Aqua 2023-2

Page 4

Energie-efficiënter water zuiveren

4 De impact van kusttoerisme op waterzuivering 10

Nieuw dashboard toont vorderingen rioolinspecties in Vlaanderen

Driemaandelijks - april-mei-juni 2023 - afgiftekantoor Leuven Masspost P209940

INHOUD

4

De impact van kusttoerisme op water(zuivering)

6

De financiële stroom naar proper water

8

Aquafin Awards verbinden projectpartners

10

Nieuw dashboard toont vorderingen rioolinspecties in Vlaanderen

12

Blauwgroene maatregelen in de stad

14

Gezuiverd afvalwater is ook bron voor drinkwater

16

‘De natuur is veerkrachtig, zo lang je de juiste maatregelen neemt’

18

Farys en Aquafin voor het eerst samen rioolbeheerder

20

Scholen pakken hun grijze speelplaats aan

21

Zomerevents dankzij Aquafin

22

Minder energie voor dezelfde waterkwaliteit

Beste lezer,

Het is bijna ondenkbaar, maar ettelijke jaren geleden werd al het afvalwater ongezuiverd geloosd in onze waterlopen. Het moest nadien zo snel mogelijk afgevoerd worden richting zee om ons te beschermen tegen ziektes. Gevolg? Vervuilde rivieren waar amper leven te bespeuren was…

Water is een onderdeel van een groot systeem met vele spelers. Meer dan ooit beseffen we dat we de handen in elkaar moeten slaan om een klimaatrobuuste toekomst te kunnen verzekeren. Zo gaan we op verschillende plaatsen in Vlaanderen samen met drinkwaterbedrijven op zoek naar oplossingen om het beschikbare water zo goed mogelijk te benutten. We exploreren hoe gezuiverd afvalwater kan dienen als alternatieve bron voor drinkwater. De technologie en de kennis zijn er. Door samen te werken, zetten we deze ook om in de praktijk.

Samenwerkingsverbanden met drinkwatermaatschappijen kunnen ook het rioolbeheer voor steden en gemeenten naar een hoger niveau tillen. Terwijl Aquafin met drie drinkwaterbedrijven al structureel samenwerkt, starten we in Aalst een eerste samenwerking op met een vierde. Een integrale benadering van de gemeentelijke en bovengemeentelijke afval- en regenwaterinfrastructuur leidt volgens ons namelijk tot meer efficiëntie, zowel ecologisch als financieel.

V.u.: Jan Goossens, Dijkstraat 8, B-2630 Aartselaar, ondernemingsnummer 0440.691.388

Het contactcenter van Aquafin is op weekdagen te bereiken van 8 uur tot 17 uur, op het nummer 03 450 45 45, of via contact@aquafin.be

Noodnummer buiten de werkuren: 0800 16 603

Ombudsman: ombudsman@aquafin.be

Aqua niet meer ontvangen?

Mail naar redactie@aquafin.be

Aqua wordt gedrukt op milieuvriendelijk papier. Fotografie: Aquafin, Frederik Beyens, Silke Van Rooy, Shutterstock

Volg Aquafin NV op

Met de stelselmatige uitbouw van de Vlaamse rioleringsinfrastructuur zagen we de zuiveringsgraad stijgen van 30% beginjaren ’90 naar 86% vandaag. Fauna en flora keren terug, rivieren herleven, maar we zijn er nog niet. Op pagina 14 gaan we in gesprek met het Instituut voor Natuur en Bosonderzoek (INBO) en zoomen we in op de stappen die we met z’n allen nog moeten zetten om tegen 2027 de Europese doelstelling van een ‘goede ecologische toestand’ van onze waterlopen te halen. De verdere uitbouw van het rioleringsnetwerk in Vlaanderen is een must om deze ambitieuze Europese doelstelling te halen, maar daar hangt een prijskaartje aan vast. Blader door naar pagina 6 en ontdek hoe de financiële stroom daarvoor tot stand komt.

Voldoen aan de Europese doelstelling is zeker niet de enige uitdaging. De laatste jaren zien we nieuwe watervraagstukken opduiken, veelal het gevolg van de klimaatverandering. Periodes van te veel water worden afgewisseld met een tekort eraan, en het ziet ernaar uit dat 2023 dezelfde weg op gaat.

Het energievraagstuk is uiteraard evenzeer deel van de klimaatverandering en stelt ons voor de uitdaging om de CO2-impact te beperken. We kijken daar in de eerste plaats naar onszelf, want Aquafin is een van de grootste energieverbruikers in Vlaanderen. Maar elke dag zetten we stappen vooruit, zoals je verderop in dit nummer kan lezen: een slimme sturing moet het zuiveringsproces energieefficiënter en energiezuiniger maken.

Uitdagingen waren er, zijn er en blijven er. Samenwerken is de sleutel tot succes om voldoende en proper water veilig te stellen voor de komende generaties. Aquafin steekt met plezier de hand uit, en we merken dat ook andere spelers dit doen. Samen zetten we de sector in beweging.

Veel leesplezier!

2.
VOORWOORD

Ken je het geheim van de paling?

Geprikkeld door de titel? Terecht, want de paling is een wel heel bijzondere vis. Met zijn slangvorm ziet hij er al ongewoon uit, maar daarboven heeft hij ook nog een heel bijzondere levenscyclus. Het is trouwens een vis die wel wat kan hebben als het gaat over zijn levensomgeving. Meer weten? Hydrobioloog Chris Van Lieferinge duikt met ons onder water.

De paling heeft best wel wat geheimen”, steekt Chris van wal “Zo gebeurt er iets heel vreemds met het dier als het geslachtsrijp is en wil paaien. Als dat moment is aangebroken, meestal tussen zijn tiende en twaalfde levensjaar, zwemt de vis van zijn habitiat helemaal naar de Sargassozee in de Caraïben om te paaien. Dat wil zeggen dat die de hele Atlantische Oceaan oversteekt om zich voor te planten. Als voorbereiding daarop zorgt hij dat hij genoeg vetreserves aanlegt om de oversteek te ondernemen. Ook de ogen groeien plots. En dan begint hij aan een tocht van om en bij 5.000 km. Onderweg gebeurt nog iets opmerkelijks. Zijn spijsverteringsstelsel muteert gaandeweg naar een geslachtsdeel. Eens aangekomen in de Sargassozee plant de vis zich voort en sterft.”

En wat dan met zijn nageslacht? “De kleine larfjes laten zich dan door de zeestromen terugvloeien naar de habitat van de ouders. Terug richting Europa en NoordAfrika. De hele 5.000 km terug, ja”, lacht Van Lieferinge. De larven muteren ondertussen naar glasaaltjes die dan, eens terug in hun habitat, uitgroeien tot de paling die we kennen, een vis die wel heel veel weg heeft van een slang. “Maar vergis je niet”, gaat de hydrobioloog verder. “Ondanks zijn ongewone uiterlijk is de paling een echte vis, mét graten dus.”

Populatie lijdt onder menselijk ingrijpen

Eens de oceaan over, volgt de lastige reis richting natuurlijke habitat. Daarvoor moet de glasaaltjes stroomopwaarts de waterlopen op. Dat laatste stuk van de reis wordt hen door menselijk ingrijpen niet makkelijk gemaakt, onder meer door sluizen en turbines in de waterlopen. Komt daarbij dat door industriële verontreiniging, er sinds begin jaren ’70 van de

vorige eeuw een dramatische terugval is in de palingpopulatie. De International Union for Conservation of Nature zet de vis daarom op de rode lijst en beschouwt hem als ‘ernstig bedreigd’.

Van Lieferinge: “Helaas wil of kan de paling enkel in dat verre paaigebied paaien. Paling in gevangenschap laten voortplanten is tot op vandaag nog nooit gelukt. En dan is er nog de menselijke honger, letterlijk. In Vlaanderen is paling een culinair icoon. In Azië worden de glasaaltjes dan weer beschouwd als delicatesse.”

Robuuste vis

Chris kent nog een bijzonder kenmerk van de paling: “Of een paling later mannetje of vrouwtje wordt, hangt af van het traject dat ze stroomopwaarts afleggen. Vrouwtjes ontwikkelen zich vaker in de bovenlopen van waterlopen. Mannetjes meer stroomafwaarts.”

“Ondanks de terugval in populatie is de paling gelukkig een robuuste, niet al te kieskeurige vis”, weet de bioloog. “Hij heeft een relatief laag zuurstofgehalte in het water nodig, zodat hij ook gedijt in niet al te zuiver water. Wat daarbij helpt is dat de paling niet alleen langs de kieuwen, maar ook langs de huid ademt. Daarnaast is een paling omnivoor en eet alles, dus ook de exoten die in onze waterlopen leven. Langs de andere kant slaan palingen door hun hoge vetgehalte PCB’s en zware metalen op.”

“Neemt niet weg”, zo rondt Van Lieferinge af, “dat het waterleven, inclusief een stevige vis als de paling die wel wat kan hebben, baat heeft bij zuiver water. Proper water zorgt voor meer en betere populaties en voor een daling van invasieve exoten. Iets waar onze beken en rivieren alleen maar baat bij kunnen hebben.”

3. “

De impact van kusttoerisme op water(zuivering)

Aan de kust wonen ruim 300.000* mensen. Daar komen tijdens de zomermaanden juli en augustus zo’n vijf miljoen dagtoeristen en vier miljoen verblijftoeristen bij, en dat heeft een impact. Die impact is niet alleen voelbaar op het strand en in de volgeboekte horecazaken. Ook in het waterverbruik en bijgevolg de waterzuivering is er een groot verschil te merken tussen het hoog- en laagseizoen. We nemen die laatste twee onder de loep.

Tijdens de zomermaanden wordt er aan de kust gemiddeld 50% meer drinkwater verbruikt”, vertelt Bruno Pessendorffer, woordvoerder van Farys. Farys is een van de grote Vlaamse drinkwatermaatschappijen met werkingsgebied aan de kust. “Op bepaalde momenten, afhankelijk van het weer en de dagpieken, zien we zelfs een verdubbeling in vergelijking met het gemiddelde waterverbruik over de rest van het jaar.” Bij Farys noteren ze de echte piekverbruiken ‘s morgens of in de latere namiddag tussen 16.00 en 19.00 uur wanneer vakantiegangers een dagje strand van zich afspoelen onder de douche. Ook wanneer de weersomstandigheden minder gunstig zijn - denk aan lagere temperaturen of een bewolkte dag - ziet de drinkwatermaatschappij in de zomermaanden een hoger gemiddeld waterverbruik. Piekverbruiken blijven dan evenwel uit.

AQUA 2023/2
4.
* bron: Gemeente-Stadsmonitor Vlaanderen © Westtoer

Capaciteit zuiveringsinstallaties voor rioolwater

RWZI Winter Zomer

l Knokke 7.000 IE 11.000 IE

l Heist 30.000 IE 60.000 IE

l Brugge 184.000 IE 238.500 IE

l Oostende 145.000 IE 225.000 IE

l Wulpen 68.000 IE 136.000 IE

* 1 IE = het afvalwater van één persoon dat toekomst op een zuiveringsinstallatie. Het verschil tussen winter en zomer is aanzienlijk.

Om aan het zomertoerisme te kunnen voldoen, stelt de drinkwatermaatschappij zijn regionaal capaciteitsmanagement hierop af. “Dat betekent dat we bijvoorbeeld ‘s nachts – wanneer de vraag minder groot is – alle watertorens en andere reservoirs aan onze kustgemeenten opnieuw maximaal aanvullen, waar deze in normale maanden tot een lager niveau worden bijgevuld”, legt Bruno uit. “Ook het waterproductiecentrum in Oostende – dat brak kanaalwater omzet tot drinkwater – zorgt in de zomermaanden voor extra capaciteit, indien nodig.”

En waar naartoe, met al dat water?

Extra waterverbruik betekent natuurlijk ook extra water dat gezuiverd moet worden. Dat gebeurt op een van onze vijf rioolwaterzuiveringsinstallaties (RWZI) aan de kust: Knokke, Heist, Brugge, Oostende en Wulpen. “De hoeveelheid afvalwater die toekomt op onze zuiveringsinstallaties verschilt in de zomermaanden aanzienlijk in vergelijking met het laagseizoen”, weet Joke Van den Broecke, Operational Manager regio West. Hoeveel afvalwater een zuiveringsinstallatie kan verwerken wordt uitgedrukt in aantal IE, inwonersequivalent. “Eén inwonersequivalent is de gemiddelde hoeveelheid afvalwater die één persoon per dag produceert”, legt Joke uit. “Op bijna alle RWZI’s gaat het in de zomer om een verdubbeling van de vuilvracht die er toekomt (zie tabel). Bij de bouw van de installaties aan de kust werd natuurlijk wel rekening gehouden met het vakantietoerisme, maar de laatste jaren is er enorm veel bijgebouwd aan de kust, en dat merken we op onze installaties”, zegt Joke.

“Op bepaalde dagen in de zomer draaien de installaties op hun limieten. Vooral de beluchting is op die dagen een uitdaging. Op de RWZI van Wulpen bijvoorbeeld hebben we in de zomer meer moeite om voldoende zuurstof in onze beluchtingsbekkens te krijgen.” Tom De Clercq, Operational Manager regio West en verantwoordelijk voor RWZI Oostende vult aan: “In Oostende leggen we vanaf mei zelfs een extra beluchtingsstraat in om de toeristenbelasting op te vangen.”

Quinten Van Haecke, Procesingenieur bij Aquafin, legt uit waarom die beluchting in de zomer zo’n grote uitdaging is:

“De zwaardere belasting van de RWZI zorgt ervoor dat de micro-organismen, die zich voeden met het vuil in het water, zich sterk vermenigvuldigen, een natuurlijk proces. Op die manier wordt de zuurstof die in het water wordt gestuwd, meteen weer opgebruikt. We moeten constant beluchten om te vermijden dat de levende organismen die zich voeden met de opgeloste vuildeeltjes in het water, doodgaan.” In een normale periode is het niet de bedoeling (en niet nodig) dat die beluchtingssystemen continu op volle toeren draaien. “In het biologische zuiveringsproces heb je normaal ook een periode waarin niet belucht wordt. Die constante beluchting is dus niet ideaal. Daarnaast is de beluchting de grootste energieverbuiker van het zuiveringsproces.”

“In Wulpen bijvoorbeeld zitten we tijdens de maanden juli tot september aan een verdubbeling van het energieverbruik.”

Het veelvuldig vermenigvuldigen van de micro-organismen heeft ook een effect op de slibproductie die veel hoger ligt dan normaal. “In het zuiveringsproces mogen we slechts een bepaald slibgehalte hebben. In het toeristische seizoen moeten we meer slib evacueren, en bijgevolg ook meer slib afvoeren voor verwerking”, legt Tom uit.

Hoe

vuiler, hoe beter

Maar het kusttoerisme heeft ook voordelen voor de zuivering. De basisregel luidt: hoe vuiler het water, hoe gemakkelijker het zuiveringsproces verloopt (net omwille van die micro-organismen die zich beter kunnen voeden).

“We zien dat heel concreet op de zuiveringsinstallatie van Knokke. Daar halen we onze verwijderingspercentages doorheen het jaar wat moeilijker, omwille van het toekomende afvalwater dat er sterk verdund kan zijn. Eens de toeristenbelasting op gang komt en er dus meer vuilvracht toekomt, halen we ons verwijderingspercentage daar gemakkelijker.”

EEN PROPERE NOORDZEE

In vergelijking met enkele decennia geleden komt er nauwelijks nog ongezuiverd rioolwater in zee terecht. Die evolutie komt uiteraard de waterkwaliteit ten goede. Waar er 10 jaar geleden nog maar 40% van het water aan de kust het label uitstekend kreeg, zitten we vandaag op bijna 93% (bron: VMM).

Dat er minder ongezuiverd water in zee terechtkomt, is voor een stuk te danken aan de aanleg van gescheiden rioleringen. Bij een gescheiden riolering wordt de vuilwaterriolering niet onnodig belast omdat het regenwater apart wordt afgevoerd. Op die manier zijn er minder overstorten, waarbij ongezuiverd afvalwater rechtstreeks de waterloop instroomt. In Nieuwpoort bijvoorbeeld stort het pompstation Kattesas minder vaak over dankzij de aanleg van een gescheiden riolering in (een deel van) de Langestraat, de P. De Swartelaan, de Franslaan en in de Groenendijk.

Maar is er nog werk aan de winkel. In de jachthaven van Blankenberge bijvoorbeeld. “Daar hebben we vorig jaar een hydraulische studie uitgevoerd in de zoektocht naar oplossingen voor de overstortwerking van pompstation Waterkasteel”, vertelt Evelyn Snijkers, Water- en Omgevingsingenieur bij Aquafin. “Onze conclusies worden binnenkort voorgelegd aan de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM). Nadien kunnen we de resultaten van de studie vertalen naar concrete projecten, die een positieve impact hebben op de overstortwerking naar de jachthaven”, verzekert Evelyn.

5.
ll l l l

De financiële stroom naar proper water

Het zit in onze naam: Aqua-fin, de 'fin' van financieren. Sinds de oprichting van Aquafin in 1990 is het bedrijf verantwoordelijk voor de uitbouw, het beheer en de financiering van de Vlaamse rioolwaterzuiveringsinfrastructuur. De investeringen van de aflopen decennia deden de zuiveringsgraad in Vlaanderen stijgen van 30% naar 86%.

In opdracht van het Vlaamse Gewest bouwt Aquafin de rioleringsinfrastructuur in Vlaanderen verder uit. In 2022 leverden we in totaal voor 180 miljoen euro aan projecten op en brachten we voor een recordbedrag van meer dan 250 miljoen euro aan nieuwe projecten op de markt. Een geoliede financiële stroom is voor het bedrijf dus van groot belang, maar hoe werkt die financiering juist?

De vervuiler betaalt

Van rioleringsprojecten tot nieuwe zuiveringsinstallaties. Alles wat Aquafin bouwt, prefinanciert het bedrijf. Pas na de oplevering van een project heeft Aquafin contractueel recht op de terugbetaling ervan, hoofdzakelijk gespreid over een periode tot 15 jaar (voor elektromechanica) of 30 jaar (voor bouwkunde).

“De oplevering van een project is voor ons het startschot om de financiële stroom in gang te zetten. Vanaf dat moment factureert Aquafin stelselmatig door naar de drinkwatermaatschappijen”, legt Glenn Van Olmen uit, Directeur Finance & Procurement. “Drinkwatermaatschappijen zijn verplicht om het drinkwater dat zij leveren, na verbruik, te zuiveren. Hiervoor doen ze beroep op Aquafin. Wij factureren bijgevolg deze investeringskosten, maar ook de prefinancieringskosten en toegekende werkingsmiddelen, aan hen. De drinkwaterbedrijven betalen de facturen van Aquafin met enerzijds een toelage uit het Vlaamse Minafonds, dat gespijsd wordt door algemene belastinginkomsten.”

“Anderzijds rekenen ze het overige deel, momenteel zo’n 60 à 70% van de totale factuur, door aan de consument volgens het principe de vervuiler betaalt en dus volgens het drinkwaterverbruik”, verduidelijkt Glenn.

Financiering op lange en korte termijn

Omdat Aquafin de uitgaven voor zijn investeringen gespreid krijgt terugbetaald, moet het bedrijf hiervoor financiering ophalen. “Met een Moody’srating van Aa3 heeft Aquafin dezelfde kredietwaardigheid als het Vlaamse Gewest en de Federale Overheid, en dat opent deuren. We gaan de financiële markt op voor zowel korte- als langetermijnkredieten”, legt Glenn uit.

“Voor de financiering op lange termijn kijken we vooral naar leningen op 15 en op 30 jaar, dezelfde termijnen waarop de drinkwatermaatschappijen ons terugbetalen. De kredieten op 15 jaar sluiten we voornamelijk af bij banken, voor die op 30 jaar matchen we goed met investeerders, zoals verzekeringsmaatschappijen.” Aquafin kan de langetermijnfinanciering pas afsluiten nadat een project werd opgeleverd. Het werkkapitaal dat in tussentijd nodig is voor de bouwfase van de projecten – denk aan dagelijkse facturen van aannemers, leveranciers, … – financiert het door leningen op korte termijn af te sluiten. “De drinkwatermaatschappijen betalen per kwartaal aan Aquafin. We weten dus perfect welke bedragen er op welk moment binnenkomen. Dat maakt dat we op een heel gerichte manier financiering op korte termijn kunnen afsluiten, wat interessant is voor investeerders met een tijdelijk cashoverschot. Zij kunnen dit perfect voor een week, een maand, twee maanden beleggen bij Aquafin. De interesten die Aquafin betaalt op het geleende bedrag zijn vaak interessanter dan wat men ervoor zou krijgen via hun spaarrekening, omdat het bedrag niet meteen opvraagbaar is”, aldus Glenn.

Samenwerkingsovereenkomst

Werkingstoelage ~30% + administratie kosten

drinkwatermaatschappijen

Financiële stromen

AQUA 2023/2
6.
AQUAFIN VLAAMS GEWEST INVESTEERDER KORTE TERMIJN INVESTEERDER LANGE TERMIJN
PROJECT
DRINKWATERBEDRIJF WATERFACTUUR BURGER
Tijdens uitvoering Vanaf oplevering: leningen op 15 of 30 jaar
1 2 1 2
Investerings-, werkings- en financieringskosten

TWAALFDE FINANCIERING MET DE EUROPESE INVESTERINGSBANK

Voor bijna de helft van onze langetermijnfinanciering klopt Aquafin aan bij de Europese Investeringsbank (EIB). De EIB was de eerste financier van Aquafin in 1994. In april 2023 werd de twaalfde lening tussen beide partijen ondertekend, waarbij de EIB inmiddels al meer dan €2 miljard aan financiering beschikbaar maakte voor het uitbreiden en verbeteren van de waterzuivering in Vlaanderen. “Deze nieuwe financiering toont dat we ook na de implementatie van de nieuwe samenwerkingsovereenkomst met het Vlaamse Gewest nog steeds kunnen rekenen op de EIB. Voor Aquafin is de EIB daarom niet alleen een investeerder, maar een echte partner voor propere Vlaamse waterlopen, vandaag en in de toekomst,” volgens Jan Goossens, CEO van Aquafin bij de ondertekening. EIB-vicepresident Kris Peeters: “De komende jaren zal water, en vooral schoon water, steeds belangrijker worden voor onze maatschappij en de economie. EIB blijft ook in de toekomst graag een financiële steun voor Aquafin, zodat het bedrijf zijn activiteiten kan verderzetten en Vlaanderen koploper kan blijven. Ik ben erg fier dat de Europese Investeringsbank hier zo’n belangrijke rol kan spelen.”

“Ook de financiering van algemene werkingsmiddelen in afwachting van de kwartaalbetaling door de drinkwatermaatschappijen, denk maar aan facturen voor onderhoud van onze installaties, lonen van personeel, verbruik van chemicaliën, worden geprefinancierd met deze kortetermijnfinanciering.”

Leningen op korte termijn – gebruikt om de bouwfase te financieren – worden na oplevering afgelost met het kapitaal dat ter beschikking komt bij het afsluiten van langetermijnkredieten, waar die laatsten op hun beurt worden afbetaald door de doorfacturatie aan de drinkwatermaatschappijen. “We financieren op lange termijn nooit meer dan het bedrag waar we, via de gespreide facturatie van opgeleverde projecten recht op hebben bij de drinkwaterbedrijven. Het verschil vangen we op met ons werkkapitaal. Zo is de langetermijninvesteerder zeker van zijn geld. Het is een systeem dat zichzelf mooi in balans houdt”, zegt Glenn.

Duurzaam investeren

Niet alleen de flexibele manier van investeren en de mooie Moody’s-Rating trekken geldschieters aan, ook het duurzame karakter van een investering bij Aquafin is interessant. Want hoe langer hoe meer wint maatschappelijk verantwoord investeren aan belang. Duurzame investeringen houden rekening met ecologische, maatschappelijke en beleidscriteria (ESG). Als Vlaamse afvalwaterzuiveraar tikt Aquafin heel wat boxen aan.

Zeker voor de Europese Investeringsbank (EIB), onze grootste financier, zijn deze ESG-criteria van groot belang, aangezien Europa de klimaatdoelstellingen deels wil bereiken via zijn financiële instellingen.

De EIB kijkt er bij elke investering op toe dat de ontleners het geld besteden aan projecten die bijdragen aan de ecologische agenda. “EIB is een climate bank, het duurzaamheidsaspect is de laatste jaren dan ook aanzienlijk gegroeid”, zegt Kris Peeters, vicepresident van de EIB. “Het doel is om tegen 2025 50% van ons totaalvolume aan financiering in klimaat bewuste projecten te steken. Voor België zaten we vorig jaar al op 68%. Een krachtig cijfer waar Aquafin sterk heeft toe bijgedragen. Maar we zijn er nog niet. Ook de komende jaren zullen we nog heel wat moeten investeren om de klimaatdoelstellingen van 2030 en 2050 te halen. Er ligt nog werk op de plank, ook voor Aquafin.”

V.l.n.r. Kris Peeters (vicepresident EIB), Jan Goossens (CEO Aquafin), Alain Bernard (voorzitter Raad van Bestuur Aquafin), Glenn Van Olmen (directeur Finance & Procurement Aquafin)
7.
Met een Moody’srating van Aa3 heeft Aquafin dezelfde kredietwaardigheid als het Vlaamse Gewest en de Federale Overheid.”
Glenn Van Olmen

Aquafin Awards verbinden projectpartners

Eind april reikte Aquafin voor de 16e keer awards uit aan zijn technische partners. Naar goede gewoonte waren er awards voor de aannemer en het studiebureau die in 2022 uitblonken als projectpartner. Drie projectteams waar de samenwerking gesmeerd liep, mochten eveneens het podium beklimmen.

Aquafin reikt jaarlijks awards uit om zijn technische partners te bedanken. Want enkel met hun hulp kunnen wij zorgen voor propere waterlopen en een leefomgeving in harmonie met water. Samenwerken in vertrouwen, waarbij iedere projectpartner zijn verantwoordelijkheden neemt, is cruciaal om kwaliteitsvolle projecten af te leveren.

De Aquafin Awards hebben een lange traditie, maar deze keer werd de uitreiking anders aangepakt. “Geen globale score meer op criteria zoals veiligheid, kwaliteit en tevredenheid, maar nominaties in verschillende categorieën,” legt Danny Baeten, directeur Projectmanagement van Aquafin uit.

AQUA 2023/2 8.
Alle winnaars en genomineerden samen op het podium. Ook Dirk De Waele, afscheidnemend directeur Projectmanagement, mocht een award in ontvangst nemen voor zijn jarenlange inzet en verbindende rol tussen Aquafin en zijn technische partners.

“Bedrijven die bijvoorbeeld hun capaciteit uitbreidden in het voordeel van onze projecten, of bedrijven die opmerkelijk stegen in de evaluatiescores of al jarenlang consistent hoge scores behalen, verdienen het ook om in de kijker gezet te worden. Dat terwijl veiligheid, kwaliteit en minder hinder natuurlijk ook wel belangrijke aspecten blijven.”

Aannemer van het jaar

Wegenwerken De Moor uit Wetteren kwam dit jaar als winnaar uit de bus. De Moor, waarmee we al jaren goed samenwerken, won in 2011 al eens een Aquafin Award, toen nog de Minder Hinder Award. Nu waren ze genomineerd voor aannemer van het jaar en wonnen ze dankzij hun consistent hoge score. “De Moor is een betrouwbare, proactieve partner,” vertelt Geert van Aerschot, manager Projectmanagement. “Ze dragen kwaliteit, veiligheid en klantgerichtheid hoog in het vaandel.”

Thomas De Lathauwer van De Moor

benoemt hun succesfactor: “Samenwerken is voor ons het sleutelwoord. Zowel met de projectpartners, om tot constructieve oplossingen te komen, als met onze eigen werknemers. Een werf uitvoeren in een aangename en positieve sfeer komt het project enkel ten goede. Een goed contact met de buurtbewoners hoort er ook bij. Een correcte communicatie kan veel wrevel en hinder vermijden.”

Studiebureau van het jaar

Ook het studiebureau van het jaar mocht een kunstwerk van William Sweetlove mee naar huis nemen (zie kaderstuk). Deze award ging dit jaar voor het eerst naar Groep Infrabo uit Westerlo. Als sterkste stijger werden zij winnaar in de categorie studiebureau van het jaar. Ineke van Severen, manager Projectmanagement bij Aquafin motiveert de overwinning: “Het is fijn samenwerken met Infrabo. Ze denken proactief mee over oplossingen en bij Aquafin vinden we het ook belangrijk dat een partner verder evolueert. Daarom belonen we de geleverde inspanningen en de bereidheid om te groeien en te luisteren naar verbeterpunten.”

Geert Du Pont gedelegeerd bestuurder

bij Groep Infrabo is blij dat zijn bedrijf kan meewerken aan een beter milieu en de aanpak van wateroverlast en droogte.

“We hebben de laatste jaren sterk ingezet op verantwoordelijkheid, communicatie en een goede voorbereiding van projecten. Op deze award zijn we dan ook heel trots.”

Drie winnende projectteams

Maar liefst drie projectteams vielen dit jaar in de prijzen:

+ Het project Renovatie collector Zeebrugge is een combinatie van twee rioolrenovatieprojecten aan een collector van Aquafin in Zeebrugge, langs de Strandwijk en de Rederkaai. Smet Group uit Dessel, gespecialiseerd in ondergrondse technieken, gebruikte in dit project technieken met weinig impact op de omgeving, wat resulteerde in een vlotte uitvoering met een mooi resultaat binnen de vooropgestelde timing.

+ Het project Aansluiting Zogge in Hamme kadert in de herinrichting van gewestweg N446 op het grondgebied Dendermonde, Hamme en Waasmunster. Zowel aannemer BESIX als studiebureau Sweco zochten samen met Aquafin naar duurzame oplossingen met aandacht voor kwaliteit en veiligheid. Dit grote, gefaseerde project is nog niet afgerond maar kent tot nog toe een zeer vlot verloop over drie verschillende gemeenten.

+ Onderhoud van de infrastructuur wordt almaar belangrijker naarmate de leeftijd ervan stijgt. Complexe renovatieprojecten zoals die van onze Slibdroger in Deurne vragen dan ook nog eens een strakke organisatie van een toegewijd projectteam. Aquafin plant op termijn twee nieuwe slibdrogers die op restwarmte zullen werken, maar tot dan (2026) moeten de bestaande drogers hun werk blijven doen. Samen met De Meyer en Maestro Pumps renoveerden we de slibdroger van Deurne, wat een grote uitdaging was. Het rendement van de droger steeg hierdoor met 10% en het project verliep perfect volgens schema en binnen budget.

De drie winnende projectteams mogen als bekroning van hun werk genieten van een etentje bij Instroom Academy, het sociale integratieproject in de Antwerpse haven onder leiding van chef Seppe Nobels.

AWARD MET EEN VERHAAL

De Aquafin awards waren dit jaar goudkleurige pinguïns van kunstenaar William Sweetlove, gemaakt uit gerecycleerd plastic. Plastic bestaat voor eeuwig en daarom vindt Sweetlove dat je er maar beter kunst van kan maken. Hij wil zo aandacht vragen voor thema’s als water- en voedseltekort. Een gepast symbool voor deze editie van de Awards: de pinguïn staat met zijn plastic fles op de rug klaar om de wereld te bevoorraden met drinkwater.

GENOMINEERDEN PER CATEGORIE IN ALFABETISCHE VOLGORDE

Award Aannemers:

+ DCA

+ De Moor

+ Van de Kreeke

+ Vindevogel

+ Viabuild

Award Studiebureaus:

+ Antea

+ Astro-plan

+ Infrabo

+ Irtas

+ Studiebureau Jonckheere

9.

Nieuw dashboard toont vorderingen rioolinspecties in Vlaanderen

Door de kritische riolen in de Vlaamse ondergrond periodiek te screenen op gebreken kan ernstige schade voorkomen worden. Dat is het doel van een traject dat de Vlaamse Regering in 2020 opstartte om lokale besturen en rioolbeheerders tegen 2027 stapsgewijs te begeleiden naar een beter zicht op de toestand van hun rioleringsstelsel. Sinds kort kunnen ze die voortgang minutieus opvolgen via een digitaal dashboard dat Aquafin hiervoor ontwikkelde.

Schade aan riolen door bijvoorbeeld barstjes of wortelingroei van bomen, kan lang onder de radar blijven als de leidingen niet worden geïnspecteerd. Wat doorgaans klein begint, kan na een tijd leiden tot ernstige verzakkingen met grote maatschappelijke hinder of tot ecologische schade. De herstellingskost is dan altijd veel groter dan wanneer tijdig wordt ingegrepen. Enkele jaren geleden zette de Vlaamse Regering de sector ertoe aan om standaarden en minimumvoorwaarden uit te werken voor rioolinspecties, met daaraan gekoppeld een stappenplan dat zowel organisatorisch als financieel haalbaar is.

AQUA 2023/2 10. 2.000 km kritische riolen zal geïnspecteerd worden met een rijdende camera.

Sectororganisatie Vlario, Aquafin, de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM), Aquaflanders, en de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) gingen hiervoor samen aan de slag.

“In Vlaanderen ligt in totaal zo’n 50.000 km riolering, waarvan 40% kritisch,” zegt Danny Verhulst, asset manager bij Aquafin en trekker van het project. “Van die 40% willen we tegen 2027 de toestand kennen, want het zijn de riolen die bij falen de grootste schade veroorzaken. Een klein deel daarvan, zo’n 573 km, is zelfs topkritisch. Het zijn riolen die onder gebouwen, autosnelwegen en spoorlijnen doorlopen. Elke gemeente of rioolbeheerder zou ondertussen een rioolinventaris moeten hebben opgemaakt, een risico-inschatting gemaakt hebben en een inspectieplan hebben opgesteld tot 2027. Tegen eind dit jaar moeten ze een kwart van het inspectieplan hebben uitgevoerd waaronder minimaal 25% van de topkritische riolen.”

Statustool

Gemeenten en rioolbeheerders rapporteren hun vorderingen in de AWIS-databank van de Vlaamse Milieumaatschappij. Op vraag van de Vlaamse Regering ontwikkelde Aquafin een gebruiksvriendelijk dashboard dat de informatie uit AWIS visueel weergeeft in percentages en grafieken.

STATUSTOOL VS. ROSI

Het dashboard dat Aquafin ontwikkelde om de vorderingen ten opzichte van de minimumvoorwaarden voor rioolinspecties op te volgen, staat helemaal los van ROSI. Met ROSI biedt het bedrijf steden en gemeenten waarvoor het instaat voor het asset management, een digitaal platform waar ze de volledige planning en uitvoering van rioolinspecties inclusief voorgestelde maatregelen met timing en budget op de voet kunnen volgen. Ondertussen maken al 105 gemeenten gebruik van die service.

Voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van rioleringssystemen bestaat er een ‘Code van Goede Praktijk’, een handleiding zeg maar. Daarin was er al een hoofdstuk over onderhoud en is ondertussen een nieuw hoofdstuk over rioolinspecties aan toegevoegd. Momenteel wordt gewerkt aan standaarden die bepalen in welk geval moet worden gekozen voor welke maatregel bij het vaststellen van gebreken. “Renovatiemethodes hangen onder meer af van de diameter van de leiding en die details zijn niet altijd gekend,” weet Danny Verhulst. “Daarom willen we dit soort goede praktijken ook meegeven in de Code. Tegen eind dit jaar zal er een nieuwe versie van de Code beschikbaar zijn waarin alle informatie rond onderhoud, inspecties en maatregelen wordt gebundeld onder één hoofdstuk.”

Enkele weken geleden werd deze zogenoemde ‘statustool’ gelanceerd. Sindsdien kunnen gemeenten en rioolbeheerders op elk moment in een oogopslag controleren of ze op schema zitten. Het aanleveren van de informatie en het respecteren van de inspecties zal trouwens een voorwaarde zijn om in de toekomst nog aanspraak te kunnen maken op GIP-subsidies (gemeentelijk investeringsprogramma) via de VMM.

Een snelle blik op de statustool leert dat bij de lancering half mei op enkele uitzonderingen na alle gemeenten klaar waren met de rioolinventaris, risicoinschatting en het inspectieplan. Nu is het zaak om de inspecties ook effectief uit te voeren tegen de gestelde deadlines. Danny Verhulst: “Niet elke kritische riool moet volledig in beeld gebracht worden met een rijdende camera. Dat zijn namelijk dure inspecties omdat de riool er eerst moet worden voor gereinigd. Van de 20.000 km die in totaal moet geïnspecteerd worden, zal maar voor 2.000 km een rijdende camera nodig zijn. De rest kan gebeuren met een statische camera die wordt neergelaten in de rioolput. Dit kan je vergelijken met een fototoestel dat aan een telescopische arm wordt neergelaten en de nodige beelden schiet. Dat zal het geval zijn voor zo’n 100.000 locaties.”

Actieplan

Het in kaart brengen van risico’s en gebreken in het rioolstelsel is een eerste noodzakelijke stap om er vervolgens acties aan te koppelen. “Naargelang de inspecties vorderen, kunnen gemeenten en rioolbeheerders maatregelen beginnen definiëren. Ook die acties moeten tegen 2027 mee in databank zitten, inclusief de vooropgestelde timing voor uitvoering,” stelt Wendy Francken, directeur van Vlario. “Alleen zo kunnen we ervoor zorgen dat onze rioleringsinfrastructuur in goede staat blijft en doet wat ze moet doen.”

11.
CODE VAN GOEDE PRAKTIJK KRIJGT OPFRISSING
Niet elke kritische riool moet volledig in beeld gebracht worden met een rijdende camera.”
Danny Verhulst
Scan de QR-code voor het dashboard of surf naar statustool.aquafin.be.
Blauwgroene maatregelen in de stad Wat vindt de Antwerpenaar ervan? AQUA 2023/2 12. Gert Vermeersch woont vlakbij een tuinstraat en is daar heel blij mee.

Meer handige tips en blauwgroene maatregelen vind je hier!

Of een tuinstraat, groendak of wadi het leven in de stad aangenamer maakt? Met die vraag gingen we op pad en in gesprek met buurtbewoners in en rond Antwerpen. Hoe kijken zij naar de blauwgroene maatregel én waar lopen ze tegenaan?

Aquafin geeft antwoorden.

Nassira Elmir (21 jaar): “Ik wist helemaal niet wat een wadi was en dat zoiets hier in de Brusselstraat in Antwerpen lag. De bloemen die hier groeien zijn prachtig en ik ben blij dat we zo een mooi parkje voor onze straat hebben, maar wat voor functie heeft die wadi dan precies?”

AQUAFIN

“Een wadi is essentieel voor de infiltratie van regenwater en om de grondwatertafel aan te vullen. Indirect heeft een wadi ook een invloed op het voorkomen van wateroverlast. Doordat het regenwater wordt opgevangen en ter plaatse kan infiltreren in de bodem, beschermt een wadi lagergelegen straten tegen overstromingen. Als het water lokaal de grond kan intrekken, hebben de waterlopen ook minder kans om op regendagen overbelast te worden. Bovendien is water lokaal bijhouden ook belangrijk om de droogteproblematiek in Vlaanderen tegen te gaan. We hebben nog een heleboel wadi’s nodig, want één wadi is maar een druppel op een hete plaat, maar we kijken uit naar een blauwgroene toekomst waarin dit normaliteit wordt.”

Jelle Debusscher (39 jaar): “Ik heb thuis een groot plat dak dat op dit moment nog onbenut is. Met het oog op zo veel mogelijk groen wil ik enkele verbouwingen plannen, waaronder ook een groendak Momenteel moeten er een paar schoorstenen vervangen worden en het dak is nog niet geïsoleerd zoals het volgens de laatste EPC-normen hoort. Ook moet de draagkracht berekend worden. Daarnaast wil ik voluit voor hennep kiezen als bouwmateriaal, maar ook dat moet nog goedgekeurd worden. Zijn er zaken waarop ik verder nog moet letten bij de aanleg van een groendak?”

AQUAFIN

“Bij het aanleggen van een groendak speelt de draagkracht van het dak inderdaad een belangrijke rol. Een groendak moet een minimum van 6 centimeter substraatdikte (ofwel dikte van opbouw) hebben om planten op te kunnen laten groeien. Hoe dikker de opbouw, des te beter de planten gewapend zijn tegen droge en hete periodes. Er kunnen dan ook andere planten geplant worden. Hennep kan gebruikt worden als isolatiemateriaal, maar een volledig dak in hennepmateriaal aanleggen, kan toch best beken worden met een architect. Vochtgevoeligheid van isolatiemateriaal is erg belangrijk met het oog op mogelijke condensatie. Meer info en uitleg over verschillende groendaken kan je ook vinden op de website Blauwgroenvlaanderen.be.”

Gert Vermeersch (34 jaar): “Ik woon vlakbij de tuinstraat in de Lange Ridderstraat in Antwerpen en ik vind dat project heel geslaagd. Het draagt bij aan het imago van de stad en maakt het aangenaam wonen. Ook is het leuk om te zien hoe sommige buurtbewoners spontaan de handen uit de mouwen steken om het gras en de bloemen mee te onderhouden. Wat wel jammer is, is dat vandalen dat harde werk soms teniet doen. Worden er nog extra tuinstraten aangelegd in Antwerpen? Ik ben namelijk fan, omdat ze de stad leefbaar kunnen houden.”

AQUAFIN

“Tuinstraten hebben inderdaad heel wat voordelen, zeker in de stad. Ze kunnen helpen bij het voorkomen van wateroverlast en bij hittestress tijdens hete zomers.”

“Een tuinstraat verhoogt ook de kwaliteit van de woonomgeving in een straat, omdat het een rustiger, groener en mooier straatbeeld creëert, en bevordert eveneens de sociale interactie en het buitenleven in een straat. Met de Green Deal Tuinstraten willen Infopunt Publieke Ruimte, Aquafin, Commons Lab en Febe aanzetten tot de aanleg van meer tuinstraten."

Linda Kelders (47 jaar): “Ik woon in de buurt van een wadi in de regio Luchtbal. Naar mijn gevoel doet de wadi zijn werk, want af en toe zie ik er ook effectief water in staan. Hevige regenval wordt daar dus goed opgevangen. Ik vraag me af of zo'n wadi ook het onderlopen van kelders kan tegenhouden? De kelders van verschillende appartementsblokken hier in de buurt staan nog altijd regelmatig onder water.”

AQUAFIN

“Eigenlijk is het zo dat een wadi niet bedoeld is om het onderlopen van kelders tegen te houden. Wel is het de bedoeling om regenwater te laten infiltreren. Meestal worden ondergelopen kelders veroorzaakt door grondwater en is dit seizoensgebonden. Heb je altijd of de hele winter lang bijvoorbeeld last van water in de kelder, dan ligt de oorzaak bij het grondwater. Grondwater is eigenlijk opgeslagen regenwater dat een weg afgelegd heeft tussen de verschillende bodemlagen. Water in je kelder na een hevige bui? Dan kan dit komen door infiltrerend regenwater. Hierbij kan een wadi in beperkte mate soelaas bieden door een grote hoeveelheid regenwater lokaal op te vangen en op een geschikte plaats te infiltreren.”

13.

Gezuiverd afvalwater is ook bron voor drinkwater

Op pagina 12 lees je hoe Aquafin samenwerkt met waterbedrijven voor gemeentelijk rioolbeheer. Ook voor de productie van drinkwater vinden we elkaar steeds vaker. Gezuiverd afvalwater is namelijk een prima basis om van te vertrekken.

Waar aan de kust vooral drinkwater gewonnen wordt uit oppervlaktewater, zijn we in Limburg sterk afhankelijk van het grondwater. “Onze natuurlijke bronnen voor drinkwater komen steeds meer onder druk te staan” zegt Han Vervaeren, Programmabeheerder Onderzoek en Ontwikkeling bij De Watergroep. “De klimaatverandering dwingt ons om op zoek te gaan naar alternatieve waterbronnen. Aan de kust leeft deze urgentie al meerdere jaren door het schommelende toerisme en de beperkte bronnen van oppervlakte- en grondwater. Maar ook elders in Vlaanderen wordt de nood naar alternatieven steeds nijpender. Het gezuiverde afvalwater van Aquafin is een van de pistes die we onderzoeken, zeker wanneer de rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) nabij een drinkwaterproductiecentrum ligt”, vertelt Han.

“Aquafin produceert jaarlijks 800 miljoen kubieke meter gezuiverd afvalwater (effluent) en is dus een essentiële partner in dit verhaal”, zegt Francis Meerburg, studieverantwoordelijke bij Aquafin. “Effluent is het jaar rond beschikbaar en heeft een vrij constante kwaliteit. Het is dus een betrouwbare bron, ook in tijden van droogte.” “Samenwerken is van groot belang om ook in de toekomst onze drinkwatervoorziening veilig te stellen”, vindt Han.

Technieken onderzoeken in Woumen

Die samenwerkingen uiten zich in verschillende (Blue Deal-)projecten. Een van de projecten tussen Aquafin en De Watergroep ligt in Woumen1 (Diksmuide).

Daar wordt waterproductiecentrum (WPC) De Blankaart van De Watergroep voornamelijk gevoed door het oppervlaktewater van de IJzer en de Blankaartvijver. “In de zomer krijgen we steeds vaker te maken met bevoorradingsproblemen en een verminderde kwaliteit van het oppervlaktewater”, vertelt Han. “Ons waterproductiecentrum ligt in de buurt van de RWZI van Woumen. Een mooie opportuniteit om samen met Aquafin te bekijken of en hoe we effluent kunnen inzetten als aanvullende waterbron voor WPC De Blankaart.”

“In een pilootinstallatie op onze RWZI testen we de werking van verschillende technieken, zoals ultrafiltratie, omgekeerde osmose, actieve koolfiltratie en desinfectie met UV. We onderzoeken hoe elke techniek zich gedraagt als we deze toepassen op effluent”, legt Francis uit. “We kijken bijvoorbeeld naar hoe vaak membranen moeten worden gereinigd, of welke voorfilters nodig zijn. Aangezien de technieken afzonderlijk hun nut al bewezen hebben, onderzoeken we vooral welke combinatie van technieken de beste is met het oog op energie- en kostenefficiëntie en hoe we de precieze kwaliteit kunnen aanbieden die De Watergroep nodig heeft. Het is een kwestie van de juiste puzzel te leggen”, aldus Francis.

“Het is niet omdat een technologie op locatie A goed werkt dat je die zomaar kan copy-pasten naar locatie B”, vult Han aan. “Elke locatie is anders, elk water is anders. Dat maakt dat er geen kant-en-klaar scenario is en we per regio op zoek moeten gaan naar de beste oplossing.”

“Tegenwoordig is het technisch mogelijk om vanuit elke waterbron zuiver water te maken. De uitdaging zit ‘m vooral in de risicobeoordeling en de betrouwbaarheid van het hele systeem, de kostprijs en de ontstane afvalwaterstromen.”

De piloot in Woumen werd opgestart in maart 2023 en loopt op dit moment nog volop. “We laten de installatie een volledig jaar draaien om alle seizoenseffecten – denk aan droge en minder droge periodes, de landbouwseizoenen, … – mee in rekening te kunnen nemen”, merkt Francis op.

Ondergrondse waterberging in Aalst en Sint-Truiden

In Aalst2 wordt gekozen voor omgekeerde osmose als zuiveringstechniek om effluent direct op te waarderen tot drinkwater. Het unieke hier is dat het opgezuiverde effluent ondergronds wordt geïnjecteerd en wordt opgeslagen in de bodem via de ASR-techniek, Aquifer Storage and Recovery. “ASR is een vorm van wateropslag in de diepe ondergrond en heeft heel wat voordelen”, legt Bart De Gusseme uit, Senior Expert Innovation Water bij Farys de drinkwatermaatschappij en trekker van het project. “Bij ondergrondse waterberging kunnen we vraag en aanbod beter op elkaar afstemmen. In de winter is de vraag naar water kleiner, maar het aanbod groter. Die overschotten kunnen we opslaan in de bodem en opnieuw oppompen bij waterschaarste in de zomer. Op die manier bouwen we een ‘winter-zomer batterij’ voor drinkwater.”

“De opslag in de bodem komt ook de waterkwaliteit ten goede", zegt Francis. “De natuurlijke filterfunctie van de bodem zorgt voor een extra barrière tegen pathogenen” “Ook in Sint-Truiden3 start er binnenkort een project met ondergrondse opslag. Daar zorgen de krijtlagen voor de mineralisatie van het water.”

AQUA 2023/2 14.

“De bodemlaag vormt bij ASR bovendien een natuurlijke tussenstap in het productieproces, waardoor we van indirect hergebruik van afvalwater spreken.”

Op de site in Aalst worden momenteel de boringen voor de ASR-putten uitgevoerd. In het najaar start de constructie van de zuivering zelf. “Op dit moment monitoren we vanuit Aquafin de kwaliteit van ons effluent op bepaalde extra paramaters die belangrijk zijn voor Waterunie (een samenwerking tussen Farys en De Watergroep) voor het ontwerp van hun zuiveringsinstallatie”, vertelt Francis. “We meten het zoutgehalte, de bacteriële verontreiniging, en Waterunie bepaalt ook de hoeveelheid PFAS, zodat ze hun membraantechniek er perfect op kunnen afstemmen.”

Volgens de huidige planning zou de installatie in Aalst operationeel moeten zijn tegen eind 2025.

Samenwerken is de boodschap

Hergebruik van effluent kadert in een duurzaam watergebruik. “We moeten spaarzaam omgaan met ons drinkwater, grondwater en oppervlaktewater. Dankzij de technologieën die op punt staan, is het gebruik van gezuiverd afvalwater dus een alternatieve waterbron geworden voor de productie van drinkwater”, zegt Han. “Al moeten we ons ervan bewust blijven dat de huidige oplossingen nog niet perfect zijn. Een volgende stap is bijvoorbeeld om meer circulair om te springen met reststromen.”

“We moeten evolueren naar een duurzame samenwerking op lange termijn tussen Aquafin en industrieën die met vaste contracten en met vaste afnamevolumes kunnen werken”, zegt Francis. “Door de handen in elkaar te slaan, zetten we samen een waterslimme en waterrobuuste toekomst op poten”

1. Het project in Woumen is deel van een Europees Horizon project (B-WaterSmart, project nr 869171)

2. Het project in Aalst is een Blue Deal-project (DEEPER BLUE) van Waterunie, een samenwerking tussen Farys en De Watergroep

3. Het project in Sint-Truiden is deel van een Europees Horizon-project (Natalie) en een samenwerking tussen De Watergroep, KWR, AGT en Aquafin.

15.
Op de RWZI in Aalst worden op dit moment buizen in de grond geboord. Via deze buizen zal het opgezuiverde effluent in de bodem geïnjecteerd en weer opgepompt worden.
Aquafin produceert 800 miljoen m3 gezuiverd afvalwater per jaar en is een essentiële partner het hergebruikverhaal.”
Francis Meerburg

‘De natuur is veerkrachtig, zo lang je de juiste maatregelen neemt’

Of je aan de hand van het aantal en de soort vissen in een waterloop iets kunt zeggen over de waterkwaliteit in Vlaanderen? Ja, dat kan. En die waterkwaliteit is er sinds de opstart van Aquafin in 1990 drastisch op vooruitgegaan, met een spectaculair herstel van het visbestand als gevolg. Maar we zijn er nog niet. Om tegen 2027 de Europese doelstelling van een ‘goede ecologische toestand’ van onze waterlopen te halen, moeten we met z’n allen nog heel wat stappen zetten.

Als aquatisch bioloog is Jeroen Van Wichelen goed geplaatst om iets te vertellen over de link tussen waterkwaliteit en de biodiversiteit aan en in de Vlaamse waterlopen. Jeroen werkt voor het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO). Het INBO is het onafhankelijk onderzoeksinstituut van de Vlaamse overheid dat via toegepast wetenschappelijk onderzoek, data- en kennisontsluiting het biodiversiteitsbeleid en -beheer onderbouwt en evalueert.

Aqua: Hoe monitort het INBO de biodiversiteit in Vlaanderen en de kwaliteit van oppervlaktewater?

Jeroen: “Oppervlaktewater kan je opdelen in stilstaande en stromende wateren en die moeten voor Europa gemonitord worden. Dat gebeurt aan de hand van vier verschillende kwaliteitselementen. Visbestand is daar één van. De drie anderen zijn: de watervegetatie, fytoplankton (algen) en de macroinvertebraten. De data die het INBO verzamelt, gaan naar de Vlaamse Milieumaatschappij die verder rapporteert aan Europa. Mijn team is gefocust op de vismonitoring, zowel in stromende als in stilstaande wateren.”

Aqua: En wat vertelt die vismonitoring ons over de waterkwaliteit in Vlaanderen?

Jeroen: “Er is een heel sterke verbetering gebeurd, en die is vooral te danken aan de waterzuiveringsinfrastructuur die sinds de jaren ‘90 is uitgerold. Dat heeft vrij snel gezorgd voor een spectaculair herstel van de visbestanden. We komen van zo goed als visloos water in de beginjaren ’90 tot water waar bijna overal vis in zit. In minder dan 5% van onze locaties vinden we geen vis. Dat is spectaculair!”

16.
AQUA 2023/2
Het INBO monitort het visbestand in Vlaamse waterlopen. Vis is één van de vier kwaliteitselementen die de ecologische toestand van waterlopen in Europa bepalen.

Aqua: Zien jullie evoluties in de biodiversiteit? Leidt verbetering tot terugkeer van soorten?

Jeroen: “Ja, de meest in het oog springende soort is de fint, die was al meer dan 60 jaar verdwenen. Dat is een vis die via de zee het Schelde-estuarium inzwemt om te paaien, tot zelfs in de Rupel. De Rupel ontvangt zijn water o.a. via de Zenne. Daar is de waterkwaliteit fel verbeterd sinds Brussel zijn afvalwater helemaal zuivert. De otter is ook terug, en dat heeft volledig te maken met het herstel van de visbestanden. De otter als typische vispredator vindt weer voedsel in zijn habitat. In heel Europa verbetert het otterbestand. Een andere soort die van vispopulaties afhangt en dus is toegenomen is, is de aalscholver. Zodra er terug vis rondzwemt, zien we andere diersoorten terugkomen.”

Aqua: Dus meer vis in onze Vlaamse rivieren beken! Reden tot juichen?

Jeroen: “Er komen inderdaad terug meer vissen voor, maar ze zijn wel nog vervuild. Het INBO gebruikt vis als biomarker om de aanwezigheid van polluenten in de rivieren te onderzoeken. We doen bijvoorbeeld regelmatig staalnames van paling en kijken in het spierweefsel welke polluenten daar in zitten. Zo kunnen we op basis van de vis hotspots van polluentenproblematiek aanduiden. Vooral in de waterbodem zit nog veel historische vervuiling die doorsijpelt in de vis, zoals zware metalen, pesticiden, PFOS, ... We meten bijvoorbeeld nog altijd insecticiden in vis terwijl dat al 40 à 50 jaar verboden is. Die vervuilende stoffen zitten nog steeds in het milieu, ze breken heel traag af.

Aqua: Europa zet dus nog meer in op een verbetering van de waterkwaliteit, met o.a. de Kaderrichtlijn Water die voorschrijft dat de waterkwaliteit van de Europese wateren aan bepaalde eisen moet voldoen. Wat zijn die eisen en hoe staat Vlaanderen ervoor?

Jeroen: “Er is een doelstelling vooropgesteld om tegen 2027 een ‘goede ecologische toestand’ te behalen. Die goede ecologische toestand wordt dus bepaald door de 4 eerder vermelde kwaliteitselementen. Is één van die elementen niet goed, dan krijgt het volledige waterlichaam de score ‘niet goed’. Dat is een vrij strenge beoordeling. Als we enkel naar vis kijken, voldoet maar 7% van onze meetpunten aan een goede toestand. Als je alle vier kwaliteitselementen in rekening brengt, is er nog maar één waterlichaam in Vlaanderen dat voldoet aan de ecologische vereisten! Dat is Eisden mijn: een grindwinningsput aan de Maas, dus zelfs geen natuurlijk maar een kunstmatig waterlichaam. Dat is bijzonder weinig, we zijn er nog lang niet.”

Aqua: Als de waterkwaliteit verbetert, waarom wordt het dan toch een uitdaging om die Europese doelstelling te halen?

Jeroen: “Daar doen we nu volop onderzoek naar. De waterkwaliteit is inderdaad spectaculair verbeterd: 86% van het afvalwater wordt gezuiverd in Vlaanderen tegenover 30% begin jaren ’90 (bron: VMM). Maar er is dus nog een deel dat ongezuiverd wordt geloosd.”

“Een andere oorzaak is de onnatuurlijke waterhuishouding die de mens zelf heeft veroorzaakt. De afgelopen decennia hebben we onze rivieren grotendeels gekanaliseerd en ingedijkt. Al het water dat normaal overstroomt in overstromingsgebieden en daar langzaam in de bodem sijpelt, wordt nu meteen afgevoerd wat een negatieve impact heeft op de habitat van planten- en diersoorten. Een overstromingsgebied is namelijk een belangrijke habitat voor veel vissoorten maar ook voor amfibieën, planten, ..”.

“Voor vis is het bijvoorbeeld ideaal paaigebied: ondiepe systemen waar water snel opwarmt tussen vegetatie waar bovendien veel voedsel te vinden is.”

“Een derde oorzaak zijn plotse gebeurtenissen die het systeem heel grondig verstoren zoals het incident met bietenpulp uit een Noord-Franse suikerfabriek in april 2020. Na een dijkbreuk kwam er honderdduizend kubieke meter vervuild slib in de Schelde terecht dat zich langzaam verspreidde richting de monding. In Wallonië is bijna het volledige visbestand gestorven. Dat zijn rampen, omdat je de winst die je hebt gehaald van jaren verbetering van de waterkwaliteit in één klap tenietdoet. Maar het gebeurt ook op kleine, niet altijd zichtbare schaal via overstortwerking. Een overstort brengt op een bepaald moment een grote vuilvracht in een waterloop. In een waterloop met een laag debiet en weinig volume kan zo’n overstort een gigantische impact hebben. De algemene waterkwaliteit verbetert, maar die overstortwerking zal steeds een grotere impact hebben. Bovendien wordt niet alleen het herstel van de waterloop onderbroken, je zet misschien ook de deur open voor invasieve exoten die beter gedijen in dat soort wisselende omstandigheden.”

Aqua: Om die Europese doelstelling te halen, moeten we dus met z’n allen blijvend inspanningen leveren. Ben je hoopvol, Jeroen?

Jeroen: “Ja, de natuur is veerkrachtig en kan zeker herstellen als de mens de juiste maatregelen neemt, zoals de verdere uitbouw van de waterzuiveringsinfrastructuur. Dan zie je een spectaculaire verbetering. Of neem het estuarium van de Schelde. Dat is een uniek systeem. In heel West-Europa zijn de meeste van dat soort rivieren afgedamd. Bij ons is dat een vrij stromende rivier van de mondig tot in Gent. Dat is 160 km waar het getij in kan doordringen en waar bepaalde vissoorten terug opduiken. Ook in de overstortwerking willen we in de komende jaren belangrijke stappen zetten. Het INBO, VMM en Aquafin zijn een samenwerking opgestart om de ecologische impact van overstorten in de toekomst te beperken. Je hebt vooral een mentaliteitswijziging nodig. Die is er gelukkig al wel bij velen, de natuur wordt meer gewaardeerd dan vroeger.” “

17.
De waterkwaliteit is spectaculair verbeterd: 86% van het afvalwater wordt gezuiverd in Vlaanderen.”
De Grote Modderkruiper is één van de vervuilingsgevoelige soorten die is teruggekeerd.

Farys en Aquafin voor het eerst samen rioolbeheerder

Gemeentelijk rioolbeheer wordt almaar complexer en vraagt steeds meer specialisatie. Ruim twee derde van de Vlaamse steden en gemeenten besteden die zorg ondertussen uit aan een rioolbeheerder. Drie drinkwaterbedrijven werken hiervoor nu al structureel samen met Aquafin. Met een vierde, Farys, zetten we een eerste samenwerking op voor de stad Aalst.

De kaderrichtlijn Water, standaarden en minimumvoorwaarden voor rioolinspecties en -onderhoud, de gevolgen van de klimaatverandering die zich laten voelen in lokale wateroverlast en lange droogtes, … : gemeentelijke technische diensten staan voor grote uitdagingen waarvoor ze vaak niet voldoende capaciteit hebben. Het rioolbeheer uitbesteden aan een gespecialiseerd rioolbeheerder geeft dan ademruimte. Bijvoorbeeld aan het drinkwaterbedrijf dat instaat voor de drinkwaterlevering in de regio. Aquafin heeft intussen met De Watergroep, water-link en Pidpa een samenwerkingsvorm waarin elke partij gespecialiseerde taken op zich neemt. Recent werd ook een eerste samenwerking met Farys opgezet, voor het rioolbeheer van de stad Aalst.

Accountmanager Koen De Winne (Aquafin): “Het contract voor gemeentelijk rioolbeheer dat stad Aalst had afgesloten met Aquafin liep af in 2021. De stad heeft dan een nieuw bestek op de markt gebracht dat een tiental verschillende services rond rioolbeheer bevatte: beheer en updaten van databanken, beschikbaar stellen van afkoppelingsdeskundigen en uitvoeren van keuringen, projectmanagement, plaatsen van IBA’s, grondverwerving, … In het kader van dat gepubliceerde bestek zijn Aquafin en Farys, de drinkwaterleverancier in Aalst, rond de tafel gaan zitten om te bekijken hoe we een gezamenlijk aanbod konden uitbrengen naar de stad toe.”

“We hebben de taken verdeeld op basis van de sterktes van beide partijen”, gaat Dirk Verbeelen, directeur netinfradiensten bij Farys, verder. “Zaken die dicht bij de burger liggen – zoals bijvoorbeeld de plaatsing van IBA’s- zullen vooral door Farys worden opgenomen. Ook het beheren en updaten van de gemeentelijke rioleringsdatabank zal door ons gebeuren. Andere modules zoals asset management, afkoppelingen, beheer en onderhoud van pompstations en hydraulische structuren worden door Aquafin behartigd.”

Geen copy-paste

“De samenwerking die we nu hebben uitgetekend is volledig geënt op de noden en de bezorgdheden van de stad”, gaat Koen De Winne verder. “Voor elke service hebben we bekeken wie de beste partij is om die bepaalde taak uit te voeren. Maar dat betekent niet dat de samenwerking die we hier hebben in de toekomst ook gewoon copy-pasten voor andere steden of gemeenten. We gaan steeds kijken wat het best passende aanbod is en op basis daarvan wordt dan de taakverdeling vastgelegd. De historische achtergrond in zo’n dossiers en taken is namelijk zeer moeilijk overdraagbaar. Aquafin voert bijvoorbeeld al tien jaar het asset management uit voor Aalst. Mede daardoor is het één van de steden waar de meeste inspecties zijn uitgevoerd en waar de meeste herstellingen op rioleringen en collectoren worden uitgevoerd. Ze voldoen nu al aan de Vlaamse voorwaarden. Op het vlak van asset management heeft Aquafin in Aalst dus een historische kennis opgebouwd die je niet zomaar kan overdragen. In andere steden of gemeenten is dat misschien omgekeerd en zit die historische kennis vooral bij Farys. Daarom bekijken we elk dossier afzonderlijk en gaan we na hoe we het beste onze krachten bundelen.”

Dirk Verbeelen: “Ook kostenefficiëntie speelt daarin een rol. De pompstations van Aalst zijn vandaag in beheer bij Aquafin. Farys heeft ook een afdeling die pompstations beheert, maar het heeft geen zin om alles over te zetten van het ene systeem naar het andere. Er zouden dan bijvoorbeeld sturingen moeten aangepast worden, wat alleen maar extra kosten met zich meebrengt.”

AQUA 2023/2
De samenwerking die we nu hebben uitgetekend, is volledig geënt op de noden en de bezorgdheden van de stad.”
18.
Koen De Winne

Voordeel voor klantgemeente

Het samenwerkingsverband tussen Aquafin en Farys levert twee synergieën op waar de stad Aalst z’n voordeel kan uithalen. “Enerzijds is er de synergie tussen drinkwater en afvalwater, anderzijds tussen de stedelijke infrastructuur en de bovengemeentelijke infrastructuur”, aldus Koen De Winne.

Dirk Verbeelen van Farys beaamt dat. “Bovengemeentelijke en gemeentelijke opdrachten kan je niet los zien van elkaar. Dat we beide aspecten naar voor brengen voor Aalst is volgens mij net de sterkte van onze samenwerking. Als drinkwatermaatschappij pleiten wij voor het verticale integratiemodel, waarbij de drinkwatermaatschappij - waar ze ook instaat voor de distributie van drinkwater - mee aan tafel zit voor de riooloperaties. We hanteerden in het verleden altijd het model van intergemeentelijke samenwerking, waarbij een gemeente moest toetreden tot het intergemeentelijk samenwerkingsverband. Maar we zien vandaag, en dat is al een aantal jaren zo, dat er gemeenten zijn die er voor kiezen om hun rioleringsinfrastructuur in eigen hand te houden. Dat respecteren we natuurlijk bij Farys, maar we willen wel de expertise die we hebben opgebouwd bij andere gemeenten via een dienstverleningsovereenkomst ter beschikking stellen. Ik denk dat de samenwerking met Aquafin op dat vlak sterk is en voor de klantgemeenten wel een extra troef kan zijn.”

Samenwerking verdiepen

Voor rioolbeheerders staan er in de nabije toekomst nog enkele uitdagingen te wachten, zoals de uitbouw van het overstortmeetnet. Dat was vroeger vooral een bovengemeentelijke activiteit. “Lokale rioolbeheerders kunnen dat nu allemaal apart beginnen opzetten, maar het lijkt me verstandiger om naar een gezamenlijke aanpak te gaan. Ik heb er dus zeker oren naar om de samenwerking tussen Farys en Aquafin nog te verdiepen”, stelt Dirk Verbeelen.

“Er zijn inderdaad raakvlakken waar in de toekomst nog efficiëntieverbetering te halen is”, zegt ook Koen De Winne. “Rioleringsprojecten met zowel een bovengemeentelijk als een gemeentelijk aandeel zou je als één kunnen bekijken. Een opsplitsing van (het beheer van) lokale en bovenlokale infrastructuur vergroot alleen de complexiteit van het beheer van kwetsbare assets. Bovendien kunnen bij de verdere uitbouw besparingen gerealiseerd worden door een integrale benadering. Verschillende databanken zouden kunnen samensmelten tot één databank waar iedereen toegang tot heeft. Het is dus best mogelijk dat we in de toekomst structureler of meer gestroomlijnd gaan samenwerken om zo efficiënter te werken naar het halen van de Europese doelstellingen.”

Hier werkt Aquafin samen met een drinkwaterbedrijf

l Water-link in samenwerking met de Aquafin

l Riopact (De Watergroep en Aquafin)

l Farys in samenwerking met Aquafin

l Pidpa in samenwerking met Aquafin

19. “
Bovengemeentelijke en gemeentelijke opdrachten kan je niet los zien van elkaar. Dat is de sterkte van onze samenwerking.”

Scholen pakken hun grijze speelplaats aan

Veel speelplaatsen zijn nog altijd monotone, grijze oppervlakken. Zo’n tegelplein is weinig uitnodigend en vooral ook bloedheet op warme dagen en vol plassen bij regenweer. Op blauwgroenvlaanderen.be vind je inspiratie voor de klimaatrobuuste inrichting van schoolpleinen.

We merkten bij Aquafin de voorbije jaren dat de nood aan een natuurlijke speelen leeromgeving groot is, maar dat het meestal ontbreekt aan kennis en middelen. Daarom gaven we 10 scholen een starttraject met BLES cadeau, expert in het combineren van leren en spelen in en met de natuur. Tijdens het traject leerden ze hoe je een projectdossier samenstelt, technische knopen ontwart, de juiste mensen betrekt, subsidies aanvraagt, … Vijf scholen zitten intussen in de ontwerpfase en starten binnen het jaar aan de realisatie van hun droomspeelplaats.

Dynamisch en multifunctioneel

Een kwalitatieve en duurzame ombouw van verharde pleinen naar prikkelende, leer- en speelplekken vraagt tijd. “Scholen aanvaarden dat ook,” volgens Cedric Ryckaert van BLES.

“Ze zien de buitenruimte meer en meer als een verlengde van hun klaswerking. De vergroening vinden ze een fijne uitdaging, maar de speelplaats moet ook een dynamische plek zijn waar elke schoolactiviteit, van les over sport tot feest, kan plaatsvinden.” Scholen zetten bovendien bewust sterk in op klimaatadaptatie. Cedric: “Een blauwgroene inrichting zit steevast in de ontwerpen. Met bomen en groene gevels wordt schaduw en verkoeling gecreëerd en water krijgt niet alleen een rol als spelelement, maar er is ook plaats voor infiltratie en hergebruik. Ons doel is eigenlijk om geen regenwater meer naar de riool te sturen.”

Laaghangend fruit

Elk project is natuurlijk maatwerk, er is geen standaard die voor elke school past. Een constante is wel de maximale betrokkenheid van leerlingen en ouders.

“We organiseren infomarkten waarop de plannen worden voorgesteld en de ontwerpers gaan aan de slag met de input van de kinderen, hun ouders en leerkrachten. Een nadeel is dat zo’n groot, participatief project 3 tot 4 jaar duurt van start tot uitvoering. Via kleine ingrepen proberen we het laaghangend fruit te plukken om ondertussen het enthousiasme hoog te houden.”

Wat ook helpt om het eindresultaat voor ogen te houden, zijn mooie, realistische toekomstbeelden. Zoals die van GVB Centrumschool in Kuurne hierboven.

VLAAMSE SUBSIDIES VOOR GROENE SPEELPLAATSEN

Het kostenplaatje van een duurzame ombouw naar een groene speelplaats is voor veel scholen een forse barrière. Wil je kans maken op subsidiëring vanuit de Vlaamse overheid? Dien dan je projectvoorstel in voor 18 september. Meer info: https://omgeving.vlaanderen.be/oproepnatuur-in-je-school

20. AQUA 2023/2
GVB Centrumschool in Kuurne: links zie je een speelzone met waterelement, rechts een voorbeeld hoe een sportterrein toch groen kan worden ingericht. © Studio Basta Scan de code en laat je inspireren

Zomerevents met de steun van Aquafin

Aquafin zet graag de schouders onder duurzame projecten of activiteiten die een duidelijke link leggen met propere waterlopen en een leefomgeving in harmonie met water. Deze zomer staan STROOM, de Big Jump en Love Tomorrow Conference op de planning.

STROOM – juni/juli

Elke dag werkt Aquafin aan proper water waarlangs het aangenaam vertoeven is. Een kernactiviteit waar we al meer dan 30 jaar mee bezig zijn en daar plukt onder meer STROOM de vruchten van. STROOM is een festival in juni en juli dat bezoekers meeneemt langs unieke plekjes aan de Schelde tussen Antwerpen en Gent. Want waar de Schelde in de jaren ‘80 nog een open riool was, herleeft de rivier vandaag weer.

Big Jump – 9 juli

Hoewel de waterkwaliteit er de laatste jaren sterk op is vooruitgegaan, zijn we er nog niet. Zeker als het gaat over plasticvervuiling is er nog werk aan de winkel. Daarom organiseert GoodPlanet op 9 juli 2023 opnieuw een Big Jump. Dat is een internationale actie waarbij mensen op verschillende plaatsen in Europa gelijktijdig in rivieren, kanalen en vijvers springen om extra aandacht te vragen voor de waterkwaliteit. Dit jaar focust de organisatie op het plastic in onze rivieren, zowel in micro- als macrovorm. Op onze rioolwaterzuiveringsinstallaties verwijderen de stappenroosters alle grote plasticvervuiling uit het binnenkomende afvalwater.

De micro-organismen in de biologische zuivering vangen op hun beurt gemiddeld 97,5% van de microplastics af. Dat is nodig, als je weet dat elke Vlaming verantwoordelijk is voor gemiddeld 400.000 partikeltjes microplastics per jaar. In Vlaanderen zijn er dit jaar maar liefst 20 springplaatsen waar je kan deelnemen aan de Big Jump! Aquafin springt uiteraard ook mee!

Love Tomorrow Conference –27 juli

Meewerken aan propere waterlopen, is meewerken aan een mooiere toekomst! En dat is ook waar het op donderdag 27 juli om draait tijdens de tweede editie van Love Tomorrow Conference Love Tomorrow Conference is een event van Love Tomorrow, het duurzaamheidsplatform van Tomorrowland, en krijgt de steun van Aquafin. Op het festivalterrein van De Schorre inspireren sprekers die dag over hoe we vandaag de krachten moeten bundelen voor impact op morgen. Op de conferentie rond duurzaamheid krijgt ook water een prominente plaats, want water – en vooral proper water – zal de komende jaren nog belangrijker worden voor onze maatschappij en de economie.

21.

Minder energie voor dezelfde waterkwaliteit

Waterzuivering is een erg energie-intensief proces. Met meer dan 300 rioolwaterzuiveringsinstallaties is Aquafin dan ook een van de grootste energieverbruikers in Vlaanderen. Logisch dus dat we permanent zoeken naar manieren om dat verbruik te verminderen. Zoals bijvoorbeeld door het verfijnen van automatische sturingen.

In het zuiveringsproces is het vooral de beluchting die heel veel energie vraagt. Zowat de helft van de totale energievraag van een rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) komt van dat deel van het proces waar micro-organismen zich voeden met de opgeloste vuildeeltjes in het afvalwater. Hiervoor wordt het afvalwater ‘belucht’ door er zuurstof in te brengen. Dat is met name van belang voor het omzetten van stikstof naar nitraat (nitrificatie), dat vervolgens in een periode van nietbeluchting wordt omgezet naar stikstofgas.

Wouter Maenhout, procesingenieur bij Aquafin, startte enkele jaren terug een uitgebreide studie met als doel het nitrificatieproces energiezuiniger te maken zonder in te boeten op de kwaliteit van het gezuiverde afvalwater.

Aanpassingen in de software van de automatische sturing bleek het meeste potentieel te hebben om energie-efficiënter te beluchten. Samen met collega Koen Pauwels werkte Wouter vervolgens een aangepaste sturing uit, die ze de naam EcoTurbo gaven. Nu de vernieuwde sturing wordt uitgerold, blijkt ze in praktijk een schot in de roos.

Fijnere bellen

“Het basisidee is dat er fijnere luchtbellen gemaakt worden door langer aan een lager luchtdebiet te beluchten. Dat is een stuk energie-efficiënter dan korter beluchten aan een hoog luchtdebiet,” legt Wouter uit. “Daardoor zijn de RWZI’s met een bellenbeluchting het meest aangewezen om de EcoTurbo-sturing op toe te passen. Meer fijne bellen hebben samen een groter contactoppervlak met het water dan grote, maar minder bellen, waardoor er meer zuurstof kan migreren van de luchtbel naar het actief slib. En dat slib heeft die zuurstof nodig om ammonium en andere vuilvracht af te breken. Daarnaast worden fijne luchtbellen ook langer meegesleept door de stroming alvorens aan het oppervlak te komen.”

Momenteel is de nieuwe sturing op een 20-tal installaties met bellenbeluchting toegepast en staan er dit jaar nog eens 20 om te schakelen installaties op het programma. Uiteraard verschillen de resultaten van locatie tot locatie, maar in grote lijnen tonen de eerste analyseresultaten aan dat er tot 20% minder beluchtingsenergie nodig is met de EcoTurbo-sturing, terwijl de kwaliteit van het effluent op peil blijft. Op jaarbasis komt dat neer op een besparing van om en bij de 700.000 euro.

Afgestemd op vuilvracht

“De EcoTurbo-sturing is eigenlijk geen volledig nieuwe sturing, maar een optimalisatie van de aansturing van de beluchters tijdens de beluchte fase”, vult procesingenieur Koen Pauwels aan. “We behouden de oude sturing, maar zetten er een extra functionaliteit op. Die zorgt ervoor dat de beluchting in Eco-modus werkt wanneer er weinig vuilvracht toekomt op de installatie. Dat betekent gedurende langere tijd heel fijne luchtbelletjes vrijgeven door toestellen op een lager toerental te laten draaien.”

AQUA 2023/2
22.
De beluchting is de grote energievreter van een zuiveringsinstallatie.

“Wanneer er anderzijds veel vuilvracht toekomt, zal automatisch de Turbo-modus gestart worden. Dan is er minder focus op energie-efficiëntie door op korte tijd het slib van heel veel zuurstof te voorzien. Dat is het grote verschil: met de oude sturing kon je enkel kiezen tussen wel of niet beluchten en werd er geen rekening gehouden met de hoeveelheid vuilvracht die op dat moment toekwam op de installatie. Er was maar één zuurstofsetpunt om toestellen op aan te sturen. Wanneer de beluchting aansloeg, ging die eigenlijk altijd uit van een scenario waarbij er veel vuilvracht toekomt. Resultaat: altijd grote bellen tijdens de beluchtingsfase”.

“Met de aangepaste sturing trachten we ook de blowers zo dicht mogelijk bij hun optimale rendementspunt te laten draaien. Zo kan het bijvoorbeeld interessanter zijn om twee blowers aan 50%, en dus een lager luchtdebiet, te laten draaien dan één blower aan 100% en dus een hoger luchtdebiet,” vervolgt Koen Pauwels.

Zoeken naar de juiste instellingen

Als de EcoTurbo-sturing wordt geactiveerd op een RWZI, is het altijd even zoeken naar de juiste instellingen. Aangezien de grootste energiewinst te halen is in de Eco-stand, is vooral de instelling van dat setpunt en de balans tussen Eco en Turbomode belangrijk.

Wouter Maenhout: “Je kiest een bepaalde instelling, bijvoorbeeld 1,5 mg/l en volgt dan vooral op basis van de ammoniumwaarde in het beluchtingsbekken op of de ammonium voldoende snel wordt afgebroken. Is dat niet zo, dan pas je het setpunt voor de Ecosturing aan naar bijvoorbeeld 1,7 mg/l. Merk je dat de ammonium heel snel wordt afgebroken, dan kan je aanpassen naar bijvoorbeeld 1,2 mg/l.”

“In het begin is het dus even zoeken, maar eens je de juiste setpunten gevonden hebt, kan alles min of meer automatisch verlopen. En alles wat je als Eco-setpunt lager instelt dan vroeger bij het enige setpunt, betekent sowieso energiewinst.”

Wouter ziet nog mogelijkheden om in de toekomst ook andere parameters laten mee te spelen en zo nog meer te besparen op de energiefactuur. “Veel van onze RWZI’s hebben zonneparken. De EcoTurbo-sturing zou zodanig kunnen ingesteld worden dat je vooral energie gaat gebruiken wanneer de zonnepanelen die het meest opwekken. Ook met de schommelingen van de energieprijzen zou je rekening kunnen houden om nog meer te besparen. We zijn dus al op goede weg, maar er is zeker nog potentieel om in de toekomst nóg energie-efficiënter te werken.”

Koen Pauwels en Wouter Maenhout zien in de toekomst nog meer energiebesparing mogelijk met de EcoTurbo-sturing.
Dankzij de EcoTurbo-sturing besparen we op jaarbasis 700.000 euro aan energiekosten.”
23.
Koen Pauwels

Love Tomorrow Conference

Met sterke blauwgroene netwerken bouwt Aquafin mee aan een mooiere wereld voor the people of tomorrow. Daarom zijn wij trotse partner van de Love Tomorrow Conference, een duurzaamheidsevent op 27 juli 2023 in de Schorre, Boom.

Ook meebouwen aan morgen? Bij Aquafin vind je jobs met impact. Solliciteer voor jouw job van de toekomst via de QR-code en wie weet kom jij op gesprek bij één van onze recruiters in het enige echte Tomorrowland-reuzenrad! Zien we jou daar?

INFO EN TICKETS VIA
Aquafin op
Love Tomorrow
Bezoek
de
Job Fair
JOUW JOB VAN DE TOEKOMST
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.