
31 minute read
allergie
Dossier allerGie
Dat allergieën hand over hand toenemen, merken ze op de dienst allergologie elke dag. Kinderen met ernstige voedselallergieën zijn niet uitzonderlijk meer, bij steeds meer volwassenen duiken kruisallergieën op en met de regelmaat van de klok komen nieuwe allergieën aan het licht. Het UZA zet dan ook alle zeilen bij in de behandeling van en het onderzoek naar allergieën.
Advertisement
ieDereen allerGisCh
Als Oskar (13) nog maar vis ruikt, krijgt hij soms al last in zijn neus en keel. ‘We zijn altijd alert op een allergische reactie, al willen we het ook niet dramatiseren’, zegt zijn moeder Katty Allaert. Prof. dr. Margo Hagendorens merkt het in haar praktijk: voedselallergie bij kinderen neemt sterk toe.
heT
in een Klein
Katty Allaert, VRT-journaliste en mede-auteur van het boek Allergie bij kinderen, weet meer over allergie dan haar lief is. Zoon Oskar was amper zes weken oud toen hij het verdict zwaar allergisch kreeg. Hij had toen erge eczeem en kreeg kort daarna ook astma-achtige klachten. Rond zijn eerste verjaardag bleek uit tests dat hij overgevoelig was voor melk en eieren. Oskar is lang niet de enige. ‘Vroeger zag ik nu en dan een voedselallergie’, zegt UZApediater prof. dr. Margo Hagendorens. ‘Nu kampt zowat 40 % van mijn patiënten ermee. Een baby met zes voedselallergieën is niet meer zo uitzonderlijk. De allergieën voor aardappelen, noten en exotische vruchten nemen duidelijk toe, evenals kruisallergieën (zie kaderstuk). De combinatie van een pollen- en voedselallergie is klassiek.’
Stijger met stip is echter de allergie voor pinda. Vaak duikt die op rond kleuterleeftijd. ‘De reacties kunnen heftig zijn’, zegt Hagendorens. ‘En pinda zit in meer voedingswaren dan je zou denken, zoals in sommige frituursauzen en voorverpakte ijsjes. Ook de allergieën voor hazelnoot en kiwi zijn sterk toegenomen.’
‘Dat lust ik niet’ Hoe kun je weten of je kind allergisch is voor bepaalde voeding? Bij baby’s is vooral hardnekkig eczeem verdacht. Verder is het opletten als een kind na het eten van bepaalde voedingswaren steevast last krijgt van netelroos, jeuk, gezwollen lippen, hoesten, heesheid, diarree of overgeven.
Hagendorens baseert haar diagnose in de eerste plaats op het verhaal van het kind en de ouders. ‘Daarbij pols ik ook altijd naar dingen die het kind echt niet wil eten: dat zet ons soms op weg.’ Om die vermoedens te bevestigen zijn er allergietests, meestal eenvoudige bloed- of huidtests. Bij heftige reacties of hardnekkige klachten voert Hagendorens die tests ook uit bij baby’s. In
Gevaar
principe kun je immers op elke leeftijd op allergie testen. ‘De stelling dat allergietests niet kunnen voor de leeftijd van vier of vijf jaar, is fout’, onderstreept Hagendorens.
Een voedselallergie is niet te genezen: vermijden is de boodschap. ‘Ik geef daarin heel duidelijk advies’, zegt Hagendorens. ‘Zeggen dat iemand zwaar allergisch is voor hazelnoot, en ook een beetje voor amandelen en cashewnoot, is niet werkbaar. Ik maak daarvan: geen noten. Als de patient allergisch is voor een essentieel voedingsonderdeel als aardappelen, bespreek ik de alternatieven en volgt er eventueel een afspraak met de diëtiste.’ Katty vond destijds vooral de allergie voor eieren een harde dobber. Pudding, pannenkoeken, de meeste koekjes: voor Oskar kon het allemaal niet. ‘Het loonde echter de moeite om op te letten. Want door consequent eieren en melk te schrappen, werd zijn eczeem veel beter’, herinnert ze zich.
Cupcakes voor iedereen? Omdat een allergische reactie nooit uit te sluiten is, geeft Hagendorens altijd een noodplan mee: anti-allergische medicatie en een luchtwegverwijder voor milde reacties en een inspuitbaar adrenalinepreparaat voor een heel ernstige reactie. Hagendorens drukt ouders ook altijd op het hart om ook familie, leerkrachten en andere begeleiders goed in te lichten. Voor Katty werd dat een tweede natuur. ‘Veel leerkrachten en begeleiders reageerden schitterend. Zo zat Oskar als kleuter op een school waar hij ’s middags warm at. Op maandag overliepen we telkens het weekmenu met de kok en zochten we indien nodig naar alternatieven. Al maakten we ook het tegenovergestelde mee, zoals die ene leerkracht die Oskar tijdens een kamp volledig aan zijn lot overliet. Niet iedereen is even zorgzaam.’
Kinderen met een voedselallergie hebben soms nog andere allergische klachten, zoals astma of neuslast. Voor de behandeling van die symptomen werkt Hagendorens vaak nauw samen met de diensten neus-keel-oor, gastro-enterologie, longziekten en dermatologie.
Een allergie vraagt om een zorgvuldige aanpak, maar ook de levenskwaliteit mag je nooit uit het oog verliezen, beklemtoont Hagendorens. ‘Als een kind bij een traktatie in de klas geen waT is een allerGie?
Bij personen met een allergie maakt het immuunsysteem antilichamen aan tegen onschadelijke stoffen van buitenaf. het gevolg zijn allergische symptomen als niezen, tranende ogen, gezwollen lippen, een prikkelend gevoel in de keel, netelroos, diarree … De stof waarvoor iemand allergisch is, wordt het allergeen genoemd. je kunt allergisch zijn voor stoffen in de lucht – bijvoorbeeld stuifmeelkorrels of huisstofmijt – maar ook voor voeding of voor stoffen waarmee je huid in aanraking komt, zoals latex.
meer en meer ontstaan er kruisallergieën: mensen zijn allergisch voor één stof, vaak een soort pollen, en ontwikkelen later een allergie voor een stof die erg op het eerste allergeen lijkt. Een typische kruisallergie is bijvoorbeeld die voor boompollen en appel. Veruit de meeste allergieën zijn niet te genezen. je kunt alleen het allergeen vermijden.
Katty Allaert en zoon Oskar: ‘Eén keer at Oskar stiekem een pinda. Gelukkig woonden we in de straat van het ziekenhuis.’

Prof. dr. Margo Hagendorens
Prof. dr. Didier Ebo
opGepasT meT haZelnooT
Een allergie in opmars is die voor hazelnoot. hazelnoot zit verwerkt in tal van zoetigheden, waaronder chocopasta, chocolade, pralines, koekjes en gebak. De dienst allergologie deed onderzoek naar hazelnootallergie bij zijn patienten en ontdekte dat volwassenen aan een ander type hazelnootallergie lijden dan kinderen. Bij volwassenen is de overgevoeligheid vrij mild en gaat ze meestal gepaard met een boompollenallergie. kinderen hebben vaak een ernstige vorm die niets met boompollen te maken heeft.
‘Via bloedonderzoek kunnen we nagaan om welk type het gaat. Voor de patiënt is dat cruciale informatie. want als iemand een ernstige vorm heeft, moet je bedacht zijn op een heftige reactie en is het uiterst belangrijk om elk contact met hazelnoot te vermijden’, zegt prof. dr. Didier Ebo. Huidtest om allergieën op te sporen

cupcake mag eten, moet er een alternatief zijn. Punt. Als arts hamer ik daar op.’ Ook Katty was op dat vlak vooruitziend. Elke kleuterjuf kreeg een doos met koekjes die geschikt waren voor Oskar, zodat hij nooit uit de boot viel.
stiekem pinda Eens de diagnose gesteld en de aanpak goed besproken, komen kinderen meestal nog halfjaarlijks of jaarlijks naar het UZA voor een controle. Af en toe worden ze opnieuw getest om na te gaan of er allergieën zijn bijgekomen of weggegaan. ‘Zeker bij een allergie met een grote impact, bijvoorbeeld voor tarwe, wil ik tijdig opnieuw testen, zodat het kind niet nodeloos een dieet moet volgen’, zegt Hagendorens. Klassieke voedselallergieën die ontstaan op heel jonge leeftijd – zoals voor eieren, koemelk, tarwe, soja en aardappelen –, groeien er vaak spontaan uit. Bij sommige andere allergieën, onder meer die voor pinda, noten, vis en schaal- en schelpdieren, is die kans vrij klein.
Bij Oskar groeiden de allergieën voor eieren en melk eruit, maar in de plaats daarvan kwamen er voor vis, noten en pinda. Met de pinda-allergie liep het één keer heel erg mis. Oskar was acht toen hij toch een keer stiekem een pinda at. Katty: ‘Binnen de kortste keren raakte zijn keel geprikkeld. Zijn lippen zwollen op, zijn neus kwam helemaal dicht te zitten en hij gaf heftig over. Gelukkig woonden we in de straat van het ziekenhuis. Binnen het half uur kreeg hij cortisone en beademing. In een andere situatie had het heel slecht kunnen aflopen.’
Alertheid is altijd geboden met een voedselallergie. ‘Ik ben altijd blij als Oskar gezond terug komt van een kamp, maar ik wil het ook niet dramatiseren. Je moet er gewoon verstandig mee omgaan’, vindt Katty. Intussen is haar zoon oud genoeg om te weten wat hij niet mag eten. Hij leidt een volkomen normaal leven. Katty: ‘Eigenlijk praten we zelden over zijn allergieën. Aangezien hij alles kan doen wat hij wil – sporten, op stap gaan –, trekt hij zich er niet veel van aan. Hij houdt er ook niet van als ik in zijn ogen te veel poespas maak. Als ik weer eens contact opneem met de leiding van een kamp, dan klinkt het wel eens geërgerd ‘mamaaaaa’.’
Allergie bij kinderen, Katty Allaert en prof. Wim Stevens, uitgegeven bij Lannoo.
van joinT
ToT fruiTallerGie
Almaar meer mensen ontwikkelen een allergie voor groenten, fruit, noten en zaden. Soms is die het gevolg van een andere allergie: een voor pollen of latex bijvoorbeeld, of een enkele keer ook voor … cannabis. Of hoe een joint onverwachte gevolgen kan hebben.


allergieën voor plantaardig voedsel, concreet groenten, fruit, noten en zaden, zitten in de lift. ‘We proberen altijd de oorzaak van zo’n allergie te achterhalen’, zegt prof. dr. Didier Ebo, adjunct-diensthoofd immunologie. ‘Je kunt immers allergisch worden voor kiwi nadat je een kiwi hebt gegeten, maar ook als gevolg van een andere allergie. Niet zelden is dat een pollenallergie, maar het kan ook om een andere plantaardige stof gaan, zoals latex.’
De oorzaak kennen is belangrijk omdat de arts dan beter kan voorspellen wat de patiënt mag verwachten. Zullen de symptomen mild of heftig zijn? Op welke andere allergieën moet hij bedacht zijn? Ebo: ‘Die informatie kan van levensbelang zijn. Zo kan een bananenallergie voortkomen uit een latexallergie. Dat moet je absoluut nagaan, aangezien die allergie erg gevaarlijk kan zijn (zie p. 24).’

stoppen is een must Nieuw zijn groente- en fruitallergieën als gevolg van cannabisgebruik. Ebo: ‘Het gaat dan vooral om allergieën voor pit- en steenvruchten, banaan en citrusvruchten, die qua ernst en type niet in het klassieke patroon van de genoemde kruisallergieën passen. Die patiënten geven hun cannabisgebruik niet graag toe, maar stoppen is op dat moment een must. Zo voorkomen ze heftiger reacties en beperken ze het risico op verdere fruitallergieën. Er zijn trouwens sterke vermoedens dat ook passief cannabis roken allergieën kan veroorzaken.’ De dienst allergologie ontwikkelde in samenwerking met de Universiteit Antwerpen (UA) tests om een cannabisallergie op te sporen.
BoswaChTersallerGie
Vrij recent dook er een nieuwe allergie voor vlees van zoogdieren op. De symptomen, waaronder netelroos en zwelling van de lippen en de keel, kunnen zich voordoen na het eten van om het even welk vlees van een zoogdier. Vaak gebeurt dat pas na vier of zes uur. opvallend is ook dat er niet altijd een reactie optreedt en dat vooral orgaanvlees en grote porties problemen geven. intussen is ontdekt dat de allergie soms zijn oorsprong vindt in herhaalde tekenbeten. ze komt dan ook vaker voor bij bijvoorbeeld boswachters en jagers.

allerGie ZoeKen naar
Elk jaar krijgen zo’n 75 tot 100 Belgen een allergische reactie tijdens een algemene verdoving. Dat is niet alleen gevaarlijk, de oorzaak moet ook snel worden
gevonden om de operatie alsnog mogelijk te maken. De dienst allergologie van het UZA is tot over de grenzen gekend om zijn expertise op dat vlak.
een allergische reactie tijdens een narcose kan veel oorzaken hebben. Soms is ze een gevolg van de toegediende medicatie, maar er kunnen ook andere allergenen in het spel zijn, zoals ontsmettingsmiddel, latex in operatiehandschoenen of kleur- en contrastmiddelen. Omdat het allergeen meestal rechtstreeks in contact komt met de bloedbaan, reageren veel patiënten erg heftig, vaak binnen de vijf minuten. De meesten krijgen ernstige ademhalingsproblemen en vertonen een dramatische daling van de bloeddruk.
Eens de reactie bedwongen is, is dat niet het einde van het verhaal. ‘Je moet snel de oorzaak van de allergische reac-
TijDens narCose: en naar BoosDoener
tie zien te achterhalen’, zegt prof. dr. Didier Ebo, adjunct-diensthoofd immunologie. ‘Zo niet is een tweede operatie niet mogelijk en dat kan een groot probleem zijn. Denk maar aan kanker- of overbruggingsoperaties.’
aankloppen bij ziekenhuizen Ebo en zijn team begonnen ruim tien jaar geleden systematisch alle allergische reacties tijdens algemene verdoving in kaart te brengen, zowel die in het eigen operatiekwartier als die in andere centra. Daarvoor gingen ze aankloppen bij zowat alle Vlaamse ziekenhuizen. ‘Momenteel hebben we zo’n 600 casussen beschreven. Daarmee zijn we het centrum met de meeste expertise op dit vlak’, aldus Ebo. Concreet wordt van elke patiënt de anesthesiefiche geanalyseerd en wordt hij of zij getest op alle mogelijke allergieën die aan de basis van het incident kunnen liggen. ‘Bij ongeveer drie op vier vinden we een oorzaak. Was er sprake van een heftige reactie, dan loopt dat percentage op tot bijna 90 %’, zegt Ebo.
De meest voorkomende oorzaken van allergische reacties tijdens een algemene verdoving zijn spierontspannende medicatie, latex, antibiotica en het ontsmettingsmiddel chloorhexidine. ‘We zijn overigens tot de conclusie gekomen dat ook patiënten met een milde reactie absoluut moeten worden getest’, onderstreept Ebo. ‘Bij een groot aantal vinden we namelijk ook een allergie. Dat betekent dat ze bij een tweede contact met dat product veel heftiger symptomen kunnen krijgen. Ook dubbele allergieën zijn niet zeldzaam.’
vaag verhaal Eenmaal de oorzaak van de reactie achterhaald, kan de dienst bijna altijd een alternatief geneesmiddel of product voorstellen, zodat de patiënt alsnog kan worden geopereerd. De patiënten in kwestie krijgen een allergiekaart mee die ze het best altijd op zak dragen. Daarop is vermeld voor welk product ze allergisch zijn en welk alternatief geschikt is.
Voor de dienst zelf opent de systematische analyse van die allergische reacties unieke mogelijkheden. ‘Een allergie voor geneesmiddelen is normaal niet gemakkelijk op te sporen’, legt Ebo uit. ‘Vaak moet je je baseren op een vaag verhaal over een eenmalige allergische reactie, in het slechtste geval jaren geleden. In dit geval beschik je over heel precieze gegevens: de anesthesist weet perfect op welk tijdstip hij welk product heeft toegediend en wat de gevolgen waren. Dat levert ons heel nuttige informatie op, waarop we kunnen bouwen voor de ontwikkeling van nieuwe allergietests.’
Het UZA en het laboratorium immunologie van de UA zijn met de jaren uitgegroeid tot een referentiecentrum in deze materie. Ze krijgen regelmatig patiënten doorverwezen vanuit Nederland en Wallonië. meDisCh speurwerK
als referentiecentrum kan de dienst allergologie van het Uza meer diagnostische tests aanbieden dan een niet-gespecialiseerd centrum. De belangrijkste pijlers bij de allergiediagnose zijn: verhaal van de patiënt. De belangrijkste informatiebron. soms is er aardig wat speurwerk nodig en kan een dagboek nuttig zijn. huidtests. Via huidkrasjes wordt de patiënt in contact gebracht met het allergeen. Klassieke bloedtests. het bloed wordt in aanraking gebracht met het allergeen. grof gesteld is er sprake van een allergie als er zich antilichamen op het allergeen vasthechten of als er specifieke allergie-antistoffen aanwezig zijn. Basofielenactivatietest. gespecialiseerde bloedtest waarbij de reactie van levende bloedcellen op het allergeen in een proefbuis wordt geanalyseerd. Die test vergt een specifieke bloedafname en kan alleen in gespecialiseerde centra zoals het Uza. Componentgeoriënteerde diagnostiek. Bloedtest waarbij de reactie op een specifiek bouwsteentje van het allergeen wordt nagegaan. Dat geeft vaak informatie over de ernst van de allergie of de kans dat ze spontaan overgaat. het Uza en de Ua beschikken over een techniek die op 112 bouwsteentjes tegelijk test. provocatietest. in specifieke situaties wordt de patiënt direct blootgesteld aan een stof, bijvoorbeeld door hem bepaalde voeding te laten eten. Dat gebeurt strikt gecontroleerd in een speciaal daarvoor ingericht dagziekenhuis.
eCZeem en allerGie:

Twee hanDen op één BuiK?
Eczeem is niet gevaarlijk, maar kan voor behoorlijk wat ongemak en slapeloze nachten zorgen. Veel smeren én de eventuele
allergische oorzaak aanpakken geeft de beste resultaten. Vier vragen en antwoorden over eczeem.
wat zijn de oorzaken van eczeem? Eczeem uit zich als rode, droge en schilferige plekken die jeuken. Qua oorzaak zijn er twee types: atopisch eczeem, waarbij allergische factoren een rol spelen, en niet-atopisch eczeem, waarbij dat niet het geval is. Bij baby’s met eczeem is er vaak een voedselallergie in het spel. Bij iets oudere kinderen kunnen ook andere allergenen een rol spelen, zoals kattenhaar, pollen of stof. Daarnaast zijn er nog andere factoren die het eczeem kunnen verergeren: infecties, agressieve zeep, synthetische kleding, stress, tandjes krijgen, grote hitte of koude …
hoe behandelt u eczeem? Als er sprake is van een allergie, komt het erop aan contact met het allergeen te vermijden. In dat geval moet uw kind dus bijvoorbeeld bepaalde voeding vermijden of uit de buurt van katten blijven. Probeer ook de andere uitlokkende factoren tot een minimum te beperken. Daarnaast is een lokale behandeling met zalven en crèmes nodig, omdat de huid goed moet worden gehydrateerd. De dienst allergologie heeft daarvoor een goede samenwerking met de dermatologen. Zij schrijven meestal een cortisonehoudende zalf voor om opstoten te beteugelen, naast een onderhoudscrème voor de periodes tussenin. Soms krijgen kinderen ook medicatie tegen de jeuk. De bedoeling is het kind zoveel mogelijk comfort te geven. Opstoten zijn zelfs met de meest rigoureuze aanpak nooit helemaal te vermijden, maar wel sterk te beperken.
is eczeem een ernstige aandoening? Eczeem is niet gevaarlijk en laat geen littekens na, maar het probleem kan wel een grote impact hebben. Als uw baby zich voortdurend ongemakkelijk voelt of uw kind niet kan slapen van de jeuk, is dat wel degelijk een ernstig probleem. Bij de meeste kinderen verdwijnt de aandoening gelukkig spontaan tussen twee en vier jaar.
hebben kinderen met eczeem. later meer kans op astma? Kinderen met atopisch eczeem hebben inderdaad een verhoogd risico op astma en hooikoorts. Als uw kind vroeger eczeem heeft gehad en een paar jaar later last krijgt van een chronische hoest of kortademigheid, is het dan ook verstandig om het op allergieën te laten controleren.
agenda patiënten-

activiteiten Uza april – jUni 2013
UZA, Wilrijkstraat 10, 2650 Edegem (inrit parking via Drie Eikenstraat 655)
varia week van het hartritme Laat gratis uw hartritme controleren en krijg nuttige tips van onze zorgverleners. datum: 25/04/2013 Uur: 08:00 – 17:00 locatie: UZA Blauwe en Rode zaal info en inschrijven: www.uza.be/mijnhartritme
infoavond over hypospadias Kom meer te weten over hypospadias, een aangeboren afwijking waarbij de plasbuis uitmondt aan de onderkant van de eikel, halverwege de penis of in de balzak. datum: 24/06/2013 Uur: 19:00 – 21:00 locatie: UZA Raadzaal info en inschrijven: www.uza.be/hypospadias-3
reuma in beweging Kom alles te weten over de reumatische aandoeningen reumatoïde artritis, psoriasisartritis of spondylartropathie/de ziekte van Bechterew en ontdek wat ons fysioprogramma voor u kan betekenen. datum: 25/06/2013 Uur: 19:00 – 21:00 locatie: UZA Gemeenschapszaal info en inschrijven: www.uza.be/reumabeweging
prenatale infoavond Als voorbereiding op een bevalling in het UZA organiseert de materniteit een aantal infoavonden voor u en uw partner. data: • 22/04/2013 • 30/04/2013 • 17/06/2013 • 24/06/2013 Uur: 19:30 – 20:30 locatie: UZA Auditorium Kinsbergen info: www.uza.be/prenatale-infoavonden-2013 inschrijven: 03 821 33 50 aCTiviTeiTen voor KanKerpaTiënTen infosessie: omgaan met vermoeidheid Infonamiddag door het UZA en de Vlaamse Liga tegen Kanker (VLK) over technieken en manieren om af te rekenen met vermoeidheid bij kanker. Ook familie en vrienden zijn welkom. datum: 16/04/2013 Uur: 14:00 – 16:00 locatie: UZA Omegazaal info en inschrijven: www.uza.be/vermoeidheid-16-04-13 of tel. 03 821 52 34
infosessie: Doodgewoon bespreekbaar Infoavond over vroegtijdige zorgplanning en levenseinde. datum: 04/06/2013 Uur: 19:00 – 21:00 locatie: UZA, Raadzaal (volg route 3) info en inschrijven: www.uza.be/doodgewoon-bespreekbaar
oncorevalidatieprogramma Het oncorevalidatieprogramma helpt u om uw fysieke en mentale kracht te herwinnen tijdens of na een kankerbehandeling. data: • 18/04/2013 • 25/04/2013 • 02/05/2013 • 16/05/2013 • 23/05/2013 • 30/05/2013 • 06/06/2013 • 13/06/2013 • 20/06/2013 • 27/06/2013 info: via www.uza.be/herstellen-na-kanker-2013 of tel. 03 821 50 72
Grootmoeder die ’s nachts op pantoffels de straat op gaat of uw bloedeigen vader die vraagt wie u eigenlijk bent. Voor familie van dementerende
personen is dat helaas realiteit. Hoe gaat u daar het best mee om? Tien tips aan de hand van herkenbare situaties.
omGaan meT 10 Tips
voor man

vlaanderen telt vandaag 100.000 personen met dementie en met de vergrijzing neemt dat aantal hand over hand toe. Nancy Van Genechten en Nick Van Caeneghem van de dienst patiëntenzorg zijn vertrouwd met de problematiek, vanuit hun beroep én vanuit de ervaring met hun eigen dementerende moeder. Ze geven advies aan de hand van tien uit het leven gegrepen situaties.
‘mijn moeder wil niet dat we haar helpen.’
Stimuleer zelfredzaamheid. Gun uw familielid nog zo veel mogelijk zelfstandigheid. Ga indien nodig voor een compromis. Zo kunt u afspreken dat uw moeder nog zelf haar bankuittreksels ordent, maar dat u ze weer opbergt. Als uw familielid hulp nodig heeft bij het eten, kan ze met een lepel misschien nog een deel van haar bord zelf binnenwerken. En een jurk aantrekken is gemakkelijker als de ceintuur eruit is gehaald.
‘mijn oma vertelde in geuren en kleuren hoe ze dat konijn had klaargemaakt, terwijl het pak nog ongeopend in de ijskast lag.’
Ga niet in discussie. Personen met dementie leven in een eigen wereld. Daar tegenin gaan is zinloos en maakt uw familielid alleen maar verwarder of zelfs agressief. Ga dus niet in discussie als uw familielid ongerijmdheden zegt, maar praat erover heen. Ook sociale ongeremdheid komt voor. Word niet boos als uw moeder half naakt uit het pashokje komt, maar leid de situatie rustig in goede banen. Probeer in geval van agressie uw familielid te bedaren en blijf vooral zelf kalm. meer herkent of nog amper reageert, blijft de behoefte aan warmte en sociaal contact. Vraag u af wat uw familielid vroeger leuk vond. Dringt het geluid van de radio in de kamer niet meer tot hem door? Misschien geniet uw familielid nog wel van zijn favoriete muziek van vroeger op een mp3-speler.
‘mijn vader weet soms niet meer of het voor- of namiddag is.’
Zorg voor structuur. Dementerenden functioneren het best in hun eigen omgeving en in een vaste structuur. Zorg dus indien mogelijk voor een vast week- en dagschema met zo min mogelijk verrassingen. De poetshulp op dinsdag, familiebezoek op zondag, melk in het vertrouwde glas, het tv-nieuws na het avondeten: vaste herkenningspunten bieden een houvast en herkenbare spullen zijn daarbij essentieel.
‘ik wil mijn grootvader meenemen naar zee, maar geniet hij daar nog wel van?’ ‘Dag nonkel Gust, zeg ik dan, maar hij kijkt niet op of om.’
Communiceer heel direct. Naarmate iemand meer dementeert, moet u meer moeite doen om tot hem door te dringen. Maak oogcontact, raak de persoon aan en spreek hem duidelijk aan. Gebruik eventueel de voornaam als papa of nonkel hem niks meer zegt. Herkent uw familielid u niet meer, dring
Sociaal contact en ontspanning
blijven belangrijk.
Zeker personen met milde dementie kunnen nog genieten van een uitstap of bezoek. Zelfs als uw familielid u niet
DemenTie
TelZorGers
dan niet aan, maar zeg desnoods zelf bij het binnenkomen wie u bent. Communiceer aanschouwelijk. Knik terwijl u ja zegt en toon een kop als u koffie aanbiedt.
‘Ze wil niet naar een rusthuis. hoe moeten we dat bolwerken?’

Overleg met de hele familie. Als een naaste met dementie thuis blijft wonen, betekent dat veel gepuzzel. Bekijk met alle mantelzorgers samen wie wat kan doen. Voor informatie over thuishulp en tegemoetkomingen kunt u aankloppen bij de dienst patientenbegeleiding van het ziekenhuis, het ziekenfonds of de sociale dienst van uw gemeente. Praat ook open over de financiële kant. Ga eventueel na of uw familielid recht heeft op een IGO (inkomensgarantie voor ouderen) uitkering. Vermijd te veel prikkels. Een dementerende kan zich moeilijk focussen en heeft op de duur al zijn aandacht nodig voor eenvoudige taken als eten of zich aankleden. Zet dus niet de televisie aan tijdens de maaltijd en begin dan geen praatje. Onderschat ook niet hoe vermoeiend gewone handelingen voor een dementiepatiënt zijn. Heeft hij net gegeten, dan kan die wandeling even wachten.
‘als ik tegen hem praat, komt er soms weinig reactie.’
‘iedereen is bezorgd om mijn moeder, maar voor mijn vader is het ook heel zwaar.’
Heb ook aandacht voor
de mantelzorger.
De zorg voor een persoon met dementie vraagt veel energie van de partner. Ook emotioneel heeft die het vaak moeilijk. Hij verliest stukje bij beetje zijn levenspartner en ziet vaak ook zijn sociaal leven en activiteiten verdwijnen. De partner of mantelzorger heeft dus zeker opvang nodig. Vraag hem al eens mee op uitstap, geef hem ruimschoots de kans om zijn verhaal te doen en zorg ervoor dat hij af en toe een paar uur onbezorgd de deur uit kan. ‘pas toen mijn vader werd opgenomen, vertelden de buren dat hij soms drie keer na elkaar de planten water gaf.’
Wees open en vraag openheid. Woont uw familielid nog thuis, licht de buren dan in over de situatie. Zij kunnen een oogje in het zeil houden en indien nodig hulp bieden. Vraag ook om u eerlijk op de hoogte te brengen als ze vreemde zaken opmerken, zodat u tijdig kunt ingrijpen. Zo niet worden er misschien dingen verzwegen om u of uw dementerend familielid te sparen.
‘eigenlijk moeten we nu beslissen in haar plaats. Dat is erg moeilijk.’
Praat tijdig over later. Ga een gesprek over de toekomst niet uit de weg. Wat als uw familielid moet worden opgenomen? Naar welk rusthuis wil ze dan? En wat als ze ooit in een toestand belandt dat ze niet meer kan slikken? Wil ze dan nog kunstmatige voeding? Dergelijke momenten zijn nog veel moeilijker als u de wens van uw familielid niet kent. Probeer er daarom over te praten in de jaren dat hij of zij nog voldoende helder is.
Een van de meest verspreide aandoeningen is acne: vroeg of laat krijgt bijna iedereen wel eens met ‘jeugdpuistjes’ te maken. Toch bestaan er nog heel wat misverstanden over. Prof. dr. Julien Lambert scheidt de feiten van de fabels.
puisTjes, puKKels, mee- e feiTen en faBels over a
Doen
» Vermijd elke vorm van stress. » wees geduldig: acne verdwijnt niet na twee weken. » Bouw je behandeling langzaam op, anders bestaat de kans dat je huid geïrriteerd raakt. overdrijf ook niet met reinigende gels. » laat acne tijdig behandelen om littekens te voorkomen.
» Duw puisten nooit uit. » neem geen anabolica en let ook op met multivitaminepreparaten: vitamine B12 kan het probleem verergeren. » probeer je acne niet te camoufleren onder een dikke laag make-up, want dan verstop je de poriën. gebruik nietcomedogene make-up, die de poriën niet verstopt. » ga altijd eerst bij een arts langs voor je pillen neemt.
nieT Doen
Acne krijg je door slechte hygiëne FABEL
‘Hoe vaak je je wast, maakt bij acne niets uit. De oorzaak is namelijk een ontsteking van de haar-talgfollikel – het haarzakje met de talgklieren zeg maar. Die ontsteking ontstaat onder invloed van verschillende factoren. Zo speelt de aanwezigheid van ontstekingsstoffen en van een bacterie, de propionibacterium acnes, een rol. Net als overdreven talgafscheiding onder invloed van hormonen. Vandaar dat pubers vaak last hebben van jeugdpuistjes. Tot slot is er ook een probleem met de afvoergang van de haar-talgfollikel. Die vernauwt, waardoor je een opstopping krijgt en zich een mee-eter vormt.’
Aan acne kun je niets doen FABEL
‘Met de huidige geneesmiddelen kunnen we zo goed als iedereen helpen. Welke aanpak geschikt is, hangt af van het stadium van de aandoening. Heb je alleen nog maar mee-eters, dan behandelen we die lokaal met gel of zalf op basis van benzoylperoxide, of met producten afgeleid van vitamine A. Zijn er al rode puntjes of etterpuisten zichtbaar, dan zul je lokale of orale antibiotica moeten toevoegen aan de behandeling. Lijd je onder een zware vorm van acne – met grote letsels en cysten – en slaan de andere behandelingen niet aan, dan schrijven we pillen met vitamine A-derivaten voor. Dat moet wel gebeuren onder strikte medische opvolging, want de medicijnen hebben een sterk uitdrogend effect. Bij zwangere vrouwen kunnen ze zelfs afwijkingen van de vrucht veroorzaken.’
Alleen pubers hebben last van ‘jeugdpuistjes’ FABEL
‘Het klopt dat acne vooral voorkomt bij pubers. Zij hebben het meest last van hormonale schommelingen, en het zijn juist die hormonen die een invloed hebben op de talgklieren. Toch krijgt 15 % van de bevolking tussen het tussen 20 en 40 jaar nog te maken met acne.’
De pil helpt tegen acne FEIT
‘Afhankelijk van hun samenstelling kunnen sommige anticonceptiepillen inderdaad acne doen verminderen. Heb je veel last van de aandoening en neem je de pil, vraag dan aan je arts om een type voor te schrijven dat het probleem tegengaat.’
Chocolade vermijd je beter FABEL
‘Er is tot nog toe geen sluitend wetenschappelijk bewijs gevonden voor de relatie tussen acne en welk voedingsmiddel dan ook, al is er op dit moment weer discussie over. Daarom is het nog wat vroeg om definitieve uitspraken te doen.’
Stress speelt een rol FEIT
‘Tussen stress en acne is er wel degelijk een relatie. Stress heeft een invloed
els, mee- eTers … els over aCne
op ontstekingen, en bij acne gaat het uiteindelijk om een ontsteking van de haar-talgfollikel. Tijdens de examenperiode zullen jongeren dus meer last ondervinden van het probleem.’
Puistjes mag je voorzichtig uitknijpen FABEL
‘Mee-eters kan je op een zachte manier verwijderen, maar puistjes mag je nooit uitduwen. Anders dring je de etter niet alleen naar boven, maar ook naar beneden. Zo krijg je een ontsteking in de diepte en ontstaan littekens.’
Zonnen helpt FABEL
‘Een zonnebad zal je probleem tijdelijk wel verlichten, maar op lange termijn werkt zonnen contraproductief. Door de blootstelling aan de UV-stralen verdikt je huid, waardoor je poriën verstopt raken en de acne later weer heviger dan ooit opduikt. Strikt genomen zou je je zelfs beter zo goed mogelijk beschermen tegen de zon met een geschikt product voor een acne-gevoelige huid.’
Acne komt alleen voor op je gezicht FABEL
‘Alle talgrijke, vette zones zijn gevoelig voor acne. Dat is inderdaad in de eerste plaats het gezicht, en dan vooral je voorhoofd. Maar ook op je rug, hals, borst, bovenarmen en schouders kun je last krijgen van puistjes.’
voeDinG: De missinG linK
ook soms last van vermoeidheid en energiedips? Bij mij is het tijdens mijn zwangerschap begonnen en in tegenstelling tot mijn dikke buik is het na de bevalling niet meer weggegaan. ‘Ach, iedereen is wel eens moe dus waarom zorgen maken?’, werd me verteld. Maar bij mij was het anders, ik had er nog nooit last van gehad. Ik had altijd een teveel aan energie. De vermoeidheid sloeg steeds heel onverwacht toe: achter de computer, in de auto, tijdens een diner. Mijn oogleden werden zwaarder en mijn lichaam smeekte om een bed.
Kwam het door de zwangerschap, de bevalling of de keizersnede? Was het de baby die me ‘s nachts wakker hield? Ik berustte in het feit dat ik gewoon wat meer moest slapen. Maar het ging niet weg. Het was als een donkere schaduw die me bedekte en dan op me ging wegen als een molensteen. De schrik zat erin! Ik deed het een tijdje rustiger aan maar ik ben altijd iemand geweest die alles uit het leven wil halen. Dus wilde ik mij niet schikken naar de idee dat mijn wilde jaren voorbij waren. Ik verlangde terug naar actie! Hop naar de dokter. Mijn bloed bleek in orde. Voedingssupplementen dan maar? Kale reis.
Tot mijn partner op een dag vroeg of ik mee wilde naar een workshop over gezond koken, gegeven door Dirk Baelus, een triatleet die volledig overgeschakeld was op macrobiotisch eten. Dirk deed volledige triatlons op rijstballen en groene thee! Eerst vertelde hij over onze westerse eetgewoonten en legde daarbij uit hoe weinig vitaminen en mineralen we eigenlijk nog binnenkregen. Even later legde hij de basisprincipes uit van de macrobiotiek. Het komt erop neer dat je veel meer kookt met ingrediënten die echt kracht en energie geven zoals miso, zeewier, bonen, volle rijst, en bovendien eet je veel meer groenten (gestoomd, gewokt of gepekeld, en bio uiteraard). Het was alsof er een deus ex machina uit de lucht kwam vallen! Dat was volgens mij de ‘missing link’: mijn voeding stond helemaal niet op punt! Ik at wel gezond maar toch niet voldoende voedingswaren die echt meer kracht en energie gaven. Mijn vriend en ik hebben ons dan ook helemaal op de macrobiotiek gestort. Het is niet altijd makkelijk vol te volhouden omdat de producten niet overal te vinden zijn, maar het loont écht wel de moeite. Mocht de vrt binnenkort één macrobiotisch gerecht op het menu zetten, kus ik persoonlijk heel het keukenpersoneel vanvoor op de snoet! Ze zijn gewaarschuwd.
Saartje
Reactie van Annemie Van de Sompel, diëtist in het UZA: ‘Hoewel macrobiotisch eten bepaalde gezondheidsvoordelen heeft, zijn ze niet wetenschappelijk aangetoond. Om tekorten aan calcium en vitaminen te vermijden is deskundige begeleiding nodig. Kiezen voor de actieve voedingsdriehoek is nog steeds doeltreffend, eenvoudig en zonder risico’s op tekorten.’ Saartje Vandendriessche toont haar stralende glimlach als omroepster en als reporter in Vlaanderen Vakantieland. Ze houdt van lopen, fietsen en zwemmen. Met haar dochter en honden geniet ze van de vrije momenten.

slaapBeGeleiDinG als slapen een naChTmerrie worDT
Voor 15 à 20 % van de volwassenen is een goede slaap een verre wensdroom. Het UZA-slaapcentrum biedt voor hen groepssessies slaapbegeleiding aan. ‘Meer dan 80 % van de deelnemers heeft na de cursus een betere nachtrust.
Via inzicht in hun eigen slaappatroon krijgen ze bagage mee om verder aan de slag te gaan’, zegt psychologe Jana Maes.
Jana Maes, psychologe
jana Maes begeleidt mensen met een ernstig slaapprobleem: niet kunnen in- of doorslapen zijn de meest genoemde klachten. ‘Vaak is het een vicieuze cirkel. Door het slaapgebrek voelen die mensen zich niet fris en proberen ze het slaaptekort te compenseren, bijvoorbeeld door overdag dutjes te doen. Velen piekeren ook heel sterk over de gevolgen van hun slechte nachtrust’, legt Maes uit.
Wie de cursus wil volgen, gaat eerst langs bij neurologe dr. Ilse De Volder of psychiater dr. Ann Van Gastel, die nagaan of de patiënt in aanmerking komt. Maes: ‘Vervolgens peil ik tijdens een eerste gesprek naar de motivatie en voorgeschiedenis van de patiënt. Ik werk immers op maat van de patiënt, en elke problematiek is anders.’ vertellen ze hoe de voorbije week is verlopen, zowel overdag als ‘s nachts. Ik pik daarop in met tips en advies en betrek de groep erbij: iedereen kan tips geven en uitproberen. Er is ook een sessie rond relaxatie. Groepssessies hebben een meerwaarde doordat mensen van elkaar leren, maar individuele begeleiding is ook mogelijk.’
Denkpatronen doorbreken Het is belangrijk om ingebakken denkpatronen te doorbreken en onderbouwde alternatieven aan te reiken. ‘Veel van de deelnemers zijn perfectionisten. Ook slapen willen ze perfect doen. Velen denken bijvoorbeeld dat ze acht uur moeten slapen om goed te functioneren. De benodigde slaapduur verschilt nochtans van persoon tot persoon’, zegt Maes.
‘Ik heb al vijftien jaar ernstige slaapproblemen. Bezoeken aan een psychiater, psychologen en gedragstherapeuten, slaapmedicatie: niks hielp. Ik stond enorm sceptisch tegenover de cursus, maar ik kon het me niet veroorloven om niet alles te proberen.’
(Françoise, 51 jaar)
De reeks omvat zeven sessies van anderhalf uur, ’s avonds of in de namiddag, met een zevental deelnemers per groep. Maes past CGT-I toe, voluit Cognitieve Gedragstherapie bij Insomnie. Maes: ‘Na een eerste theoretische sessie werken we praktijkgericht. Patienten houden een slaapdagboek bij en vullen een vragenlijst in. Elke sessie
‘Door de slaaptraining heb ik nu een andere kijk op slaap en meer inzicht in mijn eigen slaapgedrag. Ik heb een aantal belemmerende gedachten omgezet naar meer realistische verwachtingen. Zo was ik erg gefixeerd op het aantal uur dat ik minimaal moest slapen. Ik probeerde de slaap af te dwingen. Nu weet ik dat minder slaap niet noodzakelijk tot een slechte dag leidt.’
(Eva, 27 jaar)
Veel slechte slapers proberen hun slaapgebrek te compenseren door de tijd in bed te rekken. Sommigen liggen negen of tien uur in bed, terwijl ze maar enkele uren slapen. Ook dat patroon moet worden doorbroken. ‘Dat is zeker niet vanzelfsprekend. Mensen houden erg vast aan hun gewoontes en overtuigingen’, aldus Maes.
Vroeger lag ik tien uur in bed, terwijl ik maar twee uur echt sliep. Enkele dagen nadat ik met de cursus was gestart, sliep ik al vijf uur aan een stuk. Nu lig ik elke nacht zo’n acht uur in bed en dan slaap ik ook echt. Ik ben enorm blij dat ik heb doorgebeten.’
(Françoise)
Uit onderzoek blijkt dat 75 tot 80 % van de patiënten die CGT-I volgen, er baat bij hebben. ‘Ik zie veel patiënten die al na enkele weken beter slapen. Via de verworven inzichten leren de cursisten zelfredzaam te worden en hun slaapprobleem op een andere manier aan te pakken. Dat is de sterkte van de cursus’, vindt Maes.
ieTs voor u?
slaapbegeleiding is wellicht nuttig voor u als » het slaapprobleem uw leven beheerst: u bent niet alleen moe, u bent heel vaak bezig met uw slaapprobleem. » er geen onderliggend medisch probleem is, zoals slaapapneu, rusteloze benen, astma … onder meer om dat uit te sluiten gaat u vooraf langs bij een arts van het slaapcentrum. » de gebruikelijke tips rond slaaphygiëne (ontspanning, cafeïnegebruik …) bij u niet volstaan. » u bereid bent uw gewoontes en eventueel uw levensstijl onder handen te nemen.