11 minute read

11 JAAR 911

Next Article
BOEKENNIEUWS

BOEKENNIEUWS

‘Neem de tijd met zoeken en ga niet door de knieën voor zogenaamde koopjes’. Het is een veelgehoord advies als je op zoek bent naar een 911 (of andere dure auto) en ik heb het me destijds ook goed in de oren geknopt. Al met al heb ik ongeveer elf auto’s bekeken, de laatste ervan leek redelijk in de buurt te komen van wat ik zocht. Ik belde Rens Ruts, destijds 911 onderdelenspecialist in Vught met het verzoek de auto nader te bekijken. ‘Wil ik best doen, maar ik heb er zelf ook nog een te koop staan, een origineel Nederlandse auto, en die is gegarandeerd goed…’ Probleem was dat de auto enkele duizenden guldens boven de prijs zat die ik in gedachte had. Ik heb de grens maar een beetje verlegd en heb daar ook nooit spijt van gehad, want de zwarte schoonheid heeft me nooit teleurgesteld. Rens probeerde ook zo duidelijk mogelijk te zijn met zijn informatie: ‘De voorkant is ooit een keer gespoten, vanwege een brandje als gevolg van een ongezekerde airco-unit. Dat is een fabrieksfoutje geweest, het komt vaker voor. De G50 bak maakt wat geluid. Dat is een onschuldig standaardprobleem bij die G50’s. Als je het storend vindt, mag je de versnellingsbak op mijn kosten laten reviseren.’ Voor een ‘second opinion’ ben ik naar Eric Hendriks geweest, destijds Porsche-specialist in Mook en nu betrokken bij Porsche Centrum Gelderland. ‘Ach, dat hebben ze bijna allemaal, vaak nog veel erger. Gewoon doorrijden, het kan zoals ik het hier hoor geen kwaad.’

HET GELUID ZAT me toch niet lekker. Je kon het goed horen als de motor stationair draaide en het werd minder als je de koppeling intrapte. Ook was soms een gerammel te horen als je de motor afzette. Willem Vaessen, van Autoservice Vaessen in Vught, waar ik de 911 op aanraden van Rens Ruts altijd in onderhoud heb gehad, haalde de bak onder de auto vandaan en bracht hem naar een revisiebedrijf. Twee weken later waren de bijgeluiden volledig verdwenen. Om drie maanden later weer in volle glorie terug te keren.

1 | Volledig lederen bekleding was in 1988 een optie, evenals trouwens allerlei zaken die we nu volstrekt normaal vinden. 2 | Neergeklapt vormen de alleen voor kleine kinderen geschikte achterzitjes een bruikbaar bagageplatform. Zo oogt het echter beter.

1 2

Ik moest weer denken aan de woorden van Eric Hendriks en ben eraan gewend geraakt. Dat is inmiddels al tien jaar zo. Het gerammel is ook niet erger geworden, het hoort er een beetje bij. Al heb ik inmiddels wel zo mijn gedachten over die vaak geroemde G50-bak: inderdaad, de schakelwegen zijn korter, maar de tot augustus 1986 gemonteerde oudere transmissie doet zijn werk wel minder opvallend (nou ja, tijdens stationair draaien dan). Afgezien van de lawaaiige versnellingsbak (tijdens het rijden is er niets aan de hand) valt er weinig bijzonders over de 911 op te merken. Tijdens de 60.000 km die ik er mee gereden heb, heeft de auto me welgeteld een keer laten staan. De startmotor draaide de zescilinder weliswaar rond, maar aanslaan was er niet bij. Een uur later functioneerde alles weer probleemloos. Een telefoontje naar Willem Vaessen bracht opheldering. ‘Je moet het brandstofpomprelais vervangen; dat zit onder de linker voorstoel. Het is een

bekende zwakke plek. Meteen Van Kessel in Deurne gebeld, waarvan ik de naam via-via te weten was gekomen. Het is een op het eerste gezicht wat rommelig bedrijf voor een merk als Porsche, maar je wordt er altijd gastvrij ontvangen en men is er zeer behulpzaam. En, niet onbelangrijk, de onderdelenprijzen zijn er messcherp, zonder dat dit ten koste gaat van de kwaliteit. Meestal gaat het zelfs om onderdelen van de originele leverancier, in een net iets ander doosje. Afijn, ook bij Van Kessel was het relaisprobleem bekend. Ik kreeg het advies een iets zwaardere versie te nemen, voor de prijs – het bedrag weet ik niet meer, duur was het in ieder geval niet – hoefde ik het niet te laten. NA EEN JAAR OF VIER begonnen de schokdempers hard achteruit te gaan. Het was vooral goed te merken op verkeersdrempels, je hoefde er helemaal niet zo hard overheen te gaan om de voorste torsiestabilisator (die zit laag onder het front) over straat te laten gaan. De maat was vol toen ik na een heftige remactie,omdat ik een snelwegafrit dreigde te missen, er niet meer in slaagde te remmen zonder de wielen te laten blokkeren – met slechte dempers ben je de feeling snel kwijt. Het resultaat: twee voorbanden met een vlakke kant en zodoende een irritant geklapper in het stuur. Doodzonde, want er zat verder nog een millimeter of zes profiel op de rubbers. ‘De G50 bak maakt wat geluid. Dat is een onschuldig standaardprobleem bij die G50’s.’ Via een bevriend bedrijf kon ik vier Bilstein sportdempers kopen met een meer dan forse korting. De auto is er wel wat stugger van geworden, maar het weggedrag is nog beter dan het zou zijn met goede originele dempers (Boge bij mijn auto). Ook niet onbelangrijk:

1

2

3 1 | De motor imponeert door zijn kracht, zowel bij hoge als bij lage toerentallen. Olieverbruik: ongeveer een liter op 3.500 km. Volgens het instructieboekje is vier keer zoveel ook prima. 2 | De originele Blaupunkt maakte ooit plaats voor ‘iets Japans’. Dat is onlangs vervangen door een redelijk nostalgische Grundig radio met Aux-aansluiting voor bijvoorbeeld een iPod. 3 | De bagageruimte voorin is niet zo groot, maar in combinatie met de opbergmogelijkheid op de achterzitjes is er genoeg bergruimte om de 911 een fijne reisauto te mogen noemen. 4 | Deze opname is gemaakt tijdens een natte maar sfeervolle trip naar Wales, negen jaar geleden. 5 | Wederom een tripje naar de andere kant van de Noordzee. Ditmaal naar Zuid-Engeland.

4

de blokkeergrens is sindsdien weer perfect aan te voelen. De schrik van elke bezitter van een oudere 911 is een verrot uitlaatsysteem. Willem Vaessen zag het al ruim van tevoren aankomen; het was in 2005 zo uit mijn hoofd. ‘Je uitlaat wordt wel minder. Volgend jaar ben je aan de beurt… Dat ‘aan de beurt’ was ook van toepassing op de prijs. Na de nodige telefoontjes bleek Van Kessel weer eens het meest voordelige adres te zijn: rond de 1.800 euro voor zowel kachelpotten als uitlaatsysteem. Waarbij ik heb gekozen voor een sportsysteem. Dat klinkt net even mooier en ‘donkerder’ dan het origineel, zonder asociaal te worden. Zo’n uitlaat kan inmiddels trouwens best duurder zijn geworden, we zijn immers alweer een paar jaar verder.

VOOR DE MONTAGE van de uitlaat kreeg ik van Willem Vaessen tevens het verzoek twee nieuwe uitlaatklemmen aan te schaffen. Het uitlaatsysteem had ik al in bezit en omdat ik toch in Leusden was, besloot ik de klemmen bij de dealervestiging van de importeur te kopen. Die ‘veredelde slangenklemmen’ zouden zelfs bij de dealer vast niet duur zijn… Dat werd toch even slikken: inclusief BTW betaalde ik een kleine 140 euro voor twee van die ijzeren bandjes met een schroefje. Meteen moest ik denken aan een toevallige en bier-overgoten ontmoeting met toenmalig Porsche-opperhoofd Wendelin Wiedeking, op een nachtelijk tijdstip in een hotelbar in Tokio, een paar maanden daarvoor. Ik vertelde hem Porsche-rijder te zijn, maar gezien het bouwjaar van mijn auto geen interessante klant. ‘Zeg dat niet,’ grinnikte Wiedeking, ‘aan onderdelen verdienen

we meer dan aan auto’s!’ Waarop we de glazen lieten klinken met een oprecht ‘zum wohl!’. Later informeerde ik nog eens bij Van Kessel naar de prijs van de klemmen. Waarop ik mezelf beloofde de Porsche-dealer de rest van mijn leven met een grote boog te omzeilen, zelfs in het onwaarschijnlijke geval dat ik ooit nog eens miljonair zou worden. Dat overigens niet alleen om financiële redenen: ik heb het enkele malen meegemaakt dat ik onderdelen die bij het officiële circuit al geruime tijd in backorder stonden, via Van Kessel na een dag tot maximaal twee weken in huis had. AFGEZIEN VAN HET vervangen van genoemde slijtagedelen, was het rijden van een 911 geen onbetaalbare aangelegenheid. Natuurlijk, ik heb gemiddeld slechts 5.000 km per jaar afgelegd, met 10- tot 15.000 kilometer per jaar was er vast vaker iets stuk gegaan – nog niet genoemd zijn de olieleidingen bij de oliekoeler en in de wielkast achter – en waren de nu jaarlijkse beurten ook duurder uitgevallen. ‘Zeg dat niet,’ grinnikte Wiedeking, ‘aan onderdelen verdienen we meer dan aan auto’s!’ Die hebben (zonder ‘bijkomstigheden’) altijd 400 tot ruim 500 euro gekost. Sinds ik de auto in bezit heb, is hij er technisch niet op achteruit gegaan. Gewoonlijk moet ik zo’n duizend kilometer voor de volgende

PORSCHE 911 CARRERA 3.2 1988

Motor: 3.164 cc, 6-cil. boxer, 231 pk/170 kW@5.900 tpm, 284 Nm@4.800 tpm. Transmissie: vijfbak, achterw.aandr. Banden: 195/65 VR 15 (voor) 215/60 VR 15 (achter). L x B x H: 429 x 177,5 x 131 cm. Gewicht: 1.210 kg, 0-100: 6,1 sec. Top: 245 km/u. Verbruik: 10,5-12 l/100 km (praktijk). Prijs 1988: € 77.000 (incl. opties).

ouderwets met een niet al te hoge snelheid de bocht in en met veel vermogen (en snelheid) eruit is de beste methode, waarbij je heel wat moderne rivalen het nakijken geeft. En dan die heerlijke grom als je het gas intrapt… De remmen zijn goed, maar niet meer dan dat. Al jaren heb ik een conversie met betere schijven en remklauwen in gedachte, maar het is er nooit van gekomen. Bij lange snelwegtrips is het motorgeluid het enige dat het comfort enigszins verstoort (maar niet eens hinderlijk). De comfortabele stoelen, die ook in hoogte en zithoek verstelbaar zijn, bieden veel steun, terwijl de nogal eens bekritiseerde zogenaamd slechte ergonomie en min of meer toevallige plaatsing van knoppen en schakelaars ook heel erg meevalt. Als je eenmaal weet waar alles zit, valt er uitstekend mee te leven. Het voorgaande nog eens nalezend, begin ik me bijna af te vragen waarom ik de 911 eigenlijk wil verkopen. En ook wat ik ga terugkopen… Eerlijk gezegd heb ik nog geen idee. Soms overweeg ik ‘iets opens’, andere keren een karaktervolle youngtimer-stationwagon. En af en toe iets heel nostalgisch, een sfeervolle Italiaanse auto uit de jaren vijftig of zestig bijvoorbeeld. Ik ga het rustig overdenken. Het bezit van de zaak… Ach, met de Porsche – een zeer weloverwogen aankoop – heb ik daar in ieder geval jarenlang geen last van gehad. |

5

beurt een litertje olie bijvullen, maar dat is al vanaf het begin zo geweest. Veel 911’s lekken olie, maar mijn exemplaar doet dat niet bij regelmatig gebruik. Pas na drie tot vier weken te hebben stilgestaan ligt er een drupje onder de motor; bij intensief gebruik zou ik de auto in de kamer op het parket durven zetten (al zal mevrouw te L. vast beweren dat ik dat ook met een lekkende auto zou doen). Een verrassing is ook al vanaf het begin het benzineverbruik, dat lager is dan bij veel andere 911’s . Zelfs bij een forse rijstijl (bijvoorbeeld kruisend op 170-180 km/u naar Frankfurt) bleef de consumptie beperkt tot 1 op 8. Tijdens een toeristisch tochtje in Wales haalde ik zelfs 1 op 11, al was dat mede te danken aan het veelal erbarmelijke weer. Ronduit onpraktisch is de zeer onbetrouwbare benzinemeter, die er met name bij de laatste veertig liter een potje van maakt, vooral door veel meer aan te geven dan er nog in de tank zit. Tuurlijk, er is een reservelampje, maar op een gegeven moment twijfel je of dat nog werkt en sla je maar weer af bij de eerstvolgende pomp. Om te ontdekken dat er nog zeker 25 liter in de tank zit.

DE ONBETROUWBARE benzinemeter is ook een van de weinige dingen die af en toe ergerlijk zijn. Voor de rest is 911 rijden een feest, zowel op mooie bochtige routes als tijdens lange snelwegritten. Zeker, serieus hard gaan moet je weer echt leren met deze auto. Ga je bijvoorbeeld op een natte snelwegafrit bij een flink tempo in de bocht van het gas, stuur dan maar vast de andere kant op, de achtersteven kan dan heftig reageren. Gewoon eerst oefenen op een droog wegdek, dan is het overstuur wat minder explosief. Lekker

This article is from: