


4
In gesprek met VVSG: “Gemeenten, wees ambitieus en realistisch”
22
Wat Sint-Niklaas leerde uit zijn eerste riothermieproject
4 6 10 12 14 18 24 26
NIEUWE VISIES, NIEUWE KANSEN, DEZELFDE UITDAGINGEN
4 “Gemeenten, wees ambitieus en realistisch”
6 Een mooiere Molenbeek in het Leuvense
8 Een goede match voor propere waterlopen
10 Een circulaire booropdracht
12 Hoe vertaal je veiligheid?
EFFICIËNT RIOOLBEHEER
14 Krachten bundelen voor een efficiënt rioolbeheer
16 Tijd voor innovatieve rioolinspectie
18 Als spaghettisaus niet in de riool mag, waardanwel?
ENERGIE UIT AFVALWATER IN STROOMVERSNELLING
20 Riothermie, what’s in it for me?
22 Verwarmen met riothermie krijgt een boost door sectorsamenwerking
24 Spot opportuniteiten en maak ze concreet
26 Van restproduct tot groen gas
V.u.: Jan Goossens, Dijkstraat 8, B-2630 Aartselaar, ondernemingsnummer 0440.691.388
Het contactcenter van Aquafin is op weekdagen te bereiken van 8 uur tot 17 uur, op het nummer 03 450 45 45, of via contact@aquafin.be
Noodnummer buiten de werkuren: 0800 16 603
Ombudsdienst: ombudsdienst@aquafin.be Aqua niet meer ontvangen? Mail naar redactie@aquafin.be Aqua wordt gedrukt op milieuvriendelijk papier.
Fotografie: Aquafin, Frederik Beyens, Silke Van Rooy, Nicolas Herbots, Shutterstock
Volg Aquafin NV op
2024 was een verkiezingsjaar. 2025 wordt een jaar van nieuwe visies en nieuwe kansen.
Aan het werk dat op de plank ligt, kunnen we niets veranderen. Wat wel kan, is het netwerk waarin we samenwerken zo sterk en complementair mogelijk maken. Fijn om te zien dat ook steeds meer stakeholders op zoek gaan naar wat ons verbindt in plaats van te focussen op de verschillen. Die verbinding is essentieel. Alleen zo kunnen we, en durven we samen risico’s nemen en nieuwe, innovatieve wegen verkennen. Alleen zo creëren we écht maatschappelijke impact en meerwaarde. Alleen zo slagen we erin om onze kostbare publieke ruimte kwalitatief en toekomstgericht in te richten.
Rioleringsprojecten enkel en alleen benaderen vanuit de kaderrichtlijn Water zou haaks staan op die brede invulling van de publieke ruimte. Combineer daarom de noodzakelijke infrastructuurwerken met blauwgroene maatregelen en een slim waterbeheer. Op die manier kruis je meerdere vakjes aan: én de kaderrichtlijn, én duurzame mobiliteit, én klimaatadaptatie, én sociale beleving, én …
Ik wil nieuwe lokale besturen namens Aquafin daarom uitnodigen om de complexiteit van vandaag te delen met, en voor een stuk toe te vertrouwen aan Aquafin. Begrijp ons niet verkeerd, we willen het roer niet overnemen. Integendeel, de lokale besturen zijn en blijven de spilfiguren in het verhaal. Jullie kennen de noden en gevoeligheden, en voelen de behoeften in de publieke ruimte als geen ander. Die kennis over de patiënt, metaforisch gesteld uiteraard, is voor ons essentieel om ingrepen zorgvuldig uit te voeren. Want beschouw Aquafin in dit metaforische verhaal gerust als de chirurg die zeer goed weet hoe de levensnoodzakelijke ingrepen best worden uitgevoerd. Steeds met oog voor het welzijn van de patiënt. Door niet halsoverkop alles open te gooien (ja, in deze letterlijk en figuurlijk), maar wel doordacht op het terrein te komen, creëren we samen het best mogelijke resultaat. Die chirurg, die expert wil Aquafin zijn voor elke Vlaamse stad en gemeente. Bij deze solliciteren we dan ook graag bij de (nieuwe) lokale besturen, naar de functie van “chirurg van de publieke ruimte”. De gevraagde jaren ervaring kunnen we zeker voorleggen, en ook het populaire teamplayergehalte zit bij ons alvast goed.
Danny Baeten Directeur Projectmanagement
Innovatieve technieken creëren kansen in stedelijke omgevingen
In Tielt wordt er momenteel hard gewerkt op het bedrijventerrein Tielt Noord. De grijze industriezone met veel verharding maakt er binnenkort plaats voor meer blauwgroen én slim waterbeheer. Na de rioleringswerken werden intussen twee innovaties ingewerkt: de waterdoorlatende onderfundering en een weersgestuurde schuif voor maximaal regenwatergebruik.
De eerste techniek bevindt zich net onder de toplaag van het wegdek. Het regenwater stroomt via infiltrerende straatkolken aan de zijkant van de weg in de onderfundering, waar het kan infiltreren in de bodem.
“Op die manier gebruiken we het ganse wegdek als infiltratiezone”, zegt Rik Debusschere, projectmanager bij Aquafin. “Dat verkleint het risico op wateroverlast aanzienlijk en vult de grondwatertafel aan.”
Regenwater infiltreren is goed, het gebruiken nog beter. Daarom werd er in Tielt ook een nieuwe regenwaterbuffer aangelegd centraal op het bedrijventerrein. Een slimgestuurde schuif regelt de buffer op basis van weersvoorspellingen. Zo kunnen de omliggende bedrijven er maximaal gebruik van maken. Het project creëert een alternatieve waterbron goed voor zo’n 20 miljoen liter regenwater op jaarbasis.
Waterdoorlatende onderfundering op het bedrijventerrein
Tielt Noord zorgt samen met een slimme buffer voor maar liefst 20 miljoen liter regenwater op jaarbasis dat bedrijven in de buurt kunnen hergebruiken.
De werken in Tielt kaderen in het Blue Deal-project Vlaanderen WaterProof, waarin VITO, De Watergroep, POM WestVlaanderen en Aquafin de handen in elkaar slaan voor waterwinst op een bedrijventerrein.
Ook winst halen uit water op bedrijventerreinen in jouw stad of gemeente, of meer weten over Vlaanderen Waterproof? Surf naar www.waterwinst.be of scan de QR-code.
“Gemeenten, wees ambitieus en realistisch”
Hogere
NIEUWE VISIES, NIEUWE KANSEN,. DEZELFDE UITDAGINGEN.
Met de Stroomgebiedbeheerplannen voor Schelde en Maas wil Vlaanderen de waterkwaliteit van onze waterlopen verder verbeteren. Hoe kunnen gemeenten hun reductiedoelen vertalen in concrete plannen?
Een goede vraag voor Christophe Claeys, stafmedewerker Waterbeleid bij de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG).
Waar liggen voor de lokale besturen de grootste uitdagingen?
Christophe Claeys: “Dat is zonder twijfel de combinatie van de verdere uitbreiding van de rioleringsinfrastructuur en de optimalisatie en vervanging ervan. Inspanningen die nodig zijn om de reductiedoelen te behalen. Die laatste, uitgedrukt in kilogram te saneren vuilvracht, zijn vertaald in doelstellingen per gemeente of groep van gemeenten. Voor enkele gemeenten, die vandaag nog niet aan een zuiveringsgraad van 50% zitten, komt daar de doelstelling bij om die tegen 2027 te behalen. En dan zijn er nog de deadlines voor rioolinspecties en de risicoinschatting van het rioolstelsel, ook tegen 2027, plus de eventuele bijhorende renovaties of vervangingen.
Behalve een financiële uitdaging zal het ook pittig zijn om alle projecten uitgevoerd te krijgen. Bovendien spelen gemeenten ook nog eens een grote rol in de opwaardering van het openbaar domein.”
Hoe moeten gemeenten prioriteiten bepalen?
Christophe: “De globale doelstellingen uit de stroomgebiedbeheerplannen om op Vlaams niveau toe te werken naar gezonde waterlopen, zijn dus doorvertaald naar doelstellingen per gemeente. De waterlichamen zijn ingedeeld in 6 klassen met een gefaseerde aanpak richting 2027, 2033 en 2039 (zie kader). Het komende meerjarenplan van een gemeente loopt van 2026 tot en met 2031. Mijn advies? Neem al zoveel mogelijk van de reductiedoelen tegen 2027 en 2033 mee bij de opmaak van de meerjarenplanning. En zet in de eerste plaats de projecten verder waarvoor Vlaanderen al rioolsubsidies vastlegde. Want als ze niet snel genoeg worden uitgevoerd, verlaagt voortaan het subsidiepercentage of kan deze zelfs vervallen. De gemeente en haar eventuele rioolbeheerder zoeken het best samen met Aquafin naar de ideale mix van projecten en maatregelen om de reductiedoelen te halen. Gemeentelijk kijk je dan naar koppelkansen met andere beleidsdomeinen zoals mobiliteit en klimaatadaptatie. Met Aquafin zoek je hoe bovengemeentelijke en gemeentelijke investeringen op elkaar kunnen aansluiten in functie van de reductiedoelen.”
Tip: Durf verder kijken dan de zesjarige legislatuur.
Welke tips kan je gemeenten geven bij de opmaak van de meerjarenplanning?
Christophe: “Eind december 2025 moeten de gemeenten hun meerjarenplan 2026-2031 goedkeuren en ook de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) keurt dan de meerjarenplanning van elke gemeentelijke rioolbeheerder goed. Zorg ervoor dat er zoveel mogelijk rioleringsprojecten in zitten die passen in de doelstellingen tegen 2027 en 2033. Wees daarin ambitieus, maar wel realistisch en voorzie de nodige middelen voor zowel riolering als wegenis. Ook gemeenten die hun rioolbeheer uitbesteden, moeten budgetten voor de bovenbouw inschatten. VMM zal eind 2025 oordelen of de planning ambitieus genoeg is. Op het einde van de planperiode evalueert VMM of wat in de planning zat ook daadwerkelijk is uitgevoerd. Als dat niet het geval is, kan Vlaanderen ingrijpen. Toets daarom in 2025 het ambitieniveau van de meerjarenplanning al eens met VMM. Merk je dat bepaalde doelstellingen niet haalbaar zijn en kan je dat motiveren, stel dan voor welke tussendoelen je wél kan halen die aanvaardbaar zijn voor de overheid.”
In welke mate zijn meerjarenplannen sturend voor investeringen?
Christophe: “We weten dat projecten die voorzien zijn in de meerjarenplanning meestal ook uitgevoerd worden. Er is altijd nog wel wat bewegingsruimte en cours de route, maar de grootteorde van de budgetten ligt vast. Wat momenteel wel ontbreekt, is een zesjaarlijks zicht op welke Vlaamse subsidies gemeenten kunnen rekenen. Het zou goed zijn als dat zo snel mogelijk duidelijk is zodat de lokale besturen ook die budgetten kunnen meenemen in hun planning.”
2033 valt alweer in een volgende legislatuur. Moeten de besturen dan nu al vooruitkijken naar die deadline?
Christophe: “Absoluut, want die projecten moeten uiteraard starten tijdens de huidige legislatuur. Zelfs de deadline van 2039 moet al op de radar staan. Je kan best al met dit meerjarenplan aantonen dat je op schema zit om uiteindelijk ook die streefdatum te halen.”
“
Het ambitieniveau van de meerjarenplanning tussentijds toetsen met VMM is een goed idee.”
Christophe Claeys
+ Klasse 1: 100% in 2021
+ Klasse 2 en 3: 100% in 2027
+ Klasse 4: 50% in 2027 en 100% in 2033
+ Klasse 5 en 6: 33% in 2027, 66% in 2033 en 100% in 2039
De indeling van de waterlichamen in klassen en hun reductiedoelen vind je op:
HANDIGE TOOLS BIJ DE OPMAAK VAN HET GEMEENTELIJK MEERJARENPLAN
+ Reductiedoelen: doelstellingen per gemeente om op Vlaams niveau toe te werken naar de Europese kaderrichtlijn Water.
www.vlario.be/wateruitdagingen
+ Statustool rioolinspecties : biedt een overzicht van de status van de gemeente op vlak van risico-inschatting en rioolinspecties.
https://statustool.aquafin.be/dashboard/
+ Toolbox decentrale zuivering: rekenblad voor een scenariokeuze voor de sanering van vuilvracht in het buitengebied.
www.vlario.be/decentrale-zuivering
Hoe jarenlange inspanningen en samenwerking lonen
NIEUWE VISIES, NIEUWE KANSEN,. DEZELFDE UITDAGINGEN.
In de vorige Aqua liet Desiré in een lezersbrief weten hoe de heldere Molenbeek in zijn streek voor hernieuwde fauna en flora zorgt. Welke inspanningen en ingrepen gingen hieraan vooraf? En wat brengt de toekomst? Vragen voor Simon Lameire, die als Water- en Omgevingsingenieur bij Aquafin onder meer meewerkt aan… die zuivere Molenbeek.
Er zijn natuurlijk vele Molenbeken in Vlaanderen, het gaat in dit geval om de Molenbeek die ontspringt in Lubbeek en via Bierbeek uitmondt in de Dijle Voer in Leuven. Aquafin pakte allereerst de verspreide afvalwaterlozingen aan, zowel van de Molenbeek als van haar zijlopen. Die lozingen pikten we op met collectoren, grote verzamelriolen zeg maar, om ze vervolgens aan te sluiten op een zuiveringsinstallatie. Dat vergde een flinke investering, die liep over 25 jaren.
De rioolwaterzuiveringsinstallaties waar het rioolwater naartoe gaat, staan in Leuven: eentje opwaarts in het industrieterrein van Haasrode, eentje meer afwaarts in Wilsele, langs de Dijle. Langs de Molenbeek en de zijlopen zijn ook 18 pompstations die het water oppompen richting de zuiveringsinstallaties. Al die inspanningen werpen hun vruchten af: het water in de beek is merkelijk zuiverder. Proper water heeft een groot aanzuigeffect voor dieren en planten. Insecten, vlinders, vissen, … ze hebben hun weg opnieuw gevonden naar de beek. De kwaliteit van dat water monitort Aquafin overigens niet zelf, wij monitoren enkel de staat van het afvalwater dat richting onze installaties stroomt en controleren of de kwaliteit van het effluent, het water dat de installatie verlaat en de beek instroomt, aan de regelgeving voldoet.
+ 1995 start aanleg eerste collector
+ 25 jaar bouwen aan 45 kilometer riolering
+ 2021 laatste collector aangelegd
+ 18 pompstations
De zuivere Molenbeek is niet enkel een verdienste van Aquafin, ook de gemeenten deden – letterlijk –hun duit in het zakje. Zij zorgden er mee voor dat het afvalwater tot aan onze collectoren stroomt. Het werk is trouwens nog niet af. Sommige (verder van de beek liggende) huizen hebben al een individuele behandelingsinstallatie voor hun huishoudelijk afvalwater (IBA), andere moeten nog via collectieve infrastructuur worden aangesloten. Die leggen wij aan, of de gemeente. Ook de overstortwerking – nooduitlaten waarlangs verdund, maar ongezuiverd afvalwater de beek instroomt – vraagt nog de nodige aandacht. Er zijn verschillende oplossingen, met een bijhorend kostenplaatje. De nieuwe Europese Richtlijn met betrekking tot Stedelijk Afvalwater moet nog vertaald worden in Vlaamse reglementering, maar legt nog bijkomende verplichtingen op rond deze overstorten. Dat wordt de komende jaren – zonder twijfel – een grote uitdaging.”
Het succesverhaal van de Molenbeek is er trouwens eentje van meerdere partijen. Onder de noemer van Integraal Project brengt VMM o.a. de gemeenten, provincie en Aquafin samen in een werkgroep. Die werkgroep bepaalt knelpunten en opportuniteiten rond waterkwaliteit, en brengt deze samen in een actielijst. Eén van de acties is bijvoorbeeld de aanleg van een aantal vistrappen die de vissen helpen bij het migreren. Een vlotte doorstroom van het waterleven is namelijk belangrijk om de biodiversiteit in stand te houden.”
Tot slot hebben zowel gemeenten als Aquafin aandacht voor een efficiëntere behandeling van regenwater en het vermijden van wateroverlast. We zetten meer in op infiltratie om tegelijk ook de droogteproblematiek aan te pakken. Zowel voor Leuven als Bierbeek stelde Aquafin al zo’n gemeentedekkend plan op, met concrete voorstellen die de kwaliteit van de waterstromen als de Molenbeek verder ten goede zullen komen.
Lokaal en bovenlokaal afstemmen levert sneller resultaat op
Hoe kan je als gemeente met de beschikbare middelen voor riolering zoveel mogelijk impact maken op het milieu en de samenleving? Het antwoord is simpel: door aansluiting te zoeken met Aquafin-projecten en zo win-wins te vinden.
De gemeentelijke en bovengemeentelijke inspanningen beter op elkaar afstemmen en zo ecologisch en economisch efficiënter worden: Aquafin kreeg die matchmakerrol van het Vlaamse Gewest. Bram De Meester, manager Accountmanagement bij Aquafin, legt uit: “Zowel Aquafin als de gemeenten hebben reductiedoelen die ervoor moeten zorgen dat er minder stikstof en fosfor in oppervlaktewater terechtkomt, met het oog op de kaderrichtlijn Water. We geven voorrang aan projecten die bijdragen aan de opgelegde vermindering van stikstof en fosfor in de waterlopen met een deadline in 2027. Daarom gaan we op zoek naar mogelijke combinaties van gemeentelijke en bovengemeentelijke projecten die het snelste effect hebben op deze reductiedoelen en dus op de waterkwaliteit. Een bijkomende uitdaging is dat Aquafin een regionale spreiding én een spreiding over de rioolbeheerders moet garanderen.”
“Dat is niet altijd verenigbaar met de ligging van de waterlopen die het eerst moeten voldoen aan de kaderrichtlijn Water.”
De omvang van de inspanningen en de strakke timing maken dat de bovengemeentelijke projectenportefeuille van Aquafin goed vol zit. Bram: “Zo’n portefeuille is natuurlijk een dynamisch gegeven, in elk project schuilen risicofactoren qua timing en budget, die al dan niet de kop opsteken. Als die risico’s zich voordoen en we moeten keuzes maken of onze portefeuille bijsturen, willen we zo goed mogelijk rekening houden met de prioriteiten en randvoorwaarden van alle stakeholders. Een goede afstemming daarover blijft dus cruciaal, naast een grondige projectvoorbereiding door alle betrokken, zeker ook wat betreft de keuzes voor de bovenbouw en de inrichting van de publieke ruimte.”
Bovengemeentelijke inspanningen voor hetzelfde doel
Net als de steden en gemeenten heeft dus ook Aquafin doelstellingen om minder fosfor en stikstof in de waterlopen te lozen. “Hoe je die doelen precies invult, laat de kaderrichtlijn Water open,” zegt Marjolein Weemaes, directeur Business Development & Innovatie bij Aquafin. “Onze bevinding: met het verwijderen van meer nutriënten in het zuiveringsproces zelf, boek je snel het grootste resultaat tegen de laagste investeringskost. We zijn twee jaar geleden gestart met het plaatsen van monitoren die het fosfaatgehalte in het gezuiverde afvalwater meten. Tegelijk passen we de dosering van chemicaliën aan om meer fosfor te verwijderen dan vandaag wordt opgelegd. Dat gebeurt intussen op 50 van onze rioolwaterzuiveringsinstallaties (RWZI) die hun gezuiverd afvalwater lozen in een kwetsbare waterloop.”
“
Waar mogelijk moeten gemeenten en Aquafin optimaal samenwerken om de sneller naar de kaderrichtlijn Water toe te werken.”
Bram De Meester
“Tegen begin 2027 willen we die verhoogde fosforverwijdering doorvoeren op alle RWZI’s die het afvalwater verwerken van meer dan 10.000 inwonersequivalenten. In totaal gaat het over 98 installaties, verspreid over Vlaanderen.”
Meer fosfor en stikstof in het zuiveringsproces verwijderen, heeft natuurlijk alleen effect op de waterlopen waarin een RWZI loost. Het draagt ook niet altijd bij aan die andere Europese richtlijn, die voor Stedelijk Afvalwater (ERSA). Deze richtlijn focust eerder op bijkomende aansluitingen van lozingspunten en het remediëren van overstortwerking.
“Twee duurdere en complexere oplossingen, die wel als voordeel hebben dat ze ineens ook andere kansen bieden: bijvoorbeeld een klimaatrobuuste inrichting van het publiek domein, of tegemoetkomen aan de ecologische doelstellingen van de gemeenten. Aansluitingsprojecten blijven trouwens het belangrijkste deel van onze portefeuille uitmaken. Het wordt dus een en-en-verhaal, een combinatie van al deze maatregelen – wat een stevige budgettaire inspanning vereist,” besluit Marjolein.
Rioleringsprojecten in jouw stad of gemeente overleggen met Aquafin? Onze accountmanagers staan voor je klaar. Mail naar accountmanagement@aquafin.be of scan de QR-code.
“
Aquafin gaat steeds op zoek naar de meest (kosten)efficiënte manier om zo veel mogelijk stikstof en fosfor te verwijderen.”
Marjolein Weemaes
De richtlijnen in een notendop
Europese kaderrichtlijn Water (kRW)
+ Doel: beschermen van de watervoorraden en de waterkwaliteit van alle soorten natuurlijk water
+ Gaat uit van de toestand van de waterlichamen
+ Focust op: alle actoren die de waterkwaliteit beïnvloeden
Europese Richtlijn Stedelijk Afvalwater (ERSA)
+ Doel: beschermen van waterlopen tegen vervuiling door afvalwater.
+ Focust op: - de inzameling en behandeling van afvalwater
- de lozing van huishoudelijk en industrieel afvalwater
+ Moet nog omgezet worden in nationale wetgeving
en dat brengt leven en dynamiek.
Technische partners werken samen aan ambitieus rioleringsproject in Genk
Een andere boortechniek, een andere aandrijving, een andere verwerking van de restfracties. De aanleg van een nieuwe verzamelriool van Zutendaal naar Genk-Zuid gebeurde op een slimme, innovatieve manier. Een mooi voorbeeld van partnerschap met een duurzaam randje.
De oude collector in Genk was aan vervanging toe, maar lag op een grote diepte onder een industrieterrein. Dat bracht dat de nodige uitdagingen met zich mee, klinkt het bij Niels Hermans, projectmanager bij Aquafin. “Bij rioolaanleg of -vervanging zijn boringen zelden onze eerste keus, we leggen de buizen gewoonlijk in een open sleuf. In dit geval moesten we onder de Oosterring door en lagen de buizen zes meter diep. Alles openleggen en bemalen (het verlagen van de grondwatertafel tot het niveau vereist voor de werken) was geen optie. We zouden dan een erg ruim gebied verkeersvrij moeten maken, maar ook het grondwater tot zo’n diepte wegpompen zou een erg groot gebied verdrogen Plus: de mogelijk aanwezige vervuilingen uit de grond van de omliggende KMO-zone zouden zich dan nog eens kunnen verplaatsen naar andere gebieden. We moesten dus voor een alternatief kiezen.”
In de plaats koos het projectteam ervoor om de nieuwe collector onder de grond door te persen. Hiervoor was een boring nodig met een boorkop van 2,5 meter diameter. “Boringen van die omvang komen in België amper voor”, weet Tom Jamaer van Besix Infra. “Deze grote diameter was nodig voorde lange afstand die moest worden geboord, maar ook omwille van de omvang van de collector zelf. Die vangt namelijk het water op van ongeveer 10.000 inwoners.” “Zo’n boring is best spannend. Ondanks het nauwgezette voorbereidende werk is het altijd bang afwachten of de boorkop onderweg nergens komt vast te zitten”, vult Niels aan.
Netstroom als aandrijving
Een operatie van dergelijke omvang vraagt erg veel energie, letterlijk dan. Ook hier maakten de projectpartners een opvallende keuze. “Werken met dieselgeneratoren leek ons hier niet de beste optie. We kozen in de plaats voor een tijdelijke aansluiting op netstroom,” vertelt Wouter Roels, Area manager van Smet-Tunnelling nv. “Dat is vrij uitzonderlijk. Het project moet al een aanzienlijke omvang en een langere looptijd hebben, plus er moet een netaansluiting mogelijk zijn, zwaar genoeg, om de vermogens te kunnen trekken. We polsten bij Fluvius of er na aansluiting genoeg capaciteit vrij zou blijven voor de boormachines. Eenmaal we die garantie hadden, installeerden we een transformatorcabine die de middenspanning omzette naar de laagspanning nodig om de boorkop aan te drijven. Door voor een netaansluiting te kiezen, vermeden we in één klap heel wat CO2-uitstoot en zorgden we voor een veel kleinere ecologische voetafdruk. En ook de geluidshinder die dieselgeneratoren kunnen veroorzaken voor omwonenden hebben we zo voorkomen.”
“
Door dieselgeneratoren te vervangen door een netaansluiting verkleinden we de ecologische voetafdruk van het project aanzienlijk.”
Wouter Roels
“
Partners die meedenken om samen een optimaal resultaat te bereiken, is enorm waardevol.”
Niels Hermans
“Dergelijke afwegingen zouden we pakweg tien jaar geleden niet gemaakt hebben”, voegt Niels Hermans toe. “Het toont aan dat onze technische partners ook meer en meer aan duurzame oplossingen denken.”
Met restfractie de putten dempen
Zelfs de restfractie op deze werf is optimaal benut. Bij een boring wordt bentoniet rond de rioolbuis gepompt, een kleisubstantie die in combinatie met water als ideaal glijmiddel dienstdoet en voor de nodige smering zorgt. Aan de andere kant komt die grote hoeveelheid vervuild water er natuurlijk uit. “Die restfractie, het zogenaamde bentonietslib, afvoeren, is niet zo efficiënt. Je vervoert dan concreet 75% water”, stipt Tom Jamaer aan. “Daarom installeerden we een wasinstallatie ter plaatse, om water opnieuw van bentoniet te scheiden. Het water hebben we hergebruikt in het boorproces. De 25% restfractie, ontwaterd bentoniet, hebben we bekalkt en vervolgens gebruikt om de sleuven en putten op dezelfde werf te dempen. Een mooi circulair verhaal, dus.”
“
Een boring met een boorkop van 2,5 meter diameter is uitzonderlijk in België, en daarom best spannend.”
Tom Jamaer
Film in meer dan 10 talen moet veiligheid op de werf verhogen
Het is een vraag die iedereen op de werf bezighoudt: hoe zorg je ervoor dat iedereen veilig werkt? Met andere woorden: hoe vertaal je de opgelegde voorschriften naar de arbeiders die in de modder staan? Aquafin neemt die vertaalopdracht erg letterlijk en komt met een primeur ter ondersteuning van de aannemer.
De veiligheidsstrategie is als een meerstappenplan. Dat vertelt Raf Sleebus, portfoliobeheerder bij Aquafin en bezieler van de verschillende veiligheidsinitiatieven met betrekking tot contractorveiligheid. “Eén van de ‘werven’ waar we de laatste jaren aan werkten, draait rond de aanmeldings- en aanvaardingsprocedure. We bundelden de belangrijkste voorschriften in 16 zogenaamde Life Saving Rules (LSR’s). Maar hoe krijg je deze boodschap tot bij ‘de man in de sleuf’? Met makkelijk te begrijpen pictogrammen maakte een LSR-poster en bijhorende veiligheidsfilm duidelijk welke regels we hebben rond veiligheid.”
Groen licht als je de regels kent
Dat de LSR’s een dode letter blijven, is dan nog steeds een risico. Vele arbeiders zijn anderstalig, dat blijft een barrière. “Klopt. Net daarom schakelden we nog een versnelling hoger. We ondertitelden onze poster en veiligheidsfilm in elf veelvoorkomende talen, en verdelen ze binnen de sector. Een primeur.” Daar stopt het niet. “Volgende stap is om de video in te bedden in een softwareprogramma. Elke aannemer die voor Aquafin werkt, meldt zijn medewerkers aan in het systeem. Die bekijken individueel de film en vullen nadien enkele vragen in.”
JE TAAL
De veiligheidsintroductiefilm is beschikbaar met ondertitels in het Arabisch, Bulgaars, Duits, Engels, Frans, Nederlands, Pools, Portugees, Spaans, Roemeens en Turks.
“Ze krijgen groen licht als blijkt dat de veiligheidsregels begrepen zijn. Zo maken we het systeem ‘waterdicht’ en voorkomen we dat onze inspanningen hun doel niet bereiken. We willen dit systeem in de loop van volgend jaar verder vormgeven.”
Bekijk de veiligheidsintroductiefilm hier.
Aquafin betrekt anderen maximaal in het veiligheidsverhaal. Enkele getuigenissen.
De aannemer
“Raf Sleebus was onlangs bij ons te gast om aan de projectmanagers en projectleiders van ons bedrijf de Aquafin-strategie rond veiligheid te verduidelijken”, zegt Marc Lauwers, COO van Viabuild Infra België. “De presentatie was soms best confron terend, maar ook inspirerend. We delen de bekommernis van Aquafin: hoe zorg je ervoor dat communicatie rond veiligheid niet zomaar top-down gebeurt, maar ook effectief zijn weg vindt naar de werf? Viabuild heeft maar liefst 25 nationaliteiten in zijn werknemersbestand, dat spreekt boekdelen. Een bouwheer die een stap verderzet en ons als partner in dit verhaal betrekt, dat is vrij uniek. Het sloopt de muren tussen ons.”
Cantor Vasile is een Roemeense werknemer van de firma DCA. Tijdens zijn werk aan de renovatie van de RWZI van Aquafin in Blaasveld maakte hij kennis met de nieuwe, in zijn taal ondertitelde film. Zijn reactie? “Ik was al op de hoogte van de 16 Life Saving Rules, dankzij de affiche op de werf. De film met Roemeense ondertiteling maakte alles nog veel duidelijker. De vertaling zelf was opvallend correct, ook de opbouw van het filmpje – van aankomst op de werf tot het verlaten ervan – was slim gezien. In het filmpje duiken dezelfde pictogrammen op die ik al kende van de affiche, ook dat helpt wel.”
Aquafin slaat tijdens zijn jaarlijkse Safety Day een brug naar externe partijen. Vorig jaar vormden werftoezichters de doelgroep, dit jaren stonden veiligheidscoördinatoren centraal. “Zo’n dag toont de enorme betrokkenheid van Aquafin als opdrachtgever. Iedereen, in elk segment van de firma, is echt wel doordrongen van de veiligheidscultuur. Het is niet zomaar iets dat erbij komt”, zegt Brecht Gielen, die er als HSEQexpert van Resol bij was. “Opvallend: ook ons werd tijdens die dag gevraagd om input. Met concrete cases gaven we tips hoe Aquafin bijvoorbeeld zijn bestekken verder kan finetunen, of hoe afwerkingsrisico’s en kritische fases op de werf vermeden kunnen worden. Hoe meer wederzijds begrip, hoe veiliger de situatie.”
Dendermonde kiest voor Aquafin en Farys
EFFICIËNT RIOOLBEHEER.
De komende 10 jaar vertrouwt de stad
Dendermonde het beheer en de uitbouw van haar gemeentelijke rioleringsinfrastructuur toe aan drinkwaterbedrijf Farys en Aquafin. Het voordeel van zo’n consortium is dat Dendermonde kan rekenen op specifieke expertise en een maximale ontzorging.
OOm tekorten aan kennis en capaciteiten binnen de stad op te vangen, besteedde Dendermonde in het verleden al ad hoc deelopdrachten uit aan zowel Farys als Aquafin. “We merken dat partners pas na een aantal jaren volledige terreinkennis hebben. Overeenkomsten voor een korte periode bleken daarom niet ideaal,” zegt Karolin De Proft, beheerder wegen en waterlopen voor Dendermonde. “Met de nieuwe overeenkomst evolueren we naar een structurele samenwerking, wat resulteert in een efficiënter rioolbeheer en kwalitatiever waterbeleid. We blijven zelf eigenaar van onze infrastructuur en houden dus de regie in handen, maar zijn heel blij met de ondersteuning van twee specialisten”, klinkt het.
Burgemeester Leen Dierick (midden), Dirk Verbeelen van Farys (rechts) en Aqaufindirecteur Business Development en Innovatie Marjolein Weemaes (links) ondertekenen de samenwerking voor de komende 10 jaar.
Ook Farys en Aquafin kijken met vertrouwen naar de komende 10 jaar. “Onze eerdere samenwerkingen met Aquafin legden een sterke basis. We kennen elkaars sterktes en expertise, en weten precies hoe we elkaar kunnen aanvullen”, zegt Nele Vanhassel, gebiedsmanager bij Farys. “We blijven ook ervaringen en kennis uitwisselen waar de klant, in dit geval Dendermonde, de vruchten van plukt.” Eva Cools, Accountmanager bij Aquafin, beaamt: “Structureel samenwerken maakt het rioolbeheer in Vlaanderen alleen maar efficiënter en sterker. We hopen dat het andere lokale besturen kan inspireren.”
Wie doet wat in Dendermonde – ieder zijn sterkte
+ Hydraulische adviezen opmaken
+ Investeringsportfolio samenstellen
+ Projectmanagement bij rioleringswerken
+ Assetmanagement
+ Contact met burgers
+ Gemeentelijke pompstations beheren
+ Bouwkundige herstellingen
+ Straatkolken en grachten onderhouden
“
Met deze ondersteuning van Aquafin en Farys willen we onze zuiveringsgraad verhogen en ons rioleringsstelsel proactief te beheren.”
Karolin De Prof, Dendermonde
“
Aquafin en Farys versterken elkaar
en creëren een samenwerking die als voorbeeld kan dienen.”
Nele Vanhassel, Farys
3 TROEVEN VAN EEN SAMENWERKING MET FARYSAQUAFIN VOLGENS KAROLIN DE PROFT, BEHEERDER WEGEN EN WATERLOPEN IN DENDERMONDE
1. “Het is niet eenvoudig om als lokaal bestuur de stedelijke rioleringsinfrastructuur optimaal zelf te beheren. Er komen almaar nieuwe uitdagingen en strengere regelgeving bij. Als stad beschikken we niet over voldoende capaciteit, de juiste expertise en softwareprogramma’s om eraan te voldoen, maar achterophinken is geen optie. Met Aquafin en Farys, partijen aangesteld via een openbare aanbesteding, nemen we nu twee specialisten onder de arm. Extra troef: door eerdere ad hoc opdrachten kennen de twee partijen de regio en ons rioolstelsel al, en moeten we niet volledig van nul beginnen.”
2. “Met een zuiveringsgraad van net geen 78% doet onze stad het iets minder goed dan de omliggende gemeenten. Om de zuiveringsgraad efficiënt omhoog te krikken, en bijhorende rioolbeheer optimaal aan te pakken, hebben we een totaalaanpak nodig in plaats van de eerder versnipperde opdrachten die we in het verleden deden. De structurele samenwerking met Aquafin en Farys zorgt voor een gebundeld en uitgebreid opdrachtenpakket om zo op elk vlak en kostenefficiënt te verbeteren.”
3. “We merken dat Aquafin en Farys echt goed samenwerken. Op dit moment zitten we nog in een overgangsfase, maar die verloopt vlot. Er zijn zelfs effectief al werken uitgevoerd door Farys op het terrein, en Aquafin gaf al een eerste infovergadering voor buurtbewoners. We hebben dus al meer ondersteuning gevoeld dan we initieel hadden verwacht.”
Brengen nieuwe technieken vraag en aanbod opnieuw in balans?
Als de nood hoog is en de tijd dringt, kunnen innovatieve oplossingen helpen om de druk van de ketel te halen.
Het is samengevat het verhaal van inspecties op het gemeentelijk rioleringsstelsel, waarvan de gezondheidstoestand over amper enkele jaren in kaart moet zijn gebracht. Maarten Raemdonck, manager innovatie bij Aquafin, licht in vier stappen de situatie toe.
1. Pijnpunten blootleggen
“De overheid stelt in haar Vlaamse Minimumvoorwaarden Inzake Rioolbeheer dat elke gemeente of rioolbeheerder de toestand van het gemeentelijk rioleringsnetwerk ten laatste tegen 2027 in kaart moet brengen. Geen overbodige eis want dat netwerk is verouderd. Inspecties leggen pijnpunten bloot en maken dat we nog op tijd gepaste maatregelen kunnen nemen. De zogenaamde ‘topkritische’ rioleringen krijgen daarbij prioriteit. Het gaat om kortere maar moeilijk te bereiken stukken riool die bijvoorbeeld onder een snelweg, spoorweg of gebouwen lopen.”
2. Prioriteiten stellen
“Aquafin combineert verschillende rollen. We onderhouden vanzelfsprekend ons eigen patrimonium - de 7.000 km collectoren die we zelf beheren - en doen ons huiswerk om de staat ervan in kaart te brengen. Daarnaast doet een aantal gemeenten en rioolbeheerders een beroep op onze expertise. Ofwel om de meest kritische plaatsen te inventariseren of soms te inspecteren, ofwel om nadien,
na identificatie en analyse van de schadebeelden, een prioriterings- en uitvoeringsplan op te stellen: wat moet waar het eerst aangepakt worden?”
3. Huidige werkwijze
“Een rioolinspectie verloopt traditioneel via twee technieken. Bij een stationaire inspectie, of putcamerainspectie, zakt een camera met een grote lamp erop in een rioolput via het mangat, om dan links en rechts 10 tot 15 meter ver een visuele inspectie te doen. Kostenefficiënt, maar beperkt qua resultaat. Een rijdende inspectie daarentegen is grondiger, maar heeft een aanzienlijk hoger kostenplaatje. De riool moet dan eerst worden geruimd, waarna een robot op wieltjes met camera door de buis rijdt en de scheurtjes, naden, boomwortels, … in kaart brengt. Aan een snel tempo krijgen we zo een zicht op de status van het rioolnetwerk. Struikelblok hier is dat de naderende deadline van de minimumvoorwaarden (2027) zorgt voor een grotere vraag naar inspecties dan de beschikbare capaciteit op de markt.”
EFFICIËNT RIOOLBEHEER.
4. Nieuwe oplossingen
“Om het capaciteitstekort aan inspectiezijde te verhelpen, kunnen nieuwe technieken helpen. Denk aan een kleine hovercraft die door de (niet-geruimde) riool vaart en eerste screening verzorgt.
Standaard
Vrachtwagen met haspel en inspecteur
Bedien door ma
Inspectie met rijdende camera
Reiniging nodig
“
Nieuwe technieken kunnen een antwoord bieden op het capaciteitstekort aan inspectiezijde.”
Maarten Raemdonck
Of aan een rover, een jeepje met robuuste wielen, die in de riool rijdt en kleine hindernissen kan nemen. Zelfs inspecties met drones kunnen (in grotere buizen) de traditionele inspecties aanvullen.
Eerste screening
ning angat
Aquafin onderzoekt alle mogelijke nieuwe technieken. Als we merken dat ze werken, kunnen we zelf een raamcontract afsluiten bij de leverancier, om een bepaald gebruik op jaarbasis te garanderen.”
Complementaire pre- of herhalingsinspectie met multi-sensoren
Geen reiniging nodig
Putcamerainspectie
Aquafin werkt samen met Waalse evenknie SPGE aan een nieuw type inspectietoestel. MoveX is een robot die over de sliblaag van een nietgeruimde riool kan rijden en door middel van tal van sensoren heel wat data over de buis kan capteren (van visuele inspectie aan de bovenkant, tot detectie van barsten of scheuren in de onderkant van de betonconstructie). De robot zou tijdens zijn inspectie ook kleinere obstakels uit de weg kunnen ruimen of overbruggen. Maarten: “MoveX zou complementair zijn aan traditionele inspecties. De robot is ideaal om tegen een lage kost alvast een pre- of herhalingsinspectie te doen. We werken aan een eerste prototype, om enkele uitdagingen te overstijgen, zoals draadloze communicatie in de riolering. Bedoeling is om in de loop van 2025 een werkend prototype te hebben voor riolen met diameter 300.”
Zowel voor de inspecties als voor de remediëring nadien gaan gemeenten op zoek naar budget. Met de race tegen de klok (deadline: 2027) en de krapte op de inspectiemarkt in het achterhoofd, is het zaak om te weten hoe, waar en wanneer die middelen best worden ingezet. Rosi kan hierbij helpen. De bevallige naam – een letterwoord voor Return On Sewer Investment – staat voor transparant asset management van het rioleringsstelsel van een gemeente.
Meer weten? Surf naar www.rosi.be of scan de QR-code.
Campagne gaat voor minder verstopte riolen en vermijdt wateroverlast op straat EFFICIËNT
VWeet jij waar naartoe met frituurolie, peuken, verfresten, vochtige doekjes, …? Nog al te vaak belanden deze zaken daar waar ze niet thuishoren: in onze riolen. Waardanwel? wil daar verandering in brengen.
erstopte riolen, peperdure herstellingskosten, maar ook wateroverlast op straat, en vervuilende stoffen die rechtstreeks naar de beek stromen. De gevolgen van afval dat via het toilet of de straatkolk in onze riolen terechtkomt, kunnen groot zijn. Toch blijkt in de praktijk dat nog heel wat mensen (bewust of onbewust) verboden zaken door het putje of WC doorspoelen. Waardanwel? leert waar de hardnekkige rioolverstoorders wél thuishoren, want juist sorteren, zorgt ervoor dat de riolen hun werk kunnen doen.
Nog veel twijfels
De website www.waardanwel.be, waarop mensen werd sinds de start van de campagne eind augustus drukbezocht. Dit zochten mensen het vaakst:
1. VERF & VERFRESTEN
Waardanwel? Verfresten breng je naar het recyclagepark. Als je een oplosmiddel hebt gebruikt, zoals bijvoorbeeld thinner, dan breng je ook dit in een gesloten bokaal naar het recyclagepark.
Wist je dat peuken tot 500 liter grondwater kunnen vervuilen als ze in de straatkolk belanden?
2. VOCHTIGE DOEKJES, BILLENDOEKJES, SCHOONMAAKDOEKJES
Waardanwel? Vochtige doekjes gooi je in de vuilbak, bij restafval. Geen enkel vochtig doekje is (biologisch) afbreekbaar, ook al staat dat op de verpakking. Dat zijn ze doorgaans pas na enkele weken. Tegen die tijd hebben ze je afvoer thuis, het riool of een pomp onderweg naar de zuivering al verstopt.
3. (FRITUUR)VET EN OLIE
Waardanwel? (Frituur)vet en olie horen thuis in het recyclagepark. Olie en vetten vergroten niet alleen de kans op verstopping in je eigen afvoer, ze breken ook erg moeilijk af in het zuiveringsproces.
4. KAKZAKJE
Waardanwel? Het kakzakje van je hond gooi je bij het restaval, of in de speciale hondenpoepbak. Niet alleen de poep zelf, maar ook de plastic zakjes brengen schade toe in de beek.
Waardanwel? De regel is: alles wat niet door het zeefje van de afvoer kan, gooi je in de GFT-bak, op de composthoop of in de vuilnisbak. Weetje: koffiedik kan je ook nuttig hergebruiken als plantenvoeding, geurverdrijver of als afschrikkingsmiddel voor katten en slakken in de tuin.
DUS, IN DE PRAKTIJK
+ De straatkolk? Die dient enkel en alleen voor regenwater, zéker in straten met een gescheiden rioleringsstelsel. Gooi er dus niets anders in.
+ En thuis? Spoel via de gootsteen of de WC alleen de volgende zaken door:
- De 3 P’s: plas, poep en (wc-)papier
- Voedingsresten die door het zeefje van de gootsteen kunnen
- Restanten van (niet-bijtende) huishoudelijke poetsmiddelen
VOOR GEMEENTEBESTUREN
De riolen in jouw stad of gemeente zuiver houden?
Download een communicatiekit op www.vlario.be/waardanwel
Twijfel je over de bestemming van een afvalproduct? Op www.waardanwel.be kan je checken of het in de riool of ergens anders hoort.
5 redenen waarom elke stad, gemeente en projectontwikkelaar riothermie moeten overwegen
ENERGIE UIT AFVALWATER. IN EEN STROOMVERSNELLING.
Riothermie, warmterecuperatie uit afvalwater, is niet nieuw, maar het potentieel van afvalwater als warmtebron is tot op vandaag wel sterk onderbenut. Best vreemd, als je de troeven ervan op een rijtje zet...
1. Riothermie = duurzaam
Bij riothermie recupereren we energie uit een afvalstroom. Een warmtewisselaar wordt in het rioleringsstelsel geplaatst. De warme of koele afvalwaterstroom, afkomstig van douches, wasmachine, … brengt zijn restwarmte over aan een geleidervloeistof in de warmtewisselaar. Vervolgens wordt de warme vloeistof aangeboden aan een warmtepomp, die zorgt voor de nodige warmte of verkoeling in een gebouw. Wanneer de warmtepomp op groene energie draait, zoals zonnepanelen, wordt het duurzame karakter van de techniek nog versterkt.
2. Riothermie = betrouwbaar
Met een permanente toevoer van afvalwater - is riothermie een zeer betrouwbare en onuitputtelijke warmtebron. Afvalwater heeft ook nog eens een vrij constante temperatuur het hele jaar door, waardoor het omzetten naar de gevraagde temperatuur geen extreme energiepieken vraagt, in tegenstelling tot een luchtluchtwarmtepomp die afhankelijk is van de buitenlucht.
Dankzij het duurzame karakter is riothermie een mogelijk puzzelstuk voor lokale besturen om hun lokaal warmteplan te realiseren. Dat plan werd door 294 van de 300 Vlaamse lokale besturen opgemaakt die het Lokaal Energie- en Klimaatpact (LEKP) met de Vlaamse Overheid ondertekenden.
Benieuwd of er riothermie-projecten mogelijk zijn in jouw gemeente? Check www.aquamark.be.
3. Riothermie = efficiënt
In tegenstelling tot geothermie vraagt de uitrol van riothermie geen plaats op de werf en geen extra tijd in de werfplanning, omdat de warmtewisselaar letterlijk in de riolering ligt. Het is daardoor een interessante techniek in stedelijke omgevingen. Riothermie vereist bovendien geen speciale vergunningen, wat ook tijdswinst betekent.
4. Riothermie = voordelig
De investeringskost voor de uitrol van riothermie kan je vergelijken met die van geothermie, en is voor wie ook tijd en ruimtegebrek in rekening brengt, zelfs voordeliger. Daarbovenop erkent het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap (VEKA) riothermie sinds 2023 ook officieel als groene warmte. Dat betekent dat projecten die de techniek integreren en voldoen aan de nodige voorwaarden, een beroep kunnen doen op een subsidie tot wel 65%, afhankelijk van het type onderneming.
5. Riothermie = schaars en toch onderbenut
Tot slot stroomt er volgens berekeningen van Aquafin door de Vlaamse riolen zeker nog voldoende warmte om tot 400 grote gebouwen, zoals zwembaden of woonblokken, te verduurzamen qua warmtevoorziening. Feit is wel dat warmte slechts eenmaal kan worden onttrokken aan het afvalwater. Dit om het biologische zuiveringsproces verderop in het stelsel niet in het gedrang te brengen. Daarnaast is de ligging van een project langs een grote verzamelriool cruciaal. Op die manier is riothermie schaars. Aquafin waakt er daarom over dat de warmte wordt toegewezen aan het project met de grootste positieve impact.
Potentieelkaart op www.aquamarkt.be tegen begin 2025 aangevuld
ENERGIE UIT AFVALWATER. IN EEN STROOMVERSNELLING.
Hoewel er nog heel wat potentieel onbenut blijft, stijgt de interesse voor riothermie en zit het gebruik ervan in de lift. Waar de techniek wel of niet mogelijk is, was de voorbije jaren niet altijd duidelijk en volledig door een gebrek aan samenwerking. Een sectorovereenkomst brengt daar vanaf begin 2025 verandering in.
“We maken de energiebron zo veel toegankelijker voor bouwpromotoren en publieke instanties”, klinkt het.
Warmte onttrekken aan rioolwater is in heel wat situaties een perfect alternatief voor stookolie en aardgas. Kansen die we tot op heden nog te vaak laten liggen. “Volgens berekeningen van Aquafin stroomt er door de riolen in Vlaanderen zeker genoeg warmte om tot 400 grote gebouwen, zoals zwembaden of woonblokken, te verduurzamen qua warmtevoorziening. Een gemiddeld bouwproject met verwarming op riothermie levert een CO2-besparing op van 100 ton/jaar”, weet Marjolein Weemaes, directeur Business Development en Innovatie bij Aquafin. “Een maximale uitrol van de techniek zou Vlaanderen dus een aanzienlijke CO2-vermindering opleveren.”
AquaMarkt.be bundelt alle warmte op één platform
Aquafin en sectororganisatie VLARIO zijn de trekkers achter een helder afsprakenkader dat ervoor zorgt dat riothermie echt uit de startblokken kan schieten.
Wie grote bouw- of renovatieplannen heeft, zal vanaf januari 2025 op www.aquamarkt.be op een volledig uitgebouwde potentieelkaart meteen kunnen zien of de techniek mogelijk is voor zijn project. “Alle Vlaamse rioolbeheerders maakten onderling afspraken over de locaties die aan de huidige kaart worden toegevoegd, zodat nieuwe riothermieprojecten elkaar niet onderling beconcurreren”, legt Marjolein uit. “Je kan de warmte per buis namelijk maar één keer onttrekken.”
Het initiatief wordt ook volop gesteund door de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG): “Kwaliteitsvolle data over het potentieel van alle mogelijke duurzame warmtebronnen zijn essentieel voor steden en gemeenten om hun lokaal warmteplan te kunnen realiseren. Voor riothermie stelt Aquafin vandaag al heel wat nuttige informatie ter beschikking, maar ook de gemeentelijke rioleringsstelsels bevatten mogelijk interessante kansen. De beslissing om ook deze data te ontsluiten, juichen we daarom toe”, stelt Wim Dries, voorzitter van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG).
De warmte wordt uiteindelijk op basis van objectieve criteria toegekend aan het project dat de grootste positieve en duurzame impact kan realiseren. “Zo zetten we de schaarse warmtebron optimaal in voor onze maatschappij”, besluit Weemaes.
Een nieuwe verkaveling, grondige renovatie van een kantoor, of de bouw van een nieuw zwembad of sporthal op til? Mogelijk kan riothermie een duurzame warmtebron zijn. Bekijk het potentieel in jouw regio via de potentieelkaart op www.aquamarkt.be. Potentieel gespot? Neem gerust contact op.
“Riothermie is een relevante bouwsteen voor steden en gemeenten om de energiedoelstellingen te behalen.”
Wim Dries, VVSG
Tegen januari 2025 willen de Vlaamse rioolbeheerders het potentieel van riothermie samenbrengen op www.aquamarkt.be. In oktober 2024 ondertekenden ze in het bijzijn van Vlaams minister van Omgeving Jo Brouns een engagementsverklaring.
ENERGIE UIT AFVALWATER. IN EEN
Het nieuwe zwembad van Sint-Niklaas, volop in opbouw, wordt vanaf 2026 als eerste zwembad in Vlaanderen verwarmd met riothermie. Nu de technologie is uitgerold in de riolering, blikt de stad kort terug op het tot nu toe afgelegde parcours.
Klimaatneutraal zijn tegen 2050. Dat is de ambitie van de stad SintNiklaas. Duurzame warmte is één, maar wel een belangrijk, facet om die klimaatneutraliteit te bereiken. “Uit het warmtezoneringsplan dat we in 2020 lieten opmaken in samenwerking met Kelvin Solutions, bleek dat industriële warmtebronnen dichtbij de stadskern niet beschikbaar waren. We moesten dus op zoek naar alternatieven om in de toekomst aan de warmtevraag van onze stad te kunnen blijven beantwoorden.”
Aan het woord is Veerle Stuer, Afdelingshoofd plannen en ontwikkelen voor de stad Sint-Niklaas.
Eén van de alternatieve warmtebronnen die in het plan naar voren werd geschoven, was riothermie. “Op de locatie van het nieuwe zwembad bleek riothermie alvast mogelijk. In een tweede stap berekende studiebureau Antea de haalbaarheid van het project, dus of er voldoende warmtecapaciteit aanwezig is in de riolering om het zwembad te voeden. Toen ook die studie positief uitdraaide, hebben we de wens voor riothermie als warmtebron toegevoegd aan het bestek.” De stad wilde geïnteresseerde partijen inspireren en uitdagen om voluit voor een fossielvrij gebouw te gaan. “Als openbaar bestuur heb je de verantwoordelijkheid om voor de eigen, publieke gebouwen verder te kijken dan de gekende paden”, vindt Veerle.
Dat er in het begin aarzeling en onzekerheid was, ontkent Veerle Stuer niet: “Voor onze stad was riothermie onbekend terrein, en ook breder in Vlaanderen waren er op dat moment nog maar weinig uitgewerkte good practices. Intern draagvlak creëren, was daarom een eerste stap, en ook extern moesten we aftasten of de markt openstond voor de technologie”, klinkt het. “Dat riothermie steunt op bestaande technologieën, zoals warmtewisselaars en warmtepompen, stelde zowel intern als extern al snel gerust. Ook de faciliterende en ondersteunende rol die Aquafin van in het begin opnam, heeft ons gesterkt in het idee”, zegt Veerle. “Je kan als bestuur wel iets willen en opleggen in je bestekken, als er vanuit de markt geen animo is, sta je nergens. We hebben daarom de contactgegevens van Aquafin opgenomen in het zwembadbestek, zodat geïnteresseerde partijen extra info konden vergaren rond verantwoordelijkheden, prijzen, e.d.
“
Als openbaar bestuur heb je de verantwoordelijkheid om voor de eigen, publieke gebouwen verder te kijken dan de gekende paden.”
Veerle Stuer
Een aantal partijen heeft dit ook effectief gedaan, wat voor hen de drempel om een project in te dienen heeft kunnen verlagen.”
Kansen spotten
Intern draagvlak creëren, kan best een grote uitdaging zijn. Veerle Stuer adviseert om de kansen voor riothermie op het eigen grondgebied in kaart te brengen, en vooral, om ze concreet te maken. “Het spotten van potentieel kan tegenwoordig eenvoudig via www.aquamarkt.be”, zegt ze. “Daar zie je in één oogopslag welke rioolstrengen in jouw stad of gemeente nog potentieel bevatten. Maar, om het gesprek binnen het lokale bestuur echt op gang te brengen, maak je deze opportuniteiten best heel concreet. Neem daarom een studiebureau onder de arm, die alle mogelijke afnemers langs een bepaalde rioolstreng en hun warmtevraag duidelijk opsomt en de financiële haalbaarheid berekent. Uitgewerkte mogelijkheden en concrete projecten zeggen nu eenmaal meer dan een theoretisch warmtezoneringsplan.”
Zoals alle andere Vlaamse steden en gemeenten staat Sint-Niklaas voor grote uitdagingen. “Zeker de toekomstige warmtevraag in onze stad vraagt extra aandacht”, zegt Veerle. “Op dit moment is riothermie de enige concrete groene en collectieve bron nabij onze stadkern die we ter beschikking hebben. Uiteraard zijn er meer invalshoeken nodig om de volledige puzzel te leggen. We onderzoeken nog de mogelijkheden van aquathermie, warmterecuperatie uit oppervlaktewater, en geloven sterk in collectieve warmtevoorziening door geothermische grondboringen en warmtenetten. Het is financieel en technologisch interessanter om verschillende energiebronnen aan te sluiten op eenzelfde warmtenet, dan dat elk project een eigen technologie uitrolt. We streven daarom naar een combinatie, en vooral een aaneenschakeling van technieken die samen een antwoord bieden op de warmtevraag. De weg is nog lang en ongetwijfeld ook hobbelig, maar we moeten nu ambitieus zijn. We nodigen onze collega-besturen uit om dat ook te zijn”, besluit Veerle.
Wist je dat de Warmtegids, een initiatief van het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap en VVSG, een relevant stappenplan aanbiedt om snel en praktisch aan de slag te gaan met het lokale warmteplan van je gemeente?
ENERGIE UIT AFVALWATER. IN EEN STROOMVERSNELLING.
De productie van groen gas zit in een stroomversnelling.
Tussen nu en 2026 bouwt Aquafin vier nieuwe biomethaanunits op enkele sites. Samen met de operationele unit op de zuiveringsinstallatie van Antwerpen-Zuid zullen we daarmee op jaarbasis 40 GWh groen gas op het net zetten.
Aquafin exploiteert ruim driehonderd rioolwaterzuiveringsinstallaties. Hier wordt het afvalwater van 86% van de huishoudens in Vlaanderen gezuiverd tot de kwaliteit die nodig is om het te kunnen lozen in oppervlaktewater. Na het zuiveringsproces blijft slib over, een restproduct dat deels wordt vergist. Hierdoor ontstaat biogas.
Van WKK naar biomethaan
Dat biogas zette Aquafin tot nu toe in WKK-installaties (warmtekrachtkoppeling) om in elektriciteit en warmte. “Die installaties bereiken stilaan het einde van hun levensduur,” zegt Maarten Raemdonck, manager Innovatie bij Aquafin. “We vervangen nu op enkele strategisch uitgekozen locaties de WKK door een biomethaaninstallatie.”
“In zo’n unit worden het methaan en de CO2 in het biogas van elkaar gescheiden. In verschillende stappen zuiveren we het methaan vervolgens op tot het dezelfde kwaliteit heeft als aardgas. Bij dat proces benutten we het volledige energiepotentieel én komen er geen stikstof of verbrandingsgassen vrij. De productie van biomethaan is op die manier een duurzamer alternatief dan de WKK’s, waarbij een deel van de geproduceerde energie onbenut blijft.”
Reststromen als groene warmtebron
In november 2024 werd de biomethaanunit geïnstalleerd op RWZI Gent. De cabine zet biogas om tot biomethaan. Die laatste heeft dezelfde kwaliteit als aardgas en wordt later op het aardgasnet van Fluvius geïnjecteerd.
Met de vervanging van de WKK’s door biomethaanunits valt wel de huidige warmtebron voor de gistingsinstallaties weg. “Per project zoeken we daarom naar een groen alternatief om de vergistingstanks op te warmen”, weet Jeroen Deurinck, Energiemanager bij Aquafin. “We zoeken deze warmtebron altijd in de buurt van onze sites. Het gaat dan bijvoorbeeld over de restwarmte uit een slibstroom of gezuiverd afvalwater die we via een warmtepomp op de gewenste temperatuur brengen. Een warmtepomp is een ideale manier om hoogwaardige warmte te creëren op een elektrische, fossielvrije manier.” Bij de projecten in Gent, Dendermonde en Genk zullen we de restwamte van het gezuiverde afvalwater gebruiken. In Antwerpen-Zuid en Deurne vormt slib de basis voor de warmte.
Opschalen tot 40 GWh
In 2021 nam Aquafin een eerste biomethaaninstallatie in gebruik in Antwerpen-Zuid. “Na een positieve evaluatie beslisten we om dus ook op vier andere zuiveringsinstallaties de bestaande WKK te vervangen door biomethaanproductie. In Genk en Gent zijn de werken volop aan de gang, later volgen ook Dendermonde en Deurne”, zegt Maarten. “Gent, Genk en Dendermonde zouden in 2025 nog groen gas op het net kunnen injecteren. Voor Deurne kijken we naar begin 2026 om groen gas te produceren.”
“Met uiteindelijk vijf biomethaanunits in gebruik zal Aquafin op jaarbasis 40 GWh groen gas op het net zetten, goed voor een equivalent gasverbruik van ongeveer 2.650 gezinnen in Vlaanderen”, sluit Jeroen af.
“
Een warmtepomp is een ideale manier om hoogwaardige warmte te creëren op een elektrische, fossielvrije manier.”
Jeroen Deurinck
Niet alleen de productie van energie uit afvalwater zit in een stroomversnelling, Aquafin zet ook vaart achter de vergroening van de eigen bedrijfsvoering. “In november 2024 ondertekenden we een stroomafname-overeenkomst met Luminus voor windenergie. Die overeenkomst is goed voor 21.300 MWh per jaar aan groene stroom afkomstig van twee nieuwe windturbines in Oud-Turnhout” , weet Jeroen Deurinck, Energiemanager bij Aquafin. “We willen in onze processen zoveel mogelijk écht groene stroom gebruiken. We beschouwen stroom als ‘echt groen’ wanneer deze lokaal geproduceerd wordt én wanneer productie en afname gelijktijdig verlopen. De overeenkomst met Luminus past daar volledig in.” De turbines in Oud-Turnhout worden nu gebouwd en in het voorjaar van 2025 in gebruik genomen. Plannen voor de ontwikkeling van bijkomende windturbines zitten nog ineen vroege fase, maar krijgen ook stilaan vorm.
VOOR GEMEENTEN
Leg het hemelwaterplan niet onderaan de stapel, maar grijp elk infrastructuurproject groot of klein, om straten, pleinen en wijken klimaatrobuust in te richten, om ruimte te maken voor water, en een meerwaarde te creëren voor natuur én inwoners.
Hulp nodig? Met plezier!
Mail naar waterenomgevingsadvies@aquafin.be, of neem contact op met je accountmanager via de QR-code.
VOOR BURGERS
Onthard je (voor)tuin. Praktische tips lees je op www.blauwgroenvlaanderen.be