen die de

‘De metingen zijn betrouwbaarder als je ze bij de patiënten thuis uitvoert.’

patiënt helpen bij de therapie een opleiding krijgen: hoe werkt het toestel, waar moeten ze op letten …? Hebben ze vragen, dan kunnen ze 24/7 bij ons terecht.’

Het ventilatieteam bestaat naast de kinesisten en de zorgkundige ook uit monteurs. Die nemen het onderhoud van de toestellen voor hun rekening. ‘Als enige thuisbeademingscentrum huren we onze toestellen niet, maar beheren we ze zelf. Zo kunnen we onze begeleiding helemaal op de patiënt afstemmen’, legt Steffi Van Uffelen uit.

Andere resultaten

De patiënten blijven geregeld op raadpleging komen in het ziekenhuis. ‘Tijdens de consultatie bekijken we de waarden van de patiënten en peilen we naar eventuele klachten’, zegt prof. dr. Mike Kampelmacher, consulent longziekten op de dienst pneumologie. ‘Vermoeden we dat de patiënten ‘s nachts onvoldoende ademhalen, dan laten we een meting uitvoeren bij hen thuis. Op basis van die meting bepalen we of een ziekenhuisopname al dan niet nodig is.’

‘Het voordeel van metingen bij de patiënten thuis, is dat ze betrouwbaarder zijn. Wanneer je de waarden overdag meet, terwijl de patiënt rechtop zit, krijg je vaak heel andere resultaten dan wanneer de patiënt ’s nachts slaapt. En zelfs als je de patiënt zou laten overnachten in het ziekenhuis, kunnen de resultaten anders zijn. Thuis slapen mensen dieper. In het ziekenhuis moeten ze wennen aan een ander bed, een andere matras, andere geluiden …’

Thuis best Thuisbeademing biedt nog andere voordelen voor de patiënt. Mike Kampelmacher: ‘Veel patiënten hebben een spier-zenuwziekte, die specifieke zorgbehoeftes met zich meebrengt. Hun thuisomgeving is daar helemaal op afgestemd. In een andere omgeving verblijven is voor hen niet evident.’

Met thuisbeademing krijgen ze bovendien sneller gepaste

Prof. dr. Mike Kampelmacher, consulent longziekten op de dienst pneumologie UZA
Steffi Van Uffelen, ventilatiedeskundige op de dienst pneumologie UZA

hulp. ‘Als ziekenhuis kunnen we daardoor beter de juiste zorg bieden aan de juiste patiënten. Tijdig beademing opstarten kan verdere gezondheidsproblemen en een opname in het ziekenhuis voorkomen.’

Interdisciplinaire samenwerking

In totaal zijn er in België 16 ziekenhuizen die chronische thuisbeademing aanbieden. Samen met de universitaire ziekenhuizen van Leuven en Gent helpt UZA het grootste aantal patiënten met thuisbeademing. Mike Kampelmacher: ‘Veel ziekenhuizen verwijzen patiënten door naar ons, maar we werken ook nauw samen met andere diensten in het UZA. Met neurologie, en dan vooral het neuromusculair referentiecentrum, bijvoorbeeld. Om goed te ademen, heb je niet alleen je longen nodig, maar ook je spieren zoals het middenrif, en zenuwen, die de prikkel van je hersenen naar je spieren overbrengen. Mensen met een spieren of zenuwziekte als ALS, de ziekte van Pompe of de ziekte van Steinert kunnen daardoor problemen krijgen met de ademhaling.’

‘Ook vanuit cardiologie stromen patiënten naar ons door. Mensen die een hersenbloeding doormaakten bijvoorbeeld, of die een benauwdheid ervaren. Dan zoeken we uit of de oorzaak bij het hart ligt of bij de ademhaling. Daarnaast werken we nauw samen met de dienst intensieve zorgen. En met de specialisten van neus-keel-oor bekijken we of

De voorbije jaren werden de maskers en de apparaten veel performanter en compacter.

patiënten die een canule hebben kunnen overschakelen naar nietinvasieve chronische beademing met een masker.’

Grote (r)evolutie

Thuisbeademing heeft de voorbije decennia een indrukwekkende evolutie doorgemaakt, legt Mike Kampelmacher uit. ‘Al sinds de jaren 70 worden patiënten thuis beademd. In die tijd gebeurde dat met een grote, stalen bak, de

zogenaamde ijzeren long. Eind jaren 80 kwamen de beademingstoestellen met maskers op de markt. Sinds de jaren 90 werden de maskers en de apparaten steeds performanter en compacter. Je kan de toestellen zelfs meenemen op reis als dat nodig is. De revolutie die zich voordeed op het vlak van chronische beademing is even indrukwekkend als die op het gebied van kankerbestrijding.’

‘We zorgen er ook voor dat alle mensen die de patiënt helpen bij de therapie een opleiding krijgen.’

ONDERZOEK & INNOVATIE

Elektronisch patiëntendossier in oefenomgeving skillslab

‘Studenten verpleegkunde scherpen hun digivaardigheden aan’

Zorg op afstand, data beoordelen en delen met behandelteams, … Als verpleegkundige heb je meer en meer digitale expertise nodig. De Antwerpse opleidingen voor verpleegkunde van AP Hogeschool en KdG Hogeschool sloegen de handen in elkaar met UZA. Daardoor kunnen studenten in het skillslab nu oefenen met een realistisch elektronisch patiëntendossier (EPD). ‘We trekken voluit de kaart van het ontwikkelen van digitale competenties bij studenten die kiezen voor de zorgsector.’

H‘Het gestructureerd verzamelen van data in een elektronisch patiëntendossier is een echte

gamechanger voor de zorg.’

et project UZAEPD4students wil studenten verpleegkunde een realistisch beeld geven van het beroep en hen vertrouwd maken met werken met data en digitale patiëntendossiers. ‘Wie kiest voor zorg, kiest voor werken met mensen’, zegt Kaat Siebens, directeur patiëntenzorg. ‘Toch is data niet weg te denken uit de dagelijkse job van een zorgverlener. Data is het nieuwe opereren, hoor je vaak. Het gestructureerd verzamelen van data in een elektronisch patiëntendossier (EPD) is een echte gamechanger voor de gezondheidszorg.’

Data voor kwaliteitsvolle zorg Het nieuwe EPD skillslab werd opgestart omdat data voor

verpleegkundigen meer en meer een hulpmiddel is om te komen tot kwaliteitsvolle, veilige zorg. Denk aan het snel traceren van een complicatie of medicatie die niet samen gegeven kan worden. Of aan het doorgeven van belangrijke informatie aan andere behandelteams van de patiënt. Patiënten verwachten dat die digitale informatie op een doelmatige en veilige manier beheerd wordt en doorstroomt waar nodig. Terwijl er in de sector volop gewerkt wordt aan systemen die zorgverleners vlotter ondersteunen, is het belangrijk om die manier van werken van bij de start aan te leren. Daarom sloegen verschillende opleidingen verpleegkunde en UZA en Oracle de handen in elkaar om digitale vaardigheden die relevant zijn in de zorg al te

Kaat Siebens, directeur patiëntenzorg UZA
Wout Vanhaute, docent verpleegkunde KdG Hogeschool
Karolien Loriers, woordvoerder AP Hogeschool

Jongeren die kiezen voor een opleiding verpleegkunde in Antwerpen, kunnen voortaan ook oefenen in een realistische omgeving van een digitaal patiëntendossier.

Studenten leren hoe ze de resultaten van geleverde zorg correct documenteren in een EPD.

ontwikkelen tijdens de opleiding. Studenten oefenen in het skillslab vaardigheden in op poppen, maar leren nu ook hoe ze de resultaten van de geleverde zorg correct documenteren in een EPD. Dat ziet er volledig hetzelfde uit als het EPD dat in UZA draait, maar dan met fictieve patiënten.

Meer werkgeluk

‘Met het vernieuwde skillslab, geraken studenten nog voor ze hun stage beginnen vertrouwd met het digitale equivalent van een verpleegafdeling’, legt Kaat Siebens uit. ‘We werken als opleidingsziekenhuis al lang samen met de opleidingen om studenten echt voor te bereiden op het werkveld en hun stage-ervaring zo betekenisvol mogelijk te maken. Uit onderzoek blijkt

dat een goed beeld van het beroep en toepasbare digitale skills hebben, zeer belangrijk is. Zowel voor de werktevredenheid als om een langdurige carrière uit te bouwen. Het simulatieonderwijs blijven innoveren samen met het werkveld helpt dus om talent in de zorg ook met meer werkgeluk te belonen.’

‘Voor ons zijn er verschillende voordelen aan het EPD in een authentieke leeromgeving’, vindt Wout Vanhaute, docent verpleegkunde bij KdG Hogeschool. ‘We laten studenten al vroeg laat kennismaken met het beheren van patiëntengegevens op de werkvloer. Ze blijven up-to-date over innovaties en leren efficiënt werken tijdens hun stages. Dat zal ook helpen om de overgang van de hogeschool naar de werkplek

makkelijker te maken. Digitale vaardigheden dragen bij aan een verbeterde patiëntenzorg, want het EPD maakt het mogelijk om als team beter geïnformeerde beslissingen te nemen.’

‘We vinden het heel belangrijk dat onze studenten op elk moment mee zijn met de nieuwste ontwikkelingen in het werkveld, vult Karolien Loriers, woordvoerder AP Hogeschool, aan. ‘Daarom vind ik het een grote meerwaarde dat ze in een realistische omgeving kunnen oefenen met digitale patiëntendossiers. Het is belangrijk dat ze de technologie niet alleen kennen, maar ook begrijpen waarom die technologie wordt gebruikt. Onderzoek wijst namelijk uit dat die vaardigheden hun werkplezier en betrokkenheid aanzienlijk vergroten.’

‘Digitale vaardigheden maken het mogelijk om als team beter geïnformeerde beslissingen te nemen.’

UZA Agenda

06 oktober, 10.00 tot 17.00 uur

Open Bedrijvendag in het UZA

Kom ontdekken hoe UZA-collega’s elke patiënt de beste medische zorg bieden. Neem een kijkje achter de schermen van specialismen zoals oncologie, kindvriendelijke zorg, traumazorg, digitale zorg, onderzoek en innovatie.

Info en inschrijven

Deelname is gratis. Inschrijven is verplicht, via www.uza.be/activiteit/ open-bedrijvendag-2024

Locatie: UZA, hoofdingang

09 oktober, 20.00 tot 22.00 uur

Benefietconcert

Don’t stop the beat!

Elk uur sterft iemand in België aan plotse hartdood. De Cardiogenomics onderzoeksgroep van het UZA en de Universiteit Antwerpen zijn gedreven op zoek naar mogelijke verklaringen en preventiemaatregelen daarvoor. Ze ontrafelden al verschillende genetische oorzaken en ziektemechanismen, maar de puzzel is nog ver van compleet. Om hun onderzoek verder te zetten, organiseren ze een benefietconcert met And They Spoke in Anthems, Hannelore Bedert en Bart Peeters (solo).

Info

Tickets: 30 euro via acties.uzafoundation.be

Locatie: CC ’t Aambeeld, Della Faillelaan 34, 2630 Aartselaar

uza_stories

UniversitairZiekenhuisAntwerpen

Samen sporten, samen zorgen.

In juni nam UZA fier het nieuwe label Sportbedrijf van Sport Vlaanderen in ontvangst. Het label bekroont het geïntegreerde sporten beweegbeleid van ons ziekenhuis. Het UZA heeft een breed sportaanbod en stimuleert medewerkers om zoveel mogelijk met de fiets naar het werk te komen. Hierdoor zorgen we voor elkaars fysieke en mentale gezondheid. #altijdsamen #uzajobs

Een adembenemende ‘Fractie van een seconde’.

Spoedverpleegkundige Stef Vanlee en verkeersslachtoffer Michael Ghysels speelden eind mei een pakkende benefietvoorstelling ‘Fractie van een seconde’ in de Arenbergschouwburg. Ze trokken het publiek helemaal mee in hun emotionele verhaal over de gevaren van het verkeer en steunden daarmee het traumaonderzoek via UZA foundation. #theater #trauma-onderzoek

4

Oplossing Maguza 132

LOGOPEDIE

De winnaars zijn:

Karl Segers

Marie Claire Dujardin

Leo De Vriendt

An Van den Eynde

An Van Aert

Doe mee en win!

Heb je het letterwoord ontdekt? Mail het dan voor 20 september 2024 met je naam en adres naar maguza@uza.be of stuur een briefkaart naar Maguza, UZA – Afdeling communicatie, Drie Eikenstraat 655, 2650 Edegem en maak kans op een van de vijf boekenbonnen van Standaard boekhandel.

Horizontaal

1. hartboezem – ziekte waarbij een deel van dikke darm opgerekt wordt door constipatie

2. Aziatische taal – armoede

3. op slot – Chinese maat – beteuterd – zangvogel

4. gebogen priem – gezinslid – vorm van het boeddhisme – categorie

5. geringe urineafscheiding –Nederlandse omroep – asociaal

6. wettelijkheid – actieve koolstof

7. Islamitische Staat – halt ! – Rode Kruis – Turks bevelhebber – kroon

8. Provinciaal Technisch Instituut – uitroep van pijn –Engels bier – uiting van aarzeling

9. Europeaan – uitzaaien

10. vernauwing – ongaarne – kunsttaal

11. katoenen stof – managementteam –studentenkamer – tonkilometer

12. Peru (op auto’s) – deel van het skelet – iridium –Chinese kool

13. woonboot – onderhuids – platina

14. mastbalk – en omstreken – zaterdag – betaalplaats

15. uitschakeling – filmopname

16. geslachtsdrift – afgestorven deel van een orgaan

Verticaal

1. ontsteking na het trekken van een tand – huidknobbeltje

2. schoolvak – graveur – lithium

3. roodachtig – groente – voederbak

4. insuline intolerantie test – genodigde –Nederlandse omroep – vriend (Fr.)

5. ajuin – grote hoeveelheid medicijnen – idem

6. tropische ziekte – IJsland (op auto’s) – goed (Sp.)

7. luiaard – Italiaans – levenslucht – spokenroep

8. met name – op ziltige plaatsen groeiende plant –zenuwtrek – rijschool

9. wezen – ego – plus – twist

10. schrijfvloeistof – opschudding – reservoir

11. ampère – mohammedaanse naam –grootouder – gigawatt

12. circa – aangeboren

13. zwaardwalvis – onder andere – editie – slagwapen

14. waaierpalm – fier – huisdier

15. loflied – geitenbaard – Russische munt

16. signaalstof die zenuwimpulsen overdraagt

PUZZEL &

TECHNOLOGISCH

Designer drugs op de weegschaal

Sinds een aantal jaar duiken er meer en meer varianten op van illegale drugs, die moeilijk detecteerbaar zijn. Om patiënten beter te helpen, introduceerde het labo klinische biologie een nieuwe toxicologische test. Die herkent moleculen die in urine achterblijven op basis van hun specifieke gewicht. Algoritmes koppelen die cijfers aan een uitgebreide dataset.

H‘Bij designer drugs krijgen we als zorgverlener een mengeling van klinische signalen die we zonder test moeilijk kunnen lezen.’

ulpverleners kunnen klassieke drugs zoals cocaïne, amfetamine, xtc, heroïne en cannabis met een sneltest – vergelijkbaar met een covidtest – opsporen. Maar naast die gekende middelen verschijnen in Europa meer en meer nieuwe psychoactieve stoffen (NPS), ook research chemicals of designer drugs genoemd. ‘Illegale drugslabo’s maken varianten van bestaande producten, waarbij ze de chemische kernstructuur behouden maar bijvoorbeeld één atoom veranderen’, legt dr. apr. Matthias Cuykx van het labo klinische biologie uit. Daardoor valt de stof moeilijker op te sporen.’

Elke stof een eigen gewicht Als antwoord daarop voerde het UZA in juni 2023 een nieuwe toxicologische test in die gebruikmaakt van een hogeresolutiemassaspectrometer (HRMS). Dat

is een hoogtechnologisch toestel dat de massa van individuele molecules zeer nauwkeurig meet. Aangezien elke stof een specifiek moleculair gewicht heeft, kan je op basis van die metingen veel roesmiddelen identificeren. Voor een HRMS-test halen klinisch biologen eerst alle moleculen via vloeistofextractie uit een urinestaal. Vervolgens analyseert en weegt de HRMS alle stoffen die in het staal overblijven, en koppelen algoritmes het moleculair gewicht van al die stoffen aan een ruime dataset.

Matthias Cuykx: ‘Het nieuwe toestel maakt het mogelijk om de testfilosofie volledig om te draaien. Vroeger keken we of één van de 200 gekende stoffen waarvan we een standaard hadden in een staal aanwezig was. Daardoor holde je altijd achter de feiten aan. Nu verzamelen we zo veel mogelijk data over alle moleculen die in een staal aanwezig zijn en

Dr. apr. Matthias Cuykx, labo klinische biologie UZA
Prof. dr. Philippe Jorens, diensthoofd intensieve zorg UZA

daarna matchen we die gegevens met een uitgebreide en flexibele dataset. Momenteel zijn ongeveer 4000 stoffen opgenomen in die databank: zowat alle relevante middelen die ergens ter wereld zijn opgedoken.’

1 jaar, 30 nieuwe stoffen

De voorloper van de hogeresolutie-massaspectrometer is de lageresolutie-massaspectrometer (LRMS). Die wordt al langer gebruikt in het UZA en andere labo’s, om na een positieve sneltest de diagnose te bevestigen en na te gaan welke stof precies in welke mate in een staal aanwezig is. ‘Bij een intoxicatie met blootstelling aan meerdere stoffen kan een LRMS-test bijvoorbeeld vertellen dat we vooral een cocaïnepiek zien, die de symptomen van een patiënt kan verklaren’, legt Matthias Cuykx uit. ‘Maar zowel de LRMSals de HRMS-test, waarvoor je

nog nauwkeuriger moet werken, vergen flink wat op het vlak van arbeidstijd en middelen.’

In één jaar tijd voerde het UZA ongeveer 160 HRMS-tests uit. In één op de vijf tests werd een designer drug herkend. Matthias

‘Aangezien elke stof een specifiek moleculair gewicht heeft, kan je op basis van die metingen veel roesmiddelen herkennen.’

Cuykx: ‘We passen de nieuwe procedure alleen toe als we signalen krijgen dat het zinvol kan zijn. Daarbij baseren we ons onder meer op het Belgian Early Warning System on Drugs (BEWSD), waaraan elk ziekenhuis

rapporteert. Als ziekenhuizen informeren we elkaar ook over trends. De cijfers tonen dat de nieuwe technologie zeker zinvol is om bij te blijven. 4-CMC is bijvoorbeeld een drug met een stimulerende werking die je als een 5de generatie variant kan beschouwen en die we vroeger niet teruggevonden zouden hebben.’

Maatschappelijke meerwaarde

Elke vorm van drugsgebruik brengt risico’s met zich mee, maar bij designer drugs is een bijkomend gevaar dat de kracht, kwaliteit en nevenwerkingen zeer moeilijk in te schatten zijn. ‘Bij klassieke drugs kunnen we als zorgverlener op basis van tekens zoals de pupilgrootte of de hartfrequentie de situatie vrij goed herkennen’, zegt prof. dr. Philippe Jorens, diensthoofd intensieve zorg. ‘Maar bij designer drugs krijgen we een mengeling van

klinische signalen die moeilijk leesbaar zijn. Ook in combinatie met de oude sneltest weten we niet waarmee we rekening moeten houden voor de behandeling.’ De HRMS-test brengt soelaas voor de patiënt en maakt het mogelijk om ook toekomstige patiënten beter te helpen. Philippe Jorens: ‘Opgenomen en door drugs geïntoxiceerde patiënten zijn dikwijls buiten bewustzijn of ernstig ziek. Ze kunnen dus niet vertellen wat ze hebben ingenomen. Dankzij de nieuwe tests weten we beter waar we aan toe zijn. Dat is ook voor latere patiënten en maatschappelijk gezien zeer nuttige informatie. Als je weet dat er de voorbije tien jaar in Europa ongeveer 600 nieuwe illegale drugs opdoken, dan is het hoog tijd dat we op het vlak van screening een versnelling hoger schakelen.’

Geert Roeyen diensthoofd transplantatiecentrum UZA

Nieuw zorgpad bij nier- en levertransplantaties

‘De beste revalidatie start al voor de operatie’

Transplantatiepatiënten die beter voorbereid zijn, ervaren een vlotter herstel na hun operatie. Gebaseerd op dat inzicht rolt het UZA een nieuw zorgpad uit voor wie op de wachtlijst staat voor een nier- of levertransplantatie. Een team van artsen, kinesisten, diëtisten, psychologen en sociaal werkers begeleidt de patiënt volgens de RIZIV-voorschriften vanaf de aanmelding tot twee jaar na de operatie.

Elk jaar voert het transplantatiecentrum van het UZA meer dan 70 transplantaties uit van organen in de buikregio. Het overgrote deel van die ingrepen zijn nier- en levertransplantaties. Uitzonderlijk komt ook een pancreas- of darmtransplantatie voor. In België hebben we – in vergelijking met de buurlanden – relatief

Tip: Benefietconcert op 8/10 voor orgaandonatie en transplantatietechnieken

‘Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat werken aan een betere conditie bij transplantatiekandidaten hun herstel na de ingreep bevordert.’ korte wachtlijsten. Toch staan in het UZA altijd ook ongeveer 80 patiënten op de lijst voor een nieuwe nier en ongeveer 15 voor een geschikte lever. De gemiddelde wachttijd voor een levertransplantatie bedraagt ongeveer twee jaar, maar schommelt sterk. Voor nierpatiënten steeg de wachttijd onlangs van gemiddeld twee naar drie jaar.

Per definitie verzwakt Het onvermijdelijke wachten biedt ook een kans. ‘Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat werken aan een betere conditie bij transplantatiekandidaten hun herstel na de ingreep bevordert’, legt prof. dr. Geert Roeyen, diensthoofd van het transplantatiecentrum, uit. ‘Dat is logisch: zwakkere patiënten recupereren moeizamer na een operatie en transplantatiekandidaten zijn bijna per definitie verzwakt.’

Bij het overgrote deel van de patiënten zorgt het nier- of leverfalen ook voor aanverwante gezondheidsproblemen. Geert Roeyen: ‘Veel nierpatiënten kunnen minder bewegen en lijden ook aan ziektes als obesitas en diabetes, die hen in een sociaal isolement kunnen brengen. Bij leverpatiënten spelen andere aanverwante gezondheidsproblemen die gevolgen hebben op het vlak van eiwitinname en spieropbouw. De realiteit van wachtlijsten biedt het voordeel dat je die periode kan gebruiken om patiënten mentaal en fysiek fitter aan de operatietafel te krijgen.’

Kyra (20) over sporten na een niertransplantatie

‘Ik draag mijn medailles op aan papa die een nier afstond’

Kyra Buys was 17 toen ze vermoeid bleef en haar ouders haar medisch lieten controleren. ‘Na een lange reeks onderzoeken en scans kwamen uiteindelijk ernstige nierproblemen aan het licht. Mijn ene nier verschrompelde en in de andere groeiden tumoren, die gelukkig niet kwaadaardig waren.’

‘Vanaf het begin was duidelijk dat een transplantatie de enige oplossing was. Maar dat kan pas als er een geschikte donor is. Na onderzoeken bij verschillende familieleden, bleek dat een nier van papa me de beste kansen zou geven op een zo normaal mogelijk leven. Ik kreeg mijn transplantatie net op de dag dat ik 18 jaar werd: een verjaardagscadeau om nooit te vergeten!’

‘Na de ingreep en een lange revalidatie behaalde ik – met veel doorzettingsvermogen – mijn diploma secundair onderwijs. Vandaag volg ik het tweede jaar verpleegkunde. Door mijn medicatie heb ik wel nog een verzwakt immuunsysteem en ik blijf tegen vermoeidheid vechten. Via via kwam ik in contact met Transplantoux, een vereniging die getransplanteerden samenbrengt en motiveert om gezond te leven, te bewegen en te sporten.’

‘Bij Transplantoux leerde ik de Wereld Transplantatie Spelen kennen. Ik ski al van

Plan op maat

De overheid reserveert sinds begin 2024 middelen voor een zorgpad prehabilitatie en revalidatie bij abdominale transplantaties. Abdominaal betekent voor organen in de buikregio, zoals nier of lever; onder prehabilitatie verstaan we patiënten fitter hun operatie laten ingaan. ‘Voor longen harttransplantaties bestaat er al langer heel wat omkadering’, zegt Geert Roeyen. ‘Voor transplantaties in de buikregio krijgen

toen ik klein was vrij behoorlijk en dus bereidde ik me voor om deel te nemen. Ik schreef me in voor vijf disciplines, maar uiteindelijk gingen er slechts drie door. Dat leverde de voorbije winter twee gouden en één zilveren medaille op, in een competitie met 250 deelnemers. Op het podium gaf ik mijn eerste gouden medaille aan papa. Ik zei toen merci papa, door jou kan ik hier op dit podium staan. Door jouw nier kan ik weer leven en sporten.’

‘Vandaag blijf ik sporten om aan mijn herstel te werken. Maar het gaat me om veel meer dan medailles. Lotgenoten ontmoeten die je situatie begrijpen geeft misschien wel nóg meer voldoening.’

www.transplantoux.be

nu de eerste patiënten in het UZA extra begeleiding. Het RIZIV bepaalt dat we kunnen starten vanaf het moment dat ze op de wachtlijst komen en dat de hulp tot twee jaar na de transplantatie kan lopen.’

Elke patiënt krijgt een individueel behandelplan. Een multidisciplinair team bepaalt de meest geschikte mix van fysiotherapie, voedingsondersteuning, psychologische en sociale begeleiding. Om de zes maanden evalueert het

multidisciplinaire zorgteam het plan en stuurt bij indien nodig. Op dit ogenblik kunnen alleen UZA-patiënten in het zorgpad prehabilitatie en revalidatie stappen. Zodra het nieuwe traject goed ingeburgerd is, zullen ook transplantatiekandidaten uit regionale ziekenhuizen en dialysecentra extra ondersteuning krijgen.

uza.be/transplantatiecentrum

Brigitte Claes, coördinator transmurale zorg UZA

‘Op voorstel van hun behandelend zorgteam gaan meer en meer patiënten sneller naar huis om in hun vertrouwde omgeving verder te herstellen. Een multidisciplinair team van zorgverleners monitort die patiënten via de UZA@homeapp; een team van verpleegkundigen staat in voor externe staalafnames.’

UZA@home

Volg je zorgtraject van thuis uit op via home.uza.be of download de UZA@home app in de App Store of Google Play.

Meer info op uza.be/mijnuza en uza.be/thuisopvolging.

‘Onze logistieke medewerkers starten de zorgpaden voor de patiënten op via de UZA@homeapp. Ze maken de meettoestellen klaar waarmee de patiënten onder meer hun bloeddruk, temperatuur en zuurstofgehalte in het bloed doorgeven via de app. Ze helpen de patiënten ook bij het installeren van de app, het gebruik van Itsme® en het koppelen van de meettoestellen via Bluetooth.’

‘Om patiënten ook thuis nauw op te volgen, vullen ze regelmatig vragenlijsten in die peilen naar symptomen gelinkt aan hun specifieke aandoening. Of ze houden de evolutie van hun klachten bij in een dagboek. De resultaten sturen ze door via de UZA@ home-app. Ons zorgteam bekijkt die resultaten doorheen de dag. In overleg met de behandelende artsen geven we dan advies aan de patiënt via UZA@home of via de telefoon.’

TEAM UZA

‘Als er een bloedafname nodig is, gaan onze verpleegkundigen in bepaalde gevallen bij de patiënt langs. Onze logistieke medewerkers plannen alle bezoeken in en houden de patiënten op de hoogte. Ze maken ook de pakketjes klaar met de juiste tubes en formulieren voor de zorgverleners.’

‘De opvolging van de patiënten gebeurt in nauw overleg met de behandelende artsen. Een paar keer per week zitten we allemaal samen en bespreken we alle patiënten één voor één. Soms gebeurt dat live, soms online. We proberen zo efficiënt en multidisciplinair mogelijk te werken. Ook verwijzende artsen buiten het UZA nemen hieraan deel als we hun patiënten bespreken.’

‘Sinds dit jaar hebben we een splinternieuw inloopcentrum, recht tegenover de dienst Spoedgevallen. Het is een licht en modern gebouw, dat los staat van het ziekenhuis. Er heerst een gemoedelijke sfeer. Patiënten kunnen hier terecht met al hun vragen, krijgen er hulp bij het installeren van de UZA@home app en kunnen aan de balie hun apparaten inleveren.’

DE SPECIALIST IN COMFORTSCHOENEN

Moeilijke voeten?

Hallux valgus? Hielspoor? Diabetes? Steunzolen? Kom langs in onze winkel of shop online!

Persoonlijk advies staat centraal!

We gaan samen op zoek naar de geschikte schoen voor jouw voeten. In onze winkel vind je onder andere een ruime keuze schoenen en sandalen met uitneembare zolen en stretch materialen.

PRAKTISCH

Nuttige telefoonnummers

• algemeen nummer UZA: T 03 821 30 00

• onthaal en opname: T 03 821 31 01

• patiëntenbegeleiding: T 03 821 37 00 (maatschappelijk werk, vrijwilligers, intercultureel bemiddelaar, transfercoördinator, levens-beschouwelijke begeleiding, tolken en tolken Vlaamse gebarentaal)

• ombudsdienst: T 03 821 31 60

• inlichtingen facturen: T 03 821 31 28

• school in het UZA: T 03 821 58 86

Herstellen in zorghotel Drie Eiken

Na een operatie kan je verder aansterken in zorghotel Drie Eiken, een comfortabel verblijf met professionele zorgvoorziening. Ook familie en vrienden kunnen er terecht voor overnachting vlakbij het UZA.

Meer info en reservaties: www.drie-eiken.com, T 03 821 12 11

Winkelgalerij

In de inkomhal vind je:

• de bistro, in de week open van 8 u tot 19.30u; in het weekend en op feestdagen van 12.30u tot 19.30u.

• de broodjesbar, in de week open van 8u30 tot 15u

• een winkel Shop&Go Delhaize met een ruim aanbod verse voeding, drank, lectuur, geschenkartikelen, bloemen …

Open op weekdagen van 8.30 tot 20 u; in het weekend en op feestdagen van 11.30 tot 18.30 u

• het Leonidas Café, open van maandag tot en met vrijdag van 7 tot 18.30u; in het weekend en op feestdagen gesloten

www.uza.be

COLOFON MAGUZA · driemaandelijks tijdschrift van het Universitair Ziekenhuis Antwerpen · jaargang 34, augustus 2024 · Redactieadres: UZA, afdeling Communicatie, Drie Eikenstraat 655, 2650 Edegem, communicatie@uza.be · Verantwoordelijke uitgever: Marc Peeters · Hoofdredacteur: Evita Bonné · Redactieraad: Miranda Van De Wiele, Elke Smits, Ann Van de Velde, Stijn Verhulst, Axelle Staes, Michelle Everaerts, Marie-Claire van Heeswijk, Margo Hagendorens, Kaat Siebens, Barbara Willekens, Sevilay Altintas, Xavier Van Meerbeeck, Eva Lion, Joris Verlooy, Philippe Jorens, Hans Prenen, Paul Van Herck, Emma Staut, Sofie Loos, Bruno Louies, Joris Poels, Diana Van den bergh, Peter Van Thienen, Jolien Geuens, Margot Iwens, Miranda Van Looveren, Jan Coessens, Annick Deckers, Sandrine Gils, Hanne Buelens, Siksa Verstraete · Redactie & realisatie: www.jaja.be · Fotografie: Frank Toussaint, Joost Joossen, Diego Menjíbar, Sudan Resuciation Council, Marie-Claire van Heeswijk · Illustratie: Klaas Verplancke (p. 36) · Kruiswoordraadsel: Freddy Roegiest · Reclameregie: Media Surplus, www.media-surplus.be · De inhoud van de advertenties valt niet onder de redactionele verantwoordelijkheid van het UZA. Maguza wordt gedrukt op FSC-papier, afkomstig van duurzaam beheerde bossen.

ABONNEMENT

Wens je een gratis abonnement op Maguza, wil je een adreswijziging doorgeven of wil je het magazine niet langer ontvangen? Bel 03 821 20 64 of stuur je naam en adres naar UZA, afdeling communicatie, Drie Eikenstraat 655, 2650 Edegem, of surf naar www.maguza.be/abonnement. Je kan hier ook inschrijven op de gratis digitale nieuwsbrief van Maguza.

betere nachtrust?

matrassen - boxsprings - lattenbodems - hoofdkussens - beschermers - dekbedden - bedtextiel

Sleeplife® Merksem

Bredabaan 972

T. 03 647 15 45

Sleeplife® Wilrijk Boomsesteenweg 560 T. 03 828 98 29

ma-za: 10u-18u / woensdag en zondag gesloten

sleeplife.be

DAG UZA!

‘De stamceltherapie heeft me mijn leven teruggegeven’
PETER

VAN DYCK (65)

Hij kwam pas terug van Brazilië en wou een maand later op skireis vertrekken. Peter Van Dyck (65) genoot met volle teugen van zijn pensioen. Tot hij te horen kreeg dat hij acute leukemie had.

Mijn vrouw en ik waren net teruggekomen van een reis naar Brazilië, en ik voelde me niet zo goed’, vertelt Peter. ‘Een longontsteking, dacht ik. Een bloedonderzoek bevestigde die diagnose. Maar het onderzoek toonde ook aan dat ik acute leukemie had. Als ik me niet liet behandelen, had ik misschien nog maar drie maanden te leven. Mijn wereld stortte in.’

‘Na de diagnose zat ik diep, maar ik was ook vastbesloten alle behandelingen te ondergaan die nodig waren om mijn overlevingskansen te vergroten. De artsen in het UZA schreven me een chemokuur voor. Na de tweede sessie vertelden ze mij dat ik in aanmerking kwam voor een stamceltransplantatie. Er was een match met een donor.’

Eenzaam in quarantaine

‘De transplantatie verliep vlot, via een katheter in mijn hals. Pijn had ik niet. Alleen: zou mijn lichaam de donorcellen aanvaarden? En zouden de cellen in mijn lichaam aarden? Na een paar dagen bleek alles goed te verlopen. Een grote opluchting.’

‘Ik moest wel veertien dagen in quarantaine blijven. Mijn immuunsysteem was zo goed als uitgeschakeld om de donorcellen alle kansen te geven. De afzondering viel me zwaar. Mijn vrouw twee weken lang geen knuffel kunnen geven, was veel lastiger dan ik had gedacht.’

Zon zien opkomen

‘De quarantaine is gelukkig voorbij nu, en ik ben volop aan het herstellen. Ondertussen ben ik terug thuis. Ik kijk er zo hard naar uit om de draad van mijn leven weer op te pikken. Al zal het nog wel even duren voor ik weer volledig op krachten ben.’

‘Ik ben de artsen en hun topkennis hier zo dankbaar. Dankzij de stamceltherapie heb ik mijn leven teruggekregen. Intussen maak ik alweer volop plannen. Ik wil gaan wandelen, reizen. Naar waar doet er niet zoveel toe. Deze ziekte heeft me sterk leren relativeren. Zolang ik de zon maar zie opkomen, zolang ik mijn kinderen en kleinkinderen maar zie opgroeien. Dat is wat telt nu voor mij.’

Bekijk ook het filmpje over Peter in de rubriek Vooruitzicht van Iedereen Beroemd (aflevering van 15/4)

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.