2 minute read

LEERKRACHTENMATERIAAL:

IJsbrekers wil jou comfortabel laten lesgeven. De handleiding helpt bij de rekendidactiek en zorgt voor samenhang in de rekentaal op school . De lessen zijn opgebouwd volgens het EDI-model : voordoen, samendoen, per twee, alleen.

Les 3

Onder de lestitel vind je de leerlijn, naam van het blok en de didactische laag terug.

Duidelijke doelstellingen per les.

Ik kan groeperen en inwisselen met fiches.

LESDOELEN

• Ik kan tientallen ordenen in groepjes van 10 tientallen, losse tientallen en losse eenheden.

• Ik kan een gestructureerde hoeveelheid benoemen in termen van de spilhoeveelheid (bv. 2 groepjes van 10 tientallen, 2 losse tientallen en 3 losse eenheden).

• Ik kan groepjes van 10 tientallen inwisselen voor honderdtallen.

• Ik weet dat ik de honderdtallen links van de tientallen moet leggen.

• Ik kan een gestructureerde hoeveelheid benoemen met de begrippen ‘honderdtallen, tientallen en eenheden’.

VIJF PER DAG

Optellen en aftrekken tot 100 (compenseren)

Noteer de opgaven op het bord. Laat de leerlingen de opgaven in duo oplossen door te compenseren.

Bespreek en laat de redeneringswijze toelichten.

24 + 39 = ... 38 + 28 = ... 39 + 25 = ... 62 + 28 = ...

Getalbegrip tot 100

Omschrijf enkele getallen. De leerlingen noteren het getal op hun schrijflei.

• 20 minder dan 80

5 korte herhalingsmomenten per dag.

• 5 meer dan 60

• 10 minder dan 70

• 3 minder dan 90

• 5 honderdtallen, 8 tientallen en 3 eenheden

Laat het grootste getal omkringen en het kleinste getal onderstrepen.

Meten – oppervlakte

Neem twee bladen van verschillende grootte.

Zoek in de klas drie voorwerpen waarvan de oppervlakte kleiner is dan de oppervlakte van dit blad.

Meetkunde – vormleer

Zoek op de speelplaats een voorwerp met de vorm van een cirkel, een driehoek, een rechthoek of een vierkant.

Vind je ook voorwerpen in de vorm van een kubus, een cilinder, een bol of een balk?

De verhoudingsdeling

Vertel het rekenverhaal.

Een introductie met de klas: terugblik en/of oriëntatie op de les.

Ik heb 30 snoepjes.

Ik maak snoepzakjes van 5. Hoeveel snoepzakjes maak ik?

Laat de deling noteren. Laat ze uitwerken als een herhaalde aftrekking.

Laat eventueel het rechthoekmodel met klikblokjes leggen

START

• Projecteer de honderdstructuren en het MAB-materiaal.

Voorzie per duo 5 lege honderdstructuren (KB A2.2.2), 5 honderdtallen, 50 tienstaven en 9 eenheden. Herhaal samen het inwisselen van de tientallen met MAB-materiaal.

De leerlingen nemen het getoonde aantal staafjes en blokjes, groeperen de staafjes per 10 in de honderdstructuren en wisselen de volle honderdstructuren in voor een honderdtal.

Laat de oplossing op de schrijflei noteren.

• Klik op de pijltjes om de oplossing te tonen. Bespreek en verbeter waar nodig.

• Klik op de pijltjes om de volgende opgave te tonen en ga analoog te werk.

Het lesdoel verwoorden

In deze les tel je hoeveelheden tot 1 000 op een snelle en handige manier. Je deed het al met MAB-materiaal, in deze les ga je met fiches aan de slag. Je groepeert in groepjes van 10 en 100.

Handleiding leerjaar 3

This article is from: