
17 minute read
AUTOBIANCHI A112 ABARTH



WIE KENT DE AUTOBIANCHI A112 NOG? HET DING VERDWEEN AL IN 1986 VAN DE NEDERLANDSE MARKT. ZIJ DIE ER TOENTERTIJD EENTJE HADDEN OF ER IN GEREDEN HEBBEN WETEN HOEVEEL CHARME ZO’N KLEIN ITALIAANS BLIKJE BEZIT. IN DE JAREN ’80 KOCHT DE ZUS VAN JAN LAGERWEIJ (48) EEN A112. EEN HELE SLECHTE. TOCH VERGAT JAN HET KARAKTERVOLLE WAGENTJE NOOIT MEER. IN 2009 VOLTOOIDE HIJ DE RESTAURATIE VAN ZIJN IN, NAAR HET LEEK, REDELIJKE STAAT AANGESCHAFTE A112 ABARTH UIT 1984. EEN PLAATJE IS HET UITEINDELIJK GEWORDEN, DIT ‘VERGEET-MENIETJE’ MET EEN NOGAL ROESTIGE REPUTATIE.
TEKST: DENNIS VAN LOENHOUT – FOTOGRAFIE: DVL EN JAN LAGERWEIJ





Acht jaar na de start van de restauratie kunnen ze eindelijk samen poseren: Jan Lagerweij en zijn A112 Abarth.
Het kartgevoel. Dat is volgens Jan de grootste charme van de Autobianchi. ‘Je zit dicht bij de weg en je hebt direct contact met de techniek. Het rijdt echt heerlijk, net een kart!’ Gelukkig is enig realisme deze liefhebber ook niet vreemd. ‘Dit was één van die auto’s die al rotte in de folder’, aldus Jan. ‘De A112 van mijn zus bijvoorbeeld was een vreselijk slecht ding. Die werd door een vriend van haar met popnagels en stukjes staal bij elkaar gehouden, tot dat uiteindelijk ook niet meer lukte.’ Toch liet Jan zich daardoor niet ontmoedigen. Zodra hij zelf een rijbewijs had kocht ook hij een A112. ‘In mijn jeugd heb ik ook genoeg fietsen en brommers gesloopt om ze later weer op te knappen, dus dat was ook de bedoeling met de Autobianchi. Ik wilde er zelf aan sleutelen en ‘m geleidelijk opknappen.’
OP DIE MANIER kocht en verkocht Jan een aantal A112’s, tot hij stuitte op een Abarth uit de zesde serie, uit 1983. ‘Die was net anderhalf jaar oud maar had schade,’ vertelt Jan, ‘de hele neus zat in elkaar’. Hij wist ‘m weer in ere te herstellen en kon een tijd genieten van de rijeigenschappen en de charme van zijn Abarth. In de tussentijd leerde hij een meisje kennen dat hij óók erg charmant vond. ‘We wilden graag een huisje, boompje en beestje en daarom heb ik de Abarth verkocht, je moet immers prioriteiten stellen. Elfduizend gulden kreeg ik er nog voor. Ik heb toen een Golf I Diesel gekocht. Niet sportief, wel onverwoestbaar. Een echt werkpaard en zo heb ik ‘m ook gebruikt.’ Jan trouwde, er kwamen kinderen en eind jaren negentig kwam er in huize Lagerweij – net als in de rest van Nederland – een internetaansluiting. ‘En toen waren ze er weer’, grijnst Jan. Hij doelt natuurlijk op de Autobianchi’s die hij bij bosjes vond op allerlei occasionsites. Inmiddels had Jan ook een garage bij zijn woning gebouwd en was hij lid geworden van de Nederlandse A112 club. Een sluimerend vuurtje wakkerde weer aan.



Nijkamp Vaassen
Mercedes Benz Classics & Jong gebruikt
Nijkamp Vaassen is een bedrijf dat zich sinds 2001 gespecialiseerd heeft in de inen verkoop van MercedesBenz youngtimers, rentnerfahrzeugen en jong gebruikte exemplaren. Onze zorgvuldig opgebouwde reputatie is gebaseerd op kwaliteit. Wij onderscheiden ons in Nederland door uitsluitend auto’s aan te bieden met gegarandeerde, aantoonbare lage kilometerstanden. Wij importeren onze auto’s uit Duitsland, Frankrijk en Zwitserland. Selectie, inspectie en transport vinden in eigen beheer plaats. Doordat wij niet afhankelijk zijn van derden of tussenpersonen en alles in eigen beheer doen leveren wij een constante zeer hoge kwaliteit voertuigen tegen de scherpst mogelijke prijs.
Wij hopen u binnenkort te mogen verwelkomen in Vaassen!




handgesch. 5 versn., electr. schuif/kanteldak, getint glas, etc. Auto is voorzien van het
automaat, electr. schuif/kanteldak, ABS, centrale vergrendeling, stuurbekrachtiging, boekjes aanwezig, in zeer goede staat, € 5.500,-
klimatronic, electr. sch./kanteldak in glasuitv, lm velgen, electr. ramen, traction control, volledig aantoonbaar, absolute handgesch. 5 versn., electr. schuif/kanteldak, ABS, getint glas, afneembare trekhaak, centr. deurvergrendeling, etc. km, boekjes aanwezig, top




electr. schuif/kanteldak, getint glas, karo bekleding, hoofdst. achter, startonderbr., middenarmsteun, centr. vergr., etc.,
van meer dan 20 fabr.opties, o.a. : 5 traps automaat, airco, lederen bekleding, electr. verst. bare stoelen, etc. altijd in 1 aanw., topstaat, € 21.500,-
handgeschakeld, stuurbekrachtiging, centrale deurver zeer goede en roestvrije staat,
Mercedes SLK 230 Kompres zwart leder, airco, stoelverwarming, cruise control, electr. ramen, ASR, etc., 2e eig.,




3 2
1 | Een buitenkansje, zo’n nieuw interieur en dat liet Jan zich niet ontglippen! 2 | Spic-en-span interieur, met ‘period’ sportstuur en de bij een sportieve auto ‘verplichte’ extra klokken in de vorm van een (Veglia Borletti) Volt-, olietemperatuur- en oliedrukmeter. 3 | Dit soort wielen hoort eigenlijk niet onder een A112 Abarth, maar volgens Jan zijn dit de enige échte Abarth-wielen. En ze staan de A112 prima!
EIND VORIGE EEUW kon Jan de verleiding niet langer weerstaan. De kinderen werden groter, de garage was te leeg, dus er moest weer een A112 komen. Dat gebeurde ook. Jan schafte een rode Abarth aan met het doel die te gaan opknappen. Er was echter één máár. Jan: ‘Ik wilde eigenlijk liever een zwarte, zoals mijn vorige. De rode heb ik voor een goede prijs gekocht. Zo goed dat mijn broer zei dat hij voor die prijs ook wel een A112 wilde. Later vond ik een zwarte Abarth voor een vergelijkbaar bedrag, zo’n 2.250 gulden. Mijn broer heeft toen de rode overgenomen, dus we waren allebei blij!’ Jan vond zijn zwarte Abarth in Limburg. Het wagentje was van 1984, had zo´n 130.000 kilometer gereden en verkeerde in redelijke staat. Jan legt uit dat ‘redelijk’ een ruim begrip is: ‘Op de bekende plekken was er flinke roestvorming. Dus op de watergoot onder de voorruit, de voorschermen, de dorpels, de kriksteunen, de onderkant van de portieren, de achterklep, op de dakrand en bij het ophangpunt van de achterste schokdempers. Best veel roest dus, maar persoonlijk vond ik het wel meevallen. Ik ben wel eens met een A112 over een hobbel gereden, waarna mijn stoel ineens vijf centimeter lager stond. De bodem was zo roestig dat ik er bijna doorheen was gezakt!’ lacht hij. De zwarte Abarth was van een dame, die er negen jaar lang alleen de huis-tuin-en-keukenritjes mee had gemaakt. Tot grote vreugde van Jan, want het betekende niet alleen dat de A112 technisch nog redelijk in orde was, veel belangrijker was dat deze Abarth geen slachtoffer van ‘tuning’ of andere klunzig uitgevoerde aanpassingen was. Of, om in Jan's eigen woorden te spreken: ‘Ik ben heel blij dat deze auto niet van een “petje” met een zware rechtervoet is geweest!’ TOCH WACHTTE JAN een hele grote klus. Zijn doel was de A112 Abarth terug te brengen naar nieuwstaat. Hij wilde ook zo veel mogelijk zelf doen. Daarom leek het hem verstandig om geen einddatum vast te stellen. Toen wist hij nog niet dat hij uiteindelijk ruim acht jaar bezig zou zijn met de restauratie. ‘Ik had al aardig wat ervaring met
deze auto’s, dus ik wist ongeveer wel waar ik aan begon, maar je hebt pas zekerheid als je begint met de auto af te krabben. Jan vond heel veel roest. Roest en gaten in de carrosserie. Al het werk deed hij in zijn vrije tijd, de avonduren en de weekends. ‘Soms heb ik me heus afgevraagd of het wel zin had om verder te gaan’, geeft hij toe. Het werkt natuurlijk ook ontmoedigend als je steeds weer nieuwe roestplekken en -gaatjes vindt. ‘Het was een rotklus. Maar het stralen van de roestplekken was nog erger. Ik zat van mijn tenen tot m’n kruin onder het grit en mijn neus zat helemaal vol stof. Niet lekker’, aldus Jan. Toen de koets van de auto helemaal schoongemaakt en gestraald was, en alle roest verdwenen was, heeft onze restaurateur veel tijd besteed aan roestpreventie. ‘Ik heb alle naden afgekit en overal waar ik bij kon heb ik de auto getectyleerd. Af-fabriek had de auto dat niet, maar natuurlijk wilde ik over een paar jaar niet wéér geconfronteerd worden met een roestprobleem.’ ‘Ik ben wel eens met een A112 over een hobbel gereden, waarna mijn stoel ineens vijf centimeter lager stond.’ Sommige carrosseriedelen waren dusdanig aangetast dat vervanging de beste optie leek. Maar bij een auto als deze, die je inmiddels ‘zeldzaam’ mag noemen, is dat niet zo makkelijk. ‘Als je vervangende carrosseriedelen voor deze auto zoekt, kun je weinig anders doen dan continu surfen op internet en je contacten met andere A112-freaks aanspreken. Mijn motorkap was bijgewerkt met plamuur omdat de auto vroeger een aanrijding heeft gehad. Via-via vond ik nog een originele motorkap, maar die moest uit de buurt van Trier in Duitsland komen. In Nieuwegein, op een steenworp van mijn eigen huis, vond ik nog een goede achterklep. Mijn portieren waren ook erg slecht, maar goede portieren vind je eenvoudig niet meer, dat kun je shaken. Ik heb er dus een nieuw stuk metaal in moeten lassen. Ook dat hoort bij de A112.’ DE TEGENVALLER van de roest werd – gelukkig voor Jan – gecom-


1 2
penseerd toen hij de techniek onder handen nam. Dat hij ook dat grondig deed spreekt uiteraard voor zich. ‘De hele motor is uit elkaar geweest. Ik heb alles nagemeten, de krukas, de nokkenas, noem maar op. Dat is een precies klusje, maar ik ben instrumentmaker van beroep, dus dat ben ik wel gewend. Gelukkig bleek alles zich nog binnen de fabrieksnormen te bevinden. Ik heb ook alle keerringen en pakkingen vervangen. Deze auto heeft origineel een distributieketting, maar die rammelt vaak een beetje. Ik heb er dus een riem op gezet. (Red: er zijn heel wat auto’s waarbij de eigenaar het betreurt dat ze een distributieriem hebben en geen ketting…) Gelukkig blijkt de A112 technisch solide te zijn, dat scheelt me wat tijd!’ Dat de versnellingsbak niet uit elkaar is geweest, scheelde ook veel tijd, ook die leek dik in orde. Perfectionist als Jan is, duurde het niet lang voor hij spijt had van die beslissing: ‘De synchromesh van de derde naar de tweede versnelling is twijfelachtig en ook het schakelen van vier naar vijf gaat niet perfect. Dus in de toekomst gaat de bak alsnog open.’
Met het elektrisch systeem bleek na inspectie helemaal niks mis te zijn. Oxidatie vond Jan nergens, en de kabelboom bleek honderd procent origineel te zijn.
OP ZOLDER bij een andere Abarth-bezitter die Jan via internet opspoorde bleek nog een splinternieuw Abarth-interieur te liggen. Dat kwam goed van pas, want de met skai en stof beklede stoelen en achterbank van Jan's auto waren niet meer te redden. ‘Zo’n kans krijg je niet elke dag, die moet je pakken’, concludeert Jan nuchter. Maar voor wie zijn auto zelf restaureert is creativiteit misschien nog wel belangrijker dan geluk. ‘De hemel in mijn auto was ook niet mooi meer. De foam waarmee hij geplakt is, was verteerd, dus de bekleding zakte naar beneden. Gelukkig is de hemel in deze auto van hard karton. Ik heb ‘m vervangen door een stuk zwart skai, en het ziet er prachtig uit!’ De carrosserie werd strak gemaakt en gespoten door Gert Kooijman, de neef van Jan, die in een spuiterij werkt en dus weet wat hij doet. Toen zijn werk erop zat steeg Jan's enthousiasme naar ongekende hoogtes. Het opbouwen kon beginnen! Jan liet de speciale Abarthstriping opnieuw maken en dat was de finishing touch. Zo is acht jaar na de start van het project het doel bereikt: de Autobianchi A112 Abarth uit 1984 verkeert weer in nieuwstaat. De eigenaar verheugt zich op veel plezierige kilometers. ‘Dit is een vergeten auto. Althans, zo lijkt het. Het is me al vaak gebeurd dat mensen die ‘m zien spontaan roepen: “Zo een heb ik vroeger ook gehad!”. En al die mensen zeggen dat met een grote grijns. Dat zegt genoeg, denk ik zo.’ |



3 3
3 1 | Zelfs het tamste dieseltje heeft tegenwoordig al meer dan 70 pk, maar de slechts 700 kg wegende A112 Abarth komt er uitstekend mee vooruit. 2 | Vier smetteloze zuigers, wachtend op wat komen gaat. 3 | Stap voor stap: Jan werkte de typische roestplek bij de achterschokdempers vakkundig weg. 4 | De dakrand en de regengoot hadden de elementen ook niet zonder schade getrotseerd. Een handige lasser weet daar wel raad mee. 5 | Typisch eighties, de reflectieplaat tussen de achterlichten. Deze is kenmerkend voor de zevende serie, net als de nummerplaat in de bumper. De Abarth-striping liet Jan opnieuw maken. De kers op de Abarth-taart!



4 4
5
AUTOBIANCHI A112

Autobianchi begint in 1885 als Bianchi. Het merk produceert behalve fietsen later ook auto’s en motorfietsen. De naam Autobianchi ontstaat midden jaren vijftig als Fiat en Pirelli er een aandeel in nemen en opnieuw auto’s worden geproduceerd (aanvankelijk op Fiat 500 basis). Autobianchi’s zijn altijd luxueuzer dan de Fiats waarop ze zijn gebaseerd. Sinds 1967 is het merk een volle Fiat-dochter. In de jaren zeventig wordt Autobianchi ondergebracht bij Lancia. De A112 debuteert in oktober 1969, de eerste Abarth-versie komt twee jaar later uit. De A112 wordt regelmatig gewijzigd, in totaal zijn er zeven ontwikkelingsfasen, waarvan de laatste de fabriek verlaat in de periode april 1984 – januari 1987. Met de Abarth is het in juni 1985 al gedaan bij het verschijnen van de Lancia Y10, die in Italië wordt verkocht als Autobianchi.


SCHAARSE ONDERDELEN


Onderdelen voor de A112 worden steeds schaarser. Veel liefhebbers maken er een gewoonte van om schadeauto’s of losse onderdelen van internet op te kopen en ze op te slaan tot de nood aan de man komt. Een geluk is wel dat sommige technische onderdelen gedeeld worden met Fiats en Lancia’s uit dezelfde periode en zodoende bij de meeste automaterialenzaken nog wel te krijgen zijn. Plaatwerk vinden komt neer op zoeken naar een speld in een hooiberg. Op www.autobianchi-club.nl is veel technische informatie te vinden. Daar worden ook nog wel eens spullen aangeboden. Duitsland kent ook een grote A112-club die soelaas kan bieden en in Italië wordt de A112 nog veelvuldig gereden. En natuurlijk is er nog altijd ‘ons eigen’ Marktplaats…






ZELDZAAM MOOI, OF MOETEN WE ZEGGEN ‘MOOI ZELDZAAM’? OF JUIST ALLEBEI? VUL ZELF MAAR IN! OBJECTIEF BEKEKEN TREFFEN BEIDEN DE SPIJKER OP Z’N KOP. ALLE SPOTS ZIJN GERICHT OP DE SUBARU SVX. ZEKER NIET IEDEREEN ZAL DEZE LUXUEUZE SPORTCOUPÉ UIT HET LAND VAN DE RIJZENDE ZON KENNEN, VANDAAR DAT WIJ HEM NAUWKEURIG ONDER DE LOEP NEMEN.
TEKST EN FOTOGRAFIE: PETER VAN DER MADEN




Gerald van Heumen eet, drinkt en ademt Subaru. In het dagelijks leven werkt hij bij een Subaru-specialist in Wijchen. In zijn Subaru-overgoten leven neemt de SVX een heel speciale plaats in. Hij kent alle ‘ins en outs’ van de fraai gelijnde boxercoupé gaat en kan er uren over praten. Heerlijk, z’n liefhebber in hart en nieren. Bovendien maakt zo iemand je in no time een stuk wijzer… Gerald vertelt hoe het project in de jaren tachtig op de tekentafels van Giorgetto Giugiaro ontstaat, in opdracht van Lotus. Het plan wordt voor Lotus veel te duur, maar het zou eeuwig zonde zijn om het in een bureaula te laten verstoffen, zodat Giugiaro ermee ‘de boer op gaat’. Subaru ziet er wel heil in en aldus ziet de auto als SVX in 1991 het levenslicht. In eerste instantie worden de auto’s alleen in de USA verkocht, maar vanaf 1992 staan ze ook in de Europese showrooms. De laatste exemplaren lopen in 1997 van de band.
HET SVX-ONTWERP ontleent elementen aan het design van een straaljager. Dat valt onder meer op bij de bijzondere dakpartij en de driedimensionaal gebogen ruiten met daarachter (bijna) onzichtbaar weggewerkte dakstijlen. Optisch lijkt het één grote glazen koepel zoals we die ook op gevechtsvliegtuigen aantreffen. De effect wordt onderstreept door de speciale constructie van de zijruiten voor en achter. Dit glas-in-glas concept kennen we ook uit de luchtvaart. Niet alleen deze details zijn zeer origineel en doordacht, luchtvaartinvloeden zien we de ook terug in de wielen, met spaken die geïnspireerd zijn op de schoepen van turbines. Het dak is van metaal en voorzien van een royaal schuif/kanteldak. In de schuifstand schuift het over het eigenlijke (nogal korte) dak, dat gewoonweg niet de ruimte om het schuifgedeelte – zoals gebruikelijk – naar binnen te laten verdwijnen. De megagrote achterklep is van kunststof. De eerste SVX’en zijn, met uitzondering van de zwarte, gespoten in two-tone lak. Dakpartij en achterklep zijn hoogglanzend zwart gehouden om het glaskoepeleffect nog beter tot zijn recht te laten komen. De rest van de gegalvaniseerde carrosserie is in contrasterende kleuren uitgevoerd. In dit geval is dat zilvergrijs,

een uiterst smaakvolle en chique combinatie met het zwart. De ruiten zijn voorzien van een revolutionaire titaniumcoating om de warmte zoveel mogelijk buiten te houden. De grijze lak heeft nog een bijzonderheid: alleen bij deze kleur zijn de ruiten blauw getint. Bij de overige drie kleuren die zijn ze in brons uitgevoerd.
DE SUBARU HEEFT een opmerkelijk lage luchtweerstand van 0,29. Met als positief effect een topsnelheid van 235 km/u. Voor de bekende sprint tot 100 km/h noteert Subaru 8,6 seconden. Geen recordwaarde, maar het kentekengewicht is dan ook maar liefst 1.610 kg! De robuuste 3,3 liter zescilinder boxer voorin levert 230 pk en 309 Nm koppel bij 4.800 toeren. Gerald weet uit ervaring dat deze motoren welhaast onverwoestbaar zijn, hij kent exemplaren met meer dan 500.000 kilometer op de klok. De standaard ingebouwde viertraps automaat is een ander verhaal. Als gevolg van de permanente vierwielaandrijving doet zich een probleem voor.




De aandrijfreacties moeten ergens heen en daardoor krijgt de bak het extreem zwaar voor z’n kiezen. Subaru schrijft daarom voor de versnellingsbakolie iedere 50.000 km te verversen, maar de praktijk leert dat elke 25.000 km verstandiger is.

De cockpit – zo heet dat bij een (soort van) vliegtuig is overzichtelijk en functioneel. De SVX is een dure auto en de uitrusting is dan ook zeer compleet.