11 minute read

Focus

FOCUS

Prof. dr. Hans Prenen, hoofd UNICCRA, diensthoofd oncologie

Advertisement

Prof. Senada Koljenović, diensthoofd pathologische anatomie

Prof. dr. Sébastien Anguille, diensthoofd hematologie

Dienst oncologie, www.uza.be/ research/uniccra T 03 821 39 54 of research.oncologie@uza.be

Nieuw klinisch research center voor Antwerpen

‘Incubator voor nieuwe behandelingen’

Het UZA opent een vernieuwd centrum voor vroege klinische studies, het University Center for Clinical Research Antwerp (UNICCRA), waar we de allereerste behandelingen met nieuwe geneesmiddelen opvolgen. Je vindt er nieuwe consultatieboxen, een geïntegreerd laboratorium en meer ruimte om gespecialiseerde teams samen te brengen. Daarmee verhogen we onze kansen om studies binnen te halen en patiënten toegang te geven tot geneesmiddelen die vaak pas over enkele jaren op de markt komen.

In vergelijking met het oude research center, dat in de dienst oncologie geïntegreerd was, is de nieuwe eenheid in oppervlakte meer dan verdubbeld. ‘Dat was nodig omdat het aantal studies al een aantal jaar exponentieel groeit’, legt prof. dr. Hans Prenen, diensthoofd oncologie en hoofd van het research center uit. ‘De wetenschap evolueert zo snel met onder meer gerichte en gepersonaliseerde therapieën op basis van genetische kenmerken van de individuele patiënt. Toen ik vier jaar geleden aan het hoofd kwam van de eenheid, zagen we enkele studiepatiënten per dag. Nu komen er soms een twintigtal per dag.’

Gespecialiseerde kennis en infrastructuur Het centrum voor klinisch onderzoek is bedoeld voor alle klinische studies maar focust op fase 1- en fase 2-studies. Hans Prenen: ‘Die vroegtijdige studies zijn zeer arbeidsintensief en vergen een specifieke expertise van studiemedewerkers. Net omdat de geneesmiddelen zo nieuw zijn, moet je patiënten nauwgezet opvolgen. Bij fase 3-studies die we ook vaak in het UZA uitvoeren, ken je de mogelijke nevenwerkingen al. Maar als dat niet zo is, moet je elk signaal meteen oppikken. Bij fase 1-onderzoek volgt elke organisatie die aan een studie meewerkt, of die nu in de Verenigde Staten of in België zit, zeer strikte protocollen zodat je dezelfde procedures en

kwaliteitsstandaarden hanteert. Dat is niet iets wat je er naast je gewone patiëntenwerking even bijneemt.’

In het nieuwe centrum voor fase 1-onderzoek kunnen studiemedewerkers patiënten in de best mogelijke omstandigheden ontvangen. De eenheid is uitgerust met nieuwe consultatieboxen, meer plaatsen voor dagopnames met een monitoringsysteem, een parameterkiosk waarmee patiënten zelf al hun bloeddruk, polsslag, zuurstofsaturatie en gewicht kunnen meten, enzovoort. ‘Door al die infrastructuur samen te brengen en beter op elkaar af te stemmen, wordt het voor iedereen die betrokken is bij de studies, van de studiecoördinatoren tot verpleegkundigen en logistieke medewerkers, makkelijker werken.’

Mogelijke samenwerking De meerderheid van de huidige fase 1-studies in het UZA wordt uitgevoerd met oncologische patiënten. Maar het is de bedoeling dat ook meer en meer collega’s van andere disciplines het center inschakelen. Hans Prenen: ‘UNICCRA is beschikbaar voor alle diensten die een fase 1-studie willen uitvoeren. Ook met andere ziekenhuizen, bedrijven en universiteiten wil ik heel graag samenwerkingsvormen bekijken. Ik zie het research center als een incubator die ons helpt om nog meer studies naar onze regio te halen en patiënten nog meer toegang te geven tot behandelingen die vaak pas over vijf jaar op de markt komen.’

Om dit soort studies te mogen uitvoeren, is er heel wat concurrentie op wereldvlak. Toch slagen we er als klein land in om met de internationale top mee te spelen. ‘Alleen al in het UZA hebben we gemiddeld een honderdtal fase 1- en fase 2-studies per jaar lopen waaraan makkelijk duizend oncologische patiënten deelnemen’, zegt Hans Prenen. ‘Een van onze sterktes is dat wij één overkoepelende dienst oncologie hebben, waarin alle tumortypes behandeld kunnen worden. Dat is een van de redenen waarom farmaceutische bedrijven graag met ons in zee gaan. Daarnaast staan wij Belgen bekend om onze wetenschappelijke kwaliteit en spelen we snel en flexibel in op tenders voor studiedeelname.’

Spectaculaire therapieën De voorbije jaren nam het aantal nieuwe kankerbehandelingen in een ongezien tempo toe. Hans Prenen: ‘We hebben steeds meer therapieën op basis van genetische kenmerken van de patiënt ter beschikking. De wetenschap kan veel beter inschatten welke behandeling voor welke patiëntengroep zinvol is. Dat levert echt spectaculaire resultaten op. Vroeger was de kans dat een fase 1-therapie aansloeg misschien 5 procent. Nu zitten we soms rond de 50 procent. Het grote voordeel is dat we in studieverband elk tumortype genetisch kunnen analyseren of profileren, zoals dat heet. Als we bijvoorbeeld een KRAS G12C-mutatie vinden bij long- of darmkankerpatiënten, dan weten we welk type gerichte medicatie daartegen werkt.’

Om vooraf na te gaan of dit soort nieuwe therapieën bij een patiënt zullen aanslaan, bouwt het UZA een zogenaamd PDO-model uit. ‘PDO is kort voor patient-derived organoids. Op basis van een stukje weefsel van de patiënt laten we in het labo vele mini-orgaantjes groeien. Daarop kunnen we verschillende medicatie tegelijk testen om te zien welke therapie het best zal aanslaan bij de patiënt in kwestie. (Lees ook p. 28) Hoewel gerichte therapieën doorgaans ontwikkeld zijn om in te werken op één gekend doelwit dat een rol speelt bij de groei van de kankercellen, zien we dat ze vaak ook andere, tot nu toe ongekende doelwitten blokkeren. Op die manier de juiste therapie efficiënt aan de patiënt koppelen is een van de toekomstdromen die we in het research center hebben.’ ‘Vroeger was de kans dat een fase 1-therapie aansloeg 5 procent. Nu zitten we soms rond de 50 procent.’

Antwerps kunstenares Lisse Eberhardt van Meermuur capteerde de essentie van UNICCRA in een prachtige muurschildering voor de patiënten en medewerkers van het centrum. Ontdek haar werk via meermuur.be.

‘Een stimulans om nog nauwer samen te werken’

De dienst pathologische anatomie is een van de UZA-diensten die heel nauw bij oncologische behandelingen en fase 1-studies in het research center betrokken zijn. ‘De rol van onze afdeling groeit, omdat meer en meer therapieën zich op moleculaire kenmerken van tumoren baseren’, zegt prof. dr. Senada Koljenović. ‘Dat we nog verfijnder tumoren kunnen analyseren, opent de deur voor nog betere behandelingen.’

De dienst pathologische anatomie onderzoekt weefsels en cellen van patiënten om infectieziekten, kanker en aangeboren afwijkingen vast te stellen en op te volgen. ‘Onze laboratoria staan in nauwe verbinding met afdelingen zoals het centrum voor klinisch onderzoek, zegt prof. dr. Senada Koljenović van de dienst pathologische anatomie. ‘Als we pakweg een biopt of een stukje verwijderde tumor binnenkrijgen, onderzoeken we dat met gespecialiseerde technieken. We analyseren het weefsel op basis van morfologie en moleculaire samenstelling en stellen op basis daarvan diagnoses, die voor een groot deel de verdere behandeling van patiënten bepalen.’

Innovatieve technieken Het UZA staat sterk op het vlak van innovatieve diagnostiek en beschikt over een ruim team van een zestigtal collega’s op de afdeling pathologie. Senada Koljenović: ‘Meer en meer therapieën baseren zich op moleculaire kenmerken van tumoren die wij identificeren. Dat soort technieken willen we overigens ook gebruiken om vooraf op gekweekte cellen na te gaan of een therapie zal aanslaan (lees meer over het PDO-model op p. 28). Precies doordat onze technieken

meer afwijkingen opsporen, kunnen farmabedrijven betere nieuwe middelen maken, waarvan wij dan weer de werking in studieverband kunnen opvolgen. Daarbij werken we nu al heel nauw samen met collega’s van binnen en buiten het ziekenhuis uit verschillende vakgebieden, en UNICCRA zal dat nog versterken.’

Als specialist in hoofd-halspathologie bewijst Senada Koljenović de kracht van vakoverschrijdend denken ook in haar eigen onderzoek. Ze werkt onder meer intensief samen met natuurkundigen om weefsel van mondholtetumoren met behulp van een optische techniek, Raman spectroscopie, te leren herkennen. ‘Het doel is om chirurgen al tijdens de operatie te laten zien of ze alle tumorweefsel verwijderen. Ik geloof heel sterk in dat soort innovatie. Het zou toch geweldig zijn als we ook voor andere tumoren ooit tijdrovende en dure technieken om weefsel te analyseren kunnen versnellen en soms zelfs overslaan?’

Kanker-in-wording ontrafelen Ook op het vlak van kankerpreventie is nog heel wat onderzoek in de schoot van het centrum voor klinisch onderzoek mogelijk. Senada Koljenović: ‘Met een aantal internationale collega’s probeer ik in een ander project de voorstadia van kanker in de mondholte genetisch te ontrafelen. We willen achterhalen waarom sommige vlekjes in de mond zich tot kanker ontwikkelen en andere niet. Op basis daarvan kan je een aantal risicogroepen strikter opvolgen of zelfs preventief behandelen. Ook voor andere kankers valt er met dat soort onderzoek nog veel gezondheidswinst te boeken.’

‘Precies doordat onze technieken meer afwijkingen opsporen, kunnen farmabedrijven betere nieuwe middelen maken.’

FOCUS

‘Meer kans op medicijnen van de toekomst’

Voor alle soorten kanker is het aanbod aan behandelmogelijkheden de voorbije jaren enorm gegroeid. ‘Ook bij hematologische kankers krijgen we steeds meer mogelijkheden. Vroeger mikte medicatie in studieverband vaak op uitbehandelde patiënten. Nu krijgen patiënten ook in een veel vroegere fase van hun ziekte al toegang tot medicatie van de toekomst’, zegt prof. dr. Sébastien Anguille, diensthoofd hematologie.

Tumoren blijven naast hart- en vaatziekten de belangrijkste doodsoorzaak in België. Toch namen de overlevingskansen bij kanker de voorbije jaren licht toe, doordat de behandelmogelijkheden vandaag breder dan ooit zijn. ‘We zien veelbelovende vormen van immuuntherapie, waarbij het afweersysteem wordt ingeschakeld om kankercellen te herkennen en te vernietigen. Daarnaast zijn er meer en meer gerichte medicijnen, die werken op specifieke eigenschappen van kankercellen om die te doden of af te remmen’, legt prof. dr. Sébastien Anguille uit.

Expertise en omkadering De dienst hematologie voert elk jaar een tiental vroegtijdige (zogenaamde fase 1- of fase 2-) studies uit waarbij patiënten met diagnoses zoals leukemie of lymfeklierkanker toegang krijgen tot de allereerste behandelingen met nieuwe geneesmiddelen. ‘Tot hiertoe organiseerden we die studies op onze afdeling zelf, tussen de vaste raadplegingen’, zegt Sébastien Anguille. ‘Maar dat is niet evident. Een klinische studie vereist veel meer voorbereiding en opvolging dan een patiënt die een gekende chemo krijgt. Je moet eerst medewerkers opleiden om de nieuwe medicatie toe te dienen, op vaste tijdstippen bloed prikken en analyseren volgens de internationale studievoorschriften, enzovoort.’

Het nieuwe University Center for Clinical Research Antwerp creëert betere omstandigheden om dergelijke studies op te zetten en uit te voeren. ‘De handig ingerichte patiëntenruimtes en de betere omkadering voor onderzoeksteams zorgen ervoor dat we in het UZA meer studies zullen kunnen aantrekken en dat meer

‘Het University Center for Clinical Research Antwerp creëert betere omstandigheden om klinische studies op te zetten en uit te voeren.’

patiënten toegang kunnen krijgen tot medicatie van de toekomst’, zegt Sébastien Anguille. ‘Door expertise samen te brengen, creëer je kennisuitwisseling. Ook organisatorisch wordt het makkelijker omdat bijvoorbeeld studieverpleegkundigen voor elkaar kunnen inspringen.’

Nieuwe CAR-T-celtherapie In de strijd tegen hematologische kankers is een van de meest veelbelovende nieuwe technieken de CAR-T-celtherapie. Sébastien Anguille: ‘Die bewapent het immuunsysteem om kankercellen zelf op te ruimen. Sinds kort kunnen we de therapie overigens in onze eigen celproductiefaciliteit maken (zie QR-code.). Onder meer voor acute lymfatische leukemie en bepaalde vormen van lymfeklierkanker wordt een CAR-T-behandeling al terugbetaald, maar we onderzoeken ook toepassingen voor andere patienten in verschillende stadia van hun ziekte. Dat zie je bij veel fase 1-onderzoeken: de focus ligt niet langer op uitbehandelde patiënten. We krijgen meer en meer mogelijkheden om patiënten ook in een veel vroegere fase te helpen.’

Ontdek ook de videoreportage ‘UZA eerste Belgische ziekenhuis met lokaal gemaakte CAR-T-therapie’

De dienst hematologie voert elk jaar een tiental fase 1- of fase 2-studies uit waarbij patiënten met diagnoses zoals leukemie of lymfeklierkanker toegang krijgen tot de allereerste behandelingen met nieuwe geneesmiddelen.

FOCUS

‘Eindelijk hoorde ik: open maar een fles champagne’

Drie jaar geleden werd bij Anita (63) een zeldzame tumor in de buik ontdekt. Een operatie en zware chemotherapie konden niet vermijden dat er ook uitzaaiingen opdoken. Op aanraden van haar dochter meldde Anita zich in het UZA voor bijkomend onderzoek. Daar bleek dat ze in een fase 1-studie een gloednieuwe vorm van immuuntherapie kon testen. ‘En jawel, die houdt de tumor – zonder ook maar enige bijwerking – onder controle.’

n februari 2019 reisde Anita

Serneels nog zorgeloos met haar man in Nieuw-Zeeland rond. Terug thuis kreeg ze twee mokerslagen te verwerken. Het bedrijf waar ze 34 jaar lang werkte ging over tot collectief ontslag. En haar huisarts stuurde haar door om een echo te nemen van wat het drukkende gevoel in haar buik kon veroorzaken. ‘Het k-woord viel: het ging om een zeldzame tumor met diameter van zo’n 11 centimeter. Na een biopsie zei mijn oncoloog dat hij zoiets maar één of twee keer in zijn hele carrière ziet.’ Intensieve opvolging Een zware periode volgde. Het gezwel werd operatief verwijderd. Anita kreeg stevige chemo met nevenwerkingen zoals haaruitval, diarree en vermoeidheid. Tot overmaat van ramp stelden de artsen ook uitzaaiingen vast. ‘Toen stelde mijn dochter voor om een bijkomend onderzoek in het UZA te vragen. Daardoor kwam mijn dossier bij prof. dr. Hans Prenen van de dienst oncologie terecht. Ik mocht snel langsgaan. Maar in plaats van tests stelde hij iets compleet anders voor. Mijn tumortype kwam in aanmerking voor een veelbelovende vorm van immuuntherapie die alleen binnen een fase 1-studie beschikbaar is.’

‘Ik had niets te verliezen, dus mijn keuze was snel gemaakt. De uitleg over waarom ik kon deelnemen en wat de studie precies inhield stelde me gerust. Mijn twee dochters werken bij Janssen Pharmaceutica en bij de Weefsel- en cellenbank van het UZA en zij waren ook meteen enthousiast. Binnen de studie krijg ik om de vier weken een

Ibaxter met medicatie in het UZA. De eerste maand werd ik zeer intensief opgevolgd: in het begin om het uur, na twee dagen werden nog eens alle parameters gecheckt en later werd dat stapsgewijs minder.’ Blij met elke dag Na twee toedieningen zou een CTR-scan eind januari 2020 aantonen of de medicatie aanslaat. ‘Eindelijk hoorde ik: open maar een fles champagne. De tumor was onder controle en dat zonder enige bijwerking. Ik was lichamelijk al weer sterker: ik wandel, verzorg het huishouden en pas op mijn twee kleinkindjes. Vandaag helpt de studiemedicatie mij nog altijd. Na twee jaar was het onderzoek afgelopen maar gelukkig kon prof. Prenen het voor nog eens twee jaar verlengen. Wat mijn verre toekomst brengt, weet niemand. Daarover bestaan nog geen data. Als ik eens buikpijn heb, sla ik dus nog altijd in paniek. Maar intussen geniet ik wel van elke dag dat ik me goed voel.’

‘Mijn tumortype bleek in aanmerking te komen voor een veelbelovende vorm van immuuntherapie.’

This article is from: