INTERVIEW
Prof. dr. Kim Van Hoorenbeeck, kinderarts
Aandacht voor de eerste duizend levensdagen
‘ Vroeg ingrijpen kan veel problemen voorkomen’ De eerste duizend levensdagen, van bevruchting tot pakweg twee jaar, zijn cruciaal voor de latere gezondheid van het kind. Kinderarts prof. dr. Kim Van Hoorenbeeck onderzoekt onder meer of je astma kan voorkomen door vroeg in te grijpen op bacteriën in de luchtwegen. Een andere studie, waaraan de dienst gynaecologie van het UZA meewerkt, verkent het verband tussen luchtvervuiling en de gezondheid van moeder en baby tijdens de zwangerschap. Van Hoorenbeeck: ‘De laatste jaren is er veel onderzoek gebeurd naar het belang van die eerste duizend dagen. Zo weten we dat de eerste levensjaren bepalend zijn voor het ontstaan van overgewicht, maar bijvoorbeeld ook van allergieën en slaap- en hechtingsproblemen.’
U onderzoekt vooral het verband tussen bacteriën in de lage luchtwegen en het optreden van infecties. Hoe zit dat in elkaar? Van Hoorenbeeck: ‘We doen onderzoek naar de link tussen klachten van de lage luchtwegen zoals hoesten en piepen en 12
het microbioom – dat is het geheel van bacteriën, virussen en gisten – in de luchtwegen. De aanwezigheid van bepaalde bacteriën vergroot de kans op astma en andere luchtweg problemen, terwijl andere net beschermen. In eerste instantie focussen we op kinderen met mucoviscidose. We brengen hun microbioom in kaart en gaan na in welke mate dat samenhangt met het optreden van luchtweginfecties. Daarnaast bekijken we of we de samenstelling van het microbioom gunstig kunnen beïnvloeden door probiotica, zogenaamde ‘goede’ bacteriën, toe te dienen via een keelspray of tablet, om zo het risico op infecties, ontstekingen en slijmvorming te verminderen. We volgen specifiek mucopatiënten op omdat die veel infecties ontwikkelen en we dus snel de impact van een behandeling kunnen beoordelen.’
Hoe raakt dat microbioom in de luchtwegen verstoord? En speelt dat bij alle kinderen? Van Hoorenbeeck: ‘Wellicht spelen genetische factoren, luchtvervuiling, antibioticagebruik en vroege virale infecties een rol, maar zeker is dat nog niet. Veel van die oorzaken heb je bovendien niet of amper in de hand. Het lijkt dus interessant om de samenstelling van het microbioom te verbeteren en zo het risico op ziekten te verkleinen. Tot hiertoe volgden we mucopatiënten, maar we willen het onderzoek opentrekken naar andere jonge kinderen met chronische luchtwegklachten. Naast de beïnvloeding van het microbioom lijkt ook een strikter antibioticabeleid essentieel. Antibiotica kunnen de bacteriële flora immers flink overhoop gooien. Door ze spaarzaam en correct te gebruiken blijven de bacteriën beter in balans.’