
3 minute read
Natuur.beheer: de Kooldries
Tekst:
Advertisement
Stefan Versweyveld
Traditioneel beheert Natuurpunt haar natuurgebieden om goede condities te herstellen of te behouden voor vegetaties waarin zeldzame, kwetsbare planten en dieren zich thuis voelen. Af en toe moeten we echter focussen op een bijzondere soort en extra maatregelen uitvoeren. Dat is nu het geval in ons natuurgebied Kooldries in Brecht, waar we alle aandacht geven aan de kamsalamander, ook wel de ‘grote waterdraak’ genoemd. We leggen jullie in dit artikel graag uit waarom we dit doen.
ID van de ‘grote waterdraak’
De kamsalamander (Triturus cristatus) is een grote donkere salamander met een ruwe huid, witgespikkelde flanken en een buik die geel tot oranjerood is met een onregelmatig patroon van zwarte vlekken. Dit vlekkenpatroon is zo onregelmatig dat je zowel exemplaren vindt met een ongevlekte als met een volledig zwarte buik. Hierdoor zijn ze individueel herkenbaar! De vrouwtjes bereiken een lengte van 17 cm, de mannetjes blijven iets kleiner, tot 14 cm. Daarmee is de kamsalamander één van de grootste Europese amfibieën. In de voortplantingstijd heeft het mannetje een scherp getande rugkam, vandaar de bijnaam ‘grote waterdraak’.
Wat is er zo speciaal aan de kamsalamander? Op Europees niveau is de kamsalamander een zeldzame, bedreigde amfibieënsoort. Daarom werd hij in 1992 opgenomen in de Bijlage II-lijst van de Europese Habitatrichtlijn. Dat is een lijst die kadert in het Europese
natuurnetwerk Natura 2000. Voor de soorten vermeld in deze lijst moeten de lidstaten extra beschermings maatregelen nemen. Daarom werd de Kooldries, zoals in een eerder nummer van Natuur.ruimte vermeld werd, opgenomen in het Natura 2000-netwerk.
Bovendien heeft Vlaanderen een grote verantwoordelijkheid voor de kamsalamander binnen de Europese Unie, aangezien een belangrijk deel van de populatie bij ons leeft. En één van die Vlaamse kerngebieden bevindt zich tussen Brasschaat en Rijkevorsel. En dus ook in de Kooldries. De Vlaamse overheid stelde dan ook ambitieuze Europese natuurdoelen op voor de kamsalamander in de regio.
Kieskeurig
De kamsalamander is een kieskeurige soort. Hij stelt meer specifieke eisen aan zijn leefgebied dan de andere watersalamanders in Vlaanderen. Kleinschalige, afwisselende landschappen genieten de voorkeur. Hagen, takkenhopen, houtkanten etc. zijn noodzakelijk voor de overwintering en als landbiotoop.
En er moeten uiteraard ook waterpartijen aanwezig zijn voor de voortplanting. Liefst met zo veel mogelijk waterplanten waaraan de vrouwtjes honderden eitjes kunnen bevestigen die na twee weken uitkomen. Slechts na 3 of 4 jaar kunnen deze kamsalamanders zich voor de eerste keer voortplanten.
Tenslotte is de ‘grote waterdraak’ ook erg honkvast. Ze gaan vaak jaar na jaar naar dezelfde waterpartij, zoals de kleiputten in de Kooldries, om zich voort te planten. De kleiputten van de Kooldries vormen een belangrijk kerngebied voor de kamsalamander in onze regio. Dat blijkt uit monitoringonderzoek dat vrijwillige medewerkers van onze kern in Brecht al jarenlang uitvoeren. Gedurende meerdere jaren werden in de Kooldries de kamsalamanders geteld en herkend door het fotograferen van het vlekkenpatroon op de buik. De populatie wordt nu op een duizendtal individuen geschat.
Van de 31 poelen en kleiputten in de Kooldries zijn er 5 die zeer geschikt zijn als voortplantingsb iotoop voor de kamsalamander en die jaarlijks dan ook gebruikt worden. Helaas dreigen ze minder geschikt te worden doordat de voorbije decennia bomen aan de zuidzijde zijn opgeschoten. Deze ‘schaduwbomen’ veroorzaken bladval en minder zon op de waterpartijen, met als gevolg dat de waterplanten vegetat ies, noodzakelijk voor de ei-afzetting van de kamsalamander, achteruit gaan.
In het vernieuwde beheerplan voor de Kooldries heeft Natuurpunt er dan ook voor gekozen om een aantal schaduwbomen rond de belangrijkste kleiputten te verwijderen om meer zon en dus meer waterplantenvegetaties te garanderen. Deze werken zullen in het voorjaar van 2017 uitgevoerd worden.
Ook libellen - zowat de helft van alle Belgische libellensoorten is reeds waargenomen in de Kooldries! - en andere watergebonden dieren zullen hiervan profiteren. En zo kunnen we uiteraard een zekere toekomst bieden aan de ‘grote waterdraak’ in het gebied.
