Aqua 2024-2

Page 1


Een blik op de publieke ruimte van de toekomst

12

Wat als de natuur een juridische identiteit krijgt?

20

In gesprek met Embuild over duurzaam bouwen

Beste lezer,

Hoe ziet de publieke ruimte eruit in 2050? In de toekomst kijken is niet eenvoudig, en voor sommigen misschien zelfs beangstigend. Want hoe geef je noden die soms mijlenver uit elkaar liggen een invulling binnen de schaars beschikbare publieke ruimte, waarin klimaatadaptatie een belangrijke randvoorwaarde is? De Klimaatadaptatieplannen die de Vlaamse overheid en verschillende steden en gemeenten opmaakten, zijn een stap in de goede richting. Maar de klimaatverandering pakt ons steeds vaker in snelheid. Je hoeft dan ook niet te wachten op grote infrastructuurprojecten om straten, wijken en pleinen klimaatrobuust in te richten. Ook met kleine ingrepen kan je al heel wat realiseren.

Aquafin staat mee op de eerste rij om die versnelling hoger te schakelen in de (blauwgroene) transitie van de publieke ruimte. Een bevoorrechte positie die we graag vertalen naar een rol als referentiepartner voor klimaatrobuuste projecten voor steden en gemeenten. Meer dan rioleringswerken pur sang dus. Want het is net door op zoek te gaan naar koppelkansen tussen ondergronds en bovengronds dat je een publieke ruimte creëert waarin elementen als sociale interactie, mobiliteit, blauwgroen, … in de toekomst in harmonie kunnen samenleven.

Steden en gemeenten weten wel dat klimaatadaptatie in de straat nodig is, maar de visies uit bijvoorbeeld een hemelwaterplan liggen nog te vaak onderaan de stapel. Met de lokale verkiezingen in het verschiet is het daarom hét ideale moment om het hemelwaterplan er nog eens bij te nemen, en grote maar zeker ook kleine projecten mee op te nemen in de meerjarenplanning. Doe daarvoor gerust een beroep op onze uitgestoken hand. Met ervaring in creatieve en innovatieve projecten in combinatie met een structuur van meedenkende technische partners, zijn we een betrouwbare end-to-end partner voor de publieke ruimte van de toekomst: van visie over advies tot uitvoering.

Samen met enkele interessante profielen van binnen en buiten de sector, blikken we in deze Aqua alvast vooruit naar de publieke ruimte van 2050. Boeiende tijden zijn en worden het zeker. Ik wens je veel leesplezier!

Marjolein Weemaes

INHOUD

DE PUBLIEKE RUIMTE IN 2050...

... ZO KAN HET ZIJN

4 Bouwstenen voor een duurzame toekomst

6 De publieke ruimte van de toekomst door de ogen van experten

11 De natuur spreekt voor zichzelf

12 Wat als de natuur een juridische identiteit krijgt?

14 Diestenaren zijn opnieuw trots op hun stad

16 Breed denken, verbinden en op dezelfde nagel blijven kloppen

18 Zwemmen in open water: een verre toekomst?

... WAT IS ER VOOR NODIG?

Duurzaamheid

20 Naar een kernversterking met blauwgroene dooradering

24 Duurzaamheidsscore haalt het maximale uit de publieke ruimte

26 De stap naar 'groene aanbesteding'

Efficiëntie

27 Afvalwaterinfrastructuur door één bril

Samenwerking

28 Maatschappelijk het verschil maken

30 Partnership naar een hoger niveau tillen

V.u.: Jan Goossens, Dijkstraat 8, B-2630 Aartselaar, ondernemingsnummer 0440.691.388

Het contactcenter van Aquafin is op weekdagen te bereiken van 8 uur tot 17 uur, op het nummer 03 450 45 45, of via contact@aquafin.be

Noodnummer buiten de werkuren: 0800 16 603

Ombudsdienst: ombudsdienst@aquafin.be

Aqua niet meer ontvangen?

Mail naar redactie@aquafin.be

Aqua wordt gedrukt op milieuvriendelijk papier.

Fotografie: Aquafin, Frederik Beyens, Silke Van Rooy, Shutterstock, Vildaphoto, Getty Images

Volg Aquafin NV op

Propere waterlopen een leefomgeving in harmonie met water, daar werken we al bijna 35 jaar aan. Deze zomer ontvingen we een hartverwarmende brief van Désiré Vanautgaerden, die jarenlang groepen bezoekers gidste op onze rioolwaterzuiveringsinstallaties.

Hij onderstreept dat het met de propere waterlopen alvast de goede kant uitgaat. Hoe water in de toekomst steeds meer een harmonieuze plek kan krijgen in onze leefomgeving, lees je op de volgende pagina’s.

Aan Aquafin

… Ik zou graag eens de resultaten van waterzuivering tonen in onze eigen streek. In functie van hetvogelringwerkvanmijnzoonalsmedewerkervanhet vanKBINinBrussel,beherenhijenikzelf,samenmetenkele zijnstagiair-ringersnual30jaarhetvalleibos(90 are) in de vallei van de Molenbeek in Korbeek-Lo, Bierbeek. Van een vervuilde beek zonder enig leven hebben wij de waterkwaliteit zienderogen zien verbeteren in de laatste jaren. Bij een recente ringsessie hebben wij de Molenbeek nog gezien als een heldere beek vol leven.We vonden al 4 soorten vis, niettegenstaande de onmogelijkheid van vismigratie in onze beek door het niveauverschil zouindeabdijvanPark(stroomafwaarts)waareenvistrap moeten komen. Niet alleen de vogelrijkdom (o.a. ijsvogel als broedvogel) is er groot, maar ook het insectenlevenkrijgtereenserieuzeboost.Zodartelen erdit waterjaarmassaalweide-enbosbeekjuffersbovenhet voorjaar,enishetvlinderbestandondankshetongunstige nogredelijkoppeil.Bijwateronderzoekvinden

we veel larven van allerlei libellensoorten en waterkevers. Er groeien heel wat waterplanten in de waterloop. Ook de bever is er zeer actief en een paar heeft er een reusachtige burcht. Kortom, dankzij een heldere, zuivere Molenbeek kunnen wij steeds meer genieten van ons stukje natuur en dit wilde ik jullie graag laten weten! Zomerse groeten van Désiré en JohanVanautgaerden

Bouwstenen voor een duurzame toekomst

... ZO KAN HET ZIJN.

Verbindend

inclusief • sociaal contact

• ontspanning

Gezond

mentale rust • zuivere lucht

• zuiver water in het straatbeeld

Klimaatadaptief

regenwaterinfiltratie • hittestress • slimme sturingen regenwatergebruik

Biodivers

streekeigen groen • invasieve exoten • insectvriendelijk

Duurzaam Mobiel

veilig • energie-intelligent • gedeeld

De publieke ruimte van de toekomst

... ZO KAN HET ZIJN.

Hoe ziet onze samenleving eruit in pakweg 2050? Is er nog voldoende plaats om te wonen, te ontspannen? Zal onze publieke ruimte veel groener kleuren dan vandaag en wat is daarvoor nodig? Een glazen bol hebben we niet, maar wel een panel van experten die huidige trends en transities elk vanuit hun eigen domein onder de loep nemen. We zetten de opmerkelijkste standpunten uit onze live podcast ‘De publieke ruimte van de toekomst’ op een rijtje.

Een complex kluwen van functies

Alles komt samen in de publieke ruimte 1.

Als er één ding is waarover iedereen het eens is, dan is het wel dat alles enorm snel evolueert. Onze manier van wonen, werken en voortbewegen, maar ook migratie, het klimaat, … zijn in niets meer te vergelijken met hoe het nog maar één decennium geleden was. “Al die zaken komen vandaag samen en creëren een gevoel van urgentie,” concludeert Jo Caudron

Ze komen niet alleen samen op hetzelfde moment, maar moeten ook hun plaats krijgen binnen dezelfde ruimte.

• Transformatiestrateeg, gepassioneerd door de impact van technologische en maatschappelijke disrupties

• Oprichter van/strateeg @ Scopernia

• Auteur van o.a. De wereld is rond en De toekomstformule

De combinatie van een groeiende bevolking en meer functies voor de publieke ruimte doen de druk op het ruimtebeslag alleen maar stijgen. Volgens Sven Augusteyns komen we er niet als we blijven vasthouden aan business as usual: “Het is duidelijk dat we dingen gaan moeten loslaten om alles in de dorpskern te laten passen, zoals bijvoorbeeld voor iedereen een parkeerplaats voor de deur. Niet alleen de publieke ruimte moet veranderen, ook de manier waarop wij er ons in bewegen.”

• Duurzaamheidsexpert

• Verbeeldingsactivist en creatief consultant voor bedrijven en organisaties

• Auteur van o.a. Pretopia en Provotyping

Lieven Janssens

• Burgemeester gemeente Vorselaar (Vlaamse ambassadeur in groenblauw)

• Bijzonder academisch personeel UAntwerpen, bestuurskundige

• Mede-opdrachthouder voor de Vlaamse Regering “Toekomstvisie op het lokaal & binnenlands bestuur in Vlaanderen” (www.toekomstvisie-vlaanderen.be)

De podcast volledig beluisteren of bekijken? Dat kan hier!

2.

Lokale overheden zitten aan het stuur

Complexe veranderingen, zeker als ze zo snel gaan als vandaag, zorgen voor onzekerheid en vaak ook weerstand. “Het is de taak van de overheden om rust en zekerheid te brengen,” vindt Lieven Janssens “Aangezien de lokale besturen het dichtst bij de mensen staan, zijn zij daar het beste voor geschikt. De rol van de lokale besturen is nu al aanzienlijk, maar zal in de toekomst nog sterk toenemen.”

Maar kunnen ze de uitdagingen bolwerken?

Stefaan Vandist benoemt daarvoor een belangrijke voorwaarde: “Onze instituten, waaronder de lokale besturen, zijn ooit ontstaan in een tijdperk waarin systemen vooral in stand moesten worden gehouden en gecontroleerd worden. Maar misschien moeten ze nu juist een context creëren om verandering te begeleiden. Ik stel vast dat de verschillende beleidsdomeinen binnen een gemeente te verkokerd werken, terwijl het innovatiepotentieel net in de overlappingsgebieden zit.” “Klopt,” zegt ook Marjolein Weemaes “Bij infrastructuurprojecten komen veel dimensies kijken zoals mobiliteit, wonen, scholen en sociale aspecten. Het lokale bestuur is dan de verbindende factor omdat ze de behoeftes en bezorgdheden kent. En bovendien legt de stad of gemeente het ambitieniveau van het project vast waardoor ze veel impact kan creëren.”

Probleem is dat veel gemeenten kampen met capaciteitstekort om het almaar uitbreidende takenpakket op te nemen. En dat geldt zeker ook voor alles wat met infrastructuur te maken heeft.

Hanan Challouki

• Expert inclusieve communicatie

• Helpt met Inclusified organisaties om diversiteit te omarmen

• Auteur van Imposter moeder en host podcast Wat Zij Wil

Sven Augusteyns: “Alles zegt dat we moeten versnellen wat klimaatadaptatie betreft, maar tegelijk staat een omgevingsambtenaar, wat trouwens een knelpuntberoep is, er alleen voor. Er is simpelweg een tekort aan mensen én middelen voor dit soort projecten.” “Sterkere besturen zijn nodig,” concludeert Lieven Janssens “Niet als doel op zich maar als middel om de uitdagingen aan te pakken. De integratie tussen domeinen moet gebeuren op lokaal niveau, dicht bij de mensen. Maar daarvoor moet het lokale niveau versterken, en dat betekent minder maar veel krachtigere, beter bestafte en ook beter gefinancierde lokale besturen. In de toekomstvisie van ons binnenlands bestuur, die ik samen met Filip De Rynck uitwerkte, kwamen we tot die analyse op basis van elf concrete maatschappelijke opgaven die we doorgedacht en besproken hebben met tientallen academici, topambtenaren, politieke partijen en veldwerkers.” Nochtans is het ook voor grote steden niet evident om de silo’s te doorbreken, ervoer Jo Caudron: “Zowel in Nederland als in Vlaanderen hebben wij voor een aantal grote steden transformatieoefeningen begeleid, waarbij we werkgroepen samenstelden met mensen van Stedenbouw, Mobiliteit, Economie en tewerkstelling, Armoede, … Overal kregen we te horen dat ze voor het eerst samenwerkten aan een visie. En er zijn absoluut ook mooie dingen uitgekomen.” u

Sven Augusteyns

• Landschapsurbanist

• Architect en expert co-creatie bij Omgeving

Marjolein Weemaes

• Directeur Business Development & Innovatie bij Aquafin

• Expert blauwgroene infrastructuur

Laat je inspireren door anderen en ontdek de meerwaarde van blauwgroene structuren op www.blauwgroenvlaanderen.be

Blauwgroene aders zijn kritische infrastructuur

De toegenomen mobiliteit met werken en winkelen buiten de kern, maar tegelijk ook meer diversiteit in etniciteit, woon- en werkvormen en de noodzaak om onze omgeving aan te passen aan de klimaatverandering, leggen een ongelooflijke druk op het ruimtebeslag in een stad of gemeente. Meer ruimte voor groen en voor regenwater om te infiltreren in de bodem, zijn niet altijd populaire maatregelen. “Nochtans zijn blauwgroene structuren echt onze levenslijnen om onze steden en gemeenten veerkrachtig te maken voor de klimaatverandering,” stelt Stefaan Vandist “Maar ook hier moeten we de dwarsverbanden met andere domeinen blootleggen. En dus hebben we dringend een nieuw narratief nodig voor vergroening, want voor velen is dat niet meer dan plantsoen, iets decoratiefs. Terwijl het eigenlijk vitale infrastructuur is.”

Groen is méér dan decoratie

“Er wordt ook nog te vaak op een ontoegankelijke manier over gecommuniceerd. Als het bijvoorbeeld gaat over infiltratie van hemelwater, dan mag je er niet van uitgaan dat iedereen zomaar begrijpt wat je daarmee bedoelt en wat je van hen verwacht. Dan moet je dat op een toegankelijke manier uitleggen en een perspectief creëren van hoe de straat er kan uitzien en wat dat voor hen kan betekenen.”

De meeste mensen houden niet van verandering, weet ons panel. De eerste vraag is altijd ‘waarom is dit nodig en waarom voor mijn deur?’ Voor Sven Augusteyns is het antwoord op die vraag alvast duidelijk: “Omdat het effectief kritische infrastructuur is. We hebben vandaag in elk huis een badkamer, wel, misschien kan het even evident worden om in elke straat bomen te hebben.”

Wat vaak ontbreekt volgens ons panel, is een positief en verbindend toekomstbeeld, in plaats van blauwgroene ingrepen te bestempelen als noodzakelijke duurzaamheidsmaatregel tegen het doembeeld van de klimaatverandering. “Duurzaamheid is sowieso een term die enkel leeft bij een beperkt deel van de bevolking. Anderen denken vooral dat zij er de prijs voor moeten betalen,” stelt Hanan Challouki

“Als je goed ontwerpt, kan je door blauwgroene structuren heel veel maatschappelijke meerwaarde creëren. Niet alleen wat biodiversiteit betreft, maar zeker ook voor sociale interactie,” zegt ook Marjolein Weemaes “Het is die meerwaarde, die voor draagvlak kan zorgen bij de buurt. En omdat mensen er zich vooraf moeilijk iets bij kunnen voorstellen, is visualiseren heel belangrijk.”

Ontdek snel het voorbeeld van de gemeente Vorselaar op pagina 16-17.

Een straat van dubbelnaar enkelrichting maken, creëert plaats voor 15 à 20% extra ontharding en groen.”

Sven Augusteyns

3.

Het Superkilen Urban park in Kopenhagen gold 15 jaar geleden als het voorbeeld van een inclusief plein omwille van de inspraak. Of hoe inclusie niet de optelsom is van ieders wensen.

Moet iedereen mee zijn?

Iedereen meekrijgen bij een ingrijpende verandering, zoals de klimaatrobuuste herinrichting van een kern, wijk of straat, is een illusie volgens ons panel. “Maar je moet als lokaal bestuur wel zoveel mogelijk draagvlak creëren,” zegt Hanan Challouki “Dat doe je de dag van vandaag niet meer met alleen maar infoavonden, waar je altijd hetzelfde type mensen ziet: wie tijd heeft, geïnteresseerd is én een mening heeft. We leven inmiddels in een superdiverse samenleving, niet alleen wat etniciteit betreft, maar ook op het vlak van leeftijd, gender, …”

“Wees dan ook creatief om deze mensen met verschillende achtergronden en verschillende interesses te bereiken.”

Elke verandering heeft draagvlak nodig

ZO CREËER JE DRAAGVLAK VOOR JE PROJECT

Tips van ons panel

+ Zorg voor een holistische langetermijnvisie

+ Peil naar behoeften, niet naar concrete wensen

+ Laat het ontwerpen over aan ontwerpers

+ Reken op minstens 1,5 jaar om mensen warm te maken en divers te communiceren

+ Wees creatief in het bereiken van mensen

+ Zoek ambassadeurs onder de bewoners

+ Waag je eens aan provotyping (zie kader p.10)

Lieven Janssens is voorstander van een andere aanpak van inspraak door meer inbreng en innovatie van onderuit te stimuleren: “Laat mensen samen hun wensen neerschrijven en een gemeenschappelijk doel creëren. Niet iedereen moet het met alles eens zijn, zo lang het doel maar gedragen is.” “Dat klopt, inclusie is niet de optelsom van wat iedereen wil. Kijk naar de behoeften en ga op zoek naar de raakvlakken,” beaamt Hanan Challouki. Burgers aan de ontwerptafel zetten, is ook volgens Jo Caudron geen goed idee: “Automatisch willen mensen behouden wat ze nu hebben. Daarom moet je vooral niet vragen hoe die publieke ruimte eruit moet zien voor hen, maar moet je proberen te voelen wat er leeft door actief te luisteren zonder vragen te stellen.” u

Inclusie is niet de optelsom van wat ieder individu wil.”
Hanan Challouki
4.
© Bjarke Ingels Group

Laat zien wat groen kan doen

Een ietwat controversiëlere, uiterst creatieve manier om een nieuw blauwgroen ontwerp te introduceren, is provotyping Stefaan Vandist is fan en schreef er zijn nieuwste boek over. “Bevrijd dat mooie toekomstbeeld zo snel mogelijk uit de vergaderzaal en laat mensen het meteen écht ervaren. Met mobiele elementen kan je een straat er op één nacht tijd helemaal anders laten uitzien. Oké, er zal chaos zijn ‘s ochtends, maar er ontstaat ook magie: je maakt vernieuwing meteen zichtbaar en steekt het creatieve licht aan.”

LEEN EEN BOOM

Op YouTube vind je een prachtige video over hoe 1.200 bomen de stad Leeuwarden 100 dagen lang kleur en zuurstof gaven (zoek op 'BOSK route'). In Vlaanderen kan je als gemeente bij BOS+ via het project ‘Trees please’ 20 bomen lenen voor minimaal 20 dagen, inclusief infobordjes én zitbanken als rustpunten tussen het groen. Zo laat je de buurt zien wat groen kan doen.

Meer info: https://bosplus.be/treesplease/

© District Wilrijk

De natuur spreekt voor zichzelf

Stel dat we met de natuur konden communiceren over wat ze nodig heeft. Geen science fiction, want VITO liet voor Nationaal Park Bosland in Limburg een avatar ontwikkelen die getraind is op data uit ecosystemen, fungeert als pleitbezorger en de toestand van de natuur vertaalt in menselijke taal. De Bosland EnvAi (Environmental Artificial Intelligence, foto hiernaast) werd ontwikkeld door duurzaamheidsexpert Milan Meyberg. Hij voedde de avatar met georuimtelijke data, data uit satellietbeelden en relevante informatie uit beleidsdocumenten en krantenartikelen. Complementaire data dus, die de avatar in staat stellen om vragen te beantwoorden over het welzijn van Bosland. Initieel zal de avatar worden ingezet als een educatief instrument, zowel online als tijdens evenementen, om bezoekers te informeren over het belang van natuurbehoud en de impact van menselijke keuzes. Voor het Nationaal Park zal de Bosland EnvAi een hulp zijn om de biodiversiteit nog beter te monitoren en te beschermen.

In dit geval krijgt de natuur een adviserende stem, maar het kan nog verder gaan. Op de volgende pagina’s lees je hoe steeds meer natuurelementen wereldwijd ondertussen ook juridische rechten krijgen. u

© Milan Meyberg

Wat als de natuur een juridische identiteit krijgt?

Rechten voor de natuur winnen wereldwijd aan belang

... ZO KAN HET ZIJN.

De stem van de natuur klinkt steeds luider. Neem dat gerust letterlijk. Wereldwijd zit de natuur steeds vaker mee aan tafel bij beslissingen die het natuurlijke leven aanbelangen. In 2019 riepen de Verenigde Naties het visionaire idee om de natuur rechten te geven zelfs uit tot snelst groeiende juridische beweging.

Het klopt dat er vandaag al heel wat wetten en regels bestaan die onze natuur beschermen. Toch knelt het ergens, volgens Jessica den Outer, juriste en oprichtster van de stichting Rechten van de Natuur in Nederland: “Ons huidige rechtssysteem beschouwt de natuur als een object. Beslissingen die betrekking hebben op bijvoorbeeld rivieren of bossen worden genomen door bedrijven en andere bevoegde instanties, maar er zit niemand mee aan tafel die enkel en alleen de belangen van de natuur behartigt.” Er is volgens Jessica een aanpak nodig die het hele ecosysteem, waar wij als mens deel van uitmaken, beschermt: “Het idee achter de beweging Rechten voor de Natuur, die wereldwijd een enorme groei kent, is dat het rechtssysteem de natuur en al haar ecosystemen erkent als levende entiteiten, als rechtspersonen met eigen, inherente rechten, net zoals de mens. Bedrijven zijn vandaag ook rechtspersonen, waarom de natuur dan niet?”, aldus Jessica.

De natuur mee aan tafel

Concreet betekent deze juridische constructie dat er een zogenaamde onafhankelijke voogd vanaf het begin mee aan tafel zit wanneer beslissingen worden genomen die een bepaald natuurelement aanbelangen. “Rivieren en bossen, maar ook gebergtes en zelfs dieren, krijgen een stem en er wordt op toegezien dat de

rechten van alle partijen aan tafel, dus ook die van de natuur, worden nageleefd. Hierdoor verandert de dialoog”, zegt Jessica. “En hoewel een voogd ook de juridische bevoegdheid heeft om namens de natuur naar de rechter te stappen en bepaalde rechten af te dwingen, zien we in de praktijk dat dit niet gebeurt. De preventieve aanpak werkt.”

Al 400 natuurelementen met rechten

De Whanganui rivier in Nieuw-Zeeland kreeg in 2017 als allereerste rivier ter wereld dezelfde juridische status als een rechtspersoon. Zeven jaar later is de Nieuw-Zeelandse waterloop lang niet meer het enige natuurelement met rechten. Vandaag worden al meer dan 400 natuurelementen verspreid over 40 landen gerepresenteerd in het rechtssysteem. “Over heel de wereld wordt het idee dus steeds vaker geïmplementeerd. Zo hebben bezorgde burgers in Spanje gezorgd voor de erkenning van rechten van een ernstig vervuilde zoutwaterlagune, de Mar Menor.”

De Maori-stam beschouwde de Whanganui rivier in Nieuw-Zeeland als een levende voorouder en dus als een levend wezen. Ze streden bijna 150 jaar voor dezelfde wettelijke status voor de rivier als voor de mens.

In ons rechtssysteem wordt een bedrijf gezien als persoon, waarom de natuur dan niet?”

Jessica den Outer

“Ook in Nederland zien we sinds de oprichting van de ‘Rechten van de Natuur’stichting initiatieven opduiken”, zegt Jessica. “Dat varieert van kleinere burgerinitiatieven, tot toppolitici die op dit moment nieuwe wetten schrijven over o.a. rechten voor de Waddenzee.” Dat laatste Nederlandse idee wekte op een congres ook de belangstelling van enkele Belgische ngo’s, maar van concrete initiatieven om natuurelementen in België rechten te geven, heeft Jessica op dit moment nog geen weet. “Dat is misschien wel een gemiste kans”, zegt ze. “Een rivier rechten en een stem geven, kan een verschil maken in de beslissingen die gemaakt worden over water. Een waterloop heeft namelijk recht om te bestaan, te floreren en ecologische processen in stand te houden. Die rechten kunnen afdwingen, komt de waterkwaliteit automatisch ten goede.”

Gelijkenissen met vrouwenstemrecht

De natuur rechten geven, klinkt voor sommigen misschien nog wat onwennig. “Besef dan dat we het ooit ook normaal vonden dat vrouwen geen stemrecht hadden. In de wereld van vandaag kunnen we dat recht echter niet meer wegdenken. Het is een mooi voorbeeld dat aantoont dat het recht mee evolueert naar de waarden en normen van de maatschappij. Ik geloof dat dit net hetzelfde is voor het natuurrecht. Er is tijd en moed nodig om aan het idee te wennen en het vervolgens te implementeren, maar het is een must om onze ecosystemen, en dus ons als mens te beschermen”, besluit den Outer.

Ook de Waddenzee zou binnenkort rechten kunnen krijgen. Welke waterloop zal in Vlaanderen de eerste zijn?

RECHTEN VOOR DE NATUUR IN JOUW GEMEENTE?

Op steeds meer plaatsen in de wereld worden rivieren, bossen en bergen aangewezen als rechtspersonen. Die taak ligt bij de overheid, aangezien het gaat over het maken van nieuwe wetten. Maar ook op kleine schaal beweegt er steeds meer. “In Nederland zijn er heel wat gemeenten die nagaan hoe ze de plaatselijke natuur rechten kunnen geven, en hoe ze dit lokaal kunnen vastleggen”, weet Jessica. “Dat kan bijvoorbeeld door een onafhankelijke voogd mee aan tafel te nemen bij bepaalde beslissingen, die spreekt namens de natuur. Zelfs bedrijven kunnen ermee aan de slag. Zo heeft het populaire kledingmerk Patagonia de natuur aandeelhouder gemaakt.”

In het boek Rechten voor de Natuur deelt Jessica den Outer naast heel wat concrete voorbeelden, ook praktische ideeën om je op weg te helpen. Verkrijgbaar bij Standaard Boekhandel en via de QR-code.

“Diestenaren zijn opnieuw trots op hun stad”

De connectie met de Demer is hersteld én versterkt

... ZO KAN HET ZIJN.

De middeleeuwse stadskern van Diest ontstond langs de oevers van de Demer. Als gevolg van de industrialisering en de aangroeiende bevolking geraakte de rivier hoe langer hoe meer vervuild. Zoals op veel plaatsen, werd ze in 1960 gedempt en rond de stad geleid. Bijna 60 jaar later mag het water weer zichtbaar stromen, en doet de Demer het centrum herleven.

De beslissing om de Demer weer open te leggen in Diest, heeft volgens Bart Severi – clusterhoofd

Stadsontwikkeling – een dubbele oorsprong. “Door de inspanningen vanuit Vlaanderen en van de stad zelf, verbeterde de waterkwaliteit sterk. Dat deed het verlangen groeien om terug aansluiting te vinden bij het historische beeld van Diest als stad aan het water,” schetst Bart het ontstaan van de plannen. “Tegelijk hadden we een bewogen relatie met water, want Diest kampte meerdere keren met zware wateroverlast. De overstroming van 1998 staat nog altijd in het geheugen van de Diestenaren gegrift.”

Terrassen hebben dubbele functie

Tussen 2012 en 2016 voerde de stad ingrijpende werken uit om 1,5 km water weer naar de oppervlakte te brengen. Waar de Demer de stad binnenkomt en weer buitengaat, werden schuiven geplaatst die het debiet kunnen regelen bij een hoog waterpeil. Wateroverlast in het centrum is zo niet meer mogelijk. Langs de oevers zijn terrassen gecreëerd waar het aangenaam wandelen en zitten is. Maar ze hebben nog een belangrijke functie, vertelt Bart: “Als het veel regent, kunnen de terrassen volledig onder water gezet worden.”

“Die extra buffercapaciteit in het centrum, neemt ook de druk op een gezwollen Demer en Begijnebeek buiten het centrum weg.”

Zowel politiek als bij de bewoners kostte het tijd om draagvlak te vinden voor het plan. “Het was dan ook een uiterst complex project dat zware financiële inspanningen vroeg,” weet Bart. “Om de bewoners mee te krijgen, organiseerden we infomomenten en werfbezoeken. Die waren erg populair. Mensen konden met de voeten in de bedding van de Demer kennismaken met het verleden van Diest: oude stenen muren, de oorspronkelijke trappen, … Daarnaast visualiseerden we de toekomst met mooie schetsen. Ook de officiële opening met een groot volksfeest was een schot in de roos. Vandaag zijn zelfs de grootste critici van toen helemaal overtuigd.”

Meer toerisme

Het succesvolle project heeft Diest tot ver buiten de stadsgrenzen op de kaart gezet. “We kregen bezoek vanuit Brussel om inspiratie op te doen voor het openleggen van de Zenne. Dat we daar als kleine provinciestad aan kunnen bijdragen, maakt me trots,” zegt Bart. “Ook toeristisch wekt de opengelegde Demer aandacht. We krijgen veel positieve feedback van bezoekers en onze thematische Demer-

wandeling is bijzonder populair. Je ziet de horeca floreren en de terrassen uitbreiden. In de toekomst willen we het water in de stad nog meer uitspelen als toeristische trekpleister.”

Tip: ga in gesprek met de hele gemeenteraad voor maximale feedback. Zo zorg je ervoor dat het project nieuwe verkiezingen overleeft."

Bart Severi: “De terrassen zijn fijn om te zitten, bij regen kunnen ze helemaal onder water komen.”

OOK RUIMTE VOOR WATER IN JOUW STAD OF GEMEENTE? GRIJP ELKE KANS!

Bart Severi twijfelt er niet aan dat er in Vlaanderen nog veel potentieel is om grachten en rivieren letterlijk weer boven water te brengen: “In Diest hebben we onderzocht of de Verversgracht terug kan worden opengelegd. Maar er moeten nu eenmaal keuzes gemaakt worden. Want er zijn ook de reductiedoelstellingen om de waterkwaliteit verder te verbeteren. Mijn advies? Neem voor elk plan dat ingrijpt op de openbare ruimte en de water huishouding, het hemelwaterplan erbij. Het bevat heel concrete opportuniteiten die je ook kan benutten in projecten die niet rechtstreeks te maken hebben met wateroverlast of droogte.”

“Breed

denken, verbinden en op dezelfde nagel blijven kloppen”

Hoe Vorselaar ambassadeur in ontharding en groenblauwe netwerken werd

... ZO KAN HET ZIJN.

Wie de Kempense gemeente Vorselaar kent van enkele jaren geleden en er vandaag opnieuw komt, merkt een grondige make-over van het Marktplein. De grijze en totaal verharde parkeerzone maakte plaats voor veel groen en er kwam een groot ondergronds bufferbekken voor regenwater. Bij de heraanleg werd bewust gekozen voor enkel nog trage weggebruikers. Ondanks deze ingrijpende transformatie kwam er bij de gemeente geen enkel bezwaar op het ontwerp binnen.

Bij de groenblauwe make-over van het Marktplein in Vorselaar werd bewust gekozen voor enkel nog trage weggebruikers.
We hebben in Vorselaar altijd heel bewust alles duidelijk gekoppeld en vanuit één geïntegreerde visie bekeken.”

Lieven Janssens, burgemeester Vorselaar, vertelt ons het geheim van dit succes: “We hebben bewust gekozen om op een heel centrale plek in Vorselaar te tonen dat we durven te ontharden en voor een andere leefkwaliteit en mobiliteit staan. De transformatie van het Marktplein is bijzonder positief onthaald. Maatschappelijk draagvlak creëren voor zo’n ingrijpend project is natuurlijk niet iets wat je in een vingerknip realiseert. De heraanleg van de markt was het sluitstuk van een jarenlange inzet op dorpskernvernieuwing waarbij we telkens vertrokken vanuit een geïntegreerde totaalvisie.”

De 5 ingrediënten voor het succesrecept:

Een geïntegreerde totaalvisie: De afgelopen jaren werd in Vorselaar meer dan 48.000m² onthard. Bij elk project werd de koppeling gemaakt tussen de verschillende beleidsdomeinen en lag de nadruk op meer ontmoetingsruimte, meer groen en meer ontharding. Dit zorgde voor een consistente en doordachte aanpak. Lieven Janssens: “Een rioleringsproject is in onze gemeente nooit zomaar een rioleringsproject. Elk project krijgt een totaalaanpak waarbij wordt gekeken naar de hele omgeving vanuit verschillende beleidsdomeinen. Het ontwerp houdt bijvoorbeeld kritisch rekening met mobiliteit, de functie van de ruimte, hoe water maximaal kan infiltreren, biodiversiteit, hoe we extra ontmoetingsruimte kunnen creëren, hoe we de leef- en woonkwaliteit kunnen vergoten, enzovoort.”

Creatie van aaneengesloten groenblauwe netwerken: “Al van bij de start was het duidelijk dat éénmalige, losse projecten weinig zin hadden. Belangrijk is dat je al die groenblauwe realisaties met elkaar gaat verbinden tot een netwerk. In Vorselaar ontwikkelden we daarom een ‘Groenblauw Netwerk’masterplan (zie www.vorselaar.be/blauwgroen). Via drie grote groenblauwe strengen realiseren we de verbinding tussen het centrum, en verkavelingen en het buitengebied. De koppeling van waterbeheer met groene infrastructuur zorgt niet alleen voor betere waterinfiltratie en minder wateroverlast, maar ook voor een aangenamere leef- en woonomgeving.”

Politiek leiderschap en ambtelijk draagvlak: Vastberaden trekkers en voluntarisme zijn onmisbaar om je visie intern (en later ook extern) ingang te doen vinden. “Via regelmatige beleidscolleges met het voltallige management zorgen we ervoor dat alle diensten mee zijn”, vertelt burgemeester Janssens. “Door de thema’s samen door te praten, werd het groenblauwe verhaal uiteindelijk door iedereen binnen de organisatie mee uitgedragen.”

Continu sensibiliseren en communiceren: Continu info blijven delen over de beleidsvisie en de gerealiseerde projecten, hoe klein ook, zorgde ook voor draagvlak bij de burgers. Lieven Janssens: “Het is voortdurend op diezelfde nagel blijven kloppen en telkens opnieuw uitleggen waarom je iets doet. Dit bereik je natuurlijk niet in een vingerknip en is iets waar je jaar na jaar moet op doorgaan. Voortdurende en transparante communicatie over de plannen en voortgang is onmisbaar. Doe dat via een creatieve mix van kanalen: dus niet alleen op de klassieke infomomenten, maar ook op openbare evenementen zoals de jaarmarkt en opendeurdag, via de website, sociale media, filmpjes, het gemeenteblad, infoborden, … Overal waar gewerkt wordt, communiceren we met grote banners met daarop het logo van “Vorselaar breekt uit” als duidelijk herkenningspunt. Voor het creëren van draagvlak is ook je voorbeeldrol als gemeente belangrijk. Je kunt geen groenblauwe inspanningen van burgers, bedrijven, scholen, … verwachten, als je zelf niet consequent het voortouw neemt op het openbaar domein.”

Participatie en co-creatie: Naast burgers worden ook de vele scholen in de buurt heel actief betrokken in Vorselaar. “We hebben daarbij bewust alle klassieke vormvereisten van de eerdere ‘adviesraden’ laten wegvallen. Door inspraak vanaf de planvorming, krijg je iedereen veel makkelijker mee op de kar en kom je tot meer duurzame en sociaal geaccepteerde oplossingen. Visieplannen zoals de groenblauwe netwerken worden samen met een dorpstafel opgemaakt. Een dorpstafel is een soort burgerkabinet en houdt letterlijk in dat we ‘samen met de burgers het dorp creëren’ (zie www.vorselaar.be/samendorpmaken).

We doen dit trouwens niet alleen binnen Vorselaar zelf. Ook samen met de buurgemeenten in de regio Neteland maakten we een charter Groenblauwe kernen met de ambitie om verkavelingen, openbare ruimte, maar ook private bouw consequent anders te bekijken en anders in te richten.”

Lieven Janssens: “We hebben in Vorselaar altijd heel bewust alles duidelijk gekoppeld en vanuit één geïntegreerde visie bekeken. Al in 2009 lieten we in samenwerking met Aquafin een hydronautstudie uitvoeren die de pijnpunten binnen de gemeente heeft blootgelegd. Nog voor er sprake was van een verplichting, werd er in onze gemeente al een geïntegreerd hemelwater- en droogteplan opgemaakt en goedgekeurd door de gemeenteraad. Meer zelfs: we koppelden er ook ons klimaat- en energieplan aan. Het is kwestie om continu te zien wat er in de omgeving gebeurt, wendbaar te zijn in die belangrijke uitdagingen en als lokale overheid die transitie meteen actief te vertalen in beleidsplannen.”

Zwemmen in open water: verre toekomst?

Zalige Zwemdagen tonen aan dat het kan

Hoe mooi zou het zijn... Zwemmen in open water, overal in Vlaanderen. Waterland vzw neemt alvast het heft in handen met de Zalige Zwemdagen. “De vraag naar openbare zwemzones is groot, het aanbod klein. Met het project willen we aan de behoeften beantwoorden, en zetten we het thema waterkwaliteit hoger op de lokale agenda’s.” Aqua gaat in gesprek met Lieven Symons, co-founder van Waterland vzw.

Vanwaar het idee om Zalige Zwemdagen te organiseren?

Lieven: “De roep naar openbare zwemzones in Vlaanderen klinkt steeds luider. Dat momentum mogen we niet aan ons laten voorbijgaan. Eerder dit jaar versoepelde de Vlaamse Regering de regelgeving en kunnen steden en gemeenten zones aanduiden waar zwemmen in openlucht mogelijk is. We merken echter dat ze nog niet durven springen. Daarom hebben wij met Waterland het initiatief genomen om Zalige Zwemdagen te organiseren. Met de hulp van lokale organisaties willen we gemeenten warm maken om mee op de kar te springen. Voorlopig hapten er vier toe: Antwerpen, Brugge, Turnhout en Kortrijk.”

De Zalige Zwemdagen in Antwerpen waren alvast een groot succes. Waarom volgen andere gemeenten dan niet zo vlot?

Lieven: “Lokale besturen zien drie grote drempels. Ten eerste hebben ze doorgaans weinig zicht op de waterkwaliteit van de waterlichamen op hun grondgebied. Er wordt dan vaak vanuit gegaan dat zwemmen niet mogelijk is, misschien wel onterecht. Daarnaast speelt ook veiligheid

een belangrijke rol. Niet iedereen kan zwemmen. Dat risico willen steden en gemeenten liever niet nemen. Een derde en laatste reden die gemeenten tegenhoudt, is de mogelijke overlast van een openbare zwemplek. Hoewel we geen van deze bezorgdheden willen minimaliseren, kunnen we er wel een antwoord op bieden.”

Is Waterland daar de facilitator in het verhaal?

Lieven: “Klopt, wij willen de koudwatervrees wegnemen en gaan gemeenten begeleiden in het proces, zowel wat betreft de monitoring van de waterkwaliteit, als logistieke ondersteuning. In Antwerpen hebben we kunnen aantonen dat het allemaal niet zo moeilijk is als het voor velen op het eerste gezicht misschien lijkt. Doemscenario’s moeten zeker besproken worden, maar in de praktijk zien we vaak dat heel wat zaken eigenlijk geen probleem blijken te zijn, en dat weet je enkel wanneer je het probeert. Waterland kan dat uiteraard niet alleen. We nemen steeds de waterbeheerder mee in het verhaal, en de steun van plaatselijke organisaties is een must om lokaal ingebed te raken.”

... ZO KAN HET ZIJN.

Ondanks de barrières vinden jullie dit initiatief heel belangrijk. Waarom?

Lieven: “Open water maakt deel uit van de publieke ruimte, alleen lijken we dat vandaag te zijn vergeten. Een waterloop wordt vaak slechts ingezet voor één functie, en meestal is dat voor de economische activiteit, zoals scheepvaart. Zo missen we heel wat recreatieve kansen die water kan bieden, zoals gratis sporten en verkoeling bieden. Maar het gaat verder. We zien dat openbare zwemzones zich ontplooien tot fijne ontmoetingsplekken. Mensen komen er samen, en er ontstaan spontaan waardevolle dynamieken. De Zalige Zwemdagen zijn ook een concreet en tastbaar middel om het thema van waterkwaliteit onder de aandacht te brengen en te houden.”

Zal water in de toekomst een dominantere plek opeisen in de publieke ruimte?

Lieven: “Dat hopen wij althans. Het zou voor ons ook een meer dan logische shift zijn. We moeten water in de toekomst systematisch multifunctioneel inzetten. Het klopt dat het een uitdaging is om verschillende behoeften samen te brengen in één oplossing, maar als je de discussie breed voert zonder oogkleppen en ook het sociale standpunt een stem krijgt, kan er veel. Ik denk dat we zelfs naar een scenario gaan waarin openbare zwemzones uitgespeeld kunnen worden als troef, denk in het kader van citymarketing. Burgers vragen ernaar en hebben er nood aan, in de toekomst ongetwijfeld alleen nog maar meer. ”

Meer over de regelgeving, lees je hier.

37

Gratis publieke zwemzones vandaag in Vlaanderen (de Noordzee niet meegerekend). Nederland telt er 650, daar geldt de regel dat je overal mag zwemmen, tenzij expliciet verboden. In Vlaanderen is dat dus omgekeerd.

bijna

7.000

Zalige Zwemmers op 7 Antwerpse zwemdagen met sponsoring van Aquafin.

LAAT ZO’N OPENBARE ZWEMZONE MAAR KOMEN!

Ligt er in jouw stad of gemeente potentieel? Waterland vzw bekijkt of jullie er samen een Zalige Zwemdag kunnen organiseren. “Gemeenten die er vandaag mee starten, kunnen volgende zomer een heerlijke openbare waterplek aanbieden”, aldus Lieven. Lees het praktische stappenplan via de QR-code.

Naar een kernversterking met blauwgroene dooradering

Embuild Vlaanderen over de publieke ruimte van de toekomst

Een dossier rond de duurzame publieke ruimte van de toekomst starten we bij de partij die met beton in de weer is op de werf: de aannemer.

Caroline Deiteren staat sinds juni van het jaar aan het hoofd van belangenverdedigende organisatie Embuild Vlaanderen. De kersverse CEO spreekt meteen duidelijke taal.

“De klimaatimpact van de bouwsector moet naar omlaag. Verduurzamen van de keten vereist nauwe samenwerking met opdrachtgevers die zich bewust zijn van hun rol en inzetten op innovatie”, stelde uw voorganger Marc Dillen. Correct?

Caroline Deiteren: “Zeker. Het is onze missie om de toekomst van het bouwen vorm te geven. Hierbij spelen milieudoelstellingen en klimaatadaptatie natuurlijk een grote rol. Het verduurzamen van de bouwsector kent vele aspecten: de uitstoot van gebouwen en werven verminderen, net als het water- en grondstoffenverbruik. Renovatie, verduurzaming en energie-efficiëntie, het circulaire bouwen: het zijn belangrijke topics waarrond we concreet werken.”

Wat met water?

Caroline Deiteren: “Waterbewust bouwen is cruciaal om Vlaanderen weerbaar te maken. Om maar één voorbeeld te geven: het aantal dagen met hevige regenval is de laatste jaren verdubbeld. Zowat 4,5% van de gebouwen ligt in overstromingsgevoelig gebied, het klimaatplan van de Vlaamse Regering projecteert dat dit zal stijgen naar 8% tegen 2050. Bekijken we de kern van een gemeente, dan kan dat risico oplopen tot 20 à 30% van de gebouwen, als gevolg van o.a. hevige neerslag. Vlaanderen is verhard, met een rioleringsstelsel dat ondergedimensioneerd is voor de zware regens zoals we die nu kennen. Met wijkrenovaties kunnen we het groenblauwe peil1 van de kern van gemeentes verbeteren.”

1 Via Groenblauwpeil.be kan je nagaan hoe een woning en tuin scoren op ‘blauwe’ aspecten (opvang, gebruik en infiltratie van regenwater) en ‘groene’ aspecten (biodiversiteit, CO2-opslag, luchtkwaliteit en verkoeling).

... WAT IS ER VOOR NODIG?.

Bestaande ruimte optimaliseren

Welke rol speelt de bouwshift hierin?

Caroline Deiteren: “Die legt vast dat de vermeerdering van het ruimtelijke beslag moet afremmen en tegen 2040 zelfs moet stoppen. Een genuanceerder beeld dan de ‘betonstop’ uit de volksmond. Je zit met een groeiend aantal huishoudens, dit betekent dat je de bestaande ruimte moet optimaliseren. Bijvoorbeeld: slopen en heropbouw van nieuwe wijken met meer aandacht voor blauwgroen, met de aanleg van wadi’s en regenopvangsystemen en de nadruk op de levenskwaliteit in de woonkernen.”

“Waterbewust bouwen is cruciaal om Vlaanderen weerbaar te maken.”

Deiteren

Dat laatste klinkt ook bij Aquafin bekend in de oren.

Caroline Deiteren: “We werken samen met Aquafin en VLARIO rond waterbewust bouwen; bekijken hoe we nieuwe technieken rond bv. waterzuivering kunnen verspreiden bij onze ledenaannemers. Kernversterking aanpakken met blauwgroene dooradering nemen we mee in onze gesprekken met beleidmakers en politici. Ik weet dat de bouwsector het imago van ‘de betonboeren’ heeft, die zoveel mogelijk openbare ruimte wil aansnijden. We willen echter vooral meer ‘verkernen’ en verdichten, en dat betekent niet dat we hoogbouw in elke dorpskern willen.”

“Zo bezocht ik onlangs het project Elsbos in Dendermonde, een recente best practice: honderden sociale woningen, zowel klassieke woningen als appartementen in enkele bouwlagen, in een watergevoelig verstedelijkt gebied, met aanleg van wadi’s, heel wat groen en ruimte voor recreatie.”

Duurzaamheid correct vergoeden

Moet bij waterbewust, en duurzaam bouwen in het algemeen, ook de klassieke aanbestedingsformule onder de loep worden genomen?

Minder verharding kan het groenblauwe peil van de publieke ruimte verbeteren, zoals hier in Vorselaar.

Caroline Deiteren: “Aannemers willen af van ‘de laagste prijs moet altijd spelen’, zo is er immers minder aandacht voor innovatie en milieu. Wij vragen de overheid om binnen aanbestedingen ook die aspecten op te nemen. Emissievrije voertuigen en werven: we pleiten daarvoor en doen er al workshops rond, maar daar hangt ook een correcte vergoeding aan vast. Opdrachtgevers als Aquafin zijn hier behoorlijk vooruitstrevend en open in. Idem met de CO2-prestatieladder: heel wat van onze leden zijn vragende partij om ook die verder te gebruiken door de publieke opdrachtgevers. Departement Mobiliteit & Openbare Werken zet al stappen om dit uit te rollen.”

Met beton als hoeksteen bij het bouwen is het logisch dat milieuvriendelijkere alternatieven als zwavel- en geopolymeerbeton het licht zien.

Caroline Deiteren: “Een bredere uitrol van groen of milieuvriendelijk beton is iets waar wel al jaren voor pleiten en ook actie rond ondernemen. We waren één van de trekkers van het Vlaamse Betonakkoord dat in 2022 boven de doopvont is gehouden. Momenteel zijn we één van de partners in het Living Lab Circulair beton dat onder andere werkt rond een Beton Innovatieloket en mee de schouders zet onder het Concrete Circularity Center in Veurne. In verband met de alternatieven zoals zwavel- en geopolymeerbeton is het absoluut aan te moedigen dat via innovatie de ecologische voetafdruk van beton naar beneden wordt gehaald. Maar het is evenzeer belangrijk dat hierbij ook de circulariteit, het tweede en derde leven van dergelijke betonsoorten wordt gegarandeerd.” u

Directeur Projectmanagement Danny Baeten van Aquafin pleit ook voor een ‘open boek’-samenwerkingsvorm met aannemers (zie p. 28).

Caroline Deiteren: “Dat klinkt ons als muziek in de oren (lacht). Vele aannemers hebben dezelfde verzuchting: betrokkenheid van bij de start, open boek, vertrouwen, niet louter de focus op ‘laagste prijs’. Met de hele keten moeten we een intensere samenwerking hebben, gebaseerd op vertrouwen – én met integratie van milieucriteria. Met name voor grote werken voorkomt dit dat je voor verrassingen komt te staan.”

Wim Van Gils van de VLARIO-werkgroep ‘Beleid en Financiering’ riep onlangs op om meer energie te steken in het minder bouwen. “De meest duurzame manier van bouwen is niet bouwen.”

Caroline Deiteren: “Dat wil ik nuanceren. Publieke ruimte in Vlaanderen moet vooral efficiënter ingenomen worden. We zijn erg voorstander van renovatie – maar niet zomaar altijd en overal. Met de nieuwe technieken en standaarden komt sloop en heropbouw de circulariteit soms méér ten goede. Een voorbeeld: steenachtig afval wordt in Vlaanderen al voor 95% gerecycleerd, daarin zijn we Europees voorloper. In Vlaanderen kan nog veel winst geboekt worden. Je land weerbaar maken tegen klimaatverandering, rioleringen in goede staat houden, groenblauwe ingrepen: dat zijn immense werken, maar – mits een doorgedreven beleid –met een enorme maatschappelijke winst.”

Nieuwe attestering voor innovatieve bouwproducten

Willen we naar een duurzamere publieke ruimte, is de keuze voor innovatieve en duurzamere producten logisch. Het huidige certificatieproces voor bouwmaterialen is niet altijd geschikt voor innovatieve producten, die heel wat tijd nodig hebben om hetzelfde vertrouwen op te bouwen als klassieke producten. Zowel bouwheren als leveranciers vragen om een versneld traject. Een antwoord op die vraag is in de maak. Mieke Lesage en Liselotte De Waele, resp. manager Projectmanagement en Portfoliobeheerder bij Aquafin, en Dirk Van Loo, CEO van certificatie-instantie COPRO, geven elk een stand van zaken.

Alternatief traject voor duurzame alternatieven

Mieke Lesage: “Bij overheidsopdrachten mogen in de standaardbestekken enkel gecertificeerde bouwmaterialen opgenomen worden. Alles wat op de werf komt, moet eerst gekeurd worden. Voor de klassieke bouwmaterialen –beton, staal, putdeksels – keek de keuringsinstantie tot nu toe enkel naar de ‘fysieke’, soms chemische kenmerken van het product. Leveranciers doen intussen inspanningen om tot een klimaatneutraal bedrijf te komen. Ze presenteren ons meer milieuvriendelijke bouwmaterialen. Daarvoor bestaat echter nog geen blauwdruk, ecologische kenmerken als CO2-uitstoot worden niet opgenomen in de conventionele keuring.”

Liselotte De Waele: “Aquafin startte in 2022 een alternatief traject, een proefproject met een leverancier van zwavelbeton, een CO2-vriendelijkere variant van klassiek beton.”

“In Brakel legden we 500 meter zwavelbetonbuizen. Intussen startten we ook een tweede proefproject, met (nog niet gecertificeerd) geopolymeerbeton. Het zijn duurzame alternatieven waarin we geloven en die we zo snel mogelijk in onze bestekken willen opnemen.”

Mieke Lesage: “De bevindingen van onze proefprojecten delen we trouwens binnen de sector en Aquafin koppelt ook terug naar keuringsinstanties zoals COPRO. Het is in feite een driehoek: leveranciers, opdrachtgevers én keuringsinstanties voelen allen dezelfde nood om te versnellen. Vandaar werkt COPRO nu aan een innovatieattest. De periode om te komen tot een vertrouwen van een derde partij wordt zo met verschillende maanden ingekort; een groot verschil. Bedrijven die duurzame producten ontwikkelen, zien zo een snellere return on investment.”

Bij overheidsopdrachten mogen in de standaardbestekken enkel gecertificeerde bouwmaterialen opgenomen worden”
Mieke

Lesage

Zwavel- en geopolymeerbeton zijn duurzame alternatieven waarin we geloven en die we zo snel mogelijk in onze bestekken willen opnemen.”
Liselotte De Waele

Innovatieve producten willen we sneller tot op de werf krijgen

Dirk Van Loo: “COPRO stond bij de oprichting, veertig jaar geleden, voor ‘Controle van Producten’ – en dat is nog steeds onze taak. De wet inzake overheidsopdrachten vraagt om een onafhankelijke certificatie van onder meer bouwmaterialen. Die gebeurt inmiddels niet enkel aan de bron, bij de producent, maar ook op de werf – om te controleren of plaatsing en uitvoering in orde zijn. Naast de bouwtechnische eigenschappen die al sinds jaar en dag gecontroleerd worden, is er een uitbreiding naar duurzaamheidsparameters nodig: hoe milieu-hygiënisch is een materiaal, wat zijn de kansen op recyclage, … Met de opkomst van de circulaire economie is er bovendien nood aan vertrouwen. Om greenwashing tegen te gaan, komt een onpartijdige instantie als COPRO in beeld.”

“Een klassieke certificatie van bouwmaterialen is binair: ofwel is aan alle vereisten voldaan, en voldoet het materiaal – of niet.”

Geoprime®-buis is gemaakt uit een nieuw soort, meer duurzaam materiaal, en heeft een CO2-uitstoot die maar liefst 78% lager ligt qua grondstofgebruik dan bij klassiek beton.

“Bij de producenten is er echter een grote tendens tot innovatie: door de schaarste of de grote milieu-impact van bepaalde primaire grondstoffen ontwikkelen ze alternatieven. Die vallen moeilijker onder die binaire keuring, omdat ervaring langzaam wordt opgebouwd. Er gelden daarenboven ook nieuwe eisen zoals hoe CO2-vriendelijk is zo’n nieuw product, wat met hergebruik, …”

“Daarom riepen de verschillende certificatie-instellingen een innovatieattest in het leven: een versnelde procedure waardoor we innovatieve en soms ook duurzame materialen sneller op de werf krijgen. Een expertengroep begeleidt deze producten terwijl ze in specifieke pilootprojecten en testwerven gebruikt worden. Samen met Aquafin omschreven we het proces en de principes en stelden we een shortlist op van een tiental bouwproducten die zo’n procedure tot een innovatieattest kunnen doorlopen. De shortlist is inmiddels klaar, we zijn nu in onderhandeling met de producenten. Om de procedure uit te testen zijn testcases gekozen, waarvan we de eerste innovatieattesten hopen te kunnen uitreiken tegen begin 2025, om het daarna uit te rollen voor allerhande innovatieve producten.”

Duurzaamheidsscore haalt het maximale uit de publieke ruimte

En dient als handige tool voor adviezen en vergunningen

Onze publieke ruimte is beperkt. Toch moeten er bij infrastructuurprojecten heel wat wensen en noden van verschillende stakeholders in worden verwerkt. “Met de duurzaamheidsscore die Aquafin ontwikkelt, willen we alle behoeften feitelijk tegen elkaar afwegen, en niet enkel luisteren naar de luidste stem”, zegt Liselotte De Waele, portfoliobeheerder bij Aquafin.

De score wordt berekend voor projecten in ontwerpfase, en is gebaseerd op verschillende pijlers. “Zo kijken we bijvoorbeeld naar de mate waarin een project met blauwgroene maatregelen bijdraagt aan klimaatadaptatie, maar spelen ook de reductiedoelen voor stikstof en fosfor een prominente rol in de berekening. Daarnaast zetten we in op klimaatmitigatie door reeds in ontwerp te kijken naar hoe we de CO2-uitstoot van onze werven kunnen beperken.” Het maximale uit de publieke ruimte halen, betekent ook oog hebben voor het sociale aspect. “Denk daarbij aan mobiliteit, de beleving voor de burger, ... De expertise rond dit thema hebben wij zelf minder in huis. Daarom organiseren we in het najaar een workshop met specialisten uit de sector om deze sociale pijler te voeden.”

...

WAT IS ER VOOR NODIG?.

Het resultaat van de verschillende pijlers brengen we uiteindelijk samen in één score. “Die score dient als handige tool om verschillende ontwerpen tegen elkaar af te wegen. Ook is de score een handige tool om bepaalde keuzes in een project objectief te beoordelen en te kaderen naar bijvoorbeeld adviesverleners en vergunningsinstanties”, legt Liselotte uit. “We willen vermijden dat partijen zich blindstaren op een aantal bomen die gekapt moeten worden - die we trouwens te allen tijde maximaal proberen te behouden - terwijl het globale project bijvoorbeeld wel een aanzienlijke verbetering kan betekenen voor de waterkwaliteit of een mobiliteitsvraagstuk oplost.”

De duurzaamheidsscore is nog volop in ontwikkeling. “Vandaag focussen we met de score op projecten die al ontworpen zijn”, zegt Liselotte. “In de toekomst wil Aquafin de score gebruiken als een soort criterium om een project al dan niet in de portefeuille op te nemen. We willen met élk project een maximale positieve impact generen en zo de investeringen van Vlaanderen optimaal benutten. De duurzaamheidsscore zou hiervoor een gegronde maatstaf kunnen zijn.”

Met de duurzaamheidsscore die Aquafin ontwikkelt, willen we alle behoeften feitelijk tegen elkaar afwegen, en niet enkel luisteren naar de luidste stem.”

Liselotte De Waele

De stap naar ‘groene aanbesteding’

... WAT IS ER VOOR NODIG?.

Het terugdringen van emissies, directe en indirecte, gaat voor Aquafin verder dan het vegen voor eigen deur. In samenspraak met de sector kijken we verder, bijvoorbeeld richting groen aanbesteden. Ook septische putten, een grote bron van methaanuitstoot, vragen aandacht.

Als deel van de Europese Green Deal moet een bedrijf als Aquafin tegen 2026 het Greenhouse Gas Protocol onderschrijven, waarbij het alle emissies in kaart brengt en rapporteert. Aquafin is er nu al mee bezig. “Om voorbereid aan de start te komen”, zegt Bart Saerens, studieverantwoordelijke R&D bij Aquafin. “Plus: we kunnen de ambitie om onze uitstoot drastisch terug te dringen natuurlijk pas waarmaken als we eerst de bestaande emissies inventariseren.” Meerdere maatregelen om aan CO2-reductie te doen, liggen al vast. Bart stipt er enkele aan: “Slibdrooginstallaties op basis van rest warmte (in plaats van aardgas), de bouw van een modernere slibverbrandingsinstallatie die meer slib aankan en dit met sterk verminderde uitstootwaarden, de aanleg van extra zonnepanelen, en het investeren in en de bouw van windturbines, zowel binnen als buiten onze sites.” Aquafin wil verdergaan, zegt Bart. “In een werkgroep binnen sectorvereniging VLARIO kijken we hoe we de milieu-impact bij productie en aanleg van bouwmaterialen kunnen opnemen in de aanbestedingsprocedure. Noem het ‘groen aanbesteden’. Ook Agentschap Wegen & Verkeer kijkt in die richting en wil zo’n eco-score implementeren bij infrastructuurwerken. Wij kijken samen met VLARIO of het stuk ondergrondse infrastructuur daarin ook opgenomen kan worden.”

Minder septische putten, minder methaan

Een opvallende veroorzaker van methaanuitstoot blijken septische putten; de helft van de Vlaamse huizen heeft er een. “Samen met VLARIO onderzoeken we alle mogelijkheden om ontradend te werken. Kunnen we septische putten bij nieuwbouw weglaten? Gemeentes vrezen dat minder septische putten voor meer verstopping van het rioolnetwerk zal zorgen; kunnen metingen het tegendeel bewijzen? Is een verplichte lediging van bestaande putten haalbaar? Als we naar het volledige afvalwaterplaatje kijken, baart ook deze emissiepost ons zorgen. Ook al valt dit strikt genomen niet onder onze bevoegdheid, toch willen we onze maatschappelijke verantwoordelijkheid hier nemen.”

Afvalwaterinfrastructuur door één bril

Waarom geïntegreerd projectmanagement en rioolbeheer broodnodig is

... WAT IS ER VOOR NODIG?.

“Afvalwater stopt niet aan de gemeentegrens”, hoor je wel eens. Klopt, al is dat in de praktijk vaak wel zo...

Stel je voor: Een rioolbuis ergens in Vlaanderen is aan vervanging toe. Het ene deel van de buis is in handen van een gemeente, het andere, bovengemeentelijke deel wordt beheerd door Aquafin. De twee partijen schrijven elk afzonderlijk een opdracht uit voor de nodige herstellingswerken. Resultaat?

Twee verschillende bestekken met andere vereisten, twee aparte aanbestedingen, twee aannemers, soms zelfs twee totaal verschillende timings, … Inefficiënt en onlogisch, denk je nu terecht, want het gaat immers over één en dezelfde buis. Toch worden lokale en bovenlokale infrastructuur op terrein nog vaak afzonderlijk bekeken. Dat is trouwens niet alleen bij herstellingswerken het geval, ook inspecties en de aanleg van riolering gebeuren nog te vaak naast elkaar. Een werkwijze die Aquafin in de toekomst graag anders ziet.

Hoe dan wel? “Bekijk de Vlaamse afvalwaterinfrastructuur door één bril in plaats van door de (letterlijk!) 94 verschillende”, stelt Jan Goossens, CEO van Aquafin. “De afvalwaterbehandeling zit vandaag namelijk over dat aantal partijen verspreid. Verre van ideaal en de opdeling tussen lokale en bovenlokale verantwoordelijkheid is zelfs uniek in Europa. Bijkomende structurele samenwerkingsverbanden tussen gemeentelijke rioolbeheerders en Aquafin, om zo een verticaal geïntegreerd projectmanagement en rioolbeheer uit te rollen, brengen orde in de chaos. Vandaag werkt Aquafin al structureel samen met De Watergroep, water-link en Pidpa, maar we streven ook naar de nodige partnerships met de vier overige partijen.”

Voor alle duidelijkheid: het gaat Aquafin enkel om het beheer, niet om het eigendom van de riolen. “We hebben het volste vertrouwen in de rol van de gemeentelijke rioolbeheerders. De gemeentes blijven ook de regisseur van het publieke domein, maar dat neemt niet weg dat één globale visie van één organisatie gigantische efficiëntiewinsten kan opleveren. Breng projecten daarom als één op de markt: 1 bestek, 1 aannemer”, aldus Jan Goossens.

1 BESTEK, 1 AANNEMER, 5 X EFFICIËNTIEWINST

1. 1 bestek, 1 aannemer = financieel duurzaam

Het financieren van één groot project, uitgevoerd door één partij, is financieel interessanter dan de som van afzonderlijke kleinere projecten.

1 bestek, 1 aannemer = schaarse capaciteit optimaal benutten

Technische partners – zoals aannemers, studiebureaus, en gespecialiseerde inspectiefirma’s – staan onder druk. Door projecten geïntegreerd te benaderen en als één op de markt te brengen, benutten we de schaarse capaciteit op de markt optimaler.

1 bestek, 1 aannemer = helderheid voor aannemers

Is het nu zus, of zo? De werkwijzen en vereisten in de bestekken kunnen sterk variëren naargelang de partij die ze uitschrijft. Aannemers zijn daarom vragende partij voor een uniforme aanpak.

1 bestek, 1 aannemer = minder hinder

Handelen vanuit een globale visie betekent dat prioriteiten beter worden gesteld en straten niet onnodig meerdere keren worden opengegooid. Minder hinder, minder frustratie voor de buurtbewoners.

5. 1 bestek, 1 aannemer = de juiste expertise

Lees meer over de voordelen van een geïntegreerd beheer.

Na bijna 35 jaar afvalwater zuiveren en rioolinfrastructuur bouwen en beheren, heeft Aquafin hierover de nodige expertise. Gemeentelijke rioolbeheerders hebben dan weer een sublieme voeling met de burger. Zet elke partij in op zijn eigen sterktes.

Jan Goossens

Maatschappelijk het verschil maken

Van 'buizen in de grond' naar verbindend samenwerken

...

WAT IS ER VOOR NODIG?.

Er is een krapte aan technische profielen op de arbeidsmarkt, en werken voor een rioolbeheerder is niet zo bijster aantrekkelijk.

Of toch? Een interview met Danny Baeten, directeur Projectmanagement, werpt een ander licht op die opvatting.

Is een job bij een rioolbeheerder als Aquafin en bij uitbreiding in de hele sector nog aantrekkelijk genoeg voor schoolverlaters?

Danny Baeten: “Binnen Aquafin en binnen projectmanagement slagen we er nog

behoorlijk in om nieuw talent aan te trekken. Wil je als projectmanager bijdragen tot een maatschappelijk relevant verhaal, zit je bij ons gebeiteld. Veel heeft te maken met de boodschap die je als bedrijf uitdraagt.”

Is Aquafins maatschappelijke relevantie een troefkaart?

Danny: “Wij ontwerpen niet de meest complexe bouwkundige kunstwerken maar streven ernaar om projecten te realiseren met een maximale maatschappelijke meerwaarde. Daarom zijn we volop bezig een duurzaamheidsscore te ontwikkelen, die we als maatstaf willen gebruiken om elk nieuw project te evalueren. Hoezeer heeft een project aandacht blauwgroene toepassingen, voor de sociale meerwaarde …?”

Binnen Aquafin en binnen projectmanagement slagen we er nog behoorlijk in om nieuw talent aan te trekken.”

“Ligt de score te laag, dan sturen we bij. Net dit maakt dat een projectmanager bij ons met véél meer bezig is dan pakweg vuilvrachtaansluitingen. En maakt het managen van projecten een mooie uitdaging.”

Een kwestie van profilering, dus?

Danny: “Ja, en van focus. In de jaren negentig waren wij ‘de betonboeren’, dat is lang voorbij. Intussen zijn we bezig met water, leefmilieu, het inrichten van de

publieke ruimte. Dat is een heel ander verhaal, waar mensen graag instappen. Feit is ook dat Aquafin een uitgesproken moderne opdrachtgever wil zijn zoals we vandaag al een moderne werkgever zijn. Ik bedoel: we beschouwen aannemers en studiebureaus als evenwaardig. Ook al zijn we opdrachtgever, er moet steeds ruimte zijn voor overleg. Die evenwaardigheid en openheid heeft de creatie van het Charter Verbindend Samenwerken (zie p. 30) mogelijk gemaakt.”

Soft skills

Wat is de belangrijkste vaardigheid voor wie bij Aquafin als ingenieur wil werken?

Danny: “Een brede vindingrijkheid. Technische kennis is daarbij zinvol om ‘de taal van de anderen’ te begrijpen. Maar net zo belangrijk is goed communiceren, de relationele intelligentie. Er zijn immers best veel betrokken partijen: aannemers, studiebureaus, gemeenten, vergunningverlenende instanties, buurtbewoners…. Voor de job van projectmanager kijken we in eerste instantie naar ingenieurs met goed ontwikkelde soft skills. We zoeken medewerkers die ingenieus zijn in het creëren van impact bij onze bouwpartners en onze stakeholders.”

Niet iedereen die bij Aquafin werkt, is natuurlijk projectmanager.

Danny: “Neen, in onze directie Projectmanagement zijn er zo’n 120. Maar we hebben bij Aquafin net zozeer nood aan afkoppelingsdeskundigen, werfmanagers, adviseurs vergunningen, adviseurs grondverwerving, projectassistenten… We zijn sowieso veel aanwezig op jobbeurzen en startten sinds kort een campagne op social media die het eindresultaat van ons werk – de blauwgroene omgeving – in de verf zet.”

Campagne voor de sector

Moeten er meer initiatieven komen op sectorniveau, om jobs in de kijker te zetten?

Danny: “We kunnen nadenken of we geen campagne met de hele sector kunnen starten. Een goede kracht die eerder zijn gading vindt bij een studiebureau of een aannemer blijft een aanwinst voor de sector en betekent ook voor ons als opdrachtgever een surplus. Ook op het vlak van jobmobiliteit hoeven er geen hoge muren tussen de verschillende partijen te staan, integendeel. De knowhow gaat niet verloren en het begrip voor elkaar kan verder toenemen.”

RAAMOVEREENKOMSTEN MET AANNEMERS

Niet enkel met studiebureaus verandert het samenwerkingsmodel (zie ook p. 30), Aquafin wil ook de relatie met aannemers herbekijken. Danny: “De klassieke openbare aanbesteding heeft haar beperkingen, vooral bij projecten met grote technische uitdagingen. Aannemers in de voorfase al betrekken in ‘engineering & construct’ en hen om hun visie vragen, is constructiever en zorgt voor een transparantere prijszetting. We onderzoeken ook de mogelijkheid van raamovereenkomsten op langere termijn, waarbij we bij de start afspraken maken over winst- en risicomarges, en open boek spelen. Er is nood aan een mindshift: weg van het conflictmodel, met meer ruimte voor wederzijds vertrouwen.”

Werken bij Aquafin?
Scan de QR-code voor onze vacatures.

Partnership naar een hoger niveau tillen

Nieuwe samenwerkingsvormen met studiebureaus

“We staan met heel onze sector voor gigantische uitdagingen. Een nieuw, weldoordacht partnership met de studiebureaus, op basis van gelijkwaardigheid en (meer) wederzijds begrip helpt ons hierbij.”

Aan het woord: manager Projectmanagement

Ineke Van Severen. Ze neemt ons mee in de (inmiddels bekroonde) strategie van Aquafin.

... WAT IS ER VOOR NODIG?.

Weg met het wantrouwen

“Technische partners zijn voor ons van erg groot belang, maar de samenwerking liep in het verleden niet altijd even vlot. Er was te veel wantrouwen en te weinig vreugde. Daarom startten we in 2022 met workshops om te kijken welke thema’s we verder wilden uitwerken om tot een echt partnership te komen. Zo creëerden we betrokkenheid en ‘ownership’. Opvallend tijdens die workshops: niet zozeer verloning, maar vooral intermenselijke thema’s kwamen naar boven als werkpunten.”

Ranking van alle studiebureaus

“Intussen herschreven we ook het evaluatiesysteem. Voortaan werkt het bilateraal. We evalueren elkaar na elke samenwerking aan de hand van de centrale vraag “Hoe graag zou je een volgend project met dezelfde partner opstarten?”. We gaan na hoe de samenwerking tussen projectmanager en projectleider verliep. We kijken ook hoe criteria als timing, budget en kwaliteit bij het eindresultaat al dan niet afwijken van de projectdoelstelling. De scores die we hieraan toekennen, geven we niet langer op projectniveau aan elk van de studiebureaus. In de plaats is er een rangschikking van alle bureaus, per criteria en globaal. Elk studiebureau ziet waar het in de ranking staat, ten opzichte van concullega’s. Belandt een studiebureau voor bijvoorbeeld ‘timing’ onderaan de lijst, weet het dat het daaraan moet werken. Neen, dat werkt niet ontmoedigend, bij ieder studiebureau geldt er een intrinsieke wil om te verbeteren. We hebben ook een financieel voordeel verbonden aan wie hoog/hoger in de ranking klimt.”

u t

Charter Verbindend Samenwerken

“In 2023 hielden we ook een unieke brainstormsessie met zowat 80 leidinggevenden van de studiebureaus. Zij aan zij met Aquafin gingen ze in dialoog over ‘wat is belangrijk in een partnership’. Zo kwamen we eind vorig jaar tot een charter met 7 gezamenlijk gedragen ‘leidende principes’ of ‘ankerpunten’; ondertekend door alle partijen. Het Charter Verbindend Samenwerken is voor alle partijen voortaan hét referentiepunt als we in ‘moeilijk weer’ belanden.”

u

Vergoeding: verschillende modellen

“We moeten blijven zoeken naar nieuwe samenwerkingsen vergoedingsvormen. Bijvoorbeeld: geïntegreerde projectteams. In eerste instantie testen we dit via pilootprojecten bij onze rioolwaterzuiveringsinstallaties, op eigen domein. Qua vergoeding hebben we voor projecten op publiek domein verschillende modellen naast elkaar staan. Er is nog steeds sprake van een (aangepaste) formule, maar die kan nu ook toegepast worden op basis van een raming uit het projectplan (en dus niet op de werkelijke uitvoeringskost). Daarnaast kunnen (deel-)opdrachten ook in regie worden uitgevoerd. Een aantal van de risico’s, zoals een lange uitvoeringstermijn, worden bij de studiebureaus weggehaald.”

Opleiding relationele intelligentie

“Met het Charter als basis startten we dit jaar een vervolgtraject: 320 deelnemers volgen een meerdaagse opleiding over relationele intelligentie en verbindend samenwerken. Een confronterende, pittige opleiding, inclusief een rollenspel waarbij medewerkers van zowel Aquafin als de studiebureaus een spiegel wordt voorgehouden: pas als je in de schoenen van de andere partij gaat staan, ontstaat wederzijds begrip. Zelfs heel wat sceptische deelnemers gaven nadien toe: dit was echt een meerwaarde.”

In de prijzen

“Bescheidenheid siert, maar inderdaad: we wonnen onlangs de allereerste Total Talent Management Award, een gemeenschappelijk initiatief van Werf&, NextConomy, ToTalent en ZiPconomy. Het toont vooral dat onze inspanningen opvallen. In de hele bouwsector zijn de uitdagingen inmiddels enorm. Het is zaak af te stappen van de traditionele rolverdeling opdrachtgever/uitvoerder, en ons in de plaats te engageren tot verbindende en constructieve samenwerkingen.”

Duale technische opleidingen

“De Aquafin Academie, voorheen louter een intern opleidingsprogramma voor nieuwe collega’s, breidden we inmiddels uit: het is nu een gezamenlijke academie waarin we sàmen met de studiebureaus technische opleidingen organiseren, bijvoorbeeld over de wetgeving rond de grondwatertrein of over standaardbestek 250. Een deel van het opleidingsprogramma is trouwens verplicht. De bedoeling is dat tegen midden 2026 alle projectleiders die voor Aquafin werken, een certificaat hebben.”

“ We moeten blijven zoeken naar nieuwe samenwerkingsen vergoedingsvormen.”

Projectteamleden van studiebureau Arcadis en van Aquafin werken elke woensdag fysiek samen. Iedereen is overtuigd!

De publieke ruimte van de toekomst?

Gooi geef afval in de riool, het toilet of de gootsteen. Verfresten, frituurolie, vochtige doekjes? Ontdek wat waar mag, op www.waardanwel.be.

Samen voor zuiver water.

Een campagne van Aquafin, AquaFlanders, de Vlaamse Milieumaatschappij en VLARIO.

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.