NATUUR.SAMENLEVING
Huiszwaluwen op de tocht! Hebben jullie nog die bekende halve bolvormige nesten onder de dakgoot hangen? En zitten ze in jouw straat nog gezellig te lawaaien op de elektriciteitsdraden? Dan ben je een geluksvogel maar waarschijnlijk is dat niet.
Waarom zien we de huiszwaluwen minder en minder?
Tekst: Rina Peys Foto’s: Willy Ibens 6
Huiszwaluwen maken hun nesten het liefst tegen ruwe materialen zoals onze bakstenen gevels en ze hebben graag een bescherming boven hun hoofd. Dakoversteken in hout werden vroeger massaal ingepalmd door deze harde werkers. Maar wij gebruiken nu andere, minder natuurlijke en gladdere materialen zoals plastic. Ze zijn beter te onderhouden en hoeven geen likje verf meer. Onze gevels worden bekleed met crêpe of grote platen van synthetisch materiaal. Wij isoleren en renoveren dat het een lieve lust is. Een goede zaak, dat zeker. We verbruiken minder fossiele brandstof en zorgen voor de economie en de werkgelegenheid. Toch een kleine bedenking: ook die nieuwe materialen moeten gemaakt worden en daar kruipt eveneens energie en grondstof in.
Succes gaat vaak voorbij aan kleine dingen. Solitaire bijen, lieveheersbeestjes, spinnetjes, vleermuizen en mussen vinden geen holletjes meer in onze strakke gebouwen. Wij proberen te helpen en bouwen insectenhotels in alle maten en vormen. Bovengrondse elektriciteitsdraden verdwijnen ook stilaan uit het straatbeeld. Daar zaten vroeger de huiszwaluwen en de mussen zo graag te socialiseren en hun jongen te voeden.
Ja meneer/mevrouw, de vooruitgang hé! Om de huiszwaluw te kunnen helpen, moeten we misschien wat meer over hun levenswijze weten. Het zijn echte trekkers. Ze komen naar onze streken rond april. De eerste voorbode van de lente, zeg maar. Hun winters brengen ze door in Zuid-Afrika, in de buurt van savannes en moerassen. Dat zijn plaatsen waar veel insecten voorkomen. Die tocht is niet zonder gevaar. Roofvogels vormen steeds een bedreiging, maar ook de mens is een groot struikelblok. Zwaluwen worden ginds in grote netten gevangen en opgepeuzeld.
Natuur.ruimte • maart 2017 - mei 2017