GRATIS LAADPALEN VOOR SCHOLEN EN UNI’S
Elk parkeerterrein heeft laadpalen nodig nu steeds meer mensen elektrisch gaan rij den.
Pluq biedt de units kosteloos aan. Scholen en uni’s hoeven nergens in te investeren en delen toch mee in de opbrengst.
100% gratis
Volledig ontzorgd
Blij e bezoekers
100% duurzaam
Vergoeding per kWh
Kij k voor meer informatie op www.pluq.eu of mail naar info@pluq.eu
Schoolfacilities online lezen?
Meld je aan via onderstaande qr code
Wet van oplossingen
Bij Bouwstenen voor Sociaal zijn we al een tijdje druk met het Deltaplan Scholen. Belangrijke vragen daarbij zijn aan welke eisen schoolgebouwen moeten voldoen voor goed en gezond onderwijs, wat dat kost en wie de rekening mag betalen. TeekensKarstens Advocaten kwam wat betreft de rekening voor het basisonderwijs uit bij het Rijk. En dat bracht ons weer bij een rechtszaak van een aantal Curaçaose schoolbesturen tegen hun regering. De rechter oordeelde dat scholen al sinds 2012 ondermaats worden betaald en dwong de regering tot een betaling van ruim twee miljoen Antilliaanse gulden. Dit in afwachting van een herberekening. Die twee miljoen was niet alleen voor de gebouwen, maar ook voor schoolboeken en andere kosten.
Maghalie van der Bunt was nauw betrokken bij deze zaak. Ze was even bij ons op kantoor toen ze rond Pasen in Nederland was. We kunnen deze rechtszaak zien als een probleem of strijd, maar ook als onderdeel van een oplossing. Wel zo fijn als je weet waar je elkaar op mag aanspreken. Dan heb je een basis voor een goed gesprek. Daar zou geen rechtszaak voor nodig moeten zijn.
In dit nummer van Schoolfacilities leest u meer over deze rechtszaak. En ook hoeveel geld er bij ons nodig is voor goede en gezonde schoolgebouwen voor kinderen in het basisonderwijs. Het is een beginnetje. Gebruik de som om met elkaar over de uitgangspunten van de schoolgebouwen in gesprek te gaan, lokaal met ouders, bestuurders en de politiek, maar ook met het Rijk.
Colofon
Schoolfacilities is een onafhankelijk magazine voor huisvesting en facilitaire processen in het onderwijs.
Oplage en bereik:
Verschijnt 3 keer per jaar in een oplage van 3.500 exemplaren, bij het VO, BVE, HBO, Universiteiten, gemeenten en het bovenschools management van het PO.
Eindredactie:
Ingrid de Moel
Hooglandseweg Zuid 34, 3813 TC Amersfoort
Telefoon: 033 258 43 37
E: redactie@schoolfacilities.nl
Vormgeving: www.charlotluiting.nl
Deltaplan scholen
De prijs voor gezonde scholen
Rubrieken: Nieuw op de markt (14), Gezien & gelezen (22), Partners (34)
Columns: TK Advocaten (9), BTW-Instituut (27), Etske Thie (31)
En verder: Hybride onderwijs (4), Energie besparen met AI (16), Tips voor een duurzame school (20), Binnenklimaat dashboard (24), ChatGPT in de les (28), Vergrijzing in het onderwijs (30), Verduurzaming op de agenda (32)
Uit gave van: Bouwstenen voor Sociaal
ISSN: 1383-6331
Aansprakelijkheid:
Uitgever en auteurs verklaren dat deze uitgave op zorgvuldige wijze en naar beste weten is samengesteld.
Zij aanvaarden geen enkele aansprakelijkheid voor schade, van welke aard ook, die het gevolg is van handelingen en/of beslissingen die zijn gebaseerd op bedoelde informatie.
Online lesgeven op een levendige campus: Het beste van twee werelden
Door: Tim van der Wal en Yvonne Janse
Hybride onderwijs, blended learning; we kunnen er niet meer omheen. Het nieuwe lesgeven lijkt genormaliseerd te zijn in het onderwijs, maar zijn alle voorwaarden ook al aanwezig om deze onderwijsvorm optimaal uit te voeren?
De zoektocht naar een passende onderwijsvorm en -omgeving is van alle tijden, maar nu actueler dan ooit. De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) schreef in 2020 vier scenario’s voor de toekomst van het onderwijs en vanuit ict-coöperatie SURF wordt al een aantal jaren onderzoek
gedaan naar digitalisering binnen het onderwijs. Het onderwijs op afstand tijdens de lockdowns heeft die digitale ontwikkelingen enorm versneld.
Maar hoe benut je de voordelen van het online onderwijs het best, terwijl je óók de studenten weer naar de campus wilt krijgen? Veel HBO-instellingen zitten, al innoverend en experimenterend, midden in die zoektocht. Iedere opleiding vraagt om maatwerk, maar een universele leidraad heeft zich inmiddels al wel gevormd. Succesvolle vernieuwing in het hybride onderwijs vraagt namelijk om een slimme integrale benadering van vier terreinen: de fysieke leeromgeving, de digitale leeromgeving, didactische vaardigheden en hospitality.
Flexibele lesruimte als heilige graal
Flexibele onderwijsruimten Het onderwijsgebouw is meer dan alleen een stapel stenen. Het is een plek waar studenten interdisciplinair leren, onderzoeken en elkaar ontmoeten. En dat vraagt dus ook om verschillende typen ruimten. Zo lijkt een theorielokaal voor dertig personen tegenwoordig voor velen minder aantrekkelijk dan een ruimte met verschillende zitgelegenheden en scrumwanden. Toch blijven die theorielokalen voorlopig óók nodig. Hoe kom je dan toch aan andere behoeften tegemoet, zonder veel ruimten te hoeven bijbouwen of huren? Het antwoord: veel onderwijsinstellingen kiezen voor een ‘functieflexibele’ tussenvorm bij een verbouwing of nieuwbouwproject. Het blijkt de heilige graal om nieuwe wensen flexibel te kunnen inpassen zonder uitbreiding van vierkante meters.
Ervaringen uit het HBO:
Online techniek biedt kansen
Veel digitale tools zijn de afgelopen jaren in sneltreinvaart doorontwikkeld; het zou dus zonde zijn om de mogelijkheden daarvan nu weer te laten liggen. Hogescholen beschikken over eigen filmstudio’s en lokalen zijn uitgerust met hoogwaardige camera’s, microfoons en schermen om lessen via Teams en Zoom te streamen. Ook zijn er oneindige mogelijkheden om online samen te werken via digitale whiteboards. Bovendien leidde het onderwijs op afstand tot vernieuwde onderwijsvormen. Zo maakten hoorcolleges bijvoorbeeld plaats voor videoclips en podcasts, opgenomen door de docent of zelfs ontwikkeld door de uitgever als alternatief voor een studieboek. Deze ‘erfenis van de crisis’ biedt kansen voor de docent: het opnemen van je les in een videoclip of podcast kan herhaling van de lesstof besparen en maakt tijd vrij voor interactiever lesgeven. Randvoorwaarde is wel dat je als docent over de juiste presentatievaardigheden beschikt en voldoende ondersteund wordt in de digitale techniek.
Waar komen studenten nog voor naar school?
Anders lesgeven
Nieuwe onderwijsvormen vragen om nieuwe competenties van de docent. Online onderwijs vraagt om
een secuurdere voorbereiding en laat minder ruimte voor improvisatie. En bij hybride bijeenkomsten moeten docenten hun aandacht verdelen tussen studenten die in het klaslokaal zitten en studenten die online aanwezig zijn. Dat is een heel andere manier van lesgeven. Sommige docenten liepen gretig voorop in deze ontdekkingstocht, waar andere collega’s worstelden met de mute-knop. Goede begeleiding in didactische vaardigheden is dus noodzakelijk. Een voorbeeld: Hogeschool Inholland biedt docenten een online platform Onderwijsondersteuning met tips en trainingen over lesgeven, communiceren en samenwerken.
Dit vraagt om anders lesgeven
Wat als ze thuisblijven?
Didactische vernieuwing, een toegankelijke digitale leeromgeving en een fris en flexibel onderwijsgebouw. Deze drie ingrediënten lijken na bovenstaand betoog alles wat nodig is om goed hybride onderwijs te kunnen bieden en studenten te laten excelleren. Maar wat nou als studenten thuis blijven en het onderwijsgebouw leeg blijft? Het overkwam verschillende onderwijsinstellingen in binnen- en buitenland. De lockdown was voorbij, de gebouwen waren weer open, maar de student was gewend geraakt aan het comfort van onderwijs vanuit de huiskamer.
Waar komen studenten nog voor naar school? Om die vraag te beantwoorden kan het laatste element niet worden vergeten: hospitality. Het voorzien in een totaalplaatje aan faciliteiten voor mensen om elkaar te ontmoeten. Een plek waar je jezelf kunt ontwikkelen, kunt eten, drinken, spelen, sporten en studeren. Dát is waar de campus het wint van de studieplek vlak naast je bed.
Een prachtig voorbeeld is het nieuwste onderwijsgebouw van de HvA, voor de Faculteit Techniek op de Amstelcampus, waar studenten op de terrassen samenwerken aan interdisciplinaire thema’s in een open leerlandschap. Of locatie Haarlem van Hogeschool Inholland waar de centrale hal en het werkcafé zijn ingericht als bruisend hart van de locatie. Studenten en medewerkers komen hier samen voor een goede kop koffie van de koffiebar en kunnen neerploffen om te ontspannen, even bij te praten of met elkaar aan het werk te gaan.
Samen aan de slag
Om hybride onderwijs echt te laten slagen, moeten alle bovengenoemde elementen op elkaar aansluiten. Dat betekent niet dat je als onderwijsinstelling je hele concept al tot op de puntjes uitgewerkt moet hebben, om aan de slag te gaan. Dat kan best met trial and error als uitgangspunt: bespreek de richting die je op wilt gaan en ga dan aan de slag met het uitproberen en testen van onderwijsvormen, inrichtingen, digitale middelen en services. Met kleine pilots en met slimme investeringen die mee kunnen veranderen. Luister naar de feedback die je krijgt en zoek de samenwerking op tussen docenten, studenten, bestuurders, medewerkers van de ondersteunende diensten en leveranciers. Zo verandert niet alleen het onderwijs, maar ook de omgeving tot één community waar iedereen met elkaar blijft leren, innoveren en onderzoeken.
Dit artikel wordt u aangeboden door Aestate/ontrafelexperts
Meer informatie en contactgegevens: www.aestate.nl.
Meer reële uitgangspunten voor onderwijshuisvesting
Door: Bouwstenen voor Sociaal
Wat is de echte prijs voor gezonde en duurzame scholen in het basisonderwijs? Over die vraag gingen honderd professionals onlangs met elkaar in gesprek op een Bouwstenenbijeenkomst. De echte prijs is fiks hoger dan het Rijk hanteert.
Voor een goed en gezond schoolgebouw voor kinderen in het basisonderwijs moet je al gauw rekenen met € 1.810 per kind per jaar. Dat blijkt uit berekeningen op een Bouwstenen-
bijeenkomst op 8 maart 2023 met honderd professionals die werken bij gemeenten, scholen en adviesbureaus. Alleen al voor het realiseren van een gebouw is onder normale omstandigheden zo’n € 1.140 per kind per jaar nodig. Voor overige zaken als onderhoud, energie en schoonmaak komt daar nog eens € 670 bij.
De groep professionals kwam tot dit bedrag aan de hand van het rekenmodel dat conceptueel denker en vastgoedexpert Marc van Leent voor Bouwstenen ontwikkelde. Bij elk onderdeel van de berekening,
en bij elke knop om aan te draaien, was de vraag: ‘Wat is nodig en normaal?’ Tijdens het gesprek gaf Marc steeds een toelichting zodat de uitgangspunten en het resultaat konden worden vergeleken met wat in andere sectoren gebruikelijk is. Een toelichting daarop is terug te lezen in de Schoolfacilitieseditie van januari 2023.
Niet normaal
De ruimtenormen voor kinderen op de basisschool lopen uiteen, maar blijken lager te liggen dan wat professionals tegenwoordig ‘nodig en normaal’
vinden. Ook in vergelijking met de ruimte die kinderen op de opvang krijgen of thuis, of volwassenen op kantoor, komen kinderen en docenten in het basisonderwijs er bekaaid vanaf.
Het Rijk gaat uit van minimaal 3,5 vierkante meter bruto vloeroppervlak (BVO) per kind en een vaste voet. Voor een gemiddelde basisschool van 221 leerlingen komt dit neer op 3,8 vierkante meter BVO per kind. Veel bekender, en breder gehanteerd, is de VNG-norm. Die gaat uit van 5,03 vierkante meter BVO per kind bij een vaste voet van 200 vierkante meter per school. Uitgaande van 221 leerlingen komt deze norm uit op 5,9 vierkante meter per kind. Dat is al fors hoger dan de norm van de Rijksoverheid, maar volgens velen alsnog veel te laag voor goed, gezond en inclusief onderwijs.
Normaal 8 m2
Hoeveel ruimte is dan wel nodig?
Van de honderd professionals vanuit onderwijs, gemeenten en adviesbureaus vond een overgrote meerderheid 8 vierkante meter BVO per kind realistischer. Dat is dus inclusief algemene ruimte, installaties en dergelijke.
Het is goed die 8 vierkante meter BVO per kind in perspectief te zien. De Arbonorm NEN 1824 schrijft vanuit ergonomisch oogpunt de minimaal noodzakelijke ruimte bij kantoren voor. Omgerekend kom je daarbij uit op een ruimte van 10,6 vierkante meter per medewerker. De NFC-index, die niet het minimale voorschrijft maar laat zien wat in de praktijk gangbaar is, geeft 23 vierkante meter BVO per kantoormedewerker aan. Ook thuis hebben kinderen meer ruimte dan op school. Zelfs bij een betrekkelijk kleine woning van 80 vierkante meter voor een gezin van 4 personen kom je uit op 20 vierkante meter per persoon. Kinderen zijn wellicht kleiner dan volwassenen, maar ook een stuk beweeglijker. En thuis slapen ze ook een groot deel van de dag.
Het basisonderwijs
komt er bekaaid vanaf
Bedragen te laag
Niet alleen de ruimtenorm, maar ook de geïndexeerde normbedragen voor het realiseren van onderwijshuisvesting zijn fors lager dan nodig om de gewenste kwaliteit te leveren, zeggen de honderd professionals. Dat begint al bij de stichtingskosten, waaronder de bouw- en installa-
tiekosten, met bijkomende kosten zoals die voor adviseurs, leges en ontwerp. BDB, kenniscentrum voor bouwkostendata, heeft in aansluiting op het Kwaliteitskader Huisvesting de bouwkosten doorberekend voor een gemiddelde school op verschillende kwaliteitsniveaus: het bouwbesluit, de modelverordening van de VNG en het ‘referentieniveau’. Dat referentieniveau omvat moderne kwaliteitsthema’s, zoals energieneutraliteit, ‘Frisse Scholen’, groene buitenruimte en toegankelijkheid. Verschillende onderzoeken laten zien dat de huidige normen niet meer aansluiten op de praktijk. De bouwkosten volgens het referentieniveau van BDB zijn veel realistischer, zeggen de honderd professionals uit de praktijk. Die sluiten beter aan bij de doelen die we collectief met elkaar gesteld hebben voor onze schoolgebouwen en wat we tegenwoordig ‘normaal’ vinden.
15% hogere gebruikskosten Staat het gebouw er eenmaal, dan zijn er verschillende kosten die gemaakt moeten worden om het gebouw daadwerkelijk als school te kunnen gebruiken. Het gaat hier om kosten voor bijvoorbeeld onderhoud en schoonmaak, ook wel aangeduid als kosten voor de materiële instandhouding. De norm voor het basisonderwijs is in 2022 voor het laatst gepubliceerd en inmiddels afgeschaft. Maar rekening houdend met een inflatiecorrectie van 5,5% voor 2023 zou dit normbedrag uitkomen op € 72,50.
Om deze kosten te staven is in 2017 in opdracht van het ministerie van OCW onderzoek gedaan naar de werkelijke instandhoudingskosten in de periode 2010-2014. Uit dit onderzoek bleek dat de normen gemiddeld 10 tot 15% te laag zijn. Natuurlijk is de situatie inmiddels anders en stellen we andere eisen aan de scholen die we nu neerzetten, waardoor met name de energiekosten lager zullen uitvallen. Tegelijkertijd hebben nieuwe scholen ook meer ingewikkelde installaties die de kosten op hun beurt opdrijven. Het is dus nodig en normaal om met
die 15% hogere gebruikskosten te rekenen, zeiden de professionals op de Bouwstenen-bijeenkomst.
Reële gebruikskosten tot 15% hoger dan de norm
Ook grondkosten
Met de bouw- en gebruikskosten zijn we er nog niet. De totale stichtingskosten omvatten ook grondkosten. Deze zijn afhankelijk van bijvoorbeeld de grootte van het terrein, de kosten van aankoop en het geld dat nodig is om de grond bouwrijp te maken. Veel gemeenten hanteren voor de uitgifte van grond voor maatschappelijke voorzieningen een normatieve grondprijs. De gemeente Breda is daar een voorbeeld van. Voor basisonderwijs werd hier in 2022 een grondprijs gehanteerd van € 180 per vierkante meter bruto vloeroppervlak. Verhoogd met BTW, overdrachtskosten en de inflatie voor 2023, rekent Marc in zijn model met een bedrag van circa € 250 per vierkante meter.
Rente en inflatie
Daarnaast rekent Marc in zijn model met de reële rente. Dat is de netto vergoeding voor de kapitaalverschaffers na inflatiecorrectie. De afgelopen jaren was de reële rente nul of lag het percentage daar zelfs onder. De netto vergoeding op kapitaal was per saldo negatief. Marc beschouwt deze situatie als een uitzondering. Bij de bouw of het renoveren van vastgoed kijk je langere tijd vooruit. Daarom gaat hij ervan uit dat het verschil tussen rentevergoeding en inflatie 2% is. Bijvoorbeeld 4% rente minus 2% inflatie.
Ook gaat Marc er in zijn model vanuit dat na 40 jaar een investering nodig is die vergelijkbaar is met nieuwbouw om het gebouw weer langdurig voor het onderwijs geschikt te maken. Het
gebouw wordt in Marc zijn som na 40 jaar als afgeschreven beschouwd. Dat geldt overigens niet voor de grond. Er wordt van uitgegaan dat deze zijn waarde behoudt.
Maatschappelijk rendement
Met al deze input komen de kosten voor een goed en gezond schoolgebouw voor kinderen in het basisonderwijs uit op € 1.810 per kind per jaar. In lijn met de huidige bekostigingssystematiek komt € 1.140 daarvan voor rekening van de gemeente en € 670 van een school. Is dat veel? Dat hangt ervan af wat het oplevert. Ruime scholen bieden kinderen meer ruimte om te bewegen, om in groepjes te werken en om niet gek te worden van de herrie. Als kinderen door meer (beweeg) ruimte gezonder zijn en minder jeugdzorg nodig hebben, en als het beroep van docent aantrekkelijker wordt, kan het misschien best.
Reële kostprijs
Het model en de toelichtingen van Marc nodigen uit om eens op een andere manier naar de huisvestingskosten te kijken. Om eens goed onder de loep te nemen wat we tegenwoordig normaal vinden en wat realistisch is. Het is goed om vanuit het totale kostenplaatje te redeneren, waarbij het gebouw en het gebruik in relatie tot elkaar worden bezien - als een soort kostprijs of huur, met servicekosten inbegrepen. Het model biedt ook een basis voor een goed en eerlijk gesprek over onderwijshuisvesting en de benodigde bekostiging vanuit het Rijk. Er valt volgens Marc ook nog wat te optimaliseren, bijvoorbeeld met een hogere bezettingsgraad van scholen. Daarover later meer.
Meer informatie over het Deltaplan Scholen en het rekenmodel is te vinden op www.bouwstenen.nl.
Als u specifieke ervaring wilt delen, ideeën heeft voor verder onderzoek of mee wilt doen met een proefproject waarbij alle betrokkenen inzicht krijgen in de echte prijs van gezonde en duurzame scholen, horen we dat graag. Stuur dan een mail naar nieuws@ bouwstenen.nl.
Meer beweegruimte kan zich uitbetalen
Betere rechtsbescherming voor mbo-studenten
Door: Trudy SpaansDe nieuwe wet die de rechtspositie van mbo-studenten moet verbeteren, brengt veel veranderingen met zich mee voor mbo-instellingen. In deze blog staan de belangrijkste wijzigingen op een rij.
Op 1 augustus 2023 treedt het wetsvoorstel ‘Verbetering rechtsbescherming mbo-studenten’ in werking met wijzigingen in de Wet Educatie en beroepsonderwijs (WEB). Vanaf dat moment moeten mbo-instellingen één fysiek of online loket hebben voor studenten waar zij klachten of bezwaren kunnen indienen: de zogeheten ‘toegankelijke faciliteit’. De medewerker achter dit loket stuurt klachten en bezwaren zo snel mogelijk door naar:
1. De klachtencommissie, als het een klacht betreft die niet betrekking heeft op een besluit;
2. De (nieuwe, onafhankelijke) geschillenadviescommissie, als het een bezwaar betreft tegen een besluit van de instelling, bijvoorbeeld over weigering van de toelating of verwijdering;
3. De commissie van beroep voor de examens als het gaat over beslissingen van de examencommissie of examinatoren.
Het is toegestaan dat één commissie zowel de taken van de klachten- als die van de geschillenadviescommissie uitvoert, mits wordt voldaan aan de regels die gelden voor beide commissies. De nieuwe geschillenadviescommissie moet uiterlijk op 1 augustus 2023 zijn ingesteld en heeft naast haar rol als geschilbeslechter ook als taak te onderzoeken of er een regeling mogelijk is zonder tussenkomst van de rechter.
Schorsing en verwijdering
Verder wordt in de WEB een regeling voor schorsen en verwijderen van studenten opgenomen. Studenten kunnen maximaal voor twee weken geschorst worden en de instelling moet het besluit voldoende motiveren. Verder kan de student bezwaar maken tegen een besluit tot verwijdering. Dit bezwaar moet binnen vier weken door de geschillenadviescommissie worden afgehandeld en de student moet daarbij gehoord worden. In het bestuursverslag leggen instellingen verantwoording af over schorsingen en verwijderingen die dat jaar hebben plaatsgevonden.
Tegen beslissingen van de geschillenadviescommissie en die van de commissie van beroep voor de examens kan beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
Onderwijsovereenkomst
Met deze wetswijziging wordt de verplichte onderwijsovereenkomst (OOK) afgeschaft. Vanaf 1 augustus 2023 moeten het studentenstatuut en de Onderwijs- en examenregeling (OER) zijn aangepast. Dit leidt met name tot aanzienlijke wijzigingen in het studentenstatuut. Hierin moeten in ieder geval de regels rondom klachtafhandeling en de afhandelingen door de geschillenadviescommissie worden opgenomen, naast de wijze waarop de toegankelijke faciliteit is ingericht. Het beleid rondom het bindend studieadvies, het beleid om de studiekosten voor studenten zo veel mogelijk te beperken en eventuele regels over terugbetaling van cursusgeld, moeten ook in het statuut. En de instelling dient haar beleid rondom schorsen en verwijderen in het studentenstatuut toe te lichten.
Vragen
De wetswijziging brengt ook vragen mee. Zo wordt de OOK op 1 augustus 2023 afgeschaft, maar moet deze nog wel worden ingevuld voor de studenten die in het studiejaar 2023-2024 starten. Dit lijkt overbodig. Toch is dat het in sommige gevallen niet. De verplichting om een ondersteuningsplan af te spreken voor studenten met een handicap of chronische ziekte wordt op 1 augustus 2023 in de WEB opgenomen, maar zowel voor scholen als studenten is het van belang om bij de inschrijving al te weten welke extra ondersteuning studenten nodig hebben en of de school die kan bieden.
Advies
Het helder inrichten van het studentenstatuut en de OER kunnen veel onduidelijkheid (en dus problemen) voorkomen. Mocht er toch beroep worden ingesteld tegen een besluit van de geschillenadviescommissie of de commissie van beroep van de examens, dan is het vooral van belang om te kunnen aantonen dat de onderwijsinstelling zich steeds heeft gehouden aan de beginselen van goed bestuur en in redelijkheid tot een beslissing is gekomen. Het bijhouden van de informatie in het leerlingendossier kan daarbij goede diensten bewijzen.
Deze bijdrage is geschreven door Trudy Spaans, advocaat bij TeekensKarstens advocaten notarissen. e-mail: spaans@tk.nl.
‘Het onderwijs is een collectieve burn-out in wording’
Door: Redactie Schoolfacilities
Leraren vinden hun werk betekenisvoller dan anderen, maar krijgen wel bovengemiddeld vaak een burn-out. Hoe kan dat? En wat is er nodig om verandering teweeg te brengen? We gingen erover in gesprek met spreker en inspirator Niek van den Adel.
Het leven van Niek van den Adel verandert voorgoed als hij op 16 juli 2010 onderuit gaat met de motor en een hoge dwarsleasie oploopt. Toch viert hij elk jaar ‘Lang zal ze laesie’, omdat de dwarslaesie ook voor positieve veranderingen in zijn leven heeft gezorgd. Hij ontmoette de liefde van zijn leven, kreeg drie prachtige dochters en (her)vond zingeving in het helpen van anderen. Hij schreef samen met Arjan Banach onder andere het boek: ‘Zet je leerlingen op 2’ en gaat als spreker en inspirator graag
met onderwijsinstellingen in gesprek over veerkracht, weerbaarheid en wendbaarheid.
Burn-out
Werken in het onderwijs: voor velen de mooiste baan die er is. Of althans, in elk geval de mooiste baan die er zou kunnen zijn. In september 2020 had 27,4% van de docenten te maken met burn-outklachten. Dat percentage ligt ver boven het landelijk gemiddelde van 17%, gemeten over alle beroepsgroepen. “Opvallend is dat de mensen die werken in het onderwijs wel het meest tevreden zijn over hun baan”, vertelt Van den Adel. “Dat neemt echter niet weg dat onderwijzers hun werk zwaar vinden. Dat lijkt vooral te komen door de hoeveelheid werk die ze hebben.”
“Terwijl het onderwijs steeds meer van medewerkers vraagt, zien we ook iets anders gebeuren. Als onderwijzers onder druk staan, gaan ze steeds minder goed voor zichzelf zorgen. De omstandigheden waaronder gewerkt
wordt, worden alsmaar uitdagender. Dit levert frustratie, angst, irritatie en stress op, wat resulteert in veel verloop en een hoog ziekteverzuim, dat in 2021 steeg met 77%. Deze twee factoren, samen met de krapte op de arbeidsmarkt, maken de onderwijssector tot een tikkende tijdbom: een collectieve burn-out in wording.”
Veerkracht
In het begin van 2023 deed Van den Adel met zijn bedrijf Team Heartbeats, in samenwerking met Integron, onderzoek naar de veerkracht van onderwijzend Nederland. “Wij gebruiken hierbij het Resilience model van New Masons University. Uit ons onderzoek blijkt dat het onderwijs één van de meest veerkrachtige branches is van heel werkend Nederland. Leerkrachten hechten met name ontzettend veel betekenis aan hun werk en aan het leven, een belangrijke voorwaarde van veerkracht.”
Optimisme
“En dat is niet het enige opvallende als je kijkt naar de veerkracht van onderwijzers”, vervolgt Van den Adel. “Ook ervaren ze, in vergelijking tot het landelijk gemiddelde, in hogere mate positieve emoties en sociale steun. Oftewel, ze zijn beter in staat zaken in positief perspectief te stellen en hebben een stevig sociaal vangnet van collega’s, familie en vrienden. Toch laat de praktijk dikwijls anders zien. Hoe kan het nu, dat er ondanks deze resultaten, toch zo veel burn-outs, ziekteverzuim en een hoog verloop zijn?”
Aanslag
We zijn de afgelopen jaren met veel veranderingen geconfronteerd in het onderwijs. Er wordt steeds meer van een leraar verwacht en ze zijn steeds meer tijd kwijt aan niet-lesgebonden activiteiten. Dit zorgt, in combinatie met het lerarentekort, voor toenemende werkdruk in het onderwijs. “Er moet steeds meer in minder tijd en er wordt veel overgewerkt”, ziet Van den Adel. “Leraren zijn vaak toegewijd aan hun vak en willen
graag betrokken zijn bij de leerlingen, maar door de hoeveelheid werk op hun bord lukt dat niet meer zoals zij dat willen. Dit eist veel van de mentale en fysieke fitheid van leraren. Het is dan ook geen wonder dat de veerkracht van deze hardwerkende onderwijzers wordt geraakt.”
Tips
Een goede veerkracht-buffer in het onderwijs is dus hard nodig, vindt Van den Adel. “Het onderwijs verandert continu. Op al deze veranderingen hebben leerkrachten zelf helaas geen invloed, maar wel op de manier om daarmee om te gaan. Daarvoor kan ik een aantal tips geven. Ten eerste is het raadzaam om strategische stops in te bouwen in de werkdag. Veerkracht ontwikkel je in de ruimte, en dan bedoel ik niet dat je gelijk een vakantie naar Tenerife moet boeken, maar las micro-ontspanmomenten van vijf minuten niksen in. Heb je geen vijf minuten, plan er dan vier, of drie, het gaat erom dat je hier een begin in maakt. Ten tweede: beweeg. Je bent geen boom. Je hoeft niet direct de sportschool in, maar ga naar buiten, adem, wandel en geniet. Je opent hiermee gelijk de enorme apotheek die boven in die grijze massa zit en het is altijd de eerste stap naar meer veerkracht. Ten derde kun je eens op zoek gaan naar iets dat ik de mentale fooi noem. Welke drie dingen kun je op een dag doen waar je gelukkig van wordt? Plan in je agenda wanneer en waar je dat gaat doen.”
Betekenis in het leven
Positieve emoties
Sociale steun
Omgaan met verandering
Fysieke gesteldheid
Eerste plek Belangrijker nog dan de manier waarop je omgaat met verandering, is volgens Van den Adel de waarde die je hecht aan jezelf. “Misschien is de grootste uitdaging wel hoe jij als gepassioneerde onderwijzer goed voor jezelf blijft zorgen als je altijd klaar staat voor jouw leerlingen of studenten. Door te leren jezelf vaker op de eerste plek te zetten, zal je merken dat je meer energie overhoudt en je veerkracht versterkt. Kleine positieve veranderingen zullen je sneller opvallen, je krijgt mooiere gesprekken met collega’s en je kunt weer meer genieten van de ontwikkeling die jouw leerlingen doormaken. Dit zorgt ervoor dat je minder stress en meer gelukkige momenten ervaart.”
Veerkracht in het onderwijs
Werken in het onderwijs, de mooiste baan die er is. En dat kun je dus zelf in de hand hebben.
Het Agora-onderwijs moet allesbehalve schools zijn
Door: Janny GroenHet Agora-onderwijsconcept oogstte veel lof toen het tien jaar geleden zijn intrede deed. Het plezier in leren terugbrengen en zelfontplooiing stimuleren: dat is het idee. Hoe kijkt mede-initiator Jan Fasen nu naar het verleden, heden en de toekomst?
Tien jaar geleden konden Jan Fasen en drie collega’s uit Roermond het schoolklimaat niet langer verdragen. Het water was hen tot de lippen gestegen. Het plezier uit het onderwijs was weggesijpeld. Fasen was in die tijd nog rector van een grote scholengemeenschap, toen hij concludeerde dat er iets mis was: “Ik zag veel chagrijn om me heen. Leraren die spijt hadden van hun beroepskeuze. Leerlingen die tegen hun zin over boeken zaten gebogen, om de ene na de andere toets te maken. Ze zaten opgesloten in klassen, ver weg van de echte wereld. Procedures en structuren waren belangrijker dan mensen. Omdat wij daarvoor als leraren niet meer de verantwoordelijkheid wilden nemen, kwam ik met drie collega’s bijeen.”
Plezier kunnen voelen Fasen en zijn collega’s staken de koppen bij elkaar en schreven hun eerste visiedocument, wat uiteindelijk de basis zou vormen voor het Agora-onderwijs. Vmbo-, havo- en vwo-scholen zonder roosters, vakken of cijfers. “Ons uitgangspunt was het plezier in leren terug te brengen”, vertelt Fasen. “De meeste leerlingen zijn gemotiveerd om iets te leren. Daarbij moeten ze plezier kunnen voelen, zien en horen. In het visiedocument staat de ontwikkeling van de leerling centraal. Elk kind gaat een challenge
aan en bepaalt zelf wat hij of zij wil leren. De docenten zijn hun coaches. Hoewel elk kind zelf de motor is van het onderwijsproces, biedt Agora geen persoonlijk onderwijs, maar gaat uit van opgroeien en ontwikkelen. Samen, met en voor elkaar. Met leerlingen, leraren, ouders en de omgeving. Alsof iedereen samenkomt op een plein. De naamgeving van dit onderwijs komt waarschijnlijk dan ook niet als een verbazing: agora is Grieks voor plein.
School als ontmoetingsplek
Inmiddels zijn er 23 scholen, verspreid over heel Nederland, die het Agoraconcept in praktijk brengen. Een decennium na het ontstaan spreekt Fasen nog steeds met grote passie over het leerconcept. “Op een plein spelen kinderen. Er zijn pubers, leerkrachten, ouders, mensen uit de buurt. We zijn verantwoordelijk voor elkaars succes. We zijn in bespreking met nog acht scholen in onder andere Eindhoven en Apeldoorn. In maart was ik op een basisschool in Utrecht. Daar hebben ze een coffee corner ingericht. Voordat de school begint komen ouders en buurtgenoten daar bij elkaar. De kinderen zorgen voor de koffie. Heerlijk, dat een school op deze manier onderdeel kan zijn van de samenleving.’
Wie wat wil bereiken moet radicaal keuzes maken
Kritiek op zelfontplooiing
Toch is er ook kritiek op het concept. De Onderwijsinspectie publiceerde in 2019 een kritisch rapport over vernieuwende
vormen van onderwijs, waaronder Agora. Onderwijswetenschapper Casper Hulshof meent dat scholen die zich helemaal richten op zelfontplooiing gedoemd zijn te mislukken. Fasen leest die kritische rapportages heus wel, zegt hij. “Ik neem ze voor kennisgeving aan. Als je je er te veel van gaat aantrekken, bereik je niets. Ik heb in het bedrijfsleven gewerkt en in de gezondheidszorg. Ook in die sectoren geldt: als je wat wilt bereiken, moet je soms radicaal andere keuzes maken dan anderen. Dat lijkt in die sectoren vanzelfsprekender te zijn dan in het onderwijs. Wij zetten in het onderwijs liever kleine stapjes, uit angst voor kwaliteitsverlies. We zijn daarom ook best kritisch op groei, merk ik.”
Proefperiode
In 2013 zijn ze ook niet met een bevlogen kop vol dromen in het diepe gesprongen. Agora heeft een wetenschappelijke basis en gaat uit van de Self Determination Theory over de menselijke motivatie. Fasen: “In de beginperiode hebben we ons verhaal over de onderwijsinnovatie op de Niekéeschool, nu Wings, in Roermond geduldig uitgelegd en gekeken welke leerkrachten daar ontvankelijk voor waren. Van hen wilden er 23 meedoen. We zijn met 7 begonnen. Dit team heeft een jaar de tijd gekregen om, een dag in de week, de visie in praktijk te brengen. Op gezette tijden deden we dat met andere leerkrachten, ouders, leerlingen. Er waren ook avonden waarop we het bedrijfsleven uitnodigden. In 2014 zijn we echt begonnen.”
Nerveus door groei
Toen de eerste eindexamenkandidaten in Roermond in 2018 slaagden, groeide de belangstelling. Fasen: “Dat werkte
aanstekelijk. Het besef drong door: het kan ook anders.” In 2019 sprong het aantal Agora-scholen naar tien. “Toen begon ik echt nerveus te worden. Hoe houd ik in de gaten dat het concept niet verwatert? Hoe kunnen die scholen in de praktijk ondersteund worden?” Hij richtte de Vereniging Agora Onderwijs (VAO) op, waar hij voorzitter van is. VAO heeft goede contacten met de Onderwijsinspectie, de Onderwijsraad, en het ministerie, en krijgt ondersteuning van de Hogeschool Leiden. Er zijn nu zo’n 450 leerkrachten actief binnen het Agora-onderwijs. Ze vormen een hechte groep die vanuit eenzelfde visie de beste praktijk wil neerzetten.
Agora’s zijn paleizen van verwondering
Wet overtreden
Tijdens de coronacrisis, toen veel onderwijs online werd gegeven, is er nog een afdeling bij gekomen: Agora Underground, voor thuiszittende kinderen voor wie in hun omgeving geen onderwijsplek is. “15.000 kinderen gaan niet naar school. Niet omdat ze dom zijn, maar omdat ze niet binnen het systeem van de school passen”, zegt Fasen. “We zijn ermee aan de slag gegaan, maar moesten daarvoor wel de wet overtreden. Je mag geen onderwijs geven aan leerlingen die nooit naar school komen. Extra geld vragen voor passend onderwijs voor kinderen buiten de regio, mag ook niet. De Inspectie zette Underground on hold. Gelukkig kunnen we er binnenkort weer mee aan de slag als een soort pilot. De wettelijke belemmeringen worden tijdelijk weggehaald.”
Dansen en gamen
Er blijft nog veel te wensen over. De lerarenopleiding zou meer aandacht moeten besteden aan de leraar als coach. Die moet niet alleen kennis overdragen, maar leerlingen in eerste instantie zo goed mogelijk begeleiden in hun leerproces. Verder zou Fasen graag zien dat Agora’s in gebouwen komen die in niets lijken op een school. “Bij het woord school hebben we allemaal een beeld van wat daar gebeurt en op welke plekken dat dan moet zijn. Leerlingen horen in een lokaal. Wanneer een leerling op de gang staat, heeft hij blijkbaar iets uitgevreten. Bij Agora is elke vierkante meter leerruimte. Een paleis van verwondering, met veel licht, kleuren en een diversiteit aan ruimten. Stilteruimtes, werkruimtes, plekken waar wordt gedanst en gezongen, plekken om te gamen en te programmeren.”
Hij ziet kansen voor leegstaande gebouwen in een stad. Agora’s in een voormalige winkel, in een museum of een oud V&D-pand. Fasen: “Daar maken we dan een ruimte van waar geleerd en gewerkt kan worden, waar de samenleving de jongeren kan ontmoeten en andersom.”
Agora is gebaseerd op de Self Determination Theory, ontwikkeld door Edward Deci en Richard Ryan. De theorie gaat uit van drie basisbehoeften: autonomie, relationele of sociale verbondenheid en competentie. Als daaraan wordt voldaan, leiden die tot optimaal functioneren, welbevinden en groei van een persoon. De theorie gaat op voor elk individu, ongeacht de leeftijd. Dus ook voor leerlingen op de basisschool en het voorgezet onderwijs. De basisbehoeften kunnen op elk moment van het leven worden bevredigd of gefrustreerd. Voor leerlingen is het van belang dat ze in het motivatieproces optimaal worden begeleid door coaches.
Nieuw op de markt
Informatie bij ouder in detentie
Expertisecentrum K I N D lanceert de digitale informatiegids: ‘Jij staat er niet alleen voor'. De gids bevat informatie, tips en ervaringen voor achterblijvende ouders en verzorgers van kinderen met gedetineerde ouders. De gids is ook bedoeld voor professionals in het onderwijs.
Elke dag moeten in Nederland 25.000 kinderen een vader of moeder missen door detentie. De rest van het gezin blijft vaak achter met veel vragen en onzekerheden. Ook leerkrachten en onderwijzers missen vaak essentiële informatie over het effect van de detentie van een ouder op het gezin. Achterblijvers worden dankzij de gids geholpen met diverse dilemma’s waar zij met de kinderen tegenaan lopen. Op deze manier kunnen vroegtijdig onzekerheden weggenomen worden en krijgen familieleden en professionals in het onderwijs sneller toegang tot informatie en hulp.
De digitale informatiegids 'Jij staat er niet alleen voor' is gratis te downloaden op www.expertisecentrumkind.nl.
Gezond en duurzaam sap
Gezondheid en duurzaamheid worden steeds belangrijker voor jongeren, zeker als het gaat om voeding en drankjes. De start-up Dutch Juices zet zich hier met passie voor in door biologische sappen te maken zonder toevoegingen van geur-, kleur- en smaakstoffen. Het resultaat: pure en verfrissende sappen waarvan ieder ingrediënt duidelijk te proeven is. De sappen komen in handige flesjes van 250 milliliter die je makkelijk onderweg meeneemt, in de collegebank opdrinkt of bij je draagt tijdens het sporten. Het zijn zero waste-flessen, en dus ook nog een milieuvriendelijke keuze. Er is keuze uit zes verschillende smaken: blauwe bes, appel, wortelgember, bosvruchten, mango en rode biet-gember-appel.
www.dutchjuices.nl
Headset voor jonge leerlingen
Er is een nieuwe headset op de markt die speciaal is ontworpen voor jonge leerlingen. Logitech heeft voor de ontwikkeling van de headset nauw samengewerkt met onderwijzers en studenten die vanaf het eerste concept tot het laatste prototype betrokken waren. Het resultaat is de Logitech Learn: een headset die geschikt is voor kleinere hoofden en bedoeld is om op ieder moment geconcentreerd te kunnen studeren, op iedere mogelijke plek. De headset heeft een lichtgewicht hoofdband met een comfortabele, zachte laag. De armen kunnen worden versteld, zodat de hoofdtelefoon op ieder hoofd nauw aansluit en netjes op zijn plek blijft. Er zijn twee versies beschikbaar: één voor op het oor (on-ear) en één voor over het oor (over-ear). De headsets zijn, indien nodig, eenvoudig zelf te repareren. Er zijn optionele vervangbare oorkussens en bekabeling beschikbaar. Ook kunnen onderwijsinstellingen wisselen van over-ear naar on-ear pads en vice versa.
www.logitech.com
Smaak door geur
‘Gewoon’ water krijgt een smaak-upgrade, zonder dat daar daadwerkelijk smaak aan te pas komt. Hoe dat werkt? Met speciaal ontwikkelde geurpods in een air up-fles. In deze BPA-vrije waterfles gaat niets minder dan gewoon kraanwater waar geur aan wordt toegevoegd. De hersenen worden hierdoor als het ware een beetje voor de gek gehouden: ze interpreteren de geur als smaak. Hierdoor ontstaat de ervaring van het drinken van water met een smaakje, zonder dat je daadwerkelijk suiker, calorieën of andere toevoegingen binnenkrijgt. Het air up-drinksysteem werkt met geurpods die smaak geven aan vijf liter water. De stevige flessen zijn herbruikbaar en kunnen plastic wegwerpflessen vervangen.
https://nl.air-up.com
Nakijken met AI
Examens en toetsen nakijken, lessen voorbereiden: daar gaat tegenwoordig bijna net zo veel tijd in zitten als in het daadwerkelijke lesgeven. Dat hoeft niet per se voor problemen te zorgen, maar voor leerkrachten die behoefte hebben aan tijdbesparing, ontwikkelt online examentrainer Examensite speciale software die het mogelijk maakt artificiële of kunstmatige intelligentie (AI) in te zetten om open vragen in examens na te kijken. Door de kunstmatige intelligentie te ‘trainen’ is de software in staat om nieuwe antwoorden van leerlingen te beoordelen. Hierdoor kan het systeem leerkrachten een groot deel van hun werk uit handen nemen. Eindexamensite ziet de inzet van kunstmatige intelligentie daarom ook zelfs als (een deel van) de oplossing voor het lerarentekort in het onderwijs.
www.eindexamensite.nl
Kwart minder energieverbruik dankzij datagedreven installatiebeheer
Duurzame maatregelen in schoolgebouwen zijn kostbaar, maar toch worden investeringen soms gedaan zonder dat er vooraf specifieke kennis is over de effectiviteit ervan. Datagedreven aansturing van installaties kan een groot verschil maken, zo stelt het Groningse ICT-bedrijf ICS. “Het kan leiden tot een afname van het energieverbruik met gemiddeld 25 procent.”
Uit oogpunt van verduurzaming was de noodzaak om zo veel mogelijk energie te besparen al hoog. Maar nu is daar, vanwege de energiecrisis en enorm gestegen tarieven van gas en elektra, een financieel argument bij gekomen. De kosten die zijn gemoeid met de verwarming, koeling en ventilatie van een schoolgebouw zijn inmiddels ook voor eigenaren en gebruikers bijna niet meer te dragen.
Niet zelden worden draconische maatregelen genomen om de energiekosten terug te dringen. Dat varieert van minder verwarmen, wat leidt tot minder comfort, tot de aanschaf van nieuwe energiezuinige installaties, waarmee vaak hoge kosten zijn gemoeid. Maar juist daardoor blijft het laagst hangende fruit ongeplukt, zo bleek tijdens een online actualiteitencollege van Bouwstenen op 22 september 2022 over de inzet van Artificial Intelligence voor energiebesparing.
Veel energie verspild
“Uit onze gegevens blijkt dat ongeveer de helft van de energie die in gebouwen wordt gebruikt, verspild wordt”, aldus Chantal Roukema van het Groningse ICT-bedrijf ACS. “Slechts 50 procent van de gebruikte
energie is ook daadwerkelijk nodig om een gebouw te verwarmen, te koelen en te ventileren. De verspilling is daarmee gigantisch. Zelfs bij installaties van nog geen drie jaar oud, die op het eerste gezicht best zuinig zijn, lekt in het samenspel met andere onderdelen van de gebouwinstallatie veel energie weg.”
Door de installaties met behulp van kunstmatige intelligentie beter op elkaar af te stemmen en in te regelen, en dat ook regelmatig te blijven doen, kan die verspilling fors worden teruggedrongen. Collega Jeroen Jorna: “Zeker bij grotere gebouwen met ingewikkelde installaties loont het om dit te doen. Die 50 procent helemaal weg managen lukt nu nog niet. Maar gemiddeld is een besparing van 25 procent zeker haalbaar als bestaande installaties beter en vooral ook slimmer worden ingeregeld.”
Datagedreven aansturing Veel gebouwinstallaties zijn wel degelijk voorzien van de daarvoor
benodigde regeltechniek, stelt Jorna. “Het probleem is alleen dat die wordt afgesteld bij de ingebruikname van het gebouw en daarna nooit meer wordt bijgesteld. De traditionele regeltechniek gaat ook uit van het optimaal functioneren van de installatie. Naar het gebouw wordt niet of nauwelijks gekeken.”
Door gebouwinstallaties datagedreven in te regelen en aan te sturen komt aan die praktijk een einde. ACS heeft een systeem ontwikkeld om dat snel en relatief eenvoudig voor elkaar te krijgen: Climatics. In de regelkast van een gebouw wordt een klein formaat industriële computer, de Smart Base, verbonden met alle gebouwgebonden installaties en eventueel aanwezige sensoren. Via deze computer worden de benodigde installatietechnische data verzameld en doorgegeven aan het dashboard van Climatics. Dit systeem is tevens gekoppeld aan databronnen van omgevingsfactoren, zowel in als buiten het gebouw. Op die manier kan via de installatietechniek
snel worden geanticipeerd op veranderingen, bijvoorbeeld in het gebruik of in de weersomstandigheden.
Effecten in kaart brengen
Ook bij schoolgebouwen vormt een goede basis van data het uitgangspunt bij verduurzaming. Voor je verdere kostbare maatregelen neemt, zoals zonnepanelen of warmtepompen en zelfs de voor de hand liggende maatregelen zoals isolatie, is het wijs om eerst te meten wat er nu precies in het gebouw gebeurt. Zo kun je de effecten van de maatregelen in kaart brengen. Zo kun je soms tot de conclusie komen dat je met eenvoudige maatregelen al heel ver komt. Een transparant systeem dat installaties op intelligente manier kan aansturen is daarvoor wel een voorwaarde.
Heel veel data nodig
Om ook daadwerkelijk te kunnen sturen, moet ervoor worden gezorgd dat er heel veel data worden verzameld.
Jorna: “Dat is ontzettend belangrijk. Vergelijkbare gebouwbeheersystemen zijn volgens ons veel te langzaam. Dan wordt er bijvoorbeeld vier keer per uur data verzameld. Dat is te weinig om op te kunnen sturen, omdat de schommelingen niet snel genoeg worden opgemerkt. Met ons systeem verzamelen we iedere 10 seconden alle benodigde data, die ook nog eens oneindig worden opgeslagen. Daarmee is het niet alleen mogelijk om snel te reageren op wijzigende omstandigheden, maar ook om de trends over langere periodes in kaart te brengen. De intensieve monitoring stelt het systeem in staat om continu te leren en de installaties te optimaliseren.”
Voorspellende functie
Nadat aan de hand van de data de gebouwinstallaties optimaal zijn ingeregeld, volgt de stap naar het inleren. “De AI van het systeem laat de installaties ook lang na oplevering optimaal functioneren. Dat is een kwestie van continu bijsturen, aan de hand van de real time data die worden verzameld. We kunnen nu op basis van weersverwachting en gebouweigenschappen tot 40 uur vooruit voorspellen wat er gaat
gebeuren en daar de gebouwinstallaties op afstemmen.”
Verbruik ruim gehalveerd
Op het Landstede MBO in Zwolle zijn de effecten al goed merkbaar. In één van de gebouwen werden daar split units aangeschaft, naast de bestaande CV-ketel. Deze konden de verdiepingen goed koelen, maar Landstede wilde ze ook gaan inzetten voor het verwarmen, zodat er minder gas verbruikt hoefde te worden. De bestaande regeltechniek was verouderd en kon hier niet in mee, met als gevolg dat de apparaten niet optimaal konden samenwerken. “Met het systeem van ACS was het wél mogelijk om als het ware een paraplu te hangen boven de verschillende installaties en regelingen, zodat alles goed op elkaar kan reageren en we niet te veel energie verbruiken. Op die manier is ons gasverbruik nu toch met 60% gedaald”, aldus Albert Bril, manager huisvesting bij Landstede.
Superdivers en multidisciplinair
Ron Cornelius is werkzaam bij de gemeente Midden-Groningen als coördinator techniek. Hij richt zich in die functie onder andere op de verduurzaming van sportcomplexen, zwembaden en scholen. ACS heeft in een aantal van deze gebouwen het systeem aangebracht. Bijvoorbeeld bij het vastgoed van Sportcentrum De Kalkwijck in Hoogezand. Hier wordt niet alleen op energie gestuurd maar ook op luchtkwaliteit en een gezond binnenklimaat.
“We kijken eigenlijk naar alles wat van invloed is op het functioneren van de gebouwen. Het is superdivers en multidisciplinair.” De ervaringen en resultaten zijn tot nog toe ronduit positief. Cornelius: “De gebruikers en de beheerders merken totaal niet dat er gebruik wordt gemaakt van artificial intelligence. Wij merken het feitelijk alleen aan de rekening. Alles gaat vanzelf.”
Vanzelfsprekend had Cornelius al de beschikking over de noodzakelijke gebouwbeheersystemen. “Maar afwijkende zaken moest ik altijd
zelf handmatig inrichten. Nu neemt het systeem dat van me over. Het maakt mijn werk leuker, simpeler en het leidt tot een beter resultaat. In het multifunctionele sportcomplex waar we dit systeem hebben geplaatst, zijn we tot een besparing van 37 procent gekomen. Zonder dat we er iets voor hoeven doen.”
Sturen op basis van feiten Feitelijk voegt dit een stap toe aan de zeven stappen die zijn te onderscheiden op weg naar de verduurzaming van maatschappelijk vastgoed, aldus Jorna. “Na het monitoren volgt het sturen op de resultaten van die monitoring. Maar maak daarvoor dan wel gebruik van een open en transparant systeem dat ook op intelligente manier kan sturen in de installatie. Natuurlijk is het is prima als de mens zelf aan de knoppen gaat zitten en probeert te sturen op de binnenkomende data. Maar je raakt niet de controle kwijt als je dat uit handen geeft. En het effect zal groter zijn.”
Volgens Roukema is het zeker de moeite waard om eerst naar de mogelijkheden van AI te kijken alvorens te investeren in vernieuwing van de installaties. “Hoe ouder het gebouw, hoe hoger de winst is die je kunt boeken. In nieuwere gebouwen halen we meestal rond de 20 procent. In oudere gebouwen kan dat oplopen tot wel 40 procent.”
Het advies aan eigenaren van maatschappelijk vastgoed is dan ook om de blik als eerste te richten op die gebouwen in de portefeuille, die het hoogste verbruik per m2 laten zien. “Pak de grootste energieverbruikers als eerste aan. Dan heb je meteen al een forse winst te pakken.”
Dit artikel wordt u aangeboden door ACS www.acs-buildings.com
Nederland moet helpen onderwijs te verbeteren op Curaçao
Door: Yara HooglugtDe Nederlandse regering moet schoolbesturen op Curaçao financieel ondersteunen om de onderwijskwaliteit in het hele Koninkrijk der Nederlanden gelijk te trekken. Dat stellen de bijzondere schoolbesturen van Curaçao in een verklaring waarin ze zich richten tot alle overheden binnen het koninkrijk. Jarenlange financieringstekorten hebben er volgens de besturen toe geleid dat het onderwijsniveau op veel scholen op het eiland benedenmaats is.
Het oordeel van de rechter was op 6 februari 2023 de bevestiging van wat scholenorganisatie VPCO (Vereniging voor Protestants Christelijk Onderwijs) al jaren onder de aandacht probeert te brengen: de zeven basis- en middelbare scholen die onder de VPCO vallen, krijgen al sinds 2012 te weinig geld van de Curaçaose overheid. De regering heeft daarmee volgens de rechter structureel onrechtmatig gehandeld en moet de schoolbesturen ruim twee miljoen Antilliaanse gulden (één miljoen euro) per schooljaar
betalen, totdat de jaarlijkse subsidies naar boven zijn bijgesteld. Het gros van de huidige subsidiebedragen stamt uit 1998 en is sindsdien niet meer geïndexeerd. En dat terwijl het inflatiepercentage van 1998 tot 2020 volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek Curaçao maar liefst 60 procent bedraagt – de recente ontwikkelingen van de afgelopen jaren nog niet eens meegenomen. De tarieven moeten van de rechter uiterlijk begin augustus zijn bijgesteld om dwangsommen te voorkomen.
Subsidiebedragen stammen uit 1998
Lage onderwijskwaliteit
Hoewel de uitspraak voor de VPCO een overwinning is, betekent het nog lang niet het einde van de strijd voor betere onderwijskwaliteit op het hele eiland. Vóór de coronacrisis verkeerden veel scholen al in zwaar weer; dat is er sinds
de pandemie en inmiddels ook door de inflatie en energiecrisis niet beter op geworden. Veel scholen werken noodgedwongen met verouderd lesmateriaal en schoolmeubilair dat al jaren aan vervanging toe is, aldus de zeven bijzondere schoolbesturen die in februari in een schriftelijke verklaring hulp vroegen aan de Nederlandse overheid.
Schrijnende situatie
“Het VPCO op Curaçao vraagt al jarenlang aandacht voor het gebrek aan financiering voor het onderwijs en het onderhoud van de gebouwen”, vertelt Maghalie van der Bunt-George, vertegenwoordiger van de VPCO, aan de telefoon. “De bedragen zijn niet alleen volstrekt onvoldoende geweest, maar we kregen ook minder geld dan dat de openbare scholen kregen. Een ongelijke behandeling, dus.” Hoe schrijnend de omstandigheden op veel scholen zijn, is volgens Van der BuntGeorge goed te illustreren met de situatie op het Marnix College VSBO: “Op deze school zitten 900 leerlingen en de school krijgt € 8.000 per jaar voor het onderhoud van de gebouwen.
Nog geen tientje per leerling. "Er ontbreken ramen, er is veel lekkage en betonrot en de brandveiligheid is ook beroerd.”
van onderwijs op Curaçao, en ook dat er reeds voor Covid sprake was van achterstanden die zijn toegenomen en nog immer toenemen”, zo schrijven ze in hun verklaring.
Verschillen rechttrekken Het kwaliteitsverschil tussen het Curaçaose en het Nederlandse onderwijs is door het structurele geld- en personeelstekort groot, zeggen de scholen. “In Nederland wordt er drie keer zoveel geïnvesteerd als in Curaçao”, stelde Van der Bunt-George tegenover Curaçao. nu. En dat is krom, vindt ze: “Het zou niet moeten uitmaken in welk deel van het Koninkrijk je bent geboren.” In hun verklaring roepen de bijzondere scholenbesturen alle overheden binnen het koninkrijk dan ook op tot actie; om gelijke kansen in het onderwijs te creëren en zo een beter toekomstperspectief te kunnen bieden aan kinderen en jongeren op Curaçao.
Achterstanden nemen nog steeds toe
Hulp Nederland
De bijzondere schoolbesturen pleiten voor nauwere samenwerking tussen Nederland en Curaçao en als onderdeel daarvan een speciaal koninkrijksfonds om in onderwijs te kunnen investeren. Een eerdere noodkreet een jaar geleden leverde –net als in de jaren daarvoor – weinig op. Staatssecretaris Alexandra van Huffelen zegde weliswaar toe ‘daar waar mogelijk en wenselijk’ mee te willen werken aan het verbeteren van de onderwijskwaliteit, maar wees er vooral op dat Curaçao zelf eindverantwoordelijk is. Of de Nederlandse overheid nu wél in gesprek wil, wordt afwachten.
Verouderd materiaal
Eerder vertelde Van der Bunt-George al aan Curaçao.nu dat sommige lesmethoden waarmee gewerkt wordt al twintig jaar oud zijn. “Daarnaast zijn er te weinig werkboekjes en is er te weinig personeel.” Bovendien volstaat de overheidsfinanciering al jaren niet meer om basiskosten te kunnen dekken, zoals water, elektra en schoonmaakkosten. Het zorgt er volgens de schoolbesturen voor dat er “niet aan basisvoorwaarden kan worden voldaan die nodig zijn voor het verzorgen van een basiskwaliteit
Om te bekrachtigen dat dit niet alleen een zaak van de Curaçaose overheid is, halen de besturen het zogeheten Landspakket aan: een overeenkomst tussen Curaçao en Nederland die erop gericht is het eiland ‘financieel, economisch en bestuurlijk weerbaar te maken’. Onderwijs is één van de pijlers in deze overeenkomst. Ook wijzen ze op het Internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind. Overheden die dit verdrag hebben ondertekend, moeten onderling samenwerken om de toegankelijkheid en kwaliteit van onderwijs te vergroten. Nederland en Curaçao hebben zowel dit verdrag ondertekend als de ‘Sustainable Development Goals’ van de Verenigde Naties; een lijst met 17 doelen die moeten leiden tot een duurzame, toekomstbestendige wereld. Prominent op deze lijst: het nastreven van inclusief, gelijkwaardig en kwalitatief onderwijs en het verminderen van ongelijkheid in de wereld. Tot slot halen de schoolbesturen het bezoek van minister van Onderwijs Robbert Dijkgraaf aan Curaçao aan, die op het eiland aankondigde werk te willen maken van het wegwerken van onderwijsachterstanden.
Er ontbreken ramen, er is betonrot en de brandveiligheid is beroerdMaghalie van der Bunt-George foto: Michelle Maria Raponi
Rob van der Westen
Door: Bouwstenen
Niet één, niet twee, maar tientallen scholen heeft Rob van der Westen van SPO Utrecht afgelopen jaren gebouwd. Maak je school weer top, met tips van Rob.
Rob van der Westen van SPO Utrecht bouwde de afgelopen jaren tientallen scholen. Zijn inzet was vooral een fijne plek voor kinderen en docenten te maken; gezond en duurzaam. Op 10 maart 2023 deelde hij zijn ervaring met de trainees en op 12 april met het netwerk onderwijshuisvesting van Bouwstenen voor Sociaal.
Verschil (B)ENG opgelost
Rob: "We hebben bij een aantal scholen het verschil tussen Bijna Energieneutraal (BENG) en Energieneutraal (ENG) laten berekenen. Tegenwoordig wil je meteen naar ENG. De meerkosten zijn relatief goed te overzien. Daarom hebben we als SPO Utrecht de afspraak met de gemeente Utrecht om als schoolbestuur de meerkosten van ENG voor onze rekening te nemen. Zodra ENG de norm wordt in het Bouwbesluit, komen we voor vergoeding van deze kosten door de gemeente in aanmerking. Onze scholen dragen de meerinvesteringen tussen BENG en ENG nu zelf op basis van een businesscase. De gemeente Utrecht plust later bij als de businesscase onrendabel blijkt te zijn."
Kosten samen delen
"Deze afspraak hebben we alleen kunnen maken omdat de onderlinge samenwerking tussen SPO Utrecht en de gemeente Utrecht heel goed is", zegt Rob. "Dan krijg je veel voor elkaar, is mijn ervaring. Zo betaalt de gemeente bijvoorbeeld mee aan het onderzoek naar de precieze oppervlaktes van twee gebouwen volgens de NEN 2580. Voor al onze scholen kost dat ons € 60,000,-, maar de informatie is ook voor de gemeente van belang. Daarom overleggen we nu om de kosten samen te dragen."
Overal LED aanbrengen
Je hebt niet altijd de gemeente nodig om zaken voor elkaar te krijgen. Zo gaat SPO Utrecht overal LED-verlichting aanbrengen. Rob: "Een collega gaat dit in het najaar oppakken." Het kost wat, maar verdient zich ook snel terug. Zo'n maatregel kan je als schoolbestuur zelf nemen en snel doorvoeren, vooral
als de lijntjes in je organisatie kort zijn en de businesscase kloppend."
Geen kunst aan de muur
SPO Utrecht maakt gebruik van de 1,5 % regeling van de gemeente Utrecht voor beeldende kunst. Rob: "Die besteden we graag aan kunst die je kunt beleven en waar kinderen bijvoorbeeld op kunnen spelen of op kunnen zitten. Bij voorkeur geen kunst aan de muur dus."
De gemeente Utrecht legt al jaren 42,6% bovenop de VNG-norm voor de bouw van scholen. Binnen de financiële kaders voor de projecten, weet SPO Utrecht veel extra’s toe te voegen. Na een brug naar het voedselbos in Rijnvliet en roldeuren in de basisschool Jules Verne is er nu de allereerste school met een touwbrug in het gebouw. Een feestje voor de kinderen van basisschool Vleuterweide.
Afspraken goed vastleggen
"Het is altijd belangrijk om de afspraken goed vast te leggen", benadrukt Rob nog eens extra aan de trainees van Bouwstenen. "Mensen veranderen weleens van baan en het bedrag dat je hebt afgesproken kan soms ineens ook ergens anders voor nodig zijn. Daar kom je soms te laat achter en dat geeft veel kopzorgen."
Van kerk tot school
Het dorp Esbeek kwam in actie voor de herbestemming van hun kerk tot brede school. En dat is gelukt, met subsidie en solartubes.
De Coöperatie Esbeek zet zich met hart en ziel in voor het behoud van goede voorzieningen in het dorp. Toen een dorpskerk buiten gebruik raakte, zagen zij kansen. Een werkgroep werkte met veel energie een voorstel uit om de leegstaande dorpskerk te transformeren tot een duurzaam integraal kindcentrum.
Meerdere subsidies
Ad van de Wouw, één van de initiatiefnemers, vertelt dat ze met behulp van verschillende subsidies stap voor stap dichter bij hun doel kwamen. Zo waren er meerdere subsidies vanuit de provincie Noord-Brabant, bijvoorbeeld voor het opstellen van technische plannen voor cultureel erfgoed en voor procesondersteuning bij herbestemming van kerken. En vanuit het Europees fonds Interreg Brabant - Vlaanderen kregen ze subsidie voor innovatie, energiemaatregelen en vakmanschap. Het haalbaarheidsonderzoek viel positief uit waardoor ook de gemeente kansen zag voor deze transformatie.
Initiatief in eigen hand
Volgens Ad van der Wouw is er een aantal voorwaarden voor succes bij een dergelijk project. Formuleer helder je doel en neem het initiatief in eigen hand. Bouw netwerken om kennis en handen te mobiliseren. Wees positief en deel het! Zo heeft de coöperatie op alle mogelijke manieren de (lokale) pers en de dorpsbewoners betrokken bij het project. Laat ook je resultaten zien en drink bier, drukt Ad iedereen op het hart. Oftewel vier de successen! Dit alles resulteerde in de winst van de landelijke dorpsvernieuwingsprijs 2019 én een bezoek van de koning.
Meer informatie
Op de website van Bouwstenen is meer informatie over dit project te vinden, inclusief de verkregen subsidies en de duurzaamheidsmaatregelen.
Meedoen?
Sluit je aan bij Bouwstenen en maak elkaar wijzer op het gebied van onderwijshuisvesting, transformatie, verduurzamen en andere zaken rond voorzieningen en vastgoed.
Gezien &gelezen
Gezonde schoollunch
Bijna de helft van de ouders van basisschoolleerlingen zou het prettig vinden als hun kind een gezonde schoollunch krijgt. Dat blijkt uit een peiling onder zo’n duizend ouders van onderzoeksjournalistiek programma Pointer en Stichting Ouders & Onderwijs. De ouders willen daar dan ook best aan bijdragen: tussen de één euro per dag en 4 euro per dag. Niet iedereen ziet dat zitten: 12% van de ouders geeft aan een schoollunch niet nodig te vinden.
Veel ouders vinden bovendien dat hun kind, nu het continurooster op veel plaatsen de standaard is, meer tijd moet krijgen om te lunchen. Op veel scholen is dat maar een kwartier. Slechts 29% geeft aan dat hun kind op dit moment voldoende lunchpauze heeft. 24% antwoordt ‘nee’ en 42% zegt ‘soms wel, soms niet’. Het klinkt dus alsof er werk aan de winkel is.
www.oudersenonderwijs.nl.
Dubbelopleiden leraren
Je bent een half jaar langer bezig, maar dan heb je ook wel een ambitieuze dubbele lerarenbevoegdheid. De Haagse Hogeschool start met ingang van september 2023 met een nieuwe geïntegreerde PABO/HALO-opleiding.
In 4,5 jaar tijd kunnen studenten twee bachelordiploma’s behalen waarmee ze straks zowel groepsleerkracht worden als leraar lichamelijke opvoeding in basis- en voortgezet onderwijs.
De hogeschool hoopt met de nieuwe opleiding een positieve bijdrage te leveren aan het bestrijden van het lerarentekort. “We verwachten dat deze opleiding weer een nieuw soort startende leraren aantrekt” zegt Arend Hardorff, lid College van Bestuur. “Met een dubbele bevoegdheid kunnen zij door hun brede inzetbaarheid op verschillende plekken in het onderwijs aan de slag, wat zorgt voor een gevarieerder carrièreverloop. Ook kunnen leraren met een dubbele bevoegdheid een belangrijke rol spelen bij het stimuleren van bewegend leren en het werken aan een gezondere school.”
www.dehaagsehogeschool.nl
Magazine ziekteondersteuning
In een eenmalige uitgave van Magazine Ziezon wordt inzicht gegeven in wat onderwijsondersteuning voor chronisch- en ernstig zieke kinderen inhoudt. Het expertnetwerk Ziezon is een initiatief van Onderwijsontwikkeling Nederland in samenwerking met de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra.
Eén op de zeven leerlingen heeft een chronische of ernstige ziekte. Ondanks dat ze vaak niet iedere dag naar school kunnen, is het van groot belang dat ze de structuur, sociale contacten en het toekomstperspectief van school niet hoeven missen.
In het magazine staat een interview met een leraar die leerlingen in zijn klas heeft met medische behoeften. Daarnaast is er aandacht voor het werk van consulenten Onderwijsondersteuning Zieke Leerlingen en hun samenwerkingsverbanden met passend onderwijs. Ook komt het thema rouw en verlies om de gezondheid aan bod en worden veel gestelde vragen van scholen, ouders en leerlingen beantwoord.
Circulaire nooit-af-school
Een circulaire school die, afhankelijk van het leerlingenaantal, op ieder moment op- en afschaalbaar is. Dat is het idee achter de ‘Nooit-af-school’, een idee van architectenbureau Juli Ontwerp in opdracht van Zone.college. Deze groene mbo- en vmbo-school verwacht in de komende jaren een grote toestroom van studenten, terwijl het studentenbestand op langere termijn weer zal gaan krimpen.
Omdat de school niet over een paar jaar met leegstaande lokalen wil blijven zitten, is de Nooit-af-school bedacht. Tijdelijke prefab lokalen onder een tentdak met zo min mogelijk installaties. Voor de bouw ervan wordt alleen maar gewerkt met duurzame materialen. Studenten kunnen zelf groene gevels aanleggen, waardoor de lokalen gelijk dienen als praktijkruimte. Als de lokalen niet meer nodig zijn, kunnen ze gemakkelijk worden ontmanteld en elders worden herplaatst. Op de plaats waar ze stonden, blijft compost over.
Conferentie
inclusief onderwijs
Het Platform Naar Inclusiever Onderwijs organiseert op 14 juni 2023 haar jaarlijkse conferentie in congrescentrum Spant! in Bussum. Na een creatieve opening zullen diverse sessies volgen waarin onder andere praktijkprofessionals en beleidsmakers met elkaar in gesprek gaan en inspirerende voorbeelden uit het werkveld worden besproken.
Zo is er onder het motto ‘Inclusiever in de praktijk’ een panelgesprek en wordt er in keuzesessies aandacht besteed aan het belang van de samenwerking tussen regulier en speciaal onderwijs, de rol van intern begeleiders en zorgcoördinatoren, participatie van leerlingen en ouders en bestuurlijke samenwerking met gemeenten.
Ook zijn er kennissessies met hoogleraren uit binnen- en buitenland en experts met wie gediscussieerd zal worden over didactische inclusie, innovatieve leermiddelen, pedagogisch klassenmanagement en meer.
www.naarinclusieveronderwijs.nl
Gezonde innovatie
De Smaaksafari-koffer van Madaga en Partou heeft een Gezonde Innovatie Award gewonnen. Dit is een koffer die in de klas twee weken lang één groente centraal stelt. Met die groenten gaan de kinderen spelenderwijs aan de slag: bakken, zingen, verhalen vertellen en meer. Hiermee willen de organisaties op een vrolijke manier bijdragen aan de smaakontwikkeling van kinderen.
Ingrid Keller Cayet, CEO en oprichtster van Madaga: "80% van de ouders verwachten dat het kinderdagverblijf helpt bij de ontwikkeling van gezonde eetgewoontes. Met de Smaaksafarikoffer worden de nieuwsgierigheid en zintuigen van kinderen geprikkeld.”
Het initiatief kreeg de meeste consumentenstemmen, de vakjury bekroonde de koffer met een derde plaats. De award is een complimentenprijs voor initiatieven die bijdragen aan een gezonder eetpatroon.
www.partou.nl/smaaksafari
www.madaga.nl
www.zonecollege.nl
Binnenklimaat onder controle dankzij dashboard
Door: Eric HarmsAlphons Bakker, teamleider facilitair bij Het Hooghuis in Oss, kan op een dashboard direct zien waar in de school iets fout gaat met het binnenklimaat. Om hier zo goed mogelijk op te reageren maken hij en zijn collega’s gebruik van een flowchart. Paniekvoetbal behoort daarmee definitief tot het verleden.
Met dank aan de coronacrisis heeft het binnenklimaat meer prioriteit gekregen in het werk van Alphons Bakker. “We stonden met elkaar best voor een uitdaging. De scholen moesten open, docenten moesten lesgeven, leerlingen moesten les krijgen. Maar iedereen maakte zich tegelijkertijd wel een beetje zorgen: hoe staat het eigenlijk met de luchtkwaliteit in de onderwijsgebouwen? En welke gevolgen heeft dat voor mijn gezondheid?”
Deze zorgen leefden breed onder de scholen die net als Het Hooghuis onderdeel uitmaken van het Carmel College. En dus kreeg SPIE (voorheen Strukton) opdracht om de gebouwen intelligent te maken. Bakker: “In alle lesgebonden lokalen van Het Hooghuis zitten nu sensoren. Daarmee worden de luchtvochtigheid, de CO2-waarden en de temperatuur geregistreerd.”
De sensoren zijn in de klas uit te lezen door het scannen van een QR-code en geven via een led-lampje in de unit aan of de luchtkwaliteit in een
lokaal goed, matig of slecht is. “Maar de sensordata worden ook via een gateway verbonden met het gebouwbeheersysteem. Via mijn dashboard kan ik met een druk op de knop uitlezen wat de kwaliteit is van het binnenklimaat in een specifiek lokaal, op een verdieping van een gebouw of in een gebouw als geheel. En dat op elk moment van de dag.”
is
Real time bijsturen
Daarmee heeft Bakker tot in detail inzicht in de actuele luchtkwaliteit in zijn gebouwen. “Ik zie direct in welk lokaal er een probleem is of dreigt te ontstaan. Doordat ik ook toegang heb tot de roosters, kan ik zien welke klas daar les heeft, hoe groot die klas is en hoe lang het lokaal nog bezet zal zijn. Als ik de temperatuur of de CO2-waardes te snel zie oplopen, kan ik direct een conciërge inschakelen: check even of de ramen wel open staan. Het systeem stelt me in staat om real time bij te sturen.”
Maar juist in dat bijsturen zit een complicatie verscholen. Want wat nu als de situatie daar niet mee kan worden gecorrigeerd? “Om paniekvoetbal te voorkomen en elke keer orders in te schieten zonder te weten wat er aan de hand is, hebben
we een flowchart gemaakt. Aan de hand daarvan kan stapsgewijs worden bepaald wat er precies aan de hand is en hoe daarop moet worden gereageerd.”
Het startpunt van de flowchart is de klacht die Bakker binnenkrijgt. “Als eerste kijk ik in mijn dashboard of het probleem vaak voorkomt of dat het een eenmalig iets is. Als het eenmalig is, kunnen we kijken waar het aan ligt en maatregelen treffen. Als het vaker voorkomt, kan ik proberen een organisatorische oplossing te vinden. Heel simpel: kunnen de ramen en deuren open? Kan het rooster worden aangepast? Dat soort maatregelen. Maar je hebt natuurlijk ook lokalen waar een organisatorische oplossing niet werkt. Dan is de volgende vraag: is er een installatie aanwezig? Zo ja , is er een storing? Zo ja, dan schakelen we de installateur in.”
Probleemanalyse
Het biedt Bakker en zijn facilitair team de nodige houvast. Hij geeft een voorbeeld: “Een van onze schoolgebouwen heeft inpandige leslokalen, zonder ramen maar met een deur, die op de gang uitkomt waar een luchtbehandelingsinstallatie de luchtkwaliteit op niveau houdt. Hoe het dan werkt: als het lokaal is gevuld met kinderen stijgt de CO2-waarde, maar tijdens de pauze ververst de airco de lucht en begint de volgende klas weer op een acceptabel niveau.”
Toen Bakker zag dat dat niet gebeurde en de luchtkwaliteit telkens weer te
Ik zie direct in welk lokaal er een probleemAlphons Bakker
Flowchart: Storingsanalyse klimaatproblemen
KLACHT Opzichzelfstaande installatie te realiseren/ aanpassen?
E-mail versturen met trend analyse als onderbouwing voor het incidentele karakter van het probleem.
Vastleggen genomen maatregel & Terugkoppeling naar melder
Organisatorische oplossing?
PULSE Analyse, veel voorkomend probleem? Installatie
Terugkoppeling naar melder dat er organisatorische maatregelen genomen moeten worden
Vastleggen genomen maatregel & Terugkoppeling naar melder
Aansturen installatiepartner om het technische probleem op te lossen
Vastleggen genomen maatregel & Terugkoppeling naar melder
Ingrijpende aanpassing in het gebouw/ installatie benodigd?
Legenda:
Opstellen voorlopig ontwerp (VO) i.c.m. budgetraming budgetraming
Akkoord voor verdere uitwerking?
Opstellen definitief ontwerp incl. offerte voor realisisatie
Akkoord voor verdere uitwerking?
Opstellen voorlopig ontwerp (VO) i.c.m. budgetraming
Akkoord voor verdere uitwerking?
slecht werd, ging hij op onderzoek uit. “Wat bleek: uit oogpunt van energiebesparing was de airco gekoppeld aan de verlichting. Dus de docent knipt het licht uit bij het verlaten van het lokaal, de airco gaat uit en de volgende klas begint dan al op achterstand. We hebben vervolgens de airco van de lichtknop afgehaald en een sensor erin gezet. Nu stopt de airco pas als de CO2- op acceptabel niveau zit.”
De oorzaak was niet ontdekt als de flowchart niet was gebruikt, denkt Bakker. “Door stapsgewijs en gestructureerd het probleem te analyseren en alle mogelijke oorzaken na te lopen zijn we uiteindelijk erachter gekomen waar het aan lag en kon het worden opgelost. Daar komt bij dat het twee kanten opwerkt: ik kan mensen nu beter uitleggen waar het probleem aan ligt en wat
Vastleggen genomen maatregel & Terugkoppeling naar melder
ik er wel of niet aan kan doen. We hebben bijvoorbeeld een gebouw in portefeuille uit 1928. Daar is het niet zo eenvoudig om iets aan te passen.”
Totale controle
De flowchart is in de coronaperiode uitgewerkt. “We hebben bijna wekelijks met de installateur gezeten. Wat kan er allemaal gebeuren en wat zijn dan de voor de hand liggende
oplossingen? Daarmee hebben we uiteindelijk totale controle gekregen over de situatie in al onze gebouwen. Het biedt me de mogelijkheid om mijn collega’s gerust te stellen en in te grijpen waar de echte problemen zitten en niet waar de gevoelde problemen zijn.”
Data moet wel zinvolle informatie zijn
Want heel vaak blijkt er niets aan de hand. “Het dashboard toonde bijvoorbeeld om negen uur ’s avonds opeens een enorme piek in CO2 en luchtvochtigheid in een van de gebouwen. Wat bleek: er zaten 25 mensen binnen en die hadden de overwerktimers niet aangezet, waardoor de luchtbehandelingsinstallatie niet aan stond. Een andere keer was een hele verdieping in de rode cijfers beland. Maar daar werd op dat moment onderhoud gepleegd aan de airco’s. Je hoeft dus niet altijd iets. Zolang je het maar zeker weet.”
Een ander voorbeeld betrof een docent die problemen ondervond met droge ogen en een droge keel.
“Uit mijn dashboard bleek dat de luchtvochtigheid op niveau was en er installatietechnisch dus niet veel aan te doen was. Maar ik kon ook zien dat in een ander lokaal de luchtvochtigheid net iets hoger lag. door haar lessen naar dat andere lokaal te verplaatsen was het probleem opgelost.”
Inzicht en houvast
Na luchtkwaliteit is ook duurzaamheid aan het dashboard van Bakker toegevoegd. “Uit de binnenkomende data is op elk moment van de dag af te lezen wat de gebouwen aan energie gebruiken en wat de opbrengst is van onze zonnepanelen. Zo kan ik precies zien hoe de gebouwen functioneren, ook qua kosten. Ik kan dus ook hier veel meer op gaan sturen.”
Bakker heeft in zijn werk kunnen ervaren dat de doelstelling van het Carmel College om het vastgoedmanagement meer op reële data te baseren haar vruchten afwerpt. “Ik ben natuurlijk een eindgebruiker. En vooraf dacht ik wel: prima dat ik meer data krijg om mee te werken, maar dan moet ik vervolgens ook weten wat ik ermee kan doen. Data moeten wel zinvolle informatie opleveren. Anders is het zinloos om data te verzamelen. De flowchart helpt daarbij.”
Bakker kan het collega’s alleen maar aanraden om het voorbeeld van het Carmel College te volgen. “De combinatie van het dashboard en de flowchart geeft zoveel inzicht en houvast. Niet alleen op het niveau van Het Hooghuis, maar ook Carmel-breed. Er staan bijvoorbeeld energiebesparende maatregelen op de planning. Het bestuursbureau in Hengelo maakt daarvoor de plannen. Maar wij kennen de gebouwen en hoe ze gebruikt worden. In combinatie met de informatie van het dashboard weten we nu haarfijn waar de meeste winst te behalen is.”
Meer informatie over de aanpak van het Carmel College is te vinden op de website van Bouwstenen. www.bouwstenen.nl
Is elektronisch onderwijs ook btw-vrijgesteld?
Door: BTW-INSTITUUT
Door een transparante werkwijze van de Belastingdienst is het makkelijker om antwoord te vinden op fiscale vragen. Dat dit ook interessant is voor de onderwijsbranche, blijkt uit een zienswijze die is gepubliceerd over elektronisch onderwijs.
De Belastingdienst heeft 26 kennisgroepen die elk op hun eigen beleidsterrein rechtsvragen en andere ingewikkelde vragen behandelen. Als een belastinginspecteur een vraagstuk niet op basis van wet, jurisprudentie of beleidsbesluiten kan beantwoorden, kan hij de vraag neerleggen bij één van de kennisgroepen. De kennisgroep neemt een standpunt in, waarna in principe alle belastinginspecteurs gebonden zijn aan deze zienswijze.
Transparantie
Tot voor kort was het voor belastingplichtigen en adviseurs lastig om te achterhalen of over bepaalde onderwerpen een standpunt was ingenomen door de Belastingdienst en zo ja, wat daarvan de strekking was. Per 30 maart 2023 is daar een einde aan gekomen: vanaf dat moment publiceert de Belastingdienst vragen en antwoorden van de kennisgroepen sinds 2022 op de speciaal daarvoor ingerichte website kennisgroepen.belastingdienst.nl. Volgens staatssecretaris Van Rij dragen deze publicaties bij aan de transparantie van de Belastingdienst en zorgt openbaarmaking voor meer rechtszekerheid bij belastingplichtigen.
Op de website van de kennisgroepen is een zienswijze opgenomen die
interessant is voor de onderwijsbranche, namelijk over elektronisch onderwijs. In een eerdere bijdrage voor Schoolfacilities zijn wij ingegaan op de vraag in welk land het elektronisch onderwijs belast is met btw, als het wereldwijd wordt aangeboden.
Interactie
De vraag die dit keer centraal staat, en waar een kennisgroep van de Belastingdienst een zienswijze over gepubliceerd heeft, is of dit onderwijs zonder btw kan worden aangeboden. Hierover heeft een kennisgroep een standpunt ingenomen: daarvoor is het vereist dat er interactie mogelijk is tussen de docent en leerling vóór, tijdens of na het onderwijs. De mogelijkheid tot interactie kan eventueel ook via de onderwijsinstelling lopen.
De kennisgroep verwijst hierbij naar Europese rechtspraak, waaruit afgeleid kan worden dat onderwijs méér is dan wat docenten aan eigen kennis en vaardigheden inbrengen: het hele kader van faciliteiten, onderwijsmateriaal, technische voorzieningen, onderwijsbeleid en organisatorische infrastructuur van de onderwijsvrijstelling waar de docenten werken hoort daarbij. De kennisgroep erkent dat de betrokkenheid van de docent door technologische ontwikkelingen minder kan worden,
maar dat dit voor de kwalificatie als ‘onderwijs’ nog steeds een essentieel element is – ook naar maatschappelijke opvattingen. Die betrokkenheid blijkt uit de interactie tussen docent en leerling. Kortom, de btw-vrijstelling kan alleen worden toegepast als sprake is van interactief onderwijs.
“Onderwijs is meer dan het (eenzijdig) verschaffen van informatie”, schrijft de kennisgroep in haar standpunt. Wij schatten zo in dat elke docent die dit leest, het daarmee hartgrondig eens zal zijn.
Door: Joanne Ligthart BTW-INSTITUUTDeze column is een bijdrage van BTW-INSTITUUT. Voor meer informatie ga je naar www.btwinstituut.nl
De toekomst van AI in het onderwijs
Een robot voor het huiswerk
Door: Bert van de Bovenkamp
ChatGPT: we kunnen er niet meer omheen, ook niet in het onderwijs. Hoe om te gaan met deze en andere vormen van generatieve kunstmatige intelligentie?
De onderwijswereld was een aantal maanden geleden in rep en roer door de komst van ChatGPT: een chatbot met kunstmatige intelligentie, die dialogen kan voeren met menselijke gebruikers en nieuwe content kan creëren. Leerlingen zouden zonder inspanning of kennis van zaken werkstukken kunnen schrijven zonder dat de plagiaatchecker aan zou slaan, zo was de teneur. En hoe te controleren welk gedeelte van een afstudeerscriptie geschreven is door de student zelf?
Inmiddels is het stof een beetje neergedaald en zien steeds meer docenten ook de mogelijkheden van ChatGPT. Overigens zijn er niet alleen zorgen in het onderwijs. Recent nog riep Tesla-CEO Elon Musk op tot
een time out met betrekking tot de ontwikkeling van AI. Volgens hem gaat het een heel verkeerde kant op en is er tijd nodig om gedegen wetgeving te ontwikkelen om de risico’s van kunstmatige breinen te begrenzen. Het heeft hem er zelf in elk geval niet van weerhouden stappen te zetten in de kunstmatige intelligentie: onlangs richtte hij een eigen AI-bedrijfje op.
Wat zijn de kansen en bedreigingen van ChatGPT en andere vormen van generatieve Artificial Intelligence (AI) bieden?
Kunstmatig materiaal
“Generatieve AI is een tak van AI die zich richt op het genereren van nieuwe content, zoals afbeeldingen, muziek, video's en teksten, die lijken te zijn gemaakt door mensen”, stelt ChatGPT desgevraagd. “Generatieve AI maakt gebruik van machine learning en deep learning-algoritmen om nieuwe, creatieve output te produceren. Dit wordt vaak gedaan met behulp van een techniek genaamd Recurrent Neural Networks (RNN). RNN's zijn
in staat om patronen in tekst te leren herkennen en kunnen vervolgens nieuwe teksten genereren die lijken op de voorbeelden die ze hebben geleerd.”
“Generatieve AI wordt ook toegepast in de muziek- en filmindustrie”, legt ChatGPT verder uit. “Zo zijn er al AI-systemen ontwikkeld die nieuwe muziek kunnen genereren op basis van voorbeelden van bestaande muziekstukken. In de filmindustrie kan generatieve AI worden gebruikt om visuele effecten te creëren of zelfs om hele scènes te genereren. Het is zelfs mogelijk om nieuwe vormen van kunst te creëren. Echter is het belangrijk om hierbij de ethische aspecten van deze technologieën in het oog te houden, zoals het voorkomen van het verspreiden van valse informatie of het creëren van content die aanstootgevend kan zijn.”
Bij generatieve AI gaat het er dus om dat, op basis van de bestudering van bestaand materiaal, nieuw materiaal wordt gecreëerd. Daarbij kan het zoals in het geval van ChatGPT om
teksten gaan, maar net zo makkelijk gaat het om een muziekstuk of een kunstwerk. De betaversie van ChatGPT genereerde bijvoorbeeld teksten op basis van 750.000 ‘bestudeerde’ documenten met als meest recente datum 2021. Inmiddels is er een nieuwe versie uit die ook recent materiaal bestudeert.
Kansen
En wat zijn dan de belangrijkste kansen van generatieve AI volgens ChatGPT? “Generatieve AI kan nieuwe vormen van creativiteit mogelijk maken en kan leiden tot nieuwe kunstvormen, muziekstukken, films en literatuur die anders niet mogelijk zouden zijn. Ook kan het gebruik van generatieve AI tijdrovende taken, zoals het ontwerpen van grafische elementen of het schrijven van bepaalde soorten teksten, automatiseren en zo de efficiëntie verbeteren. Tot slot kan deze technologie worden gebruikt om gepersonaliseerde inhoud te creëren die past bij de voorkeuren en interesses van individuele gebruikers, zoals aanbevelingssystemen.”
Bedreigingen
ChatGPT is ook eerlijk over de bedreigingen die hun chatbot kan vormen voor de samenleving: “Generatieve AI kan worden gebruikt om nepcontent te creëren, zoals deepfakes, waardoor het moeilijk kan worden om te bepalen wat echt is en wat niet. Daarnaast kan het inzetten van deze technologie leiden tot privacyrisico’s. Generatieve AI vereist vaak grote hoeveelheden gegevens om te kunnen leren. Als deze gegevens niet goed worden beschermd, kan dat gevolgen hebben voor de privacy. Ook kan het automatiseren van taken leiden tot het vervangen van menselijke arbeid, wat kan zorgen voor werkloosheid en sociale onrust. Tot slot zijn er de ethische overwegingen: generatieve AI kan leiden tot het creëren van inhoud die aanstootgevend of onethisch is, zoals het creëren van gewelddadige of racistische inhoud.”
Bedrijven en particulieren die generatieve AI willen inzetten, zou dus passende maatregelen moeten nemen om de mogelijke negatieve gevolgen ervan te beperken. Zo is het als onderwijsinstelling bijvoorbeeld belangrijk om richtlijnen te ontwikkelen voor het gebruik van generatieve AI en om ervoor te zorgen dat de privacy van gebruikers wordt beschermd.
Betekenis onderwijs Het onderwijs stond in eerste instantie op haar achterste benen toen ChatGPT net verscheen. Inmiddels zijn er echter ook docenten die de chatbot hebben omarmd en hun lessen en opdrachten op een nieuwe manier vormgeven. Zo vertelde een docent tijdens een webinar van Kennisnet dat hij leerlingen nu geen essay meer laat schrijven over een bepaald onderwerp maar dat zij juist een essay laten schrijven door ChatGPT. Vervolgens moeten de leerlingen het essay beoordelen op juistheid en volledigheid en aangeven uit welke bronnen ChatGPT waarschijnlijk heeft geput. Op deze manier worden leerlingen dus nog steeds aangesproken op hun kennis over een onderwerp.
Wat verder de toepassingsmogelijkheden van generatieve AI zijn, is nog moeilijk te beoordelen. Daarvoor is de ontwikkeling te nieuw, maar ook te breed. Het aantal toepassingen dat wordt ontwikkeld op dit gebied is enorm. Het is zaak voor onderwijsinstellingen de ontwikkelingen te volgen. Daarnaast is het van belang dat onderwijsinstellingen zorgen dat medewerkers en leerlingen/studenten op de hoogte zijn van het bestaan en de werking van deze technologieën, zodat zij er eventueel hun voordeel mee kunnen doen. Maar ook om te voorkomen dat zij bijvoorbeeld misleid worden door fake news en deep fakes.
Ten slotte is het van belang dat de vertaling wordt gemaakt naar waar leerlingen en studenten voor worden opgeleid. Het onderwijs moet nadenken of kinderen nog wel opgeleid moeten worden voor beroepen met routinematige werkzaamheden. Die zullen naar verwachting voor een belangrijk deel worden vervangen door AI. Gelukkig komen daar dan weer allerlei nieuwe beroepen voor terug.
Nieuwe generatie fris aan de slag
Er is de komende tijd veel werk te verzetten in het onderwijs. Daarvoor zijn meer mensen nodig en slimme bedrijfsprocessen, zonder rompslomp. Jongeren kunnen goed helpen belemmerende bedrijfsprocessen bloot te leggen en de organisatie op te frissen, stelt sociaal psycholoog Aart Bontekoning. Hoe? Een tipje van de sluier opgelicht.
Om te begrijpen hoe jongeren het onderwijs vooruit kunnen helpen, moet je weten hoe de talenten van de toekomst - de millennials en generatie Z - werken en wat ze beweegt. Hoe haal je deze jongvolwassenen binnen en hoe houd je ze vast? Bontekoning is sociaal psycholoog en baseerde zich op veel onderzoek om tot de antwoorden te komen. Zijn stelling is dat allerlei bedrijfsprocessen, zoals leiden, samenwerken en communiceren, een houdbaarheidsdatum hebben. Als die datum is bereikt, ga je dat merken: het neemt de energie en het werkplezier weg. De jongste generatie is hier het gevoeligst voor. Een mooie metafoor hierbij is de mobiele telefoon, vindt hij. Als je hier geen updates op draait, dan werkt de telefoon nog wel, maar steeds trager. Daarbij benut je ook lang niet alle nieuwe mogelijkheden die ondertussen op de markt zijn.
Geen taakje
In zijn boek: 'Nieuwe generaties in vergrijzende organisaties' staat Bontekoning eerst uitgebreid stil bij de specifieke kenmerken van de verschillende generaties en hoe ze werken. De wijze waarop generaties zijn opgevoed speelt daarbij een grote rol.
Autoritair gedrag roept volgens hem bij jongeren vooral weerstand op. Ze willen weten waarom ze iets moeten doen en bepalen daarna of ze hieraan willen meewerken. Dat kan in een taakgerichte organisatie met veel oudere werknemers tot frictie leiden, waardoor de jongeren hun energie verliezen en op zoek gaan naar een andere baan.
Mix van ervaring en frisheid
Volgens Bontekoning is de jongste generatie goed in staat oude patronen te doorzien en te verversen. De uitdaging is om de ervaring en kracht van de oudere generaties op een goede manier te mixen met de frisheid en meerwaarde van de jongere generatie. Om hiervoor meer houvast te bieden, introduceert de sociaal psycholoog de generatiewerk-aanpak waarbij verschillende generaties elkaar kunnen vinden.
Niet eindeloos vergaderen
Zo blijken alle generaties last te hebben van dezelfde energievreters, waaronder eindeloos vergaderen zonder duidelijk doel, het niet nakomen van afspraken of steeds gevraagd worden je goede idee op een A4 te zetten, waar dan vervolgens niets mee gebeurt. In de top 5 energiegevers zitten ook verschillen. Jongeren floreren vooral door vrijheid om nieuwe dingen te doen, en door warm contact en positieve feedback om dat ook voor elkaar te krijgen. Ze willen geen manager die vóór hen denkt maar met hen meedenkt.
Veranderen gaat niet vanzelf
De routines in een organisatie veranderen is niet makkelijk en zal over een lange periode aandacht vragen. Niet meegaan in de heersende hiërarchie en eerlijk zijn naar elkaar over hoe je zaken ervaart, vraagt moed en openheid van iedereen en ondersteuning van de leidinggevende. Maar als dat lukt is het een mooie manier om mensen meer vanuit hun energie te laten werken, besluit Bontekoning. Tegelijkertijd vergroot het de kans dat er nieuwe wegen worden gevonden om eigentijdse diensten en producten te maken.
Het boek is te bestellen via www.mediawerf.nl
Water besparen: het is hard nodig
Water besparen: voor een Nederlander in dit waterige landje een bizarre uitdaging. Toch is het hard nodig, want onze waterfootprint is enorm. Tijd voor meer kennis en actie.
Wij Nederlanders verbruiken ontzettend veel water. Daarmee schaden we - zonder dat we het weten - niet alleen de biodiversiteit, onze schone lucht en een veilig klimaat, maar zelfs onze voedselvoorziening. Nationale Kraanwaterdag, op 27 september, biedt een mooie aanleiding om dit thema met behulp van gratis lespakketten onder de aandacht te brengen bij leerlingen. In deze blog een voorproefje om alvast de eigen kennis bij te spijkeren.
De noodzaak
De oppervlakte van de aarde bestaat voor ongeveer 70% uit water. Slechts 3% daarvan is zoet water. En daarvan is maar een klein gedeelte geschikt voor consumptie of gebruik. De gemiddelde Nederlander verbruikt thuis 50.000 liter kraanwater per jaar. Dat is 120 tot 140 liter per dag. De helft daarvan wordt verbruikt onder de douche.
Er zit echter een addertje onder het gras. Ons indirecte waterverbruik ligt veel hoger, op bijna 4.000 liter per dag! Tot indirect of verborgen waterverbruik wordt het verbruik van water gerekend dat nodig is voor de producten die wij gebruiken, zoals geïmporteerd rundvlees, katoen, chocola, koffie, cashewnoten en avocado’s. Ook de productie van onze kleding en papier kost extreem veel water. Ons verborgen waterverbruik zet het leven in andere landen onder druk. Het water dat voor de Nederlandse consument wordt gebruikt, is daar niet meer beschikbaar voor planten, bomen, dieren en mensen. Het grondwaterpeil zakt daar met alle gevolgen van dien.
De gevolgen van droogte en een te laag grondwaterpeil hebben we afgelopen zomer zelf in Nederland kunnen zien: planten verzwakken of bloeien niet, gaan vervroegd de herfst in, of sterven af. Verzwakte of stervende planten veroorzaken een tekort aan voedsel voor insecten en vogels, waardoor ook deze verzwakken of sterven. De droogte zorgt ook voor bomensterfte, -verzwakking en ontworteling. Bomen die we nou net zo hard nodig hadden om
CO2 te absorberen en ons verkoeling te bieden. Droogte zorgt bovendien voor mislukte oogsten, wat in bepaalde landen tot honger kan leiden. En een keiharde, verdroogde grond neemt zeer moeilijk water op, waardoor - als er eindelijk regen valt - het grondwaterpeil nauwelijks aangevuld wordt. Onze invloed, en de manier waarop wij met water omgaan, is dus extreem groot. Laten we ons daar dus van bewust zijn en daarnaar handelen.
Wat te doen?
Onze waterfootprint is dus vooral zo groot door verborgen waterverbruik. Wat kunnen we daaraan doen? Drie tips:
1. Ons voedsel is verantwoordelijk voor circa 85% van ons waterverbruik, dus daar kunnen we makkelijk op besparen. Verminder je consumptie van producten als geïmporteerd rundvlees, vlees, zuivelproducten, chocola en koffie, cashewnoten en avocado’s. En simpel reduceren: drinkwater of thee in plaats van frisdrank of fruitdrank. Ter illustratie: voor 1 liter cola is 50 liter water nodig.
2. Ook voor de productie van kleding wordt veel water gebruikt. Dus: koop weinig, koop lokaal, draag tweedehands, hergebruik, repareer.
3. Draag lokaal bij aan het grondwaterpeil: gebruik minder water door bijvoorbeeld korter te douchen, hergebruik water voor het toilet of de tuin, vang regenwater op in een regenton of waterput voor eigen gebruik, koppel de regenpijp af en laat water je tuin in stromen, en zorg dat je eigen tuin, buurt en schoolplein zo weinig mogelijk harde bestrating heeft.
Elke maand verzint Etske Thie, klimaataanjager bij Flores Onderwijs, een nieuwe duurzaamheidschallenge op de website van Schoolfacilities. Bekijk alle andere challenges van Etske op www.schoolfacilities.nl
Verduurzaming op de agenda krijgen
Als verduurzaming in het meerjarenplan staat, wordt de toekomst er alleen maar overzichtelijker op. Wat zijn de voordelen van een duurzaam meerjarenonderhoudsplan en hoe stel je zo’n plan op?
Door: Jeroen Ensink
Verduurzaming: voor velen misschien nog een containerbegrip, maar voor het onderhoud en beheer van gebouwen niet meer weg te denken. De term wordt gebruikt om het proces aan te duiden van het verminderen van de impact van menselijke activiteiten op het milieu. Het gaat hierbij om het verkleinen van de ecologische voetafdruk en het creëren van een duurzamere samenleving. Het doel: menselijke activiteiten veranderen of
verbeteren om de negatieve impact op het milieu te verminderen en te zorgen voor een meer duurzame toekomst.
Verduurzamen kan op individueel niveau, bijvoorbeeld door het verminderen van het gebruik van plastic, het kiezen voor duurzame producten of door vaker de fiets te nemen. Maar het kan ook op een breder niveau plaatsvinden, zoals bij het beheren van vastgoed. Er kan bijvoorbeeld worden geïnvesteerd in maatregelen die de CO2-uitstoot verminderen, in het verlagen van energieverbruik en het verbeteren van de kwaliteit van het binnenklimaat. Duurzaamheid krijgt dan ook steeds meer aandacht van gebouweigenaren en -beheerders, waardoor een groeiende
behoefte aan nieuwe stuurinformatie is ontstaan. Een waardevol instrument daarin is het duurzaam meerjarenonderhoudsplan, ook wel DMOP genoemd.
Langetermijnplanning
De basis van een DMOP is een meerjarenonderhoudsplan (MJOP). Dit is een langetermijnplanning voor het uitvoeren van noodzakelijk onderhoud aan gebouwen, terreinen en installaties conform de NEN2767-methodiek. Een DMOP wordt opgesteld door duurzaamheidsmaatregelen toe te voegen aan het MJOP.
Twee momenten
Wie investeert in de verduurzaming van vastgoed, kan dat op twee verschillende soorten momenten doen: op een natuurlijk moment of een zelfstandig moment. Een zelfstandig moment is een willekeurig moment waarop geen rekening gehouden wordt met het planmatig vervangingsmoment van het betreffende onderdeel in het MJOP. Een natuurlijk moment is het investeren in een duurzaam onderdeel op het einde van de levensduur en/of het moment dat het onderdeel door gebreken niet meer bruikbaar is. Wanneer deze maatregelen geïntegreerd worden in het MJOP, ontstaat een DMOP. Dit resulteert in een integraal totaaloverzicht waarmee vastgoedeigenaren en -beheerders beter in staat zijn om het beheer, onderhoud en de kosten effectief te managen.
Sedumdak
Bij Raderadvies staat verduurzamen hoog in het vaandel staan. We kunnen daarom een aantal goede voorbeelden geven van situaties waarin het opstellen van een DMOP tot mooie verduurzamingsresultaten heeft geleid.
Bij diverse woningcorporaties actualiseert Raderadvies jaarlijks MJOP’s. Eén opdrachtgever wilde haar complexen verduurzamen. Uit het MJOP bleek dat de dakbedekking gerenoveerd moest worden, een duidelijk natuurlijk moment. Vervolgens is het dak gerenoveerd en een sedumdak aangebracht. Groot voordeel van een sedumdak is dat het CO2 uit de lucht vangt en omzet in zuurstof. Hierdoor draagt het bij aan het verbeteren van de luchtkwaliteit. Een sedumdak heeft ook een isolerende werking, waardoor het de directe opwarming van de dakconstructie tegengaat. Dit kan bijdragen aan een vermindering van het energieverbruik en de bijbehorende kosten voor koeling in de zomer. Voor verschillende soorten planten en dieren biedt een sedumdak een bijzondere leefomgeving, waardoor het bijdraagt aan het bevorderen van de biodiversiteit. Los van het feit dat een sedumdak een langere levensduur heeft dan een reguliere dakafwerking, heeft het ook de eigenschap om water vast te houden. Dat is gunstig voor het verminderen van de piekbelasting op het riool tijdens hevige regenval en het is meteen een waterbassin voor in tijden van langdurige droogte.
Zonnepanelen
Een ander mooi voorbeeld doet zich voor bij een schoolbestuur dat de ambitie had om het energieverbruik te verminderen. Het is natuurlijk geweldig om te zien dat het schoolbestuur zich richt op duurzaamheid en zich inzet om bij te dragen aan een groenere toekomst. Aangezien dit niet was voorzien in het MJOP betrof dit verduurzaming op een zelfstandig moment. Er is een verduurzamingsonderzoek uitgevoerd, waaruit geconcludeerd werd dat de school het beste als eerste stap zonnepanelen kon aanbrengen. Door zonnepanelen op de daken te installeren kan de school nu bijna energieneutraal functioneren. Een mooie bijdrage aan een duurzame toekomst.
Om op voorhand te kunnen bepalen waar je staat met jouw vastgoed is het raadzaam om een quickscan uit te laten voeren waardoor je op een snelle en makkelijke manier inzicht krijgt in de onderhouds- en duurzaamheidsstatus van je vastgoedportefeuille. Hopelijk laten deze twee verduurzamingstrajecten zien dat het containerbegrip verduurzamen meer inhoudt dan gedacht wordt en zal het dienen als voorbeeld voor andere organisaties om soortgelijke stappen te nemen en zich in te zetten voor duurzaamheid.
Dit artikel wordt u aangeboden door www.raderadvies.nl
Wat kost het bouwen van een school?
Bij het bouwen van een nieuwe school in het PO, VO of (V)SO is snel inzicht krijgen in de benodigde investeringen waardevol. De kostenconfigurator van HEVO is een gratis tool waarmee snel een kostenindicatie kan worden gemaakt.
In de tool is het mogelijk om zelf de kwaliteitsniveaus te bepalen als Bouwbesluit, Frisse Scholen 2021, Kwaliteitskader Huisvesting of specifieke zaken zoals ‘exploitatiegericht bouwen’. Ook heeft HEVO inzichtelijk gemaakt wat de stap van bijna energieneutraal (BENG) naar energieneutraal (ENG) kost.
In het programma kunnen keuzes worden gemaakt ten aanzien van de gewenste klasse ten behoeve van het binnenklimaat (energie, luchtkwaliteit, thermisch, visueel en akoestisch comfort) en kan worden berekend wat de meerkosten zijn. Verder kunnen nog andere keuzes gemaakt worden, bijvoorbeeld aluminium kozijnen in plaats van houten kozijnen, of het aanbrengen van elektrische zonwering. HEVO hoopt hiermee bij te dragen aan een eerlijke en open discussie over de kosten voor passende onderwijshuisvesting en een hulpmiddel te bieden om te komen tot een reële gemeentelijke bijdrage in de kosten voor nieuwbouw van schoolgebouwen.
BENG en ENG regelgeving
Het is mogelijk om de impact hiervan (zelf) concreet zichtbaar te maken met de HEVOkostenconfiguratoren. In onze nieuwbouw kostenconfigurator onderwijs voor het jaar 2023 (prijspeil 1 januari 2023) is de BENGregelgeving standaard opgenomen en is het mogelijk om de optie van energieneutraliteit (ENG) te kwantificeren.
Schoolbesturen, gemeenten en andere belanghebbenden kunnen de kostenconfigurator nieuwbouw 2023 kosteloos bij ons opvragen. Stuur een e-mail naar office@hevo.nl en u ontvangt deze met toelichting in uw mailbox.
Bewegend leren
Een belangrijk onderdeel binnen een waardevolle onderwijssamenleving is sport en bewegen. Bewegen is goed, en vooral leuk. Voor iedereen, en zeker voor schoolgaande kinderen. Onderzoek wijst uit dat kinderen meer dan zeven uur per dag zitten, thuis en in de klas. Dit moet anders! Bewegend leren kan je meer integreren in het onderwijs én in gebouw en schoolplein. ICSadviseurs helpt om op een laagdrempelige manier in bestaande gebouwen en pleinen vormen van bewegen en leren te integreren. Denk hierbij aan een boulderwand in de gang en het bestickeren van de trappen in school met de tafels.
ICSadviseurs ondersteunt bij het ontwikkelen van een visie op sport en bewegen, en vertalen dit vervolgens in een programma van eisen in het huisvestingsplan. Ook zorgen we voor begeleiding van de implementatie.
Met doordachte plannen legt ICSadviseurs de basis voor waardevolle stukjes samenleving. Fijne plekken om naar hartenlust te leren, leven, spelen, werken, bewegen, sporten, zorgen en elkaar ontmoeten. Onze betrokken huisvestingsadviseurs brengen ambities tot leven op het gebied van zorg, onderwijs, sport en welzijn.
Neem voor meer informatie over onze dienstverlening op het gebied van onderwijshuisvesting contact op via info@icsadviseurs.nl of bel met 088 – 235 0427. Voor een specifieke vraag over Sport en bewegen vraag naar Michel de Boer of Wouter Hoogland. www.icsadviseurs.nl
Duurzaamheid
Duurzaamheid staat bij schoolbesturen hoog op de agenda. De wijze waarop het beste verduurzaamd kan worden, zijn de vragen waaraan wij -Brink Management & Advies- graag aan puzzelen. Het koppelen van onderhoud aan duurzaamheid blijkt een uitdagende en complexe puzzel. Het start bij inzicht in de huidige situatie en de beoogde situatie. Daarvoor lopen wij vijf stappen langs.
Voorbereidingsfase
Opstellen van energielabel(s)
• Samenstellen van duurzaamheidspakketten
• In- en overzicht (dashboarding)
Keuzes maken en implementeren in MJOP naar een duurzaam MJOP
Stap 1: Voorbereidingsfase
Om een goed en zo passend mogelijk advies te geven, bespreken we met het schoolbestuur wat zij wil bereiken met het verduurzamen van de onderwijsgebouwen. Dit resulteert in een aantal duurzaamheidsscenario’s. Met het beoogde doel in beeld, gaan we aan de slag met de opgave.
Stap 2: Opstellen van energielabels
Tijdens de opname leggen we relevante informatie vast voor het energielabel en energiescan. Het binnenklimaat vraagt hierbij aandacht, want goede ventilatie voor leerlingen en personeel is belangrijk. Na de opname wordt de opgenomen informatie verwerkt, het energielabel wordt bepaald. Dit is het vertrekpunt voor de verduurzaming.
Stap 3: Duurzaamheidspakketten samenstellen
Met het vertrekpunt in beeld, gaan wij rekenen aan de verduurzaming. Per gebouw wordt per pakket bepaald welke duurzame maatregelen nodig zijn. Oftewel, welke duurzame maatregelen zijn nodig om bijvoorbeeld energielabel A of aardgasvrij te halen. De investeringen, bespa-
ringen (zowel CO2-reductie als energielasten) en de terugverdientijden van de maatregelen rekenen we door. Dit doen we per gebouw en per pakket, zodat we een goed beeld krijgen van het totale verduurzamingspotentieel.
Stap 4: In- en overzicht
We verzamelen deze gegevens in een duurzaamheidsdashboard. Het dashboard biedt inzicht in verschillende combinaties van verduurzamingsmaatregelen, de kosten, terugverdientijd en de potentiële besparing in euro’s en CO2-uitstoot, zowel op gebouw- als op portefeuilleniveau. Op deze manier krijgt het schoolbestuur grip, overzicht en simulatiemogelijkheden.
Stap 5: Van MJOP naar DMJOP
Vaak helpen wij bij het samenstellen van de meest efficiënte verduurzamingsstrategie en implementeren we de duurzame maatregelen in het bestaande MJOP. Op die manier ontstaat een duurzame MJOP. Daarmee borgen we dat duurzaamheid structureel is ingebed in het beheer en onderhoud. www.brink.nl
TRAINEEPROGRAMMA
Voor werk met impact
In september 2023 start bij Bouwstenen een traineeprogramma speciaal voor jongeren onder de 30 jaar die de toon willen zetten bij de grote verbouwing en verduurzaming van scholen en ander maatschappelijk vastgoed.
Het programma helpt jongeren onder de 30 jaar aan een flitsende start van hun carrière. Ze komen in dienst bij een school, gemeente of adviesbureau. Eén dag in de week komen ze bij elkaar voor het traineeprogramma. Er is veel ruimte voor inhoudelijke én persoonlijke ontwikkeling en we gaan er regelmatig op uit om te kijken hoe anderen het doen.
Het programma helpt werkgevers aan een gemotiveerde medewerker die snel zijn of haar weg in het werkveld weet te vinden en zich aan anderen kan meten en optrekken. Scherp op wat kan en wat niet kan en welke mogelijkheden er zijn om echt het verschil te maken.
Meer weten? Stuur een mail naar trainees@bouwstenen.nl of bel met Saskia Schouten (033-2584327). Schoolfacilities, juni 2022