Jaarlijks 360.000 ton nietrecycleerbaar afvalhout verwerken tot een restfractie die minder dan 0,5% van dat volume bedraagt: die prestatie speelt A&S Energie intussen al heel wat jaren klaar. De joint venture tussen Aspiravi en Unilin is dan ook een succesverhaal dat navolging krijgt: na de bouw van de eerste centrale in Oostrozebeke, is de tweede productie unit (A&U Energie) sinds de zomer van 2020 operationeel. De administratieve voorbereiding van een derde centrale in Vielsalm is volop aan de gang.
“Materialenkringloop helemaal sluiten” A&S Energie kijkt vol ambitie naar de toekomst
DOSSIER ―
32
Inmiddels 15 jaar geleden bekrachtigden Aspiravi en Spano de joint venture die in 2008 tot de bouw en in 2010 tot de ingebruikname van de eerste energiecentrale leidde. Centrale doelstelling: niet-recycleerbaar houtafval verbranden en met de stoom van dat proces een stoomturbine aandrijven die groene stroom aanmaakt. “Het was en is een perfecte match”, vertelt plant manager Steven Vandenbulcke. “Spano kende de houtafvalmarkt op zijn duimpje en creëerde daarmee een kans om leveranciers ook te ontzorgen van het niet-recycleerbaar houtafval. Voor Aspiravi, gespecialiseerd in windenergie, betekende dat een mooie diversificatie van hun productportfolio. Zij hadden en hebben alle kennis in huis over de wetgeving en
de engineering inzake groene stroom.” Toen Spano in 2013 door Unilin werd overgenomen, veranderde dat niets aan de werking van A&S Energie. “Integendeel: het ‘huwelijk’ tussen Aspiravi en Unilin verliep dermate goed, dat de beslissing viel om op een site in Wielsbeke een tweede energiecentrale te bouwen, die groene stroom én warmte zou leveren aan de site van Unilin in Wielsbeke. Bovendien raakte in die periode bekend dat Agristo, fabrikant van onder meer voorgebakken en diepgevroren frieten, ging bouwen op de vroegere Unilin-site in Wielsbeke. Dat leidde vrij snel tot een akkoord waarbij wij hen groene warmte voor hun productie zouden leveren. Met Unilin en Agristo als warmteklanten, hadden we meteen het juiste businessmodel voor de
“Er blijft quasi geen afval over van de 360.000 ton grondstof die we jaarlijks verwerken, omdat alle producten als secundaire grondstof inzetbaar zijn.” —
STEVEN VANDENBULCKE
