11 minute read

RETOURTJE NOORDKAAP

Yes, we can!

SOMMIGE MENSEN RIJDEN TIENDUIZENDEN KILOMETERS PER JAAR MET HUN OUDE MERCEDES, ZONDER MANKEMENTEN. IN FEITE ZOU EEN ACHTDUIZEND KILOMETER LANGE RIT NAAR DE NOORDKAAP DUS OOK NIKS BIJZONDERS MOETEN ZIJN. EN TOCH… EEN TOCHT DOOR DUN BEVOLKTE STREKEN, MET IN GEEN VELDEN OF WEGEN EEN GARAGE, LAAT STAAN EEN MERCEDES-BENZ-SPECIALIST, OVER VAAK SLECHTE WEGEN, DAT IS TOCH ANDERS. ZÓ ANDERS DAT JE HET GERUST EEN AVONTUUR MAG NOEMEN. ROB EN HANNEKE GERRITSEN GINGEN DE UITDAGING AAN ONDER HET TEGENWOORDIG BEKENDE MOTO ‘YES, WE CAN!’

TEKST EN FOTO’S: ROB GERRITSEN

Nadat Hanneke en ik bij toeval vlak na elkaar onze banen hebben opgezegd, ontstond afgelopen zomer ineens de mogelijkheid om een lange vakantie te nemen. Voor diegenen die nu schrikken: wij werken inmiddels weer… Aanvankelijk is mijn idee een tocht door Zuid Europa te maken, maar gaandeweg begin ik ook de voordelen in te zien van een reis door Noorwegen, een onbewust diepgekoesterde wens van Hanneke. Een mooie natuur, lange dagen, rust en ruimte. Omdat we toch de tijd hebben, willen we ook meteen een echt lange reis maken. Zo nemen we ons voor het noordelijkste puntje van Europa bezoeken, oftewel de Noordkaap. Over het vervoer zijn we het snel eens: onze bijna dertig jaar oude op LPG rijdende Mercedes-Benz 230E, zal ons naar het Hoge Noorden gaan brengen.

NADAT IK ‘BENNIE’, zoals wij de W123 liefkozend noemen, in mei 2009 heb gekocht bij HCS te Bemmel, heeft hij ons al op vele ritten en vakanties vergezeld. Het eerste jaar leggen we al ruim 20.000 km

2 3

1

af. Probleemloos, op één rit naar Hamburg na: op de terugweg valt er een stuk van de uitlaat onderuit. Toen even lastig (wegslepen etc), maar achteraf gewoon domme pech. Zo vanzelfsprekend wij het vinden de tocht naar de Noordkaap te maken met onze youngtimer, zo verbazingwekkend vindt onze omgeving dat: 'Je gaat toch niet met die oude bak zo'n eind rijden?!’ Het is bijna een standaardopmerking. Net als: ‘Reken maar op flink wat problemen en vertraging.’ Ook een standaardvraag: ‘Kunnen ze dat ding in Noorwegen eigenlijk wel repareren?' Afijn, een beetje pijn doen deze opmerkingen wel, maar ze versterken ook de uitdaging het wel te doen! Voordat we op reis gaan, heb ik met Harold van HCS de risico's van zo'n lange tocht met Bennie (een beetje afgeleid van ‘ Benz’) doorgesproken. Risico's zijn er natuurlijk altijd, maar die heb je ook bij veel jongere auto's. Voordeel van onze MB is, dat hij oerdegelijk, goed onderhouden en zonder elektronica is. Alles is als het erop aankomt dus makkelijk te repareren, zelfs door Noren. Met een extra grote beurt, een extra reservewiel vanwege de deels slechte wegen en een tankje met 5 liter motorolie aan boord moet het kunnen. Als onderdeel van de voorbereiding hebben we met hulp van het Noorse toeristenbureau hotels en pensions geboekt op de route naar de Noordkaap. De bedoeling is om via Kopenhagen over de Sont en via Götenborg naar Oslo te gaan en vandaar met etappes van ongeveer 250 km per dag in de richting van de Noordpool te rijden. 1 | Rob Gerritsen heeft zijn 230E pas in mei 2009 gekocht, maar 20.000 vrijwel probleemloze kilometers hebben voor vertrouwen gezorgd als het besluit valt naar de Noordkaap te reizen. 2 | Onderweg naar Lillehammer stoppen we langs een meer en zetten zelf koffie. Heerlijk, en niemand te zien. 3 | Eenzaam cruisend over de smalle grintwegen van de hoogvlakten waan je jezelf op het dak van de wereld, een voor ons in het drukke kikkerlandje ongekende ervaring.

1

OP DINSDAG 22 JUNI 2010 vertrekken we om precies 08.30 uur vanuit onze woonplaats Huissen.. De buren wensen ons een goede reis. En veel sterkte… Deze eerste dag zullen we ook de langste rit maken. Net over de grens via Duitsland naar Denemarken is het een afstand van 550 km. Zoevend over de Duitse Autobahnen, voor Bennie een thuiswedstrijd, hij rijdt het dan het lekkerst met een gangetje van 120 km/u. Ondertussen gaan we heel relaxt de ster op de motorkap achterna, luisterend naar CD’tje op en lekker hangend in de grote, comfortabele stoelen. Ik verbaas mij iedere keer weer over het comfort dat deze auto biedt. Hij moet zijn tijd in de jaren tachtig ver vooruit zijn geweest. Na overnachtingen in Kopenhagen (met juist die avond de WK-wedstrijd Denemarken-Nederland - wat worden ze stil die Denen!) en in Götenborg, arriveren we op 26 juni in Oslo. Waar we al snel ontdekken dat dit een ongelooflijk mooie stad is. Afwisselend statige oude wijken met klassieke panden en heel moderne architectuur en veel groen. Al lopend staan we ineens voor het roemruchte Bislet ijsstadion. Jeugdherinneringen aan de schaatstijden van Ard en Keessie komen weer boven. Ook het havengebied is prachtig met een combinatie van oude pakhuizen, cafe's, winkels en appartementen in een moderne bouwvorm.

NA TWEE DAGEN OSLO begint voor ons gevoel de reis pas écht. Geen snelwegen meer. Die zijn er namelijk niet. De doorgaande route naar het noorden loopt via de E-6. Een tweebaansweg die, hoe meer we naar het noorden rijden steeds minder egaal wordt. Door vorst zijn de nodige kuilen ontstaan, ook ligt er veel split op de weg. Niet bepaald wat we in Nederland een provinciale weg zouden noemen. Op weg naar Lillehammer, de stad van de Olympische winterspelen in 1992. Rustig rijdend met een gangetje van 60-80 km per uur. Haast moet je hier niet hebben; vanwege de vele bochten en het niet al te beste wegdek kun je niet hard rijden, maar je wilt het ook niet. Wat een schoonheid en rust straalt dit land uit… Ook hier bewijst het comfort van Bennie zich weer. Het onderstel strijkt de meeste oneffenheden keurig glad, door het schuifdak genieten we van de blauwe lucht en de aan een automaat gekoppelde motor

1 | Is dit het begin van een tunnel of is het de weg naar de onderbuik van Moeder Aarde? Nou, eigenlijk beide… 2 | Overal wordt met veel bewondering en respect naar de W123 gekeken. 3 | Prachtig weer en enorme vergezichten over het water zijn kenmerkend voor deze onvergetelijke reis.

2

1 | Een gletscherrivier komt met een donderend geraas. De natuur is vaak overweldigend in het Hoge Noorden. 2 | Een blik op de meest noordelijke rotskust van Europa, ver boven de Noordelijke IJszee. In de verte de wereldbol die de Noordkaap markeert. 3 | Zo, geloven die wantrouwende buren tenminste dat onze Bennie ons helemaal naar het einddoel heeft gebracht.

1 3 doet onopvallend zijn werk. Over de hoogvlakten (fjelden, 1.000-1.300 meter) toeren we naar Röros, een oud mijnstadje met verlaten kopermijnen. Het rijden op de hoogvlakten is adembenemend, dankzij eindeloze uitzichten en een typische schrale natuur.

EEN VOLGENDE DAG duikt de weg plotseling een tunnelingang in, met daar omheen een dikke sneeuwrand. Binnen is het er smal en donker, er staan nergens borden en verlichting is er ook niet… We rijden er toch maar in. De wanden zijn volkomen onafgewerkt, gewoon kale rots, en de weg zit boordevol kuilen. De tunnel loopt omlaag en lijkt geen einde aan te komen. Gaandeweg krijgen we het toch wel een beetje benauwd: zullen we hier ooit uit komen? Draaien gaat niet, daarvoor is het te smal! Het lijkt alsof we steeds dieper de buik van Moeder Aarde in zakken… Gelukkig, na de zoveelste spannende bocht zien we in de verte wat licht. Het eind van de tunnel is in zicht! Na zeker twee kilometer in de duisternis te hebben gereden, staan we weer in het zonlicht. Uit de tegengestelde richting duikt een dikke four wheel drive Volvo pardoes de tunnel in, gelukkig dat we er al uit zijn. De tocht gaat verder naar Mosjoen en Mo In Rana. Via slingerwegen en met veerboten van fjord naar fjord. Het is prachtig weer en we genieten van enorme vergezichten ver boven het water van de fjorden. Hanneke heeft dus geen hoogtevrees…. Via de Svartisengletscher bereiken we op 4 juli de poolcirkel. We denken al een eind op weg te zijn naar de Noordkaap, maar de afstanden bedriegen ons steeds weer. Via Narvik, Nordreisa reizen we naar Alta. Langs kraakheldere meren, over mooie typisch Noorse bruggen en dwars door de landerijen, waarbij de geiten ons begroeten.

TIJDENS EEN VAN die dagen dat wij over de fjelden rijden, wil ik de auto voor een koffiestop bij een lager gelegen riviertje parkeren. Hanneke is al van het rotsige weggetje afgedaald naar het bruggetje over de rivier. Ik rijd de auto achterwaarts naar beneden, maar de helling is wel heel erg steil. Ik kan niets meer achter Bennie zien, behalve het riviertje. Enigszins geschrokken begin ik te remmen, maar er gebeurt niets. De auto glijdt door op de kiezelstenen en

1 | We hopen nog even de Midzomernachtzon mee te maken, de zon die niet onder gaat, maar juist op het belangrijke moment zijn er wolken. 2 | E Ehh… jongens, laat één ding even duidelijk zijn: er kan er maar één “king of the road” zijn en in de buurt van de Poolcirkel zijn jullie dat niet…’ 3 | Deze sticker is voor auto en reizigers zo ongeveer hetzelfde als een gouden medaille voor Olympische sporters.

komt gelukkig tot stilstand tegen een uitstekend stuk rots dat het linkerachterwiel blokkeert. Hoe kom ik hier in ’s hemelsnaam weer weg? Ik krijg al visioenen van urenlang wachten,een enorme takelwagen en een zeer ontstemde echtgenote. Gelukkig denk ik op tijd aan de L-stand van de automaat, waarbij alleen de eerste versnelling wordt gebruikt, ideaal voor een betere tractie bij zware belasting. Op hoop van zegen zet ik de pook in de L-stand en geef ik gematigd gas. Wonder boven bevrijdt Bennie ons uit de benarde situatie. Al brommend en stenen opgooiend trekt hij ons keurig omhoog. Wanneer Hanneke lopend boven is gekomen, vraagt zij wat ik toch aan het doen was. Ik vertel maar snel, zonder mijn boze visioenen te verraden, dat ik het bij nader inzien toch niet zo'n goed plekje vond om koffie te zetten. Zij snapte toch al niet waarom ik hier wilde stoppen…

OP 8 JULI KOMEN we aan in Honningsvag, één van de noordelijkste havenplaatsjes van Noorwegen en onze uitvalsbasis voor de tocht naar de Noordkaap. Aangezien het er zeer wisselend is, krijgen we in het hotel het advies meteen de kaap te bezoeken omdat het nu nog helder is. Zo vertrekken we tien uur ’s avonds voor de laatste 30 kilometer naar deze magische plek. Het wordt ‘s zomers niet donker 's nachts, dus het zicht is geen probleem. De weg er naar toe is erg smal en steil; hellingspercentages tussen de 9 en 12 procent en geen reling! Zo moet Bennie moet nog echt aan het werk op de late avond, maar hij doet het met plezier. Zo ineens staan we op de magische rotsen, ver boven de Noordelijke IJszee. Met slechts enkele anderen genieten we van het eindeloze uitzicht over de zee en de meest noordelijke rotskust van Europa. We hopen nog even de midzomernachtzon mee te maken, de zon die niet onder gaat, maar juist op het belangrijke moment zijn er wolken. De volgende dag besluiten we nog een keer naar deze bijzondere plek te gaan. Het weer is erg veranderlijk; zo staan we in de stralende zon, even later in de dichte mist. Alle gevoel voor ruimte en afstand is verdwenen, heel onheilspellend. Een ervaring om nooit te vergeten. ‘ De auto glijdt door op de kiezelstenen en komt gelukkig tot stilstand tegen een uitstekend stuk rots.’ WEEMOEDIG BEGINNEN wij aan de laatste afdaling van de Kaap. Op de smalle grintweg vlak langs afgronden zonder afrastering, steil naar beneden, brrr… Wanneer we weer in de bewoonde wereld komen, worden we opgewacht door een groep rendieren. De leider is niet blij met onze komst en zet de aanval in. Gelukkig bedenkt hij zich op het laatste moment en draaft langs onze auto verder. In dorpje kopen we een Noordkaap-sticker voor Bennie. Het is immers een mijlpaal voor hem en voor ons. Hij heeft ons hier zonder problemen gebracht en zal ons nog verder brengen, via Lapland naar de havenstad Kirkeness. Daar gaan we aan boord van de Vestralen, één van de boten van de Hurtigruten postbootdienst. Zes dagen lang varen we zuidwaarts naar Bergen, via allerlei havens en fjorden aan de Noorse kust. Langs de zuidkust van Zweden en Denemarken gaan we richting Huissen. Daar arriveren we op 4 augustus. We hebben ruim 8.000 kilometer gereden met onze trouwe Bennie, zeer relaxed en zonder enig probleem. Fantastisch, hij heeft zijn sticker meer dan verdiend! |

This article is from: