Vakblad Arbo - Nummer juni 2020

Page 36

RE E

E

jurisprudentie aar ge erkt ordt gebeuren onge ukken ontstaan con icten en ordt verzuimd oms komt de rechter eraan te as om te be a en o iedereen e vo gens de rege s hee t gehande d en overzicht van recente rechter i ke uits raken ten aanzien van arbeidsongeva en con icten ziekteverzuim en re-integratie

tekst Rob oort

oezicht op werk bij asbestsanering er vo doende eite i k toezicht is hangt a van de omstandigheden er geva aar bi asbestsanering betekent voortdurend toezicht ook echt voortdurend zicht o het erk o niet dan vo gt een boete Tijdens een asbestsanering constateert een arbeidsinspecteur van de Inspectie SZW dat een werknemer asbesthoudend sloopafval bij elkaar veegt met een bezem in plaats van met een trekker. Daarbij komt stof vrij. De werkgever krijgt op 5 juli 2016 een bestuurlijke boete voor overtreding van artikel 4.45 Arbobesluit. Na een matiging met 75 procent bedraagt die 2.700 euro. Ook besluit de minister om de inspectiegegevens openbaar te maken op de website van het ministerie. Het bezwaar van de werkgever dat hij wel adequaat toezicht heeft gehouden tijdens de as-

bestsanering, wordt verworpen. Datzelfde geldt voor zijn bezwaar tegen de openbaarmaking. De rechtbank draait in beroep in maart 2018 de boete en de bekendmaking echter terug. Volgens de rechtbank was er geen sprake van verwijtbaarheid. In hoger beroep van de staatssecretaris van SZW oordeelt de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State als volgt. Volgens de staatssecretaris valt het bij elkaar vegen van asbesthoudend sloopafval uit het plafond onder risicoklasse 2. Dan moet op iedere werknemer binnen het containment voortdurend en zonder enige onderbreking toezicht worden gehouden. Dat was hier niet het geval en de rechtbank heeft daar ten onrechte geen rekening mee gehouden. Volgens de Afdeling hangt het antwoord op de vraag of sprake is van voldoende feitelijk toezicht af van de omstandigheden van het geval. Daarbij gaat het om de aard van de werkzaamheden, de ervaring van de werknemer

en zijn positie in het bedrijf. Van een werkgever kan niet worden verlangd dat hij voortdurend een toezichthouder naast een (ervaren) werknemer plaatst. Dat er op zeker moment geen toezichthouder aanwezig is, is op zichzelf niet voldoende voor het oordeel ‘onvoldoende toezicht’. Wel moet het feitelijke toezicht werknemers stimuleren zich aan de veiligheidseisen te houden. Maar het gaat in dit geval om asbestsanering. Die moet volgens artikel 4.54d Arbobesluit worden uitgevoerd onder voortdurend toezicht van een Deskundig Toezichthouder Asbestverwijdering (DTA’er). Deze strenge mate van toezicht heeft de wetgever bepaald. De staatssecretaris heeft in dit geval dus terecht het begrip adequaat toezicht uitgelegd als voortdurend toezicht. Dit betekent: zicht op de werkzaamheden. De DTA’er was op een andere verdieping bezig en had dus geen zicht op de werkzaamheden. Daarmee heeft de rechtbank ten onrechte geoordeeld dat het toezicht adequaat was.

(advertentie)

Arbo Actuaaiteitendag

In 1 dag up-to-date over aaae arbo onderwerpen 23 juni 2020 | BCN Utrecht 6 arbo 6 | 2020

036-037_ARB06_JUR-ADV.indd 36

25-05-20 08:09


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.
Vakblad Arbo - Nummer juni 2020 by VMN Media - Issuu