Kunstletters #011

Page 1

Kunstletters

OKTOBER•DECEMBER 2020

#011


Inhoudstafel Achter de cover | David Boon 02 Tentotips | Philippe Vandenberg / Alberto Giacometti / Fleur en Kachina / Basim Magdy 04 Mijn favoriet | Bert Villa

06

Creatief na de uren | Lore Laporte / Kenneth Van Nieuwenhuyze / Ward Heirwegh 08 Mijn gereedschap: Carla Swerts

14

In het atelier | Dodi Espinosa

16

Anneke Lauwaert en Bilal Bahir

22

Carte Blanche | Manon Decraene 28 Mijn job: tekenaar | Pascale Pollier

30

Vers talent: Bart Deglin

36

Mijn ritueel | Op Eigen Hout 39 Kris Martin | Op Eigen hout

40

A paper / A day

44

Dive into mankind

| Open call 45

Beeld | De keuze van Ria Pacquée: Frank Tuytschaever / Anaïs Van Goethem

46

Zelfportret | Steven Boers 50 Colofon 51

Achter de cover David Boon

© Inneke Gebruers

02

Kunstwerkt zet jouw werk graag in de kijker. Ook in dit blad. Voor dit nummer levert grafisch ontwerper en kunstenaar David Boon het coverbeeld met een werk uit de reeks ‘ONECUT’. AC H T E R D E C OV E R


David: ‘De reeks ‘ONECUT’ is opgebouwd uit vormen die ik ontdekte in oude tijdschriften. Vanuit mijn achtergrond in grafische vormgeving stelde ik me bij die beelden en advertenties vragen als: welke vormen zijn interessant? Met welke uitsnede uit dit beeld kan ik verder een compositie uitbouwen? Ik kocht een hele reeks oude tijdschriften op, doorbladerde ze en stootte op een advertentie voor schoonmaakmiddelen. De glans, de zwier die het product achterliet op deze foto, sprak me aan. Ik sneed de foto uit en creëerde zo een nieuwe vorm. Net omdat de vormen in deze reeks een beredeneerde uitsnede zijn uit een groter geheel, kreeg deze reeks ook de titel ‘ONECUT’. Door de vorm te abstraheren en er een ritmiek in te steken, krijgt het beeld een nieuwe betekenis. Ik zoek in de vormen naar ritmes in lijnen en patronen. Daarbij wil ik vermijden dat het beeld een kille indruk wekt. Net de ‘grain’, de korrel, die in de beelden van die oude tijdschriften terugkeert, helpt om het afstandelijke weg te werken en gevoel te brengen in het werk. Doorheen de reeks herhaal ik één vorm die ik interessant vind. Door er telkens andere accenten in te leggen doorbreek ik de voorspelbaarheid in het ritme. Dat is elke keer een ware zoektocht, een gevecht tussen gevoel en ratio. Door in deze collage een van de uitgesneden vormen grafisch te verschuiven, keer ik de aandacht terug naar binnen. Deze reeks is uitgegroeid tot een soort studie. Dat gebeurde op een heel organische manier. Ik experimenteerde met nieuwe composities.

DAV I D B O O N

© David Boon, Onecut, artprint, 50 × 70 cm, 5 ex.

‘VORM 3’, mijn meest recente reeks is het resultaat van deze evolutie. Werken vanuit een systeem werkt voor mij erg goed. Aan de hand daarvan kan ik een verhaal vertellen. Ik zoek een logica in vormen en vervolgens een variatie daarop. Bekijk het als het grafisch ontginnen van een vorm. Ik haal niet alleen inspiratie bij andere collagekunstenaars. Ook het werk van onder andere René Heyvaert, Philippe van Snick, Paul Ibou en de naoorlogse abstracten blijft me mateloos interesseren. Met Rik Wouters groeide

ik op. Dankzij mijn moeder leerde ik hem en vele andere kunstenaars kennen. Ze verruimen mijn blik en dagen me uit bij het maken van keuzes. Zo is het kleurgebruik van Wouters onevenaarbaar. De kleuren die ik zelf gebruik, kies ik op gevoel en blijf ik combineren tot het goed zit.’ DAVID BOON ° 1978, Mortsel Grafisch vormgever en kunstenaar. Master in de Beeldende Kunsten aan Sint-Lucas Antwerpen.

03


Tentotips P H I L I P P E VA N D E N B E R G Met expressieve schilderijen op groot formaat verwerft Philippe Vandenberg (1952 – 2009) aan het begin van de jaren tachtig internationale bekendheid. Als hij in 2006 zijn atelier in Molenbeek vestigt, is hij sterk begaan met het sociale leven rondom zijn nieuwe habitat. En dat is niet bepaald een plek om rustig van te worden. Armoede, geweld en radicalisering bezorgen Molenbeek zelfs persaandacht aan de andere kant van de wereld. Vandenbergs trauma’s raken verstrikt met de grootstedelijke problemen en conflicten. Bozar focust de komende maanden op de geëngageerde kunst van Vandenberg uit deze periode. Het tonen van wat onderhuids leeft was voor Vandenberg de essentie van waarachtige kunst. Zonder het tonen van de verborgen kanten van de stad, was er voor hem geen waarheid en geen schoonheid. Geen titel, ca. 2009, olieverf en plakband op kartonnen doos, 51 × 52 × 13 cm.

Philippe Vandenberg. Molenbeek Bozar, Brussel Tot 3 januari 2021 bozar.be

B A S I M M AG DY De Egyptische kunstenaar Basim Magdy (°1977) brengt verhalen over het onvermogen van de menselijke psyche om nieuwe wegen naar de toekomst te openen. Zijn hallucinant en satirisch oeuvre bestaat uit film en fotografie, tekst, schilder- en tekenkunst, installaties en sculpturen. Centraal in de presentatie in het M HKA staat de kortfilm ‘New Acid’. Hierin is de rol van de mens uitgespeeld. Het decor bestaat uit plastic planten en origami bloemen. Dieren communiceren nog met elkaar en met robots via sms en emoji’s. De maffe taal die ze uitkramen is herkenbaar voor het menselijk gedrag uit ver vervlogen tijden. Zijn de dieren, net zoals de mensen vroeger, even naïef om dezelfde fouten te maken? Kunnen we iets leren uit het verleden of blijft onze kennis zienderogen verdampen?

New Acid, 2019. Super 16mm and computer generated text messages transferred to Full HD. 14 min. 18 sec. Commissioned by La Kunsthalle Mulhouse, France.

IN SITU/Moussem Collection – Basim Magdy, Slapend in een andere dimensie M HKA, Antwerpen Tot 10 januari 2021 muhka.be

04

T E N TOT I P S


A L B E R TO G I AC O M E T T I Hoe geef je een lichaam weer? Tijdens zijn 30-jarige carrière plaatste Alberto Giacometti (1901 – 1966) de mens centraal in zijn onderzoek. Na de Tweede Wereldoorlog verschijnen de eerste langgerekte, ranke en tengere beelden die vandaag zo typerend zijn voor zijn oeuvre. De figuren kijken onbestemd in de verte. Hun roerloze kaarsrechte houding heeft iets van de statigheid van de Egyptische koningsbeelden. Bij elk nieuw beeld schraapt Giacometti meer boetseerklei weg. Hij zoekt naar de essentie, naar wat van de mens rest als alle uiterlijke schijn is weggevallen. De expo in de bijzondere architectuur van La Cité Miroir toont 35 bronzen meesterwerken, samen met een reeks iconische litho’s. Alberto Giacometti – l’Humanité absolue La Cité Miroir, Luik Van 17 oktober 2020 tot 17 januari 2021 citemiroir.be

F L E U R & K AC H I N A

Annette debout, brons, ca 1954, 47,5 × 10,5 × 19,5 cm © Alberto Giacometti © SABAM 2020

Al honderden jaren geven Hopi en Zuni-indianen in het zuidwesten van de Verenigde Staten, aan het eind van ceremonies ter ere van de regen en de ontkieming, poppen aan dorpskinderen die naar hun beeld zijn gesneden. Zij beelden een ‘kachina’ uit, wat gemaskerd danser, houten beeld of goddelijkheid betekent. De beelden getuigen van een tedere en poëtische sculpturale vormentaal. Thierry Boutemy is florist en één van de weinige verzamelaars van kachinapoppen in België. De stukken uit zijn collectie komen in deze expo samen met tekeningen van Frédéric Bruly Bouabré, een Bété uit het midwesten van Ivoorkust. Zijn tekeningen op karton van bloemen worden stuk voor stuk ‘rozen’ genoemd, al zijn de vormen van deze bloemen met naïeve lijnen onbepaald. Fleur & Kachina – Something about Thierry Boutemy 59 pm gallery, Brussel Tot 24 oktober 2020 59pm.com Tekst: André De Nys / Ward Desloovere

T E N TOT I P S

05


Mijn Favoriet BERT VILLA In deze rubriek vertelt een medewerker van Kunstwerkt over een beeldend werk dat een diepe indruk heeft nagelaten. Deze keer: Zoë Hoornaert. Ze zet mee haar schouders onder projecten als Oooh, A Paper / A Day en Painting Nights.

Kleine flashback naar de zomer van 2018: de vierde editie van Kunstenfestival PLAN B in Bekegem. Dit West-Vlaamse dorp met zo’n 1.000 inwoners is op dat moment een tijdelijke vrijhaven voor beloftevolle kunstenaars. Ze maken er tijdens residenties bij gastgezinnen nieuwe creaties of laten hun bestaand werk in interactie gaan met de omgeving, haar inwoners, haar geschiedenis en haar verhalen. Twee edities lang kon ik samen met (de onnavolgbare) Leontien Allemeersch en (de onevenaarbare) Ewoud Vermote van dichtbij mee plannen smeden. Dat gebeurde met een echte trial and error-mentaliteit. Dat zorgt tot op de dag van vandaag nog steeds voor anekdotes (al dan niet bij een Picon vin blanc). Tijdens de editie van 2018 rees ‘Carbon’ van Bert Villa op. Het werk toont Berts fascinatie voor schouwen als baken van warmte en civilisatie. Want waar je een schoorsteen ziet waar rook uitkomt, daar woont iemand, daar wordt geleefd. Pas toen ik Bert een schouw zag bouwen, gestript van zijn gebruikelijke context en geabstraheerd op dat veld in Bekegem, zag ik de functie ervan. Misschien apprecieerde ik het werk omdat mijn ouderlijk huis geen schoorsteen had. Voor mij is dit de kracht van dit werk: een hernieuwde aandacht opwekken voor iets waarvan je de aanwezigheid in de publieke ruimte over het hoofd zag. Sindsdien is de skyline van Brussel, met zijn slordige aderwerk aan schoorstenen, nooit meer dezelfde. Het fijne aan ‘Carbon’ is dat Bert het niet gewoon voor die ene editie van Kunstenfestival PLAN B bouwde. Het werk startte in Bekegem, maar werd daar niet gehouden als een herinnering. Het draagt zijn start mee naar iedere nieuwe plek waar het terechtkomt. PS Bert is dit jaar ook één van de acht kunstenaars van PLAN B/Veldwerk, een collectief onderzoekstraject buiten de stad. Hij legt een subjectieve atlas van het landschap vast, waarin zendmasten en industriële elementen een hoofdrol gaan spelen.

06

M I J N FAVO R I E T


Bert Villa, Carbon, Kunstenfestival PLAN B 2018. Foto: Š Tim Theo Deceuninck


Creatief na de uren Er zijn heel wat makers die het in hun vrije tijd over een andere boeg gooien. Zo zijn er die een eigen galerie, publicatieplatform of label opstarten. Vaak doen ze dat simpelweg vanuit goesting en geloof. Wij vroegen ons af wat zo’n project kan opleveren op persoonlijk en professioneel vlak. We laten Ward Heirwegh, Lore Laporte en Kenneth Van Nieuwenhuyze aan het woord.

08

C R E AT I E F N A D E U R E N


WA R D H E I R W EG H : SLEEPERHOLD P U B L I CAT I O N S

en kunstenaars uitdagen behoort tot het DNA van Sleeperhold Publications.

Ward Heirwegh is sinds 2007 zelfstandig als grafisch ontwerper aan de slag. Zijn werk omvat onder meer affiche- en boekontwerpen, huisstijlen en scenografieën voor expo’s. Daarnaast doceert hij aan Sint-Lucas Antwerpen. Met zijn project Sleeperhold Publications wil hij grenzen tussen disciplines laten vervagen.

Voor een recente reeks ep’s vraag ik een muzikant of band om de A-kant van een speelplaat van muziek te voorzien. Zij krijgen 15 minuten carte blanche. Die audio-opname gaat dan naar een kunstenaar die, geïnspireerd door de muziek, op de B-kant van de plaat een cirkel van 29 cm kan invullen. Het resultaat is een samengaan van beeld en geluid, op een zwarte schijf geperst.

Ward: ‘Als pas afgestudeerde is het niet evident om aan opdrachten te geraken, zeker niet als je streeft naar droomprojecten. Dus besloot ik om ze gewoon zelf te realiseren. Als ontwerper kom je in contact met mensen die in allerlei creatieve disciplines werken. Door hen te laten samenwerken kom je tot verfrissende resultaten. Zo ontwikkelde ik met ‘Sleeperhold Publications’ onder meer een kaartspel waarin de speelkaarten van één teken telkens door een andere kunstenaar, ontwerper of fotograaf werden ingevuld. Ontwerpers

Sleeperhold Publications is een laboratorium waarin ik muziek, literatuur en beeldende kunst aan bod laat komen. In een laboratorium mag je falen, zowel op micro- als macroniveau. Wat ik doe voor Sleeperhold Publications beïnvloedt uiteraard m’n ontwerppraktijk, en andersom. Het zijn communicerende vaten, waarbij het out of the box-denken de verbindende factor vormt. Financieel hou ik er weinig aan over, ik doe het puur vanuit mijn passie.

WA R D H E I R W EG H

Self-publishing is een erg fijne wereld om in te vertoeven. Het vergroot mijn professionele netwerk: je nodigt mensen uit voor een workshop, je wordt zelf uitgenodigd om een tijdschrift te cureren of een lezing te geven… Zo maakte ik de hoes van de plaat van muzikant Adriaan De Roover, nadat hij een bestelling bij me had geplaatst en besefte dat Sleeperhold Publications geen internationaal label was, maar een label opgericht door een buurman.’ →

09


LO R E L A P O R T E : E D D I E WO L L I E Lore Laporte heeft acht jaar gewerkt als grafisch ontwerper en researcher voor reclameproductiehuis Caviar. Sinds 2020 is ze freelance aan de slag. Vijf jaar eerder kreeg ze de microbe van het naaldvilten te pakken en zo kwam ‘Eddie Wollie’ tot leven. Lore: ‘Ik startte met naaldvilten in 2015, na de geboorte van mijn eerste kindje. Ik wou een leuke dierenkop voor op de deur van de babykamer, maar vond mijn zin niet in kinderwinkels. Toen ik de techniek van het naaldvilten op de online marktplaats Etsy zag, was ik meteen verkocht. Naaldvilten is een eenvoudige techniek, waarbij je door middel van speciale naalden met kleine weerhaakjes van een hoopje wol de gekste dingen ‘boetseert’. Hoe meer je in de wol prikt, hoe steviger de wol vastklit en hoe beter je het kan bewerken. Naaldvilten is verslavend. Al snel maakte ik wollen dieren voor familie en vrienden. De respons was heel positief en zo werd

10

‘Eddie Wollie’ geboren. Oorspronkelijk was het alleen de bedoeling om op maat gemaakte dierenkoppen te maken. Maar aangezien naaldvilten arbeidsintensief is en de vraag te groot werd, begon ik met het geven van workshops. Voor de workshops heb ik al het hele land doorkruist en honderden mensen bekeerd. Uren aan een stuk naaldvilten en ondertussen lekker kletsen met een groepje vrouwen bij een tasje thee. Klinkt wat wollig, maar het is altijd een gezellig samenzijn. De deelnemers zijn bijna altijd vrouwen. Ik denk dat ik nog maar één keer een mannelijke deelnemer heb gehad. Ik organiseerde ook al avondworkshops met champagne, maar dan wordt er meer in de vingers geprikt. Ik heb speciaal pleisters laten maken met mijn logo op. Aan het einde van de workshop is iedereen altijd zo tevreden over het resultaat.

trouwen heeft er ook voor gezorgd dat ik de stap naar het zelfstandige statuut heb durven zetten. Het is een beslissing waar ik nog geen seconde spijt van heb gehad. Naast de workshops die ik geef, maak ik ook nog custom made-poppetjes. Zo kreeg ik een bestelling van een vrouw uit Thailand die haar man uit wol wou laten maken. Of heb ik mascottes voor winkels en decoratiestukken voor fotoshoots gemaakt, stond ik op het podium van De Warmste Week, heb ik mee gepitcht voor de Halloweenkostuums van de kinderen van Beyoncé… ‘Eddie Wollie’ heeft me al in de gekste richtingen geduwd. Ik ben benieuwd naar wat de toekomst nog zal brengen.’ →

Ik had nooit gedacht dat ik zoveel voldoening zou halen uit de workshops. Ik ben zelfzekerder geworden in het spreken voor een groep. Dat zelfver-

C R E AT I E F N A D E U R E N


Erdogan/Kim Jong Un/Trump-kerstballen

Marc Van Ranst

LO R E L A P O R T E

11


12

C R E AT I E F N A D E U R E N


K E N N E T H VA N NIEUWENHUYZE: M E U B E LS Kenneth Van Nieuwenhuyze werkt sinds 2012 als architect bij het Gentse architectenbureau Coussée & Goris. Daarnaast ontwikkelt hij ook kleine architectuurprojecten en ontwerpt en maakt hij meubelen op maat. Kenneth: ‘Mijn eerste meubel, een nachtkastje uit grenenhout, maakte ik in 2016. Ik werk uitsluitend met hout, bij voorkeur met massief hout. Het idee om met hout aan de slag te gaan, komt voort uit het principe dat een boom na ongeveer 20 tot 50 jaar kan worden verzaagd. Je kan er een kwalitatief meubel van maken, dat gedurende een hele tijd kan worden gebruikt. Dat vind ik wel een mooie, circulaire gedachte. Ik probeer altijd eenvoudig, uitgekiend meubilair met een fijne detaillering te maken. Dat kan gaan van krukjes, tafels en kasten tot dienbladen en fotokaders. Ik maak elementaire stukken die iedereen nodig heeft. Ik ben ervan overtuigd dat je beter kan investeren in een goed bedacht en goed gemaakt, duurzaam meubelstuk dat generaties lang kan meegaan. Ik probeer te streven naar een tijdloos object, dat puur is in zijn vorm en materialiteit, los van trends.

K E N N E T H VA N N I E U W E N H U Y Z E

Ik denk dat ik er min of meer onbewust ingerold ben. Het was bij ons thuis een gewoonte om een beschadigd meubel altijd eerst zelf te herstellen. Puur vanuit een praktische behoefte, eigenlijk. Een krukje, een bank, een nieuw hok voor de dieren... heel eenvoudige dingen. De drang om zelf te maken, zit er al lang in en werd door mijn ouders enorm aangemoedigd. Toen ik ging samenwonen met mijn vriendin vonden we weinig meubelen naar onze zin, of ze waren flink boven ons budget. Dus ben ik zelf gaan ontwerpen en maken. Als vrienden en familie op bezoek kwamen, zagen ze mijn meubels. Al snel maakte ik niet enkel meer meubilair voor mezelf. Ik vind de kruisbestuiving tussen meubelontwerp en architectuur heel interessant. Ik gebruik elementen uit de architectuur bij het maken van meubilair, en andersom. Daarnaast merk ik ook wel dat ik hou van de afwisseling in de tijdspanne van architectuur en die van meubelontwerp. Het maken van een meubelstuk duurt een aantal weken, terwijl een architectuuropdracht vaak enkele jaren in beslag neemt.’

Tekst: Mies Van Roy Dit artikel verscheen eerder in het online magazine op flandersdc.be

13


Mijn gereedschap CA R L A SW E R TS

Een op het eerste zicht futiel potlood dat je altijd opnieuw blijft aankopen? Een schetsboek dat niet van je zijde mag wijken? Een penseel, mes of beitel die je blijft gebruiken? Misschien heb je een favoriet gereedschap, misschien helemaal niet. Als het van Carla Swerts afhangt, dan is haar vulpotlood haar all time favourite.

14

Carla: ‘Mijn favoriete potlood is een fel blauw vulpotlood dat ik sinds 2012 gebruik. Alle tekeningen van de laatste jaren waar ik waarde aan hecht, blijken daarmee gemaakt. Als ik dat vulpotlood niet meteen terugvind (omdat ik het overal mee naartoe neem), bekruipt me al een lichte paniek. Tekenen met vulpotlood doet me denken aan etsen, waarbij het tekenen een soort krassen wordt. Tegelijk is het een manier van tekenen die heel wat beperkingen in zich heeft omdat je er precies maar één soort lijn uit kan krijgen. De lijndikte is namelijk uniform. Wanneer je harder op je potlood duwt, wordt je lijn niet dikker: het potlood breekt af onder druk. Toch vind ik het boeiend dat zo’n lijn ook aarzelend of vastberaden kan zijn, en dat ik binnen die beperkingen ook naar rijkdom kan gaan zoeken.

MIJN GEREEDSCHAP


Ik hou ook van de vette grafietpotloden waarmee ik kan schetsen en die me toelaten sneller en expressiever te werken. Als ik mijn vulpotlood hanteer, bekruipt me een concentratie die alles lijkt te vertragen: mijn kijken tast langzamer vormen af en ook de lijnen worden gestaag getrokken. Ik ben op zoek naar een manier om deze twee lijnvoeringen complementair tegen elkaar uit te spelen in een beeldverhaal, waar ik aan werk. Ik heb het gevoel dat ze beide een ander temperament weergeven dat wel past bij het wisselend gemoed van mijn hoofdpersonage. Ik voel dat tekenen de meest directe registratie is van een zintuiglijke indruk. Een foto nemen van een object gaat sneller, maar tekenen is voor mij de ideale manier om wat ik zie te registreren, te bevragen en af te tasten. Vroeger onderzocht ik andere technieken, maar zo’n zoektocht eist je aandacht fel op en duwt je in een richting. Door eenvoudigweg met potlood te tekenen heb ik eindelijk het gevoel dat het tekenen zelf de essentie is geworden van mijn onderzoek. Mijn tekeningen vertrekken altijd vanuit een intense relatie met een specifieke omgeving, in plaats van uit een abstract concept. Zintuiglijke indrukken registreren gaat verder dan alleen het tekenen naar waarneming. Dat leerde ik tijdens mijn opleiding Illustratie aan PXL, toen ik als archeologisch tekenaar meeging naar opgravingen in Egypte en Turkije om daar de vondsten te tekenen.’

CARLA SWERTS ° 1992, woont in Brussel. Studeerde Illustratie aan PXL-MAD School of Arts in Hasselt. Publiceerde in 2017 haar artistiek doctoraat ‘Woestijngetijden’ en werkt momenteel aan een beeldverhaal.

Tekst: Zoë Hoornaert Foto: Renaat Nijs

CA R L A SW E R TS

15


In het atelier DODI ESPINOSA

Het kunstenaarsatelier: de plek waar het allemaal gebeurt. De plek achter de schermen, waar de kunstenaar inspiratie vindt, koortsachtig werkt en tot rust komt. Welke objecten verzamelt een kunstenaar om zich heen, uit noodzaak of uit genegenheid? In deze reeks selecteert Tamara Beheydt voorwerpen uit een atelier en gaat op zoek naar de verhalen erachter. Deze keer bezoekt ze Dodi Espinosa.

16

I N H E T AT E L I E R


‘Veel mensen merken op hoe netjes het hier is’, zegt beeldhouwer Dodi Espinosa over zijn atelierruimte in Antwerpen. ‘Ik was een moeilijk kind en mijn moeder leerde mij om elke dag mijn spullen weer op te ruimen. Dat doe ik nog altijd.’ Als kind kreeg hij de diagnose ADHD. ‘Dat was een moeilijke periode voor mijn ouders. Uiteindelijk bleek dat ik kalm werd als ik dingen kon maken. Zo ben ik beginnen tekenen, schilderen en knutselen.’ Dodi werd geboren in Mexico, verhuisde op zijn zestiende naar Spanje en woont en werkt nu in Antwerpen. ‘Ik groeide op in een klein, ruraal dorpje, vlakbij de archeologische site van Teotihuacán, in Mexico. Op zondag nam mijn vader me mee en vond ik soms kleine scherven of andere resten van de precolumbiaanse beschaving. Daar creëerde ik mijn eigen wereld mee.’ Archeologie én de precolumbiaanse culturen blijven belangrijke inspiratiebronnen voor Dodi.

DODI ESPINOSA

De sjamaan van Antwerpen ‘Mijn atelier heeft vier onderdelen: aan de ene kant van de tafel boetseer ik, aan de andere kant van de tafel schilder ik mijn objecten. Wat verderop is er een open ruimte waar ik met de werken speel en kijk hoe ik ze kan combineren. En uiteraard is er ook stockeerruimte. ‘Ik heb hier geen oven en moet op een andere plek mijn werken bakken. Ik beschilder mijn beelden rechtstreeks, zonder ze te glazuren. Zo spaar ik tijd uit, want glazuren betekent ook een tweede keer bakken. Maar ik vat het ook op als hommage aan precolumbiaanse keramiek. Ook die beelden werden niet geglazuurd, maar rechtstreeks beschilderd.’ Op de grond in het atelier liggen nieuwe, onafgewerkte beelden. ‘Ze vloeien voort uit mijn recente interesse in planten met psychedelische werkingen en hun geneeskrachtige en therapeutische mogelijkheden.

Sjamanisme interesseert me ook algemeen: wat kunnen we daar in de huidige samenleving van leren? Ik lanceerde recent de hashtag #theshamanofantwerp op Instagram. Het is grappig bedoeld, maar ik ben wel benieuwd of die bijnaam een eigen leven gaat leiden.’ Collage van inspiratie Tegenover de tafel is een grote wand volgehangen met afbeeldingen, foto’s, stukjes tekst. ‘Deze muur is mijn universum. De afbeeldingen wisselen regelmatig, maar er zijn altijd wel onderlinge verbanden te vinden. Onder meer foto’s van de kolossale stenen hoofden van de Olmeken, een tekst van kunstenares Ana Mendieta, religieuze schilderijen, foto’s van bodybuilders… ‘Zie het als een soep: hier begint alles te koken,’ lacht hij. ‘Terwijl ik werk, kijk ik voortdurend naar deze muur. Ik vind het belangrijk om voor elk werk de perfecte setting te bouwen. Ik kies de juiste muziek en hang inspirerende beelden aan de muur.’ →

17


18

I N H E T AT E L I E R


DODI ESPINOSA

19


In Dodi’s boekenkast vind je onder meer publicaties over Goya en Doris Salcedo. Net als voor andere kunstenaars, vormt ook voor hem Goya de ultieme inspiratie. ‘Toen ik zijn zogenaamde ‘Zwarte Schilderijen’ zag in het Prado in Madrid, was ik met verstomming geslagen. Ook het verhaal erachter raakt me: hij werd doof, trok zich alleen terug in een huis, waar hij vervolgens zijn innerlijke demonen schilderde. Eerst werden de schilderijen heel slecht ontvangen, maar nu zijn ze legendarisch.’ Die duistere kant is ook Dodi niet vreemd. ‘Achter mijn werken, die doorgaans vrolijke

20

I N H E T AT E L I E R


DODI ESPINOSA ° 1985, Mexico City Woont en werkt in Antwerpen. Maakt beelden die zijn affiniteit met het surrealisme en precolumbiaanse culturen tonen.

kleuren hebben, schuilen vaak donkere (politieke) verhalen. Als kind had ik het hele jaar Halloweendecoratie in mijn kamer hangen, dat zegt genoeg!’ Ook Nietzsche is een grote invloed. ‘Toen ik acht jaar was, vond ik een tweedehandsversie van ‘Also sprak Zarathustra’. Zijn filosofie is een leidraad doorheen mijn leven. Pas later ontdekte ik dat Nietzsche ook inspiratie haalde uit het boeddhisme en het hindoeïsme. Op dit moment zijn de boeddhistische leer en muziek belangrijk voor me, hoewel ik niet religieus ben.’ Portret als bloempot Centraal op de ‘soep’-muur prijkt het gezicht van Cassius Clay, beter bekend als Mohammed Ali. Hij was de inspiratie voor een van de meest

DODI ESPINOSA

prominente werken in de het atelier: een grote plantenpot in de vorm van een mensenhoofd, op een tafeltje met de vlag van de Europese Unie als blad en inclusief valse bananenplant. ‘Dit werk is heel gelaagd,’ legt de kunstenaar uit. ‘Het is een hommage aan Cassius Clay. De pot is gebaseerd op een legende die in de kunstgeschiedenis figureert: een Italiaanse dame van stand kreeg een affaire met een Moor. Hij wilde haar verlaten, maar zij vermoordde hem en gebruikte zijn hoofd als bloempot. Waar of niet, dergelijke potten zijn nog altijd in trek in interieurzaken.’ Het tafeltje beschilderd met de vlag van de Europese Unie verwijst uiteraard naar migratie. Dodi had zelf een dubbele ervaring als illegale migrant: de eerste keer in Spanje, daarna in België. ‘Je komt enorm veel

weerstand tegen, moeilijke situaties, problemen. Europa is democratisch, humanistisch, maar mensen die met het systeem worstelen zijn onzichtbaar.’ De bananenplant is een duidelijk vraagteken, een verwijzing naar de onethische praktijken in de bananenpluk, de ecologische ramp die bananenproductie en -import met zich meebrengt. Volgens Dodi is het ook ‘een symbool voor hoe we als mensen met elkaar en met de wereld omgaan.’ Het beeld is daarnaast ook humoristisch en visueel aantrekkelijk: ‘Door mensen aan te trekken, kan ik hen confronteren: eerst nodig ik hen uit, om vervolgens vragen op te werpen.’

Tekst: Tamara Beheydt Foto’s: Evenbeeld

21


Anneke Lauwaert en Bilal Bahir D E H E R I N N E R I N G E N VA N E E N K U N ST E N A A R S KO P P E L

Bilal Bahir en Anneke Lauwaert grepen de vrijgekomen tijd tijdens de coronacrisis aan om op zoek te gaan naar hun wortels en daar een duotentoonstelling rond te maken. Herinnering staat centraal in de expo. Die is te ontdekken in exporuimte ‘Hors Tempsia’ in de woning van Agnes De Man in Linkebeek. Een gesprek over elkaar stimuleren, de herinnering aan het verleden en ook over tijd vinden voor zichzelf.

22


Over dat laatste onderwerp zijn Anneke en Bilal het vrij snel eens. Zij is een ochtendmens, terwijl Bilal een grotere fan is van de avondlijke uren. ‘We lopen elkaar dus niet altijd voor de voeten,’ lacht Anneke. ‘Het is leuk om als kunstenaarskoppel samen te werken. Je kan snel een idee aftoetsen. Je moet niet wachten op feedback en samen kan je naar een thema toewerken. En ja, we sparen elkaar niet als het op feedback aankomt, want alleen daardoor kan je groeien.’ Voor deze tentoonstelling werken ze rond het thema herinnering. Zowel Anneke als Bilal kregen door de coronacrisis plots veel extra tijd.

Voor Anneke vielen van het ene op het andere moment alle lesuren die ze gaf weg. In het begin zorgde dat voor een onwennig gevoel. Ze beseften dat ze niet langer in de hoge versnelling van de hedendaagse maatschappij moesten blijven voortwerken. Langzaam maar zeker ging de versnelling lager: kwantiteit werd kwali-tijd. ‘De vrijgekomen tijd zorgde ervoor dat we nog bewuster naar onze omgeving keken. We namen allebei de tijd om in familiearchieven rond te neuzen. Oude foto’s, brieven en speelgoed tonen wie je bent en waar je vandaan komt. Het werd een zoektocht naar onze wortels.’ →

23


Bilal Bahir (1988, Bagdad, Irak) woont en werkt sinds 2010 in België. ‘In 2008 studeerde ik af in de richting beeldhouwen aan The Institute of Fine Arts in Bagdad. Twee jaar later kwam ik terecht op de Academie voor Schone Kunsten in Namen. Ik sprak Engels, maar geen van de docenten sprak voldoende Engels om me te woord te staan. Anneke, die daar docent Beeldhouwen is, was de enige die mij te woord kon staan. In Irak was ik vooral bezig met beeldhouwen. In België schakelde ik over op collages en tekeningen. Wellicht besefte ik dat ik me via deze media beter kan uitdrukken. Het werd tegelijk ook een therapeutische zoektocht om mijn nieuwe omgeving beter te leren kennen en begrijpen. Ik ben daarom ook dadelijk de cultuur en geschiedenis beginnen te bestuderen om een beeld te krijgen van hoe de wereld rondom mij in elkaar zit.’

24

A N N E K E L AU WA E R T E N B I L A L B A H I R


Kunst en cultuur werd Anneke Lauwaert (1968, Turnhout) met de paplepel meegegeven. De dochter van schrijver en kunstcriticus Dirk Lauwaert herinnert zich nog goed hoe ze op 11-jarige leeftijd op de oude werkbank samen met haar vader een konijnenhok in elkaar timmerde. ‘Met mijn handen werken en creatief aan de slag gaan met verschillende materialen werd de rode draad in mijn leven. Hoewel ik moet toegeven dat ik lang heb getwijfeld tussen de beeldende kunst en mijn andere passie: de viool. Ik behaalde mijn master in de visuele kunsten aan Sint-Lucas te Gent. In het begin hield ik me vooral bezig met abstract werk. Nu merk ik dat mijn nieuwe werk richting figuratie beweegt. De keuze van materiaal is enorm belangrijk voor mij. Naast de traditionele materialen als brons, plaaster en klei zoek ik ook de artistieke grenzen op van rubber, papier en gegoten aluminium. Video kan daarbij een extra dimensie bezorgen doordat het dynamiek geeft aan een statisch gebeuren.’ →

D E H E R I N N E R I N G E N VA N E E N K U N ST E N A A R S KO P P E L

25


26

A N N E K E L AU WA E R T E N B I L A L B A H I R


Beelden van intimiteit Curator Agnes De Man merkte snel de kracht op in de synergie tussen het werk van Anneke en dat van Bilal. ‘Beiden geven elk op hun eigen manier een interpretatie aan ‘herinneringen’, vertelt Agnes. ‘Ze keren terug naar de wortels van hun kindertijd en toveren deze intimiteit en her-inneringen elk op hun eigen manier om tot kunst. Voor de expo ‘UP/DOWN, the Silence of Memoration’ lieten beide kunstenaars zich inspireren door ‘La poétique de l’espace’ van Gaston Bachelard, en in het bijzonder door het eerste hoofdstuk ‘Het huis, van de kelder tot de zolder.’ Bachelard heeft het over herinneringen aan alle huizen waar we ooit woonden, en ook alle huizen waar we ooit hebben willen wonen. Het doel is om zo een intieme, concrete essentie te distilleren die aantoont welke bijzondere waarde al onze beelden van beschermde intimiteit hebben. Met andere woorden: alle geuren, beelden, geluiden kunnen steeds andere herinneringen oproepen.’ Voor Anneke vertaalt zich dat in een heel precieze herinnering aan een konijn dat ze als kind kreeg en de kooi die ze samen met haar vader voor het dier bouwde. Dit konijnenmotief, in verschillende formaten, duikt vaker op in haar werk. Een van haar installaties toont het konijn op de oude werkbank van haar vader waar alles begon. Naast konijnen spelen ook knuffelberen een grote rol in haar werk. Op een foto van haar vader zie je Anneke met haar knuffelbeer Winnie in de armen. Voor de komende expo boetseerde ze een versie van de beer en goot die in verschillende maten en materialen, zoals gips en brons. Een passende herinnering aan haar jeugd en vader. Voor de realisatie ervan ging Anneke

via het crowdfundingplatform Kisskissbankbank met succes op zoek naar fondsen om het project financieel te steunen. Bilal houdt van materiaal dat al een geschiedenis in zich draagt. Hij tekent daarom vooral op boekbladzijden en oude brieven. Via deze dragers probeert hij verhalen uit zijn kindertijd opnieuw weer te geven. ‘Als kind zag ik ooit de tekenfilm ‘Heidi’. De bergen, het groen, de sneeuw maakten een ongelooflijke indruk op mij. Maar Irak had nu eenmaal andere klimatologische omstandigheden,’ lacht hij. In de werken die hij toont valt de voortdurende aanwezigheid van de oorlog op. Het kind speelt en herinnert, maar ondanks de speelse uitvoering van zijn werk, blijft de dreiging aanwezig. Onuitwisbaar Bilal vertelt dat hij veel inspiratie vindt in de miniatuurkunst van de Perzische middeleeuwse kunstenaar Reza Abbasi. ‘De fijne afwerking, het delicate palet vind je ook terug in mijn werk, maar dan meestal wel met een hedendaagse invalshoek.’ Dichter bij huis toont hij grote bewondering voor het werk van René Magritte, waar hij ook de sprookjesachtige en bevreemdende sfeer van zijn werk in terugvindt. Annekes voorkeur gaat uit naar de Britse beeldhouwer en Turner Prize winnaar Richard Deacon. ‘Ik zou een dagje met hem willen meelopen. Ik ben benieuwd naar hoe hij in zijn werk omgaat met materiaal. Zijn werk voelt voor mij heel organisch aan.’

Ze zijn ook blij met de omgeving waarin hun werken gepresenteerd zullen worden. De perfecte tentoonstelling is voor Bilal een expo waarbij je in alle richtingen kunt kijken. Niet alleen muren zijn dan van belang, maar ook de grond en de lucht. Anneke vult aan dat ze tevreden is dat ze in situ werk kan presenteren. Anneke en Bilal blikken elk op hun eigen manier terug op onuitwisbare gebeurtenissen uit het verleden. De ene doet dat aan de hand van diepgewortelde, vredevolle herinneringen, terwijl de andere weggaat van zijn kindertijd en kijkt naar de ontworteling door emigratie. hors-tempsia.be

Tekst: Yves Joris Foto’s: Evenbeeld

UP/DOWN, the Silence of Memoration Van 4 oktober tot 29 november 2020 Hors Tempsia, Linkebeek

Anneke en Bilal zitten in de laatste rechte lijn voor hun eerste duotentoonstelling. ‘UP/DOWN, the Silence of Memoration’ zorgt ervoor dat ze elk op hun eigen manier rond het thema herinnering kunnen werken.

D E H E R I N N E R I N G E N VA N E E N K U N ST E N A A R S KO P P E L

27


Restanten van nagels (detail), olieverf op doek, 140 Ă— 140 cm, 2020

28

CA R T E B L A N C H E


Carte blanche In ‘Carte Blanche’ krijgt een kunstenaar vrij spel. BLANCO, de platformfunctie van de atelierorganisatie NUCLEO, duikt geregeld op met projecten waarin het kunstenaars vraagt te reageren op een ‘lege zone’. Twee vellen papier vormen hier het speelveld. De kunstenaars worden geselecteerd i.s.m. de partners binnen de Vlaamse koepel van atelierorganisaties UFO; NUCLEO uit Gent, AAIR uit Antwerpen, Cas-co uit Leuven, Vonk uit Hasselt/ Genk en De Tank van het Entrepot uit Brugge.

IN DIT NUMMER:

MANON DE CRAENE (via NUCLEO, Gent) Manon: ‘Het vertrekpunt bij mijn werk zijn de dingen om me heen. De chaos van indrukken die ik krijg bij het wachten, wandelen en observeren van mens, voorwerp, geluid, situaties. Die indrukken zijn altijd met elkaar verbonden en creëren een vorm van beweging. Die beweging probeer ik weer te geven door middel van vlak en lijn, in samenspel met organische vormen uit de natuur. De natuur leent me de vrijheid van schilderen en tekenen. In mijn werk houden de vormen geen rekening met elkaar. Ze willen elkaar overtreffen, net zoals geluiden, gesprekken en beelden in het dagelijks leven dat doen. Wat eerst een ordeloze mengeling van lijn, vlak en kleur lijkt, komt samen tot een geheel, een dans, een vorm van aandacht. Door mijn intuïtieve manier van werken kan ik dit proces zich volledig laten ontplooien. Die manier van werken hanteer ik ook als ik driedimensionale collages maak. Met visuele doortastendheid verwerk ik de vlakke dragers tot ruimtelijke constructies. In tegenstelling tot mijn schilderijen, die eerder lijvig overkomen, worden mijn collages letterlijk en figuurlijk ondersteund door hun eigen fragiliteit. De collagetechniek beïnvloedt duidelijk mijn schilderproces, wat mijn schilderijen en tekeningen een gelaagd effect bezorgt.’

MANON DE CRAENE ° 1995 Master in de beeldende kunsten – schilderkunst. instagram.com/manon.de.craene

MANON DE CRAENE

29


Mijn job: tekenaar PA S CA L E P O L L I E R

Pascale Pollier heeft een uitzonderlijke interesse voor het menselijke lichaam. Als medisch kunstenares verbindt ze haar tekeningen en beeldhouwwerk met wetenschap. De anatomie van de mens vormt haar inspiratiebron. Tijdens dissecties en operaties tekent Pascale de schoonheid van het lichaam in haar verschillende gedaantes en zeker ook in haar minder perfecte vorm.

Medische illustraties ‘Er zijn heel wat redenen waarom er zowel medische foto’s als medische illustraties bestaan. Als medisch illustrator kan je verduidelijken’, vertelt Pascale. ‘Neem nu deze tekening van een nier. Op een foto is het verschil tussen een ader, die platter is en een slagader, die ronder is, moeilijk te zien. Dat kan je op een tekening duidelijker tot uiting brengen. Als medisch kunstenaar moet je de dingen eerst goed begrijpen, vooraleer je ze kan tekenen. Er gaat veel onderzoek aan vooraf.’

30

De tekening die Pascale van de nier maakt, is voor een online encyclopedie. De meeste kunstenaars die de opleiding medische kunst volgden, werken voor geneeskundige tijdschriften en uitgaves. ‘Ook bij rechtszaken kunnen medische tekeningen helpen’, vertelt ze. ‘Als zich tijdens een operatie een fout heeft voorgedaan, kan je met tekeningen schetsen wat er is gebeurd. Zo krijgt de jury een beter zicht op het probleem. Bij een moordzaak zijn foto’s van een autopsie te confronterend. In een tekening kan je het emotionele aspect weghalen.’

Gebroken blik Als kind maakte Pascale mee hoe haar kat in haar armen stierf. ‘Dat was zo’n ingrijpend moment. De ogen van de kat waren eerst nog vol leven, maar niet veel later begonnen ze langzaam te staren. Daarna brak de blik. Het was alsof een stopcontact werd uitgetrokken. Ik voelde mij triest en ook machteloos. Maar eigenlijk is toen mijn fascinatie voor leven en dood ontstaan en hoe het lichaam werkt. Hoe kan je zo’n dood lichaam weer tot leven wekken, een ziel geven?’

MIJN JOB: TEKENAAR


Anders zijn Tijdens haar studie medische kunst aan de Medical Artists Association in Londen koos Pascale het tekenen van een surgical sequence als onderwerp van haar eindwerk. Ze woonde een operatie bij en documenteerde die al tekenend. De afwijking die Pascale onderzocht was intersekse, een term die de voorkeur krijgt op hermafroditisme. Bij intersekse vertoont het lichaam zowel mannelijke als vrouwelijke kenmerken. Pascale volgde een ingreep bij een kind dat was geboren met ambiguous

PA S CA L E P O L L I E R

genitalia, een mix van twee geslachten. Tijdens de operatie werd een vrouwelijk geslachtsdeel gereconstrueerd. De ingreep duurde vijf uur. De tekeningen die Pascale er bij maakte, waren niet gedetailleerd, maar eerder diagrammen. Ze maken het mogelijk om het verloop van de operatie te volgen. Pollier bestudeerde trouwens niet alleen het fysieke aspect van deze conditie, maar ook het psychologische, het sociale en het emotionele, voor de ouders en de kinderen. ‘Mijn conclusie is dat de intersekseconditie eigenlijk

geen medische afwijking of ziekte is, maar een biologische variant: een derde gender. Als het medisch mogelijk is, lijkt het me het beste dergelijke kinderen gewoon zonder operatie te laten opgroeien.’ Dissecties tekenen Behalve kunstenares is Pascale Pollier ook mede-oprichtster van de organisatie BIOMAB (Biological and Medical Art in Belgium). Tweejaarlijks organiseert ze samen met dr. Ann Van de Velde dissectietekenklassen voor kunstenaars, wetenschappers →

31


32

MIJN JOB: TEKENAAR


PA S CA L E P O L L I E R

33


en studenten. Tijdens live dissecties krijgen ze inkijk in de interne werking van het lichaam en maken ze anatomische tekeningen. Het is vrij uniek om er aanwezig te kunnen zijn en alles verloopt met het grootste respect voor de donoren, die hun lichaam hebben afgestaan voor medisch onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. ‘Het lugubere verdwijnt als je de structuur en de wonderbaarlijke perfectie van onze binnenkant ontdekt’, legt Pascale uit.

34

Elk medisch tekenaar moet een ethisch document ondertekenen. De morele code en regels zijn binnen deze kleine beroepsgroep heel belangrijk. Zo worden gezichten nooit getrouw nagetekend.’ Andreas Vesalius Pascale geeft ook workshops gezichtsexpressie. ‘Tijdens deze workshop gaan we dieper in op het beeldhouwen van de spieren in een gezichtsexpressie.

We doen dat door de wastechniek te gebruiken op een schedelmodel. Ik hoop mensen enthousiast te maken voor anatomische kunst, zoals het werk van Andreas Vesalius (1514 – 1564), dat bij mij deed. Hij is één van mijn grote helden’, vertrouwt Pascale ons toe. ‘Hij is de grondlegger van onze moderne anatomie en bovendien geboren in Brussel. Als beginnend kunstenaar hing ik zijn illustraties uit de ‘Fabrica’ – zijn meesterwerk over anatomie –

MIJN JOB: TEKENAAR


overal in huis, in het atelier en zelfs in de badkamer. Zijn werk zette me ertoe aan om de binnenkant van het lichaam te bestuderen om de functies ervan te begrijpen. Het observeren van het ongewone en het onzichtbare heeft mij altijd geboeid. Hoe dieper ik in het lichaam kijk, hoe mooier het wordt.’

PASCALE POLLIER ° 1967 Woont in Londen, heeft nu ook een atelier in Brakel. Volgde een opleiding plastische kunsten aan Academie in Gent (nu KASK) en postgraduaat medische kunst bij de Medical Artists Association in Londen.

Tekst: Marianne Sneijers Foto’s: Evenbeeld

PA S CA L E P O L L I E R

35


VERS TALENT B A R T D EG L I N

Maak kennis met de verrassende werken van Bart Deglin. Met bic, potlood en acryl brengt hij op papier een heel eigen universum tot leven. Tot 15 november toont hij, in samenwerking met het Hasseltse smartlab, een installatie vol tekeningen die je beloeren en in de greep houden. →

36

V E R S TA L E N T


B A R T D EG L I N

37


Bart: ‘Ik ben autodidact én laatbloeier en zat een tijdje met het idee dat ik pas een kunstenaar kon zijn als ik ook schilderen met olie op doek onder de knie had. Dat idee heb ik gelukkig achter me gelaten. Ik schilder nog weleens met olieverf op doek, maar het voelt al lang niet meer als een noodzaak. Dat loslaten zorgde voor een kantelpunt, denk ik. Ik heb me toegelegd op mijn werk op papier, dat ik sterker vind. Ik ben in de eerste plaats tekenaar, merk ik. Ik wissel graag af of combineer technieken. Mijn tekeningen zet ik op met potlood en vul daarna in met acryl. Ik verdun de verf heel fel, zodat het lijkt alsof ik met aquarel werk.’ Centraal in Barts werk staat de mensensoort. Met veel ironie bekijkt hij de personages die zijn tekeningen en doeken bevolken. Zij lijken de situatie waarin ze zich bevinden verkeerd in te schatten, of gewoonweg geen oplossing of uitweg te vinden. Bittere ernst wordt het nooit: daarvoor bekommert Bart zich teveel over zijn personages en omringt hij ze met veel humor. ‘Mijn onderwerpen komen me aanwaaien. Ik heb ook een donkere kant, maar laat altijd humor toe in mijn tekeningen. Ik pik dingen op die ik zie of hoor. Ik ben altijd sterk geïnteresseerd geweest in muziek en merk dat dat op een of andere manier een invloed heeft op mijn werk. Dat blijkt ook uit de titels die ik mijn werken meegeef en die vaak verwijzen naar songtitels of tekstfragmenten uit nummers.’

38

‘Public Witness Program’ van Fugazi is zo’n nummer. Voor Bart vormde het de aanleiding voor een werk in aquarel, vol close-ups van ogen. Hij maakte het 4 jaar geleden en toont in smartlab een variatie op het thema, in de vorm van een installatie. ‘Het idee maakt deel uit van een reeks ‘Acts’ die smartlab, een platform voor ongedisciplineerde kunsten, organiseert. Drie maal per jaar is er een act in een gastlocatie of tijdens een evenement. Die ‘act’ is onder meer via live streaming te volgen. Voor mijn bijdrage heb ik een reeks van 60 tekeningen van ogen in verschillende groottes gemaakt. Die werken vullen de exporuimte, op muren en als onderdeel van een mobiel. Op die manier krijg je als kijker het gevoel voortdurend en vanuit verschillende hoeken bekeken te worden.’

BART DEGLIN 47 jaar Woont in Hasselt. Maakt werken op papier, waarin de mensensoort centraal staat.

Niet alleen in smartlab kan je werk van Bart ontdekken. Zo maakte hij, op vraag van het street art festival in Hasselt, een grote muurschildering in zijn buurt in Runkst. ‘Ik kreeg heel wat positieve reacties. Ook van street artists. Dat deed me wel wat. Bovendien was het een fijne ervaring om in open lucht, op groot formaat aan de slag te gaan. Ik heb op één dag ontzettend veel geleerd. Zeker voor herhaling vatbaar, dus.’

Tekst: Ward Desloovere Foto’s: Renaat Nijs

V E R S TA L E N T


Mijn ritueel A X E L L E V E R TO M M E N Axelle: ‘Een project opstarten is altijd het moeilijkste. Daarbij start ik altijd vanuit de vraag: wat is er al? Wat ontbreekt er? En wat kan mijn werk daaraan toevoegen? Voor ik begin met het eigenlijke schetsen van het ontwerp stel ik daarom een referentiekader op, ongeacht welk meubelstuk ik op dat moment wil ontwerpen. Als ik bestaande ontwerpen bekijk, zoek ik over welke kwaliteiten ze beschikken. Het is dan de kunst om die functionaliteiten te ontdekken en naar mijn hand te zetten. Ik laat me inspireren door beelden die grafisch interessant zijn en daarbij kom ik al snel terecht bij minimalistische kunst, zoals het kleurgebruik bij Donald Judd of het werk van Blinky Palermo en Imi Knoebel. Ook modernistische kunst inspireert me. Zo heb ik een mooi boek van beeldend kunstenaar Victor Servranckx, waarin ik vaak blader. Als ik daarin bijvoorbeeld een cirkel met een lijn zie die me aantrekt, kan ik dat op zo’n manier lezen dat ik het kan vertalen naar een potentieel ontwerp voor een meubelstuk. Maar fout interpreteren is ook heel interessant als basis om verder op te werken, misschien zelfs interessanter.

Foto: © Stephanie De Smet

Eens ik in boeken en online begin rond te neuzen, verlies ik de tijd uit het oog. Dan eindig ik rond middernacht met een pak openstaande tabbladen op mijn computer. Het is een kunst om mezelf een halt toe te roepen en over te gaan tot het schetsen van kleine geheugensteuntjes om later maquettes mee te bouwen.’

AXELLE VERTOMMEN ° 1992, Bonheiden, woont in Antwerpen. Studeerde Interieurarchitectuur (Universiteit Antwerpen) en meubelontwerp (Thomas More Mechelen). Onder haar eigen naam werkt ze als freelance ontwerper interieurs en objecten uit, waarbij ze zich focust op detaillering en contrasten opzoekt in het gebruik van materialen. Momenteel werkt ze onder meer voor Dries Otten en Studio Haver.

Tekst: Zoë Hoornaert Foto: © Isabel Rottiers

MIJN RITUEEL

39


Kris Martin ‘ E E N K U N ST E N A A R M O E T G E N E R E U S Z I J N .’

Kris Martin, Bee, 2009. Foto: © Dirk Pauwels

40

Kris Martin is gefascineerd door het werk van Jan van Eyck. Zijn bekendste werk ‘Altar’ heeft een duidelijke link met ‘Het Lam Gods’ en in zijn oeuvre duiken verwijzingen naar Oude Meesters op. Martin maakt ook deel uit van onze ‘Rechtvaardige Rechters’, de 5-koppige jurygroep die begin september 30 werken selecteerde voor de expo ’Op Eigen Hout’, met ‘Het Lam Gods’ als inspiratiebron.

KRIS MARTIN


Kris Martin, Altar, 2014. Foto: © Benny Proot

In je werk zitten verwijzingen naar de oude meesters, ook naar van Eyck. Wat trekt je aan in zijn schilderijen? Ik heb al lang een sterke band met Het Lam Gods. Toen ik in Gent woonde, ging er geen week voorbij zonder dat ik een bezoek bracht aan dit meesterwerk. Nooit komt er een moment dat je het helemaal gevat hebt. Altijd duiken er nieuwe details op. Het werk is onuitputtelijk. Voor mij staat het ook voor de geboorte van het surrealisme. Het realisme is in dit schilderij ten top gedreven. Als beeld is het tegelijkertijd geloofwaardig én onmogelijk. Op technisch vlak steekt Jan van Eyck voor mij kop en schouders boven zijn tijdgenoten uit. Hoe komt de invloed van van Eycks oeuvre in jouw werk tot uiting? Uiteraard meet ik mijzelf niet met deze meester. Toen ik jaren geleden de kans kreeg een ingreep te doen bij Het Lam Gods in de Sint-Baafskathedraal, legde ik mijn werk ‘Bee’ – een dode bij in goud – er naast. Zoals een dode vlieg op je vensterbank; heel nietig. Als ontsnapt uit het paradijs maar niet overleefd in deze wereld. ‘Bee’ is trouwens mijn favoriete werk op de expo ‘EXIT’ mijn eerste grote overzichtstentoonstelling die in het S.M.A.K. loopt. Op deze expo roept het werk, door de andere context,

EXPO OP EIGEN HOUT

weer andere connotaties op. Maar er zijn nog werken die mijn band met Het Lam Gods hebben versterkt. Toen de onderste luiken – waaronder de kopie van het verdwenen paneel ‘De rechtvaardige rechters’ – weg waren voor restauratie, kreeg ik toestemming om het paneel tijdelijk te vervangen door een spiegel. Waarom? Iedereen oordeelt en veroordeelt erop los. Eigenlijk zijn we allemaal rechters. Door die spiegel ben je als kijker figurant, ga je deel uitmaken van het werk. Ik denk dat van Eyck dat wel zou hebben gesmaakt: een spiegel die accuraat de werkelijkheid weergeeft. De sculptuur ‘Altar’ is wellicht het bekendst bij het grote publiek. Begrijp je waarom? Wat me verrast heeft, is dat zoveel mensen de vorm onmiddellijk lijken te herkennen. Terwijl ik ervan uitging dat die alleen gekend zou zijn bij kunsthistorici of andere mensen die echt thuis zijn in het vak. Dat het werk bij veel mensen iets teweegbrengt, komt volgens mij door het open frame, letterlijk en figuurlijk. Mijn werk is een uitnodiging om te kijken, geen verplichting. Dat vind ik belangrijk. Mensen zijn vrij om hun eigen invulling te geven. Ik krijg vragen om een afbeelding van het werk te gebruiken voor geboortekaartjes, huwelijksaankondigingen, rouwkaarten... Dat is een mooi compliment. →

41


Op Eigen Hout In maart lanceerden we de open call ‘Op Eigen Hout’. Maar liefst 300 kunstenaars maakten, op houten paneel én in het originele formaat van het verdwenen paneel van Van Eycks Lam Gods, een eigen versie van het werk. Uit die panelen koos een rechtvaardige jury, met onder andere Kris Martin, de 30 sterkste panelen voor een groepsexpo. Met werk van: Stefan Tackx, Gabriëlle, Kerkhofs, Jef Faes, Florien Allemeersch, Kürt Maes, Hans Vanneste, Anton Van Steelandt, Steven Verstuyft, Louis Libbrecht, Mark Van Crombrugge, Dominique Ebbeng, Peter Bodequin, Erna Vollrath, Kristof Ribus, Kelly Durieu, Liesbeth Vandenschrieck, Ion Chisca, Lief Weuts, Godelieve Weuts, Godelieve Weuts, Leen Vandierendonck, Juno Kerckhof, Loes De Gendt, Joke Baessens, Nicole S. Pousset, Jo Solange Lambelin, Mark Verbrugge, Karen van Dooren, Anouk Van Hooydonk, Bert Lezy, Vanessa Lagaert en Jeff Swinnen. De expo vindt plaats van 7 tot 22 november, in een bijzondere installatie onder de Gentse Stadshal. kunstwerkt.be

Kris Martin, T.Y.F.F.S.H., 2009. Zaalzicht S.M.A.K. 2020. Courtesy Kris Martin. Foto: © Dirk Pauwels

Kris Martin, Mandi XV, 2007. Zaalzicht S.M.A.K. 2020. Courtesy Kris Martin. Foto: © Dirk Pauwels

42

KRIS MARTIN


De oude meesters werkten heel gedetailleerd. In hun schilderkunst zat een grote techniciteit. In hoeverre is die technische beheersing belangrijk voor jou als kunstenaar? Ik ben niet opgeleid als kunstenaar, maar als architect. Ik beschik niet over kunsttechnische vaardigheden. Mijn kunstenaarschap bestaat uit ‘denken’. Ik ga te werk als een architect: eerst werk ik een idee uit en dan bepaal ik in welk materiaal dit best wordt uitgevoerd. Ik ben blij dat ik daarbij al 20 jaar een beroep kan doen op de beste ambachtslui. Zij voeren mijn werk uit op een technisch erg hoog niveau. Voor ons project ‘Op Eigen Hout’ maak je deel uit van de jurygroep ‘De Rechtvaardige Rechters’. Wat vind je belangrijk bij het selecteren? Authenticiteit en verwondering. En generositeit. Geeft het werk? Wil het delen of neemt het? Is het echt je eigen taal, of ben je een adept van een populaire hedendaagse kunstenaar als Borremans of Tuymans? Want dat vind ik een spijtige trend: ook op kunstscholen zie je vaak dat leerlingen in een richting worden gestuurd. Ik vind het beter om uit de geschiedenis te putten. Kijk naar ons erfgoed: hoe rijk! Grote kunstenaars zijn voor mij per definitie autodidact. In die zin dat ze een eigen taal hebben ontwikkeld en daar altijd maar beter en beter in worden. Kijk dus niet naar trends, maar volg je eigen weg. Waarom moeten mensen volgens jou naar de ‘Op Eigen Hout’-expo onder de Gentse Stadshal gaan kijken? Ik zal je antwoorden met hoe ik naar mijn eigen werk kijk: elk werk dat ik maak, bekijk ik als een uitnodiging om te denken, geen verplichting. Niet meer en niet minder. Ik ben niet ongevoelig voor kritiek, maar apprecieer het op zich al dat mensen de moeite nemen om te gaan kijken naar een expositie, om hun eigen invulling te geven aan een werk.Ik ben het 100% eens met Jan Hoet die vond dat tentoonstellingen laagdrempelig moeten zijn. Je kan alleen maar uitnodigen en genereus zijn als kunstenaar. Meer ontdekken? Nog tot 3 januari 2021 loopt in het S.M.A.K. onder de noemer ‘EXIT’, de eerste grote overzichtstentoonstelling van Kris Martin, in België. smak.be

Tekst: Annemie Vingerhoets

EXPO OP EIGEN HOUT

43


44

A PA P E R / A DAY


DIVE INTO MANKIND O P E N CA L L De wereld is een speelveld. Elke dag bereikt ons een stroom aan informatie, we zien zoveel beelden. Beelden van dichtbij en veraf. Welke blijven aan jouw netvlies kleven, welke essentie diep jij op? Met de open call ‘Dive into Mankind’ roept Cera i.s.m. Kunstwerkt en M Leuven je op om in de wereld van collage te duiken. Het uitgangspunt is het gelijknamig videowerk van Ria Pacquée. We nodigen je uit om de horizon af te speuren naar beelden of ervaringen die je de afgelopen periode intrigeerden en je niet loslieten. Slaag jij erin om een beeldend antwoord te bieden? Dien je collage in van 15 oktober tot 6 december 2020 op het online platform Beeld. Naast een indienformulier vind je er ook een fragment van het videowerk van Ria Pacquée. Van 21 januari tot 21 maart 2021 wordt een selectie van de werken tentoongesteld in het Cera-gebouw in Leuven. Meer info: kunstwerkt.be

Ria Pacquée, still uit Dive Into Mankind, 2008, Cera-collectie | M Leuven © de kunstenaar, courtesy ARGOS, Centre for Audiovisual Arts.

D I V E I N TO M A N K I N D

45


BEELD D E K E U Z E VA N R I A PAC Q U É E Het werk ‘Dive into Mankind’ van de Belgische kunstenares Ria Pacquée vormt het sleutelwerk waarrond Cera, in samenwerking met Kunstwerkt en M Leuven, een open call organiseert. (Meer info op blz. 45). We vroegen Ria om een uitgebreide kijk te nemen op ons platform Beeld en er werken uit te kiezen die haar raken. Ze koos onder meer werken van Frank Tuytschaever en Anaïs Van Goethem. Maar ook het oeuvre van Natalia Drobot, Joëlle Janssens, Evelien Boden en Pia Cabuy kon haar bekoren. Je vindt Ria’s volledige keuze op Beeld.

F R A N K T U Y TS C H A E V E R Tears Ik breng mijn werk uit onder het pseudoniem ‘D.D.Trans’. Ik ontleende die naam aan een ondertussen opgedoekt transportbedrijf. Zoals de naam aangeeft, werk ik graag rond de notie van transformatie. Ik maak daarbij graag gebruik van heel doordeweekse voorwerpen. Ik haal huishoudelijke objecten uit hun context en vorm ze met een minimalistische ingreep om tot kunstwerken. Het resultaat – zoals bij dit werk ‘Tears’ – is poëtisch en humoristisch. Maar het heeft ook een donkere ondertoon. Er is ook kwetsbaarheid, onderhuids. Ik voel me zielsverwant met het werk van René Heyvaert (1929 – 1984). Ook hij werkte vaak met gevonden, alledaagse voorwerpen. Met kleine, poëtische ingrepen nam Heyvaert de oorspronkelijke functie van die voorwerpen weg en creëerde er een eigen universum mee. Van 17 oktober tot 29 november stel ik bij Geukens & De Vil in Knokke ‘Côte à Côte’ voor, mijn eerste solotentoonstelling. ddtrans-art.be

46

BEELD


Frank Tuytschaever, Tears, 17 × 6 cm, foto © David Samyn

D E K E U Z E VA N R I A PAC Q U É E

47


Anaïs Van Goethem, Night XI, Inkt op aquarelpapier, 25 × 45 cm

48

BEELD


Wil je jouw werk ook in Kunstletters zien verschijnen? Plaats foto’s van je werken op ons digitaal platform Beeld en misschien kiest één van de gastcuratoren wel jouw werk om in het blad te tonen. beeld.be

A N A Ï S VA N G O E T H E M Night XI

Dit werk maakt deel uit van de reeks ‘Night’, waar ik blijf aan verder werken. De serie bestaat uit gewassen inkttekeningen op aquarelpapier. Ik ga intuïtief en gevoelsmatig te werk, zonder duidelijk vooropgezet doel. De getekende taferelen van deze reeks spelen zich af in een verlaten stad of binnenshuis. Vaak duikt maar één personage of een silhouet op in het werk.

D E K E U Z E VA N R I A PAC Q U É E

Van opleiding ben ik graficus en ik speel dan ook graag met subtiele grijstinten, zwarten, licht en schaduw om een sfeer te creëren. De nacht vind ik een intrigerend fenomeen. Tijdens de nachtelijke uren gedijen vergankelijkheid, tijdloosheid, verstilling, alleenzaamheid... Ik laat het graag aan de toeschouwer over om mijn werk in woorden te beschrijven, het aan te voelen en te laten resoneren. Tijdens de quarantaineperiode merkte ik dat mijn werken naadloos bij het tijdsgewricht aansloten. Heb ik een glazen bol? madebyanais.be

49


ZELFPORTRET ST E V E N B O E R S Waarom maak je zelfportretten? Ik lijd aan prosopagnosie. Dat is een afwijking waardoor ik gezichtsblind ben en geen mensen herken. Ik heb zelfs maar een beperkt idee van mijn eigen uiterlijk. Ik ben portretten beginnen schilderen als een therapie om mijn hersens te drillen om gezichten te herkennen. Dit zelfportret komt uit een reeks waaruit ik putte om wekelijks mijn profielfoto op Facebook te vervangen. Hoe ontstond dit werk? Ik werk volgens regels van mijn zelfgeschreven SPART-manifest. Een van de regels bepaalt dat elk werk in heel korte tijd klaar moet zijn. Dit zelfportret is in enkele minuten ontstaan door lukraak acrylverf op een stuk karton uit te spreiden, waarin ik plots mezelf meende te herkennen. Ik laat me in mijn werk leiden door pareidolie: ik probeer in chaos en vlekken trekken van menselijke gestalten te zien en ze dan te accentueren. Toevallig bleek dit portret, volgens mensen die mij wél herkennen, ‘spot on’ te zijn. Met welk materiaal ga je het liefst aan de slag voor een zelfportret? Ik varieer het liefst zo vaak mogelijk. Elk werk is een experiment. Van Oost-Indische inkt tot de vingerverf en glitterstiften van mijn dochtertje: ik gebruik ze allemaal. Is er een kunstenaar die je inspireert bij het maken van een zelfportret? Ja, maar vreemd genoeg gaat het niet om kunstenaars die bekendstaan als portrettekenaars, wel om abstractexpressionisten zoals Franz Kline en Cy Twombly. Ik hou van hun werk vol wilde vlekkerigheid en schijnbare chaos, waar toch evenwicht in zit.

50

Steven Boers, Zelfportret in wit, zwart en goud, 2018

Wat is je favoriete plek om te schilderen? Letterlijk overal in huis. Het liefst op de grond. Ik schilder waar ik ook maar plaats vind, al is het naast de kattenbak.

Jouw zelfportret in Kunstletters? Zet een foto van een zelfportret op ons digitaal platform Beeld en gebruik het woord ‘zelf’ of ‘self’ in de titel van het werk. Misschien staat jouw zelfportret in het volgende nummer.

STEVEN BOERS ° 1977 Woont in Borgerhout. Creëert volgens de 20 regels van het SPART-manifest. SPART is een vorm van zeer snel gecreëerde outsiderkunst, waarbij de kunstenaar probeert om elk werk in een andere stijl en met andere materialen te maken.

ZELFPORTRET


Abonneren? Prima idee! Een abonnement kost 15 euro (4 nummers). Een groepsabonnement kost 35 euro (5 ex. van 4 nummers) Alle info: kunstwerkt.be | 09 235 22 70

Werkten mee aan dit nummer: Tamara Beheydt, Kimberley Dhollander, André De Nys, Zoë Hoornaert, Yves Joris, Vincent Lynen, Jonas Nachtergaele, Renaat Nijs, Ria Pacquée, Sarah Poesen, Marianne Sneijers, Mies Van Roy, Annemie Vingerhoets. Coördinatie: Ward Desloovere Vormgeving: Wilderzicht Druk: Die Keure V.U.: Katrien Boogaerts Kunstletters is een magazine van Kunstwerkt vzw, Bijlokekaai 7C, 9000 Gent

C O LO FO N

Je vindt Kunstletters ook in Passa Porta (Brussel), De Groene Waterman (Antwerpen), Grim (Hasselt), Copyright (Antwerpen, Gent) en Stichting IJsberg (Damme). Kunstletters online Meer lezen, meer bekijken? Kunstletters leeft ook volop online. Op kunstwerkt.be vind je uitgebreide versies van de bijdragen in dit blad, met extra beeldmateriaal. Bovendien kan je er ook terecht voor meer artikels, expotips en video. Je vindt Kunstletters ook op Facebook en Instagram.

Vragen, tips, opmerkingen: info@kunstletters.be Meewerken aan Kunstletters? Heb jij een eigen kijk op wat er aan beeldende creativiteit te ontdekken valt? Een kunstenaar, trend, techniek of project zo de moeite waard dat je het graag wil of móet delen? Werk mee. Stuur je idee met een schets van wat je in een stuk wil vertellen of tonen naar info@kunstletters.be.

Vincent Lynen maakte de illustraties in dit nummer van Kunstletters. Ontdek meer werk op instagram.com/vincent.lynen.

51



Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.