2 minute read

Elke regendruppel telt!

Vaak wordt ervan uitgegaan dat infiltratietechnieken in een omgeving met leemgrond niet mogelijk zijn. De meetresultaten van enkele bemeten infiltratiepalen in Tongeren bewijzen het tegendeel!

Er wordt vaak kritisch gekeken naar de infiltratie van regenwater in leemgronden, omdat het water over het algemeen minder goed in de bodem trekt in vergelijking met bijvoorbeeld zandgronden”, zegt water- en omgevingsplanner Anneleen Pirard “In Tongeren – gekend als leemstreek – plaatsten we in het kader van een rioleringsproject verschillende verticale infiltratiebuizen waarvan er een aantal werd uitgerust met meetapparatuur. Uit de resultaten van die metingen blijkt nu, na ruim één jaar data verzamelen, dat er wel degelijk infiltratie kan worden toegepast in leemgrond.”

Van overloop naar overloop

Voorafgaand aan de uitvoering van het project werden infiltratieproeven uitgevoerd om de infiltratiemogelijkheden in kaart te brengen. “Een belangrijk criterium is de diepte van het grondwater”, zegt Dirk Nevelsteen, projectmanager bij Aquafin. “Dat bleek voldoende diep te zitten waardoor we de kans om regenwater te infiltreren ten volle wilden benutten.”

Op ongeveer 30 meter afstand van elkaar werden een tiental infiltratiepalen geplaatst – ook wel gekend als V-flows. De 6 meter diepe gaten voor de infiltratiebuizen werden opgevuld met draineringszand voor een goede infiltratiewerking.

Ook Andere Systemen Worden Bemeten

Niet alleen in het project in Tongeren meten we de werking van de infiltratiepalen. Ook op andere locaties in Vlaanderen werden verschillende types infiltratiesystemen bemeten, waaronder infiltratiebuizen of waterbergende onderfundering. “Uit de metingen willen we meer leren over de langetermijnwerking van deze systemen”, legt studieverantwoordelijke Evi Vinck uit. “De metingen geven ons meer inzicht in het modelleren van infiltratie, zodat we onze ontwerpmethode verder kunnen optimaliseren.”

Het principe van infiltratiepalen is vrij eenvoudig: regenwater stroomt in de infiltratiepalen en wordt via de zijwanden weer vrijgegeven aan de ondergrond. Vóór elke V-flow werd aanvullend een grote infiltratiekolk voorzien die het afstromende regenwater opvangt. Het zand dat mee afspoelt, kan hier bezinken, zodat er via de overloop enkel ‘proper’ water in de infiltratiepaal terechtkomt.

Verder is aan de infiltratiepaal een tweede overloop voorzien. “Deze is aangesloten op een regenwaterleiding”, legt de projectmanager uit. “Wanneer een zware regenbui passeert en de infiltratiepaal niet al het water kan verwerken, wordt het overtollige regenwater afgevoerd via de regenwaterleiding, en vermijden we wateroverlast.”

Tweevoudig doel

De werfzone van het project lag grotendeels in overstromingsgevoelig gebied. “Het vernatten van de ondergrond is in dat soort omgevingen wettelijk niet toegestaan”, weet Dirk. “Daardoor kon er enkel op het laatste, hoger gelegen deel van het tracé infiltratie worden toegepast, en dit over een lengte van zo’n 250-300 meter. Onder het motto van elke regendruppel telt, wilden we in die zone dan ook maximaal inzetten op infiltratie. Enerzijds om de grondwatertafel zoveel mogelijk aan te vullen, anderzijds om het lagergelegen overstromingsgevoelige gebied extra te beschermen tegen wateroverlast. Elke druppel regenwater die we op de heuveltop kunnen laten infiltreren via de infiltratiepalen, kan niet meer afstromen naar de vallei en daar de overstromingsproblematiek groter maken”, aldus Dirk.

Meten om te leren

Het infiltratiesysteem in Tongeren is nu ruim een jaar in werking en toont zich een prima infiltratietechniek, stelt Aquafin vast. “We installeerden een sensor in drie infiltratiepalen”, zegt studieverantwoordelijke Evi Vinck “Dat meettoestel hangt onderaan in de infiltratiepaal en registreert continu de vullingsgraad van de paal. Dankzij de grafieken die we uit deze data opmaken, kunnen we makkelijk aflezen wanneer en hoe snel de palen gevuld worden en weer leeglopen”, legt Evi uit. “We kunnen bijvoorbeeld ook nagaan wanneer de overlopen beginnen te werken. In de winterperiode zijn de palen standaard voor een deel gevuld met grondwater. Gevolg is dat de overloop bij regenweer dan ook sneller in werking zal treden.”

De metingen geven ook een betere kijk op de grondwaterstanden, en de daarmee samenhangende infiltratiesnelheden. “Zo verloopt de infiltratie van regenwater trager in de winter door de interactie met de hogere grondwaterstanden. In de zomer, wanneer de laagste grondwaterstanden worden gemeten, infiltreert regenwater sneller in de leemgrond.”

Conclusie? Ook leemgronden kunnen beslist hun steentje bijdragen om hemelwater te infiltreren.

This article is from: