Zuivere impact

Bufferbekken als toegang tot natuur voor leefboerderij
Bufferbekken als toegang tot natuur voor leefboerderij
3x
blauwgroene maatregelen
tegen klimaatimpact
vrijwillige boscompensatie door een goede match
Blauwgroene maatregelen vs. klimaatimpact
Aqua is het viermaandelijks magazine van Aquafin NV. Redactie: communicatiedienst Aquafin, externe freelance copywriters Fotografie: Aquafin, Frederik Beyens, Silke Van Rooy, Nicolas Herbots, Lars Duchateau, Shutterstock Opmaak en concept: Marlies Nachtergaele (wit ’n grid) Druk: Daddy Kate | Gedrukt op milieuvriendelijk papier. Verantwoordelijke uitgever: Jan Goossens, Dijkstraat 8, 2630 Aartselaar, ondernemingsnummer 0440.691.388
Aqua niet meer ontvangen? Mail naar redactie@aquafin.be
”Ook kleine, slimme ingrepen kunnen zichtbare impact hebben”
Ik trap een open deur in als ik zeg dat we ons moeten wapenen tegen klimaatextremen. Maar toch. Klimaatrobuust en toekomstgericht inrichten van het publieke domein gebeurt in de praktijk nog te weinig. Voor lokale besturen zijn er heel wat uitdagingen die het parcours hobbelig maken. Beperkte budgetten, om er maar één te noemen…
Bij Aquafin hebben we oor naar die bezorgdheden en willen we samen de complexiteit van vandaag aanpakken. Dat deden we heel concreet door twee blauwgroene inspiratiemomenten voor lokale besturen te organiseren. We gaven er ook heldere antwoorden op veel gestelde vragen van gemeenten en praktische handvatten om drempels weg te werken. De feedback die ik oppikte, zoals “een dag vol eyeopeners”, doet mij vermoeden dat we geslaagd zijn in ons opzet.
Uiteraard willen we niet alleen inspiratie doorgeven, maar zelf ook blijven bijleren van de vele initiatieven, organisaties en bedrijven die zich inzetten voor een klimaatrobuust Vlaanderen en propere waterlopen. Elke expertise, alle praktijkervaring telt. Door de krachten te bundelen, samen te werken op het terrein en bruggen te bouwen tussen sectoren, vergroten we onze slagkracht.
Een boodschap die ik graag herhaal, is dat ook kleine, slimme ingrepen een zichtbare impact kunnen hebben. Met beperkte middelen kan je water slimmer beheren én een meerwaarde voor een straat creëren. Een gemeente hoeft echt niet te wachten op een groot rioleringsproject om vooruitgang te boeken – elke stap telt.
Met ervaring in complexe projecten en creatieve, kleine realisaties mag ik ons wel een betrouwbare one-stopshop voor gemeenten noemen. Samen met een sterk netwerk van technische partners en waardevolle lokale input bouwen we straat per straat, project per project, mee aan een publiek domein in harmonie met water.
Marjolein Weemaes
Directeur Business
Development & Innovatie
In Aalst injecteert Waterunie* gezuiverd afvalwater opgewaardeerd tot drinkwater in de ondergrond. Die voorraad kunnen ze bij grote drinkwatervraag terug oppompen en op het drinkwaternet zetten. Sinds de opstart van de installatie in mei injecteert het project 50 kubieke meter water per uur in het drinkwaternet.
* Waterunie is een samenwerking tussen drinkwaterbedrijven Farys en De Watergroep. Het project in Aalst is een Blue Dealproject (DEEPER BLUE). in stroom
Waterunie waardeert het gezuiverde afvalwater (effluent) van de rioolwaterzuiveringsinstallatie van Aquafin in Aalst eerst verder op tot drinkwater. “Dat water slaan we op in de diepe ondergrond”, zegt Bart De Gusseme van Farys. Voordelen? “We kunnen vraag en aanbod beter op elkaar afstemmen. In de winter is de vraag naar water kleiner, maar het aanbod groter. Die overschotten slaan we op in de bodem en pompen we opnieuw op bij waterschaarste in de zomer. De opslag in de bodem komt ook de waterkwaliteit ten goede.”
Waarom deze techniek? Anno 2025 staan onze natuurlijke bronnen voor drinkwater steeds meer onder druk, en wordt de zoektocht naar alternatieve waterbronnen opgedreven. Effluent is het jaar rond beschikbaar en heeft een vrij constante kwaliteit. Het is dus een betrouwbare waterbron, ook in tijden van droogte. Aquafin en drinkwaterbedrijven vinden elkaar steeds vaker voor hergebruikprojecten. Aan de kust neemt drinkwaterbedrijf Aquaduin al meer dan 20 jaar gezuiverd afvalwater af om er drinkwater van te maken. Zo’n samenwerkingen helpen om onze drinkwatervoorziening ook in de toekomst veilig te stellen.
Het werk van de Duurzaamheidsboard blijft niet enkel bij ideeën. “We rollen binnenkort twee werven uit waarin we concrete acties zullen testen. Met deze werven willen we ook aannemers motiveren om hun werven anders te organiseren, zodat we samen de CO2-uitstoot van de hele werf kunnen verlagen.” DUURZAME
Ondanks de positieve impact van waterzuivering, zijn we ons ook bewust van de milieubelasting van bijvoorbeeld rioleringswerven. In een nieuwe Duurzaamheidsboard buigen Aquafin en studiebureaus zich samen over de vraag hoe we werven in de toekomst duurzamer kunnen maken.
De oprichting van dit nieuwe overleg vloeit voort uit het traject Verbindend Samenwerken, dat Aquafin enkele jaren geleden opstartte met de studiebureaus. “Vertrouwen hebben in elkaar, rollen en verantwoordelijkheden accepteren en werkvreugde staan daarin centraal”, weet Liselotte De Waele, portfoliobeheerder bij Aquafin. “Aquafin en de studiebureaus hebben elkaars expertise nodig om tot de beste resultaten te komen”
Zo gaat de board op zoek naar mogelijkheden om de toepassing van milieubelastende materialen, zoals staal en cement, te beperken. “We verkennen manieren om minder materialen te gebruiken, of dat efficiënter te doen. Maar we onderzoeken ook hoe we maximaal kunnen inzetten op alternatieven als herbruikgranulaten of CO₂-capterende materialen.”
Bemalingswater beschermt bomen tegen droogte
Bouwwerken vragen vaak een verlaging van de grondwatertafel om droog te kunnen werken. Het opgepompte grondwater werd meestal afgevoerd naar een beek of de riolering. Het recent aangescherpte bemalingsbeleid van de Vlaamse Regering brengt daar verandering in: herinfiltratie of hergebruik is nu de norm, ingegeven door de strijd tegen de droogte. Enkel als het technisch of praktisch niet mogelijk is, of als het water vervuild is, kan afvoeren nog.
Een belangrijke stap in de goede richting, want het dwingt bouwheren om doordacht om te springen met grondwater. Een mooi voorbeeld daarvan is de retourbemaling op onze rioleringswerf in Hoeilaart. Zo’n 700 m³ grondwater per dag keert er opnieuw naar de bodem in het kasteelpark. Daardoor blijft het grondwater er op een voldoende hoog peil om de bomen te beschermen tegen verdroging.
Het project brengt op nog een andere manier elke druppel op de juiste plaats. Proper water, voornamelijk afkomstig van de vele lokale natuurlijke bronnen, wordt afgekoppeld van de riolering en rechtstreeks naar de IJse geleid. De rivier kampt jaar na jaar in droge periodes met een almaar groter watertekort. Na de werken zal naar schatting maar liefst 50 liter per seconde proper bronwater de IJse permanent aanvullen.
"Om ons beter te wapenen tegen droogte en overstromingen hebben we duizenden kleine maatregelen nodig, die allemaal samen een groot verschil maken”
Patrick Meire ecoloog UAntwerpen
op p. 20-21 hoe kleine ingrepen een groot effect kunnen hebben
Sinds dit voorjaar zorgen twee nieuwe windturbines van LumIKA (Luminus en de Investeringsvereniging voor de Kempen en het Antwerpse) in Oud-Turnhout voor de verdere vergroening van onze energiemix. Aquafin sloot met Luminus een Power Purchase Agreement (PPA) af voor de afname van de volledige stroomproductie, goed voor 21.000 MWh per jaar of het equivalent van het gemiddelde jaarverbruik van 6.100 gezinnen. Aangezien zowel productie als verbruik lokaal én gelijktijdig verlopen, is dit voor ons écht groene energie.
De afnameovereenkomst past in ons pad richting klimaatneutraliteit en in onze doelstelling om tegen 2030 40% van onze energiebehoeften in te vullen met eigen hernieuwbare stroomproductie. Tegelijk ondersteunen we op deze manier de ontwikkeling van windenergieprojecten.
Blijf je graag op de hoogte? Volg ons op LinkedIn.
boven water
Regenwater vasthouden en nuttig gebruiken, dat kan ook op grotere schaal dan met een regenwaterput. Met grote regenwaterbuffers bijvoorbeeld, die Aquafin slim aanstuurt om op het juiste moment genoeg buffercapaciteit te hebben én toch maximaal water te hergebruiken.
→ onder liggend verhaal
“Met een combinatie van sensoren, pompen, schuiven en sturingsalgoritmes, onze ‘Aqtirain’, komt het water op de juiste plaats terecht”
Een bufferbekken is klassiek een grote bak of put, die tijdens zware regenbuien overtollig water opvangt en het daarna vertraagd afvoert naar een waterloop. Zo beschermt het ons tegen wateroverlast, maar mits een kleine ingreep kan het ook een aanvullende bron van water worden. Bufferbekkens hebben een opening waarlangs het regenwater naar een nabijgelegen waterloop stroomt. Door een schuif voor die opening te plaatsen, blijft het water in het bekken. “Met een combinatie van sensoren, pompen, schuiven en sturingsalgoritmes, onze ‘Aqtirain’, komt het water op de juiste plaats terecht,” zegt Maarten Raemdonck, manager Innovatie bij Aquafin. “Op basis van neerslagvoorspellingen beslissen we of we regenwater in het bekken kunnen vasthouden voor hergebruik. Is er zware
regen op komst, dan zorgt de sturing ervoor dat het water wegstroomt en er weer nieuwe bergingscapaciteit in het bekken is.”
Minimale investering, groot rendement
Wat Aqtirain zo interessant maakt, is dat het op een eenvoudige manier een extra waterbron creëert voor lokale afnemers. Het concept kan zonder grote werken binnen het jaar toegepast worden op bestaande bekkens. Gemeenten of bedrijven kunnen zo makkelijk het rendement van een eerdere investering verhogen. De eerste bekkens die Aquafin uitrustte met Aqtirain, leveren vandaag al waterwinsten op. Zowel in Mechelen als in Kraainem is de uitrol succesvol verlopen.
Het project in Mechelen was één van de ‘living labs’ van het Europees gesubsidieerde
B-WaterSmart project. De afnemers hier zijn lokale landbouwers die het regenwater via een ondergronds irrigatiesysteem gebruiken om hun gewassen te bevloeien. Zo blijft de wortelzone vochtig en zijn de planten goed beschermd tegen verdroging. Aangezien het hier om een onderzoeksproject ging, konden we het Aqtirain-concept in alle details testen.
Het ondergrondse bufferbekken in Kraainem, een project uit de eerste Blue Deal van de Vlaamse Regering, kan in totaal 367 m³ regenwater bufferen. Zonder slimme sturing zou het bekken vaak volledig leeg staan door de trage, maar constante afvoer naar de waterloop. Mét Aqtirain is er voldoende regenwater om het lokale pas ingezaaide voetbalveld te besproeien. “Voordien hadden we geen andere keuze dan leidingwater te
”Voordien hadden we geen andere keuze dan leidingwater te gebruiken”
Marie-France Constant schepen van milieu en ecologische transitie | Kraainem
gebruiken,” vertelt Marie-France Constant, schepen van milieu en ecologische transitie in Kraainem. “We zijn blij dat we als één van de eerste gemeenten gebruik kunnen maken van deze intelligente oplossing. We hopen ze in de toekomst ook te kunnen toepassen op vijvers die we als tijdelijk bufferbekken willen gebruiken om wateroverlast te vermijden.”
Wie kan water afnemen?
Het gebufferde regenwater kan dienen als alternatieve waterbron voor veegwagens, openbaar groen en sportvelden, of in de land- en tuinbouw. Geïnteresseerde afnemers vinden op aquamarkt.be nu al een overzicht van de grote bovengrondse bufferbekkens die in aanmerking komen voor een slimme sturing met vermelding van het buffervolume. Binnenkort wordt de selectie verder uitgebreid.
Drink- en grondwater sparen
In een waterstressgevoelig Vlaanderen is er nood aan structurele oplossingen voor droogte, wateroverlast en waterkwaliteit. Alternatieve waterbronnen zorgen ervoor dat we schaars drink- en grondwater minder hoeven te gebruiken en zo beter bestand zijn tegen droogte.
bufferbekkens in Vlaanderen komen in aanmerking = 6.000 m³ (gemiddeld)
1 groot bufferbekken
Openbaar groen
Irrigatie landen tuinbouw
Sportvelden = 35.000 m³/jaar regenwater voor hergebruik
Vind het potentieel F aquamarkt.be
In samenwerking met de gemeente legde Aquafin in de Molenstraat in Herzele een nieuw bufferbekken aan. Primair doel is natuurlijk om de omgeving te beschermen tegen wateroverlast. Dankzij een open, ecologische inrichting werd het ook een groene parel voor de aanpalende Leefboerderij De Kanteling.
Bufferbekkens zijn prima infrastructuur om tijdelijk regenwater op te vangen en zo piekdebieten in waterlopen te beperken en overstromingen stroomafwaarts te voorkomen. Als ze ook een infiltrerende functie hebben, helpen ze bovendien het grondwater aan te vullen. Maar het zijn wel grote volumes die de nodige ruimte vragen en soms moeilijk in te plannen zijn. In Herzele bleek een perceel naast Leefboerderij De Kanteling de ideale locatie. Jongeren en volwassenen met een zorgvraag kunnen hier terecht voor begeleide dagbesteding in de tuin, het atelier of met de dieren.
“In dialoog met de leefboerderij kozen we ervoor om het bufferbekken in te richten met een maximale meerwaarde voor zorg,
gebruik te nemen. “Onze gemeente ondersteunt dit type samenwerking, omdat het infrastructuur en maatschappelijke meerwaarde verbindt,” stelt hij.
“Als burgemeester ben ik fier hoe hier verschillende sectoren – zorg, waterbeheer, natuur – elkaar gevonden hebben. Het project maakt Herzele niet alleen veiliger, maar ook warmer en inclusiever. En dat is waar we als lokaal bestuur voor willen staan.”
Een vrijwillige boscompensatie die leidt tot 3.000 m² nieuw bos in de gemeente: Aquafin en Zonnebeke vertellen hoe een technisch infrastructuurproject lokale meerwaarde brengt voor mens en milieu.
Toegevoegde waarde voor de omgeving
“Onze waterzuiveringsinstallatie in Zonnebeke dateert van 1986. Om te kunnen blijven voldoen aan de zuiveringsnormen voor het afvalwater dat we er behandelen, moesten we de infrastructuur vernieuwen.
Op de bestaande locatie uitbreiden was geen optie. Een aanpalend perceel bleek wel geschikt, maar dan moesten we wel een jong, opgeschoten bos rooien. Aquafin had in dit geval geen herbebossingsplicht – dat geldt slechts voor bossen die meer dan 22 jaar oud zijn – maar we wilden toch onze maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen. Gezien de tijdsdruk op het project, kozen we in eerste instantie de piste van herbebossing via De Bosgroepen vzw. Deze vzw plant dan bomen aan op een perceel ergens in Vlaanderen, dat hiervoor al vergund is. Intussen klopte de gemeente Zonnebeke bij ons aan, met de vraag of we de herbebossing toch niet op hun gebied konden doen. Ik had een erg constructief gesprek met de
”Het is best uitzonderlijk dat we in een project om onze eigen infrastructuur te verbeteren zoveel extra natuurwaarde kunnen bieden.”
burgemeester en binnen het korte tijdsbestek van de lopende procedure konden we toch nog lokaal herbebossen. Bij de gewestelijke omgevingsvergunningscommissie diende ik een nieuw, aangepast dossier in.
Met succes, want nu komt er een mooi bos van 3.000 m2 dat Aquafin zal laten aanleggen en dat mooi past in de doelstellingen van het Lokaal Energie en Klimaatpact van de gemeente. In onze projecten op het publieke domein zoeken we standaard naar zoveel mogelijk toegevoegde waarde voor de omgeving. Het is best uitzonderlijk dat we in een project om onze eigen infrastructuur te verbeteren zoveel extra natuurwaarde kunnen bieden.”
Matthias Van Zele Adviseur Vergunningen Aquafin
”Bij de uitbreiding van de waterzuivering moesten inderdaad wat bomen en struiken verdwijnen.”
“Bij de uitbreiding van de waterzuivering moesten inderdaad wat bomen en struiken verdwijnen. In plaats van een vrijwillige compensatie elders, deed ons Schepencollege een voorstel voor een lokale herbebossing. De evenementenweide van ons Kasteelpark leek ons ideaal om een geboortebos van 3.000 m2 aan te planten. Matthias had hier meteen oor naar. Na intern overleg besloot Aquafin om de nieuwe locatie vergund te krijgen. We kregen meteen een positief advies. Nu zijn we klaar voor de volgende stap: de praktische uitwerking. We hebben contact met IJzer & Leie, een van de vzw’s uit De Bosgroepen. Samen met hen kiezen we 800 inheemse boomsoorten die we in het najaar, na het broedseizoen, in een sikkelvormige baan binnen het park aanplanten.”
Frans Deleu
Schepen van Milieu
Zonnebeke
“Sinds een drietal jaren hebben we ons rioolbeheer uitbesteed aan Aquafin, een expert in water. We zijn erg tevreden over de samenwerking: ons net wordt op een snelle, efficiënte manier beheerd en klaargemaakt voor de toekomst. We kijken ook al verder: samen met Riopact, Aquafin en De Watergroep zetten we in op kleinschalige waterzuiveringsinstallaties, alternatieve zuiveringsmethodes … om maximaal werk te maken van proper water. Die vlotte samenwerking willen we ook symboliseren in het park. We willen in het bos een looppad aanleggen voor wandelaars en lopers en aan het begin een publiek kraantje met drinkwater van De Watergroep installeren. We zullen het bos als een ‘Aquafin-bos’ presenteren; een echte meerwaarde voor onze inwoners en bezoekers.”
Koen Meersseman Burgemeester Zonnebeke
Slaagt Aquafin er bij werken niet in om het kappen van een bos of van bomen te vermijden of lokaal opnieuw te planten, dan kiezen we voor heraanplanting op een andere locatie. Sinds 2023 lieten we via De Bosgroepen vzw maar liefst 71.863 m² nieuw bos aanplanten op vier percelen verspreid over Vlaanderen. F bosgroepen.be
Het Stiemerlab stelt een duidelijke kwaliteitsverbetering vast
De Stiemervallei in Genk moet een blauwgroene ader worden die mensen, stad en natuur met elkaar verbindt. De beek speelt daarin een centrale rol. Optimalisaties aan de riolering hebben de waterkwaliteit alvast een mooie stap vooruit gebracht.
De stad Genk heeft een masterplan ontwikkeld om de Stiemervallei gezond en aantrekkelijk te maken. Alles begint natuurlijk met de beek die de hele vallei dooradert. Ze voedt het valleigebied en moet de Genkaars met elkaar en de natuur gaan verbinden. Tot voor kort kwam er nog heel wat ongezuiverd water in de beek terecht, maar vandaag is de Stiemerbeek op weg om haar centrale rol in dat masterplan op te nemen.
25 pijnpunten minder Op het rioolstelsel van Genk is nog ontzettend veel regenwater aangesloten. Dat regenwater zorgde voor heel wat overstorten van vuil water in de Stiemer. “Het regenwater komt uiteindelijk samen in twee collectoren aan weerszijden van de beek. Die collectoren moeten in de eerste plaats het afvalwater van meer dan 50.000 inwoners
van Genk naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie voeren. Als de buizen te vol geraakten door de toestroom van regenwater, liep er regelmatig een mix van regen- en afvalwater in de Stiemerbeek”, verduidelijkt Ilka Van Geel, accountmanager bij Aquafin. “Op een 25-tal locaties verspreid over de volledige vallei vernieuwden we oude constructies en namen we maatregelen zodat het rioolwater bij hevige regen niet langer rechtstreeks in de beek belandt. Dat heeft een duidelijke vooruitgang opgeleverd.”
Meetbaar en zichtbaar resultaat
De stad Genk werkt in het collectief Stiemerlab samen met de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO), de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM), Stichting Kitsunya en lokale vrijwilligers om de kwaliteit van het beekwater op te volgen. De Stiemer werd uitgerust met 15 sensoren
om de waterdiepte, temperatuur, geleidbaarheid en zuurstof te meten. De Genkse vrijwilligers gaan tweewekelijks die sensoren reinigen zodat ze goed blijven meten. VMM voert maandelijkse fysico-chemische staalnames uit en tweejaarlijkse biologische waterkwaliteitsmetingen.
“De data van 2024 tonen een goede fysico-chemische waterkwaliteit aan”, licht schepen van Duurzaamheid, Karel Kriekemans, toe. “De beste resultaten worden ge-
meten aan de meest opwaartse meetplaats. In vergelijking met 2023 is daar een duidelijke verbetering zichtbaar. Concentraties van de nutriënten stikstof en fosfor nemen toe aan de afwaartse meetlocaties.” Vrijwilligers van het Stiemerlab zien al meer amfibieën, zoals kikkers en salamanders, maar ook nieuwe soorten vissen, libellen en waterkevers. Voor wandelaars is de geur van het water al een stuk aangenamer. De sterk verbeterde waterkwaliteit van de Stiemer is ook goed
”Voor wandelaars is de geur van het water al een stuk aangenamer”
Karel Kriekemans schepen van Duurzaamheid
Vrijwilligers van het Stiemerlab zien al meer:
nieuws voor natuurgebied De Maten, waar de vijvers gevoed worden door de beek. Vlaams minister van Omgeving Jo Brouns noemde de aanpak van de Stiemer “een voorbeeld voor de aanpak van andere Vlaamse waterlopen.” Het is nu verder aan Genk om samen met rioolbeheerder Fluvius de afkoppelingswerken in de stad op te starten. Zo zullen de uitgevoerde optimalisaties aan de overstorten nog meer gaan renderen.
Een duurzaam en circulair proces
Thermische slibhydrolyse is geen nieuw concept: wereldwijd draaien er al tientallen installaties, vooral vóór de vergisting om biogasopbrengst en ontwatering te verbeteren.
Wat de toepassing op RWZI Deurne bijzonder maakt, is dat hier gekozen is voor een postdigestion aanpak. Daarbij wordt het slib pas ná de klassieke vergisting thermisch behandeld. Deze aanpak komt wereldwijd slechts in een handvol installaties voor.
Bovendien wordt het hete centraat, rijk aan oplosbare organische stoffen, slim teruggevoerd naar de vergisters. Zo daalt het energieverbruik, stijgt de biogasproductie met zo’n 30% én wordt het slib beter ontwaterd tot wel 40% droge stof. Een technologisch slimme en relatief unieke oplossing dus, die past in een duurzame, circulaire aanpak.
1/3 méér biogasproductie met
Dankzij een compleet nieuw proces in de behandeling van ons waterzuiveringsslib kunnen de iconische gistingstanks, de ‘paaseieren’, langs de Antwerpse Ring in Deurne ruim 30% meer biogas produceren.
De pulper verwarmt het slib voor tot 100°C.
Thermische slibhydrolyse
In de 3 reactoren stijgt de temperatuur tot 165°c en de druk tot 6 bar om de pathogenen te doden. In de flash tank breken de cellen uiteindelijk open door de plotse drukdaling. De losgelaten stoom gaat als warmtebron terug naar het begin van het proces.
afgevoerd worden voor eindverwerking. Met hydrolyse kunnen we dat volume aanzienlijk verminderen. De SolidStream® zal ook lokaal geproduceerd biogas afnemen als warmtebron.” Aquafin heeft nog meer plannen met de rioolwaterzuiveringsinstallatie in Deurne. Flinn: “Volgend jaar komt hier onze vijfde biomethaanunit. Die zal het biogas dat niet dient voor verwarming van de hydrolyse, omzetten in biomethaan. Het biomethaan heeft dezelfde kwaliteit als aardgas en zal rechtstreeks in het gasnet geïnjecteerd worden.”
bovendien van 27% naar 40%. Minder slibmassa om af te voeren, betekent 37% minder slibtransporten voor verdere verwerking en dus lagere verwerkingskosten en een lagere totale CO 2 -uitstoot.
Slibdroger verdwijnt “Binnen enkele jaren nemen we afscheid van onze slibdroger in Deurne, die niet meer past in een moderne, duurzame behandeling van waterzuiveringsslib,” legt procesingenieur Flinn De Vleeschauwer uit. “Dat deed ons nadenken over het slibvolume dat toekomstig moet
Afvalwater wordt gezuiverd door toevoeging van waterzuiveringsslib. Dat slib groeit continu aan en het teveel ervan wordt regelmatig uit het proces verwijderd. Deze slibmassa krijgen we het liefst zo droog mogelijk om het volume te reduceren, en tegelijk willen we het energetisch potentieel in de slibstroom maximaal benutten. Een behandeling met thermische slibhydrolyse maakt beide doelstellingen mogelijk. Hoe werkt het precies in Deurne?
De SolidStream® van Cambi ‘kraakt’ het slib na een eerste vergistingsbeurt en voorontwatering onder hoge druk en aan een hoge temperatuur. Daardoor komt het makkelijk afbreekbare materiaal in de slibcellen vrij. Die opengebroken slibmassa gaat vervolgens een tweede keer door de vergisting. Gevolg: meer afbraak van organisch materiaal, waardoor de productie van biogas stijgt. Het drogestofgehalte van de slibmassa stijgt
De actiefkoolfilters van de quaternaire zuivering in Aartselaar.
Sinds mei van dit jaar is de eerste bijkomende zuiveringsstap voor de verwijdering van micropolluenten in een Vlaamse rioolwaterzuiveringsinstallatie in werking. De komende jaren moet de technologie verder uitgerold worden om zo het waterleven te beschermen tegen schadelijke stoffen. Hoe we zullen weten of dat werkt, vroegen we aan Eva Houben van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM).
Het klassieke waterzuiveringsproces zoals Aquafin het toepast op meer dan 300 rioolwaterzuiveringsinstallaties (RWZI) in Vlaanderen, zuivert het huishoudelijke afvalwater conform de Vlaamse en Europese normen. Toch breekt het niet alle verontreinigende stoffen helemaal af. Microverontreiniging zoals resten van geneesmiddelen en cosmetica, blijven achter en vinden via het gezuiverde water nog steeds hun weg naar beken en rivieren. Daar hebben ze een chronische impact op
het ecosysteem. Een extra zuiveringsstap die deze stoffen verwijdert, moet op termijn een merkbaar verschil maken. De Europese Richtlijn Stedelijk Afvalwater stelt dan ook ambitieuze eisen voor RWZI’s op dat vlak (zie kader).
De Vlaamse Milieumaatschappij onderzoekt het effect van de eerste quaternaire zuivering op RWZI Aartselaar. Hier doorloopt het afvalwater na de klassieke zuivering eerst een stap met ozondosering om de micropolluenten af te breken en daarna
een stap met actief kool, waaraan de afgebroken stoffen zich hechten.
Verstorend effect op ecosysteem Tijdens een monitoringcampagne gaat de VMM vooral op zoek naar residuen van geneesmiddelen en cosmetica: fenolen, farmaceutische stoffen, allerlei chemische stoffen die geur of kleur geven aan een product, vetafstotend of net vetoplossend zijn, … Eva Houben, projectmedewerker Monitoringsprojecten Waterkwaliteit bij de VMM: “Er is een verband tussen die stoffen in het oppervlaktewater en bijvoorbeeld hormoonverstoring bij vissen. Denk aan de vervrouwelijking van vissen door de anticonceptiepil. Studies tonen ook aan dat restanten van angstremmers hun vluchtgedrag kan doen afnemen, waardoor ze een makkelijkere prooi zijn voor hun predatoren. Sommige stoffen bevatten stikstof, wat zorgt voor meer algenbloei en dus lagere zuurstofwaarden in het water. Ook worden snelgroeiende soorten hierdoor bevoordeeld, en dat kan leiden tot een monocultuur van deze dominante waterplanten.
Hoeveel quaternaire zuiveringen heeft Vlaanderen nodig?
Volgens de Europese Richtlijn
Stedelijk Afvalwater moeten alle installaties die het afvalwater van meer dan 150.000 inwoners zuiveren er al zeker één krijgen. In Vlaanderen komt dat neer op zes locaties: Gent, Brugge, Oostende, Antwerpen-Zuid, Deurne en Leuven. Dat lijstje wordt aangevuld met zuiveringsinstallaties voor agglomeraties met meer dan 10.000 inwoners die het behandelde water lozen in kwetsbaar gebied. Eind 2030 moet de volledige lijst samengesteld zijn. Alle uitbreidingen moeten gebouwd zijn tegen 2045, maar er zijn ook tussentijdse deadlines waarvan de eerste al in 2033 valt.
Resten van antibiotica kunnen dan weer de ontwikkeling van antibioticaresistentie bij bacteriën in de hand werken. Allemaal effecten die schadelijk zijn voor zowel het ecosysteem als de mens.”
Maandelijkse staalnames
Eva volgt de resultaten van de quaternaire zuivering kort op. “We monitoren een hele reeks stoffen gedurende een lange periode,” vertelt ze. “Tijdens de bouw van de installatie voerden we een nulmeting uit. We onderzochten het gezuiverde afvalwater en stalen van twee meetpunten in de waterloop: één stroomopwaarts en één stroomafwaarts van de RWZI. In juni van dit jaar startten we de monitoringcampagne opnieuw op. Nog tot eind 2026 onderzoeken we maandelijks stalen van het gezuiverde afvalwater vóór de quaternaire zuivering, na elke stap van de quaternaire zuivering én natuurlijk ook van de twee meetpunten in de waterloop. We meten dan de concentraties van de micropolluenten. Om de twee maanden voeren we ook ecotoxicologische testen uit. Daarmee kijken we naar het toxi-
“Er is een verband tussen stoffen in het oppervlaktewater en hormoonverstoring bij vissen, denk aan de vervrouwelijking van vissen door de anticonceptiepil”
Eva Houben
sche effect van de combinatie van al die stoffen in plaats van enkel naar hun individuele aanwezigheid.”
Eerste resultaten tegen eind 2025 De monitoringcampagne dient twee doelen. Ze moet duidelijkheid bieden over de globale effectiviteit van de quaternaire zuivering, maar ook over de doeltreffendheid van de verschillende gebruikte technologieën. Pas tegen het einde van het jaar zijn de eerste conclusies mogelijk. Eva Houben: “Ik hoop natuurlijk dat de quaternaire zuivering zal doen wat we ervan verwachten. Idealiter zien we dat de concentraties van micropolluenten in de beek niet zijn toegenomen stroomafwaarts van de zuiveringsinstallatie.”
Wat kan jij doen?
Afzien van geneesmiddelen die je nodig hebt, is natuurlijk niet de bedoeling. Wel kan ook jij op allerlei andere manieren er mee zorgen dat er minder micropolluenten in het milieu terechtkomen:
F Spoel geen medicijnen door de afvoer
F Controleer cosmetische producten op microplastics met de gratis app ‘Beat the Microbead’
F Vermijd synthetische kleding, die geeft bij elke wasbeurt microplastics af
F Gebruik milieuvriendelijke producten in en om je woning
Hoe maken we Vlaanderen weerbaar tegen droogte, hitte en stortbuien? Er is niet één toveroplossing voor, een combinatie van verschillende maatregelen zal nodig zijn. Zoals blauwgroene toepassingen, ofwel oplossingen die ervoor zorgen dat regenwater wordt gebufferd of in de bodem kan dringen. De laatste jaren is er veel kennis rond opgebouwd in de sector en ook de wil om samen te werken is er. Ontdek op de volgende pagina’s hoe een mix van grote én kleine ingrepen moet leiden tot de gewenste impact.
Kleine ingrepen, grote impact
Van plan naar praktijk
Innovatieve wateroplossingen
Bij blauwgroene ingrepen bots je steevast op twee klassieke bezwaren: “Wat met mijn parkeerplek?” en “Dat zal wel wat kosten.” Maar dat hoeft helemaal geen showstopper te zijn. Slim gekozen ingrepen kunnen juist goedkoper uitvallen én veel meer opbrengen dan gedacht.
Zo maakten we een ruwe oefening van de kostprijs voor nieuwe bestrating. Daarbij leggen we een standaard parkeerstrook met grasdallen, naast een variant met meer ontharding, extra groen en meer infiltratie. Resultaat als we gemiddeldes op vlak van inslijpen, afvoer, plaatsing en materialen bekijken? Tot 25% besparing bij de aanleg én een pak meerwaarde voor de buurt. Voeg je daar nog verzakte boordstenen aan toe die regenwater sneller naar het groenperk
leiden, dan zet je meteen ook een grote stap tegen wateroverlast. In Mortsel – aan de Tommeltlaan – werd dit concreet. Toen er toch werken aan de nutsvoorzieningen gepland stonden, werd de straat meteen heringericht. Waterdoorlatende parkeervakken, ontharde zones met groen en bomen vormden de basis. Maar we gingen nog een stap verder, samen met de buurt. Zo kwam er een groen pleintje met een wadi die niet alleen water opvangt, maar ook de rijweg versmalt
en zo snelheid afremt en voor extra veiligheid zorgt. Onder het centrale groenvak werd een bufferput voorzien. Die voedt een handpomp waarmee kinderen – en volwassenen uiteraard – op warme dagen water kunnen oppompen –fun én functie in één.
Door bewoners actief te betrekken, groeide de draagkracht voor deze ‘kleine’ ingrepen. Het resultaat? Een veiliger straatbeeld, meer verkoeling, minder wateroverlast en een speel- en ontmoetingsplek voor de buurt.
Blauwgroen beleid hoeft dus niet groots te starten. Maar uiteraard nemen we graag de proef op de som. We helpen je graag met concrete ideeën of gewoon, met een goed gesprek over de huidige situatie. Want soms is dat de beste eerste stap voor een echte blauwgroene verandering waar iedereen baat bij heeft.
Overstromingen, droogte en waterkwaliteit zijn jammer genoeg geen verre toekomstzorgen meer. Goed voorbereid zijn – nu en later – is daarom meer dan ooit van belang. Gemeenten maakten de voorbije jaren hemelwater- en droogteplannen, vaak samen met Aquafin. Maar zo’n plan is pas het begin. De stap naar uitvoering blijkt in de praktijk vaak lastig: technische diensten hebben de handen vol, waardevolle ideeën blijven liggen.
Daarom biedt Aquafin Water- en Omgevingsadvies aan. Yves Lenaerts – Water- en omgevingsingenieur bij Aquafin: “We reiken de hand uit naar gemeenten om samen aan de slag te gaan en helpen hen om hun plannen écht uit te voeren. Concreet en op maat. Van het ontwerpen van kleine infiltratiezones tot begeleiding bij tuinstraten of het scherpstellen van een studiebestek: we denken mee, plannen mee en zorgen dat er iets beweegt op het terrein.
Eens het plan klaar is, moet het nog uitgevoerd geraken. En ook daarbij kunnen we helpen. Een gemeente kan een beroep doen op Aquafin om met de aannemers die we onder contract hebben, kleine watergerelateerde maatregelen te laten uitvoeren. Denk bijvoorbeeld aan onthardingen, aanpassen van plantvakken, aanleg van kleine bufferzones, plaatsen van stuwen,… . Allemaal kleine ingrepen die ook echt een verschil maken en die ook terug te vinden zijn in het hemelwater- en droogteplan.
Tot slot is er nog het concept van tuinstraten, waarrond we de voorbije jaren veel expertise hebben opgebouwd. We hebben daaruit geleerd dat het voortraject met de bewoners, om zo draagvlak en betrokkenheid te creëren, meestal veel tijd en aandacht vraagt. Daarom bieden we aan om gemeenten te ondersteunen gedurende het hele proces, van idee tot oplevering. Zo nemen we hen de zorgen uit handen terwijl ze uiteraard wel zelf aan het stuur blijven.
We zijn blij te merken dat de interesse groot is en we onze waaier aan ondersteuningsvormen al vaak aan gemeenten mochten voorstellen,” aldus Yves.
Is dit wat jouw gemeente nodig heeft? Contacteer waterenomgevingsadvies @aquafin.be voor meer informatie of een afspraak.
“Bij VITO werken we al jaren rond droogte, waterbeheer en ruimtegebruik. We doen dat met data, modellen en studies. Maar om die inzichten ook in de praktijk te brengen en te durven gaan voor verandering, heb je sterke partners nodig. In het ‘Vlaanderen Waterproof’-project in Tielt vonden we die in Aquafin.”
Aan het woord zijn Wim Schiettecatte en Dieter Cuypers, onderzoekers bij VITO, het Vlaams Instituut voor Technologisch Onderzoek.
“Aquafin zit met de voeten in de praktijk. Ze zijn aanwezig op het terrein, bij nutswerken, in publieke ruimte. Ze weten hoe je dingen effectief aanpakt. En – minstens even belangrijk – ze willen écht mee veranderen. Net zoals bij VITO zijn er bij Aquafin mensen met visie én goesting om dingen anders te doen. En dat moet ook. Vlaanderen
is dichtbevolkt én dichtbebouwd. Ruimte voor water is schaars. Wie het verschil wil maken, moet dus kijken naar het grotere geheel: niet alleen naar gebouwen of percelen, maar naar volledige wijken en industriegebieden. Niet versnipperen, maar verbinden.”
Waterwinsten in Tielt-Noord
“Op het bedrijventerrein TieltNoord voerden we enkele veranderingen door om het water beter te laten infiltreren in de ondergrond zodat de grondwatervoorraden
voldoende aangevuld worden. Op termijn willen we bedrijven hier zo minder afhankelijk maken voor schaars grondwater en prijzig leidingwater. Naast het evidente voordeel dat we bedrijven en omwonenden minder kwetsbaar maken voor wateroverlast, willen we door innovatie dus ook aantonen dat er een financieel voordeel te halen valt. Op dat vlak mogen we ons hier trouwens op de borst kloppen, want door het waterschaarse gebied dat Vlaanderen is, zijn we hier al jaren aan het testen
en regelgeving aan het maken, iets waar landen als Nederland met grote ogen naar kijken. Door samen te werken over sectoren, projecten en gewoontes heen, maken we onze modellen niet alleen sterker, maar ook tastbaarder. En als we het schaalbaar aanpakken, maken we het ook economisch haalbaar. Die durf naar innovatie uit studie doorvoeren in de praktijk, maakte van dit project een demoproject dat we met veel plezier op andere plekken uitrollen in de toekomst.”
Ruim 88% van het huishoudelijke afvalwater in Vlaanderen wordt momenteel gezuiverd, meestal in centrale rioolwaterzuiveringsinstallaties (RWZI) van Aquafin. Maar hoe pakken we de resterende 12% aan, vaak afkomstig van woningen in afgelegen buitengebied?
Uit het recente burgeronderzoek ‘Watermonsters’ blijkt dat ze in 42% van de waterlopen verantwoordelijk zijn voor hoge concentraties van de E.colibacterie. Centrale zuivering blijft de norm, maar decentrale installaties kunnen lokaal een cruciale rol spelen. Aquafin kan samen met de gemeente of rioolbeheerder de juiste keuzes maken op basis van een onderbouwde analyse.
Waarom decentrale zuivering? In de zoneringsplannen is voor elke gemeente vastgelegd hoe het afvalwater van huishoudens die nog rechtstreeks in de natuur lozen, moet gezuiverd worden. Voor geïsoleerde afgelegen woningen is dat vaak met een individuele behandeling van afvalwater, of kortweg IBA. Een cluster van woningen in buitengebied moet aansluiten op de gemeentelijke riolering. Klassiek komt het verzamelde afvalwater
vervolgens terecht in een collector van Aquafin, die het transporteert naar een centrale zuiveringsinstallatie.
In sommige situaties is het aansluiten van woningen op zo’n centrale zuiveringsinstallatie minder aangewezen. Denk aan kleine woonkernen ver van bestaande rioleringen, of geplande rioleringsprojecten die blokkeren door vergunningsproblemen of andere prioriteiten.
In die gevallen kan een decentrale waterzuiveringsinstallatie, die tot maximaal 500 IE (inwonersequivalenten) afvalwater verwerkt, een oplossing bieden. “Met decentrale zuiveringen kunnen we op strategische plaatsen de zuiveringsgraad opkrikken, eventueel tijdelijk voor 10 à 15 jaar,” zegt Thomas Dobbeleers, procesingenieur bij Aquafin.”Het is meteen ook een manier om de lokale waterloop te voorzien van een constante wateraanvoer zodat hij niet droog komt te staan.”
De keuze tussen decentrale zuivering van afvalwater of het doorpompen van dat water naar een centrale RWZI maak je niet zomaar. En ook de decentrale zuiveringssystemen verschillen onderling. Een grondige scenarioanalyse is nodig. Die houdt rekening met:
Investerings- en operationele kosten
Ecologisch rendement en waterkwaliteitsdoelen
Lokale omstandigheden, zoals de kwetsbaarheid van de waterloop die het gezuiverde water ontvangt
De Total Cost of Ownership (TCO) over de levensduur van het systeem
Zo’n analyse resulteert zelden in een kant-en-klare uitkomst. Maar ze geeft wel inzicht in de verschillende aspecten die je in overweging moet nemen. Daardoor wordt het mogelijk om op maat van elke situatie maatschappelijk de meest interessante oplossing te kiezen.
Met de gratis toolbox ontwikkeld door VLARIO en Aquafin, via vlario.be
Laat de analyse uitvoeren door Aquafin
Over heel Vlaanderen exploiteren we 79 kleinschalige zuiveringsinstallaties tot 2.000 IE en hebben we 9 decentrale zuiveringen in beheer voor gemeenten of andere rioolbeheerders. Daardoor bouwden we decennialang kennisopbouw en ervaring op met decentrale zuiveringstechnieken. “Steeds meer gemeenten doen een beroep op onze kennis voor de uitvoering van deze scenario-analyses,” zegt Griet Cumps, manager Water- en Omgevingsplanning bij Aquafin.
“Als een decentrale zuivering de geschikte keuze blijkt, laten ze deze vaak ook bouwen en exploiteren door ons. We versterken ons team om aan de groeiende vraag te kunnen voldoen.” Aquafin werkt daarom ook aan een raamcontract voor een snelle plaatsing van decentrale zuiveringen tot 100 IE.
Decentraal ≠ goedkoop of makkelijk Een decentrale zuivering is geen snelle oplossing of wondermiddel. Deze installaties zuiveren het afvalwater doorgaans minder verregaand dan grote RWZI’s en ze zijn vandaag niet verplicht om stikstof en fosfor te verwijderen. Aquafin anticipeert hierop door systemen te testen die dat wél kunnen, gezien de strengere Europese normen die eraan komen. Maar ook de natuurwaarde van beken in natuurgebied kan dalen, als de zuivering die erin loost geen stikstof en fosfor verwijdert. Daarnaast onderzoeken we de impact van decentrale zuivering op de verwijdering van micropolluenten. Ook belangrijk om weten is dat het controlemechanisme bij decentrale zuivering beperkter is: ze worden maar enkele keren per jaar gecontroleerd. Dat verlaagt natuurlijk de operationele kost, maar kan wel gevolgen hebben voor het rendement van de installatie bij processtoringen tussen twee controles in. Toch is een decentrale installatie altijd beter dan géén zuivering, de waterloop wordt er sowieso beter van.
Centraal waar mogelijk, decentraal waar nodig
Centrale zuivering blijft de beste optie voor de meest efficiënte en robuuste afvalwaterbehandeling. Maar in het buitengebied kunnen decentrale oplossingen wél het verschil maken – mits goed overwogen en correct uitgevoerd.
Lillo is een stukje buitengebied midden in de Antwerpse havenzone. Het polderdorp telt slechts 36 inwoners en enkele horecazaken. Gezien de enorme afstand tot de bestaande riolering, was het afvalwater van deze afgelegen woonkern doorpompen voor centrale zuivering geen optie. Binnen de samenwerking met rioolbeheerder water-link legde Aquafin hier een gescheiden rioleringsstelsel aan en bouwden we een decentrale zuiveringsinstallatie met een capaciteit van 200 IE. We kozen hier voor een opstelling: voorbezinking – slib-op-drager (biorotoren) –nabezinktank. Een extra pompput vangt het piekdebiet voor de zuivering op tijdens enkele jaarlijkse evenementen.
Aquafin als partner in het buitengebied
Wil jouw gemeente werk maken van afvalwaterzuivering in het buitengebied?
Neem contact met Aquafin voor een grondige analyse en advies op maat. Dat kan via onze accountmanager of via de rioolbeheerder voor jouw gemeente.
Dirk Paelinck over duurzaamheid in vastgoed en bouw
vooruit blik
“Duurzaamheid moet impact hebben, niet alleen mooi ogen in theorie en beloftes”
“We moeten af van greenwashing. Duurzaamheid is geen folder met bomen op een dak – het is meetbare impact op mens en planeet.”
Blauwgroene maatregelen maken steden leefbaarder en klimaatbestendiger. Maar echte verandering vraagt meer dan waterdoorlatende straten of groendaken. Het draait ook om innovatie, investeringen en beleid dat duurzaamheid écht meetbaar maakt. Dirk Paelinck, oprichter van de European Proptech Association, werkt dagelijks op Europees niveau om dat mogelijk te maken.
Europa zet met de Green Deal grote stappen vooruit. De helft van al die impactinvesteringen komen momenteel uit Europa en daar mogen we best trots op zijn.
Een renovatiegolf als grootste uitdaging
Voor Paelinck is de toekomst van duurzaamheid niet alleen nieuwe groene gebouwen, maar vooral het aanpakken van het bestaande patrimonium: “Op vlak van duurzame nieuwbouw zijn we oprecht heel erg goed bezig. Dat moeten we ook kunnen volhouden. Alleen, 80% van de gebouwen die er in 2050 zullen staan, bestaan nu al. We hebben een gigantische renovatiegolf nodig. De technologie bestaat, maar wordt te weinig toegepast omdat het rendement niet zichtbaar genoeg is.”
Bio
Wie is Dirk Paelinck?
Dirk Paelinck is een Vlaamse serial entrepreneur in vastgoed en construction én met een passie voor duurzaamheid en technologie. Hij leidt verschillende bedrijven in werkplekbeheer en coworking, maar vooral: hij is oprichter van de European Proptech Association –een koepelorganisatie die meer dan 3.500 Europese start- en scale-ups in vastgoeden bouwtechnologie verbindt met grote corporates en beleidsmakers.
Zijn missie? Innovatie en ecologie in een van de meest vervuilende sectoren ter wereld versnellen.
Innovatie die verder kijkt dan façades
De European Proptech Association – die enerzijds de meer dan 3.500 proptech startups/scaleups in de EU vertegenwoordigt, en anderzijds intens samenwerkt met de Europese Instellingen en de grote vastgoed- en constructiebedrijven – koppelt Europese technologiebedrijven aan organisaties zoals het European Space Agency. Zo ontstaan unieke programma’s waarbij satellieten worden ingezet om gebouwen te scannen op materialen, energieverlies en risico op droogte of overstromingen en dat niet alleen nu, maar met accurate plannen voor lange termijn. Andere projecten ontwikkelen robotica die uit de ruimtevaart komt en productiviteit op werven tot vijf keer kan verhogen. Volgens Dirk is dat broodnodig. “Europa gaat achteruit op vlak van productiviteit in vastgoed en construction, terwijl dat onlogisch is en we alle middelen en technologie hebben. We zetten alleen ons geld verkeerd in. Mobiliteit slorpt 61% van het innovatiebudget op, terwijl ze verantwoordelijk is voor “slechts” 16% van alle CO² - en broeikasgasemissies. Vastgoed en bouw – samen goed voor maar liefst 44% van de uitstoot – kan rekenen op amper 3% van de Europese investeringssteun. Dat is eigenlijk geld dat nuttig besteed kan worden, wegsmijten.”
De strijd tegen greenwashing
Paelinck is ook scherp voor hoe duurzaamheid vandaag vaak wordt aangepakt. “We zijn gaan geloven dat een gebouw pas groen is als er bomen op het dak staan. Maar om één boom op een hoog gebouw te krijgen, moet je 250 bomen omhakken. Het resultaat is vervuilender dan het lijkt.”
Hij ziet een oplossing in impact investing: fondsen die zwart-op-wit bewijzen hoeveel CO₂ ze vermijden of hoeveel gezinnen dankzij hen in een betaalbare, duurzame woning kunnen wonen. Vandaag zijn zulke fondsen wereldwijd nog goed voor slechts 3% van de markt, maar
Studies tonen nochtans aan dat vastgoedportefeuilles met duurzame gebouwen gemiddeld 25% meer waard zijn, terwijl slechte leerlingen tot 30% waarde verliezen. “Wie écht investeert in duurzaamheid wordt beloond, maar we communiceren het onvoldoende. Daar ligt de sleutel om zowel burgers, bedrijven als overheden te overtuigen.”
Blauwgroene innovatie wereldwijd
Met Vlaanderen en instellingen als VITO en IMEC –waarmee we wereldfaam genieten – doen we het overigens lang niet slecht. Alleen is het een kwestie van niet mee te gaan in de huidige trends om op de rem te gaan staan omdat het te veel geld kost. Het rendement is navenant en alleen door te blijven investeren kunnen we trots kijken naar instellingen als VITO en IMEC die daardoor ook echt een verschil kunnen maken. Maar Dirk kijkt ook graag naar voorbeelden in Scandinavië, Duitsland en zelfs Saudi-Arabië, waar met gigantische fondsen volledig zelfvoorzienende steden worden gebouwd. “Hun ambitie is duidelijk: het meest duurzame land ter wereld worden. Dat is indrukwekkend.”
Zelf heeft hij één grote en uitgesproken droom: “Een globaal impactfonds om klimaatinnovaties wereldwijd toegankelijk te maken. We hebben 8 triljoen nodig. Dat lijkt veel, maar het goede nieuws is dat het geld er wel degelijk is. Het ligt alleen te slapen op spaarrekeningen en in investeringen waar het weinig tot niets meer opbrengt of bijdraagt. Als we dat geld kunnen activeren zouden we al veel stappen kunnen zetten”.
Waarom Dirk dit doet?
Hij zou namelijk makkelijk op de lauweren kunnen rusten of zich uitsluitend bezig houden met één of enkele van zijn start-ups. Zijn motivatie is persoonlijk: “Als alpinist zie ik al meer dan 30 jaar hoe gletsjers verdwijnen. En ik wil mijn dochter geen wereld nalaten waar geen weg terug is. Met proptech en contech kan ik iets doen –innovatie inzetten om onze planeet leefbaar te houden.” Zijn boodschap voor de bouw- en vastgoedsector is glashelder: “Durf verder te kijken dan de gevel. Meet je impact. Maak duurzaamheid écht.”
Je wetenschappelijk onderzoek in zes minuten uitleggen aan een kinderjury: dat was de Wetenschapsbattle op het Nerdland Festival van Lieven Scheire en Hetty Helsmoortel. Neil Van den Broeck, R&D-expert bij Aquafin, wist de kleine nerds te overtuigen met een verhaal-op-kindermaat over de verwijdering van micropolluenten uit het afvalwater.
De animaties, doe-opdrachtjes én het enthousiasme van Neil, leverde hem de hoogste score op de decibelmeter en dus de overwinning op. “Het was een geweldige ervaring,” lacht Neil. “En onderschat kinderen niet. Ze stelden slimme vragen die ook mij als onderzoeker aan het denken zetten!”
Overstortconstructies op een gemengd rioolstelsel zijn onmisbaar om bij felle regenbuien wateroverlast op straat te vermijden. Maar ze zorgen er ook voor dat er op dat moment ongezuiverd afvalwater in de waterloop terechtkomt. Een goed inzicht in de werking van overstorten is essentieel om maatregelen te kunnen nemen die hun negatieve impact beperken. Blue Portal, een nieuw digitaal platform van Aquafin, biedt dat inzicht voor de bijna 1.600 overstorten die we uitrustten met meetapparatuur.
Op de overzichtskaart op Blue Portal zoek je op gemeente of op een specifieke sensor. Na selectie van de gewenste periode krijg je een overzicht van alle geregistreerde ‘events’ in die periode: overstorting, geen overstorting of data die niet goed zijn doorgekomen.
Blue Portal is binnenkort vrij toegankelijk: www.blueportal.be
GEVRAAGD
Ons brein associeert watergeluiden met veiligheid en rust. Kijken naar water zorgt ervoor dat onze hersenen minder ‘overprikkeld’ raken. Er is zelfs een term voor: ‘blue mind’: het rustige gevoel dat we krijgen als we bij water zijn. Als we zwemmen of een bad nemen, komt ons lichaam zelfs letterlijk tot rust. Warm water ontspant je spieren en drijven geeft een gevoel van gewichtloosheid, wat kalmerend werkt.
Meer weten?
Mariene bioloog Wallace J. Nichols schreef er het boek ‘Blue Mind’ over
Aquafin heeft altijd veel aandacht besteed aan een goede communicatie met de omwonenden van infrastructuurwerken. Toch willen we onszelf blijven uitdagen: hoe kunnen we nóg beter communiceren over werken, veiligheid en hinder?
In Veltem-Beisem gingen we een stapje verder dan de klassieke infomomenten om antwoord te krijgen op die vragen. Hier organiseerden we het eerste Aquafin Werfcafé: een gestructureerde maar ongedwongen dialoog met de buurt. Zo leerden we dat mensen niet noodzakelijk negatief staan tegenover werken, zolang ze tijdig, duidelijk en volledig geïnformeerd worden. En ja, er kwamen heel wat bruikbare ideeën op tafel. Dingen die je enkel hoort als je écht luistert naar mensen die in de buurt van de werf wonen.
De persoonlijke aanpak sloeg aan en versterkte het vertrouwen in een goede aanpak van de werfcommunicatie. De positieve feedback nemen we mee voor toekomstige werven.
De beste manier om te leren hoe vuil water weer proper wordt, is het met je eigen ogen zien. Tijdens werkdagen kan je in groep een rondleiding volgen op een rioolwaterzuiveringsinstallatie van Aquafin. Minimumleeftijd is 14 jaar, ofwel tweede graad secundair onderwijs. Er zijn 10 installaties verspreid over Vlaanderen uitgerust voor groepsbezoeken.
De locaties en hoe je een gratis rondleiding aanvraagt, vind je op Rondleiding op een zuiveringsinstallatie | Aquafin
Of via de QR code
Tussen 26 april en 4 mei onderzochten 5.034 ‘Watermonsters’ de aanwezigheid van de E.colibacterie in waterstalen uit Vlaamse beken, rivieren en kanalen. Het grote burgeronderzoek van De Standaard, Waterland vzw en KU Leuven bracht zo aan het licht dat 43% van de geteste locaties voldeed aan de zwemwaterkwaliteit. Een sterk argument voor Waterland vzw om te ijveren voor meer zwemgelegenheid in open water. Toch scoorde ook 42% slecht. Vooral centrumsteden, regio’s met een hoge zuiveringsgraad of met een gemiddelde zuiveringsgraad van het afvalwater maar een lage bevolkingsdichtheid, gaven de laagste concentraties E.coli aan. Elders in Vlaanderen kwamen verspreid hoge concentraties voor. Aangezien de campagne in een droge periode viel, zeggen de resultaten niets over de impact van overstorten bij zware regen. Net dat toont aan dat het relatief kleine aantal woningen (12%) dat zijn afvalwater nog rechtstreeks in oppervlaktewater loost, verantwoordelijk is voor de 42% slechte resultaten. En dus dat ook die vuilvracht zuiveren cruciaal is voor een goede waterkwaliteit.
Vind de resultaten uit jouw gemeente op www.watermonsters.be
Propere waterlopen en een leefomgeving in harmonie met water
F aquafin.be
Volg ons
Klimaatrobuuste projecten
Aquafin is dé referentiepartner voor klimaatrobuuste projecten in het publieke domein.
F waterenomgevingsadvies@aquafin.be
F contacteer je accountmanager
Rosi voor optimaal rioolbeheer
F rosi.be
AquaMarkt
Inspirerend aanbod van waardevolle resten nevenproducten uit afvalwaterzuivering: restwarmte (riothermie), gezuiverd afvalwater, …
F aquamarkt.be
Samen innoveren
Wij staan open voor nieuwe ideeën en samenwerkingen. Onze projecten, infrastructuur, ... als een proeftuin voor deze nieuwigheden.
F Geïnteresseerd? innovatie@aquafin.be
Samen onderzoeken
Schaalgrootte, expertenteam en uitgebreide infrastructuur met onderzoeksfaciliteiten maken van ons de onderzoekspartner die je zoekt.
F RND@aquafin.be
Aquaplus ontzorgt bedrijven met industriële waterzuivering en rioolbeheer.
F info@aquaplus.be
Klimaatrobuuste inrichting van private domeinen
F waterenomgevingsadvies@aquafin.be
Contactcenter
Vragen over onze rioleringswerken of infrastructuur?
F 03 450 45 45 | contact@aquafin.be op weekdagen bereikbaar van 8 tot 17 uur
F Noodnummer buiten de werkuren: 0800 16 603
Een klacht?
F ombudsdienst@aquafin.be
”Kennis en resultaten delen vinden we heel belangrijk”
Birte Raes Studieverantwoordelijke R&D
Een job met impact?
Neem een kijkje op jobs.aquafin.be
Investeren in R&D verlaagt de jaarlijkse kost van afvalwaterzuivering. Elke geïnvesteerde euro verdient zich meermaals terug. Breed over grenzen heen kijken of focussen op een intern vraagstuk, ons R&D-team doet het even graag.
“Samen met mijn collega’s ga ik op zoek naar relevante onderzoekstopics en nieuwe ideeën. Door binnen en buiten het bedrijf te netwerken en problemen aan te pakken, helpen we Aquafin vooruit en bij uitbreiding ook de watersector in Vlaanderen. Want kennis en resultaten delen vinden we heel belangrijk.” Aan het woord is Birte Raes, studieverantwoordelijke R&D bij Aquafin. “We trokken bijvoorbeeld naar Zwitserland om te leren over microverontreinigingen en daarna de vertaalslag te maken naar onze eigen infrastructuur. Zo hebben we in Aartselaar sinds kort onze eerste eigen nazuivering die microverontreinigingen verwijdert (p. 18-19). We pasten er een unieke combinatie van technieken toe, een project waarin ik me als jonge ingenieur zeker kon uitleven. Ik vind het fijn dat ik er ook echt impact mee maak. Het project, dat mee een initiatief is van de Vlaamse Milieumaatschappij, bereidt Vlaanderen voor op nieuwe wetgeving om onze rivieren properder te maken’.
“R&D is ook het aanspreekpunt voor vragen van collega’s bij Aquafin waar niemand het antwoord op heeft. Wij bouwen dan de nodige kennis op in samenwerking met interne teams. Ook die expertise delen we graag met andere waterzuiveringsbedrijven. En natuurlijk haken we graag in op relevante projecten van anderen, als onderzoekspartner.”
Sparren met onze R&D-afdeling over een toekomstig onderzoek? Mail naar RND@aquafin.be.
Aquafin bouwt momenteel volop nieuwe én volledig circulaire slibdrogerinstallaties in Roeselare en Beringen. De nieuwe installaties zijn klimaatvriendelijk: ze gebruiken geen fossiele brandstoffen meer om het zuiveringsslib te drogen. In Roeselare gebruiken we daarvoor restwarmte van de afvalverbrandingsinstallatie van intercommunale Mirom, in Beringen werken we met warmte van de biostoomcentrale in Beringen. Een mooie stap om nog meer positieve impact te creëren voor onze leefomgeving. Eind dit jaar zijn de eerste testen gepland en in 2026 moeten beide drogers helemaal operationeel zijn.
Meer info of ook een job met impact op onze nieuwe droger?