Aqua 2025-1

Page 1


8

Een nieuwe vorm van aanbesteden rijpt

Watermonsters sporen vervuiling in open water op Iedereen de handen uit de mouwen voor proper water

Beste lezer,

Bescheidenheid siert, maar als ik de onderwerpen in deze Aqua zie, realiseer ik me weer eens dat we met bijzonder knappe dingen bezig zijn bij Aquafin. Gedreven door technologische nieuwsgierigheid en gericht op een steeds bredere positieve en duurzame impact op de maatschappij.

Die maatschappij wordt wel alsmaar complexer: strengere normen, langdurige vergunningsprocedures, krappere budgetten, de hete adem van allerlei Europese richtlijnen, cyberveiligheid, ... noem maar op. Dat vraagt creativiteit, flexibiliteit en aanpassingsvermogen van onze organisatie.

De sleutel daartoe, zijn onze medewerkers. Mensen zijn ons grootste kapitaal. Een onderneming die niet zorgzaam omgaat met dat kapitaal, blijft eenvoudigweg niet bestaan.

Zorgzaam omgaat met betekent investeren in mensen, hen inspireren en uitdagen, skills ontwikkelen die vandaag en vooral in de toekomst nodig zijn. Bij Aquafin geloven we sterk in de ontwikkelingskracht van mensen. We zien hoe medewerkers die vrijheid krijgen, steeds beter worden, zichzelf overstijgen.

En dat is nodig om met de huidige complexiteit om te gaan, om te denken en handelen vanuit een perspectief dat groter is dan de eigen job en om beslissingen te nemen zonder dat alle puzzelstukken gelegd zijn. Een sterk netwerk om op terug te vallen, is dan essentieel. Intern én extern, want ook de expertise en flexibiliteit van onze partners zijn onmisbaar in dit verhaal.

In dat opzicht zijn verbindingsmomenten met onze partners vanzelfsprekend geworden. De ‘Aquafin Awards’ voor aannemers en studiebureaus bijvoorbeeld, is met 18 jaar een vaste waarde. De naam verwijst naar een aantal prijzen die we toekennen: de award voor het beste projectteam bijvoorbeeld. Of de award voor de aannemer die uitblonk in veiligheid.

Maar nog veel andere partners en leveranciers helpen ons bij het beheer en onderhoud van onze waterzuiveringsinfrastructuur. Denk aan ruim- en inspectiefirma’s die de toestand van onze riolen in kaart brengen, transporteurs die jaarlijks miljoenen tonnen aan waterzuiveringsslib vervoeren, maatwerkbedrijven die instaan voor het groenonderhoud op onze honderden bedrijfsterreinen, ... Het zijn er te veel om op te noemen, maar het zijn stuk voor stuk compagnons de route richting propere waterlopen. Met het eerste ‘Aquafin connects’ event bedankten we hen voor de fijne samenwerking en hun vaak grenzeloze flexibiliteit. We luisterden ook naar hun bezorgdheden en suggesties. Samenwerken met een complexe en veeleisende organisatie als Aquafin is immers niet altijd even eenvoudig.

Aquafin Awards en Aquafin connects zijn interessante, warme ontmoetingsmomenten waar we voelen dat zowel onze eigen medewerkers als die van onze partners goesting hebben om samen dingen in beweging te zetten. Met zo’n drive en onze gecombineerde expertise komt het met biochar, biomethaan, of eender welk toekomstig project, zeker goed.

Creëer een context waarin mensen hun talenten optimaal kunnen én durven ontwikkelen.”
Jan Goossens
©Bart Dewaele

INHOUD

4

Aquafin voert productie van groen gas gevoelig op

8

Een nieuwe vorm van aanbesteden rijpt

10

“We moeten kijken naar het totale effect van een ontwerp”

12

Een groene bestemming voor de Oude Bekaertsite

14

Biochar: een nieuwe, duurzame toekomst voor slib?

18

Snel reageren bij het wassende water

20

Wat is er nodig voor propere waterlopen?

22

Watermonsters sporen vervuiling in open water op

24

Mijn vak: Corporate Innovator

26

Aquafin zomert en connects

V.u.: Jan Goossens, Dijkstraat 8, B-2630 Aartselaar, ondernemingsnummer 0440.691.388

Het contactcenter van Aquafin is op weekdagen te bereiken van 8 uur tot 17 uur, op het nummer 03 450 45 45, of via contact@aquafin.be

Noodnummer buiten de werkuren: 0800 16 603

Ombudsdienst: ombudsdienst@aquafin.be Aqua niet meer ontvangen? Mail naar redactie@aquafin.be

Fotografie: Aquafin, Frederik Beyens, Silke Van Rooy, Nicolas Herbots, Shutterstock

Volg Aquafin NV op

M et innovaties en slimme ontwikkelingen reiken onze activiteiten vandaag verder dan ooit. Maar, we verliezen nooit onze kern uit het oog: propere waterlopen. Onze procestechniekers werken daar elke dag hard aan, want zij zijn aan zet voor gezuiverd water. Jij ook? Ontdek de job op www.aquafin.be/jobs of scan de QR-code.

Aquafin voert productie van groen gas gevoelig op

Van 1 naar 5 biomethaanunits

3 STANDPUNTEN OVER BIOMETHAAN.

Sinds 2021 produceert Aquafin op de site van de rioolwaterzuiveringsinstallatie in Antwerpen-Zuid groen gas uit de vergisting van zuiveringsslib. Een gedeelte van het organisch materiaal in het slib wordt in het gistingsproces omgezet in biogas. In plaats van het via warmtekrachtkoppeling (WKK) te gebruiken voor de productie van groene stroom, maken we er in Antwerpen-Zuid biomethaan van. Daardoor gaat er geen energie meer verloren en houden we van 100% biogas maar liefst 63% van het waardevolle biomethaan over. Dat injecteren we op de site zelf rechtstreeks in het aardgasnet van Fluvius.

Het succesverhaal in Antwerpen leidde tot de beslissing om ook op vier andere locaties met een slibvergisting over te stappen naar biomethaanproductie.

Onlangs startten we in Gent en in Genk met dat proces. Dit najaar volgt Dendermonde en in een latere fase ook Deurne. Nieuw is dat we voor de verwarming van de slibgisting gebruik maken van riothermie, ofwel restwarmte die we met een warmtewisselaar onttrekken aan het gezuiverde afvalwater. Een warmtepomp zorgt vervolgens voor de juiste temperatuur.

Als de productie op de vijf installaties op kruissnelheid is, zullen we jaarlijks 40 GWh groen gas in het net kunnen brengen. Dat is goed voor het gasverbruik voor verwarming en warm water van zo’n 2.650 gezinnen in een niet-gerenoveerde woning.

Duurzame keuze voor de natuur

BIOMETHAAN DOOR DE OGEN VAN AQUAFIN.

Op dertien rioolwaterzuiveringsinstallaties (RWZI) produceert Aquafin al jarenlang biogas uit het slib van de waterzuivering.

De WKK’s die het biogas omzetten naar groene stroom bereiken intussen het einde van hun levensduur. Voor de grootste gistingsintallaties, met de hoogste biogasproductie, kozen we voor vervanging door biomethaanproductie.

Alleen in Genk was de insteek anders.

In een biomethaanunit worden het methaan en de CO2 in het biogas van elkaar gescheiden. Het methaan doorloopt vervolgens verschillende zuiveringsstappen tot het dezelfde kwaliteit heeft als aardgas. Er komt geen verbrandingsproces aan te pas en er is dus ook geen uitstoot van stikstofoxiden (NOx). Dat het proces ook nog eens het volledige energiepotentieel benut, maakt van biomethaanproductie een duurzamer alternatief dan de productie van groene stroom met een gasmotor.

Dat argument was bepalend om op de RWZI Genk, nochtans geen heel grote biogasproducent, de omschakeling naar biomethaan te maken. Projectleider Guy Dries: “Vlak naast de RWZI ligt het natuurgebied De Maten. Voor het hernieuwen van onze omgevingsvergunning, moesten we ervoor zorgen dat we de uitstoot van NOx maximaal terugdringen. Met de biomethaaninstallatie brengen we de uitstoot van NOx als gevolg van verbrandingsprocessen naar nul.

Een warmtepomp brengt met de restwarmte uit het gezuiverde afvalwater de gisting op een ideale temperatuur van 35 à 37° C. En dus hebben we hier geen verbrandingsprocessen met NOx-uitstoot meer.”

Koeler water, meer zuurstof

Riothermie onttrekt enkele graden aan het gezuiverde afvalwater, dat nog restwarmte bevat van onder meer douches, wasmachines, … Daarvoor worden warmtewisselaars geplaatst in de effluentgoot, die de warmte overbrengen naar een warmtepomp. Het water dat uiteindelijk in de waterloop belandt, in dit geval de Stiemerbeek, is bijgevolg iets frisser dan gewoonlijk. “Ook dat is positief voor het milieu,” stipt Guy aan. “Niet dat we elders warm water lozen, maar enkele graden kunnen wel een verschil maken voor een beter zuurstofgehalte in de beek. En dat komt de biodiversiteit ten goede.”

Guy Dries

“Biodiversiteit profiteert van minder stikstof”

BIOMETHAAN DOOR DE OGEN VAN NATUURPUNT.

De aanpassingen op de RWZI Genk zijn ook goed nieuws voor De Maten, het natuurgebied in de vallei van de Stiemerbeek waaraan de installatie grenst. Jaak Luys en David Berx, de terreinbeheerders van Natuurpunt, verduidelijken hoe fauna en flora baat hebben bij minder stikstof en een koelere watertemperatuur.

De meer dan 40 vijvers die al in de middeleeuwen ontstonden door het afdammen van de Stiemerbeek, kenmerken De Maten. Tussen die vijvers herbergt het gebied droge landduinen, heischrale graslanden, vochtige heide en veenzones. Allemaal habitats die van nature voedselarm zijn en waar zeldzame soorten voorkomen, zoals de kleine veenbes die je slechts op enkele locaties in Vlaanderen vindt. Of zonnedauw, klokjesgentiaan en het korstmos rode heidelucifer,” zegt Jaak Luys “Door het vrijkomen van NOx in de omgeving krijgt het natuurgebied extra stikstof. Bepaalde soorten, veelal grassen zoals pijpenstrootjes, groeien dan sneller. Ze kunnen zich sneller verspreiden en zo meer ruimte innemen. En dit ten nadele van andere soorten kruiden die zich hebben aangepast aan de voedselarme omstandigheden.”

Verzuurde bodem

Minder variatie aan planten heeft een negatieve impact op aanwezige insecten, die ervan afhankelijk zijn voor nectar en stuifmeel. En veel reptielen, amfibieën en vogels zijn dan weer aangewezen op deze insecten als voedselbron. “Een ander nadeel is de verzuring van de bodem door NOx,” vult David Berx aan. “Onder zure omstandigheden komen metalen vrij die van nature aanwezig zijn in de bodem, zoals aluminium. Verhoogde aluminiumwaardes hebben een toxisch effect op planten en amfibieën. Ook hierdoor daalt de biodiversiteit en blijven enkel de resistente soorten over.”

Elke inspanning om de NOx-uitstoot in de omgeving te verlagen, zal dus een positief effect hebben op de biodiversiteit in De Maten. “Daarom kunnen we het project alleen maar toejuichen,” besluit Jaak. “Ook voor de Stiemerbeek, waarin de RWZI het gezuiverde afvalwater loost. Een lagere watertemperatuur kan leiden tot minder sterke algengroei, waardoor andere soorten de ruimte krijgen. Maar hier is de exacte invloed moeilijk te voorspellen omdat ook de aanwezigheid van nutriënten en de klimaatopwarming een invloed hebben.”

Steeds meer vraag naar groen gas

De bijkomende units trekken de biomethaanproductie van Aquafin vanaf dit jaar gevoelig op. Maar wat betekent 40 GWh in het Belgische biomethaanlandschap? We vroegen het aan Didier Hendrickx, Public Affairs manager bij Gas.be.

Gas.be verenigt de transport- en aardgasdistributiebeheerders van gas die in België actief zijn. De organisatie ijvert voor meer productie van hernieuwbaar gas als deel van de oplossing van het klimaatprobleem. Ze is dan ook heel blij met de nieuwe units die Aquafin momenteel plaatst. “Momenteel hebben we in België negen injectiepunten van biomethaan in het gasnet, goed voor 400 GWh per jaar,” zegt Didier Hendrickx. “Met de 3 installaties die Aquafin dit jaar in gebruik neemt erbij, en nog een van de suikerfabriek in Tienen, komt daar nog 200 GWh per jaar bij. Tegen eind 2026 hopen we dicht bij de 1 TWh te zitten,” zegt Didier. “Dat is zeker haalbaar want er liggen momenteel 20 à 30 projecten op tafel, met injectiecapaciteiten variërend van 100 m³ tot 5.000 m³ per uur, waarvan de grootste zich in Vlaanderen bevinden.”

Forse groei in Europa

Hoewel biomethaanproductie in ons land duidelijk in de lift zit, hinken we op Europees vlak nog steeds achterop, weet Didier: “In Europa kende het aantal injectiepunten de voorbije drie jaren een forse groei met Frankrijk als absolute koploper. Maar ook Nederland en Duitsland doen beter dan België. Tegen 2050 moeten alle gasbehoeften gedekt worden door groen gas, waaronder biomethaan en low carbon gas. Momenteel is biomethaan goed voor een volume van 5 miljard m³, een klein deel van de huidige Europese gasconsumptie. Mede door de afname van de totale gasconsumptie zal dat aandeel flink stijgen. We verwachten dat de biomethaanproductie oploopt tot meer dan 100 miljard m³ per jaar.”

Volgens Didier zou ondersteuning vanuit het beleid ervoor kunnen zorgen dat er meer biomethaan in eigen land opgewekt én verbruikt wordt. “We verwachten een stijgende vraag naar groen gas vanuit de industrie gezien de Europese boetes voor CO2-uitstoot. Vandaag wordt het Belgische biomethaan vooral door de buitenlandse transportsector aangekocht, terwijl het perfect is voor industriële toepassingen op hoge temperatuur.”

“En als er op een dag contracten beschikbaar zijn voor residentieel gebruik, kunnen ook particulieren en gemeenten er hun warmtebehoeften mee invullen. De installaties van Aquafin zijn daarom een voorbeeld voor andere operatoren met een publieke missie.”

Momenteel hebben we in België negen injectiepunten van biomethaan in het gasnet, goed voor 400 GWh per jaar.”

BIOMETHAAN DOOR DE OGEN VAN GAS.BE.

Een nieuwe vorm van aanbesteden rijpt

Naar meer verantwoordelijkheid en meer werkvreugde

Aquafin kan prat gaan op een imago van aantrekkelijke werkgever. Maar is het ook een aantrekkelijke opdrachtgever?

Daar ziet het zelf nog ruimte voor verbetering. Zeker voor de complexere projecten is er nood aan nieuwe spelregels.

Anders aanbesteden, heet dat dan. Danny Baeten, directeur projectmanagement bij Aquafin, pleit ervoor. En ook de aannemers kunnen de aanpak wel smaken.

“We willen naar een model waarin we echt samenwerken en elkaar inspireren”

Danny Baeten: “Een klassieke openbare aanbesteding gaat, kort door de bocht, als volgt: Aquafin brengt een bestek op de markt, de aannemer met de laagste prijs krijgt de opdracht en start. Die methode werkt voor eenvoudigere opdrachten waar de aannemer met zijn pragmatische ervaring goed in staat is om de impact van de risico’s te vertalen in een correcte prijs. Maar ze laat weinig ruimte voor zijn creativiteit en inbreng. Hoe de werken moeten worden uitgevoerd, is namelijk volledig bedacht door de opdrachtgever en staat netjes beschreven in het bestek. De aannemer voert enkel uit.

Zo’n samenwerking die gebaseerd is op command & control voorkomt misschien wel eindeloos overleg, ze is verre van ideaal voor complexe projecten. We hebben bijvoorbeeld te weinig oor naar een voorstel tot optimalisaties, en daardoor missen we kansen. Aannemer en opdrachtgever staan hierdoor dikwijls in een sfeer van wantrouwen tegenover elkaar, merken we. Werkplezier is soms ver zoek, en bij een volgend bestek wordt misschien wel twee keer nagedacht alvorens samen te werken.

Technische partners zijn voor Aquafin van groot belang. We beseffen dat die samenwerkingen anders en beter moeten. Als moderne opdrachtgever willen we, zeker bij de complexere projecten, evolueren naar een model dat meer gebaseerd is op verantwoordelijkheid geven én nemen, en op wederzijds vertrouwen. Een model waarin we echt samenwerken, onderhandelen en waar ruimte is om elkaar te inspireren. Er loopt vandaag al een traject rond duurzame relaties samen met onze studiebureaus, het ‘Verbindend samenwerken’. Het is tijd om die principes nu ook breder uit te dragen.

De uitvoering van projecten gaat gebukt onder allerlei regels en wetten. Een dik boek voorleggen aan aannemers en zeggen: “voer nu maar uit”, dat getuigt van weinig respect voor hun expertise. Geef iedereen wat autonomie en vrijheid, en durf elkaar te vertrouwen, overleg met open

vizier met alle stakeholders, en je komt vaak verder.

Het is niet de bedoeling om vanaf nu elk project anders aan te besteden. De nieuwe vorm vraagt meer inspanning van de aannemer tijdens de onderhandelingsprocedure van de opdracht, en niet alle aannemers hebben die capaciteit. Voor het gros van onze projecten is dit ook niet nodig, eerder overbodig. Het is vooral bij grote, complexere projecten dat we de aannemer vrijer willen laten in de aanpak.

De pay-off van anders aanbesteden is niet meteen te kwantificeren, maar een betere afstemming voor de gunning zou moeten leiden tot minder claims en verrekeningen, minder negatieve energie en vooral ook: meer arbeidsvreugde.”

“Zelf voorstellen kunnen doen, geeft meer voldoening”

Anders aanbesteden staat nog in de kinderschoenen, maar twee recente, grote samenwerkingen tussen Aquafin en de Tijdelijke Maatschap Kumpen-Willemen Infra bewijzen dat de nieuwe aanpak werkt.

Gert-Jan Merkx, algemeen directeur Kumpen NV: “In Brugge en Oostende renoveren we de toevoercollector van de twee waterzuiveringsinstallaties. De traditionele openbare aanbesteding geeft ons als aannemer geen ruimte om te zeggen: ‘die of die aanpak zou ook anders kunnen, die nieuwe technologische ontwikkeling kan interessant zijn’. Met de nieuwe aanpak konden we dat wel. Als we transparant samenwerken, kunnen we een veilige, kwalitatieve uitvoeringsmethodiek zoeken, met efficiënte doorlooptijden. We kozen uiteindelijk voor een hinderbeperkende techniek met korte doorlooptijden.

Het is vooral die kennis en advies delen, en samen met de klant technische vraagstukken oplossen, waar mijn teams energie van krijgen. Niet van het puur en alleen uitvoeren van een opdracht. De aannemer de ruimte geven om zelf voorstellen te doen, in de aanloop naar een aanbesteding, zorgt voor meer werkplezier én voldoening. Het wordt dan ook meteen veel meer ons project.

We willen evolueren naar een model dat gebaseerd is op wederzijds vertrouwen.”
Danny Baeten

Kijk, regels hebben zeker hun nut. Maar wat voor ons écht het verschil maakt, is samenwerken in vertrouwen, samen naar een oplossing zoeken vanuit ieders expertise, en echt als gelijkwaardige partners rond de tafel zitten.”

HOE GAAT HET NU VERDER?

De eerste positieve reacties op deze alternatieve vorm van aanbesteden bewijzen dat de geesten rijp zijn. Danny Baeten blikt vooruit: “We willen anders aanbesteden graag verder uitwerken en finetunen, maar daarvoor is de inbreng van de aannemers uiteraard van cruciaal belang. De komende tijd gaan we daarom in overleg met hen om de exacte invulling samen verder vorm te geven.”

“We moeten kijken naar het totale effect van een ontwerp”

Nieuwe ontwerpmethodiek voor robuustere rioolinfrastructuur in de maak

Hoe kunnen de enorme investeringen in rioleringsinfrastructuur ook in de toekomst blijven renderen? Volgens professor waterbeheer Patrick Willems (KU Leuven) en Birgit De Bock, manager R&D bij Aquafin, is er nood aan een andere aanpak: “De rigide manier waarop we vandaag ontwerpen, zal worden ingehaald door de klimaatverandering.”

Een andere aanpak, zeggen jullie. Waarom is die nodig?

Patrick Willems: Rioleringsprojecten worden ontworpen op basis van de Code van goede praktijk voor rioleringssystemen, met richtlijnen en vaste ontwerpregels die dateren uit 2012. Die Code houdt weinig rekening met de hydrologische extremen en onzekerheden die we vandaag – en in de toekomst nog vaker –tegenkomen.

Birgit De Bock: Bovendien laten de vaste ontwerpregels weinig ruimte voor creativiteit en maatwerk. In de praktijk leidt dat soms tot onlogische of complexe ontwerpen die het globale plaatje uit het oog verliezen. Ontwerpers willen namelijk ‘voldoen aan de regels’. Logisch, aangezien de ontwerpen daarop worden gecontroleerd.

Patrick Willems: We willen af van die strak geregisseerde kookboek-aanpak en evolueren naar robuuste en flexibele ontwerpen die rekening houden met de onzekerheden van de klimaatevolutie én ruimte laten voor creativiteit.

Hoe komen we tot die robuuste ontwerpen?

Birgit De Bock: Ontwerpen op worstcasescenario’s en collectoren simpelweg een paar maten groter maken, is technisch en financieel niet haalbaar, en zal vaak ook niet de gewenste impact genereren. We moeten naar een resultaatgerichte aanpak waarbij ontwerpen worden beoordeeld op hun totale effect. In welke mate draagt een ontwerp bij aan de waterkwaliteit? Welke mogelijke extreme scenario’s kunnen zich in de toekomst voordoen, en welke risico’s van wateroverlast en droogte brengt een ontwerp dan met zich mee? Het globale resultaat moet voorop staan.

Patrick Willems: Robuust ontwerpen betekent ook structureel inzetten op koppelkansen, zoals biodiversiteit versterken, hittestress tegengaan, of het verfraaien van de leefomgeving. Je kan al deze zaken perfect in één ontwerp integreren, op voorwaarde dat je er vooraf grondig over nadenkt. Die integrale kijk op rioleringsprojecten zorgt enerzijds voor robuuste ontwerpen die zowel op korte termijn als lange termijn renderen, en anderzijds voor een bredere impact op lange termijn. In het nieuwe ontwerpkader zullen al deze elementen een duidelijke plaats krijgen.

Wat betekent de nieuwe aanpak voor studiebureaus en ontwerpers?

Patrick Willems: Meer werkplezier! Ingenieurs worden opgeleid om creatief te zijn en op zoek te gaan naar innovatieve en nieuwe oplossingen.

We moeten de creativiteit van ontwerpers ten volle benutten, dat gebeurt vandaag te weinig.”

Patrick Willems

Iedereen voelt aan dat we onszelf met de huidige werkwijze vroeg of laat zullen vastrijden.”

Birgit De Bock

Vragen of relevante inzichten delen? Contacteer birgit.debock@aquafin.be.

Door het strak geregisseerde format waarin ze vandaag werken, kunnen ze die skills niet ten volle benutten. Dat is niet alleen jammer voor het werkplezier, we hebben die creativiteit ook echt nodig om een antwoord te bieden op de klimaatverandering. Extremere omstandigheden dwingen ons bijvoorbeeld om verder te kijken dan de gekende en vertrouwde bronmaatregelen.

Birgit De Bock: Er klinken bezorgde stemmen die zich afvragen of ontwerpen in de toekomst niet moeilijker en duurder zal worden. Wel, integendeel. Door een resultaatgerichte aanpak vermijden we onnodige ingrepen of ontwerpen die steeds aangepast moeten worden om toch maar aan alle regeltjes te voldoen en zo elke logica missen. Op die manier kunnen ontwerpers ook veel pragmatischer aan de slag.

Wanneer zou de nieuwe methodiek klaar moeten zijn?

Birgit De Bock: We hebben al de eerste twee workshops met de rioolbeheerders achter de rug, maar is er nog niets in steen gebeiteld. Uit de eerste ontmoetingen blijkt vooral dat alle neuzen alvast in dezelfde richting staan, een belangrijke voorwaarde om verder te werken. Voor de concrete uitwerking hebben we uiteraard de expertise en inzichten nodig van alle belanghebbenden, zoals de studiebureaus, maar ook de inbreng van waterloopbeheerders is cruciaal. We stellen nu werkgroepen samen die de technische aspecten verder uitwerken. Tegen 2027 zou het nieuwe ontwerpkader er moeten liggen.

Patrick Willems: De klimaatverandering is er om te blijven. Het is nu onze taak om daar zo goed mogelijk mee om te gaan, en infrastructuur te ontwerpen en te bouwen die er klaar voor is.

Ontwerpen die verder kijken dan de Code van Goede Praktijk en bijvoorbeeld functies combineren op een beperkte ruimte, zie je vandaag nog te weinig. Met de nieuwe ontwerpmethodiek moet zo’n denkwijze standaard worden.

Een groene bestemming voor de Oude Bekaertsite

Creatieve oplossingen voor wateruitdagingen

In Hemiksem toveren Park Aan de Stroom*, de gemeente Hemiksem en Aquafin een historisch verontreinigde fabriekssite aan de Schelde om tot een groene woonwijk. Pittig detail: omwille van de ingekapselde vervuilde grond is het publieke groen volledig afgesloten van het grondwater en moet de site steeds gedraineerd worden.

De site in Hemiksem is sterk vervuild en moest op advies van OVAM volledig gesaneerd worden”, zegt

Joris Malbrain, projectontwikkelaar. “Dit gebeurde aan de hand van het sarcofaagprincipe, waarbij de vervuiling op een veilige manier wordt ingekapseld en afgedekt. Door nieuwe grondaanvulling ontstaat een nieuw, gezond landschap dat plaats biedt aan meer dan 600 woningen, publieke voorzieningen en groene ruimtes.”

Maar hoe irrigeer je acht hectare publiek groen in een nieuwe woonwijk die volledig afhankelijk is van regenwater?

Een watervraagstuk waar Aquafin met zijn water- en omgevingsadvies graag de tanden inzette.

De historisch verontreinigde fabriekssite aan de Schelde wordt vandaag omgetoverd tot een groene woonzone.

Out-of-the-box

“Dat er out-of-the-box gedacht moest worden, werd al snel duidelijk”, vertelt Nele Lowie, water- en omgevingsingenieur bij Aquafin. “Uit berekeningen van studiebureau Sweco bleek namelijk dat enkel het regenwater van de site zelf onvoldoende zou zijn om het publieke groen te bewateren. De zoektocht naar extra water bracht ons bij de nabijgelegen woonwijk. Daar ligt een gescheiden rioleringsstelstel, waarvan we de regenwatercollector zullen afkoppelen en afleiden naar de nieuwe site. Het afgeleide regenwater komt eerst in grote buffers. Van daaruit verdeelt een grachtensysteem het over het terrein, zodat ook periodes van extreme droogte worden overbrugd.”

Sensoren meten de watervraag Omdat de site volledig afhankelijk is van opgeslagen regenwater, is slim waterbeheer cruciaal. “Daarvoor moeten we op elk moment de actuele watervraag van het publieke groen kennen, om niet te veel maar ook niet te weinig te irrigeren”, weet Brecht Donckels, corporate innovator bij Aquafin.

Aquafin test op dit moment sensoren die helpen om de werkelijke watervraag van het publiek groen beter in kaart te brengen, en zo slim te irrigeren.

“We zullen de watervraag meten met behulp van geavanceerde sensoren. Ze meten niet alleen de bodemvochtigheid, maar ook de bodemvochtspanning – zeg maar de kracht die planten moeten uitoefenen om water uit de bodem op te nemen. Door deze gegevens te analyseren, kunnen we de werkelijke waterbehoefte nauwkeurig bepalen en de groenzones efficiënt en duurzaam irrigeren.”

De werken op de Oude Bekaertsite zijn volop aan de gang, maar de aanplanting van het publieke groen gebeurt pas in het najaar van 2026. “Dat geeft ons de tijd om eerst nog ervaring op te doen met de sensoren en zo de slimme sturing te optimaliseren”, zegt Brecht.

Samen durven springen

Aquafin heeft op dit moment weinig ervaring met dit soort sensoren. “Irrigeren behoort niet tot onze kernactiviteit”, zegt Brecht. “Bijdragen aan een leefomgeving in harmonie met water wél.”

* Park Aan de Stroom is een consortium samengesteld uit Straco Real Estate, Compagnie Het Zoute en Novus Projects

“Waar het kan, willen we samen met onze partners impact maken. De combinatie van beperkte publieke ruimte en groeiende water- en klimaatuitdagingen vraagt om innovatieve oplossingen. Wij zetten graag onze schouders onder duurzame, vooruit strevende en uitdagende projecten.”

Van die open mind is ook Joris Malbrain overtuigd: “Het project op de Oude Bekaertsite is niet alledaags, en al zeker niet evident.”

Om duurzame en toekomst gerichte woonwijken en publieke ruimten te ontwikkelen, moet water – en de uitdagingen errond – een prominentere plek krijgen binnen projecten. Het vraagt soms extra denkwerk, en vooral ook de nodige creativiteit, maar met de juiste partners aan tafel, lukt dat.”

WATER- EN OMGEVINGSADVIES BENUT ELKE WATERKANS

De Oude Bekaertsite is een mooi voorbeeld van Aquafin’s Water- en omgevingsadvies. “Dat deze service verder gaat dan buffer- en infiltratiemaatregelen bewijst dit project,” zegt Yves Lenaerts, water- en omgevingsingenieur bij Aquafin. “Per straat, wijk of plein zoeken we de ideale mix van maatregelen, met oog voor alle belanghebbenden.”

"Voor een positieve impact op de publieke ruimte hoef je trouwens niet te wachten op grootschalige projecten zoals in Hemiksem. Ook kleine ingrepen maken het verschil. Vandaag blijven hemelwaterplannen nog te vaak onaangeroerd bij lokale besturen – een gemiste kans. Willen we een publieke ruimte die klaar is voor de toekomst, dan moeten we elke waterkans benutten, groot of klein. Wij hebben daar ervaring mee, van visie en advies tot de realisatie van klimaatrobuuste projecten."

Graag vrijblijvend sparren met onze experten? Mail naar waterenomgevingsadvies@aquafin.be

Dit
kadert binnen een
van de Vlaamse Milieumaatschappij
deel uitmaakt
Blue Deal. De Blue Deal is een programma dat de Vlaamse Regering lanceerde in de strijd tegen waterschaarste en droogte. Het programma bevat meer dan 70 acties en 400 projecten.

Biochar: een nieuwe, duurzame toekomst voor slib?

Aquafin verkent pyrolyse als circulaire techniek

Aan de lijst van mogelijkheden voor nuttig hergebruik van zuiveringsslib, voegt Aquafin er nog eentje toe: koolstofrecyclage in de vorm van biochar. Biochar heeft een erg opmerkelijk voordeel: een negatieve CO2-uitstoot.

Waterzuiveringsinstallatie Menen

60ºC condenswater

Droging op 200ºC

Slib
VAN SLIB TOT BIOCHAR, VOLG HET PROCES HIER.

Biochar

Toepassingen

WaterzuiveringBouw

Verwijdering van micropolluenten

Zuiverder water, vrij van bv. medicijnresten

Additief in betonproducten

CO2-neutraal beton

Restwarmte

CO2-reductie

Droging

Restwarmte

Pyrolyse

Biochar

CO 2 PFAS

Verkoling bij 620-650ºC

CO 2

CO2-capture

PFAS-vrij

Benieuwd naar het volledige verhaal? Lees verder op de volgende pagina.

Biochar: zes vragen en antwoorden

Aan Maarten Raemdonck, manager Innovatie & New Business Development bij Aquafin, en Karla Geudens, corporate innovator

1. Allereerst: wat is slib?

Maarten: “Huishoudelijk afvalwater wordt biologisch gezuiverd door micro-organismen die in massa aangroeien tot actief slib. Een deel ervan kunnen we opnieuw inzetten in het zuiveringsproces, maar het teveel aan slib wordt momenteel afgevoerd en verbrand zonder veel toegevoegde waarde. Dat heeft een ecologische voetafdruk, o.a. door de uitstoot van CO2 De huidige verwerking resulteert dan wel in een beperkte energie- en grondstofrecuperatie, maar slib bevat nog veel energie en nuttige reststoffen die we door verbranding niet optimaal benutten. Met de bouw van een nieuwe slibmonoverwerker optimaliseren we alvast de energierecuperatie en maken we fosforrecuperatie mogelijk. Maar we willen nog een stapje verder gaan in duurzaamheid en circulariteit.”

2. En dan komt biochar op het toneel? Wat is dat en waar ligt de link met zuiveringsslib?

Karla: “Biochar is verkoolde biomassa – in ons geval verkoold zuiveringsslib – en ziet eruit als zwarte, korrelige houtskool. We vertrekken hierbij van een heel ander verwerkingsproces. In plaats van het slib te verbranden, waarbij rookgassen en CO2 vrijkomen, gaan we het slib pyrolyseren. Pyrolyse is een thermisch proces waarbij organisch materiaal (het slib) wordt verhit bij hoge temperatuur in een zuurstofarme omgeving.”

3. Wat zijn de voordelen van zo’n pyrolyse-proces?

Karla: “Pyrolyseren heeft heel wat voordelen. Zo kan een pyrolyse-installatie een aanzienlijk deel van de energie uit het slib recupereren onder de vorm van zogenaamde syngassen. Die gassen kan je als brandstof gebruiken om de nodige hoge temperaturen, 600 à 650 °C, aan te houden. Het proces levert meer energie op dan we erin moeten stoppen. Bovendien hergebruiken we de restwarmte na de pyrolyse nog eens om ons slib vooraf te drogen. Wat nog overblijft aan restwarmte na dat drogen, condenswater aan ±60 °C, willen we een derde maal gebruiken om er gebouwen mee te verwarmen.”

“Pyrolyse vermijdt emissies en is energieefficiënt, maar het heeft nog een groot voordeel: het immobiliseert de koolstof die aanwezig is in het slib in de verkoolde biocharvariant. In plaats van CO2 uit te stoten tijdens verbranding, capteren we met andere woorden CO2 in de biocharkorreltjes. Die korreltjes hebben dus een negatieve CO2-uitstoot en gelden als een ‘carbon capture’-techniek. Plus: tijdens het verkolingsproces worden PFAS-structuren in het slib afgebroken. Zo’n pyrolyse is dus een erg beloftevolle, duurzame en innovatieve slibverwerkingstechniek, met biochar als circulair eindproduct.”

We onderzoeken of biochar de rol van actieve kool in waterzuivering kan opnemen.”

Maarten Raemdonck

4. Waarvoor kan biochar dienen?

Maarten: “Allereerst bekijken we of we biochar kunnen gebruiken in onze eigen waterzuiveringsprocessen als biologisch alternatief voor actieve kool-filters. Actieve kool wordt o.a. gebruikt om zwevende stoffen en micropolluenten, zoals medicijnresten, uit afvalwater te ‘vangen’ of adsorberen.”

“Nieuwe Europese wetgeving verplicht ons om deze micropolluenten in de toekomst uit het afvalwater te verwijderen. Daarbij zal actieve kool, en misschien dus ook het circulaire gebruik van onze biochar, een belangrijke rol spelen. Of we onze biochar al dan niet voor deze toepassing kunnen gebruiken, zal afhangen van de karakteristieken (bv. poreuze structuur) die we aan de korreltjes kunnen geven, en de adsorptie-efficiëntie die we kunnen bereiken.”

Karla: “Een tweede, erg beloftevolle toepassing vinden we in de bouwsector. De betonindustrie kan biochar gebruiken bij de productie van betonproducten, o.a. als additief, vulmateriaal, granulaat of in het carbonatatieproces. Op deze manier verwerkt de bouw niet alleen een circulaire grondstof, maar vervangen ze een grondstof met een enorme CO2uitstoot (cement) door een grondstof met CO2-captatie (biochar). Het eindproduct kan je dus echt wel ‘groene’ beton noemen.”

5. Hoe concreet zijn de plannen?

Karla: “Samen met Bioterra, dat afvalstoffen recycleert, en de Universiteit Hasselt voeren we momenteel een haalbaarheidsstudie uit naar het gebruik van biochar als circulaire grondstof voor waterzuivering en bouwmaterialen. Vervolgens willen we een proefinstallatie bouwen op onze waterzuiveringsinstallatie van Menen. Die locatie kozen we niet zomaar. RWZI Menen is een middelgrote installatie die logistiek

Nieuwe Europese wetgeving verplicht ons om in de toekomst micropolluenten, zoals medicijnresten, uit het afvalwater te verwijderen, a.d.h.v. een quaternaire zuivering. Daarbij zal actieve kool, en misschien dus ook het circulaire gebruik van biochar, een belangrijke rol spelen. Op onze RWZI van Aartselaar starten we binnenkort de allereerste quaternaire zuivering op.

gezien iets verder af ligt van onze andere verwerkingsinstallaties. Een slibverwerking ter plaatse zou dus interessant zijn.”

Maarten: “Bovendien heeft de stad plannen voor een warmtenet. De restwarmte na de pyrolyse kan mogelijk dienen als stadsverwarming. We stellen momenteel een subsidiedossier samen onder begeleiding van Flux50. Wordt de subsidie toegekend, kunnen we ten vroegste vanaf 2027 biochar uit rioolslib halen en CO2 capteren. Een pioniersproject in Europa.”

6. Wat levert het op?

Karla: “Met onze business case zijn we nog niet helemaal rond, maar dat biochar een aanzienlijke CO2-reductie betekent, is wel zeker. Een pyrolyseinstallatie op RWZI Menen – waar het afvalwater van 66.000 inwoners wordt gezuiverd – zou jaarlijks 620 ton biochar kunnen produceren. Dat komt overeen met een reductie van meer dan 2.100 ton CO2 equivalent per jaar. Om het concreet te maken: dat zijn maar liefst 5.250 vliegreizen tussen Brussel en Rome.”

Met onze

business

case zijn we nog niet helemaal rond, maar dat biochar een aanzienlijke CO2-reductie betekent, is wel zeker.”
Karla Geudens

Snel reageren bij het wassende water

Waterbom van 2021 brengt een River Cleanup Response Team op de been

River Cleanup startte amper zes jaar geleden in België, maar is intussen in zo’n honderd landen actief. Met dezelfde missie - plasticvervuiling in onze waterlopen tegengaan –komt de organisatie nu met een opvallend nieuw initiatief: het River Cleanup Response Team. Ook dat start binnenkort in België, maar opnieuw met internationale ambities. Oprichter Thomas de Groote neemt ons mee in het verhaal.

Na de overstromingen in 2021 van de Vesder, de Berwijn en de Ourthe hadden de vrijwilligers van River Cleanup drie jaar lang werk met het opruimen van allerlei afval en plastic in en rond de rivieren. Even later doken gelijkaardige overstromingen op in Zwitserland, Polen en in het Spaanse Valencia. Het zette Thomas de Groote aan het denken. “Wat als we, net als Prof. dr. Beaucourt destijds deed met B-Fast, een soortgelijk project in het leven zouden roepen, dat mensen snel kan activeren en mobiliseren bij plotse overstromingen en waarbij iedereen weet wat hij of zij moet doen?”

Proactief

In 2021 vonden heel wat mensen na de overstroming hun weg naar River Cleanup. Er kwam een gigantische hulpverlening op gang. Thomas: “Wat we toen leerden, vindt nu zijn weg naar het River Cleanup Response Team. Het werkt proactief in plaats van reactief: hoe zorgen we ervoor dat we bij een volgende overstroming maximaal klaar staan, met al onze vrijwilligers. Die vrijwilligers bevragen we op voorhand: wie wil wanneer welke soort taken uitvoeren? Zij maken deel uit van het River Cleanup Response Team. We brengen ze samen in een database. Verder maken we op voorhand afspraken met gemeentes, schrijven we veiligheidsprocedures uit enzovoort.”

Alarmerende cijfers

De problematiek van overstromingen van rivieren en waterlopen zal de volgende jaren jammer genoeg alleen maar groter worden. Thomas staaft dit met cijfers: “De frequentie van extreme regenval zou de komende jaren tot factor 9 kunnen toenemen. De stormintensiteit zou met 50% kunnen stijgen tegen het einde van de eeuw. Dat laatste lijkt nog veraf, maar de stijging verloopt natuurlijk gradueel. Vorig jaar had één derde van het Europese rivierennetwerk hoge overstromingsdrempels bereikt. Die trend zal niet meteen keren. Voorkomen is beter dan genezen, vandaar dit initiatief.”

HELPENDE AQUAFINHANDEN

Aquafin heeft een langlopende relatie met River Cleanup, niet enkel als ondersteunende partner. Ook de medewerkers van Aquafin zelf helpen mee. “In 2021 en 2022 was Aquafin betrokken met tientallen opruimacties in België. Het is een van de meest geëngageerde bedrijven, zeker ook omdat de werknemers een rechtstreekse link met water hebben”, zegt Thomas. Inmiddels nodigt Aquafin zijn werknemers uit om zich kandidaat te stellen voor het River Cleanup Response Team. Wie zich inschrijft, kan een paar keer per jaar de handen uit de mouwen steken. Dat kan bij effectieve overstromingen, al voorziet River Cleanup ook trainingsdagen waarbij wateroverlast gesimuleerd wordt. Schrijf je alvast via de QR-code in op de nieuwsbrief van River Cleanup en verneem als eerste wanneer de inschrijfmodule binnen enkele weken actief wordt.

Een blauwdruk

Ook nu ziet Thomas het meteen groots: bedoeling zou zijn om België als testcase te nemen, maar vanuit die kennis snel standaarden en procedures uit te werken die als blauwdruk kunnen dienen in het buitenland. “Lokale organisaties van over heel de wereld zouden dan dankzij ons draaiboek en onze aanpak meteen ook een lokaal River Cleanup Response Team kunnen opzetten.”

Thomas de Groote

Wat is er nodig voor propere waterlopen?

Simulaties zullen de juiste keuzes helpen maken

Tegen 2027 vraagt de Europese kaderrichtlijn

Water een ‘goede ecologische toestand van alle waterlichamen’. In ons land zijn dat er 195. Vandaag voldoet slechts 1 waterlichaam aan alle normen. Gaan we de deadline halen?

De situatie zal zeker verbeteren, maar de sector is het erover eens dat het niet realistisch is om te denken dat tegen de deadline van 2027 alle waterlopen de gevraagde goede toestand zullen halen. Europa legt de lat zeer hoog, en de uitdagingen zijn groot en complex. Er zijn inspanningen nodig van iedereen.

Wat kan en gaat Aquafin de komende jaren doen zo om efficiënt mogelijk naar dat uitdagende doel toe te werken? Jasmien

Talloen, manager Plan W bij Aquafin: “We willen natuurlijk een projectportfolio samenstellen dat ons zo ver mogelijk laat springen op vlak van de reductie van stikstof en fosfor naar de waterlopen. In grote lijnen hebben we drie types van projecten gedefinieerd die tot zo'n reductie leiden.”

Inzetten op tertiaire zuivering

Het huidige zuiveringsproces verwijdert stikstof en fosfor uit het afvalwater tijdens de biologische zuivering (secundair) in functie van de opgelegde normen. “Méér stikstof en fosfor verwijderen, kan met tertiaire zuiveringen”, legt Jasmien uit, “een uitbreiding van de secundaire zuivering, zeg maar. Uit onze studies blijkt dat tertiaire zuiveringen vaak de snelste en meest rendabele manier zijn richting nog properder water.” Aquafin onderzoekt daarom op welke locaties de uitbouw van tertiaire zuiveringen het meest aangewezen is. “Voor fosfor doen we dat vandaag al op 50 locaties langs de meest kwetsbare waterlopen, en tegen 2027 willen we dat uitbreiden met nog een 80-tal RWZI’s. Voor stikstof willen we dit op een 12-tal locaties uitbouwen tegen diezelfde deadline.”

Simuleren voor slimme keuzes

Welke mix aan projecten brengt ons dan het snelst richting propere waterlopen? Dat kunnen we binnenkort bepalen aan de hand van een reductiesimulator. “Met de tool, ontwikkeld door Aquafin, kunnen we spelen met combinaties van projecten. Zo kunnen we simuleren met welke projecten we tot maximale invulling van de reductiedoelen komen. De weg naar ‘een goede ecologische toestand van àlle 195 waterlichamen is nog lang, de simulator stelt ons alvast in staat om er kostenefficiënt naartoe te werken”, concludeert Jasmien.

Overstortwerking aanpakken

Het aanpakken van overstorten, nooduitlaten op de riolering waarlangs verdund ongezuiverd afvalwater rechtstreeks de beek instroomt, kan een grote winst betekenen voor de waterkwaliteit. “Dat kan door optimalisaties in het rioleringsstelsel, bijvoorbeeld door de bergingscapaciteit beter te benutten. Minder buffering in het stelsel betekent namelijk meer kans op overstortingen. Met een tool als Cockle die werd ontwikkeld door Aquafin, kunnen we de meest kritische overstorten in kaart brengen, en verschillende remediërende maatregelen met elkaar vergelijken. Zo kunnen we overstortwerking dus veel gerichter aanpakken, en de inspanningen maximaal laten renderen.”

Ook het afkoppelen van niet-vervuild regenwater is relevant tegen overstorten. Alleen vragen die ingrepen meer tijd.

Aansluiten, aansluiten, aansluiten

Hoewel het in 2025 bijna ondenkbaar is, zijn er vandaag nog steeds huishoudens die niet aangesloten zijn op een zuiveringsinstallatie van Aquafin en hun afvalwater ongezuiverd lozen in de waterlopen. Extra vuilvracht aansluiten is dus the way to go richting propere waterlopen. “Dit doen we niet vanuit een ivoren toren”, stelt Jasmien. “We zoeken samen met de andere rioolbeheerders en lokale besturen naar de beste combinaties van lokale en bovenlokale investeringen die het snelst en meest rendabel milieuwinst opleveren.”

We willen een projectportfolio samenstellen dat ons zo ver mogelijk laat springen op vlak van de reductie van stikstof en fosfor naar de waterlopen.”
Jasmien Talloen

Watermonsters sporen vervuiling in open water op

Initiatiefnemer Waterland en partner Aquafin aan het woord

Met Waterhelden en Watermonsters presenteert de vzw Waterland twee opmerkelijke burgeronderzoeksprojecten om de kwaliteit van open water (en indirect ook het effect van overstorten) in kaart te brengen. Hoe en waarom doen ze dat en wat levert het op? Lieven Symons, coördinator van Waterland, legt uit.

Lieven Symons: “Met de vzw Waterland houden we twee grote watermeetacties. We beroepen telkens op burgers om via hun metingen data en dus kennis te verzamelen rond de waterkwaliteit. Zo willen we ook het publieke debat aanzwengelen.

Voor Waterhelden zijn de metingen net achter de rug: burgercollectieven en natuurverenigingen deden gedurende een aantal maanden metingen in waterlopen in verschillende regio’s. De resultaten in het kort: in Pelt leverden metingen in de Dommel hoge fosfaat- en E.coli-gehaltes op. Dat zijn polluenten die in het water kunnen opduiken. De rioleringsgraad is weliswaar behoorlijk groot in Pelt, maar de cijfers duiden op heel wat overstortwerking. In de Lieve, de waterloop die langs Wommelgem loopt, merkten we hoge piekwaardes aan het dichtste punt tussen de waterloop en het kanaal. Die houden mogelijk verband met industriële activiteiten uit de Gentse Haven, die dan als het ware ‘binnendringen’ in de Lieve. In de regio’s Roeselare en Halle toonden onze metingen van bron tot monding hoe de fosfaat- en E.coli-waarden telkens stijgen, na menselijke activiteiten. Aan de bron liggen de waarden laag, maar ze stijgen na activiteiten als overstortwerking of individuele lozingen van burgers. Het is moeilijk om te weten welke van die twee activiteiten voor een stijging van de waarden zorgt.”

Verschillende oorzaken

“We spreiden die metingen overigens doelbewust over enkele maanden. Thesisstudenten van de UA leggen onze meetresultaten naast neerslagcijfers van het KMI. Noteerden we hoge polluentenwaarden vlak na hevige regenval? Dan zou de oorzaak bij overstorten kunnen liggen. Op drogere dagen zouden lozingen de oorzaak kunnen zijn. Met dit soort metingen willen we enkele tendensen vaststellen. Vanuit de vaststellingen gaan we met beheerders en gemeentebesturen op het terrein om samen te kijken welke stappen of acties mogelijk zijn.”

Nieuwe campagne Watermonsters van start

“De nieuwe campagne Watermonsters lanceerden we midden maart. We richten ons naar de particuliere burger, om over heel Vlaanderen de waterkwaliteit van beken, grachten of andere waterlopen te meten. Met een eenvoudige test kunnen burgers E. coli meetwaarden doorsturen. E. coli is hierbij als een kanarie in de koolmijn: een indicator die ons meer kan vertellen over ons watersysteem. Vinden we E. coli terug, dan zullen er ook andere stoffen, die we liever richting de rioleringszuiveringsinstallatie sturen, in onze waterlopen terechtkomen.”

“We werken samen met Aquafin, dat beter dan wie ook het rioleringssysteem kent en dat ons kan helpen om de juiste conclusies te trekken uit ons burgeronderzoek. Ons opzet is steeds hetzelfde. Via burgerparticipatie en de verzamelde data willen we de discussie voeren tussen alle betrokken partijen: burgers, rioolbeheerders en gemeentebesturen, om zo de situaties te verbeteren en actiepunten vast te leggen.”

De resultaten van het burgeronderzoek Watermonsters worden begin juni 2025 bekend gemaakt in De Standaard.

Lieven Symons
Aquafin kent het rioleringssysteem als geen ander, en is dan ook een waardevolle partner voor dit burgeronderzoek.”
Lieven Symons
“Een gedeelde bekommernis”

Aquafin is natuurlijk vertrouwd met de problematiek van overstortwerking en tracht er met metingen en berekeningen een goed beeld van te vormen. Een uitgebreid netwerk van 1.600 meetpunten is intussen geïnstalleerd. Het verzamelen van al die data heeft meerdere doelstellingen volgens Geert Dirckx, expert overstorten.

Geert Dirckx: “Overstorten zijn als het ware de nooduitlaten op het gemengde rioolstelsel. Gemengd wil zeggen dat er via dakgoten en regenpijpen en via straatkolken ook regenwater in de riolering terechtkomt. Omdat het economisch niet verantwoord is om riolen aan te leggen die élke mogelijke bui aankunnen, creëren we op strategische plaatsen overstorten. Het overtollige water vindt zo zijn weg naar oppervlaktewater zodat het geen wateroverlast op straat veroorzaakt. Natuurlijk zijn overstorten voor ons een aandachtspunt. Ook al is het geloosde afvalwater verdund door regenwater, er spoelen wel vervuilende stoffen mee. Maar vergeet niet dat 13% van de huishoudens in Vlaanderen het afvalwater nog ongezuiverd loost in de waterlopen omdat ze nog niet zijn aangesloten op riolering of nog geen individuele zuiveringsinstallatie (IBA) hebben. Ook via die weg komt er dus nog vervuiling in de waterloop.”

Data delen op nieuw platform

“We hebben een netwerk van 1.600 meettoestellen uitgerold, mooi verspreid over Vlaanderen. Die toestellen meten het waterpeil aan de rioolkant van de overstortmuur. Zo krijgen we een goed zicht over het tijdstip van overstorting, de duur en de overstorthoogte. Deze data zijn interessant als basis voor saneringsideeën, maar ook an sich om een beter beeld te krijgen over de overstortsituaties. Omdat ze ook voor anderen bruikbaar kunnen zijn, gaan we die data extern delen, met overheden zoals de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM), maar ook ruimer met een breed publiek. Dat doen we via een nieuwe portaalsite Blue Portal, zodat iedereen de kerndata per locatie kan raadplegen.”

“De data hebben en de hotspots kennen, lost natuurlijk het probleem nog niet op. Met een rekentool die we zelf ontwikkelden, kunnen we de impact van een overstort berekenen en mogelijke maatregelen tegen elkaar afwegen. Regenwater afkoppelen van de riolering en, als het niet vervuild is, zoveel mogelijk ter plaatse in de bodem laten dringen, is altijd een goede maatregel. Of het tijdelijk bufferen van regenwater. En dan zijn er nog end-of-pipe oplossingen zoals biologische of technische nabehandelingen van overstortwater, of slimme sturingen om de bergingscapaciteit in het stelsel beter te benutten.”

Snel en gericht ingrijpen

Met onze metingen willen we trouwens niet alleen de ‘reguliere’ overstortwerking, dat is bij regenweer, in kaart brengen. Overstorten kunnen ook bij droog weer werken. De reden kan zijn: een opstopping in de buis, die de doorvoer tegenhoudt. Hiervoor hebben we een ‘early warning system’. Aan de hand van radarbeelden checken we of er in de buurt van de overstort tot een dag terug al dan niet neerslag viel. Stellen we overstortwerking vast en geen neerslag, gaan de alarmlampjes aan. Zo kunnen we snel ingrijpen en het probleem wegnemen.”

Geert Dirckx

Mijn vak: Corporate Innovator

Hoe Karla haar collega’s en Aquafin helpt groeien

Wie Aquafin enkel kent als rioolwaterzuiveraar, heeft gemist hoe het bedrijf zijn horizon de voorbije jaren verbreedde om meer impact te maken. Dat doet het onder meer door nieuwe, innovatieve initiatieven te koppelen aan de kernactiviteit, zoals de productie van biomethaan (p. 4) en biochar (p.16).

De hefboom in dat verhaal? Een Innovatieteam dat continu nieuwe kansen opspoort en stimuleert.

We kijken mee over de schouder van Karla Geudens, Corporate Innovator: “Bij Aquafin willen we innovatie laten bruisen bij elke collega. Als corporate innovator geven we kleine, creatieve ideeën een podium, en faciliteren we grote, soms tot de verbeelding sprekende projecten. Mensen hebben vaak goede ideeën, maar weten niet altijd hoe ze daaraan moeten beginnen of wijzen op tijdsgebrek. Het zou jammer zijn om deze ideeën onbeantwoord te laten, want het zijn net manieren om zaken in beweging te zetten. Wat je dan nodig hebt, is iemand die er vastberaden en doelgericht de tanden in zet. Dat doet het innovatieteam met veel plezier.”

Het juiste netwerk

“Het boeiende aan innovatie en mijn job, is de verscheidenheid aan projecten.”

“In mijn eerste project onderzocht ik de mogelijkheden van een technologie waarbij een glasvezelkabel in de riolering fungeert als een lange sensor om gegevens zoals temperatuur en trillingen over grote afstanden te meten. Met een achtergrond in telecom en glasvezel, voelde dat vertrouwd. Vandaag verdiep ik me in circulaire materiaalstroom met het biochar-project en een exploratietraject naar groenere beton. Heel andere materie waar ik minder kaas van heb gegeten. Het is dan een kwestie van het juiste netwerk aan te spreken, en uit te bouwen. We hebben binnen Aquafin veel expertise waarop ik een beroep kan doen, maar het is ook waardevol om buiten de organisatiegrenzen te kijken. De kracht van goede innovatie zit voor mij in een sterk intern en extern netwerk én nieuwsgierigheid. Ogen en oren openhouden, is dus key.”

Durf

“Projecten hoeven zeker niet altijd van de grootteorde zoals biochar te zijn, integendeel. Bij Aquafin is er ook plaats en aandacht voor de kleine innovaties, en dat vind ik mooi. Kleine innovaties binnen de huidige processen bijvoorbeeld, kunnen ook een grote impact hebben. Trouwens, niet elk idee zal uitdraaien op een succes. Innovatie is durven ‘falen’, durven inzien dat iets niet lukt. Laat je daardoor vooral niet ontmoedigen. Want stilstaan, is achteruitgaan. Nieuwe wegen exploreren, zorgt ervoor dat je als bedrijf relevant blijft. Bovendien halen collega’s ook veel voldoening uit hun bijdrage aan die innovatieve projecten. Het prikkelt hun creativiteit en ondernemingszin. Dat ik daar als corporate innovator mag aan meewerken, vind ik ontzettend mooi, en geeft ook mij voldoening.”

We zoeken constant naar nieuwe zaken die iets positiefs in beweging kunnen zetten.”
Karla Geudens

Aquafin zomert

Straffe verhalen op Nerdland Festival

Nerdland Festival – 6-9 juni 2025

Na heel wat verwonderde blikken vorig jaar, vertelt Aquafin ook dit jaar weer straffe verhalen over afvalwater op Nerdland Festival. Want er zit meer, veel meer, in afvalwater dan je denkt. Bezoekers ontdekken er alles over op onze interactieve stand waar ze limonade van gezuiverd afvalwater kunnen proeven, of tijdens de enige echte Wetenschapsbattle waar onderzoekers van Aquafin het opnemen tegen andere waterwetenschappers. Spannend! En voor zij die al die boeiende verhalen wel kunnen smaken: kom zeker met ons babbelen op de Talent Stage, een gloednieuw podium waar we samen met jou graag dieper in gaan op onze job met impact.

Alvast benieuwd naar hoe we van gezuiverd afvalwater limonade maken? Surf naar www.aquafin.be/riolimo

Genieten aan de STROOM

STROOM Festival – juni/juli 2025

Fietsen, wandelen, picknicken, ... Proper water geeft deze zomerse activiteiten een extra dimensie. Genieten aan het water is vandaag een vanzelfsprekendheid, maar dat was niet altijd zo. Al 35 jaar werkt Aquafin hard aan propere waterlopen waarlangs het aangenaam vertoeven is. En daar plukt ook STROOM de vruchten van. STROOM is een festival voor jong en oud dat bezoekers meeneemt langs unieke plekjes aan de Schelde tussen Antwerpen en Gent. Van oeverconcerten tot leerrijke discours, het festival brengt cultuur, klimaat, erfgoed en duurzaamheid samen met water als verbindende factor. Geniet mee. Meer info op www.festivalstroom.be

Aquafin connects

Werken aan propere waterlopen: dat gebeurt niet vanzelf, en dat doen we ook niet alleen. Technische partners zijn onmisbaar voor onze werking.

De Aquafin Awards voor studiebureaus en aannemers waarmee we samenwerken voor grote infrastructuurwerken, waren op 24 april al aan hun 18e editie toe. Een lange traditie en een gevestigde waarde die sterk geapprecieerd wordt in de sector. Elk jaar opnieuw is het een moment om de banden te versterken en onze waardering te tonen voor het werk van deze technische partners.

Omdat er ook nog een heel pak andere strategische leveranciers en dienstverleners zijn die onmisbaar zijn om onze ambities te realiseren, brachten we eind maart die groep voor het eerst samen voor een nieuw netwerkevent “Aquafin Connects”. Het gaat onder meer over leveranciers van chemicaliën, pompen,

GEÏNTEGREERD JAARVERSLAG

Benieuwd wat Aquafin in 2024 realiseerde? Lees ons eerste geïntegreerde jaarverslag door de QR-code te scannen. Je komt terecht op ons online jaarverslag met kerncijfers en de belangrijkste feiten.

Heb je nood aan meer gedetailleerde informatie, download dan het volledige jaarverslag via dezelfde website. Voor het eerst publiceren we daarin naast onze financiële resultaten ook een duurzaamheidsrapport naar de richtlijnen van de Europese Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD).

meettoestellen, … en dienstverleners van elektrische werken, (groen)onderhoud, slibtransporten, rioolinspecties, …

De vele positieve reacties achteraf doen alvast uitkijken naar een volgende editie. Vanaf volgend jaar maken ook deze bedrijven kans op een mooie award voor hun inspanningen om samen met ons impact te maken op het vlak van milieu en veiligheid.

Blader hier door ons online jaarverslag. Luchtig opgemaakt met de belangrijkste kerncijfers en realisaties.

Nerdland Festival x Aquafin

Laat je verrassen door alles wat afvalwater te bieden heeft.

En dat is héél wat. Ontdek het op Nerdland Festival 2025.

Net zoals vorig jaar vind je Aquafin ook deze zomer op Nerdland Festival, het grootste wetenschapsfestival van de Benelux, van 6 tot 9 juni. Wat is er te doen?

• Kom langs aan onze interactieve stand die van afvalwater limonade maakt

• Luister naar hoe onze nerds een heerlijk eerlijke kinderjury overtuigen van hun verrassend onderzoek tijdens de enige echte Wetenschapsbattle

• Op zoek naar een job met impact? Leer Aquafin beter kennen op de gloednieuwe Talent Stage.

Tot dan?

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.