4 minute read

De impact van kusttoerisme op water(zuivering)

Aan de kust wonen ruim 300.000* mensen. Daar komen tijdens de zomermaanden juli en augustus zo’n vijf miljoen dagtoeristen en vier miljoen verblijftoeristen bij, en dat heeft een impact. Die impact is niet alleen voelbaar op het strand en in de volgeboekte horecazaken. Ook in het waterverbruik en bijgevolg de waterzuivering is er een groot verschil te merken tussen het hoog- en laagseizoen. We nemen die laatste twee onder de loep.

Tijdens de zomermaanden wordt er aan de kust gemiddeld 50% meer drinkwater verbruikt”, vertelt Bruno Pessendorffer, woordvoerder van Farys. Farys is een van de grote Vlaamse drinkwatermaatschappijen met werkingsgebied aan de kust. “Op bepaalde momenten, afhankelijk van het weer en de dagpieken, zien we zelfs een verdubbeling in vergelijking met het gemiddelde waterverbruik over de rest van het jaar.” Bij Farys noteren ze de echte piekverbruiken ‘s morgens of in de latere namiddag tussen 16.00 en 19.00 uur wanneer vakantiegangers een dagje strand van zich afspoelen onder de douche. Ook wanneer de weersomstandigheden minder gunstig zijn - denk aan lagere temperaturen of een bewolkte dag - ziet de drinkwatermaatschappij in de zomermaanden een hoger gemiddeld waterverbruik. Piekverbruiken blijven dan evenwel uit.

Capaciteit zuiveringsinstallaties voor rioolwater

RWZI Winter Zomer l Knokke 7.000 IE 11.000 IE l Heist 30.000 IE 60.000 IE l Brugge 184.000 IE 238.500 IE l Oostende 145.000 IE 225.000 IE l Wulpen 68.000 IE 136.000 IE

* 1 IE = het afvalwater van één persoon dat toekomst op een zuiveringsinstallatie. Het verschil tussen winter en zomer is aanzienlijk.

Om aan het zomertoerisme te kunnen voldoen, stelt de drinkwatermaatschappij zijn regionaal capaciteitsmanagement hierop af. “Dat betekent dat we bijvoorbeeld ‘s nachts – wanneer de vraag minder groot is – alle watertorens en andere reservoirs aan onze kustgemeenten opnieuw maximaal aanvullen, waar deze in normale maanden tot een lager niveau worden bijgevuld”, legt Bruno uit. “Ook het waterproductiecentrum in Oostende – dat brak kanaalwater omzet tot drinkwater – zorgt in de zomermaanden voor extra capaciteit, indien nodig.”

En waar naartoe, met al dat water?

Extra waterverbruik betekent natuurlijk ook extra water dat gezuiverd moet worden. Dat gebeurt op een van onze vijf rioolwaterzuiveringsinstallaties (RWZI) aan de kust: Knokke, Heist, Brugge, Oostende en Wulpen. “De hoeveelheid afvalwater die toekomt op onze zuiveringsinstallaties verschilt in de zomermaanden aanzienlijk in vergelijking met het laagseizoen”, weet Joke Van den Broecke, Operational Manager regio West. Hoeveel afvalwater een zuiveringsinstallatie kan verwerken wordt uitgedrukt in aantal IE, inwonersequivalent. “Eén inwonersequivalent is de gemiddelde hoeveelheid afvalwater die één persoon per dag produceert”, legt Joke uit. “Op bijna alle RWZI’s gaat het in de zomer om een verdubbeling van de vuilvracht die er toekomt (zie tabel). Bij de bouw van de installaties aan de kust werd natuurlijk wel rekening gehouden met het vakantietoerisme, maar de laatste jaren is er enorm veel bijgebouwd aan de kust, en dat merken we op onze installaties”, zegt Joke.

“Op bepaalde dagen in de zomer draaien de installaties op hun limieten. Vooral de beluchting is op die dagen een uitdaging. Op de RWZI van Wulpen bijvoorbeeld hebben we in de zomer meer moeite om voldoende zuurstof in onze beluchtingsbekkens te krijgen.” Tom De Clercq, Operational Manager regio West en verantwoordelijk voor RWZI Oostende vult aan: “In Oostende leggen we vanaf mei zelfs een extra beluchtingsstraat in om de toeristenbelasting op te vangen.”

Quinten Van Haecke, Procesingenieur bij Aquafin, legt uit waarom die beluchting in de zomer zo’n grote uitdaging is:

“De zwaardere belasting van de RWZI zorgt ervoor dat de micro-organismen, die zich voeden met het vuil in het water, zich sterk vermenigvuldigen, een natuurlijk proces. Op die manier wordt de zuurstof die in het water wordt gestuwd, meteen weer opgebruikt. We moeten constant beluchten om te vermijden dat de levende organismen die zich voeden met de opgeloste vuildeeltjes in het water, doodgaan.” In een normale periode is het niet de bedoeling (en niet nodig) dat die beluchtingssystemen continu op volle toeren draaien. “In het biologische zuiveringsproces heb je normaal ook een periode waarin niet belucht wordt. Die constante beluchting is dus niet ideaal. Daarnaast is de beluchting de grootste energieverbuiker van het zuiveringsproces.”

“In Wulpen bijvoorbeeld zitten we tijdens de maanden juli tot september aan een verdubbeling van het energieverbruik.”

Het veelvuldig vermenigvuldigen van de micro-organismen heeft ook een effect op de slibproductie die veel hoger ligt dan normaal. “In het zuiveringsproces mogen we slechts een bepaald slibgehalte hebben. In het toeristische seizoen moeten we meer slib evacueren, en bijgevolg ook meer slib afvoeren voor verwerking”, legt Tom uit.

Hoe

vuiler, hoe beter

Maar het kusttoerisme heeft ook voordelen voor de zuivering. De basisregel luidt: hoe vuiler het water, hoe gemakkelijker het zuiveringsproces verloopt (net omwille van die micro-organismen die zich beter kunnen voeden).

“We zien dat heel concreet op de zuiveringsinstallatie van Knokke. Daar halen we onze verwijderingspercentages doorheen het jaar wat moeilijker, omwille van het toekomende afvalwater dat er sterk verdund kan zijn. Eens de toeristenbelasting op gang komt en er dus meer vuilvracht toekomt, halen we ons verwijderingspercentage daar gemakkelijker.”

Een Propere Noordzee

In vergelijking met enkele decennia geleden komt er nauwelijks nog ongezuiverd rioolwater in zee terecht. Die evolutie komt uiteraard de waterkwaliteit ten goede. Waar er 10 jaar geleden nog maar 40% van het water aan de kust het label uitstekend kreeg, zitten we vandaag op bijna 93% (bron: VMM).

Dat er minder ongezuiverd water in zee terechtkomt, is voor een stuk te danken aan de aanleg van gescheiden rioleringen. Bij een gescheiden riolering wordt de vuilwaterriolering niet onnodig belast omdat het regenwater apart wordt afgevoerd. Op die manier zijn er minder overstorten, waarbij ongezuiverd afvalwater rechtstreeks de waterloop instroomt. In Nieuwpoort bijvoorbeeld stort het pompstation Kattesas minder vaak over dankzij de aanleg van een gescheiden riolering in (een deel van) de Langestraat, de P. De Swartelaan, de Franslaan en in de Groenendijk.

Maar is er nog werk aan de winkel. In de jachthaven van Blankenberge bijvoorbeeld. “Daar hebben we vorig jaar een hydraulische studie uitgevoerd in de zoektocht naar oplossingen voor de overstortwerking van pompstation Waterkasteel”, vertelt Evelyn Snijkers, Water- en Omgevingsingenieur bij Aquafin. “Onze conclusies worden binnenkort voorgelegd aan de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM). Nadien kunnen we de resultaten van de studie vertalen naar concrete projecten, die een positieve impact hebben op de overstortwerking naar de jachthaven”, verzekert Evelyn.

This article is from: