Info Garage december 2021

Page 35

MILIEU Einde van een lijdensweg

Garage Phlips heeft de site op de Torhoutsesteenweg in Oostende gebruikt van 1 juli 2006 tot 4 november 2007, een korte periode dus. De ondergrondse olietank voor afvalolie die daar aanwezig was, werd door hen niet gebruikt, maar wel door de toenmalige eigenaar Ostend Motors bvba die er exploitant was tussen 1982 en 2006. Tussen 1996 en 2006 zijn drie oriënterende bodemonderzoeken uitgevoerd. Daarbij werd geen verontreiniging vastgesteld. Toen in 2008 weer een oriënterend bodemonderzoek werd uitgevoerd, bij het einde van de exploitatie van Garage Phlips, was er wel sprake van verontreiniging. De logische conclusie was dat Garage Phlips daarvoor verantwoordelijk was. Zaakvoerder Karl Phlips hield vol dat zijn bedrijf de olietank niet had gebruikt maar dat kon niet baten. De verontreiniging werd als ‘nieuw’ gecatalogeerd en dus aan Phlips toegeschreven. Dit betekent dat saneren verplicht was voor Phlips. Met de steun van een gespecialiseerd advocatenbureau heeft Phlips een aanvraag tot vrijstelling van deze saneringsplicht ingediend. In januari 2009 werd deze vrijstelling aanvaard maar na beroep heeft de Raad van State in juni 2013 echter beslist dat Phlips toch verplicht was om te saneren. Hierdoor was Phlips verplicht over te gaan tot een beschrijvend bodemonderzoek (BBO) waarbij de plaats en de aard van de vervuiling precies wordt onderzocht. In 2014 is hiervan de eerste fase uitgevoerd. Hiermee was de verontreiniging nog niet afgebakend en het grondwater was evenmin onderzocht. Bijgevolg werd dat onderzoek door OVAM niet conform verklaard. In oktober 2020 sluit Phlips zich aan bij Tersana. De eerste opdracht van Tersana was het uitvoeren van een beschrijvend bodemonderzoek. Hiermee

werd reeds gestart in februari 2021, verteld ons Edgard vanden Broek, Technisch Manager bij Tersana. De verontreiniging nabij de afvalolietank werd in detail onderzocht. De extreem hoge waarde die vroeger werd aangetroffen, werd niet meer bevestigd met als besluit dat het oude resultaat niet correct was. Bovendien kon worden aangetoond dat de verontreiniging slechts zeer lokaal aanwezig was en dat er in het grondwater geen sporen waren. Aanvullend gaf Tersana opdracht aan de bodemsaneringsdeskundige het historisch onderzoek opnieuw uit te voeren en de eerdere bodemonderzoeken uit te pluizen. Hierdoor kwam Tersana tot het besluit dat de verontreiniging al aanwezig was vóór het incident van 2006 en dat ze als ‘gemengd overwegend historisch’ diende te worden beschouwd. Aan Phlips kon hierop het geweldige nieuws worden meegedeeld dat het zelfs niet nodig was om te saneren. Edgard Vanden Boer, technisch manager bij Tersana: “Dankzij Tersana en een uitstekende bodemsaneringsdeskundige kwam er zo op zeer korte tijd een einde aan de lijdensweg van Phlips met een verontreiniging waar ze zelf geen schuld aan had.”

Oriënterend bodemonderzoek verplicht

OVAM (Openbare Vlaamse Afvalstoffen Maatschappij) schat dat er in Vlaanderen 9.000 bedrijven actief zijn als garage, carrosseriebedrijf of werkplaats voor landbouwmachines. Deze bedrijven zijn verplicht om minstens om de 20 jaar een oriënterend bodemonderzoek of een OBO te laten uitvoeren. Is

het bedrijf voor 1 juni 2008 van start gegaan, dan moest al een eerste OBO gebeurd zijn. Is dat niet uitgevoerd, dan is het bedrijf in overtreding en stellen ze zich best zo snel mogelijk in regel. Bedrijven die na 1 juni 2008 hun activiteiten zijn gestart, moeten 12 jaar na de start van de exploitatie een OBO laten uitvoeren. Als bij het OBO verontreiniging is vastgesteld, dan is een beschrijvend bodemonderzoek of BBO nodig. Dit onderzoek brengt de precieze aard en de omvang van de ver-

ontreiniging in kaart. Afhankelijk van het resultaat zal een sanering zich opdringen. In dit hele proces kan de vzw Tersana bijstand verlenen zowel financieel –door subsidies van 40%- als met advies en ondersteuning. Bedrijven die zich willen aansluiten bij Tersana, moeten een goedgekeurd oriënterend bodemonderzoek (OBO) kunnen voorleggen. Daarmee wordt bedoeld een eerste bodemonderzoek dat moet bepalen of er al dan niet vervuiling is.

Tersana maakt oriënterend bodemonderzoek makkelijker

Na een screening van de sector heeft Tersana vastgesteld dat het overgrote deel van de bedrijven nog geen oriënterend bodemonderzoek (OBO) heeft laten uitvoeren, ook al zijn ze daartoe verplicht. Ilse Vervloet (Algemeen directeur van Tersana): “Heel wat bedrijven weten niet of hun terrein verontreinigd is en dat is een probleem. Hierdoor riskeren ze 40% subsidies mis te lopen voor de sanering. Ze hebben er baat bij om zich bij Tersana aan te sluiten. Wij staan aan hun kant, de kant van de klant.” Omdat heel wat bedrijven zich niet bewust zijn van de verplichting van een oriënterend bodemonderzoek, heeft Tersana alle bodemsaneringsdeskundigen gecontacteerd met de vraag om samen een project op te zetten waarbij een OBO wordt vergemakkelijkt. 25 onder hen willen daaraan meewerken. Deze bodemsaneringsdeskundigen werken volgens de standaardofferte en een duidelijk kwaliteitskader. Tersana geeft aan het bedrijf de coördinaten van drie bodemsaneringsdeskundigen en zij garanderen om binnen drie weken een offerte te maken. De garagist maakt zijn keuze uit die drie deskundigen. Indien gewenst kan Tersana daarbij helpen. Daarnaast zal Tersana de garage € 1.400 voorschieten als er verontreiniging is ten gevolge van de activiteit en als aan een aantal voorwaarden is voldaan.

Vlnr: dhr Edgard vanden Boer en mevr Ilse Vervloet (Algemeen Directeur van Tersana December 2021

Info GARAGE 35


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.
Info Garage december 2021 by mediasurplus - Issuu