Kunstletters #016

Page 1

Kunstletters

JANUARI • MAART 2022

#016


Inhoudstafel Achter de cover | Jesse Tomballe 02 Mijn favoriet | Femke Vanbelle - Circumstance 04 Tentotips 06 Mijn ritueel | Philippe Badert 10 Vers talent | Fran Van Coppenolle 13 In de maak | Kristof Van Heeschvelde 19 Boekentips | Ballroom Gallery 25 Carte Blanche | Maarten De Naeyer 26 Kunstenaarsboek | Tina De Souter 28 In het atelier | Anne Van Outryve 34 Een dag uit het leven | Eliza Pepermans

42

Nieuw bij Kunst in Huis | Nina Plantefève-Castryck 44 Beeld | De keuze van Katleen Vinck: Sam Dendooven / Ronny Broeckx

46

Zelfportret | Martha Vanhoof 50 Colofon 51

Achter de cover Jesse Tomballe

Kunstwerkt zet jouw werk graag in de kijker. Ook in dit blad. En zelfs op de cover. Voor dit nummer viel ons oog op ‘Fermette’, een schilderij van Jesse Tomballe.

02

AC H T E R D E C OV E R


Jesse: ‘De woningen in een villawijk in de buurt van het Middelheimpark in Antwerpen trokken altijd al mijn aandacht. Ik vond ze fascinerend, niet om hun esthetische kwaliteiten, maar wel door hun typerende bouwstijl. De daken zijn vaak uit riet opgetrokken en hebben soms bizarre, onregelmatige vormen. Aan de buitenkant is zo nu en dan de houten structuur zichtbaar, met verrassende patronen. Deze indrukken gaven de aanzet voor een kleine serie schilderijen, waaronder ‘Fermette’, het werk op de cover. Het woord ‘fermette’ is wellicht niet de correcte benaming voor dit type huizen. Maar ik gebruik het graag, omwille van de verwantschap die ik er eerder al mee had, in een reeks imaginaire portretten. Ik had het idee om de karakteristieke kenmerken van een fermette te combineren met een portret. Dus tekende ik een figuur met een strooien hoedje en gaf die een kostuum met een houten motief. Ik speelde verder met het idee en draaide het om door een portret te maken van een fermette. Ik schetste een reeks kleine ontwerpen

J E S S E TO M B A L L E

en vertaalde een paar ideeën naar een schilderij. In die werken stak ik bewust verwijzingen naar kenmerken uit de portretkunst, zoals het formaat, de kadrering of het gebruik van achtergrond. ‘Fermette’ kan je opvatten als een busteportret. De onderkant van het huis is niet zichtbaar. Net zoals je bij bustes niet de volledige romp ziet. Op de achtergrond is een klein wapenschild te zien. Ik ontleende het aan een portret van de Hollandse Meester Frans Hals, een werk dat ik tijdens mijn studietijd kopieerde. Mijn bedoeling was om objecten een menselijk karakter te geven. Na enkele variaties op het thema kreeg ik heimwee naar figuren en stopte ik met deze serie.

Sindsdien leg ik mij terug toe op het schilderen van portretten en figuren. Het thema ‘portret’ vormt de rode draad in mijn werk. Zo zoek ik altijd hoe ik dit zowel inhoudelijk als beeldend verder kan uitdiepen. Ik werk vooral met olieverf op doek of paneel, een eeuwenoude techniek. Al denk ik dat mijn kleurgebruik en manier van schilderen stilaan een persoonlijke signatuur dragen.

JESSE TOMBALLE °1986 Woont en werkt in Antwerpen. Studeerde Schilderkunst aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten, Antwerpen.

03


Mijn favoriet CIRCUMSTANCE - OUR BROKEN VOICE

In deze rubriek vertelt een ‘vriend(in) van Kunstwerkt’ over een beeldend werk dat een diepe indruk heeft nagelaten. Deze keer: Femke Vanbelle. Met haar grafisch bureau bloudruk meet zij elk nummer van Kunstletters een knap vormgegeven jasje aan.

Femke: ‘‘Ik heb altijd een bijzondere interesse gehad in participatieve kunstprojecten die leiden tot een vergankelijke, visuele schoonheid. Het werk is de handeling zelf of de relatie die ontstaat. De Franse curator en theoreticus Nicolas Bourriaud noemt het ’relationele esthetiek’ en schreef er een gelijknamig boek over. In oktober 2011 nam ik tijdens het Almost Cinema festival van Vooruit in Gent deel aan ‘Our Broken Voice’. Die geluidswandeling was een project van Duncan Speakman, Tassos Stevens, Sarah Anderson en Emilie Grenier, samen het collectief Circumstance. ‘Our Broken Voice’ was een subtlemob, ofwel een onzichtbare flashmob. Kort voor de cinematic experience (want zo omschrijf je dit nog het best) kreeg elke deelnemer een mp3-fragment, inclusief datum, uur en plaats. Gewapend met hoofdtelefoon snelde ik op mijn fiets richting Sint-Pietersstation. Ik diende er op tijd op play te drukken. De hoofdinstructie: ‘try to remain invisible’. Meteen werd ik ondergedompeld in een warm bad van muziek en een intrigerende stem. Het voelde alsof ik, midden in de drukte, uit het alledaagse werd getild en terechtkwam in een nieuw verhaal, een parallelle wereld. En dat allemaal aan de hand van een filmisch geluidsfragment. Speakman en zijn team namen mij en honderden anderen mee langs soundscapes en een unieke verhaallijn. Op een poëtische manier integreerde het verhaal zich in de werkelijkheid rondom ons, zodat je als deelnemer de gewaarwording kreeg van een groter geheel. Bijna alsof je door een film wandelt met nietsvermoedende figuranten. Doorheen de audiowandeling moest je kleine acties uitvoeren. Terwijl ik incognito doorheen de wandelgangen liep, begon ik plots subtiele, ritmische gelijkenissen waar te nemen: tientallen mensen namen in één vingerknip een haastige tred de trappen omhoog naar het perron. Zo zag ik het verhaal sluimerend tot leven komen. De deelnemers beschikten over mp3-fragmenten met verschillende verhaallijnen.

© Illustratie: Flore Deman

04

M I J N FAVO R I E T


Maar die klikten plots magisch als puzzelstukken in elkaar. Het resultaat: ik kreeg de instructie om te rennen en zag honderden onbekenden midden een slenterende massa pendelaars plots hetzelfde doen. Het bezorgde me kippenvel en het gevoel dat ik de hele wereld aankon. Er was geen museum, geen camera, geen toeschouwer: alleen de performance, uitgevoerd door het publiek. Jij bent het werk. Jij en honderden onbekenden. Je vormt één geënsceneerde massa op een evenement dat ontsnapt aan het bewustzijn van de ander. Iedereen tegelijk, maar onzichtbaar. Dat is het krachtigste dat ik ooit vond in een werk.’

F E M K E VA N B E L L E

Foto’s: Reinout Hiel

05


Tentotips

CA R L D E K E Y Z E R In 1990 trok Magnumfotograaf Carl De Keyzer (°1958) een jaar lang doorheen de Verenigde Staten om religieuze groeperingen in beeld te brengen. Dertig jaar later besloot hij om sommige plaatsen opnieuw te bezoeken, om na te gaan wat er is veranderd. De grote evangelisten zoals Billy Graham zijn verdwenen, de meeste religieuze themaparken zijn gesloten en het algemene kerkbezoek is afgenomen. Maar fenomenen zoals Scientology en veel niet-confessionele groepen doen het elk jaar beter. De Keyzer toont in deze expo een selectie uit beide fotoreeksen van zijn roadtrips. Ze vormen een uniek tijdsdocument dat toont hoezeer God nog steeds deel uitmaakt van de Amerikaanse ziel.

Carl De Keyzer, Bike week, Daytona Beach, Florida 2019

Carl De Keyzer - God, Inc. I + II Geeraard de Duivelsteen, Gent. Tot 28 februari 2022.

B E AT R I Z G O N Z Á L E Z Beatriz González (°1932) is de éminence grise van de Colombiaanse kunst en één van de invloedrijkste kunstenaars van Latijns-Amerika. Haar schilderijen, tekeningen, drukwerken en meubelsculpturen weerspiegelen de politieke en maatschappelijke verhoudingen in haar land. Ze houdt herinneringen levend aan historische, vaak verzwegen gebeurtenissen. De artistieke vocabulaire van González bestaat uit harde onderwerpen als guerrillageweld, drugshandel, corruptie en toenemende wreedheden en incidenten in Colombia. Een rijke verzameling krantenknipsels en tijdschriften vormt de basis van haar indringende schilderijen, tekeningen en drukwerken. Verdwijningen, slachtoffers van geweld, collectieve rouw, gedwongen migraties: de kunst van González legt de vinger op wonden, waar woorden tekort schieten. Beatriz González - Cargueros de Bucaramanga Museum de Pont, Tilburg. Tot 6 februari 2022. Beatriz González, Papel de colgadura desplazados (Displaced Wallpaper), 2017, collectie De Pont museum, Tilburg

06

T E N TOT I P S


R I C H A R D LO N G Richard Long (°1945) is al sinds de jaren 60 onvermoeid op pad. Hij heeft van wandelen zijn kunstmedium gemaakt, met de natuur en verwilderde landschappen als belangrijkste inspiratiebronnen. Tijdens zijn ontelbare lange wandeltochten verzamelt de Britse kunstenaar stenen, rotsfragmenten of wrakhout. Met die vondsten maakt hij grote ruimtelijke werken. Hij hanteert daarbij klassieke geometrische vormen zoals lijnen en cirkels en maakt zijn sculpturen vaak gewoon ter plaatse, tijdens een wandeltocht. Zo vormen ze sporen van doorgang en transformatie. Elke ingreep kan je zien als een teken van het bestaan van de kunstenaar en van zijn verplaatsingen in tijd en ruimte. In M kleefde hij groene, rode en zwarte letters op een witte muur: ‘Sitting still looking out to sea for a time each day for thirty-one days.’ Zoals Long naar de zee kijkt, zo nodigt hij het publiek uit om naar zijn kunst te kijken. Stenen vormen een landschap, platgelopen gras wordt een lijn, modder tegen de muur is een ondergaande zon. Zo is elk kunstwerk een metafoor voor vergankelijkheid. Richard Long M, Leuven. Tot 20 maart 2022.

© M Leuven, foto: Dirk Pauwels

T E N TOT I P S

07


ST R O O K Het project ‘Mind the Artist’ van Musea Brugge verbindt kunstenaars die tijdens de pandemiecrisis noodgedwongen in de luwte moesten werken en toont hun werk in dialoog met de museumcollecties. Stefaan De Croock (°1982), beter bekend als Strook, maakte nieuw werk dat hij presenteert op drie historische plekken in Brugge. Zo ‘samplede’ hij de patina en de ziel van de Onze-Lieve-Vrouwekerk, de zolder van het middeleeuwse Sint-Janshospitaal en het Groeningemuseum. Hij ving de onzichtbare geschiedenissen van die plaatsen door afgietsels van stukjes vloer uit de locaties te maken. Die zette hij om tot werk in keramiek: een portret waarin de eeuwenoude verhalen van die locaties - letterlijk - gebakken zijn. Strook werkt vaak met afgedankt, verweerd hout. Schroothout uit een leegstaande scheepswerf uit Gdańsk, combineert hij met hout van een bar in Kortrijk of restmateriaal uit de Sint-Baafs Kathedraal in Gent. De kleuren, de verf en het reliëf vormen een esthetische afdruk van alles wat het materiaal ooit doorstaan heeft. Strook bezorgt ze een tweede leven in gelaagde en betekenisvolle sculpturen en installaties. Strook - It’s only a matter of time Groeningemuseum, O.L.V.-kerk en Sint Janshospitaal, Brugge. Tot 6 maart 2022.

P I CA S S O - G I AC O M E T T I Deze tentoonstelling brengt de relatie tussen twee grootmeesters aan het licht. Pablo Picasso (1881-1973) en Alberto Giacometti (19011966) hadden een enorme waardering voor elkaars werk. Ze ontwikkelden een bijzondere vriendschap, ondanks een leeftijdsverschil van twintig jaar. Museum Voorlinden toont de verrassende overeenkomsten tussen de twee kunstenaars en de manier waarop ze elkaar inspireerden en uitdaagden.

Alberto Giacometti, Le Nez, 1947, Fondation Giacometti © Succession Alberto Giacometti / ADAGP, Paris, 2021 Pablo Picasso, Figure: projet pour un monument à Apollinaire, 1928. Musée national Picasso-Paris © Succession Picasso 2021. Foto: © RMN-Grand Palais (Musée national Picasso-Paris) © Adrien Didierjean

08

Vanaf hun eerste ontmoeting in 1931 wisselden de twee voortdurend ideeën uit. Ze verkenden het surrealisme in de jaren 30 en voerden eindeloze gesprekken na 1945 over de moeizame terugkeer naar het realisme. Picasso en Giacometti sloegen elk nieuwe wegen in, onderzochten hoe het maken van kunst zich verhoudt tot de werkelijkheid en vonden daarvoor elk een eigen vorm. Picasso - Giacometti Museum Voorlinden, Wassenaar. Tot 13 februari 2022.

T E N TOT I P S


Laure Prouvost, film still, HD video, 2019. Courtesy of the artist, Galerie Nathalie Obadia (Paris - Bruxelles), Galerie carlier | gebauer (Berlin) & Lisson Gallery (London - New York)

L AU R E P R O U VO ST De Franse kunstenares Laure Prouvost (°1978) kreeg massale aandacht toen ze in 2013 de prestigieuze Turner Prize won. In 2019 bevestigde ze haar status met feeërieke installaties tijdens de Biënnale van Venetië en een indrukwekkende tentoonstelling in het Antwerpse M HKA. Haar nieuwste project dat ze nu in het Bonnefantenmuseum toont, neemt je mee in een droomwereld, overladen met humoristische dubbele bodems. Prouvost nodigt je uit om op zoek te gaan naar de dingen die ons verbinden ondanks onze verschillen, ongeacht onze leeftijd, taal of herkomst. Behalve dromerig is haar werk ook scherp activistisch. Daarbij neemt taal een belangrijke plaats in. Haar werk gaat vaak over miscommunicatie, waarbij ze verhalen en associaties van woorden,

T E N TOT I P S

beelden en betekenissen in de war schopt. Ze gebruikt daarvoor heel uiteenlopende kunstvormen. Geblazen glas, geweven tapijten, epoxy, video: Prouvost zet alle middelen in in haar zoektocht naar een ideaal ‘ergens anders’. Laure Prouvost - Deep See Blue Surrounding You / Vois Ce Bleu Profond Te Fondre. Bonnefantenmuseum, Maastricht. Tot 15 mei 2022.

Tekst: André De Nys

09


Mijn ritueel PHILIPPE BADERT

Welke bijzondere gewoontes houdt een kunstenaar er bij het werkproces op na? Nieuwsgierig gaan we op zoek naar die geheime rituelen. Dit keer: Philippe Badert.

Philippe: ‘Ik stond er niet zo bij stil, maar ik denk wel dat ik vaak dezelfde werkmethodes gebruik en routines handhaaf. Ik zoek beelden in tijdschriften, kranten, familiealbums of online. Als ik een beeld heb gevonden, zet ik het om naar een blauwdruk. Die vormt de basis voor een schilderij. Voor het maken van een blauwdruk moet de zon schijnen, want de ontwikkeling gebeurt door zonlicht. Afhankelijk van de ontwikkelingstijd en de sterkte van de zon krijg je een ander resultaat. Het levert altijd een spannend moment op en voelt een beetje zoals een cadeautje openmaken. Als de zon niet schijnt, bewerk ik foto’s digitaal. Door die voorbereidingen ben ik in mijn hoofd al sterk aan het schilderij aan het werken. Ik probeer verschillende composities en kleuren uit vooraleer ik begin te schilderen. Ook die handelingen brengen me sterk in ‘the zone’. Ik schilder thuis. Ik sta op, drink een koffie en trek naar mijn atelier. Daar zet ik de radio op en ga aan het werk. Tijdens of net na het schilderen zit ik soms in een kortstondige fase van immens geluk. Dat leidt soms tot een vreugdedansje. Maar als het tegenzit, drenk ik een vod in white spirit en veeg alles af. En dan begin ik opnieuw.’

Tekst: Annemie Vingerhoets

10

MIJN RITUEEL


PHILIPPE BADERT °1962 Woont en werkt in Oostende. Volgde schilderkunst aan Kunstacademie aan Zee, Oostende. You talkin’ to me?, 100 x 70 cm

PHILIPPE BADERT

11


De Japanse fotograaf Osamu Yokonami (°1967) onderzoekt in zijn fotowerk thema’s als identiteit en culturele homogeniteit. Cultuurcentrum Hasselt toont tot 6 maart 2022 een stevige greep uit drie fotoreeksen waarvoor hij duizend portretten van kinderen maakte. Terwijl ze gefocust raken op het balanceren van het fruit, geven de gezichtsuitdrukkingen van de kinderen, voor een ogenblik, onbewust een inkijk in hun persoonlijkheid. © Osamu Yokonami

12 I S A B E AU G O D D É


Vers talent F R A N VA N C O P P E N O L L E

In een loods op een grote boerderij, midden de uitgestrekte velden van WestVlaanderen, valt er tussen de tractoren en mestvorken iets anders op. De kleurrijke sculpturen van Fran Van Coppenolle vormen er een uitbundige aanwezigheid. Tussen akkers en weilanden vond Fran hier de plek om snel, veel en groots te werken, weg van de stad. Welkom op Ludwigshaven.

Foto: Seppe Elewaut

V E R S TA L E N T

13


Fran: ‘Ludwigshaven, dat is mijn ankerpunt. De plek is vernoemd naar mijn papa Ludwig. Hij woont en werkt hier. Dit is zijn haven. Mijn lief heeft hier ook zijn atelier, in een schuur iets verder op het domein. Ik maakte een Instagramaccount van onze werkplek. Zo kan ik hier blijven werken en moet ik niet naar een stad om mensen te vertellen wat we hier precies doen. Ik kan mijn werkplek met foto’s en video’s kaderen’. Ik volgde een Master Beeldhouwkunst aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen. Mijn werkplek was daar veel te klein. Corona zorgde in dat opzicht voor een positieve wending.

Ik trok naar huis en werkte daar verder. Ik haalde alle rommel uit de loods, de tractoren kregen een andere plek, en ik installeerde mijn atelier hier. Eindelijk kon ik groot gaan werken. Op het einde van het academiejaar nam ik al mijn nieuwe werken van hier mee en dropte ze op de Graduation Show in Antwerpen. Zo is mijn werk op korte tijd enorm geëvolueerd. Ik heb nood aan fysiek werk dat me echt uitput. Stilzitten is niets voor mij. Uren op een stoel in een klaslokaal, daar werd ik echt ongelukkig van. Na de middelbare school trok ik naar KASK in Gent, met een erg romantisch beeld van het kunstenaarschap in mijn hoofd. De prachtige werkruimtes op de Bijlokesite versterkten die kijk. Nu, vier jaar later, ben ik die romantische kijk wel wat verloren. Ik besef dat het kunstenaarschap vooral een manier is om in het leven te staan. Ik focus me op het poëtische van objecten, handelingen of manieren. Daar haal ik veel voldoening uit. Met dezelfde ingesteldheid waarmee ik een moestuin aanleg, maak ik een sculptuur. Het is voor mij erg belangrijk dat ik ruimtelijk werk kan maken, iets waarbij je snel resultaat ziet. Een beetje zoals bij de afwas doen (lacht). Als een sculptuur er is, kan je er niet omheen, die is zo aanwezig. Dat spreekt me enorm aan. Het is zo fijn om bij aankomst in de loods meteen een overzicht te zien van waar ik mee bezig ben. Mijn beelden zijn als een driedimensionaal dagboek.

Ik leef volgens het principe dat alles komt zoals het moet komen: mensen, tentoonstellingen, materiaal waar ik mee werk. Ik gebruik veel restmateriaal. Zo werk ik nu aan een sculptuur met planken die in verstek zijn gezaagd om een dak te maken. Het mooie rode randje aan de binnenkant viel me meteen op. Een ander werk maakte ik met wegversperringsmateriaal, dat ik aan elkaar niette. Het is interessant om het op die manier anoniem te maken. Maar ik wil geen verhaal vertellen met mijn materiaalkeuze. Het gaat mij meer om de esthetica, de kleuren en de vormen. Ik heb graag dat je als kijker in een werk eerst een logisch geheel ziet, om pas later te ontdekken dat er een bedovertrek in verwerkt zit (lacht). Naaien, lassen, houtbewerken, lijmen, metaal buigen, vilten, ik doe het allemaal. De technieken die ik toepas, hangen af van wat het materiaal nodig heeft. Als ik stukken plastiek wil verbinden, dan ga ik op zoek naar de mooiste manier en vraag ik me af of ik een duidelijke of subtiele verbinding wil. Afhankelijk daarvan ga ik dan bijvoorbeeld naaien met een opvallende kleur, of het materiaal versmelten. Zo werk ik ook met verf: soms schilder ik de sculptuur voor de helft, soms helemaal. Zo wil ik de balans tussen onaf en design fris houden. Ik probeer te tekenen in 3D en focus op de kleuren en de spanning. Het schetsmatige is enorm belangrijk. Mijn werk zit eigenlijk vol foutjes. Als je goed kijkt, zie je het ene foutje na het andere.’

Foto: Seppe Elewaut

14

V E R S TA L E N T


Foto: Seppe Elewaut

F R A N VA N C O P P E N O L L E

15


Foto: Tom Van Hee

‘Symmetrie is sterk aanwezig is in mijn werk, waardoor mijn sculpturen functionele objecten lijken. Met symmetrie kan je levendigheid en functionaliteit suggereren. Net zoals een bloem, plant of gereedschap ook vaak symmetrisch zijn. Ik misleid de kijker graag door hiermee te spelen en schijnsymmetrie in mijn sculpturen te stoppen. Ik naai een stuk stof niet of verf maar één kant van een object. Ik wil iets heel gedefinieerd maken, zodat het lijkt alsof mijn sculpturen een lichaam hebben, waar spanning op zit: organismes die gegroeid zijn vanuit een kern. Alsof er een DNA was dat hen dicteerde. Vorm, textuur, kleur, volume en leegheid gedragen zich met een eigen anatomie.’

Foto: Tom Van Hee

16

V E R S TA L E N T


‘Ik heb veel gekeken naar het werk van oude meesters, zoals Calder, El Lissitzky, Arp, Picasso, Miro – naar wie ik mijn hond heb vernoemd. Ook architectuur interesseert me. En natuurlijk beïnvloedt ook de locatie van mijn atelier mijn werk. In een stad zou ik dit soort werk helemaal niet maken. Ik kan er niet goed creëren. Er is in een stad al zo veel te zien, wat moet ik daar nog aan toevoegen? Een stad is één en al sculptuur. Doordat ik hier in een uitgestrekte omgeving leef, kan ik veel ruimte in mijn sculpturen stoppen. Hier in Ludwigshaven heb ik echt het gevoel dat ik een meerwaarde ben. Hier oogst ik mijn beelden. Soms zie ik mezelf als een kunstboer, ik ben aan het zaaien en oogst kleurrijke bloemen: mijn sculpturen. (lacht)’ ‘De laatste jaren ben ik veel zekerder geworden over mijn werk. Tentoonstellingen opzetten en werk verkopen hielpen daarbij. Door ervaring op te doen bij het exposeren, ben ik beter geworden in een compositie maken in de ruimte. Ik maak bewuster een verbinding tussen mijn beelden. Ik gebruik ook meer fotografie en film om beslissingen te nemen over vormen. Door het filmen zie ik vormelijke aspecten anders. Met fotografie creëer ik een afstand tot vorm en kleur, waardoor ik een volgende stap beter kan inschatten.’

‘Het is zo fijn om bij aankomst in de loods meteen een overzicht te zien van waar ik mee bezig ben. Mijn beelden zijn als een driemensionaal dagboek.’

F R A N VA N C O P P E N O L L E

Foto: Tom Van Hee

17


‘Ik werk graag met galeries samen. Ik heb op die manier veel warme en interessante mensen leren kennen. Toch verbind ik me bewust niet met één galerie, omdat ik de stroom aan verbindingen niet wil kwijtraken. Ik heb al een fundering in Ludwigshaven. Het is mijn droom om van deze plek een residentieplaats te maken voor kunstenaars. Ik wil niet dat het een commune wordt, maar wel een vrijhaven voor mensen die aanmeren wanneer ze willen.’

Fran Van Coppenolle stelt tentoon: van 30 januari tot 13 maart 2022 bij Galerie Transit in Mechelen.

Ondertussen vliegen er twee ganzen over Ludwigshaven, zij aan zij, met hun brede vleugels klapwiekend. Hun silhouetten glijden over de grond. ‘Daarmee heb ik weer een vorm in mijn hoofd. Zo gaat dat dus’, lacht Fran terwijl ze terug wandelt naar haar loods, met hond Miro in haar kielzog.

Tekst: Magalie Lagae

Foto: Tom Van Hee

Foto: Tom Van Hee

FRAN VAN COPPENOLLE °1998 Woont en werkt in Ludwigshaven. Studeerde Beeldhouwkunst aan KASK Gent en de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten Antwerpen.

18


In de maak K R I STO F VA N H E E S C H V E L D E

Er zijn kunstenaars die er niet voor terugdeinzen om zichzelf (en het publiek) te verrassen met bijzondere materiaalkeuzes en creatieprocessen en zo tot een oeuvre komen dat voortdurend ‘in de maak’ is. Deze keer: Kristof Van Heeschvelde.

K R I STO F VA N H E E S C H V E L D E

19


Schilderijen moeten niet noodzakelijk tegen een muur hangen. Dat merk ik als ik met Kristof Van Heeschvelde de voormalige Nijverheidsschool in de Lindenlei betreed. Samen met een dertigtal andere kunstenaars heeft hij er een werkplek die atelierorganisatie Nucleo ter beschikking stelt. Wat volgt is een gesprek over kunst zonder formules, personal branding en een bijzondere samenwerking met een kunstagent. Kristof Van Heeschvelde heeft er al een hele avonturentocht in de kunst opzitten. Aangemoedigd door zijn ouders startte dat avontuur in de jongerenateliers van het deeltijds kunstonderwijs. Na zijn humaniora ging hij architectuur studeren, maar de liefde voor de schilderkunst bleef. In zijn werk vind je architecturale invloeden terug. Niet alleen in de beelden zelf, want meer dan eens komen schilderijen los te staan van opgespannen kaders. Hij toont me een halfronde constructie die een groot deel van de ruimte inneemt. ‘Het is eigenlijk een mal, waarop ik een op maat gesneden canvas leg’, ertelt hij. ‘Daarna bewerk ik die met hars. Dan laat ik het doek drogen op deze constructie. Eenmaal droog kan je het perfect rechtop zetten, als een driedimensionaal beeld.’ →

20

IN DE MAAK


Het schilderij als puzzel Op de vraag wanneer hij zich voor de eerste keer echt kunstenaar voelde, antwoordt Kristof laconiek dat hij zichzelf tot kunstenaar kroonde. Die kroning ging gepaard met een deeltijdse baan in een architectenbureau. ‘Geen stress over openstaande facturen en tegelijk de mogelijkheid hebben om gestructureerd aan de slag te blijven met mijn kunst: dat is voor mij de perfecte match. Ik ben een ochtendmens met een tijdsneurose. Je vindt me van donderdag tot en met zaterdag vanaf negen uur ’s morgens in mijn atelier. Ik baken graag af.’ Kristof verzamelt beelden om ze vervolgens als een puzzel in elkaar te laten klikken. ‘Die puzzel schilder ik vervolgens uit. Zo simpel is dat’, lacht hij. De schijnbare nonchalance waarmee hij over zijn werk praat, verhult niet dat hij elk beeld van zijn collage minutieus construeert. Hij vindt dat je geen formules moet verzinnen om geloofwaardig over te komen als kunstenaar. ‘Kunst moet dicht bij jezelf blijven, zonder dat er veel uitleg nodig is.’

K R I STO F VA N H E E S C H V E L D E

Kunst als gimmick ‘Er is te veel profileringsdrang in de kunst’, poneert Kristof. ‘Personal branding op de sociale media is niet langer weg te denken. We leven in een tijd waar het merk (de kunstenaar) belangrijker wordt dan het product (de kunst). Daarom liet ik deze petjes met vermelding van mijn naam maken. Het is een knipoog naar de kunstenaar als merk. Kunst mag je niet herleiden tot een gimmick die mensen kopen omdat ze herkenbaar is. Dan heb je wellicht design en geen kunst. Op die manier loert gemakzucht om de hoek. Die kan ervoor zorgen dat je werk niet langer voldoet aan je eigen verwachtingen.’ Kristof loopt geen snel parcours, maar dat is ook niet de bedoeling. Jezelf en je omgeving blijven verrassen is niet het meest voor de hand liggende traject. ‘Als ik merk dat ik mezelf begin te herhalen, ga ik een andere richting uit’, vertelt hij. ‘Een voorbeeld daarvan is mijn manier om canvassen niet op te spannen, maar ze los tegen de muur te hangen. Waarom zou een doek tegen een muur moeten hangen, en niet in het midden van de kamer? Of rechtopstaand? Nog een vernieuwing is mijn gebruik van taal. Het gaat vaak om zinsflarden die ik toevallig opvang en noteer. Die verzamelde zinnen duiken meer en meer op in mijn oeuvre.’ →

21


Honger naar meer Op de vraag wanneer hij zichzelf als geslaagd zal beschouwen, blijft het even stil. Hij denkt na terwijl zijn ogen langs de werken in zijn atelier glijden. Hij verrast me met het antwoord: ‘Ik zal mezelf als kunstenaar geslaagd zien als ik dood ben. Dan is mijn werk noodgedwongen af. Nu is er nog altijd die honger naar meer: meer erkenning en meer uitdaging.’ Kristof beseft ook dat de meeste kunstenaars niet willen wachten op erkenning tot na hun dood en nuanceert vervolgens zijn antwoord. Hij grijpt naar het boek over de Duitse kunstenaar Jörg Immendorff die behoorde tot de Neue Wilde. ‘Ik voel veel verwantschap met zijn werk, dat zich niet honderd procent laat verklaren. Tegelijkertijd staat ook niet open voor elke interpretatie. Dat is net zo met mijn werk. Schilderen is niet alleen suggereren, maar vereist ook vakkennis. Ik schilder volgens de regels van de kunst. Voor mijn olieverfschilderijen onderzoek ik de gelaagdheid van de verf en bestudeer ik de technieken van de oude meesters. Als je te voor de hand liggend schildert, verglijdt kunst tot kunstje.’ →

22

IN DE MAAK


‘Schilderen is niet alleen suggereren, maar vereist ook vakkennis.’

K R I STO F VA N H E E S C H V E L D E

23


Artistieke nomaden Al meer dan vier jaar werkt Kristof samen met Anouk Focquier, de drijvende kracht achter Berserk Art Agency. Een samenwerking die hij als optimaal omschrijft. Hij heeft geen behoefte aan een vaste galerie. Hij heeft er jaren geleden wel een gehad, maar kan zich niet meer vinden in het concept. ‘Anouk runt geen vaste ruimte, waardoor de focus meer ligt op de samenwerking, het ritme en de ontwikkeling van de kunstenaar. Als agent zorgt ze ervoor dat ik mijn werk op verschillende plaatsen kan tonen. De kunstenaars onder haar hoede zijn artistieke nomaden op zwerftocht door de kunstwereld.’

Tekst: Yves Joris Foto’s: Evenbeeld

Kristof Van Heeschvelde stelt tentoon: van 19 februari tot en met 6 maart 2022 in de groepsexpo ‘There is a calm’ in CAS Oostende.

KRISTOF VAN HEESCHVELDE ° 1979 Woont en werkt in Gent. Master Schilderkunst, KASK, Gent.

24

IN DE MAAK


Boekentips B A L L R O O M G A L L E RY Goede leesvoornemens aan het begin van het jaar, een boekenbon die ligt te blinken of je helemaal door je boekenstapel geworsteld tijdens de winterdagen? Geen nood, Ida Wollens en Bart Vanderbiesen van de gloednieuwe Ballroom Gallery (Brussel) fluisteren je drie mooie boekentips toe. Nadia Naveau - Let’s Play It By Ear (2022) Deze eerste monografie van Nadia Naveau toont een overzicht van haar 20 jaar artistieke carrière. Het boek is geen typische chronologische wandeling langs haar werk, maar opgevat als een tentoonstelling die je van sfeer naar sfeer loodst. Perfect in combinatie met haar grote overzichtstentoonstelling in Cultuurhuis De Warande in Turnhout (nog tot 3 april 2022). Dries Segers - Hotel Bellevue (2021) In dit kleine fotoboek over grensbomen speelt Dries Segers een spel met foto’s, historische weetjes en een fabelachtige woordenschat. Het is een kunstboek met verschillende functies: heerlijk om in te kijken of te lezen, maar ook handig om prachtige plekken te ontdekken op basis van de coördinaten van de grensbomen. Grafisch is het een uniek verlengstuk van zijn praktijk en werk. Een manifest voor liefde, woede, het niet-menselijke, een wens tot verbinding, tot suggestie en tot studie, zoals Dries het zo mooi omschrijft. Marta Gnyp - You, Me and Art. Artists in the 21st Century (2019) Kunsthistorica Marta Gnyp schetst een beeld van kunstenaars in de 21e eeuw aan de hand van een reeks interviews. Ze laat niet alleen de kunstenaars zelf aan het woord, maar interviewt ook vooraanstaande galeristen en put hiervoor uit haar eigen rijke ervaring als galerist, kunsthistorica en art consultant. Het boek geeft een buitengewoon inzicht in de positie van de kunstenaar in de 21e eeuw. Door de persoonlijke vragen en geïnformeerde antwoorden krijg je een unieke inkijk in de moderne praktijk van de kunstenaar. Het boek maakt zo komaf met het aloude idee van de kunstenaar als bohemien of sjamaan.

BOEKENTIPS

25


Detail uit ‘Sleepless’, 2019

26

CA R T E B L A N C H E


Carte blanche In ‘Carte Blanche’ krijgt een kunstenaar vrij spel. BLANCO, de platformfunctie van de atelierorganisatie NUCLEO, duikt geregeld op met projecten waarin het kunstenaars vraagt te reageren op een ‘lege zone’. Twee lege vellen papier zijn hier het speelveld. De kunstenaars worden geselecteerd i.s.m. de partners binnen de Vlaamse koepel van atelierorganisaties UFO: NUCLEO uit Gent, Studio Start uit Antwerpen, Cas-co uit Leuven, Vonk uit Hasselt/Genk, De Tank van het Entrepot uit Brugge en Level Five uit Brussel.

IN DIT NUMMER:

MAARTEN DE NAEYER via Cas-co uit Leuven Maarten De Naeyer laat zich inspireren door linosnede om te experimenteren met vormen waarvan de compositie en de textuur het beeld bepalen. Door met de hand te drukken doet hij gevoelsgeladen structuren en losse elementen ontstaan. Die ordent hij tot een organisch evenwicht. Deze tactiele, intuïtieve techniek ontwikkelde hij om te ontsnappen aan de begrensde, digitale wereld waar hij zich als grafisch ontwerper dagelijks in bevindt. De suggestieve titels bepalen de invalshoek en dragen bij aan het beeld dat de toeschouwer zich vormt.

MAARTEN DE NAEYER °1992 Woont en werkt in Leuven. Naast kunstenaar is hij ook actief als grafisch ontwerper onder de naam Skrew Studio.

MAARTEN DE NAEYER

27


Kunstenaarsboek TINA DE SOUTER

Kunstenaars die boeken maken: het leidt vaak tot boeken die kunstwerken op zich zijn en een bijzondere plaats innemen in het oeuvre van een artiest. Maar wie maakt die kleine parels eigenlijk? Tina De Souter leeft voor het boek. Ze ontwerpt ze, is ook boekbinder en grafisch ontwerper. Ze begeleidt kunstenaars uit alle disciplines om hun gedachten en beelden in een uitgekiend boek te gieten.

Wanneer we de werkplek van Tina De Souter binnenstappen, valt meteen een grote kast op met kleurrijke boeken in allerlei formaten en materialen. De twee planken links bovenaan zijn gereserveerd voor de boeken die ze zelf maakte. Met veel trots neemt ze er meteen enkele uit. Deze boeken zijn stuk voor stuk door haar hoofd en handen gegaan, sommige met veel geduld ingebonden. Het eeuwenoude ambacht van het boekbinden spreekt tot de verbeelding. Toch was het niet die lange traditie die Tina aantrok. Ze begon met boekbinden uit pure noodzaak: ‘Tijdens mijn studie aan LUCA School of Arts volgde ik een workshop boekbinden. Ik vond het fantastisch dat ik mijn ontwerpen op die manier eindelijk kon vastpakken in een fysiek blokje, met een dikte en een breedte. De reden dat ik ermee verder ging, was puur praktisch. Het volstond voor mij niet dat mijn ontwerpen digitaal bestonden. Ik wilde ze ook in mijn handen voelen. Elke schoolopdracht leidde dus tot een boek.’ Hoe heb je na die eerste workshop verder leren boekbinden? Tina: ‘Ik ben blijven oefenen en heb het mezelf zo geleerd. Ik ben ooit gestart met een achtjarige opleiding tot boekbinder. Maar daar hebben ze me maar een dag gezien (lacht). Het ging er heel ‘old school’ aan toe: we moesten het papier bijvoorbeeld snijden door aan de hendel van een enorme machine te gaan hangen. Waarom moet alles volgens de traditie gebeuren als het ook efficiënter kan? →

28

H E T K U N ST E N A A R S B O E K


Ik moet wel toegeven dat maar 5 tot 10 procent van mijn tijd naar boekbinden gaat. Ik bind weleens portfolio’s in of kunstboeken met heel kleine oplages, maar veel vaker houd ik me bezig met bookdesign. Toch heeft het boekbinden me ook op dat vlak geholpen: doordat ik zelf boeken in elkaar stak, wist ik al snel wat de anatomie van een boek is en welke druktechnieken er bestaan. Beschouw je een kunstenaarsboek als een kunstwerk op zich? Ik noem boeken altijd de sculpturen van de grafische ontwerpwereld. Een boek heeft een formaat, gewicht, kleurenpalet, bindwijze, tactiliteit, afwerking... Tegelijkertijd is een kunstboek een gedrukte tentoonstellingsruimte: je vertelt er een verhaal mee. Dit jaar maakte ik bijvoorbeeld het boek ‘Que Deus Reparta A Sorte’ met fotograaf Eva Faché over stierenvechten in Portugal. Het bevat drie delen: eerst zien we de stierenvechters trainen, het tweede luik heeft zandkleurig papier en speelt zich af in de arena, tot slot volgen de grote familiefeesten achteraf. Veel mensen denken dat je in een kunstboek gewoon kunst toont, maar dan wordt het snel een catalogus. Ik ga altijd op zoek naar het verhaal of de flow die de kunstenaar in een boek wil stoppen. →

TINA DE SOUTER

29


Wat is de rol van de kunstenaar en van jezelf als jullie een kunstboek maken? Het is niet mijn boek, maar dat van de kunstenaar. Als designer sta ik dus niet centraal. Ik heb ook geen vastliggende stijl met terugkerende elementen, zoals door altijd met één kleur of lettertype te werken. Dat zou beperkend zijn voor mijn aanpak. Ik wil ervoor zorgen dat het boek de kunstwerken op een nog hoger niveau presenteert. Daarom vertrek ik bij elk project met een blanco blad. Ik stem me volledig af op de inhoud en bedenk op basis daarvan een vorm. Dat het werk helemaal op maat van de kunstenaar gemaakt is, betekent niet dat die alles kan beslissen. Recent werkte ik samen met Stockmans Art Books aan een kunstboek voor de Bulgaarse kunstenares Denitsa Todorova. Zij tekent met grafiet op dun, houthoudend papier. Ze wou voor haar boek een hardcover en een linnen kaft, maar dat past niet bij haar kwetsbare werken. Ik heb daarom een softcover met een fragiele papieren wikkel voorgesteld. Omdat de argumenten gebaseerd zijn op hun eigen werk, begrijpen de meeste kunstenaars wel snel waarom de puzzelstukjes dan beter in elkaar passen. Welke processen doorloop je bij het maken van een boek? Eerst hebben we een open gesprek waarin ik te weten wil komen waarom de kunstenaars dit boek willen maken, waarom nu en wat ze ermee willen vertellen. Ook pols ik al of ze een idee hebben van de oplage, de hoeveelheid tekst en beelden, het formaat en het budget. Daarna bespreken we de inhoud en leggen we in grote lijnen de flow van het boek vast. Tegelijkertijd is mijn motortje al aan het draaien en krijg ik de eerste ideeën voor het ontwerp, het materiaal, de kleuren en de afwerking. Er volgt een eerste versie, die ik bijschaaf op basis van enkele feedbackgesprekken. Na een paar herziene versies is het designluik zo goed als klaar. Ondertussen bepalen we de materiële aspecten van het boek: de papiersoorten, omslag, bindwijze… Gemiddeld duurt het ontwerpproces vier tot zes maanden. Daarna volgt het drukproces. Dat neemt ook nog eens twee weken tot een maand in beslag. Pas als het boek af is, begint voor de kunstenaar en uitgeverij de promotie en verkoop. Dan gaat het boek echt leven. →

30

H E T K U N ST E N A A R S B O E K


‘Een kunstboek is een gedrukte tentoonstellingsruimte: je vertelt er een verhaal mee.’

TINA DE SOUTER

31


Wat vind je de leukste fase? Dat is de materiaalkeuze. Als ik het papier, de folie, garen, cover, omslag en schutbladen naast elkaar leg, kan ik me echt inbeelden dat het een object wordt. Je voelt de materialen en ziet het boek. Nog een spannend, maar leuk moment is als ik aan de drukpers sta. Er zijn weinig designers die dat doen, maar aan de pers kan je nog heel kleine wijzigingen aanbrengen, zoals de kleurpercentages van de inkt. Die graad van afwerking, daar ga ik voor. Maakt dat oog voor detail jou uniek tegenover andere boekontwerpers? Kunstboeken zijn een niche en de weinige andere ontwerpers die ik ken, zijn allemaal heel goed. Ik voel geen concurrentie, maar alleen bewondering. Het is wel zo dat ik bezig ben met de diepste details. Ik betrek de kunstenaars ook daarbij: ik laat hen zelfs mee kiezen uit de mapjes met papier en kapitaalbandjes. Nog een reden waarom kunstenaars misschien naar mij komen, is dat ik het boek echt van het begin tot het einde maak. Ik denk mee na over de opbouw en kan zelfs de uitnodigingen voor de boekvoorstelling ontwerpen. Wat is je favoriete project tot nu toe? Mijn allereerste kunstboek ‘Ajuin’ voor kunstenares Sara Vermeylen is me nog altijd heel dierbaar. Het boek verzamelde tekeningen over tranen en troost. Het heeft een simpele softcover met een doorzichtige hoes en bestaat uit verschillende lagen. Die pellen af, als een ui. Sara gaf me carte blanche om er iets moois van te maken. Ze overhandigde me zelfs de originele tekeningen die ik fotografeerde in de staat waarin ik ze kreeg: met scheuren, tape en tekst erop. Ik ben heel trots op het resultaat. Als ik die opdracht nu zou krijgen, zou ik het nog altijd zo aanpakken.’

TINA DE SOUTER °1996 Woont en werkt in Mechelen. Volgde Grafisch Ontwerp aan LUCA School of Arts in Brussel en de postgraduaten Boekontwerp en Typografie & Vormgeving aan het Plantin Instituut voor Typografie in Antwerpen.

Tekst: Maya Toebat Foto’s: Evenbeeld

32

H E T K U N ST E N A A R S B O E K


TINA DE SOUTER

33


IN HET ATELIER A N N E VA N O U T RY V E

In het atelier van Anne Van Outryve komt de natuur je tegemoet. Een zacht herfstlicht gefilterd door een wit gordijn bezorgt je een warm gevoel. De natuur binnenshuis wijst je de weg naar de plantenrijke tuin met vijver buiten. De fascinatie voor de natuur en de bezorgdheid erover spelen een belangrijke rol in de olieverfschilderijen en tekeningen van Anne Van Outryve. ‘De wereld verandert, de bergketen achter de gletsjer komt in beeld. Maar ik sta open voor de schoonheid van de metamorfose.’

34

I N H E T AT E L I E R


Je exposeerde in het najaar van 2021 samen met je vader Robie Van Outryve (°1944). Is hij als schilder een voorbeeld voor jou? Anne: ‘Waarschijnlijk had ik ook zonder een kunstenaar als vader een artistiek pad gekozen. Over zijn kunst was hij een gesloten boek. Hij praatte niet over zijn werk. Hij nam ons wel, op jonge leeftijd zelfs, mee naar tentoonstellingen. Al vroeg kreeg ik werken te zien van Mark Rothko of Vincent Van Gogh. Televisie kon me niet boeien. Ik koos resoluut voor het creatieve. Ik had vooral een fascinatie voor materialen zoals naaigerief. Dat verklaart mijn latere keuze voor een opleiding textiele kunsten. Aan schilderen dacht ik toen nog niet. Je hebt zowel een opleiding textiele kunsten als schilderkunst afgerond. In je schilderijen zie ik texturen terug komen. Zie jij een wisselwerking tussen die disciplines? Textiele kunst heeft me nooit los gelaten. Die opleiding was heel gevarieerd: stoffen ontwerpen, verven… Bij een stofontwerp viel ik altijd terug op schildertechniek. Ik werkte vooral ruimtelijk. Ik verzamel nog altijd materiaal om later objecten te creëren die nauw aansluiten bij mijn schilderkunst. Zo hou ik naast leder, wol en draden ook resten van doek van ‘mislukte’ schilderijen bij. →

M A I K A G A R N I CA

35


Je roots liggen in de Westhoek, in Diksmuide. Dat speelt mee in je manier van schilderen, vind ik. Je voelt als het ware de klei in je doorwroette schilderijen. Kijk je daar ook zo naar? Ongetwijfeld speelt de Westhoek een rol in mijn kunst, in mijn pasteuze manier van schilderen. Als kind logeerde ik vaak in Lampernisse waar mijn ouders een buitenverblijf hadden. Daar groeide mijn fascinatie voor het geploegde landschap, de kleigrond met de diepe voren. Nu nog hou ik ervan om onderweg naar mijn werk in Diksmuide even halt te houden aan de IJzer, te genieten van het vlakke land en een vlucht kieviten te volgen naar hun slaapplaats. Je woont nu in Gent. Kan de stad ooit een rol spelen in je werk? Ik ben geen stadsmens. De stad laat ik liever links liggen. Misschien is die wel in mijn tekeningen aanwezig. Je tekeningen tonen inderdaad een andere schriftuur, een soort abstrahering. Hoe verhouden ze zich tot je olieverfschilderijen? Ik zoek in mijn tekeningen een contrast op tussen gedomesticeerde vormen en de ongerepte natuur. Ze vormen een stijlbreuk in mijn manier van werken, maar niet in mijn denkwereld. Ze zijn fijn en gedetailleerd, een gevolg van mijn opleiding textiele kunst. Ik zie tekenen als een vorm van borduren, van fijn minutieus werk maken. Werk je intuïtief of schilder je naar een idee toe? Ik weet waar ik heen wil en heb een richting voor ogen. Mijn kleine werken - je kan ze als spielerei bestempelen beschouw ik als voorstudies. Ook die zijn beredeneerd. Je schilderijen getuigen van een sterke inleving in het landschap. Hoe ga je daarvoor te werk? Een landschap moet je ervaren. Ik neem tijd om het in me op te nemen, te bestuderen, te memoriseren. Schetsen, foto’s en herinneringen kunnen me terug katapulteren naar plaatsen die ik op doek wil zetten. Zo voelde ik in IJsland een gletsjer onder mijn voeten schuiven. Dergelijke gewaarwordingen voeden een schilderij. →

36

I N H E T AT E L I E R


‘Ongetwijfeld speelt de Westhoek een rol in mijn kunst, in mijn pasteuze manier van schilderen.’

37


Je aandacht voor het klimaat dateert al uit je studietijd. Je bezorgdheid is groot. Vraag je met je werken aandacht voor klimaatproblemen? In 1986 schudde de kernramp van Tsjernobyl de wereld wakker. Ik was toen 8 of 9 jaar. Mijn ma vroeg me de ramen te sluiten. Het besef van vergankelijkheid, mijn ontzag en liefde voor de natuur zijn op dat moment geboren. Een IJslandse gids vertelde me dat hij zich als kind niet bewust was van de bergketen achter de gletsjer. Door het smelten van het ijs is die nu zichtbaar. Ik registreer dat en neem het mee. Daardoor tonen sommige doeken een beeld van een dystopische wereld. Trek je dat ecologisch bewustzijn ook door in je materiaalkeuze? Respect voor materiaal heb ik van thuis uit meegekregen. Ik leef duurzaam, recycleer, gebruik voor 90% recuperatiemateriaal. Wat mijn kunst betreft, probeerde ik ecologisch te werken. Zo maakte ik zelf verf, maar technisch is dat ontzettend moeilijk.

38

Van sommige doeken gaat een immense onrust uit door de pasteuze, wervelende manier van schilderen. Ik vermoed dat die werken een groot aantal doorwerkte lagen tellen. Maar toch doen ze fris aan. Wat is je geheim? Tijd! Ik werk aan 20 tot 30 schilderijen tegelijk. Ik laat een laag 2 tot 3 weken drogen. De canvassen plaats ik met het geschilderde beeld tegen de muur. Bij het terug omdraaien, kan ik met een nieuwe frisse blik verder werken. Tegelijk duiken er in je recent werk vrolijke kleuren op. Tonen die je positieve, optimistische ik?

Je schildert ook portretten. Waar leg je daar de focus? Ik wil de ziel, het innerlijke van de geportretteerde blootleggen. Aftakeling intrigeert me. Zo maakte ik een portret van een galeriehoudster - een fiere vrouw die wegdeemstert of van een buurman - geïsoleerd van de buitenwereld. Ik schilderde mijn dochter tijdens de vele uren die ik met haar doorbracht bij een maandenlange revalidatie na een operatie. Een portret van mijn zoon volgde. Ik moet de mensen die ik op doek vastleg persoonlijk kennen. Al voel ik niet echt de behoefte om te portretteren. →

De kleurrijke werken vertolken mijn visie op de toekomst. De ijskap smelt, onze planeet warmt op en dreigt onleefbaar te worden. Toch blijf ik positief denken. In onze streken groeien nu exotische planten, vliegen vogels die je vroeger alleen kon waarnemen tijdens de trek. De wereld verandert, de bergketen achter de gletsjer komt in beeld. Maar ik sta open voor de schoonheid van de metamorfose en weiger me neerslachtig te voelen.

I N H E T AT E L I E R


Toch maakte je ook een reeks andere portretten, op groot formaat. Ze doen vreselijke gebeurtenissen en gruwel vermoeden. Hoe zijn die werken ontstaan? Het zijn portretten van daders en slachtoffers van terreur. Mijn echtgenoot Danny werkte als debriefer na de aanslag in Zaventem in 2016. Hij stond in voor psychologische bijstand aan de hulpverleners. Het beeldmateriaal dat ik toen zag, deed me nadenken over de absurditeit van een oorlog voor religie. Droom je wel eens van een leven uitsluitend voor de kunst, in afzondering, op residentie misschien? Als ik er behoefte aan heb, kies ik wel eens voor complete afzondering. Ik resideerde, op uitnodiging van een galerie, een tijdje in een voormalige legerkazerne op de grens van het vroegere Oost-Duitsland. Als ik zou kunnen kiezen, dan zou ik naar IJsland of een ander Scandinavisch land trekken. Liefst in de winter, omwille van het gefilterd licht. Ooit zeilde ik van Gent naar Tromsø in Noorwegen. Het Noorden laat me niet los.

Tekst: Kathleen Ramboer Foto’s: Evenbeeld

ANNE VAN OUTRYVE °1977 Woont en werkt in Gent. Studeerde Textiele kunst en Schilderkunst aan Sint-Lucas, Gent.

A N N E VA N O U T RY V E

39


Ben je beeldend kunstenaar en wil je je werkplek tonen? Inschrijven kan van 1 februari tot 7 maart → Are you a visual artist and do you want to show your workplace? Sign up! From 1 February until 7 March. →


William Fort (°1987) toont nog tot zondag 3 april 2022 een totaalinstallatie in Cultuurhuis de Warande in Turnhout. Hij combineert daarbij fotorealistische potlood- en pasteltekeningen met monumentale uitvergrote typografie. In zijn werk vol humor verwijst Fort scherpzinnig naar herkenbare elementen uit de film- en kunstgeschiedenis, de populaire beeldcultuur en de massamedia. BOEKENTIPS

© Wiiliam Fort, The Mount, 2021.

41


Een dag uit het leven van ELIZA PEPERMANS

Een doorsneedag in het bestaan van een kunstenaar, hoe ziet die eruit? Wat doet, denkt, ziet hij of zij? We vangen een glimp op aan de hand van enkele welgemikte vragen. Deze keer: Eliza Pepermans. De uitbundige kleuren en levendige beelden geven haar werk een luchtige en speelse toets. Haar tekeningen en schilderijen doen naïef en direct aan, maar daarachter schuilt een doorgedreven zoektocht naar compositie, vorm en kleurgebruik.

ELIZA PEPERMANS °1988 Woont en werkt in Antwerpen. Studeerde Illustratie en beeldverhaal aan Luca School of Arts Brussel

42

E E N DAG I N H E T L E V E N


altijd open, een zacht briesje waait doorheen de grote entree richting mijn atelier achteraan. Hier valt een zee van licht binnen. Alleen het noodzakelijke is aanwezig: schetsboeken, papier, olieverf en penselen, doeken, een paar stoelen en een koffiezetapparaat. Helaas is mijn atelier verboden toegang voor het publiek: het is de plek waar mijn werken zelfstandig moeten rijpen. Om 11u krijg je een bericht met de vraag: oude meesters of moderne kunst?

De zon komt op. Welke kunstenaar mag met jou ontbijten? Eliza: Oh, neem me maar mee naar de ochtendzon en de graanvelden van van Gogh. Snel een koffietje en een croissant bij zonsopgang om meteen aan de slag te gaan: ik zit naast van Gogh, stil en aandachtig te kijken hoe hij het landschap, het vrije veld en de zonnebloemen op papier zet. De zogenaamde werkdag start. Kan je je droomatelier in kleuren, geuren en parafernalia beschrijven? Mijn droomatelier ligt op een berg met een weids uitzicht over de zee in Zuid-Frankrijk of NoordItalië, liefst afgelegen van de bewoonde wereld en vooral zonder internetverbinding. Het 16e-eeuwse kasteeltje is rustiek ingericht. Houten meubilair, aardse kleuren en rust overheersen. De deuren staan

ELIZA PEPERMANS

De oude meesters! Mijn bezoek aan het Prado in Madrid heeft me echt aan de grond genageld. Voor een schilderij van Velázquez of een Goya voelt een mens zich heel klein en nederig. Wat een kracht komt uit die meesterwerken! Ik hou er enorm van om dergelijke beelden tot op het bot te verorberen, mij er volledig in te verliezen en dan als een spons de pracht en rijkdom met mondjesmaat op te zuigen. Heerlijk. Het is middag. Tijd voor een pauze en een moment om te contempleren: wat is kunst? Dat is een moeilijke vraag. Als ik een museum of galerie bezoek, wil ik graag overrompeld worden. Als ik de werken van Pablo Picasso, Max Beckmann of Jean Brusselmans bekijk, ben ik elke keer weer van mijn melk. Hun kracht is verwoestend en wonderbaarlijk zacht tegelijk. Kunst is ook vluchten of ontsnappen aan de realiteit. Als ik zelf schilder, kan ik soms urenlang verdwijnen in mijn eigen wereld.

Maar kunst hangt niet alleen in musea of aan een muur, het zit evengoed in banale situaties. Een wandeling maken en je laten overdonderen door het intense en explosieve herfstige palet, dat is evenzeer kunst. Vieruurtje met tussendoortje: wie is de meest onderschatte hedendaagse kunstenaar? Ik hou erg van het duale karakter en de beeldtaal van Thomas Houseago en Thomas Schütte. De wisselwerking tussen expressiefkrachtig en intiem-gevoelig is top. Dichter bij huis ben ik fan van Eric Croes en Maen Florin. De rijke fantasie, het speelse karakter en de knipoog van Croes zijn frappant. Bij Florin intrigeert de poëtische en verstilde ondertoon. Stilaan schemering. Een gedachte borrelt op: wat als ik geen kunstenaar was? Oei, er is geen plan B. Tijdens de middelbare school wist ik al snel dat ik niet op de juiste plek zat: ik zat vast in een economische opleiding, voelde weinig of geen betrokkenheid. De interesse voor tekenen sluimerde al en eenmaal op Sint-Lukas Brussel ben ik niet meer gestopt. Tekenen is voor mij thuiskomen. Sprong in het duister: welk kunstwerk mag men je als laatste avondmaal serveren? Doe maar een Rubens, daar heb je veel vlees aan.’ Tekst: Filip Vandewiele Foto’s: Bart Hebben

43


NIEUW BIJ KUNST IN HUIS N I N A P L A N T E F È V E- CA ST RYC K

De collectie van Kunst in Huis doorpluizen staat garant voor een avontuurlijke tocht langs verrassend beeldend werk en veel parels, vaak van jong, opkomend talent. Artistiek leider Claudine Hellweg tipt een kunstenaar met beloftevol werk dat net aan de collectie is toegevoegd. Deze keer: Nina Plantefève-Castryck.

Keramiek die er tegelijkertijd hard én zacht uitziet? In het geval van Nina Plantefève-Castryck kan dat. Ze daagt de grenzen van keramiek maar al te graag uit. Haar werk met stapels, texturen en glazuurfouten heeft een bijzondere identiteit, ergens tussen keramiek en sculptuur in. Haar werk lijkt de twee opleidingen die Nina volgde perfect te combineren. Na een Bachelor Interieurvormgeving besloot ze de Master Vrije Kunsten te starten in de afstudeerrichting Keramiek en Glaskunst. Het resultaat van die twee opleidingen? Keramiek die je duidelijk niet zomaar op de kast plaatst, maar die juist ruimte vraagt en uitdaagt.

44

Nina: ‘Ruimtelijk denken en de combinatie tussen verschillende materialen en texturen hebben me altijd geïnteresseerd. Maar bij een opleiding als Interieurvormgeving gebeurt dat binnen een heel toegepaste context. Ik wou juist meer de vrije toer op en keramiek als kunstvorm behandelen. De grens tussen gebruiks- en kunstvoorwerp is niet altijd even scherp te trekken. Ik zie de objecten die ik maak in elk geval niet als gebruiksvoorwerpen, maar als op zichzelf staande sculpturen. Mijn afstudeerwerk ‘Escapism’ bestaat uit elementen in beton, cement en gips. Ze hebben verschillende diameters, die ik in verschillende combinaties op elkaar plaats. Dat vind ik nog altijd het fijnste onderdeel in het maakproces: met de texturen en kleuren spelen in mijn atelier. Ik ga vaak aan de slag met mallen, waarbij ik de naden bewust niet afwerk of opschuur. Ik werk met imperfecties, door te spelen met kleurverschillen en glazuurfouten op te zoeken in de schijven. In ‘Escapism’ hebben de verschillende sculpturen nood aan elkaar, maar ze kunnen ook op zichzelf staan. Ze vormen een modulaire massa die groeit en evolueert. De elementen die ik op elkaar stapel, kunnen samen een andere vorm aannemen. Als de stukken alleen staan, lijkt het werk misschien statisch, maar eenmaal in een groter geheel wordt het werk veel speelser. Ik haal mijn inspiratie vooral uit texturen die ik in mijn omgeving vind. Zo experimenteerde ik al eens met een mal uit een ventilatiebuis of in multiplex. Ik raak vooral getriggerd door beeldend werk in andere disciplines. Zo vind ik textiel nog steeds interessant, vanwege het tactiele aspect. →

N I E U W B I J K U N ST I N H U I S


Ook kunstenaars die in hun praktijk onderzoek vooropstellen, fascineren me. Zo vind ik het werk van Pauline Esparon of Bram Van Breda heel inspirerend. Op dit moment stel ik tentoon in het Vitrineproject van Kunst in Huis. Dat is een raampartij in het gebouw van Horta in Brussel, waarvan ook een deel aan KBC toebehoort. Ik kan er gedurende een half jaar tentoonstellen. In de vitrine zullen zowel een paar oudere, als zeer recente werken te zien zijn die ik speciaal voor de tentoonstelling maakte.’

Claudine Hellweg over het werk van Nina: ‘Nina stapelt haar vrij ruwe, keramische ronde schijven tot objecten die zich laten bewonderen om hun eenvoud en puurheid. De schoonheid zit in de simpele vormen, de eenvoudige bewerking met glazuren en de manier waarop die reageren op verschillende omstandigheden. De werken lijken zich ergens tussen ambachtelijk object en zelfstandige sculptuur te bevinden. Dat plaatst haar oeuvre op een boeiend kruispunt.’ Tekst: Zoë Hoornaert

Nina stelt tentoon: Vitrineproject KBC Horta, Brussel, nog tot 15 juni 2022.

NINA PLANTEFÈVE-CASTRYK °1996 Woont en werkt in Gent. Bachelor Interieurvormgeving aan Thomas More Mechelen en Master Vrije Kunsten aan Sint-Lucas Gent, richting Keramiek en Glaskunst.

45


Beeld D E K E U Z E VA N K AT L E E N V I N C K Katleen Vinck (°1976) is behalve een getalenteerde kunstenaar ook een van de docenten van Parcours, onze zesdelige zondagse vormingsreeks. Die bezorgt je bergen inspiratie en geeft je tips rond tentoonstellen of de samenstelling van je portfolio. Katleen nam een uitgebreide kijk op ons platform Beeld en maakte een knappe en eigenzinnige keuze. Voor Kunstletters selecteerde ze werken van Sam Dendooven en Ronny Broeckx. Haar uitgebreide selectie, met ook werken van Pascalle Hellebaut en Saskia Weyts, kan je ontdekken op Beeld.

S A M D E N D O OV E N Extrusion II Zellaan, 27 x 14 x 14 cm Sam: ‘Dit werk maakt deel uit van de serie ‘Architecture for the Soul’. Daarvoor ontwerp ik schaalmodellen, geïnspireerd op archetypische vormen. Zo verwijst ‘Extrusion II’ naar een brugboog. Die boog zorgt ervoor dat de drukkrachten worden afgeleid. Maar in mijn interpretatie ontbreken delen van de boog. Dat doet spanning en fragiliteit ontstaan. Tegelijkertijd krijg je door het ontbreken van sommige secties een architecturale ruimte. Net als mijn andere werken balanceert ‘Extrusion II’ tussen sculptuur en architectuur en is het een metafoor voor hoe ik de wereld zie. Ik vind het fijn om op zoek te gaan naar nieuwe vormen van creëren die ik zelf ontwikkel. Hier combineer ik 3D-printen met de klassieke giettechniek. Ik gebruikte zellaan, een gietmassa op basis van acrylaat. Die goot ik in een mal. Dat werd de verloren bekisting voor de sculptuur. De mal zelf is een 3D-print, die ik uittekende met Fusion 360, een CAD/CAM-tool. De titel van het werk is dus misleidend: er is geen sprake van extruderen (een techniek voor het vervormen van materialen). Ik ben autodidact kunstenaar en ook industrieel ingenieur bouwkunde. Mijn werk vertrekt vanuit verwondering voor alledaagse zaken rondom mij. Ik observeer de wereld als wetenschapper. Mijn waarnemingen analyseer, structureer en orden ik tot er grotere patronen komen bovendrijven. Die vormen de basis voor mijn werk.

Foto: Sanne Delcroix

46

BEELD


Tijdens deze coronatijden en de inperkingen die erbij komen kijken, kwam ik tot het besef dat er iets is dat je niet kan indammen: wat je denkt. Het bracht me op het idee om een imaginaire architecturale wereld te bouwen voor de ziel. Ik zie het als een wereld waar je kan in verdwalen, mijmeren en plannen bouwen voor de toekomst.’

D E K E U Z E VA N K AT H L E E N V I N C K

Katleen Vinck: ‘Vanuit mijn eigen artistieke praktijk heb ik een voorkeur voor ruimtelijk werk. Dit object brengt je aan het twijfelen: is het een sculptuur, een industrieel onderdeel of een architecturale maquette? Het roept vragen op over schaal, ruimte, materiaal en medium.’

47


48

BEELD


R O N N Y B R O EC K X Cheese / little transporter serie Acrylverf op verpakkingskarton, 15 x 12 cm Ronny: ‘Little transporters’ is de benaming die ik geef aan werken die ik maak met verpakkingsmateriaal als basis. Daar ben ik vijf jaar geleden mee gestart. Ik gebruik verpakkingsmateriaal als drager, maar ook als medium, naast verf op doek en papier. Dit werk heet ‘Cheese’, wat simpelweg verwijst naar de kaas die in de verpakking heeft gezeten. De opengevouwen vorm fascineert me. Het verandert het karakter van het object, waarbij de functionaliteit verloren gaat, maar tegelijkertijd vestigt het de aandacht op zichzelf. Door de vorm te bewerken, probeer ik de eigenheid van de contouren te versterken, te benadrukken of te veranderen. Het brengt me in een voortdurend spel tussen kleur, vorm en inhoud. Het verloop van het creatieproces is belangrijk. Ik breng laag na laag aan, op verschillende manieren en met uiteenlopende texturen en diktes. Soms fijn en traag, dun over dik, dan weer ruw en wild. Zo

probeer ik een waaier aan emoties en belevingen toe te laten die een andere wending kunnen geven aan het werk. De veranderingen, het komen en gaan, het verschil in tijd en gemoed zorgen voor een verhaal. Er ontstaat een stukje geschiedenis: een proces waarbij ik materie omzet naar indrukken en ook toeval toelaat. In mijn werk ben ik op zoek naar een innerlijke werkelijkheid, een tussenbeeld dat ontstaat uit voorbijflitsende gedachten en indrukken. Inspiratie vind ik vooral in het alledaagse en het leidt tot werken die zich tussen het abstracte en het herkenbare bevinden.

Je kan dit werk nog tot eind augustus 2022 gaan bekijken in het Taxandriamuseum in Turnhout. Het maakt, samen met enkele andere ‘little transporters’, deel uit van de groepstentoonstelling ‘Passage Kempense Kunst nu’. Katleen Vinck: ‘Dit werk van Ronny Broeckx is voor mij zowel sculptuur als schilderij. Dat dubbele karakter fascineert me. Het is een klein werk, maar de ruwe schildering geeft het een monumentaal karakter. De vorm is bijna architecturaal en bepaalt de ruimte rondom. Minimaal, met een grote impact.’

Naast een academische kunstvorming heb ik een opleiding interieurarchitectuur gevolgd. Ruimtelijke vormgeving en functionaliteit in objecten zijn nooit ver weg geweest in mijn benadering van kunst. Docenten als Luc Delue, Annie de Decker, Fik Van Gestel en Walter Le Blanc gaven me een manier van kijken mee, leerden me oog te hebben voor begrippen als afstand en regelmaat, gelijke of ongelijke verdeling, verdichting, verwijding.

D E K E U Z E VA N K AT H L E E N V I N C K

49


ZELFPORTRET M A R T H A VA N H O O F

We sluiten elk nummer van Kunstletters af met een zelfportret, een beeld van hoe een kunstenaar zichzelf aan de buitenwereld voorstelt. Daarvoor putten we uit de knappe, voortdurend groeiende verzameling zelfportretten die we op ons online platform Beeld aantreffen. Martha Vanhoof toont met een gedurfd zelfportret haar ware gelaat. Martha: ‘De titel zegt alles: ik ben een angsthaas. Altijd geweest. Een beetje jaloers op mijn zus, die in mijn ogen altijd meer de stoere wolf was: iemand die alles durft. Zo wilde ik ook zijn: meer wolf en minder haas. Dit zelfportret, een grote lino in zwart-wit, was een van de eerste werken die ik maakte in de klas Vrije Grafiek aan de academie. Het grote formaat is bewust gekozen: die haas mag getoond worden. Op de originele versie is één haas afgebeeld, opgekruld omdat hij bang is en zich niet durft te tonen. Een tweede versie maakte ik door de lino digitaal te bewerken en twee hazen samen te brengen, gespiegeld. Want ik ben in dat angstige niet alleen, er zijn ongetwijfeld meer mensen die zich daarin herkennen.

ANGSThaasje, linosnede, 840 x 594 mm

50

Ik combineer graag het ambachtelijke met het digitale. Eerst maak ik een lino of ets in zwart-wit, dat geeft voor mij het sterkste beeld. Daarna bewerk ik het beeld op de computer en voeg meestal ook kleur toe. Digitaal kan je daar alle kanten mee uit. Ik vind het resultaat beter als ik geen kleur in de druk zelf gebruik, maar achteraf digitaal toevoeg. Die combinatie werkt voor mij perfect. →

ZELFPORTRET


Na dat eerste zelfportret volgden nog enkele variaties op het thema ‘haas’ en ‘wolf’. Stilaan begon het idee te rijpen om vanuit die losse beelden een boekje te maken: het verhaal van een haas die ervan droomt een wolf te zijn. Dat boekje is nu klaar. Ik ben er nog niet uit wat ik er mee wil doen, of ik het wil uitgeven, maar in elk geval: voor mij is de uitkomst positief. Het heeft me doen beseffen dat het oké is om een haas te zijn. Meer zelfs: ik ben er trots op. De haas is inmiddels mijn handelsmerk.

Werkten mee aan dit nummer: Maarten De Naeyer, André De Nys, Ward Desloovere, Kimberley Dhollander, Zoë Hoornaert, Yves Joris, Magalie Lagae, Jonas Nachtergaele, Sarah Poesen, Kathleen Ramboer, Maya Toebat, Jesse Tomballe, Filip Vandewiele, Annemie Vingerhoets. Coördinatie: Ward Desloovere Vormgeving: bloudruk Druk: Die Keure Die Keure selecteert milieuvriendelijke materialen, houdt afvalstromen zo laag mogelijk en werkt met 100 % groene stroom.

C O LO FO N

Het toedichten van menselijke eigenschappen aan dieren boeit me in die mate dat ik nu lino’s aan het maken ben van verschillende dieren: de stresskip, sloddervos, brombeer... Samen zullen ze één groot werk vormen. Iedereen kan zich in de eigenschappen van een of meerdere dieren herkennen.’

MARTHA VANHOOF ° 1995 Woont in Zichem. Volgde Illustratie aan PXL-MAD, Hasselt en nu Vrije Grafiek aan de Hagelandse Academie voor Beeldende Kunst.

Jouw zelfportret in Kunstletters? Zet een foto van een zelfportret op ons digitaal platform Beeld en gebruik het woord ‘zelf’ of ‘self’ in de titel van het werk. Misschien staat jouw zelfportret in het volgende nummer.

V.U.: Katrien Boogaerts Kunstletters is een magazine van Kunstwerkt vzw, Bijlokekaai 7C, 9000 Gent ABONNEREN? Prima idee! Een abonnement kost 15 euro (4 nummers). Een groepsabonnement kost 35 euro (5 ex. van 4 nummers) Alle info: kunstwerkt.be 09 235 22 70

Meewerken aan Kunstletters? Heb jij een eigen kijk op wat er aan beeldende creativiteit te ontdekken valt? Een kunstenaar, trend, techniek of project zo de moeite waard dat je het graag wil of móet delen? Werk mee. Stuur je idee met een schets van wat je in een stuk wil vertellen of tonen naar info@kunstletters.be.

Kunstletters online Op kunstwerkt.be vind je meer artikels, gesprekken met kunstenaars, ontdekkingen en expotips. Je vindt Kunstletters ook op Facebook en Instagram. Vragen, tips, opmerkingen: info@kunstletters.be

51



Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.