Natuur.ruimte 01/2017

Page 20

MET SNOR OP STAP

Snor kijkt uit naar de komst van de eerste zwaluw! Elk jaar keert de lente stralend en fris terug. De bomen staan er nog kaal bij, maar in hun knoppen zit het prille groen van een nieuwe jeugd. Snor vertelt jullie iets over de huis- en boerenzwaluw. En ten slotte iets over twee buitenbeentjes: de oever- en de gierzwaluw. Huiszwaluwen

Tekst: Mart Pauwels Tekening: Pascale Vantieghem 20

Huiszwaluwen bouwden hun nesten oorspronkelijk aan rotswanden en grotingangen. Door de komst van de mens werden ze cultuurvolgers en gingen meer gebruik maken van gebouwen. Ze vinden een geschikte plek voor hun nest vaak onder een uitspringende dakgoot, een balkon of in een vensternis. Maar ze moeten wel modder of klei vinden om te kunnen bouwen. EÊn tot twee keer per jaar legt het wijfje een vijftal eitjes. Na ongeveer twee weken broeden zijn de jongen er en ze blijven drie weken in hun nest. Huiszwaluwen herken je aan hun witte onderrug of stuit, hun zwarte wigvormige staart en hun speelse, vlinderachtige vlucht. Net als bij de boerenzwaluwen is een koppeltje huiszwaluwen jaarlijks goed voor het eten van een half miljoen insecten. Natuur.ruimte • maart 2017 - mei 2017


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.