Breken Tuinstraten binnenkort door in heel Vlaanderen?
Met een Green Deal Tuinstraten willen Infopunt Publieke Ruimte en projectpartners FEBE (Federatie van de Betonindustrie), participatie-expert Commons Lab en Aquafin het concept van tuinstraten ingang doen vinden in zoveel mogelijk stads-, gemeente- en dorpskernen. Een tuinstraat is een straat die zo groen mogelijk is ingericht en maximaal water infiltreert. Verharding maakt plaats voor onder meer bomen, plantvakken en zithoeken. Waar verharding nodig is, wordt die zoveel mogelijk waterdoorlatend aangelegd. In een tuinstraat staan groen, ruimte voor water en verbinding tussen de bewoners centraal.
De stad Antwerpen pionierde de voorbije jaren door vijf straten om te vormen tot tuinstraten.
Het experimentele project toont aan dat tuinstraten een efficiënt en relatief snel uitvoerbaar concept zijn om invulling te geven aan meerdere beleidsdoelstellingen van een stad of gemeente op het vlak van klimaat, gezondheid, mobiliteit, publieke ruimte, sociaal welzijn, milieu, … De uitrol naar andere Vlaamse steden en gemeenten lonkt. De projectpartners willen in eerste instantie zoveel mogelijk kennis over tuinstraten verspreiden en er rond sensibiliseren. Stad Antwerpen en groenexpert VLAM/ Openbaargroen.be ondersteunen het project als inspirator.
De Green Deal Tuinstraten werd geselecteerd binnen de projectoproep ‘Green Deals – Omgeving voor de toekomst’ van de Vlaamse Regering. Het project kan rekenen op subsidiëring om gedurende een jaar een ambitieuze en gedragen Green Deal voor te bereiden.
Samen kan je meer dan alleen. Een cliché boordevol waarheid. En dat geldt zeker in de watersector. De uitdagingen zijn enorm en samenwerken is een must om bakens te verzetten. Daarom breiden we ook onze partnerschappen met drinkwaterbedrijven verder uit. Met water-link en De Watergroep zijn we al langer actief als rioolbeheerder voor steden en gemeenten. Ondertussen doen we dat ook al in vier gemeenten samen met Pidpa en zetten we onze eerste stappen samen met Farys. Het uitgangspunt is dat iedere partij in de samenwerking inzet op zijn sterktes. Zo kan de stad of gemeente altijd rekenen op specialistenwerk. Op pagina 4 lees je hoe die samenwerking leidt tot snellere en betere resultaten voor het milieu.
Met de drinkwatermaatschappijen en andere actoren werken we niet alleen samen aan propere waterlopen maar ook aan oplossingen om het hoofd te bieden aan problemen van watertekort en -teveel. De digitalisering zal in de toekomst daarbij steeds meer onze bondgenoot zijn. Want dankzij het groeiende aanbod aan gegevens in de cloud, zoals bijvoorbeeld weersvoorspellingen, slagen we erin om de hemelwater- en afvalwaterinfrastructuur zodanig uitgekiend aan te sturen dat ze zowel bij regen als bij droogte een nuttige rol vervult. Blader zeker even door naar pagina 14 en ontdek op welke manieren slimme sturingen het water in goede banen leiden.
Dat kan door een vertraagde afvoer of infiltratie zijn om plaats te maken voor een nieuwe bui of het daar brengen waar het nodig is. Voor hergebruik bijvoorbeeld.
Maar ook zonder algoritmes en digitale informatie is slim waterbeheer mogelijk. Voor ons spelen bomen daar ook een belangrijke rol in. Als ze op de juiste manier zijn aangeplant, zijn het prima absorbeerders van regenwater. Bovendien brengen ze schaduw en koelte in de zomer én vangen ze fijn stof af. In onze projecten willen we ze dan ook zoveel mogelijk beschermen en promoten.
En hoewel we allemaal, jawel ook ik, regenweer meestal heel snel beu zijn, voelen we in Vlaanderen elk jaar opnieuw hoe gevoelig we zijn voor droogtestress. Daarom ben ik blij dat gezuiverd huishoudelijk afvalwater als alternatieve waterbron eindelijk meer en meer naar waarde wordt geschat. Mits verdere behandeling natuurlijk. Via de Blue Deal krijgen een 5-tal hergebruikprojecten een flinke duw in de rug. Eén daarvan is Circeaulair, dat de ambitie heeft om op termijn jaarlijks 25 miljard liter van onze rioolwaterzuiveringsinstallaties op te waarderen tot proceswater voor de industrie. Dat zou dan 25 miljard liter water zijn dat in de toekomst niet meer moet opgepompt worden uit diepe waterlagen of uit oppervlaktewater. Tel daar nog de 20 miljard liter per jaar bij die Waterkracht in Antwerpen zal opwaarderen voor de bedrijven in de haven en nog eens ongeveer 2 miljard liter uit de andere projecten en je weet dat we binnenkort een hele grote stap zetten richting circulair watergebruik in Vlaanderen.
Marjolein Weemaes, Directeur Business Development & Innovatie4
Pidpa en Aquafin versterken samen gemeentelijk rioolbeheer
6
COCKLE legt kritische overstorten bloot
8
Hoe minder fosfor naar de beek, hoe beter
12
Circeaulair waardeert gezuiverd afvalwater op voor industrie
14
Slimgestuurde infrastructuur als wapen tegen klimaatverandering
16
Laat ons een boom
18
Door de WC ermee? Niet zo onschuldig!
20
Vraag het aan Aquafin
22
Elke regendruppel telt!
V.u.: Jan Goossens, Dijkstraat 8, B-2630 Aartselaar, ondernemingsnummer 0440.691.388
Het contactcenter van Aquafin is op weekdagen te bereiken van 8 uur tot 17 uur, op het nummer 03 450 45 45, of via contact@aquafin.be
Noodnummer buiten de werkuren: 0800 16 603
Ombudsman: ombudsman@aquafin.be
Aqua niet meer ontvangen? Mail naar redactie@aquafin.be
Aqua wordt gedrukt op milieuvriendelijk papier.
Fotografie: Aquafin, Frederik Beyens, Silke Van Rooy, Shutterstock
Volg Aquafin NV op
De uitdagingen in de watersector zijn enorm en samenwerken is een must om bakens te verzetten.
Pidpa en Aquafin versterken samen gemeentelijk rioolbeheer
Meer samenwerking bij de verdere uitbouw en de exploitatie van het rioleringsstelsel in Vlaanderen leidt tot snellere en betere resultaten voor het milieu. Daar gelooft Aquafin rotsvast in. Voor een 100-tal Vlaamse steden en gemeenten verzorgt het bedrijf het rioolbeheer binnen een structureel partnerschap met drinkwaterbedrijven water-link en De Watergroep (Riopact). Sinds kort is daar ook Pidpa bijgekomen. Beide bedrijven hebben vertrouwen in elkaars sterktes.
Pidpa levert drinkwater in 64 gemeenten in de provincie Antwerpen. In 2005 is het drinkwaterbedrijf gestart met rioolbeheer voor steden en gemeenten, net als een aantal andere drinkwatermaatschappijen. De drinkwaterleverancier groeide in die nieuwe activiteit en had begin 2023 46 gemeenten in zijn werkingsgebied die ook gebruikmaakten van het rioleringsaanbod. “Door die sterke groei moesten we onderzoeken hoe we onze organisatie daarop konden afstemmen. We gingen op zoek naar een synergievoordeel voor ons drinkwater- en rioleringsaanbod,” zegt Katleen Reyniers, manager relatiebeheer bij Pidpa. “Uit een studie die we lieten uitvoeren door KPMG, bleek dat voor wat betreft het rioleringsaanbod een samenwerking met Aquafin dat voordeel zou kunnen opleveren.”
Optimaal rioolbeheer
Merksplas en Stabroek waren de eerste twee gemeenten die voor hun rioolbeheer in een samenwerking met de tandem Pidpa/Aquafin stapten. In oktober vorig jaar volgde dan de stad Lier, die voordien al een aantal rioleringstaken uitbesteedde aan Aquafin. En ook de gemeente Nijlen volgde ondertussen dat voorbeeld.
“Voortaan benaderen we samen de gemeenten in het werkingsgebied van Pidpa die hun rioolbeheer willen uitbesteden,” zegt Katleen. “Je hebt dan ook een veel sterker verhaal wanneer alles rond water in één hand zit en gemeenten meteen in zee kunnen gaan met twee partners waar ze vaak al lang en goed mee samenwerken. We hebben bovendien elk onze eigen sterktes en specialisaties. Pidpa is ervaren in het contact met particulieren voor bijvoorbeeld huisaansluitingen en het plaatsen van IBA’s.”
“We zullen in deze samenwerking ook de exploitatie van de gemeentelijke rioleringsinfrastructuur op ons nemen. Verder hebben we de afgelopen jaren sterk ingezet op de uitbouw van het rioleringsstelsel en databeheer.”
“Aquafin heeft dan weer de meeste expertise op het vlak van visievorming en hydraulisch advies, iets wat we ook al decennialang voor het Vlaamse Gewest doen,” vult Wouter Boncquet, accountmanager bij Aquafin, aan. “Het halen van reductiedoelstellingen, projectmanagement, assetmanagement, ... daarvoor kunnen de gemeenten binnen onze samenwerking op de bewezen knowhow van Aquafin rekenen.”
Versterking voor de Technische Dienst
Gemeenten moeten almaar meer ballen in de lucht houden als het gaat over rioolbeheer, en prioriteiten bepalen is niet altijd eenvoudig. Wouter: “Eigenlijk kan je stellen dat wij de Technische Dienst versterking bieden. We komen regelmatig langs en detecteren samen waar de noden en opportuniteiten liggen. Want die kunnen erg verschillen tussen gemeenten. Ons doel is altijd om met onze specifieke en gerichte ondersteuning maximaal te ontzorgen, niet om de boel over te nemen. In overleg met de stad of gemeente bekijken we waarop kan en moet ingezet worden, rekening houdend met de beschikbare middelen.”
Voorrang aan Kaderrichtlijn Water
Dat Pidpa en Aquafin de gemeenten wel trachten te overtuigen van het prioritair uitvoeren van rioleringsprojecten tegen 2027 met het oog op de Kaderrichtlijn Water, wil Katleen nog benadrukken: “We doen een voorstel om de inkomsten uit het gemeentelijk rioolbeheer, afkomstig van de consument via de drinkwaterfactuur, zo efficiënt mogelijk te besteden over een termijn van tien jaar,” zegt ze. “Op die manier krijgt een gemeente helder hoe het behalen van de doelstellingen zich vertaalt in budgetten. Die informatie is voor de gemeentebesturen van grote waarde om projecten op de agenda van de gemeenteraad én op de meerjarenplanning te krijgen. Zo’n meerjarenplanning wordt in het najaar, typisch de begrotingsperiode, opgemaakt en wordt jaarlijks geactualiseerd: zijn er aanpassingen nodig, moeten projecten verschuiven, zijn er verplichtingen bijgekomen, hoe zorgen we voor degelijk onderhoud, hoe bouwen we het asset management uit, …? Deze vragen bespreken we uitgebreid met elke gemeente en de antwoorden vertalen we dan in een onderbouwd meerjarenplan.”
Hier werkt Aquafin samen met een drinkwaterbedrijf
l Water-link in samenwerking met de Aquafin
l Riopact (De Watergroep en Aquafin)
l Farys in samenwerking met Aquafin
l Pidpa in samenwerking met Aquafin
“
Samenwerken met Aquafin biedt Pidpa synergie-voordelen, blijkt uit een studie.”
Katleen Reyniers
COCKLE legt kritische overstorten bloot
Via overstorten, nooduitlaten op het rioolstelsel, kan ongezuiverd afvalwater in een waterloop terechtkomen.
Aquafin ontwikkelde een unieke rekenmodule waarmee het duidelijk wordt welke overstorten de hoogste vuilvracht lozen en dus mogelijk het meeste ecologische schade aanrichten en best eerst aangepakt worden.
Overstorten beschermen ons tegen overstromingen uit gemengde riolen bij extreme regenval of hoge debieten. Aquafin beheert zo’n 5.400 overstorten in heel Vlaanderen en dan zijn er nog eens ruim 4.000 gemeentelijke overstorten. Hun werking is gelukkig niet altijd even problematisch voor het milieu. Veel hangt af van onder meer de tijdsduur en het geloosde debiet, maar ook van de concentratie en dus de vuilvracht die via het overstort wordt geloosd. Daarnaast is zeker ook de locatie van belang. Het spreekt voor zich dat zulke lozingen in een kleine, kwetsbare waterloop meer impact hebben dan in een kanaal of grote rivier.
Gebruiksvriendelijk model
Wil je weten welk overstort in een bepaald gebied voor de meeste vuilvracht in een waterloop zorgt, dan is COCKLE een handig hulpmiddel. COCKLE is een acroniem dat staat voor Calculator of Overflow
Concentration-Known Load Emission Dit gebruiksvriendelijke rekenmodel geeft informatie over de geloosde vuilvracht door het overgestorte debiet te vermenigvuldigen met de concentratie vervuiling. Voor de debieten baseert COCKLE zich op het rioolmodel van het gebied dat wordt gevoed met lokale neerslaggegevens of op (een afgeleide van) reële metingen als die er zijn. De vuilvrachtconcentraties haalt het uit statistische gegevensreeksen die bestaan uit zeer veel metingen.
Hierbij wordt telkens gekeken naar de volledige duurtijd van de overstortwerking. “Dat is het vernieuwende aan dit rekenmodel,” legt programmacoördinator Overstorten Geert Dirckx uit. “In eerdere modellen werd gebruik gemaakt van een gemiddelde concentratie vermenigvuldigd met een overstortdebiet of volume. Door nu het hele tijdsverloop van sterk fluctuerende concentraties en debieten (typisch 5 minuten tijdstap) in rekening te nemen, heb je ook het effect van een first flush mee. Belangrijk, want zo’n eerste spoeling en uitworp van bezonken rioolvuil na een drogere periode kan een behoorlijke impact hebben op het waterleven.”
Maatregelen vergelijken
COCKLE is toepasbaar op zowel de bovengemeentelijke als de gemeentelijke overstorten, zo lang er maar een rioolmodel of een meting beschikbaar is. Voor het halen van de reductiedoelstellingen die moeten bijdragen tot een goede waterkwaliteit, is het van belang te weten welke overstorten prioritair moeten aangepakt worden. Daarvoor zijn er een heel aantal maatregelen mogelijk die met COCKLE op een gelijke manier kunnen worden beoordeeld, zoals het creëren van extra bergingscapaciteit, overstortbehandeling, slimme sturingen of afkoppelen van verharde oppervlakten. Onderzoekers van Aquafin werken momenteel aan een verdere automatisering van COCKLE om het effect van die maatregelen meteen te begroten.
Voorbereid op nieuwe Europese wetgeving
“Ook de nieuwe Richtlijn Stedelijk Afvalwater zal wellicht een rapportering vragen over de totale geschatte vuiluitstoot van overstorten” weet Geert. “Deze zal drastisch moeten worden beperkt. In wat nu voorligt, zou die maar 1% van de vuilvracht input in het stelsel mogen bedragen. COCKLE laat toe om direct een overzichtelijk plaatje over een gebied te schetsen. Het is geen exact getal, maar door de inherente statistiek wordt een duidelijke range meegegeven waartussen de verwachte vuiluitstoot zit.”
WAT IS EEN RIOOLMODEL?
Een rioolmodel is de digitale voorstelling van een rioolstelsel en brengt zo de ondergrondse afvoercapaciteit in beeld. Via computersimulaties en op basis van historische neerslaggegevens of composietbuien (kunstmatige bui, gebaseerd op neerslagstatistieken over een lange periode) kunnen allerlei scenario’s vergeleken worden met elkaar in een rioolmodel. Een rioolinventaris is daarom nog geen model.
Meer weten over COCKLE? Scan de QR-code voor het wetenschappelijke artikel in het (Engelstalige) tijdschrift WATER
ONDERZOEK NAAR IMPACT OP BIODIVERSITEIT
Het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) monitort de biodiversiteit in Vlaanderen en stelt herstelprogramma’s op voor onder meer vissen en amfibieën. Het levert ook de informatie aan over het waterleven die mee bepaalt wanneer een waterloop voldoet aan de doelstellingen van de Kaderrichtlijn Water. Ondanks een sterke vooruitgang de laatste decennia, stellen de onderzoekers echter vast dat die verbetering de laatste tien jaar stagneert. Jeroen Van Wichelen is Senior Onderzoeker en Programmacoördinator Water bij het INBO en legt de link met de werking van overstorten op het rioolstelsel. “We willen die veronderstelling verder onderzoeken en zien in COCKLE een handig instrument om dat te doen,” zegt hij. “Door onze huidige monitoringfrequentie glippen de effecten van een overstort soms door de mazen van het net, waardoor ze wat onder de radar blijven. COCKLE kan ons helpen om de impact van overstorten op de biodiversiteit in heel Vlaanderen te bepalen en de pijnpunten bloot te leggen.”
Dubbel effect
Volgens Jeroen is het moment rijp voor zo’n grootschalig onderzoek omdat de klimaatverandering de impact van overstorten in de toekomst nog gaat vergroten: “Zeker in de zomer, als het lang droog is geweest en de waterstanden laag staan, heeft een plotse uitstoot van vuilvracht in de beek een groot effect op het aquatische leven. Een bijkomend nadeel is dat dergelijke onstabiliteit de opkomst van allerlei invasieve exoten, waarvoor België een echte hotspot is, in de hand werkt. Het negatieve effect van overstortwerking in een beek is daardoor dubbel.”
Het onderzoek zit nog in een vroege exploratiefase waarbij onder meer de exacte onderzoeksvragen nog moeten bepaald worden. Wel is zeker dat het INBO, de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) en Aquafin de handen in elkaar slaan. Jeroen: “In plaats van nieuwe methodieken en metingen te gaan opzetten, willen we zoveel mogelijk gebruik maken van bestaande data en kennis, zoals COCKLE.”
Bovenstaand voorbeeld toont welke overstorten (rode vierkantjes) in het stroomgebied van de Weesbeek de grootste vuiluitstoot in kilogram genereren.
Hoe groter de cirkel, hoe groter de geloosde vuilvracht. In dit geval hebben de overstorten uit het zuiveringsgebied Kortenberg duidelijk een veel grotere uitstoot dan die van de zuiveringsgebieden Kampenhout en Boortmeerbeek.
“
COCKLE kan ons helpen om de impact van overstorten op de biodiversiteit in heel Vlaanderen te bepalen en de pijnpunten bloot te leggen.
Jeroen Van WichelenGeert Dirckx en Jeroen Van Wichelen bij een van de overstorten die Aquafin beheert.
Hoe minder fosfor naar de beek, hoe beter
Op een 50-tal zuiveringsinstallaties verwijdert Aquafin méér fosfor uit het afvalwater dan de norm voorschrijft. Zo brengen we een aantal welgekozen waterlichamen weer een stap dichter bij de Kaderrichtlijn Water.
De Kaderrichtlijn Water streeft naar een goede kwaliteit van het oppervlakte- en grondwater. Er zijn meerdere parameters die de waterkwaliteit bepalen, waaronder fosfor (P). Een (te) hoge fosfaatconcentratie in zoete wateren leidt tot eutrofiëring of overbemesting van de waterloop. Dat wordt onder meer zichtbaar door overvloedige algengroei, waardoor het zuurstofgehalte daalt en de lichtinval vermindert. Beide effecten hebben een negatieve impact op meerdere waterorganismen.
Huishoudelijk afvalwater bevat veel fosfaten, zo’n 0,75 kg per persoon per jaar. Fosfaten zijn afkomstig van was- en schoonmaakmiddelen maar komen ook via menselijke urine in het afvalwater terecht. Hoewel Aquafin op jaarbasis gemiddeld 85% van de aanwezige fosfor uit het afvalwater verwijdert, is er nog altijd te veel van die stof in onze waterlichamen aanwezig. Het gezuiverde afvalwater is ook niet de enige bron. Fosfor komt evengoed via de landbouw en door bodemerosie in het oppervlaktewater terecht.
Op 51 rioolwaterzuiveringsinstallaties levert Aquafin alvast extra inspanningen om meer fosfor uit het afvalwater te halen. “Op deze locaties trekken we het verwijderingspercentage op naar 95%”, zegt Kathleen Moons, Procesingenieur bij Aquafin. “De locaties waar deze verregaande verwijdering wordt toegepast, bepaalden we samen met de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) in functie van de kwetsbaarheid van de ontvangende waterloop.”
Ambitieuze streefwaarden
Voor een goede waterkwaliteit volgens de Kaderrichtlijn Water mag de totale concentratie fosfor in de waterloop niet hoger liggen dan 0,14 mg per liter. Om die ambitieuze streefwaarde te behalen, zijn inspanningen van verschillende sectoren nodig. “Zelf streven we op onze installaties op jaarbasis naar 0,3mg/l fosfor in het effluent, het gezuiverde afvalwater”, legt Kathleen uit. “Die streefwaarde ligt lager dan de norm van 1 of 2 mg/l die de Europese richtlijn stedelijk afvalwater (ERSA) vandaag via VLAREM oplegt. Op die manier creëren we de nodige marge voor eventuele afwijkende stalen.” “De ERSA zal naar alle waarschijnlijkheid de norm in de toekomst verstrengen naar 0,5 mg/l”, weet Nathan Hellinck, Manager Levenscyclusbeheer bij Aquafin. “Door de verregaande fosforverwijdering nu al uit te rollen op 51 RWZI’s werken we proactief en zetten we stappen vooruit.”
Automatische dosering
Om onze eigen streefwaarde van 0,3 mg/l te halen, doseren we extra ijzer- of aluminiumhoudende chemicaliën in het slib. “In 2020 werden vier proefprojecten opgestart”, zegt Kathleen. “Op basis van de bevindingen uit deze projecten hebben we de uitrol opgestart naar in totaal 51 installaties. Die installaties worden allemaal uitgerust met fosfaatmonitoren en een automatische sturing. De hoeveelheid chemicaliën die extra wordt toegevoegd aan het slib, wordt continu bijgestuurd op basis van de gemeten fosforconcentratie in het effluent. Zo doseren we niet meer product dan nodig. We doseren dus juister, in vergelijking met een manuele dosering.” Ten opzichte van vandaag zullen we gemiddeld gezien wel meer chemicaliën doseren. Het effect hiervan op de omgeving werd onderzocht. “Bijvoorbeeld ijzerchloride is een soort zout. Wanneer je meer chlorides in de waterloop loost, zou dit tot verzilting kunnen leiden”, legt Kathleen uit. “De VMM onderzocht het effect van deze verhoging en eventuele verzilting in een studie in Bilzen. De impact bleek echter verwaarloosbaar.”
Een ander gevolg van een extra dosering chemicaliën is de hogere kostprijs. “Het klopt dat we meer zullen moeten uitgeven aan chemicaliën”, aldus Nathan. “Maar, uit een vergelijkend onderzoek door de Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid (CIW) bleek de dosering van chemicaliën wel veruit de meest kostenefficiënte maatregel om extra fosfor te verwijderen, en dit zowel over verschillende maatregelen als sectoren heen. Het aanleggen van extra collectoren of het aansluiten van woningen in een buitengebied op de riolering kost bijvoorbeeld veel meer. Bovendien is het een maatregel die we op korte termijn in praktijk kunnen brengen.” >
Fosfor kan je niet bijmaken. Op termijn zijn we dus aangewezen op recyclage.”Een 50-tal RWZI's werd uitgerust met een nieuwe fosfaatmonitor, waardoor extra chemicaliën automatisch worden gedoseerd.
FOSFOR RECUPEREREN MET GEPLANDE MONOVERWERKER
Aquafin plant de bouw van een slibmonoverwerker op de site van ArcelorMittal in de haven van Gent. De installatie zal het slib verwerken dat overblijft na het zuiveren van huishoudelijk afvalwater. Die biomassa bevat naast energie ook grondstoffen, waaronder fosfor. Hoe meer fosfor we afvangen in het slib, hoe meer we eruit kunnen recupereren. In een monoverwerker wordt het slib niet verdund met andere stoffen, waardoor een maximale recuperatie van fosfor mogelijk is. De nieuwe installatie, die in 2026 operationeel moet zijn, zal de aangeleverde biomassa dus nog meer kunnen benutten.
“
Fosfor is een essentiële bouwsteen voor de groei van alle levende organismen, dus ook voor ons.”Een fosfaatsneltest is dankzij de fosfaatmonitor nog slechts om de twee weken nodig ter controle.
Circulaire economie
De extra fosforverwijdering is niet alleen een goede zaak voor de waterkwaliteit. Meer fosfor verwijderen uit het afvalwater betekent ook meer fosfor in het slib, een nevenproduct van het zuiveringsproces. Bij de verwerking van dat slib kan er bijgevolg meer fosfor gerecupereerd worden. “Dat is een goede zaak”, zegt Nathan. “Fosfor is een essentiële bouwsteen voor de groei van alle levende organismen, dus ook voor ons. Maar de grondstof is niet onuitputbaar en bovendien staan de natuurlijke reserves onder druk. Gezien de slinkende voorraden wereldwijd en de geopolitieke situatie is het een goede zaak om meer en meer onafhankelijk te worden van de fosforertsen uit het buitenland.”
Op dit moment zou Aquafin zo’n 15% van de nodige fosfor in Vlaanderen kunnen voorzien. Met de verwachte strengere normen van de nieuwe ERSA zullen nog een pak meer RWZI's extra fosfor moeten verwijderen (zie kaartje). De brede uitrol samen met de nieuwe slibmonoverwerker (zie kaderstuk p.10), die vanaf 2026 operationeel is, maakt dat we de 15% zouden kunnen optrekken tot 20%.
Onderstaande kaart toont alle zuiveringsinstallaties waar het afvalwater van meer dan 10.000 inwoners toekomt. Verwacht wordt dat de nieuwe ERSA strengere fosfornormen zal opleggen voor deze installaties.
Circeaulair waardeert gezuiverd afvalwater op voor industrie
Met Circeaulair wil Ekopak* bedrijven en bedrijvenparken in Vlaanderen voorzien van circulair water. Aquafin is – samen met infrastructuurfonds EPICo² – partner van het project en zal onder meer instaan voor de aanleg van het leidingnetwerk en de aanlevering van gezuiverd afvalwater (effluent). Er wordt gestreefd naar een jaarlijkse afname van 25 miljard liter circulair water, het equivalent van het waterverbruik van 640.000 mensen.
De droogte van afgelopen zomers heeft de grondwaterstanden enorm doen dalen. Hierdoor neemt de druk op drinkwater toe en ontstaat een risico voor de leveringszekerheid van water. Als bedrijf wil je in alle omstandigheden de toegang tot proceswater voor je productieactiviteiten vrijwaren. Niels D’Haese, Commercieel Directeur Ekopak: “Met Circeaulair geven we bedrijven de mogelijkheid om volledig over te stappen naar duurzaam, circulair water. Samen stomen we bedrijven klaar voor de toekomst en zorgen we ervoor dat ze veel minder kwetsbaar zijn in periodes van waterschaarste.”
Waarom werd gekozen om afvalwater te hergebruiken?
Niels D’Haese: “Effluent (gezuiverd afvalwater) van een rioolwaterzuiveringsinstallatie is een waardevolle waterbron met een betere kwaliteit dan sommige andere bronnen. Circeaulair maakt het mogelijk om dit effluent op te werken tot waardevol proceswater. Dit op een manier die zowel ecologisch, productietechnisch als financieel voordeliger is. Daarnaast biedt Circeaulair ook een oplossing voor het afvoeren en zuiveren van het afvalwater van de aangesloten bedrijven zelf. Daarmee maken we de cirkel letterlijk rond.”
CIRCEAULAIR OOK VOOR JOUW BEDRIJVENTERREIN?
Anders denken is vaak een kwestie van groter denken. Waarom zou elk bedrijf zijn eigen installatie voor de zuivering en het hergebruik van afvalwater in gebruik nemen? Er liggen voor bedrijven op bedrijventerreinen heel wat kansen om samen te werken. Het maakt niet uit hoe groot het waterverbruik is, Circeaulair stelt zowel grote als kleine bedrijven in staat om over te schakelen van drinkwater naar duurzaam, circulair water. Lukt het niet meteen om de gezamenlijke behoeften in kaart te brengen? De specialisten van Circeaulair willen gerust het gesprek in goede banen leiden en adviseren over creatieve mogelijkheden. Meer info: hello@circeaulair.be
Welke rol speelt Aquafin in Circeaulair?
Koen de Winne, Accountmanager Aquafin: “Voor dit samenwerkingsverband richtten Ekopak en infrastructuurfonds EPICo² een joint-venture op. Aquafin is partner van het project als leverancier van het effluent. Daarnaast zullen we het nodige leidingnetwerk aanleggen om het proceswater rechtstreeks naar het deelnemende bedrijf of bedrijvenpark te transporteren.”
Wanneer start het eerste project?
Koen de Winne: “Als alles volgens planning verloopt, zullen de eerste afnemende bedrijven in loop van 2024 gebruik kunnen maken van ons effluent. Ieper is de eerste stad waar Circeaulair van start zal gaan, met op dit moment vijf deelnemende bedrijven die zich engageerden. De waterbehandelingsinstallatie van Ekopak die het effluent omzet tot proceswater, komt in dit geval bij de rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) in Harelbeke. Ondertussen zijn er ook studies en scenarioanalyses lopende die de mogelijkheden bekijken voor onze zuiveringsinstallaties in Oudenaarde en Tessenderlo.”
AQUAFIN ALS ERVAREN PARTNER IN GROOTSCHALIGE OPWAARDERING TOT PROCESWATER
Circeaulair is niet het eerste en enige grootschalig circulatieproject waarin Aquafin participeert. Binnenkort zal binnen het project Waterkracht een koelwaterfabriek ontwikkeld worden in de haven van Antwerpen. Waterkracht is een samenwerking tussen Aquafin en Ekopak, Water-link en PMV. Het effluent van drie rioolwaterzuiveringsinstallaties in het Antwerpse wordt er opgewaardeerd tot koelwater voor de havenindustrie. Daardoor spaart de haven vanaf 2025 maar liefst 20 miljard liter drinkbaar water per jaar uit. Daarnaast levert Aquafin momenteel ook aan een 7-tal individuele bedrijven in Vlaanderen gezuiverd afvalwater als alternatieve waterbron in hun productieproces.
Komt elk bedrijf in aanmerking?
Koen de Winne: “De belangrijkste voorwaarde is dat er een rioolwaterzuiveringsinstallatie van Aquafin in de buurt ligt. Het water moet namelijk via extra leidingwerk permanent kunnen aangevoerd worden. Op de kaart op onze website (www.aquafin.be > Bedrijven > Aanbod gezuiverd water en energie) kan je nakijken of de afstand niet te groot is.”
“Een tweede voorwaarde is het benodigde debiet. Normaal lozen we het gezuiverde afvalwater rechtstreeks in een beek of rivier. In totaal vloeit er op jaarbasis zo'n 800 miljard liter naar de zee. Het grootste deel is nodig om het ecologisch evenwicht in lokale waterlopen op peil te houden, maar één achtste van het totale debiet
komt perfect in aanmerking voor gebruik als proceswater voor bedrijven (cf. cijfers van Patricks Willems, professor Hydrologie aan de KU Leuven). Het gaat om 100 miljard liter per jaar of 250 miljoen liter per dag dat perfect hergebruikt kan worden als proceswater. Vanuit Aquafin zetten we dus graag mee onze schouders onder zulke projecten. We staan open voor iedereen die een initiatief wil lanceren om een hergebruikproject met gezuiverd afvalwater op te starten.”
Momenteel wordt het effluent nog maar beperkt opgewaardeerd en hergebruikt, bijvoorbeeld door Citribel.“
We staan open voor iedereen die een initiatief wil lanceren om een hergebruikproject met gezuiverd afvalwater op te starten.”
Koen de WinneMeer weten over hergebruik van effluent:
Slimgestuurde infrastructuur als wapen tegen klimaatverandering
Digitalisering zal in de toekomst steeds meer onze bondgenoot zijn voor propere waterlopen. Dankzij het groeiende aanbod aan gegevens in de cloud slagen we erin om onze infrastructuur zodanig uitgekiend aan te sturen dat ze zowel bij regen als bij droogte een nuttige rol vervult. Aquafin werkt aan vier slimme sturingen die het water in goede banen leiden. We zetten ze op een rijtje.
Het algemene principe
Bij slimme sturingen wordt er op basis van logica, algoritmes en data een berekening gemaakt met een concreet signaal als resultaat. Dat signaal wordt naar een pomp of schuif in het rioleringsstelsel gestuurd. Op basis daarvan zal de pomp of schuif al dan niet proactief in werking treden. Bij sommige slimme sturingen maken we gebruik van externe gegevens, zoals neerslagvoorspellingen. Daarbij worden de data in een cloudomgeving opgevangen en berekent het algoritme daar welke acties moeten worden ondernomen.
SLIM BUFFERBEKKEN IN MECHELEN
In het kader van het Europese onderzoeksproject B-WaterSmart bouwt de stad Mechelen op dit moment een bufferbekken. Aquafin zal dit bekken slim aansturen, een mooi voorbeeld van Aqtirain. Aangezien de werken momenteel nog volop aan de gang zijn en de fysieke infrastructuur nog niet bestaat, maken we gebruik van een zogenaamde digital twin. “Een digitale tweeling is een digitale representatie van een reëel, fysiek systeem of proces”, legt Stefan Kroll uit, studieverantwoordelijke bij Aquafin. “Deze methode wordt meestal gebruikt voor simulatie en tests, en om inzichten te krijgen in het toekomstige systeem. Dankzij een digital twin kunnen we dus nog voor het bufferbekken operationeel is onze sturing in een real-time context testen en specifieke kennis opdoen”, aldus Stefan. “Vragen als ‘Hoeveel water kunnen we voor hergebruik ter beschikking stellen?’, en ‘Komen de neerslagdata met betrouwbare regelmaat binnen?’ kunnen we nog voor alles in werking treedt, beantwoorden.”
Het doel van slimme sturingen? Meer regenwater bufferen en hergebruiken, wateroverlast voorkomen en overstorten beperken.
1. Slimme bufferbekkens – AqtiRain
Aquafin beheert heel wat grote bekkens die regenwater tijdelijk bufferen. Het opgevangen regenwater wordt via een opening rechtstreeks afgevoerd naar een nabijgelegen waterloop. Dit water kunnen we echter beter benutten. Via een aangestuurde schuif die voor de opening wordt geplaatst, wordt het regenwater tijdelijk opgehouden. Zo kunnen bijvoorbeeld gemeentediensten en landbouwers het water gebruiken. Is er zware regen op komst? Dan wordt er een signaal uitgestuurd naar de schuif, zodat deze opent en het gebufferde water alsnog naar de beek vloeit. Op die manier wordt er tijdig de nodige capaciteit vrijgemaakt om de regenbui op te vangen en wateroverlast op straat te vermijden.
2. Slimme regenwaterputten – AqtiPut
In Vlaanderen hebben we de goede gewoonte om regenwaterputten te installeren op privéterrein. De primaire functie van deze putten is het gebruik van regenwater, maar de som van al die regenwaterputten samen, resulteert in een aanzienlijke buffercapaciteit. Een kans die we vandaag misschien nog laten liggen? Met Aqtiput wil Aquafin daar verandering in brengen. Het idee is om honderden regenwaterputten uit te rusten met een sensor die het signaal vanuit de cloud kan ontvangen. Wanneer zware regen voorspeld is, krijgen de pompen de opdracht om de regenwaterput preventief (deels) te laten leeglopen. Zo wordt er extra capaciteit vrijgemaakt in de slimme regenputten om de regenbui op te vangen en wordt de riolering minder belast. Op die manier minimaliseren we wateroverlast en overstorten.
Benieuwd of slimme sturingen in jouw stad, gemeente of bedrijf iets kunnen betekenen?
Contacteer Maarten Raemdonck via maarten.raemdonck@aquafin.be.
3. Slimme riolen gestuurd op basis van neerslagvoorspellingen
Enkele pompstations van Aquafin zijn uitgerust met stormweerafvoerpompen (SWA), pompen die bij hevig stormweer in werking treden om zo verdund afvalwater naar de beek over te storten om wateroverlast te voorkomen. Door de pompen slim aan te sturen op basis van neerslagvoorspellingen, kunnen deze vervuilende overstorten tot een minimum beperkt worden. Via de cloud wordt een signaal uitgestuurd naar de PLC van de pomp. Op basis van die signalen verhoogt of verlaagt het aanslagpeil. Door het waterpeil waarop de SWA-pomp in werking treedt slim aan te sturen, kunnen we onnodige overstorten bij lichte en matige regenval vermijden.
4. Slimme riolen gestuurd op basis van waterpeil- en debietmetingen
Via een slim pomp –en schuivensysteem in het rioleringsstelsel, RTC (Real Time Control) genaamd, kan de berging in het stelsel gemaximaliseerd worden. Met behulp van sensoren die peilen of debieten meten, wordt “in real time” gekeken waar het stelsel al behoorlijk gevuld is en waar er nog ruimte is om extra afvalwater te bergen. Door het slim openen of sluiten van schuiven en kleppen, en het aansturen/afzetten van pompstations, kan die vrije capaciteit op een gecontroleerde manier gevuld worden. Het doel van deze real time aansturingen is het minimaliseren van overstortwerking en het vermijden van wateroverlast stroomopwaarts in het stelsel.
WAT BRENGT HET OP?
Het slim en proactief aansturen van de rioleringsinfrastructuur heeft wel degelijk een grote impact, op verschillende vlakken. “In de eerste plaats gaan we de rioleringsinfrastructuur veiliger en efficiënter benutten”, zegt Birgit De Bock, studieverantwoordelijke bij Aquafin. “Daardoor verhoogt het rendement van je investering. Een voorbeeld: heel wat steden, gemeenten of bedrijven hebben vaak al bufferbekkens. Als je hier een slimme sturing op loslaat, kan je behalve water bufferen, ook water aanbieden voor hergebruik, zonder het risico op wateroverlast te vergroten. Een win-win-win-situatie, zou je kunnen zeggen”, aldus Birgit. “Daarnaast hebben slimme sturingen ook een positief effect op de waterkwaliteit en onze natuur. Berekeningen voor de slimme sturing van de stormweerpomp (nummer 3) wijzen op een reductie van gemiddeld zo’n 69.000 m³ (69 miljoen liter) overstortvolume op jaarbasis.”
Laat ons een boom
Laat ons een bloem en wat gras dat nog groen is, laat ons een boom en het zicht op de zee… Louis Neefs zong het al in 1970, maar zijn oproep naar meer groen blijft ook nu brandend actueel. Hoewel bomen heel wat positieve effecten hebben op mens en milieu, worden ze vaak nog gekapt in Vlaanderen. Bijvoorbeeld als ze op tracés liggen van noodzakelijke riolerings- wegeniswerken. Hoe gaan we daar in de toekomst beter mee om?
Aquafin werkt aan een bomentoets en een actieplan.
Dat bomen veel positieve effecten hebben op de mens, het milieu en het klimaat, is al lang bekend. Denk maar aan de warme zomer van vorig jaar. Onder bomen kan de temperatuur op hete dagen tot meer dan 4 graden lager zijn. Bomen verdampen water, creëren luchtstromingen en verkoelen instant. In stedelijke omgevingen met veel verharding zijn bomen als het ware natuurlijke airco’s.
Belang van bomen voor steden
Bomen in straten, op pleinen en parkeerplaatsen hebben een verkoelend effect op het stadsklimaat. Door de schaduwvorming komt er minder zonnestraling op het oppervlak terecht en de warmte wordt geabsorbeerd door verdamping van vocht uit de bladeren. Gemiddeld genomen houdt een bebladerde boomkroon de eerste 2-4 mm neerslag vast. Voor uitgegroeide waardevolle bomen in stadscentra kan dit overeenkomen met 200 tot 400 liter. De bodem krijgt dus minder water te slikken. Bij zwaardere buien kan een boom die het water opvangt, het via zijn stam laten infiltreren in de onderliggende groenzone, in plaats van dat het op het asfalt belandt. Het beplanten van wadi’s of infiltratiebermen met bomen verbetert de infiltratiecapaciteit (ten opzichte van gras) en zorgt dat een deel van het water in de zomer ook wordt afgevoerd via verdamping. Dit maakt dan weer ruimte vrij in de bodem om de volgende zware bui op te vangen.
EFFECTEN VAN BOMEN OP DE WATERHUISHOUDING
• Afvlakking pieken in afvoer van neerslag
• Verhogen van infiltratie in de bodem
• Oppervlakkige afvoer en berging van hemelwater
Bomen in de stad helpen niet alleen de temperatuur te verlagen en regenwater vast te houden. Ze zorgen ook voor minder stof en andere luchtverontreiniging en vergroten de leefkwaliteit in het algemeen. Vaak stijgt door hun aanwezigheid de waarde van onroerend goed in de buurt. Een variatie van bomen biedt bovendien plaats en voedsel voor vogels, insecten en zoogdieren. Zo dragen ze bij tot een grotere biodiversiteit. Bomen zijn ook beeldbepalend in de stad en vormen onderdeel van grotere blauwgroene netwerken.
Bomen vs riolerings- en wegeniswerken
Dat ze belangrijk zijn, weet intussen iedereen. Maar toch worden bomen vaak gekapt als straten opgebroken moeten worden voor riolerings- en wegeniswerken. Ook bij (her)aanleg van fietspaden – die terecht omwille van verkeersveiligheid steeds breder worden – durven bomen al eens sneuvelen. Hoe zijn beide belangen te verzoenen?
Andreas Volckaert is projectmanager bij Aquafin en werkt mee aan de ‘bomentoets’. “Hoewel iedereen weet hoe belangrijk bomen zijn, is er nog onvoldoende aandacht voor in onze infrastructuurprojecten. De meeste waardevolle bomen sneuvelen al in ontwerpfase. Maar het is vaak pas bij de vergunningsaanvraag dat het projectteam de eerste keer ziet welke bomen effectief gaan sneuvelen. We zouden dit veel vroeger moeten weten, zodat het ontwerp hieraan aangepast kan worden. Bij Aquafin werken we daarom de bomentoets uit, waarbij we in het volledige proces aandacht vestigen op bomen: vanaf het projectplan, voorontwerp, vergunning tot de uiteindelijke uitvoeringsfase. In elke fase kan je maatregelen nemen. En daarbij is de groeiplaats van de boom minstens even belangrijk als de boom zelf. Het gebeurt nog vaak dat tien jaar na de werken bomen afsterven omdat er niet goed nagedacht is over de groeiplaats. Het is beter één boom te voorzien met een groot plantvak dan tien bomen met een te klein plantvak.”
Naast de bomentoets in ontwerp en uitvoering, werkt Aquafin momenteel ook een concreet bomenactieplan uit. De ambitie is om bomen en hun groeiplaats bij de realisatie van projecten maximaal te behouden. Simon Lameire is water- en omgevingsingenieur bij Aquafin en geeft alvast mee wat de principes zullen worden van dit actieplan: “We gaan voor maximaal behoud, maar als er toch bomen moeten worden gekapt, willen we ze zoveel mogelijk vervangen door nieuwe exemplaren aan te planten in het project zelf. Als dat niet lukt, zullen we samen met de gemeente bekijken of dit elders binnen de gemeente kan. Als ook dat niet haalbaar is, willen we in samenwerking met een partner (bijvoorbeeld vzw Bosgroepen) eigenaars van beschikbare terreinen in Vlaanderen vergoeden om deze te bebossen.”
MEEWERKEN AAN EEN ACTIEPLAN?
Aquafin stelde deze ambitie voor aan zijn studiebureaus op een kennisdag in december 2022 en werkt momenteel het actieplan verder uit. Samen met al onze projectpartners willen we ervoor zorgen dat de bomen in onze projecten meer aandacht krijgen. Meewerken aan dit plan of heb je nog suggesties? Contacteer simon.lameire@aquafin.be of andreas.volckaert@aquafin.be.
Boomstammen beschermen is slechts een deel van de oplossing. Minstens even belangrijk is dat je beschermingsmaatregelen voorziet voor de wortels van de boom. Dit wordt vaak vergeten. Plaats een vast hekwerk of afpaling rond de boom zodat er niet onder of tegen kan worden gereden. Stockeer geen bouwmaterialen onder de boom. Leg geen werfwegen aan onder bomen. Als je de ruimte toch moet gebruiken, leg dan rijplaten om beschadiging te voorkomen.
“
Hoewel iedereen weet hoe belangrijk bomen zijn, is er nog onvoldoende aandacht voor in onze infrastructuurprojecten.”
Andreas Volckaert
Door de WC ermee? Niet zo onschuldig!
Elke Vlaming gebruikt gemiddeld 114 liter water per dag in huis, voornamelijk leidingwater. Na gebruik komt het via het gemeentelijk rioolstelsel en de collectoren van Aquafin in één van onze 325 rioolwaterzuiveringsinstallaties terecht. Dat is als je tot de 86% Vlamingen behoort wiens afvalwater is aangesloten op een zuivering. Een blik op een container ‘grof afval’ op een zuiveringsinstallatie leert al snel dat er veel méér in het rioolwater zit dan enkel wat er thuishoort.
Grote boosdoeners zijn vochtige doekjes, die door hun vezelstructuur vastklitten in de pompen die het afvalwater verder door het rioleringsstelsel moeten leiden. Het vastlopen van zo’n pomp leidt niet alleen tot soms hoge herstelkosten, de kans bestaat dat daardoor het ongezuiverde afvalwater via een nooduitlaat in de beek terechtkomt.
Vochtige doekjes kunnen volgens het label op hun verpakking dan wel afbreekbaar zijn, maar dat is pas na lange tijd en niet van zodra je ze doorspoelt. Dat is wel het geval met toiletpapier en dus is dat het enige dat in de toiletpot mag.
Niet zelden zorgt het doorspoelen van vast afval ook voor verstoppingen in de leidingen van je woning, getuigt Kevin Van de Veire, zaakvoerder van VdVK Ontstoppingen: “Je houdt het niet voor mogelijk wat ik allemaal zie bij het ontstoppen van wc’s,” vertelt hij. “Van maandverband, luiers, tandenborstels en scheermesjes tot gsm’s, aardappelschillen en allerlei voedingswaren. Ik vergeet nooit hoe ik eens werd opgeroepen voor een verstopt toilet in een appartement. Ik probeerde alles om die buis leeg te krijgen. Toen dat eindelijk lukte na liefst drie uur, zag ik een soepbeen van 15 centimeter groot op het camerascherm! Het is me nog altijd een raadsel hoe je zoiets krijgt doorgespoeld.”
In de tekening zie je welke ‘normale’ huishoudelijke vervuiling meespoelt met je afvalwater (gebaseerd op gemiddelden en aanbevolen doseringen).
Gooi afval altijd in de vuilnisbak en breng restanten van verf, olie en vetten naar het containerpark.
HIER BEGINT DE ZEE…. OF DE BODEM
Bij rioleringswerken wordt de afvoer van afvalwater en regenwater gescheiden. Het afstromende regenwater van daken en verharde oppervlakken komt dan in regenweerleiding terecht van waaruit het naar een beek stroomt. Almaar vaker wordt er gekozen voor infiltratie van het regenwater in de bodem, ofwel rechtstreeks, ofwel via een infiltratiekolk. “In Vlaanderen worden meestal gietijzeren straatkolken gebruikt omdat ze bestand zijn tegen zwaar verkeer,” zegt Rik Debusschere, infiltratie-expert bij Aquafin. “Maar voor infiltratiekolken adviseren wij eigenlijk de grote betonnen kolken. Die zorgen ervoor dat het meeste vuil in de kolk zelf blijft en niet naar het afwaartse infiltratiesysteem gaat.”
Of het regenwater nu naar een beek loopt of infiltreert in de bodem, in beide gevallen is het nefast voor de natuur om afval in de straatkolk te dumpen.
Vraag het aan Aquafin
Onze redactie ontvangt regelmatig leuke, soms bizarre, maar vooral boeiende vragen. We pikken er drie voor je uit.
Hoe zit het met… de stikstof in onze uitwerpselen?
Stikstof: een heet hangijzer dat al enkele maanden een constante is in het nieuws. Maar hoe zit het eigenlijk met de stikstof in menselijke uitwerpselen? Want wist je dat elke Vlaming via zijn ontlasting per dag zo’n 13 gram stikstof, of 4 tot 5 kilogram per jaar, produceert? Ongeveer 90% daarvan komt via de riolering op één van de rioolwaterzuiveringsinstallaties (RWZI) van Aquafin terecht. Maar wat dan? Wat gebeurt daar met die stikstof?
Op onze RWZI’s wordt het afvalwater gezuiverd tot rivierwaterkwaliteit dat daarna weer de natuur in kan. Zo’n zuiveringsproces bestaat uit verschillende stappen. In het biologisch zuiveringsproces – waar micro-organismen hun werk doen – verwijderen we op jaarbasis 80% van de stikstof. Door natuurlijke processen in combinatie met afwisselend zuurstofrijke en zuurstofarme omstandigheden, wordt stikstof eerst omgezet naar nitraten en vervolgens naar stikstofgas dat ontsnapt naar de lucht. Lucht bestaat voor 78% uit stikstofgas en voor 21% uit zuurstof. Stikstofgas is dus geen vervuilende stof in de atmosfeer, en volkomen onschadelijk.
De resterende 20% stikstof in het afvalwater die niet wordt verwijderd, gaat met het gezuiverde afvalwater mee de waterloop in. In die zin dragen RWZI’s weliswaar een stukje bij aan de verhoogde nitraatgehaltes in oppervlaktewater. Toch vallen deze waarden binnen de vandaag geldende normen. Mogelijk verstrengen die normen in de toekomst, wat ongetwijfeld ook een effect zal hebben op de kostprijs van waterzuivering.
Maar wat als je die stikstof opnieuw in de voedselketen kunt brengen? Het is namelijk een belangrijke grondstof in meststoffen. Samen met de Universiteit van Gent onderzoeken we in het Europees project WalNUT hoe we stikstof via adsorptie kunnen recupereren. Op de RWZI van Aartselaar loopt op dit moment een pilootproject waar gezocht wordt naar
de ideale adsorptiematerialen. De eerste resultaten worden later dit jaar verwacht.
Komen de sokken die verdwijnen in mijn wasmachine bij Aquafin terecht?
Je kent het wel. Je steekt een paar sokken in de wasmachine en er komt er slechts eentje weer uit. Op mysterieuze wijze verdwenen… Of deze eenzame sokken via de riolering op de zuiveringsinstallaties van Aquafin terechtkomen? Nee. Maar waar zijn ze dan wel naartoe?
Wel, ze zitten vermoedelijk nog altijd gewoon in je wasmachine. Wanneer de rubberen afsluitband in de deur van je wasmachine veroudert en wat begint mee te geven, durft deze al wel eens een sok uit de wastrommel opslorpen. Door de heen-en-weer gaande beweging van de wastrommel tijdens het wassen, glipt de kous wel eens naar de ruimte tussen de trommel en de kuip. Zo wordt je sok dus ‘opgeslorpt’ door de wasmachine. Tip om na elke wasbeurt beide sokken terug te vinden: steek ze samen in een wasnetje.
BEZOEKERSTIP VERNIEUWDE TENTOONSTELLING “WATERMAKER” IN HIDRODOE
? ?
Midden januari opende Hidrodoe – het waterdoecentrum van drinkwaterproducent Pidpa – de vernieuwde tentoonstelling “Watermaker”. Op een laagdrempelige en speelse wijze kunnen kinderen in het waterdoecentrum alles leren over zuiver water. Hoe wordt rioleringsinfrastructuur aangelegd? Wat kunnen we zelf doen om slim(mer) om te gaan met water? En wat mag er eigenlijk wel of niet door het toilet gespoeld worden? Het antwoord op deze en nog veel meer vragen kunnen kinderen zelf ontdekken door verschillende spelletjes te spelen. Daarnaast is er ook een interessante 4D-film over water. Onder het motto “jong geleerd, is oud gedaan” krijgen jonge bezoekers heel wat informatie over de waterkringloop en worden ze heuse waterexperts! Meer informatie over deze vernieuwde tentoonstelling kan je vinden op www.hidrodoe.be!
Sokken gaan dus niet via de wasmachine naar de riolering. Maar een klein overzichtje van de gekste zaken die wel al toekwamen op onze zuiveringsinstallaties willen we je niet onthouden. Wat dacht je bijvoorbeeld van fietsen, een kinderwagen, kunstgebit, condooms, seksspeeltjes. Of nog: een levende kip, portefeuilles, sleutels en telefoons. Maar ook een heleboel tennisballen (in de buurt van een tennisclub) tot zelfs een valies vol met kledij. Je kan het zo gek niet bedenken of het dobbert ergens in een rioolbuis onder je voeten.
HEB JE EEN MINUUTJE?
Voor de 6 meest prangende vragen over waterzuivering maakte Aquafin evenveel korte filmpjes. Waterwetenschapper
Marjolein Vanoppen geeft in één minuut een antwoord op vragen als: waarom wordt er eigenlijk riolering in mijn straat aangelegd? Waar moet ik naartoe met vochtige doekjes? Of, wat is een gescheiden rioleringsstelsel? Scan de QR-code en ontdek de antwoorden.
Sneeuw en waterzuivering, gaat dat samen?
Afgelopen winter hebben we in Vlaanderen enkele dagen kunnen genieten van sneeuwpret. Maar wist je dat sneeuw en vooral dooiwater het waterzuiveringsproces een pak lastiger maken? Hoe komt dat? Wel, het afvalwater dat toekomt op onze installaties is op sneeuwdagen veel kouder en heeft een hoog zoutgehalte door het strooizout dat mee van de weg afspoelt. Koude en zout hebben allebei een negatief effect op de werking van de micro-organismen, de beestjes die zich voeden met de vuildeeltjes in het afvalwater.
Het is op zo’n sneeuw- en winterdagen dan ook een grote uitdaging om de dagelijkse zuiveringsnormen te halen.
Om hieraan tegemoet te komen, voegen we bijvoorbeeld extra slib, extra microorganismen toe aan het proces om te compenseren dat ze minder goed hun werk kunnen doen door de koude. Ook de dosering van bepaalde chemicaliën wordt hier en daar bijgesteld. We doen er dus alles aan om de zuivering ook op koude sneeuwdagen optimaal te laten werken.
In straten waar een gescheiden rioleringsstelsel ligt, bestaat dit probleem niet. Het koude dooiwater wordt via een aparte regenwaterleiding naar de nabijgelegen waterloop afgevoerd en komt dus niet op onze zuiveringsinstallaties terecht. Welke schade het daar aan fauna en flora aanricht, is weer een andere zaak.
Zit je ook met een boeiende vraag over rioolwaterzuivering? Vraag het gerust aan Aquafin! Stuur een mailtje naar redactie@aquafin.be met als onderwerp ‘Een vraag voor Aquafin’.
Elke regendruppel telt!
Vaak wordt ervan uitgegaan dat infiltratietechnieken in een omgeving met leemgrond niet mogelijk zijn. De meetresultaten van enkele bemeten infiltratiepalen in Tongeren bewijzen het tegendeel!
Er wordt vaak kritisch gekeken naar de infiltratie van regenwater in leemgronden, omdat het water over het algemeen minder goed in de bodem trekt in vergelijking met bijvoorbeeld zandgronden”, zegt water- en omgevingsplanner Anneleen Pirard “In Tongeren – gekend als leemstreek – plaatsten we in het kader van een rioleringsproject verschillende verticale infiltratiebuizen waarvan er een aantal werd uitgerust met meetapparatuur. Uit de resultaten van die metingen blijkt nu, na ruim één jaar data verzamelen, dat er wel degelijk infiltratie kan worden toegepast in leemgrond.”
Van overloop naar overloop
Voorafgaand aan de uitvoering van het project werden infiltratieproeven uitgevoerd om de infiltratiemogelijkheden in kaart te brengen. “Een belangrijk criterium is de diepte van het grondwater”, zegt Dirk Nevelsteen, projectmanager bij Aquafin. “Dat bleek voldoende diep te zitten waardoor we de kans om regenwater te infiltreren ten volle wilden benutten.”
Op ongeveer 30 meter afstand van elkaar werden een tiental infiltratiepalen geplaatst – ook wel gekend als V-flows. De 6 meter diepe gaten voor de infiltratiebuizen werden opgevuld met draineringszand voor een goede infiltratiewerking.
OOK ANDERE SYSTEMEN WORDEN BEMETEN
Niet alleen in het project in Tongeren meten we de werking van de infiltratiepalen. Ook op andere locaties in Vlaanderen werden verschillende types infiltratiesystemen bemeten, waaronder infiltratiebuizen of waterbergende onderfundering. “Uit de metingen willen we meer leren over de langetermijnwerking van deze systemen”, legt studieverantwoordelijke Evi Vinck uit. “De metingen geven ons meer inzicht in het modelleren van infiltratie, zodat we onze ontwerpmethode verder kunnen optimaliseren.”
Het principe van infiltratiepalen is vrij eenvoudig: regenwater stroomt in de infiltratiepalen en wordt via de zijwanden weer vrijgegeven aan de ondergrond. Vóór elke V-flow werd aanvullend een grote infiltratiekolk voorzien die het afstromende regenwater opvangt. Het zand dat mee afspoelt, kan hier bezinken, zodat er via de overloop enkel ‘proper’ water in de infiltratiepaal terechtkomt.
Verder is aan de infiltratiepaal een tweede overloop voorzien. “Deze is aangesloten op een regenwaterleiding”, legt de projectmanager uit. “Wanneer een zware regenbui passeert en de infiltratiepaal niet al het water kan verwerken, wordt het overtollige regenwater afgevoerd via de regenwaterleiding, en vermijden we wateroverlast.”
Tweevoudig doel
De werfzone van het project lag grotendeels in overstromingsgevoelig gebied. “Het vernatten van de ondergrond is in dat soort omgevingen wettelijk niet toegestaan”, weet Dirk. “Daardoor kon er enkel op het laatste, hoger gelegen deel van het tracé infiltratie worden toegepast, en dit over een lengte van zo’n 250-300 meter. Onder het motto van elke regendruppel telt, wilden we in die zone dan ook maximaal inzetten op infiltratie. Enerzijds om de grondwatertafel zoveel mogelijk aan te vullen, anderzijds om het lagergelegen overstromingsgevoelige gebied extra te beschermen tegen wateroverlast. Elke druppel regenwater die we op de
heuveltop kunnen laten infiltreren via de infiltratiepalen, kan niet meer afstromen naar de vallei en daar de overstromingsproblematiek groter maken”, aldus Dirk.
Meten om te leren
Het infiltratiesysteem in Tongeren is nu ruim een jaar in werking en toont zich een prima infiltratietechniek, stelt Aquafin vast. “We installeerden een sensor in drie infiltratiepalen”, zegt studieverantwoordelijke Evi Vinck “Dat meettoestel hangt onderaan in de infiltratiepaal en registreert continu de vullingsgraad van de paal. Dankzij de grafieken die we uit deze data opmaken, kunnen we makkelijk aflezen wanneer en hoe snel de palen gevuld worden en weer leeglopen”, legt Evi uit. “We kunnen bijvoorbeeld ook nagaan wanneer de overlopen beginnen te werken. In de winterperiode zijn de palen standaard voor een deel gevuld met grondwater. Gevolg is dat de overloop bij regenweer dan ook sneller in werking zal treden.”
De metingen geven ook een betere kijk op de grondwaterstanden, en de daarmee samenhangende infiltratiesnelheden. “Zo verloopt de infiltratie van regenwater trager in de winter door de interactie met de hogere grondwaterstanden. In de zomer, wanneer de laagste grondwaterstanden worden gemeten, infiltreert regenwater sneller in de leemgrond.”
Conclusie? Ook leemgronden kunnen beslist hun steentje bijdragen om hemelwater te infiltreren.
De Watersportdag.
Een dag die zo tof is, dat hij een hele maand duurt!
Ook dit jaar is Aquafin weer trotse sponsor van de Watersportdag, of zoals organisator Wind & Watersport Vlaanderen het zelf zegt: “Een dag die zo tof is dat hij een hele maand duurt.”
Tijdens de maand mei kan je over heel Vlaanderen bij diverse watersportclubs op een eenvoudige manier kennismaken met watersport. Wil je zelf ontdekken hoe het is om
Surf dan snel naar ikwatersport.be, zoek de activiteit die je wil uitproberen en schrijf je in!
Spring het water in en geniet van een dagje buitensporten op zuiver water. Jij gaat toch ook mee, kopje onder?
Meer info op