
11 minute read
BMW 520I E34
Anders duurzaam



NA NEGEN JAAR MET VEEL RIJPLEZIER IN EEN BMW 525E (E28) MET UITEINDELIJK EEN TROTSE 346.000 KILOMETER OP DE TELLER, VOND IK HET DRIE JAAR GELEDEN TIJD VOOR IETS ANDERS. OPNIEUW EEN 5-SERIE, DAT STOND EIGENLIJK WEL VAST. DE E39 VIND IK SCHITTEREND, MAAR DIE VIEL TOEN NOG BUITEN HET BUDGET. BOVENDIEN WAS DIE TE JONG, WANT OUDER DAN 15 JAAR WAS EEN VOORWAARDE IN VERBAND MET DE BIJTELLING. DUS WERD HET EEN E34. DUURZAAM AUTORIJDEN, MAAR DAN ANDERS.
TEKST EN FOTOGRAFIE: BART VAN DEN ACKER

Mijn dagelijkse BMW heb ik als ZZP-er (freelance autojournalist) ‘op de zaak’ staan. Ik vind het nog steeds een grove onrechtvaardigheid dat je als zelfstandige bijtelling moet betalen over de nieuwwaarde van een occasion, die ik nieuw gewoon niet kàn betalen, daar draai ik niet omheen. Goed, er is dus die regeling met bijtelling over de handelswaarde – met dank aan Wouter van Embden c.s., die zich daar voor ons allemaal sterk voor hebben gemaakt – en dus zit ik vast aan die minimum leeftijd van 15 jaar. Daar komt bij dat ik op autogebied ontzettend verwend ben. Ik wil niet zo maar een occasion, het uitgangspunt was ‘ik koop alleen een andere BMW als het een buitenkansje is’. Of ik doe het niet. Dat maakt het al niet gemakkelijk. Nog een voorwaarde: in elk geval een zescilinder en bij voorkeur een handbak. Dat maakt het nog ingewikkelder, want het gros van alle 5-series had ook bij dit model al een automaat. Maar ja, een BMW schákelt zo lekker én de prijzen van de weinige handgeschakelde exemplaren zijn vaak net iets vriendelijker.
IN ALLE EERLIJKHEID moet ik bekennen dat ik de E34 uiterlijk niet het sterkste BMW-ontwerp aller tijden vind. De E28 is karakteristieker en de E39 was dat op zijn beurt ook weer. Het doet me een beetje pijn dat zo te stellen, want deze E34 is wel ontworpen onder leiding van een man wiens eerdere werk ik zeer bewonder: Ercole Spada. Hij mag zich schepper noemen van onder meer diverse Alfa en Lancia Zagato’s, het tweede type Lancia Delta , de Kappa en de Alfa 155. Maar goed, we gaan het hier hebben over praktijkervaringen en niet over beroemde ontwerpers.
1 | In vol ornaat, net na de aankoop. Achttien jaar oud en 83.000 kilometer op de teller, hoe is het mogelijk! 2 | Sfeervol bruin interieur, tegenwoordig geen gebruikelijke kleur meer voor de binnenkant van een auto! Dat alarmgeval in de middenconsole ging er al snel uit, daar krijg je alleen maar last van. 3 | Stoer! Boven op de Stelviopas tussen Italië en Zwitserland moest de BMW natuurlijk even op de foto met dat bord op de achtergrond, al is de positie van de auto een tikkeltje vreemd. 4 | Bijna ingesneeuwd in het Zwarte Woud, dat wat betreft de schrijver een heel andere naam verdient. Pas anderhalf uur later was wegrijden mogelijk en waren de winterbanden hun gewicht in goud waard.


Gebruikte BMW’s zijn in grote aantallen te koop, in soorten en maten. Ik heb er een stuk of vijf bekeken die meteen afvielen. Uitgewoonde interieurs, rokerige motoren, doorgerotte deuren, dat was het allemaal niet. Fotograaf (en youngtimerkenner) Louis Blom 3 bleef er maar op hameren dat ik zo’n auto gewoon in Duitsland zou moeten kopen. Om de haverklap stuurde hij me een serie pagina’s van BMW’s op mobile.de. Een 540i V8 in voormalig Oost-Duitsland? Ik ga daar echt niet helemaal naartoe rijden met een dikke kans dat het een wrak is. Ik wil een buitenkansje! Ik wist ze allemaal af te wijzen, tot Louis een heel vreemde advertentie doormailde. Een 520i die wel werd geadverteerd op mobile, maar in Rijswijk te koop stond. Voor mij bij wijze van spreken om de hoek! Bellen kon geen kwaad: keurige mevrouw aan de lijn, de auto was van haar zoon, student economie, maar hij kon de rijkosten niet betalen. Hm, die had dus nog veel te leren voor hij afstudeerde…
TOCH MAAR eens kijken. ’s Middags zout zoonlief bij ma aan de thee zitten. Ik parkeerde om de hoek, de eerste indruk van de BMW was heel overtuigend. Keurig ding, al had er een onverlaat een deukje in het voorscherm gereden en geprobeerd dat met de kwast en metalliclak weg te werken. Dat was niet gelukt. Het verhaal van de auto is verrassend. De student kende de eerste eigenaar én de auto al vele jaren. De oorspronkelijke koper was bedrijfsleider van een Prénatal-winkel en woonde boven de zaak. De BMW stond in het magazijn en kwam alleen naar buiten voor langere ritten, maar véél zijn dat er niet geweest. In 18 jaar had de BMW 83.000 kilometer afgelegd en was altijd in onderhoud geweest bij de dealer die ‘m nieuw had geleverd. De student had de BMW gekocht toen de bedrijfsleider met pensioen ging, zijn dienstwoning moest verlaten en het niet kon verdragen dat zíjn BMW bij zijn nieuwe huurflatje buiten in de regen moest staan. De goede man kocht een Suzuki Alto – wat doet een mens zichzelf aan? De student had de auto maar drie maanden in bezit en (gelukkig) niet veel gebruikt. ‘Elke dag heen en weer naar Rotterdam kost me wel tien euro aan benzine, dat kan ik niet betalen!’ Via een goed contact kon ik bij de dealer in de onderhoudshistorie van de 520i kijken en kreeg van de receptionist te horen ‘Wat? Doet die … ‘m nou weer weg? Die auto is als nieuw!’ Dat klonk positief!
DE STUDENT WAS wel slim genoeg om te proberen nog een slaatje uit de auto te slaan, maar de advertentie op Marktplaats leverde, mede door de optimistische prijs, geen enkele reactie op. In een vlaag van verstandsverbijstering dacht hij toen dat export naar Duitsland wel succes zou hebben. Haha, alleen al het idee! Maar goed, zo kwam de auto dus op mobile terecht en heb ik ‘m dankzij Louis gevonden. Na een eerste kennismaking heb ik een afspraak voor een proefrit gemaakt. Bezorgd vroeg de student waar ik helemaal naartoe wilde, want ja, de benzinekosten… ‘Simpel: ik wil naar Bodegraven en als ik ‘m koop, zijn de benzinekosten voor mij.’ In dat kaasdorp zit namelijk Autoservice Leeijen. Antoon Leeijen heeft niet alleen een éénmansgaragebedrijf, maar is ook een BMW-liefhebber en -kenner en bovendien een goede vriend van me. De BMW reed als een zonnetje. De zescilinder liep zijdezacht en klinkt goed, op een klein roffeltje achterin na. De receptionist leek de waarheid te hebben gesproken, de auto was echt als nieuw. Bij Antoon ging de 5-serie op de brug. De achterste uitlaatdemper lekte een beetje en dat deukje, ach… Heel afgemeten velde Antoon zijn oordeel: ‘Ik vind dit een heel mooie auto’. Ik wist genoeg. Op de terugweg vertelde ik de student dat ik serieus interesse had, maar niet voor de gevraagde prijs (€ 6.500). Dat slaatje eruit slaan moest hij niet bij mij proberen en een andere koper had hij niet. Ik bood € 4.500, we maakten het af op € 4.750.
NA DE AANKOOP ging de E34 direct weer terug naar Antoon. Om te beginnen kreeg hij een grote beurt, waarbij direct de distributieriem werd vervangen, want die zat er al zeven jaar op. Daarbij bleek er een druppel aan de waterpomp te hangen, dus die ging er ook nieuw in. Het achterste deel van de uitlaat werd vernieuwd en een bevriende autospuiter maakte het deukje pertinent onzichtbaar.
4

1 | Nou, dat zijn ze dus, die uitstekende GoodYear winterbanden. Standaard leverde BMW de 520i af op stalen wielen met wieldoppen. 2 | Een recent plaatje, de auto staat er nog steeds fraai bij. 3 | Beetje vies gemaakt!? Ergens onderweg tijdens de Jurassic Classic. Die modder spuit je er zo weer af.
Bovendien is de BMW aangeschaft om er ook echt gebruik van te maken.


Zo, dat was de aankoopgeschiedenis. Nu de rijpraktijk. In het begin is het wennen. Het motorkarakter van de 520i is compleet anders dan van de 525 eta, logisch. Sommige BMW-kenners noemen de tweelitermotor ‘de zescilinder zonder trekkracht’, terwijl de eta daarin juist uitblinkt. Ik moet ook véél meer toeren maken, de eta hield het bij 4.000 voor gezien. Die eta reed ook met gemak 1 op 11, met de 520i haal ik 1 op 10, meestal net niet. Rond 1 op 9,5 is normaal, wel bij tamelijk veel stadsverkeer. Gelukkig heeft de E34 een 80 liter tank, in de praktijk rij ik daar zo’n beetje 650 kilometer mee. Meer zou kunnen, maar de brandstofmeter laat me juist in de steek als ik ‘m het hardst nodig heb. Als er een liter of 65 uit is, brandt het reservelampje al, dan rij je niet lekker ontspannen meer.
IN DAT STADSVERKEER is de E34 een fijne goedzak, die zich al het getreuzel laat welgevallen. Al is het qua prestaties geen geweldenaar, voelt hij zich duidelijk het lekkerst op de snelweg en dan vooral op lange afstanden. BMW's worden vaak geprezen om het weggedrag; ik waardeer vooral de ragfijne besturing (achterwielaandrijving!) en het fijne veercomfort. Dankzij het riante comfort is tien uur rijden op een dag rijden heel goed mogelijk, desnoods dágen achtereen. Juist op die langere ritten ga je vanzelf ook de geweldig goede voorstoelen waarderen, terwijl je eventuele voor en achterpassagiers ook niet hoort klagen. De uitstekende reiscapaciteiten van mijn 5-serie heb ik in de afgelopen drie jaar veelvuldig gebruikt. Naar Wenen, door naar Padua/Venetië en via de Stelvio terug naar huis. Heen en weer naar Le Mans voor de klassieke 24 uren was ook geen probleem. Waarbij bleek dat je prima in de BMW kunt slapen, dat lees je nou nooit in testverslagen! Naar Brescia voor de start van de Mille Miglia, door naar de Povlakte, dan naar Turijn voor het veertig jarig bestaan van Ital Design, terug naar Modena en weer naar huis. Op de slingerlinten in de Alpen is de 520i altijd helemaal in z’n element. Ondertussen werkt de zescilinder stil en onverstoorbaar en verbruikt ook op die ritten geen druppel olie.
INMIDDELS HEB IK er dik 50.000 bij gereden, maar nog ruim voor de anderhalve ton voelt de E34 nog altijd als nieuw. En wat ging er kapot? Dat valt enorm mee. Wie denkt dat BMW-rijden per definitie duur is (tenzij je student economie bent) zit ernaast. Hij heeft me twee keer in de steek gelaten met een lege accu na enkele dagen stilstand. Dat bleek het gevolg te zijn van een storing in de radio, die daarop door ‘iets moderns’ is vervangen. Bij 110.000 gingen de achterwiellagers eraan, die kosten echter maar vijf tientjes per stuk. Ik heb twee nieuwe (Uniroyal) achterbanden laten monteren. Inmiddels rij ik voor de tweede winter op uitstekende GoodYear winterbanden, komend voorjaar moeten er weer twee nieuwe Uniroyals onder. Een bekend BMW-euvel is de vervanging van de ophangrubbers van het subframe van de achterwielophanging. Als je weet hoe je de oude rubbers gemakkelijk verwijdert, is dat best te overzien, ik heb het gewoon met een grote beurt laten doen. Voor die grote beurten heeft deze BMW natuurlijk al
2
BMW 520I
Motor: 1.991 cc, 129 pk/95 kW@6.000 tpm, 174 Nm@4.000 tpm. Transmissie: vijfbak, optie viertraps aut., achterw. aandr. Banden: 195/65 HR 15. L x B x H: 472 x 175 x 141 cm. Gewicht: 1.415 kg Top: 203 km/u. Acc. 0-100 km/u: 11,9 sec. Verbruik: 10,5 l l/100 km (praktijk). Prijs (1989): vanaf € 29.830




de Service Interval Anzeige, die de onderhoudsbehoefte afstemt op het gebruik van de auto. In de praktijk kom ik toch steeds op iets meer dan 10.000 kilometer tussen de beurten.
VOOR HET MOOIE (lichte stuurtrilling) heb ik een verbindingsstangetje in de voorwielophanging laten vervangen en de losschietende pookknop is ook vernieuwd, maar ook dat zijn de kosten niet. Afgelopen zomer had de 520i me ineens tuk door een kapotte spanningsregelaar in de dynamo. Die is vervangen door een revisie-exemplaar. Meteen erna volgde een nieuwe accu, want die had het zwaar te verduren gehad. Over 50.000 kilometer vind ik dat allemaal zeer te overzien. De E34 doet zijn werk dus uitstekend, maar ja, het autobloed kruipt waar het niet kan gaan en dus loop ik toch stiekem te kijken naar vervanging. De oudste E39’s zijn nu net vijftien jaar oud, een 523i of 528i is een heel goede mogelijkheid, maar een 730i met de kleine V8 ga ik ook niet uit de weg. Die is zó mooi. Dan heb ik twéé BMW’s in de aanbieding, want ik was drie jaar geleden zo eigenwijs mijn 525e (intussen belastingvrij) niet te verkopen, maar weg te zetten. Maar ja, als ik het goed bekijk, wat moet ik daar nou mee? |