
11 minute read
Vrijstellingen voor ex-OKAN-leerlingen
De inhoudelijke of talige achterstand van ex-OKAN-leerlingen kan zo groot zijn dat het voor de leraar moeilijk is om de tekorten in de gewone les weg te werken. In dat geval kan het aangewezen zijn om vrijstellingen toe te kennen voor bepaalde lessen of vakonderdelen gedurende een deel of het geheel van het schooljaar. Het is in ieder geval de bedoeling dat de leerling op termijn wél kan aansluiten bij de rest van de klasgroep. De regelgeving maakt een onderscheid tussen vrijstellingen van (onderdelen van) vakken voor leerlingen met een leerstoornis, hoogbegaafdheid of tijdelijke leerachterstanden enerzijds en vrijstellingen van vakken die leerlingen al succesvol hebben afgerond anderzijds.
Het schoolbestuur kan aan de klassenraad de autonomie geven om voor bepaalde programmaonderdelen een vrijstelling toe te kennen aan leerlingen die kampen met een leerstoornis, hoogbegaafdheid of tijdelijke leerachterstanden. Ex-OKAN-leerlingen vallen onder dit laatste. Het gaat enkel over vrijstellingen voor vakonderdelen. Eén uitzondering is wanneer de vrijgekomen uren worden besteed aan Nederlands. In dat geval kan ook een volledig vak vrijgesteld worden. Deze mogelijkheid laat onder meer toe dat een ex-OKAN-leerling, voor zolang de klassenraad dit nodig acht met het oog op taalbeheersing, meer uren Nederlands volgt in plaats van een ander vak(onderdeel).
De vrijgekomen uren moeten worden ingevuld met een alternatief programma dat tegemoetkomt aan de specifi eke noden van de leerling. De vrijstelling mag de fi naliteit van het structuuronderdeel niet aantasten en mag geen afbreuk doen aan de studiebekrachtiging.
In de sectie veelgestelde vragen bespreken we hoe we dit laatste kunnen interpreteren (zie hoofdstuk 4).
Voor leerlingen die bepaalde vakken al met vrucht hebben doorlopen
In het secundair onderwijs kan de toelatingsklassenraad of begeleidende klassenraad een leerling vrijstellen voor die leerstofonderdelen of vakken die de leerling al eerder met vrucht heeft doorlopen. Door de leerling vrij te stellen, komt ruimte vrij voor een gedeeltelijk alternatief programma dat qua aantal wekelijkse lesuren gelijk is aan het standaardprogramma. Dat kan bijvoorbeeld bestaan uit extra Nederlands, verdieping of remediëring. Het is niet de bedoeling dat leerlingen hiermee het traject in het secundair onderwijs versneld afleggen. Dat kan wel via de Examencommissie.
Onder meer leerlingen die blijven zitten of leerlingen die veranderen van richting kunnen hiervoor in aanmerking komen. Voor ex-OKAN-leerlingen zou je kunnen denken aan vakken die de leerling in zijn of haar thuisland al met succes heeft doorlopen, met een vergelijkbaar curriculum. Dit is evenwel niet vanzelfsprekend. Om vrijstellingen te kunnen toekennen, moet de klassenraad namelijk advies inwinnen bij de delibererende klassenraad die heeft beslist over het behalen van de leerplandoelstellingen van het vak in kwestie. Voor ex-OKAN-leerlingen betekent dat dat de klassenraad advies moet inwinnen in een buitenlandse school, wat doorgaans niet realistisch is. Als alternatief kan de school ervoor opteren om de leerling een toets voor te leggen die peilt naar de beoogde leerplandoelstellingen. In principe gaat het dan niet langer over een vrijstelling, maar over een vervroegd examen. Het vak valt met andere woorden niet weg, maar wordt vervroegd getoetst.
De basisprincipes van het schoolbeleid over ‘afwijkingen, vrijstellingen en andere flexibiliseringsmaatregelen binnen het curriculum’ zijn een verplicht onderdeel van het schoolreglement. Vrijstellingen zijn met andere woorden enkel mogelijk wanneer de mogelijkheid ook staat opgenomen in het schoolreglement. De drie secundaire scholen die we naar aanleiding van dit boek bezochten, getuigen over de context waarin en de manier waarop zij vrijstellingen mogelijk maken voor ex-OKAN-leerlingen. De Spectrumschool maakt vrijstellingen voor ex-OKAN-leerlingen mogelijk voor delen van vakken en in sommige situaties ook voor volledige vakken. De klassenraad weegt nauwgezet af of vrijstellingen al dan niet opportuun zijn en welke (delen van) vakken in aanmerking komen.
Vrijstellingen in de Spectrumschool
Vrijstellingen zijn in eerste instantie mogelijk voor leerlingen die het Nederlands nog niet meester zijn. De beheersing van het Nederlands vormt in deze situatie de prioriteit.
Voor leerlingen die het Nederlands nog onvoldoende beheersen is het niet zinvol om hen bijvoorbeeld Frans te laten volgen. Het is in eerste instantie belangrijk dat ze Nederlands kunnen lezen en schrijven. Voor hen is het mogelijk dat ze voor een deel of zelfs het volledige vak Frans worden vrijgesteld. Dan proberen we de leerling tijdens de uren Frans te laten aansluiten bij een andere klas. Zo kan de leerling bijvoorbeeld Nederlands volgen bij een parallelklas. Het is ook mogelijk dat de leerling voor een aantal uren terug naar OKAN gaat. (Erik, zorgcoördinator)
Een deel van een vak vrijstellen is ook mogelijk wanneer de leerling bepaalde leerstof al voldoende beheerst. Op die manier komt er tijd vrij voor zaken waar de leerling het moeilijk mee heeft. Ellen, vervolgschoolcoach, geeft aan dat deze overweging altijd een afweging betekent tussen enerzijds het zo goed mogelijk afstemmen van het aanbod op de mogelijkheden van de leerling en anderzijds het creëren van succeservaringen voor de leerling.
Ex-OKAN-leerlingen hebben meer dan wie ook nood aan succeservaringen. Door vrijstellingen toe te kennen, neig je ertoe hun die succeservaringen te ontnemen. We hebben bijvoorbeeld een hele lieve Afghaanse jongen. Hij is taalvaardig, receptief sterk, hij kan goed rekenen, luisteren en spreken, maar lezen en schrijven vormen een grote blokkade. De leerkracht PAV zou hem tijdens rekenen graag zelfstandig aan de slag laten gaan met taal. Maar dat is net een moment waarop die jongen blij is en succeservaringen beleeft. Lezen en schrijven is bij hem namelijk heel beladen: hij wordt kwaad en uit zijn frustraties. Ik denk in deze situatie bijvoorbeeld eerder aan het vrijstellen van andere vakonderdelen, zodat we hem die succeservaringen niet ontnemen. (Ellen, vervolgschoolcoach)
In het Guldensporencollege gaat de klassenraad voor elke ex-OKAN-leerling die vervolgonderwijs aanvat nauwgezet na of vrijstellingen wenselijk zijn.
Vrijstellingen in het Guldensporencollege
De respondenten die we konden spreken in het Guldensporencollege illustreren de praktijk van vrijstellen met de verhalen van Nasim en Aslan.
Nasim volgde OKAN in een andere school. Hij vertrok daar met het advies 4 bso Mechanica en wou zich inschrijven in het Guldensporencollege. Ik kreeg een bezorgd telefoontje van het afdelingshoofd van Mechanica. Hij zei dat het eigenlijk zinloos is
om Nasim in het vierde te laten starten. Het vierde jaar is basismechanica en eigenlijk wil Nasim Sanitair volgen. Na grondig overleg met de toelatingsklassenraad is hij uiteindelijk gestart in het vijfde jaar. Maar al snel bleek dat Frans voor hem veel te hoog gegrepen was. Met de klassenraad voor de herfstvakantie hebben we toen beslist om Nasim voor Frans vrij te stellen. (Nathalie, OKAN-coördinator)
En dan heeft een collega hier functioneel Nederlands gegeven in plaats van Frans. Dat is natuurlijk altijd de uitdaging, je moet een alternatief hebben opdat het wettelijk in orde zou zijn en opdat de klassenraad zou instemmen. Dat hoeft niet per se van ons lerarenkorps komen, dat kan ook via het aanbod in een andere school. (Ellen, vervolgschoolcoach)
Ook binnen PAV voorzien we in aanpassingen voor Nasim. Dit jaar werken we voor twee van de vier uren PAV met contractwerk. De leerlingen krijgen een reeks opdrachten in het begin van het trimester die ze tegen het einde van het trimester af moeten hebben. Voor Nasim is afgesproken dat hij niet alle opdrachten hoeft te maken. Zo heeft hij meer tijd. Er zijn meerdere opdrachten per doelstelling. Het is zo dat Nasim wel aan alle doelstellingen werkt, maar met minder opdrachten. Daarnaast mag hij ook buiten de schooluren werken aan die opdrachten, terwijl andere leerlingen dat enkel tijdens de les doen. (Tom, leraar derde graad)
Aslan zit sinds een aantal maanden in het vierde Technisch-Wetenschappen. Hij kreeg vrijstellingen voor aardrijkskunde en geschiedenis. De klassenraad nam deze beslissing op basis van de mogelijkheden én de voorkeuren van Aslan.
Aslan is gestart in januari. Het programma leek al snel te zwaar. Met de klassenraad voor de paasvakantie beslisten we om hem vrij te stellen voor Frans en Engels. Maar Aslan kon zich niet vinden in dit voorstel omdat hij net ontzettend graag Frans en Engels wil leren. Toen hebben we hem gevraagd welke vakken hij zelf zou weglaten om zijn pakket te verlichten. (Ellen, vervolgschoolcoach)
Ik verloor heel veel tijd met aardrijkskunde en geschiedenis; eigenlijk al die vakken waarbij je alles uit het hoofd moet leren en waarvan ik niet veel begrijp. Dus ik heb gevraagd om dat te laten vallen in plaats van Frans en Engels. (Aslan, leerling vierde jaar Technisch-Wetenschappen)
We hebben altijd een gesprek met de leerling want uiteindelijk moeten ze er zelf achter staan. Ik geloof echt dat het beter is om mét de leerling te praten dan om óver de leerling te praten. Dan hebben we dit voorgelegd aan de directie en is beslist om Aslans voorstel te volgen en aardrijkskunde en geschiedenis weg te laten. Ter vervanging volgt Aslan bijles op woensdagnamiddag bij een vrijwilliger van Auxilia*. Deze bijles bestaat vooral uit preteaching van moeilijke termen en het leren begrijpen van Nederlandstalige vraagstukken voor het vak wiskunde. (Ellen, vervolgschoolcoach)
Het vrijstellen van een volledig vak gebeurt voornamelijk in de derde graad. Ellen legt uit waarom.
Wanneer je een leerling bijvoorbeeld vrijstelt in de tweede graad, neem je ook al een beslissing voor dat vak in de derde graad. Je neemt dus eigenlijk ook al beslissingen voor toekomstige leerkrachten van die leerling. Dat is moeilijk. Daarom geven we zelden een vrijstelling voor een volledig vak in de tweede graad. Dan gaat het om kortere periodes of delen van vakken. (Ellen, vervolgschoolcoach)
Myriam duidt op een belangrijke valkuil van vrijstellingen: om de klaspraktijk draaglijk te houden, verkiezen sommige leerkrachten een vrijstelling boven binnenklasdifferentiatie.
Leerkrachten hebben het vaak moeilijk om aan de grote verschillen tegemoet te komen in de klas. Als je voor een bso-klas staat en je hebt daar – ik zeg maar iets – achttien leerlingen van verschillende niveaus, leerlingen die veel sterker zijn dan anderen, leerlingen die uit het buitengewoon onderwijs komen en leerlingen met een taalprobleem, dan stel je vast dat leerkrachten dat niet zien zitten. Het is dan soms makkelijker om te zeggen: ‘Je hoeft een vak niet te volgen.’ (Myriam, directeur tweede graad)
Vanwege het bovenstaande zoekt de school naar aangepaste structuren die meer doorgedreven differentiatie mogelijk maken. Op het tijdstip van ons bezoek verkende Myriam bijvoorbeeld de mogelijkheid om de leerlingen in bso voor de algemene vakken in twee in plaats van acht klassen te verdelen over meerdere leraren. (Zie paragraaf 2.2 van dit hoofdstuk, over niveaugroepen in het Guldensporencollege.)
In COLOMAplus zijn vrijstellingen voor een volledig vak in principe niet mogelijk. Dat werd op het niveau van de scholengemeenschap afgesproken. De GOK-coördinator en de vervolgschoolcoach die we spraken, maken duidelijk dat het al dan niet toekennen van vrijstellingen echter geen zwart-witverhaal is.
Vrijstellingen in COLOMAplus
Kristien legt uit dat je niet om vrijstellingen heen kunt. Zelfs al geef je ex-OKAN-leerlingen geen expliciete vrijstelling binnen het leerjaargebonden curriculum, onrechtstreeks stel je ze vrij voor alles wat voorafging.
Een 17-jarige leerling die uit Syrië komt en daar geen school heeft gelopen, die zit voor wiskunde op het niveau tweede leerjaar. Dan komt die leerling hier binnen in het vierde middelbaar. Al wat vooraf is gegaan, ontbreekt. We kunnen uiteraard nooit verwachten van die leraar of van die leerling dat alle leerstof ingehaald wordt. De leerling zal sowieso afstuderen met een beperktere kennis van wiskunde. (Kristien, GOK-coördinator)
Anne maakt aan de hand van het verhaal van Samira duidelijk dat een flexibel traject met vrijstellingen vaak de enige optie is om een ex-OKAN-leerling maximale leerkansen te bieden, ook wanneer dit in principe niet mogelijk is binnen de scholengemeenschap.
Ik was onlangs op een portretterende klassenraad op deze school voor Samira, een meisje uit Guinee. Toen ze in België aankwam was ze achttien en analfabeet. Ze heeft een jaar volwassenenonderwijs gevolgd waar ze onder andere een basiskennis Nederlands kon verwerven. Daarna schreef ze zich in voor het vijfde jaar Koken hier op deze school. De directie contacteerde mij met de vraag naar mijn advies. Op haar vorige school bleek haar niveau Nederlands nog mager. En ook hier op school ging het de eerste weken niet goed. Een paar weken geleden werd naar aanleiding van haar situatie een spoedklassenraad bijeengeroepen, waar ik ook bij was. Alle leerkrachten dachten actief na hoe we Samira zo goed mogelijk kunnen helpen. We hebben een traject uitgestippeld met een combinatie van praktijkvakken en taal; een hele puzzel. Samira zal sowieso geen attest behalen dit jaar. Dat heb ik aan haar en haar papa duidelijk gemaakt. Het doel is dat ze zo veel mogelijk ervaring opdoet. Ondertussen is ze al 19. Maar goed, dit is dus officieel geen flexibel leertraject. Want om dit toe te laten moet dit goedgekeurd zijn door het schoolbestuur. Het gebeurt dus niet officieel maar wel officieus, want het kan ook niet anders. Je kunt zo’n leerling onmogelijk aan haar lot overlaten. (Anne, vervolgschoolcoach)
Door de leerling vrij te stellen, komt ruimte vrij voor een gedeeltelijk alternatief programma.
— Wendy Peerlings
Pyschomotorische ontwikkeling en remediërend leren — Effectief leren door te doen. Wendy Peerlings

€ 49,99 | paperback | verschenen | 17cm x 24cm | 644 pp. | isbn 978 94 014 6968 5 Bestellen? Ga naar www.lannoocampus.be