69
De (neuro)motorische invalshoek De hardware van ons psychomotorisch systeem bestaat uit de neurologie en de anatomie van ons lichaam. De motoriek is de interne organisatie van de bewegingen. De neuromotoriek gaat echter een niveau dieper en omvat de interne neurologische organisatie van de bewegingen. Die organisatie is niet voltooid bij de geboorte.
Van reflex tot intentioneel bewegen Een baby wordt in de regel geboren met armen en benen die kunnen bewegen in reflexmatige, niet door de wil gestuurde (intentionele) patronen. Voordat de baby zijn ledematen bewust kan sturen, is er een hele ontwikkeling nodig, waarbij het kindje de neuromotorische bedrading (de zenuwbanen en de zenuwspieroverdracht ofwel de perifere neurologie) in gebruik moet nemen en waarbij het de computer (de hersenen en het ruggenmerg of de centrale neurologie) bewust moet leren besturen en onder controle houden. Via motorische leerprocessen zet het kind de beschikbare neuromotorische mogelijkheden gaandeweg om in intentionele, of bewust naar een doel gestuurde, bewegingen. Het kind beweegt en voelt de spontane (bv. reflexmatige) bewegingen die het bij de geboorte al klaar heeft liggen. Die reflexpatronen zorgen er voor een groot deel voor dat de baby kan overleven buiten de beschermende baarmoeder en worden vanuit de evolutionair oudste hersendelen gestuurd. We onderscheiden hierbij drie types van reflexen: • Plotselinge en kortdurende reflexreacties, uitgelokt door een specifieke prikkel die plaatsvindt in het ruggenmerg, zoals de terugtrekreflex als je je hand op een hete plaat legt, of de kniepeesreflex als de dokter met een hamertje vlak onder je knie