ALGEMEEN
Praat met anderen wanneer je dagen of weken na het ongeval er steeds maar aan blijft denken. Praat bij voorkeur met hulpverleners die er ook bij waren. Als dit niet mogelijk is of onvoldoende helpt, kun je via je huisarts professionele hulp zoeken.
Bij de omstanders Het zien van een ongeval kan bij omstanders diverse reacties veroorzaken, zoals schrikken, zweten, gespannen zijn of in paniek raken. Maar ook hinderlijk in de weg lopen, schelden of ander agressief gedrag kan voorkomen. In dit soort situaties komt het erop aan dat je als eerstehulpverlener rustig blijft. Soms kan het helpen om deze omstanders in te schakelen bij de hulpverlening. Het kan zijn dat de reacties van de omstanders het je onmogelijk maken om hulp te verlenen. Bewaar dan je geduld; boos worden werkt averechts en kan je zelfs in gevaar brengen. Mensen die in paniek zijn, moeten worden afgeleid en gekalmeerd. Soms is het nodig deze mensen apart te nemen om uitbreiding van paniek te voorkomen. Mensen in paniek kunnen niet helpen bij het verlenen van eerste hulp. Een groep mensen is minder geneigd om te helpen bij een ongeval dan een enkeling. Iedereen lijkt te wachten tot iemand het initiatief neemt. Neem als eerstehulpverlener het initiatief en spreek iemand uit de groep rechtstreeks aan wanneer je assistentie nodig hebt.
19