Methodewijzer IJsbrekers

Page 1

METHODEWIJZER

OVERZICHT IJSBREKERS

Kleuters

• Inspiratiemap

• Map met kopieerbladen

• Set vertel- en toonplaten

• Klaspop Hedvig

Leerlingenmateriaal

• Werkschriften A-D (leerjaar 1)

• Werkschriften A-F (leerjaar 2-6)

• Set onthoudkaartjes (leerjaar 1-3)

Leerkrachtenmateriaal

• Handleiding

• Correctiesleutel per werkschrift

• Map met kopieerbladen

• Beloningsstickers voor de eerste graad

Klasmateriaal

• Wandplaten + spelborden

• Klaspop Hedvig

2

Methodewijzer IJsbrekers

3
• Overzicht IJsbrekers 2 • Wat is IJsbrekers? 4 • Opbouw IJsbrekers 5 • Leerkrachtenmateriaal: op papier en digitaal 6 • Rekenplezier voor alle leerlingen, op papier en digitaal 10 • Herhalen, herhalen, herhalen 14 • Evalueren en toetsen 16 • Focus op zorg voor en na de toets 20 • Aandacht voor persoonsgebonden ontwikkeling 21 • Kleuteraanbod 24 • Ondersteuning 26 INHOUD

IJsbrekers is een wiskundemethode voor de derde kleuterklas tot en met het zesde leerjaar

IJsbrekers zet in op het begrijpen van wiskundige concepten zodat leerlingen daarna de juiste procedures of oplossingsmethoden kunnen kiezen en weten waarom ze die oplossingswijze kiezen. We leren de leerlingen geen trukjes aan, maar we leren hen redeneren op basis van inzicht.

De aanpak van IJsbrekers sluit aan bij de basisprincipes van de rekendidactiek: van concreet, over schematisch, naar het abstracte rekenen. In het leerproces doorloopt de leerling stapsgewijs 4 didactische lagen. IJsbrekers baseert zich hier op het CPA-model (concreet-picturaal-abstract) en het ijsbergmodel.

IJsbrekers is modulair opgebouwd . Per module werkt de leerling aan één onderwerp of concept. Een module duurt enkele weken, variërend van welk onderwerp er behandeld wordt. Elk nieuw concept bouwt verder op eerder geleerde kennis en vaardigheden.

De leerinhouden per module zijn zodanig geordend dat leerlingen trapsgewijs vorderen van motorisch handelen, via het redeneren met schematische denkmodellen naar het formeel abstract redeneren. Dit principe is gebaseerd op de spiraalsgewijze leerstofopbouw

In de methode staat het oplossen van uitdagende problemen centraal. We starten al vroeg met rekenverhalen in de derde kleuterklas.

In deze methodewijzer leer je IJsbrekers kennen aan de hand van de verschillende fasen in de onderwijscirkel.

4
WAT IS IJSBREKERS?
Leren rekenen met inzicht!

OPBOUW IJSBREKERS

De inhoud van de modules vind je in de jaarplannen op Bingel . Elk jaarplan heeft aandacht voor de herhalingsmomenten die iedere les systematisch aan bod komen in VIJF PER DAG en PRENT HET IN. De herhalingsmomenten kun je bundelen in een extra lestijd per week. Elke module eindigt met een bloktoets. Ook de evaluatiemomenten staan aangeduid in het jaarplan.

Het jaarplan voorziet ruimte om:

—> extra tijd te besteden aan lessen waarin je veel moet handelen

—> de bloktoets over twee lestijden te spreiden

—> eigen accenten te leggen

5
AANTAL MODULES 1 17 (korte modules) 2 14 3 19 4 16 5 19 6 19
LEERJAAR

De les focust op 1 onderwerp.

LEERKRACHTENMATERIAAL:

IJsbrekers wil jou comfortabel laten lesgeven. De handleiding helpt bij de rekendidactiek en zorgt voor samenhang in de rekentaal op school . De lessen zijn opgebouwd volgens het EDI-model : voordoen, samendoen, per twee, alleen.

LES 3

Onder de lestitel vind je de leerlijn, naam van het blok en de didactische laag terug.

Duidelijke doelstellingen per les.

Ik kan groeperen en inwisselen met fiches.

LESDOELEN

• Ik kan tientallen ordenen in groepjes van 10 tientallen, losse tientallen en losse eenheden.

• Ik kan een gestructureerde hoeveelheid benoemen in termen van de spilhoeveelheid (bv. 2 groepjes van 10 tientallen, 2 losse tientallen en 3 losse eenheden).

• Ik kan groepjes van 10 tientallen inwisselen voor honderdtallen.

• Ik weet dat ik de honderdtallen links van de tientallen moet leggen.

• Ik kan een gestructureerde hoeveelheid benoemen met de begrippen ‘honderdtallen, tientallen en eenheden’.

VIJF PER DAG

Optellen en aftrekken tot 100 (compenseren)

Noteer de opgaven op het bord. Laat de leerlingen de opgaven in duo oplossen door te compenseren.

Bespreek en laat de redeneringswijze toelichten.

24 + 39 = ... 38 + 28 = ... 39 + 25 = ... 62 + 28 = ...

Getalbegrip tot 100

Omschrijf enkele getallen. De leerlingen noteren het getal op hun schrijflei.

• 20 minder dan 80

5 korte herhalingsmomenten per dag.

• 5 meer dan 60

• 10 minder dan 70

• 3 minder dan 90

• 5 honderdtallen, 8 tientallen en 3 eenheden

Laat het grootste getal omkringen en het kleinste getal onderstrepen.

Meten – oppervlakte

Neem twee bladen van verschillende grootte.

Zoek in de klas drie voorwerpen waarvan de oppervlakte kleiner is dan de oppervlakte van dit blad.

Meetkunde – vormleer

Zoek op de speelplaats een voorwerp met de vorm van een cirkel, een driehoek, een rechthoek of een vierkant.

Vind je ook voorwerpen in de vorm van een kubus, een cilinder, een bol of een balk?

De verhoudingsdeling

Vertel het rekenverhaal.

Een introductie met de klas: terugblik en/of oriëntatie op de les.

Ik heb 30 snoepjes.

Ik maak snoepzakjes van 5. Hoeveel snoepzakjes maak ik?

Laat de deling noteren. Laat ze uitwerken als een herhaalde aftrekking.

Laat eventueel het rechthoekmodel met klikblokjes leggen

START

• Projecteer de honderdstructuren en het MAB-materiaal.

Voorzie per duo 5 lege honderdstructuren (KB A2.2.2), 5 honderdtallen, 50 tienstaven en 9 eenheden. Herhaal samen het inwisselen van de tientallen met MAB-materiaal.

De leerlingen nemen het getoonde aantal staafjes en blokjes, groeperen de staafjes per 10 in de honderdstructuren en wisselen de volle honderdstructuren in voor een honderdtal.

Laat de oplossing op de schrijflei noteren.

• Klik op de pijltjes om de oplossing te tonen. Bespreek en verbeter waar nodig.

• Klik op de pijltjes om de volgende opgave te tonen en ga analoog te werk.

Het lesdoel verwoorden

In deze les tel je hoeveelheden tot 1 000 op een snelle en handige manier. Je deed het al met MAB-materiaal, in deze les ga je met fiches aan de slag. Je groepeert in groepjes van 10 en 100.

Handleiding leerjaar 3

6 61 3
A2 • GETALBEGRIP TOT 1 000 Leerlijn: ontwikkeling getalbegrip Blok: getalbegrip tot 1 000 (les 3 van 10)

OP PAPIER EN DIGITAAL

Elke leskern is opgebouwd volgens het

EDI-principe:

• Ik als leerkracht doe het voor;

• Wij doen het allemaal samen;

• Jullie doen het per twee;

• Jij doet het alleen.

KERN

VOORDOEN

Voorzie de lege tienstructuren (KB A2.3.1) en de zakjes met fiches (zakje 1 met 17 groene fiches en 6 gele fiches, zakje 2 met 32 groene fiches en 8 gele fiches). Voorzie ook de blauwe fiches, maar houd ze apart. Verzamel de leerlingen rond de toontafel of toon alles met de webcam en bespreek. Bouw de redenering op door hardop te denken. Voer de handeling stap voor stap uit en verwoord wat je doet.

Groeperen en inwisselen

Leg de 17 groene fiches en 6 gele fiches op de toontafel.

Als we die een voor een moeten tellen, is dat een hele klus.

Ik ga groepjes van 10 maken. Ik ga groeperen.

Ik gebruik daarvoor de tienstructuren.

Ik start met de eenheden.

Leg de gele fiches in de tienstructuur.

Ik heb 6 eenheden.

Nu werk ik met de tientallen.

Leg 10 groene fiches in de tienstructuur.

Ik heb 1 volle tienstructuur, dus heb ik 1 groepje van 10 tientallen of 10 keer tien.

Leg de overige 7 tientallen in een tienstructuur.

Er zijn 7 losse tientallen over. Daar kon ik geen volledig groepje van 10 mee maken.

Ik wissel het groepje van 10 in.

10 tientallen, dat is hetzelfde als 1 honderdtal.

Toon een honderdtal (blauwe fiche).

Leg het honderdtal links van de tientallen.

Ik leg de honderdtallen links van de tientallen.

10 tientallen of 1 groepje van 10, dat is 1 honderdtal.

1 honderdtal, dat is honderd.

Ik heb ook nog 7 losse tientallen. Ik tel door vanaf 100 met sprongen van 10: 110, 120, 130, 140, 150, 160,170.

Tenslotte heb ik ook nog 6 losse eenheden. Ik tel door vanaf 170: 171, 172, 173, 174, 175, 176.

Ga analoog te werk om de hoeveelheid 328 te bepalen (zakje 2).

SAMEN DOEN

Voorzie per duo 35 tientallen en 10 eenheden (fiches) en de tienstructuren (KB A2.3.1). Bouw de redenering bij de leerlingen op door gerichte vragen te stellen. De leerlingen voeren de opdracht uit met hun eigen materiaal. Voer elke handeling mee uit met behulp van de bordles.

• Projecteer de tienstructuren en de fiches.

Met de interactieve bordles in het bordboek ondersteun

je de instructie en het begeleid oefenen aan het digitale bord.

Inwisselen

Laat de duo’s 23 tientallen en 4 eenheden nemen.

Ik maak groepjes van 10 om handig te tellen. Ik ga groeperen. Hoe doe ik dat? (Ik gebruik daarvoor de tienstructuren. Die vul ik met de eenheden.)

Sleep de 4 eenheden rechts op het scherm in de tienstructuur met de E erboven.

Ik heb 4 eenheden, ik moet geen eenheden inwisselen.

Wat doe ik nu? (Ik groepeer de tientallen.)

Sleep de tientallen in de tienstructuren links op het scherm.

Ik kon niet alle tienstructuren met tientallen vullen. Hoeveel losse tientallen heb ik? (3)

Sleep de 3 tientallen rechts op het scherm in de tienstructuur met de T erboven.

Hoeveel groepjes van 10 tientallen heb ik? (Ik heb 2 volle tienstructuren, dus heb ik 2 groepjes van 10 tientallen.)

Ik wissel de groepjes van 10 tientallen in.

10 tientallen, dat is hetzelfde als een honderdtal.

20 tientallen of 2 groepjes van 10 tientallen, dat zijn ... ? (2 honderdtallen)

Sleep de 2 honderdtallen rechts op het scherm in de tienstructuur met de H erboven.

Ik heb 2 honderdtallen, dat is 200.

Ik heb ook nog 3 losse tientallen en 4 eenheden. Eerst tel ik door vanaf 200 in sprongen van 10: 210, 220, 230. Daarna tel ik door vanaf 230: 231, 232, 233, 234.

7 62

Praktische tips om je lessen nog zorgzamer of motiverender te maken.

• Projecteer de 28 tientallen en 2 eenheden.

Laat de leerlingen de hoeveelheid fiches nemen en in de tienstructuren plaatsen.

Toon de gevulde tienstructuren en controleer samen.

Laat de leerlingen daarna de groepjes van 10 tientallen inwisselen. Toon het eindresultaat en controleer samen.

Tip

Laat de duo’s 28 tientallen nemen, door ze bij te tellen bij de 23 tientallen.

• Ga analoog te werk voor 18 tientallen en 5 eenheden. Eindig met 34 tientallen en 9 eenheden.

VERWERKING

De leerstof wordt door de instructieonafhankelijke, instructiegevoelige en instructieafhankelijke groep op een verschillende manier verwerkt. In de methode zit een meersporenbeleid.

Een korte klassikale afsluiter om de leerstof te herhalen. Regelmatig staat hier een zelfevaluatie.

Verdeel de klas in heterogene duo’s.

PER TWEE

Groeperen en inwisselen

Laat de duo’s werken met hun individuele set fiches, de 3 tienstructuren (KB A2.3.1) en een schrijflei.

• Projecteer de opdrachten een voor een. Laat de duo’s inwisselen en het getal op de schrijflei noteren.

ALLEEN Oefeningen in het werkschrift maken

De leerlingen maken zelfstandig de oefeningen in het werkschrift.

• Breng de instructieafhankelijke leerlingen samen in een groepje voor verlengde instructie. Zij werken onder begeleiding in het werkschrift aan oefening 1 tot en met 3.

• De instructiegevoelige groep werkt oefening 1 tot en met 3 individueel af. Wie daarmee klaar is, mag zich aan oefening 4 wagen.

• Nadat de instructieonafhankelijke leerlingen zelfstandig oefening 1 tot en met 3 afgewerkt hebben, lossen ze de verdiepende oefening 4 zelfstandig op.

AFRONDING

Vul samen het zelfevaluatiekader aan in het werkschrift op bladzijde 56.

Lees het doel voor en licht het toe. Laat de leerlingen aangeven in welke mate ze het doel beheersen aan de hand van de kleuren groen, oranje en rood.

PRENT HET IN

Optellen en aftrekken tot 100 automatiseren: de zoektocht van Pedro (KB A2.3.2)

Voorzie per twee leerlingen het antwoordblad en de kaartjes.

Laat per reeks één kaartje uit de stapel halen (één kaartje van elke kleur) en steek die in een omslag. De omslag bevat de vier oplossingen.

De leerlingen lossen alle bewerkingen van de kaartjes op en doorstrepen het antwoord op het antwoordblad. Als ze alle oplossingen juist hebben opgelost, blijft er per rij nog één oplossing over. Dat zijn de dader, het voorwerp, de plaats en het tijdstip van de grap. Laat de omslag openen en de antwoorden controleren.

Tips

• Je kunt dit spel opnieuw spelen als je andere kaartjes uit de stapel haalt. Als je het niet met kaartjes wilt spelen, dan kun je het bewerkingenblad ook als invulblad gebruiken. • Knip eerst de rechtse rij van het blad voor je het kopieert.

8 63
LEERKRACHTENMATERIAAL:

OP PAPIER EN DIGITAAL

Via het bordboek projecteer je niet alleen de oefeningen en de oplossingen van het werkschrift. Je vindt er ook een heleboel tools waarmee je het handelend rekenen kunt ondersteunen: bv. klikblokjes, kralenketting, splitsbalans, breukencirkels…

De interactieve bordlessen verhogen de betrokkenheid van de leerlingen.

Je kunt de bordles personaliseren: bv. dia’s toevoegen of weglaten.

9

In sommige lessen staat een verwijzing naar zelfevaluatie achteraan in het blok.

De titel van de les is meteen ook het lesdoel.

In het werkschrift duiken verschillende onthoudkaders of voorbeeldoefeningen op. Vanaf het derde leerjaar staat er op het einde van elk blok een verwijzing naar die kaders.

Werkschrift leerjaar 3

De werkschriften zijn sober en prikkelarm. Er staan geen onnodige illustraties in het werkschrift.

10 REKENPLEZIER VOOR ALLE LEER

LINGEN, OP PAPIER EN DIGITAAL

Het Bingel-icoon geeft aan bij welke opgaven de leerlingen digitaal kunnen oefenen.

Verschillende oefenniveaus: basis, tempodifferentiatie en verdieping. Uitloop- en verdiepingsoefeningen staan aangeduid met een pictogram.

Taakpictogrammen verduidelijken de opdracht.

De personages van IJsbrekers groeien met de leerlingen mee. Ze ondersteunen en motiveren met tips.

11

Op Bingel krijgt de leerling per blok een overzicht met digitale oefeningen. Wanneer de leerling een pagina uit het werkschrift scant met de Bingel Raket-app worden meteen de bijbehorende digitale oefeningen getoond.

Bingel geeft de leerling feedback en past het niveau automatisch aan. De leerlingen oefenen dan op de vorige of volgende didactische laag.

De opdrachten kunnen worden voorgelezen. De avatar geeft extra uitleg indien nodig.

12
VOOR
REKENPLEZIER
ALLE LEER

LINGEN, OP PAPIER EN DIGITAAL

De leerling verdient Ping

Ping bij een afgewerkte oefenreeks. In elk leerjaar speelt er zich een spannende verhaallijn af op het eiland.

Als leerkracht kun je oefeningen als taak klaarzetten. Die verschijnen dan in het dashboard van de leerling op Bingel. Bovendien kun je de leerling schriftelijk feedback geven!

13

Bij een modulaire ordening van leerinhouden is het belangrijk dat andere onderwerpen en concepten systematisch worden herhaald . Met VIJF PER DAG en PRENT HET IN heeft IJsbrekers extra aandacht voor automatisatie en herhaling .

VIJF PER DAG

Dagelijks 5 korte oefenmomenten die bij elke les staan opgesomd in de handleiding. De herhaling gebeurt klassikaal. Door het antwoord te laten noteren op een schrijflei controleer je snel de antwoorden van je klas.

PRENT HET IN

Op het einde van elke les geven we een suggestie om de leerstof speels in te prenten . In groepjes gaan de leerlingen op een coöperatieve manier de leerstof herhalen. De spelletjes zitten uitgewerkt in de kopieerbladen. De spelvormen uit de eerste graad worden al aangebracht in de inspiratiemap zodat de kleuters vertrouwd zijn met de verschillende spelvormen (bv. Ganzenbord, bingo…). Vanaf het derde leerjaar is de speluitleg uitgeschreven zodat de leerlingen zelfstandig het spel kunnen starten.

Te weinig tijd? Bundel de VIJF PER DAG wekelijks in een extra ‘herhaling’.lestijd

Te weinigSteektijd?

PRENT HET IN in een hoekenof contractwerk.

14
HERHALEN, HERH
Spelborden leerjaar 3

DE ONTHOUDKAARTJES

Vanaf het eerste tot en met het derde leerjaar vind je bij de algemene kopieerbladen onthoudkaartjes terug. De onthoudkaartjes hebben aan de voorkant een bewerking en aan de achterkant een oplossing. Leerlingen kunnen zichzelf controleren door het kaartje om te draaien. IJsbrekers voorziet onthoudkaartjes bij: de getalfamilies, bewerkingen tot 10, bewerkingen tot 20 en de maaltafels.

De leerlingen oefenen met de kaartjes volgens het principe van het gespreid oefenen ofwel het Leitner-systeem .

Al de kaartjes komen samen in het eerste van 4 doosjes uit het systeem.

• Als een leerling een kaart correct beantwoordt, verplaatst die de kaart naar het eerstvolgende doosje.

• Als een leerling een kaart foutief beantwoordt, plaatst die de kaart terug in het eerste doosje en start het memoriseren van voren af aan.

• Als een leerling een kaart uit het laatste doosje correct beantwoordt, verdwijnt de kaart uit het systeem. Het concept is dan opgeslagen in het langetermijngeheugen.

De kaarten van doosje 1 oefent de leerling dagelijks, die van doosje 2 om de dag, die van doosje 3 om de week en die van doosje 4 om de twee weken.

Probeer dagelijks 10 minuten thuis te laten oefenen. Bepaal de oefentijd met een timer of kookwekker. Ouderbrieven staan als download op Bingel om ouders het principe uit te leggen.

1 4 3 2

De onthoudkaartjes zijn ook beschikbaar op de webshop als apart artikel.

15
16 – 2 =
ALEN, HERHALEN
70

Bij IJsbrekers evalueer je de leerlingen proces- en productgericht.

Bij procesgerichte evaluatie zet je de observatieschema’s en zelfevaluatie in.

Bij productgerichte evaluatie gebruik je de verschillende toetsen: bloktoetsen , summatieve toetsen en tempotoetsen

BLOKTOETSEN

Op het einde van elk blok vind je een bloktoets terug. Die toetst de leerstof van het voorbije blok. Op een bloktoets vind je de didactische lagen terug, opbouwend van laag 1 naar laag 4.

SUMMATIEVE TOETSEN

Met de summatieve toetsen evalueer je een groter geheel op 2 momenten in het schooljaar: kerst en einde schooljaar. De summatieve toetsen van het vorige leerjaar kunnen bij de start van het volgende leerjaar worden gebruikt om de beginsituatie van je klas te bepalen.

16
EVALUEREN
Bloktoets leerjaar 2 Summatieve toets leerjaar 2

EN TOETSEN

TEMPOTOETSEN

De tempotoetsen evalueren de parate kennis: de getalfamilies, bewerkingen tot 10, bewerkingen tot 20, bewerkingen tot 100 en de maal- en deeltafels. Hoeveel tijd de leerling krijgt per toets, spreek je af met het schoolteam.

Tempotoetsen leerjaar 2

OBSERVATIESCHEMA’S

Bij elk blok staat een observatieschema downloadbaar op Bingel. Met de observatieschema’s breng je de voortgang van een leerling bij de belangrijkste leerdoelen en hun didactische laag in kaart.

17

PROCESGERICHTE EVALUATIE BIJ METEND REKENEN

Het actief meten krijgt bij IJsbrekers veel aandacht. Daarom voorzien we naast de bloktoetsen ook fiches die je helpen de doelen in kaart te brengen. De evaluatiefiches kun je gebruiken om de vaardigheden bij metend rekenen procesmatig te evalueren.

Met de procesgerichte evaluatie evalueer je:

• het maken van een aanvaardbare schatting

• de meetstrategie

• de keuze van een passend meetinstrument

• de nauwkeurigheid bij het meten

De toetsen zijn als PDF en Word-bestand beschikbaar in de evaluatiemodule op Bingel. Je kunt de toetsen in Word aanpassen als je dat verkiest.

18
EVALUEREN

ZELFEVALUATIE

Regelmatig werpen de leerlingen een blik op hun eigen leerproces. Op een laagdrempelige manier starten we hier al mee in het eerste leerjaar.

Vanaf het tweede leerjaar staat er soms een kijker naast de lestitel. Die kijker verwijst naar de zelfevaluatie achteraan een blok. De leerlingen kunnen aangeven hoe ze de leer- of persoonsgebonden doelen hebben ervaren.

19
EN TOETSEN
Zelfevaluatie leerjaar 1 Zelfevaluatie leerjaar 3

Op basis van toetsresultaten kun je een remediërend of verrijkend voorstel op maat van elke leerling samenstellen, op papier of digitaal, inclusief instructiefilmpjes en adaptieve oefenreeksen op Bingel. Het voorstel dat je krijgt, kun je zelf aanpassen. Bij IJsbrekers is remediëring per didactische laag voorzien. Verrijking is steeds op abstract niveau (laag 4) uitgewerkt.

20
FOCUS OP ZORG VOOR EN NA DE TOETS

AANDACHT VOOR

PERSOONSGEBONDEN ONTWIKKELING

LEREN LEREN

In het werkschrift worden voorbeeldoefeningen uitgewerkt in Doe het zo! Leerlingen die het nodig hebben krijgen een extra voorbeeld, leerlingen die zonder veel instructie aan de slag gaan, kunnen zelfstandig starten door de voorbeeldoefeningen te bekijken.

Vanaf het derde leerjaar staan er onthoudkaders in het werkschrift. Telkens bij de les waarin de leerling ze nodig heeft. In het overzicht van de lesdoelen, achteraan een blok, wordt een verwijzing gemaakt naar de onthoudkaders of de voorbeeldoefening. De flappen van het werkschrift bevatten de belangrijkste concepten. De leerlingen kunnen vlug iets opzoeken of controleren.

Voor leerlingen die het nodig hebben voorziet de methode uitgewerkte stappenplannen . Die vind je terug bij de kopieerbladen. Ze herhalen het handelen bij bewerkingen stap voor stap.

Werkschrift leerjaar 3

In Bingel zijn er ook instructiefilmpjes bij verschillende onderwerpen.

21
Stappenplan leerjaar 3

Een opsomming van de leerdoelen voor de leerling.

Verwijzing naar de voorbeeldoefeningen of onthoudkaders in het werkschrift.

Op het einde van elk blok staat een handig doelenoverzicht voor de leerling. Het helpt de leerling bij de voorbereiding van een bloktoets.

Aandacht voor zelfcorrectie. De leerlingen kleuren de sleutel na het zelf verbeteren in. De sleutel helpt jou als leerkracht om de werkschriften steekproefsgewijs na te kijken.

• Groene sleutel: alles is duidelijk!

• Oranje sleutel: Ik heb wel wat fouten gemaakt. Kijk je nog mee?

• Rode sleutel: Ik heb veel fouten gemaakt. De les is nog niet duidelijk. Ik krijg hulp via deze weg: instructiefilmpje op Bingel, hulp van een klasgenoot of de leerkracht.

Werkschrift leerjaar 3

22
AANDACHT VOOR PERSOONS

AANDACHT VOOR COÖPERATIEF WERKEN EN LEREN VAN ELKAAR

PRENT HET IN frist gekende leerstof in een spelvorm op. De leerlingen leren samenwerken, samen een spel spelen, elkaar helpen.

Ook tijdens het verwerken van de leerstof zoeken de leerlingen in duo’s of in groepjes naar strategieën en oplossingen, bijvoorbeeld bij probleemoplossend denken. De leerlingen werken samen en juiste antwoorden worden ‘beloond’ met een tip. Die tips hebben de leerlingen nodig om het raadsel van de les op te lossen.

23
GEBONDEN ONTWIKKELING
Werkschrift leerjaar 3

Sterk wiskundeonderwijs start al in de kleuterklas. Met de inspiratiemap van IJsbrekers zorgen we voor verbindende doelen tussen de derde kleuterklas en het eerste leerjaar.

De inspiratiemap bevat 55 activiteitenfiches . Op die fiches staan 275 verschillende activiteiten die vlot in de dagelijkse klaswerking kunnen worden ingezet.

In de startactiviteit bied je de rekentaal aan in de kring. De kleuters krijgen zo de juiste rekentaal mee wat een goede voorbereiding is op het eerste leerjaar.

De spelvormen, kaartjes, getalbeelden, vertelplaten... zitten uitgewerkt in de kopieermap. Bij de activiteiten heb je vooral kosteloos materiaal nodig.

Na het geven van de startactiviteit kunnen de kleuters actief aan de slag: in groep of individueel. De speelse werkvormen maken het leren leuk. Bij de activiteiten worden differentiatietips gegeven.

VERWERKINGSACTIVITEITEN

1 EXPERIMENTEERHOEK

Voorbereiding

Voorzie

per groep:

• verschillende voorwerpen als reservoir: flessen, bewaardozen, kommen, bekers ...: zorg voor variatie, maar voorzie ook voorwerpen met dezelfde inhoud;

• water, mais, confetti, kiezelsteentjes, eikels, knikkers, klikblokjes ... om de reservoirs te vullen; de kaarten (KB H1.2): knip uit en lamineer voor langdurig gebruik.

Verloop

Laat de kleuters belevend exploreren met het materiaal en speel mee.

Verwoord jouw handelingen en laat de kleuters hun eigen handeling verwoorden.

Bv. Ik vul deze 2 kommen met knikkers. In deze kom zitten de minste knikkers.

Laat de volgende begrippen aan bod komen: vol, leeg, halfvol, meer, minder, veel, weinig, meest, minst.

Geef spelenderwijs allerlei opdrachten.

Bv. Deze doos is bijna vol. Kun jij ze voller maken?

Hang de kaarten aan de reservoirs.

Geef de kleuters de opdracht om de flessen, bekers, kommen ... te vullen zoals aangegeven staat.

Laat de reservoirs telkens vergelijken en besteed aandacht aan een correcte verwoording.

Als de kleuters dit onder de knie hebben, laat je hen inhoud toevoegen en wegnemen.

Hang bv. de kaart van vol aan een halfvolle fles en de kaart van leeg aan een halfvolle kom.

Geef aan dat er iets misliep en dat de kleuters ervoor moeten zorgen dat alles weer klopt.

Zet ook hier in op verwoorden.

Wat staat er op de kaart? (De fles is vol.)

Klopt dat? (Nee, de fles is halfvol.)

• Wat moet je dan doen? (water bijdoen)

Tip Indien je graag werkt met abstracte kaarten, gebruik dan de kaarten van KB H1.3 waar de vulling vervangen wordt door een blauwe kleur. Er zijn abstracte kaarten voor vol, bijna vol, halfvol, leeg en bijna leeg.

2 RAADSELSPEL

Voorbereiding Voorzie per kleuter:

een doorzichtige beker;

een kan of fles met (gekleurd) water;

per groep: een ondoorzichtig scherm;

• een bak om het water in te gieten. Voorzie voor alle kleuters dezelfde beker. Verloop

24
plaats achter het scherm. Zet een beker en een volle kan water bij je. Giet water in de beker en verwoord. Bv. Mijn beker is halfvol.
Neem
KLEUTER

AANBOD

OVERZICHT KLEUTERAANBOD

• De inspiratiemap en kopieerbladen met 55 activiteitenfiches.

• Een set van 60 vertel- en toonplaten die de activiteiten ondersteunen. De set bevat ook prenten bij ‘Hedvig en het getallenavontuur’ dat de getallen van 1 tot en met 10 aanbrengt.

• Klaspop Hedvig werkt samen met je eigen klaspop en vraagt aan de kleuters hulp bij het oplossen van wiskundige problemen.

25

Als je IJsbrekers gebruikt blijven we je ondersteunen!

1

Volg de startersopleiding om helemaal voorbereid te zijn op het nieuwe schooljaar!

Op de ondersteuningspagina vind je gegarandeerd een antwoord op jouw vraag en blijven we jou het hele schooljaar inspireren.

5

Via onze Facebookgroepen sta je in contact met leerkrachten die net als jij werken met IJsbrekers in jouw leerjaar.

We helpen jou om het maximum uit Bingel te halen.

4

We sturen jou op het juiste moment tips. Zo sta je nooit voor een verrassing!

Heb je nog vragen?

Mail naar

26
ONDERSTEUNING
2
3
ijsbrekers@vanin.be
We helpen je graag!
27

IJsbrekers

• Adaptieve oefeningen op het eiland √

• Downloadbare bestanden √

• Bingel Raket √

• Bordboek met personalisatiemogelijkheden √

• Interactieve bordlessen

• Digitale handleiding en kopieerbladen √

• Instructiefilmpjes

• Downloadbare en aanpasbare toetsen √

• Differentiatie op maat van elke leerling √

• En nog zoveel meer …

Uitgeverij VAN IN - Nijverheidsstraat 92/5 - 2160 Wommelgem

Een uitgebreid aanbod op Bingel inbegrepen in het standaardpakket per leerjaar
604202

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.