Jaargang 17
Nummer 2
September 2023
Magazine van en voor iedereen die zich met de PThU verbonden voelt.
Thema: Hel en hemel
pag 6 De hel in je hoofd
Angstbeelden bij psychoses.
pag 17 pag 4
Eén groot feest?
De verbeelding van de hemel.
Rondom de Janskerk
De PThU verhuist naar Utrecht.
Inspiring wisdom
Protestantse Theologische Universiteit
Weten wat mensen bezighoudt
In dit nummer besteden we aandacht aan hemel en hel. Maar hoe praten we daarover? En wat weten we er nu eigenlijk vanaf? Voor de Acta, het jaarboekje van mijn Leidse theologische dispuut ‘Tandem fit surculus arbor, R.E.P.’, moesten we een keer aangeven hoe we ons de hemel droomden. Ik schreef op dat ik hoopte dat de hemel een heuvelachtig landschap zou zijn, met prachtige weggetjes, waar je met een 2CV doorheen zou toeren. Met gele Michelinkaarten in het zijvak van het portier. Deze verbeelding zei veel over mijn drukke leven op dat moment.
Onze kersverse afgetreden hoofdredacteur Klaas Spronk haalt in zijn bespiegelingen over hemel en hel in de Hebreeuwse Bijbel een nieuw boek van Bart Ehrmann aan. Ook volgens Ehrmann zegt de verbeelding van het hiernamaals veel over wat zich voor de dood afspeelt. Spronk schetst hoe de voorstelling van het oordeel veranderde, vanaf de Hebreeuwse Bijbel, waarin het maar een enkele keer voorkomt, tot aan het Nieuwe Testament. Ook Theo Boer laat zien hoe beelden van het hiernamaals kantelden, maar dan recenter: in de afgelopen decennia veranderden die beelden van een ‘zeker weten’, van een oordeel en van hemel en hel, in een opvatting dat ‘áls er een hiernamaals
is, wij daar op een enkele uitzondering na geen enkele zorg over hoeven te hebben’. Floris den Oudsten, predikant in Maasdijk, deed een verrassend onderzoek naar de hemelvoorstellingen van volkscampingbewoners en vergeleek deze met de hemel in het levenslied. Hij kwam talloze beelden tegen. Over de hel bestaan vele verbeeldingen, maar de hel kan ook in een mens ‘huizen’ en mensen teisteren. Psychosen kunnen zo worden ervaren. Is God daarin te vinden? Geestelijk-verzorger en onderzoeker Cor Arends promoveerde in Nijmegen op een systematisch-theologisch onderzoek naar de psychose en probeerde uiteindelijk ook deze laatste vraag te beantwoorden. Het gezamenlijke interview met een PThU-er ging door agendaproblemen niet door, maar we vonden dit interview te indrukwekkend om het niet op te nemen.
Waarom in dit nummer al deze aandacht voor de hemel, het oordeel, en de hel? De aanleiding is de oratie op 1 september van de nieuwe PThU-hoogleraar dogmatiek Arnold Huijgen over de hel, en het daaraan voorafgaande symposium. Behalve Arnon Grünberg spreekt daar ook klinisch psycholoog Paul Verhaege. Bij hem zou het zomaar ook over de hel in een mens kunnen gaan, en over of de vraag of de hel in de wereld – denk aan de oorlog in de Oekraïne – terug van weggeweest lijkt te zijn. Kan de theologie op een nieuwe, behulpzame, manier spreken over oordeel, hemel en hel en de verbeelding stimuleren? Ze zal, met Anne-Marijke Spijkerboer die ook in dit nummer geïnterviewd wordt, in elk geval uit moeten gaan van de vreemdheid van de teksten en… weten wat mensen bezighoudt.
Henk de Roest, hoofdredacteur
2 PThUnie | Jaargang 17 | nummer 2 | september 2023
inhoud
De hel als waanbeeld
Vuur en duivels in je hoofd: Cor Arends vertelt over zijn werk met psychotici.
De Bijbel en het leven vóór de dood
In het Oude Testament komt de hel nauwelijks voor, constateert Klaas Spronk.
Leven van wat je gekregen hebt
Oud-rector Anne Marijke Spijkerboer over verkondiging en een nieuw perspectief.
En verder:
Nieuws
De PThU verhuist naar het Janskerkhof in Utrecht.
De grote vraag
Wat is de hel voor jou?
Column
Heeft Eward Postma die oude auto nog wel nodig?
Betoog
De één zijn hemel is de ander zijn hel, stelt Theo Boer.
Overdenking
Hemelbeleving op de volkscamping
Promoties & publicaties
Met ditmaal o.a. de promotie van Célestin Nsengimana.
Agenda
Met studiedagen, conferenties en open colleges.
PThUnie is een magazine van en voor iedereen die zich met de PThU verbonden voelt.
Redactie Theo Boer, Esther van Beem (adviseur), Caspar Dullemond (eindredacteur), Henk de Roest (hoofdredacteur), Trudy Struijs. Redactieadres Postbus 7161, 1007 MC, Amsterdam, communicatie@pthu.nl. Vormgeving en realisatie PThU.
ISSN-nummer 1876-9233
pag
pag
pag 04 pag
pag
pag
pag
pag 28 pag
pag 06
12
20
10
11
15
17
32
PThUnie | Jaargang 17 | nummer 2 | september 2023 3
Fotografie Mike van Bemmelen, Caspar Dullemond, Ton van Kattenbroek, Judith Arendsen-Fokker, Marco Bijdevaate, Wouter Muskee.
Protestantse Theologische Universiteit
PThU verhuist naar Utrecht
De Protestantse Theologische Universiteit (PThU) verhuist per september 2024 naar het Janskerkhof in Utrecht. De PThU heeft het pand Janskerkhof 12 / Jansdam 14 aangekocht. Daarnaast werkt de universiteit aan een overeenkomst met de Protestantse Gemeente Utrecht om gebruik te maken van de Janskerk en samen te werken met de oecumeni sche Janskerkgemeente.
Het College van Bestuur heeft met goedkeuring van de Raad van Toezicht en in goed overleg met de Universiteitsraad gekozen voor het Janskerkhof. Kees Boele, bestuursvoorzitter van de PThU, is verheugd: ‘Op het Janskerkhof hebben we pan den gevonden die perfect aansluiten bij de missie en visie van de PThU zoals verwoord in het instellingsplan: kerk, academie en samenleving inspireren en vernieuwen.’
Tijdens een zorgvuldig selectieproces werden verschillende panden bekeken en beoordeeld aan de hand van het Programma van Eisen. De unieke ligging in de binnenstad, de goede bereikbaarheid met het OV, de academische uitstraling van het pand aan het Janskerkhof in combinatie met het gebruik van de Janskerk, de nabijheid van academische partnerinstellingen, en kansen voor gemeenschapsvorming en vieringen, maken de combinatie van deze panden een ideale locatie voor de PThU. Joyce
Rondaij, voorzitter van de Universiteitsraad, stelt over de keuze: ‘Ook de UR is zeer verheugd dat er een locatie gevonden is waar we kunnen bouwen aan de toekomst van de PThU. We verwachten dat het Programma van Eisen hier kan worden gereali
4 PThUnie | Jaargang 17 | nummer 2 | september 2023
seerd zodat studenten en medewerkers op een inspirerende plek kunnen gaan samenwerken.’
Samenwerking met de PGU
Ook de samenwerking die de PThU wil aangaan met de Protestantse Gemeente Utrecht (PGU), door de langdurige huur van de Janskerk, is uniek. Met de oecumenische gemeente van de Janskerk, die haar vieringen daar zal blijven houden, zullen verschillende samenwerkingsmogelijkheden worden uitgewerkt. Het bestuur van
kan komen’
Janskerk is voor ons veel meer dan gewoon een gebouw, het is de ruimte waar het licht kan komen. Het is de plek waar we onze dromen en ons verdriet voor de Eeuwige brengen, waar we ons verlangen naar een wereld die klopt gaande houden. Het is mooi dat we met de komst van de PThU dat met meer mensen kunnen delen langs nieuwe wegen.’
Passende partners
Daarnaast biedt de kerk volop mogelijkheden voor lezingen, symposia en vieringen en voor allerlei vormen van verbinding met de stadsbewoners. De heer Van Stuijvenberg, voorzitter van het College van Kerkrentmeesters van de PGU, zegt over de samenwerking: ‘De samenwerking past in de visie waarbij kerkgebouwen meerdere functies kunnen hebben. Daarbij wil de PGU samen werken en het kerkgebouw delen met passende partners. Heel mooi als daarmee de liturgische invulling van het gebouw wordt zeker gesteld en historisch erfgoed aan toekomstige generaties kan worden doorgegeven.’ In de komende periode vindt een verbouwing plaats om Janskerkhof geschikt te maken voor de PThU. Per 1 september 2024 starten de premaster, de master Theologie (Gemeentepredikant) en eenjarige master Theology in Utrecht.
PThUnie | Jaargang 17 | nummer 2 | september 2023 5
‘De Janskerk is voor ons de ruimte waar het licht
De heldaar kun je ook weer uitkomen door
PThUnie: ‘Wat gebeurt er als iemand in een psychose terechtkomt?’
Mensen in een psychose beleven heftige angsten, die allerlei vormen kunnen aannemen. Het gevoel in brand te staan of een duivel te zijn komen als waanbeelden veelvuldig voor. Cor Arends, voor zijn pensionering geestelijk verzorger bij Zon & Schild, legt uit welke rol geloof kan spelen bij de vorming van een psychose én bij de genezing ervan.
Cor Arends: ‘Aan de basis van een psychose ligt vaak trauma. In iedere normale ontwikkelingsgang van kind naar volwassene zijn er schokken, momenten dat de vanzelfsprekendheid doorbroken wordt. Dan kan het gaan om een geweldservaring, het overlijden van iemand van wie je houdt, of zelfs een verliefdheid – ze kunnen er allemaal voor zorgen dat je zekerheden wankelen. Normaal kun je dat opvangen; doordat andere mensen je helpen of omdat je resources in jezelf kunt aanboren – het goede resultaat van een vorige ervaring bijvoorbeeld. De kern van een psychose is dat dit niet langer lukt. Je verbreekt de verbinding met je omgeving en je komt voor een enorme leegte te staan. Een kolkende leegte, zo zou je het kunnen omschrijven; een zee waarin je dreigt te verdrinken. En die leegte zorgt ervoor dat je alle zekerheden die het bestaan in zich draagt kwijtraakt: je contact met de werkelijkheid, het houvast dat je hebt. Alle banden worden doorgesneden. Dan gaan er allerlei mechanismen in werking: je hoofd gaat keihard werken om grip te krijgen op wat er gebeurt. De leegte moet gevuld worden, want die kun je niet aan. Die leegte roept gigantische angsten op.’
PThUnie: ‘Hoe uit zich zo’n psychose?’
CA: ‘Er is een totaal verlies van ik-besef, van eigenheid. Het is alsof je uit elkaar valt. Dat kan verschillende vormen aannemen. Een veelvoorkomende vorm is dat je in brand staat. Dat kan ongelofelijk angstig zijn: je voelt het vuur in jezelf of je ziet anderen branden. Je kunt anderen als duivels zien, die op je afkomen en je bedreigen. Of je meent dat je zelf een duivel bent; je vertelt mensen dat ze bij je vandaan
6
PThUnie | Jaargang 17 | nummer 1 | april 2023 6
Caspar Dullemond
moeten blijven, omdat je gevaarlijk bent. En dat ben je dan ook. Er komen krachten in je vrij die onbeheersbaar zijn. Een psychose is dus zowel angstwekkend als gevaarlijk. Dat maakt met name de crisisopvang zo moeilijk: je moet inschatten hoe gevaarlijk iemand is voor zichzelf of voor anderen.’
PThUnie: ‘In uw proefschrift benadert u de psychose vanuit de filosofische en theologische hoek. Wat is het verband tussen religieuze ervaring en de waan van de psychoticus?’
CA: ‘In de godsdienst draait het vanouds om religieuze ervaring. Tegenwoordig wordt het allemaal rationeler bekeken, maar in essentie gaat het om vervoering: het ervaren van God en het goddelijke in jezelf. Dat gaat gepaard met heftige beelden, met verbijstering, met volledig van de wereld zijn. Die religieuze vervoering heeft ook wortels in het Grieks-Platoonse denken: het leven draait om hartstocht. Die mania werden positief gewaardeerd. In de katholieke versie zijn dat de passies geworden, hartstochten die dan wel binnen een morele orde gereguleerd moeten worden. Ze moeten niet te ver gaan: het gaat om temperantia, ofwel matigheid. Dus niet te veel en niet te weinig. Wat buiten die bandbreedte valt, wordt als waanzin gezien. Waanzin is daarmee een vorm van overvloeiing, van overstroming, van een teveel aan iets dat geordend zou moeten zijn. In de moderne tijd is dat hele denken over godsgeloof in een psychiatrisch en later ook psychologisch perspectief komen te staan. Daarmee verdween de relatie tussen de vervoering en het godsgeloof, zeker als dat buitengewone proporties aannam, uit het filosofische en het theologische discours. Mijn proefschrift was een poging om te laten zien dat godsgeloof en waanzin nauw met elkaar verbonden zijn en zelfs heel erg in elkaar kunnen overlopen.
PThUnie: ‘Waarom was dit voor u een belangrijk thema?’
CA: ‘In mijn werk als geestelijk verzorger bij Zon & Schild kwam ik regelmatig mensen tegen die in hun psychoses, maar ook met andere psychiatrische ziektebeelden, rotsvaste overtuigingen ontwikkelden over hun relatie met God, al dan niet onderbouwd met Bijbelteksten. Die rotsvaste overtuigingen werden met enige scepsis aangehoord en binnen de behandeling als iets verwaarloosbaars beschouwd. Het ging de artsen om iemands dagelijkse gedrag, de manier waarop iemand zich uitte, of iemand een zekere controle had over zichzelf en hoe iemand de dag doorkwam. Terwijl ik juist in toenemende mate, in lijn met de fenomenologische benadering van de antipsychiatrie van de jaren 1960, aandacht had voor de ervaringswereld van de patiënten. Die lijn in de psychiatrie is niet doorgezet, en de medische, neurologisch-biologische kant werd in de decennia daarna veel sterker. De nadruk kwam te liggen op medicijnen. Terwijl de patiënten zelf zeiden dat ze te weinig gehoord werden. De psychoanalyse bood daar wel ruimte voor, maar ook die speelde in de psychiatrie nauwelijks een rol. Die was veel te kostbaar en duurde te lang. Ik heb dat opgepakt, omdat ik als theoloog een enorme fascinatie had, en heb, voor de manieren waarop mensen hun relatie met God, of breder gezegd hun geloof, verwoorden en beleven.’
PThUnie: ‘Stond u in die fascinatie alleen?’
CA: ‘Dat theologisch-filosofische perspectief heb ik goeddeels zelf moeten uitzoeken. Collega’s binnen de geestelijke verzorging waren er op een andere manier mee bezig dan ik. Hun uitgangspunt was de moderne klinisch-pastorale vorming, waarin de godsdienstpsychologie dominant is. Godsdienst wordt daar gezien als een vorm van coping. Maar voor mij is het, in aansluiting op Anton Boisen, het onderwerp van mijn dissertatie, een theologisch probleem. Sommige ziekten zijn een probleem van de ziel.’
Lees verder PThUnie | Jaargang 17 | nummer 1 | april 2023 IN GESPREK 7
Cor Arends (1953) werkte als binnenstadspastor in Amersfoort en als geestelijk verzorger bij Zon & Schild
GGz Centraal. Hij promoveerde in 2013 op een proefschrift getiteld If Billy Sunday Comes to Town; een fundamenteel theologische casestudy naar de waan bij Anton T Boisen. Boisen was een Amerikaanse geestelijk verzorger uit het begin van de vorige eeuw die verschillende psychoses doormaakte; het gevolg van een in de Eerste Wereldoorlog opgelopen trauma. Boisen stond aan de wieg van de klinisch-pastorale vorming.
het goddelijke zijn. Dat kunnen mensen met een psychose ook denken, maar als dat er toe leidt dat ze niet in staat zijn zichzelf te verzorgen en een dagorde aan te houden, dan is het duidelijk dat dit denksysteem zo dominant is geworden, dat er niet langer sprake is van overgave maar van afhankelijkheid. Overgave laat het ik intact, in afhankelijkheid verdwijnt het ik. Dan is er alleen die zee van het niets.’
PThUnie: ‘En wat zegt het dan over mensen als ze de leegte opvullen met het idee een duivel te zijn of bedreigd te worden door duivels? Is dat angst over wat ze verkeerd hebben gedaan?’
PThUnie: ‘U legde in uw onderzoek opnieuw het verband tussen de religieuze vervoering en de waanzin.’
CA: ‘Ja. Als je mystici zoals Eckhart, Johannes van het Kruis en Theresa van Avila leest, dan wordt duidelijk dat zij die vervoering laten gebeuren en in diezelfde leegte terechtkomen waarover ik het eerder had. En daar zijn ze niet bang. Ze voelen zich in die leegte opgenomen. Ze zien het als de ruimte voor de Christusgeboorte in je hart, zoals Eckhart het noemt. Het is dezelfde leegte als van de psychose, maar met dat verschil dat de persoon hierin zelf aanwezig is. Mijn ik is nog aanwezig, zegt Eckhart. In een psychose is het ik verdwenen.’
PThUnie: ‘Dus het verschil tussen vervoering en een psychose is niet dat iemand er bewust voor kiest, maar dat het ik niet verdwijnt?”
CA: ‘Klopt. In een psychose zit je er in, maar kun je niet meer zelf beslissen om er uit te gaan. Bijna al die mystici waren goede bestuurders en praktische denkers. Ze wisten absoluut wat ze deden. Een psychoticus is gevangen in zichzelf. Maar er is nog een tweede verschil: een psychose is een machtsgreep. De psychoticus probeert weer grip te krijgen op de werkelijkheid. En daarmee komen we op de wanen. Mystici beleven overgave. Ze laten het toe. Ze beleven dat ze in God zijn, in
CA: ‘Dat kan. Dat kan het heelmakende zijn van een psychose. Een psychose is echt niet iets onomkeerbaars. Vanuit de antipsychiatrie is de opvatting gekomen dat een psychose een transformerende werking heeft. Als het teruggaat op een trauma, op een verlangen of een onvermogen om met hartstochten om te gaan, dus als het een breuk is met je vorige zelf, kan het ook een transformerende werking hebben. Je wordt een ander mens. Je bent door het vuur heengegaan. Vaak vertelden mensen me dat zij door de psychose een ander mens waren geworden. Voordien konden zij niet leven met zichzelf, maar door de controle los te laten, kwam er ruimte voor iets anders. Psychose is dan openbreken, loslaten. Alle defensiemechanismen die je hebt werken niet meer. Dat kan als bevrijdend ervaren worden. Dat is de eufore kant die er ook kan zijn.’
PThUnie: ‘Waar staat de hel dan voor?’
CA: ‘Bij Dante is de hel een plek waar geleden wordt. Mensen zijn er beroofd van hun individualiteit, omdat ze in hun leven obsessief van alles hebben gedaan: overspel, moord... En daar worden ze in de hel aan herinnerd. Ze lijden dus aan hun kwaal, hun obsessie. Theologisch wil dat eigenlijk zeggen dat God hen confronteert met zichzelf. De hel kan dus betekenen dat iemand de confrontatie met zichzelf aangaat. Dat kan ongelofelijk zeer doen. In therapie kost het tijden om wat er in je brandt te blussen. De hel is een toekomstige
8 PThUnie | Jaargang 17 | nummer 2 | september 2023
straf die je confronteert met wat je nu doet.’
PThUnie: ‘Het idee van de hel kan een middel zijn om verder te komen?’
CA: ‘Ja. Daarom moeten we hemel, hel en vagevuur ook helemaal niet afschaffen. De filosoof Leszek Kolakowski heeft gezegd: het kwaad is er, het is in onszelf, en in objectieve vorm. Het is cultuurhistorisch interessant dat het vuur zich heeft verplaatst van een objectief gegeven aan de buitenkant naar iets subjectiefs aan de binnenkant. Het echte vuur is het vuur in onszelf geworden. Dat hangt samen met de verplaatsing van een theocentrisch geloof naar een antropocentrisch geloof, waarin de mens zelf verantwoordelijk is voor wat hij doet. Hel en vagevuur zijn in die visie een confrontatie met onszelf, een manier om na te denken over wat we met ons leven willen.’
PThUnie: ‘Als hel en verdoemenis het thema van een psychose zijn, wat doe je dan als geestelijk verzorger?’
CA: ‘Nabij zijn. Rust uitstralen. Contact herstellen. Een van de eerste dingen die ze mij hebben geleerd is om afstand te nemen en vanuit die positie kijken hoe dichtbij je kunt zijn. En vervolgens ga je luisteren.’
PThUnie: ‘Maar hoe praat je als geestelijk verzorger met iemand die een heel eigen logica heeft, misschien wel dingen zegt die voor jou wartaal zijn?’
CA: ‘Daar neem je de tijd voor. Je probeert te duiden. En je biedt veiligheid. Je boodschap is: jij gaat niet ten onder, je bent er nog. Vertel maar. Kom maar tot rust. Je hoeft mij niet te overtuigen. Het is goed zo. Je gaat vertragen, rust brengen, stilte toelaten. Tijd is een belangrijke factor.’
PThUnie: ‘In die zin is het niet heel anders dan een ‘gewoon’ pastoraal gesprek.’
CA: ‘Dat is zo. Sturen is er niet bij. Stilte is ook zorg. Maar je bent wel degelijk als theoloog aanwezig: je
wat die persoon zegt. Je herkent het religieuze discours, al is dat soms niet onmiddellijk het geval. Een voorbeeld. Ik ben lang in gesprek geweest met iemand die ongeveer hetzelfde verhaal vertelde als in Zen and the Art of Motor Maintenance van Robert Pirsig. Ik had het boek gelezen, dus konden we een filosofisch gesprek voeren over dat boek. Dat heeft hem geholpen om van het doolhof waar hij in zat een labyrint te maken. Op die manier kan er een narratief ontstaan waarmee je als psychoticus kunt leven; een narratief dat minder dominant is en niet alles opslokt, zodat je weer om je heen kunt kijken. Door met iemand mee te denken en te praten waardeer je als geestelijk verzorger ook het religieuze aspect. De uiteindelijke vraag in mijn proefschrift is of God aanwezig is in de psychose. Ik denk van wel.’
PThUnie: ‘Daarmee is geloof dus niet alleen iets waarmee iemand een psychose kan invullen, maar ook iets waardoor hij of zij er weer uit kan komen?’
CA: ‘Ja. Een psychose kan een vorm van religieuze ervaring zijn. God is de kracht die mensen nabij is – ook de meest verlatene en erbarmelijke onder hen. God is ook nabij in een psychose. In het vijfde hoofdstuk van het Marcus-evangelie staat dat prachtige verhaal over de bezetene die met Jezus in gesprek raakt, en waarbij Jezus maakt dat de boze geesten zich verplaatsen van de man naar een kudde zwijnen. Dat is zo geweldig! Die nabijheid van Jezus bij de bezeten man is een paradigma voor het christelijk geloof. En voor de geestelijke verzorging.’
PThUnie | Jaargang 17 | nummer 2 | september 2023 9
Wat is de hel voor jou?
Alke Liebich is predikant van de Johanneskerk in Amersfoort en supervisor (alkeliebichsupervisie.nl).
Mensen zoeken gerechtigheid
Elsbeth Gruteke is predikant van de Kruiskerk in Huizen
‘In mijn werk gaat het zelden over de hel als een metafysische plek. Heb ik goed geleefd? Die vraag komt wel aan de orde in gesprekken met gemeenteleden. Er is soms angst voor een oordeel. Maar er is ook behoefte aan. Mensen zoeken gerechtigheid – en soms ook de goddelijke toezegging daarvan. Ze vinden dat fouten benoemd moeten worden en misschien ook wel bestraft. Ik herinner me van mijn vorige gemeente een gesprek met een vrouw die vond dat er een verwerping –een hel dus – moest zijn. Want waarom zou je anders je best doen? De consequentie was dan wel dat haar zoon dan niet in de hemel zou komen, want die geloofde niet. Dat vond ze wel moeilijk. Ze vond het ook terecht. Maar ons gevoel van rechtvaardigheid is gelukkig niet hetzelfde als Gods gerechtigheid. Ik denk dat God de zielen van de doden koestert. Meer nog: Christus is nedergedaald ter helle en heeft daar de zielen gered – ook de gestrafte.’
Soms komt de hel dichtbij
De laatste ontmoeting die ik met de hel had was tijdens de uitvoering van de musical ‘The Book of Mormon’. Het nummer ‘Spooky Mormon Hell Dream’ laat duivels, monsters, vuur en vlammen zien, de hel opgevoerd in een gezellige dans met gierende guitaren. Het klassieke beeld van de hel. Het is een beeld van de hel dat ik in mijn werk als predikant bijna nooit tegenkom. Er is wel geloof in de hel maar dan vooral in de hel op aarde, niet in een hiernamaals. Soms komt die hel heel dichtbij. De oorlog in Oekraïne is zo’n moment. Het beeld van het kwaad dat over een land heen raast. Voor veel mensen brengt dat herinneringen naar boven, aan de Tweede Wereldoorlog bijvoorbeeld. De beelden van de verwoestingen van Bachmut, van Gherson, de beelden van ontheemde mensen. Ze roepen vragen op over de aanwezigheid van het kwaad en verlangen naar de liefde van God, en vooral naar Zijn overwinning op alles wat ons terneerdrukt en vastbindt. Er komt een moment waarop de banden van het kwaad verbroken worden.
C.S Lewis beschrijft het prachtig in zijn boek Brieven uit de hel. Als de hoofdpersoon van het boek sterft verdwijnt de greep van het kwaad. Daarop hopen veel mensen die ik tegenkom, en ikzelf ook.
DE GROTE VRAAG
10 PThUnie | Jaargang 17 | nummer 2 | september 2023
Deze wereld gaat voorbij
door dr. Eward Postma
Docent en trainer beroepsvorming en spiritualiteit aan de PThU
We hebben besloten onze auto ‘op’ te rijden. Hij is intussen 22 jaar oud. Sporen van roest manifesteren zich al enige tijd. Verder is hij betrouwbaar. En het is zonde om iets weg te doen waar zoveel in is geïnvesteerd, toch? Maar wanneer is ‘op’ op? Stopt hij er op een dag gewoon mee, of moeten we zelf de knoop doorhakken? Vooralsnog schuiven we de beslissing voor ons uit. Ook omdat er waarschijnlijk geen opvolger komt. Sinds we in de stad Utrecht wonen gebruiken we hem veel minder en hebben we objectief gezien geen eigen auto nodig.
De aanstaande APK is de dag des oordeels. De frons in het voorhoofd van mijn vorige garageman ben ik niet vergeten. Onoverkomelijke gebreken had hij niet geconstateerd, maar dat was slechts een kwestie van tijd. Zijn boodschap was glashelder, deze auto had zijn langste tijd gehad. Mijn conclusie was dat een nieuw, autoloos tijdperk zou aanbreken.
Maar we zijn een jaar verder. De beslissing over een leven met of zonder auto heb ik niet genomen. Ik wacht op het oordeel van onze nieuwe garageman. De calvinist in mij rekent erop dat hij onze wagen zal afkeuren. Dan is het uur U daar en zal ik de laatste rit naar de sloop maken. Het ligt in zijn handen.
Het lijkt duidelijker dan het is. Dat ik een extern oordeel gebruik om mijn eigen besluitvorming op te schorten, knaagt aan me – vraagt deze tijd niet om meer eigen daadkracht? Wat daar nog bij komt is dat ook de genade die ons ten deel valt, niet zo zoet smaakt als ik zou wensen: de auto komt ook ditmaal weer door de APK; enkele kleine reparaties blijken te volstaan. Het definitieve oordeel is opnieuw uitgesteld.
Wat ik niet zag aankomen: de nieuwe garageman blijkt een aardige, meedenkende man. Pastoraal begaafd bovendien. Terwijl hij het keuringsbewijs overhandigt, bereidt hij me voor op het nakende afscheid. ‘U moet er wel rekening mee houden dat u naar een nieuwe auto moet omkijken. Ik ben er maar eerlijk over.’ Dat laatste herhaalt hij nog eens. Zoveel begrip had ik niet verwacht. De man heeft mijn sympathie. Op mijn beurt ben ik ook maar eerlijk. Ik weet niet of er wel een nieuwe komt.
Later die middag rijd ik opnieuw door zijn straat. Ik zie de garageman lopen met zijn hond. Hij ziet mij. Of beter, mijn auto. Hij steekt zijn hand op. Ik steek mijn hand op. De auto bracht ons tot elkaar. Dat is de oude wereld. Ook al voel ik me er meer en meer vreemdeling, die is me nog steeds veel waard.
COLUMN PThUnie | Jaargang 17 | nummer 2 | september 2023 11
De Bijbel en het leven vóór de dood
door prof. dr. Klaas Spronk hoogleraar Oude Testament aan de PThU
Het geldt als teken van rechtzinnigheid: het geloof dat je na de dood in de hel kunt komen. In enquêtes over de staat van het geloof wordt er vaak naar gevraagd. Wat dat betreft staat het er in Nederland niet goed voor. Volgens een onderzoek in 2022 door Gallup gelooft maar
15% van alle Nederlanders in het bestaan van de hel. Dat is ver onder het wereldwijde gemiddelde van 72%.
Alleen Slovenië, Japan en Zweden scoren nog lager.
32% van de Nederlanders gelooft in een leven na de dood en 29% in het bestaan van de hemel. Dat laatste zit wat dichter bij het wereldwijde gemiddelde van 59%.
Kennelijk zijn we in Nederland relatief optimistisch als het gaat over het hiernamaals. Het zou ook kunnen wijzen op een verhoudingsgewijs vriendelijk godsbeeld. Daar is men dan in de meer rechtzinnige christelijke hoek weer niet zo blij mee.
Wordt God zo niet al te lief voorgesteld? Jezus zelf spreekt toch ook regelmatig over het oordeel en de hel? Bijvoorbeeld in Matteüs 25:41 waar de ver-
oordeelden worden vervloekt en verwezen ‘naar het eeuwige vuur dat bestemd is voor de duivel en zijn engelen’.
Kwellen
Vanuit het perspectief van de Hebreeuwse Bijbel krijg je een ander beeld. God wordt daarin allerminst als zachtzinnig beschreven. Veel lezers hebben juist moeite met de hardheid waarmee God handelt of mensen in naam van God optreden. Van een oordeel in een leven na de dood is echter geen sprake. Het dodenrijk (Hebreeuws: sheol) wordt neutraal beschreven als de plaats waar een mens onontkoombaar belandt. Menselijkerwijs vreesde men een voortijdige of smadelijke dood, maar over een al dan niet wenselijk hiernamaals lezen we nauwelijks iets. Dat was meer iets voor de Egyptenaren. Die hadden daar heel specifieke voorstellingen van, inclusief beelden van een soort hel waarin demonen de zielen kwellen van mensen die zich bij hun leven niet goed hadden voorbereid op het hiernamaals.
UITLEG
12 PThUnie | Jaargang 17 | nummer 2 | september 2023
‘Kennelijk zijn we in Nederland relatief optimistisch als het gaat over het hiernamaals’
In de Hebreeuwse Bijbel lezen we alleen in Daniël 12 over een oordeel na de dood met een scheiding tussen zaligen (‘stralen[d] als het fonkelende hemelgewelf’) en verdoemden (‘voor eeuwig veracht en verafschuwd’). Het is geschreven in de tweede eeuw voor het begin van onze jaartelling en is één van de jongste teksten van de Hebreeuwse Bijbel. Zouden we dan moeten spreken van voortschrijdend inzicht, dat doorgetrokken wordt in het Nieuwe Testament?
Ik waag het om te betwijfelen of we hiermee ook een beter, bijbels verantwoord zicht op de hel krijgen. Daar zijn goede redenen voor. Onlangs publiceerde Bart Ehrman een boek over hoe die lijn in het denken over het leven na de dood werd voortgezet in het vroege christendom: Journeys to Heaven and Hell: Tours of the Afterlife in the Early Christian Tradition (Yale 2022). Daarin laat hij zien hoe men steeds verder ging in het beschrijven van het hiernamaals, van het oordeel door God en van het lot dat de veroordeelden wacht. Hij ziet daarbij een opmerkelijke tendens: hoe machtiger de kerk, hoe zwaarder het oordeel over de ongelovigen, met name over hen die van het ware geloof zijn afgevallen. En terwijl er aanvankelijk nog sprake was van een mogelijk einde aan de helse straf voor de veroordeelden werd het uiteindelijk de leer van de kerk dat er aan de hel geen ontkomen is. Volgens Ehrman is er een duidelijk verband tussen de situatie van de kerk en de ontwikkeling van de door haar verkondigde leer. De vraag rijst dus of deze duidelijker visie op het hiernamaals niet vooral iets zegt over wat zich vóór de dood afspeelt.
Voortbestaan
Met alle respect kan men die vraag ook stellen bij de genoemde Bijbelteksten. Ze zijn geschreven in een tijd waarin men verwachtte dat God elk moment kon ingrijpen. Het was een tijd van onderdrukking van de gelovigen. Bij het boek Daniël gebeurde dat men name door de Seleucidische koning Antiochus IV Ephiphanes. In het Nieuwe Testament had men de Romeinen te duchten.
zich staande in de verwachting dat spoedig het eind der tijden zou aanbreken, waarin alles recht gezet zou worden. Voor wie die eindstreep niet haalde was er de hoop op een vereffening na de dood. De brieven van Paulus aan de Thessalonicenzen gaan voor een groot deel over dat thema. In de Hebreeuwse Bijbel leefde die eindtijdverwachting veel minder sterk. Bij de toekomst dacht men veel meer aan het voortbestaan van de familie. We lezen bijvoorbeeld in Genesis 25 hoe Abraham een goede dood stierf; niet omdat hij geloofde in de opstanding der doden, maar omdat hij zijn familie in goeden doen om zich heen zag. In onze tijd is het geloof in het hiernamaals vooral verbonden met het sinds de Verlichting dominerende individualisme: we zijn eraan gewend onszelf centraal te stellen en dat liefst blijvend. Soms denk ik wel eens – zeker nu ik kleinkinderen heb – dat Abraham als vader aller gelovigen ook wat betreft de visie op het hiernamaals een voorbeeld is. Het idee van de hel blijft (be)staan als symbool voor de ernst van onze keuzes, maar in plaats van speculeren over het hiernamaals is het zinvoller om na te denken over de consequenties van die keuzes vóór de dood.
PThUnie | Jaargang 17 | nummer 2 | september 2023 13
14 PThUnie | Jaargang 17 | nummer 2 | september 2023
De één zijn hemel, de ander zijn hel
door
Boer
Als kind wist ik het, geïnspireerd door beelden uit media en literatuur: de hemel is een fijne plek waar je in niets gebrek hebt en waar je de ene na de andere gelukservaring opdoet. God is er de baas en zorgt ervoor dat al die mooie dingen ons ten deel vallen. De hel is het omgekeerde. Ruzie, pijn, honger, hitte en dat alles onder leiding van de duivel. En beide zijn permanent. Met die alternatieven is de rekensom snel gemaakt: wie wil er eigenlijk nièt naar de hemel?
Daar was dan wel één lastigheidje aan. Om in die prachtplek te komen, moest je eerst geloven, je bekeren, boete doen, je tot God wenden, de juiste geloofsbelijdenis onderschrijven. Een beetje flauw eigenlijk van God, als ik het wat antropomorf mag uitdrukken. Dan moet je al helemaal de moderne mens niet hebben: die houdt niet van dit soort koehandel. Zo zagen we in recente decennia het beeld van de hemel kantelen. Het ‘zeker weten’ evolueerde tot een vermoeden en de angst voor het oordeel maakte plaats voor de opvatting dat àls er een hiernamaals is, wij daar op een enkele uitzondering na geen enkele zorg over hoeven te hebben. ‘God zal me wel vergeven. Het is Zijn vak’, zei Heinrich Heine zijn tijd al ver vooruit. Dan kunnen we in het hiernamaals onze overleden geliefden weer ontmoeten en de draad weer oppakken. Als we daar God al persoonlijk ontmoeten, zo zei iemand laatst, ‘dan heb ik wel een paar stevige vragen voor hem’. God die in een soort menselijk tribunaal ter
verantwoording wordt geroepen en mag uitleggen waarom het zolang duurde allemaal, en God die daarna mag optreden als hoofd van de hemelse catering. In mijn jaren in een Euthanasiecommissie las ik tientallen verwijzingen naar het hiernamaals als plek om met je overleden partner, ouder, kind, of zelfs huisdier te worden herenigd. Allemaal heel goed voor te stellen, maar bijna nooit las ik dat iemand ernaar verlangde om ‘met God te zijn’.
Natúúrlijk gaat het in het beeld van de hemel ook om gerechtigheid en geluk. Maar als wij de christelijke traditie (denk aan Paulus en Augustinus) serieus nemen, dan is de God-mensrelatie in de hemel (of de nieuwe aarde) méér dan een voorwaarde voor recht en geluk: zij is er de essentie van. Zonder die gemeenschap van mens en God als intrinsieke waarde wordt het heel lastig om over die toestand nog in termen van een ‘hemel’ te spreken.
BETOOG
Theo
hoogleraar ethiek van de gezondheidszorg aan de PThU
PThUnie | Jaargang 17 | nummer 2 | september 2023 15
PThU benoemt vier nieuwe docenten
Dr. Joyce Rondaij (universitair docent praktische theologie), dr. Suzan Sierksma-Agteres (universitair docent Nieuwe Testament), dr. Ineke Cornet (universitair docent spiritualiteit) en dr. Christiane van den Berg-Seiffert (universitair docent beroepsvorming & spiritualiteit). Dat zijn de namen en functies van vier nieuwe onderzoekers waarmee het College van Bestuur het onderwijs en onderzoek aan de PThU wil verdiepen en versterken.
Dr. Joyce Rondaij is opgeleid en gepromoveerd aan de PThU. Als universitair docent zal zij literatuur inbrengen in (praktisch) theologisch onderwijs en onderzoek, maar ook methodologisch reflecteren op de wijze waarop de literatuur en de kunsten bij kunnen dragen aan de theologische lezing van de cultuur. Dr. Sierksma-Agteres promoveerde in januari 2023 aan de Rijksuniversiteit Groningen. Sinds 2017 doceert zij nieuwtestamentisch Grieks
aan de PThU. In haar onderzoek richt zij zich op de ontwikkeling van het vroege christendom te midden van andere levensbeschouwingen in de Grieks-Romeinse cultuur van de eerste eeuwen. Dr. Ineke Cornet promoveerde (met een dubbeldoctoraat) in de theologie aan de KU Leuven en in de literatuurwetenschap aan de Universiteit Antwerpen. Ze focust in haar onderzoek op spiritualiteit, zowel door historisch onderzoek naar spirituele geschriften en bronnen als in onderzoek naar huidige spirituele vormingspraktijken. Dr. Christiane van den Berg-Seiffert is gepromoveerd aan de PThU op een onderzoek naar ervaringen rond seksuele grensoverschrijding in het pastoraat. Ze heeft ervaring als gemeentepredikant en als geestelijk verzorger (met kerkelijke zending) binnen het justitiepastoraat. Binnen de leerstoelgroep zal zij bijzondere aandacht hebben voor (pastorale) begeleiding en methodische gespreksvoering.
NIEUWS 16 PThUnie | Jaargang 17 | nummer 2 | september 2023
Alsof je naar een feest gaat maar nog even in de hal moet wachten
door Floris den Oudsten predikant van de Protestantse Gemeente Maasdijk
Als kind verbeeldde ik mij de hemel als een soort kerkdienst, waar altijd werd gezongen; een kerkdienst waar alle kerkgangers – en alleen kerkgangers – naar toe gingen of naar toe wilden. En er was ook een glazen zee, waar je dus niet in kon zwemmen. Niet heel aantrekkelijk, eigenlijk best wel saai, maar altijd beter dan de hel… Later ging er een nieuwe hemel voor me open, toen de nieuwe hemel en de nieuwe aarde neerdaalden in mijn denken: de hemel als plek van Gods aanwezigheid, waar alles om God en zijn liefde draait. Iedereen die daarnaar verlangde en daar nu al naar wilde leven, die zich mee wilde laten nemen in die beweging van Gods liefde en het koninkrijk van de hemel, was van harte welkom.
Door mijn studie kwam ik in aanraking met Tom Wright en zijn bijbels-theologisch spreken over leven na de dood. Na de dood volgt eerst het hemelse, een paradijselijke toestand die nog niet de uiteindelijke hemel is. Het is nog wachten op de
nieuwe hemel en de nieu we aarde. Alsof je naar een feest gaat, maar nog even in de hal moet wachten totdat de deuren opengaan. Je bent al op het feest. In de hal hoor, zie, ruik en ervaar je al van alles. Maar je moet nog even geduld hebben tot de deuren opengaan en je van de hal naar de feestzaal gaat, waar het feest losbarst. De eerste
OVERDENKING
PThUnie | Jaargang 17 | nummer 2 | september 2023 17
hemel is als een wachtruimte tot de nieuwe hemel en nieuwe aarde verschijnen, waar al Gods beloften worden vervuld en samenkomen.
Als student ging ik ‘s zomers evangelisatie- en recreatiewerk bij Dabar doen, op een volkscamping met een naar buiten toe nogal gesloten gemeenschap. De volkscamping is als een klein ‘reservaat’ waar mensen uit volksbuurten die geromantiseerde sociale werkelijkheid proberen te creëren die in de grote steden aan het verdwijnen is, inclusief de negatieve associaties en de aanwezige sociaaleconomische problematiek. Volkscampingbewoners leiden vaak een leven waar ze zelf ook niet gelukkig mee zijn, maar ze slagen er toch in om telkens weer te vechten voor het geluk van hun kinderen en
henzelf. Het zijn geen pechvogels, maar doorzetters die proberen om van elke dag een feest te maken en hun leven niet te laten bepalen door de omstandigheden.
Piratenmuziek
In die tien jaar dat ik er ‘s zomers present was, ontstond er een vertrouwensrelaties met vaste gasten. Mensen voor wie het leven ogenschijnlijk één groot feest was, maar de realiteit van het leven van alledag juist het tegenovergestelde. Het idee ontstond om deze mensen te bevragen op hun verbeelding van de hemel, die veelkleurig wordt bezongen in het Nederlandstalige levenslied (piratenmuziek), een geliefd genre op de volkscamping, maar onbekend bij het grotere publiek. Het werd een empirisch en kwalitatief praktisch-theologisch onderzoek naar verbeelding en voorstelling van de hemel onder volkscampingbewoners. Deuren die voor buitenstaanders gesloten bleven, gingen voor mij open. Mensen die vaak het gevoel hadden dat de samenleving hen vergeten is en dat er, behalve een kleine groep vrienden en familie, niemand is die naar hen luistert, kwamen nu aan het woord. In alle kwetsbaarheid en met alle emoties vertelden tien van hen mij over hun hemel en wat die voor hen betekende.
Het bleek, verrassend genoeg, dat deze mensen, met toch veel onderlinge overeenkomsten, heel verschillend dachten over de hemel. Het idee van een hemel biedt troost bij het overlijden van geliefden en/of door de betrokkenheid van overledenen op dit leven. Voor anderen
18 18
‘Volkscampingbewoners zijn geen pechvogels maar doorzetters’
geeft het een rustgevende zekerheid voor het onbekende na de dood, of heeft het weinig tot geen betekenis. De hemel wordt pas een realiteit als geliefden overlijden en het geen bevredigende gedachte is dat dood definitief dood is. Op dat moment wordt er een ruimte gecreëerd waar de geliefden naar toe kunnen gaan en komt de hemel tot leven. In sommige gevallen komt de hemel niet tot leven bij de dood van een geliefde, maar wel bij het gesprek over die ervaring met de dood. Bij anderen is het juist een omslagpunt om niet meer in God te geloven en de hemel niet te zien als een plaats waar je naartoe gaat na dit leven.
Uit het onderzoek naar de hemel in het Nederlandstalige levenslied bleek dat in die liederen de hemel ook heel verschillend wordt bezongen. De hemel wordt getypeerd als het ideale café, als het paradijs, als het gewone leven op aarde dat één groot feest is, als droomlocatie voor hereniging met geliefden en als de eeuwige groene weiden waar God als doorgang naar het opnieuw geboren worden in een nieuw lichaam. Geen van hen noemde de hemel als de plek waar het Nederlandstalige levenslied uit de speakers galmt en waar de tap altijd zal blijven stromen.
Verbeelding
Dat wat je zingt, valt dus niet automatisch samen met dat wat je gelooft. Hoe groot de verschillen ook mogen zijn tussen de volkscamping(bewoners) en de kerk(gangers), is dit niet een overeenkomst? Hoe verschillend denken ook kerkgangers niet over de hemel? We zingen gezamenlijk dezelfde liederen, waarin de hemel op verschillende manieren wordt bezongen. En iedereen gelooft daar
dan weer het zijne van. Kerkganger of volkscampingbewoner – iedereen heeft een eigen verbeelding bij de hemel en verleent daar een eigen betekenis aan.
Deze ontdekking is van grote betekenis voor mij als gemeentepredikant, in het bijzonder rondom uitvaarten. Soms geloven gelovigen niet en ongelovigen juist wel in een hemel. De verschillen bij kerkgangers en volkscampingbewoners zie je ook in de (al dan niet gelovige) families van de overledene. Hetzelfde beeld zie je in gesprekken met klein- en achterkleinkinderen – die nodig ik ook altijd uit voor een gesprek, zonder ouders en grootouders –, maar ook met tieners bij Follow Me, met jongvolwassenen op de belijdeniscatechese, en met dorpsgenoten in de sportkantine of op het dorpsfeest.
Welkom
De verbeelding van de hemel lijkt oneindig. Dat biedt ruimte voor oneindige speculatie of juist voor het doodzwijgen van het leven na de dood. Mijns inziens is het de roeping van de kerk om de verbeelding van mensen te stimuleren. Want ook al weten we het niet zeker, we kunnen het wel in Bijbelse beelden schilderen. Zo is voor mij de hemel als het feest van die vader met zijn twee zonen uit Lukas 15. Zowel de jongste als de oudste zoon, zowel de volkscampingbewoner als de kerkganger, zijn van harte welkom op het feest dat draait om Gods liefde, om genade, om te leren kijken vanuit Gods perspectief. En het is nog wachten, na de dood nog even wachten, tot de nieuwe hemel en nieuwe aarde neerdalen in een beweging vanuit God. En allen die zich in die beweging laten meenemen, ontdekken dat het hun verbeelding en voorstelling in alles zal overtreffen. Wat een dag zal dat zijn!
PThUnie | Jaargang 17 | nummer 2 | september 2023 19
‘De hemel wordt getypeerd als het ideale café, als het paradijs, als het gewone leven op aarde dat één groot feest is’
We leven van wat we gekregen hebben door
‘Als domineesdochter ging ik naar een openbare lagere school en later naar het Vossius Gymnasium. Tot mijn achttiende wist ik nauwelijks wat er zich in de kerk allemaal afspeelde. Toch wilde ik theologie studeren, misschien wel omdat ik me niet belast voelde door de Bijbel. Ik weet nog dat mijn oma mij een keer een kinderbijbel cadeau gaf – die van Anne de Vries geloof ik. Mijn vader haalde dat ding meteen weg. Kinderbijbels romantiseren de Bijbelverhalen, vond hij. Neem het verhaal van Kaïn en Abel. In de grondtekst wordt niet uitgelegd waarom het offer van de een wel wordt aanvaard en dat van de ander niet. Maar zo’n kinderbijbel vult dat meteen heel moralistisch in. Nee, Woord Voor Woord bestond in die tijd nog niet.
Een ruim appartement, hoog boven AmsterdamZuidoost, waar zelfs op deze hete zomerdag nog volop koelte binnenwaait. Aan tafel zit Anne Marijke Spijkerboer, oudrector van Hydepark en tegenwoordig beeldend kunstenaar. Ze schenkt thee met een zelfgebakken madeleine. Of ik weet waar dit luchtige koekje voor staat? Het brengt herinneringen naar boven…
‘Als je openbaar bent opgevoed voel je op geloofsgebied geen ballast. Wanneer een gemeentelid moeite had met een aspect van het christelijk geloof, dan zag ik als predikant vaak het probleem niet. En ja, dat was een beetje mijn probleem. Ik herinner me een Bijbelkring in Rijswijk waarin iemand de Drie-eenheid een achterhaald idee noemde. Dan wilde ik meteen uitleggen dat de Drie-eenheid juist een ontzettend leuke en creatieve manier is om Gods bewegelijkheid te duiden. Dat massieve essentialisme van: iets is of iets is juist niet… Dat heb ik niet meegekregen. Ik zei een keer op zondag tegen mijn vader dat ik die dag toch echt met mijn huiswerk bezig moest. Hij zei toen: dat is prima natuurlijk, maar je moet wel weten waar de sabbat voor gemaakt is. En hij vertelde mij die bekende uitleg van Karl Barth: toen de aarde geschapen was, hoefden de mensen niet meteen aan het werk. Ze konden beginnen met een vrije dag, want alles was al klaar. Dat is als ik preek nog steeds een grondlijn: je begint bij waar je van leeft en wat je gekregen hebt, niet bij wat je allemaal moet doen.
Caspar Dullemond
PThUnie | Jaargang 17 | nummer 2 | september 2023 20
Anne Marijke Spijkerboer
Vreemdheid
‘Als ik zelf in de kerkbanken zit, wil ik graag dat een tekst wordt uitgelegd, niet dat de dominee met eigen ideeën komt. Dat geldt ook voor mezelf: ik vind mijn eigen ideeën niet voor een kwart zo interessant als die in de Bijbeltekst van een paar duizend jaar geleden. Als ik zelf ter voorbereiding op een preek een tekst lees, dan vind ik er vrijwel onmiddellijk wat van. Ik weet meteen: dáár ga ik het over hebben. Maar vervolgens ga ik vertalen. En dan komt er in mijn uitleg toch bijna altijd iets anders uit dan wat mij op het eerste gezicht te binnen was geschoten. Die tweede kijk is essentieel voor de predikant. Natuurlijk wil ik met een preek getroost en bemoedigd worden, maar ik wil óók een ander zicht op de dingen krijgen. Dat zicht komt pas als je de vreemdheid van de tekst naar boven laat komen, als er echt een stem van buiten op je af komt. Natuurlijk ben je zelf het instrument: je eigen voorbeelden, je levenservaring, de context van je gemeente – ze zijn allemaal belangrijk. Maar die vreemdheid van de tekst, dat er echt iets van buiten komt, dat ontbreekt toch wel eens in de preken die ik hoor. Daarom is het voor een predikant ook zo belangrijk om zelf kunnen vertalen. Als je een Bijbeltekst leest, denk je al gauw: het gaat over liefde. Het gaat namelijk altijd over liefde. Maar dan moet je je jezelf in de rede vallen, gaten schieten in
je eigen redeneringen… Zou het ook nog wat anders kunnen zijn? En nee, dat is geen pleidooi voor moeilijke preken en intellectuele taal. Ik hou er niet van om een preek te beginnen met: de theoloog zus en zo zei… Je moet niet enorm gaan zitten citeren. Zeg dan: ik heb een keer ergens gelezen dat… Als je preekt moet je gewoon weten waar je het over hebt. Als je mensen kent, weet je wat ze bezighoudt. Dat heeft niets te maken met moeilijke of juist makkelijke taal. Het gaat om de gave om contact te maken met mensen.
Pubergedrag
‘Als predikant heb ik lang nogal op afstand van de landelijke kerk gestaan: in Slotermeer, Paramaribo, Oost-Brabant…
En toen kwam ik bij het Seminarie en was ik opeens een bobo in het hart van de besluitvorming. Maar een doorlopende lijn is er wel degelijk: de verkondiging. Als rector van Hydepark gaf ik workshops homiletiek. En ik was in Kampen gepromoveerd op een hermeneutisch thema: wat gebeurt als je schriftleest? Hydepark heb ik altijd inspirerend gevonden. De enige relevante vraag was altijd: wat kunnen predikanten met wat we hier aanbieden? Ik werd benoemd als opvolger van Maarten den Dulk, en die vertegenwoordigde de theologische traditie van de Universiteit van Amsterdam. Ik was ook zo’n Amsterdammer. Dan verzet je je tegen alles. Als rector hing die Amsterdamse onafhankelijkheid van sommige Lees verder
MET EMERITAAT PThUnie | Jaargang 17 | nummer 2 | september 2023 21
‘Als je een Bijbeltekst leest, denk je al gauw: het gaat over liefde. Maar dan moet je je jezelf in de rede vallen, gaten schieten in je eigen redeneringen…’
Anne Marijke Spijkerboer
studeerde theologie aan de Universiteit van Amsterdam en promoveerde aan de Theologische Universiteit Kampen. Ze deed haar vicariaat in de Kolenkitbuurt in Amsterdam en stond als predikant in Paramaribo en Boxmeer, waarna ze bijna vijftien jaar lang een van de rectoren van Hydepark was. Aansluitend werd ze opnieuw gemeentepredikant, nu in Rijswijk. Na haar emeritaat ontwikkelde ze zich als beeldend kunstenaar. Ze woont in AmsterdamZuidoost.
Skyline
studenten me wel eens de keel uit. Pubergedrag was het soms. Dat ze de teksten in de leesborden veranderden. Of dat je ’s morgens in de bar aan de vloer vastplakte, omdat er de vorige avond weer met pils was gegooid. Met studenten uit Utrecht of Leiden had je dat niet. Ik was vroeger zelf ook zo –al heb ik nooit met pils gegooid. Amsterdammers waren een apart clubje. Er zaten vreselijk intelligente mensen tussen, scherpzinnige lui met wie je goed kon praten. Maar altijd lastig.’
‘Na bijna vijftien jaar op Hydepark kwam ik weer terug in de gemeente. De kerk was in die tussenliggende periode enorm veranderd. De kennis van de Schrift, van alles wat met kerk en geloof te maken heeft, was behoorlijk afgenomen. Je moet je tegenwoordig eigenlijk steeds voorstellen dat mensen van niets weten. De kerk decimeert, maar ik heb nog altijd vertrouwen in de boodschap. Ook hier geldt: we leven van wat we gekregen hebben. We leven niet van wat ons te doen staat, want zoveel krijgen we als kerk niet voor elkaar. Juist daarom kunnen we onbekommerd koers houden. Laten we met onze kleine clubjes bidden en het rechtvaardige doen.
‘Tegenwoordig ben ik behalve theoloog ook beeldend kunstenaar. Ik durf dat inmiddels zo te zeggen, omdat ik vorig jaar in een artikel zo genoemd ben. Theoloog ben ik vanuit mijn tenen, maar als kunstenaar heb ik blijkbaar bevestiging van anderen nodig. Laatst was er bij een expositie een galeriehouder die iets van me wilde kopen. Ik schrok en riep meteen nee, wat natuurlijk een heel onprofessioneel antwoord is. Mijn materialen zijn textiel en papier. En veel found objects. Hier heb ik een voorbeeld [foto onderaan deze pagina]: strand, met vogels en een strekdam. En op de achtergrond mijn favoriete Duitse Paaslied. Het lied heeft een heel eenvoudige melodie, die vanuit de zonsopgang lijkt te komen. Nee, mijn thema’s zijn niet per se religieus. Ik schets ook vaak de skyline hier in Amsterdam. Het verband tussen mijn theologie en de beeldende kunst die ik maak? Dat ben ik zelf. Ik voel me evenzeer meegesleept bij het lezen van een Bijbeltekst als bij het maken van een leporello. Als ik met een preek bezig ben, dan word ik wel ’s ochtends wel eens wakker en weet ik: zo moet ik verder! Dat heb ik ook met papier en textiel. Maar het is nog altijd een enorme drempel om in zo’n liedboek te gaan scheuren.’
22 PThUnie | Jaargang 17 | nummer 2 | september 2023
PThUnie | Jaargang 17 | nummer 2 | september 2023 23
‘Zoveel krijgen we als kerk niet voor elkaar. Juist daarom kunnen we onbekommerd koers houden’
Veelzijdige onderzoekshoogleraar Riemer Roukema neemt afscheid
Op 23 juni 2023 vond in de Pieterskerk in Utrecht het afscheidscollege plaats van Riemer Roukema als onderzoekshoogleraar Vroeg Christendom aan de PThU. Voor een goed gevulde kerk, op korte afstand van waar de PThU vanaf 1 september 2024 hoopt in te huizen, concentreerde Roukema zich op een vraag die hij naar eigen zeggen nog niet eerder had verkend: welke motieven had men om christen te worden in de tweede en derde eeuw na Christus, toen er zeer ingenieuze pleidooien tegen het Christendom verschenen en bovendien het ook sociaal-maatschappelijk zeer ongunstig was om Christen te worden.
Daarbij onderscheidde hij tussen motieven en oorzaken, waarbij die laatste vaak meer externe en contextuele factoren betreft.
De meeste geschriften uit die tijd lijken verloren te zijn gegaan, maar van een handvol schrijvers – denk aan Clemens van Alexandrië en Cyprianus van Carthago – zijn nog wel geschriften bekend.
Het betrof hier vaak hoogopgeleide mensen die op basis van intense gesprekken met wijsgerige en spirituele denkers in het Christendom antwoorden vonden op hun existentiële levensvragen. Tegelijk waren veel christenen juist veel minder hoogopgeleid. Boeiend is dat Roukema hier een van de motieven zag in de betrokken wijze waarop christenen zich inzetten voor de ziekenzorg temidden van epidemieën. Met gevaar voor eigen leven zetten gelovigen zich in om temidden van zeer besmettelijke omstandigheden toch waardige zorg te leveren.
Wilgenknotten
Na afloop van zijn rede werd Roukema toegesproken door zijn naaste collega en leerstoelgroepvoorzitter prof. dr. Annette Merz. Zij memoreerde Roukema’s grondigheid, collegialiteit en veelzijdigheid – een hoogleraar die ook houdt van Gregoriaans zingen, wilgenknotten en wandelen, en roemde Roukema’s voornemen om ook na zijn emeritaat nog bezit te blijven met zijn academische werk. Zij kondigde een afscheidsbundel aan die al vrijwel klaar is en die gaat over verschillende wijzen waarop de Opstanding van Christus een plaats heeft in de verkondiging van de vroege kerk.
NIEUWS 24 PThUnie | Jaargang 17 | nummer 2 | september 2023
Docent vrouwen- en genderstudies
Anne-Claire Mulder met emeritaat
Met het symposium Een gemeenschap van gelijken – omgaan met verschillen, op 29 juni 2023 in de doopsgezinde kerk in Groningen nam de PThU afscheid van docent vrouwenen genderstudies dr. Anne-Claire Mulder, die met emeritaat ging. Dit symposium over een vanouds belangrijk thema binnen de oecumenische vrouwenbeweging, vormde een passend afscheid voor een bevlogen ‘feministe van het bijna eerste uur’, zoals Mulder zichzelf wel eens omschreef.
Anne-Claire Mulder studeerde van 1978 tot 1986 theologie in Utrecht en promoveerde in 2000 aan de Universiteit van Amsterdam op het oeuvre van de Franse filosofe, psychoanalytica en taalwetenschapper Luce Irigaray op een proefschrift getiteld Embodied Word. Incarnation as a hermeneutical key to a feminist theologian’s reading of Luce Irigaray’s work. Ze werkte als junior onderzoeker bij het Dominicaans Studiecentrum en, na haar promotie, als postdoc aan de Universiteit Utrecht. Vanaf 2003 was ze universitair docent vrouwen- en genderstudies aan de Theologische Universiteit Kampen, een van de voorlopers van de in 2007 opgerichte PThU. Sinds 2012 werkte ze aan de vestiging Groningen van de PThU, voor een deel van haar tijd ook als zeer gewaardeerd stagedocent.
Vernieuwend
Namens de leerstoelgroep sprak prof. dr. Henk de Roest haar na afloop van het symposium toe. Hij prees haar ‘behoedzame, zorgvuldige bejegening van de ander, in je nauwgezet willen
formuleren, maar ook in je opmerkzaamheid in bredere zin. Een sterke zintuiglijke sensitiviteit’. Daarnaast roemde hij haar sterke analytische geest, ‘een vermogen om te ontleden, te ordenen en te plannen.’ Aandacht voor haar vakgebied was nooit vanzelfsprekend, wist hij: ‘Het was voor jou niet altijd gemakkelijk om telkens weer op genderaspecten te moeten wijzen.’ Mulders onderzoek, aldus De Roest, ‘bewoog zich de laatste jaren in een vernieuwende, interessante richting, namelijk de toekenning van religieuze autoriteit, en spreken met gezag, ook vanuit een feministisch perspectief.’ In haar onderzoek ontdekte ze bij de respondenten de grote betekenis van inspiratie en geïnspireerd worden voor religieus gezag. ‘De wijsheid van een persoon, het geloof van een persoon, maar ook iemands integriteit blijkt belangrijk te zijn om aan een persoon religieus gezag toe te kennen’, concludeerde Mulder.
Lees verder
PThUnie | Jaargang 17 | nummer 2 | september 2023 25
‘Mijn hemel, de aarde’
Speciaal voor alumni van onze universiteit houden wij ook naar aanleiding van dit nummer van PThUnie weer een webinar. Thema is ‘Mijn hemel, de aarde’ en docent is hoogleraar vrijzinnige theologie Rick Benjamins.
Iedereen heeft zijn eigen beelden bij de hemel. Wat mijn hemel is, is niet per definitie jouw hemel.
Benjamins: 'De hemel is naar mijn idee vooral een projectiescherm waarop wij onze verlangens, hoop en dromen projecteren. In die zin is ze vergelijkbaar met het paradijs of de utopie, maar dan met dit verschil dat het paradijs achter ons ligt, de utopie in de verte, en de hemel boven.'
Op sommige momenten zie je op aarde beelden van de hemel, verwijst de aarde naar de hemel.
De hemel zie je soms ook weer terug op aarde. Hemel en aarde kunnen dus niet zonder elkaar. Maar je ziet ook dat wij de aarde en dus de hemel aan het verkwanselen zijn, ons handelen is niet goed, de ene mileucrisis volgt de volgende klimaatcrisis op.
Over de hemel en de aarde en hoe deze zich tot elkaar verhouden, gaan we met elkaar nadenken. Prof. Benjamins zal ons tijdens het webinar stellingen voorleggen waarop ieder mag reageren. Vervolgens zal hij een college geven, daarna is er ruimte voor gesprek.
Datum en tijd zijn inmiddels te vinden op pthu.nl/ actueel/agenda. Als u zich aanmeldt, ontvangt u vlak van te voren de deelnamelink.
26 PThUnie | Jaargang 17 | nummer 2 | september 2023 WEBINAR
Dominass predikantenpakket
De verzekering voor predikanten!
Kennis van zaken en uitgekiend verzekeringspakket met dekking voor de bijzondere risico’s voor u als predikant. Onze specialisten zijn betrokken bij uw persoonlijke situatie en zetten zicht dagelijks in om de verzekeringen van ruim 3.700 predikanten te beheren.
Kennismaken is eenvoudig:
bel 0344 642 404
Dorpsstraat 10 | 4033 EX Lienden
www.dominass.nl | info@dominass.nl
PThUnie | Jaargang 17 | nummer 2 | september 2023 27
Advertentie
Promotie: Herdenking en verzoening in Rwanda
Op 14 maart verdedigde Célestin
Nsengimana aan de PThU zijn proefschrift Genocide Commemoration and Reconciliation in Rwanda from a Liturgical Ritual Perspective. Het gaat in dit onderzoek om de verwerking van de genocide in Rwanda in 1994, waarbij meer dan een miljoen Tutsi’s omkwamen. De meeste studies over dit onderwerp zijn uitgevoerd vanuit politiek, historisch of sociologisch perspectief. Dit onderzoek bestudeert deze misdaad vanuit een liturgisch ritueel perspectief. Het onderzoek brengt vier belangrijke uitdagingen naar voren die moeten worden aangepakt. Ten eerste neemt de kwestie van vermiste lichamen nog steeds een belangrijke plaats in binnen het nationale programma van eenheid en verzoening.
Ten tweede is de genocideherdenking niet alleen een bron van secundaire victimisatie voor overlevenden van genocide, maar ook een bron van frustratie voor genocideplegers en traumatisering voor de nieuwe generaties die nog nooit het misdrijf genocide hebben meegemaakt. Ten derde beperkt de politisering van openbare herdenkingen de vrije uiting van gekwetste herinneringen, aangezien elke spreker berekenende woorden gebruikt. Ten vierde geeft de voor de voorgeschreven liturgie van genocideherdenking binnen de Presbyteriaanse Kerk in Rwanda geen duidelijke richtlijnen over de stadia van genocideherdenking en over het gebruik van rituele symbolen. Om deze uitdagingen aan te gaan, beveelt deze studie verschillende strategieën aan.
PROMOTIES & PUBLICATIES
28 PThUnie | Jaargang 17 | nummer 2 | september 2023
Met het oog op de vierhonderdste geboortedag van Pascal, schreef PThU-docent Klaas Bom een toegankelijke inleiding op het werk van deze filosoof. Van dat werk is de nagelaten verzameling aantekeningen, de Pensées, het bekendst geworden. Maar Pascal schreef veel meer, waaronder zijn geschrift over de kegelsneden en de humoristische maar scherpe Lettres provinciales, achttien pamfletten waarvan Parijs in 1657 geheel in de ban raakte. De inleiding van Klaas Bom laat de breedte van zijn werk zien en legt de verbinding tussen Pascals gedachtegoed en het Frankrijk van zijn tijd. Het grootste deel van Een andere moderniteit is een reconstructie van Pascals kennistheorie en zijn visie op de mens. Voelen, denken en liefhebben zijn de drie termen die in Pascals denken een cruciale rol spelen. Zijn verzet tegen het rationalisme van zowel Descartes als Montaigne komt voort uit het centraal stellen van de Goddelijke liefde. Pascals denken is dan ook diep verbonden met Augustinus’ verstaan van genade.
Klaas Bom, Een andere moderniteit. Blaise Pascal over voelen, denken en liefhebben. Amsterdam: Boom, 2023. ISBN 978-9-02445-700-7, 224 pp., € 24,90
Dit boek over Micha verscheen in de serie La Bible d'Alexandrie, ofwel de Septuaginta, de gangbare Griekse versie van het Oude Testament. Na een uitvoerige inleiding bevat dit boek een Franse vertaling van de Griekse versie van Micha, met uitgebreide aantekeningen op die vertaling. Die wijkt regelmatig van de nu bekende Hebreeuwse tekst en huidige vertalingen af. Het Hebreeuws van Micha is soms moeilijk te begrijpen, niet alleen in onze tijd, maar ook al voor de vertalers in de tweede eeuw voor Christus. Soms heeft hun vertaling daarom een wat onsamenhangende Griekse tekst opgeleverd. Joosten en Le Moigne hebben gepoogd dit vertaalproces te ontrafelen, Roukema heeft beschreven hoe Micha in het Nieuwe Testament en in de eerste eeuwen van het christendom is gebruikt en opgevat. Ook onderzocht hij hoe Micha tot in de Middeleeuwen in de liturgie is gebruikt. Een veelgelezen passage is Micha 4:1-5, over de volken die naar Jeruzalem zullen trekken om daar het Woord van God te horen en zwaarden zullen omsmeden tot ploegscharen. Het zogenoemde ‘Beklag Gods’ voor de liturgie van Goede Vrijdag is ontleend aan Micha 6:3-4. Die woorden in naam van God worden daarin opgevat als klachten van Jezus aan het kruis: ‘Mijn volk, wat heb ik u gedaan, of waarmee heb ik u bedroefd? Antwoord mij!’
Jan Joosten, Philippe Le Moigne, Riemer Roukema, Michée. La Bible d'Alexandrie: Les douze prophètes 23.3. Parijs: Les Éditions du Cerf 2023, 270 pp., € 35,00
PThUnie | Jaargang 17 | nummer 2 | september 2023 29
Waar gelovigen uit verschillende religieuze tradities in gesprek gaan over hun diepste overtuigingen en fundamentele houding in het leven blijken vragen rond waarheid onvermijdelijk op tafel te komen. De Chinees-Maleisische missioloog Kang-San Tan en Benno van den Toren pleiten in dit boek voor holistische en contextuele vormen van geloofsverantwoording die ingebed zijn in het leven van de geloofsgemeenschap, maar ook de waarheidsvraag serieus nemen. Ze zoeken naar vormen van geloofsverantwoording die bescheiden – bewust dat onze kennis van God beperkt is – maar tegelijkertijd vol vertrouwen een verantwoordelijk getuigenis afleggen van de God die zich in Jezus Christus heeft leren kennen. In het tweede deel van dit boek doen ze voorstellen hoe het gesprek met specifieke religieuze tradities als het bhakti hindoeïsme, theravada boeddhisme en laatmoderne westerse spiritualiteiten vorm zou kunnen krijgen.
Benno van den Toren and Kang-San Tan, Humble Confidence: A Model for Interfaith Apologetics. Downers Grove, IL: IVP Academics 2022, € 39,95
Gerda van de Haar, Klaas Touwen, Eward Postma e.a. (red.), Willem Barnard. In wind en vuur. Alle liederen – drie delen.
Middelburg, Skandalon: 2023, € 169,00
Willem Barnard (1920-2010), ook bekend als Guillaume van der Graft, is de belangrijkste kerklieddichter in het Nederlandse taalgebied van de twintigste eeuw. Mede door Barnards liederen en schriftuitleg hebben veel kerken soms ongemerkt een renaissance in hun liturgie beleefd. Het driedelige In wind en vuur brengt de schat van Barnards liederen voor het eerst bijeen en licht de liederen uitgebreid toe. Band I bundelt alle 352 liederen, voorzien van een melodie en soms ook van alternatieve melodieën die bij de betreffende tekst gemaakt zijn. In de banden II en III geven diverse auteurs veelzijdige toelichtingen bij en analyse van het werk van Barnard. In zijn essay ‘Van de avondmaalstafel tot aan de einden der aarde’ laat redacteur en medeauteur Eward Postma zien hoe Barnard via zijn oriëntatie op ‘religious drama’ het vermogen ontwikkelde om de liturgie van de Messiaanse gemeenschap ruimtelijk en belichaamd voor te stellen. Al wat leeft doet daarin mee. De aandacht voor de aarde, vogels en andere dieren, die Barnards liederen kenmerkt, weerspiegelt de voorstelling van een ‘heilig spel voor de Heer’. De natuur wordt daarin niet verheerlijkt, maar doet wel volop mee als deelnemer aan een kosmische liturgie.
PROMOTIES & PUBLICATIES VERVOLG 30 PThUnie | Jaargang 17 | nummer 2 | september 2023
Militaire praktijken omvatten het brede scala van combat, ontwikkelingswerk, diplomatie en reddingswerk bij dreigende rampen. Deze taken vragen om moreel competente en verantwoordelijke militairen. Daartoe vindt onderwijs in militaire ethiek en morele vorming plaats. In zowel militaire opleidingen als operationele omstandigheden maken militairen zich de morele principes, waarden en deugden van de militaire professie eigen. In dit boek beschrijven onderzoekers, geestelijk verzorgers en docenten ethiek hoe de geestelijke verzorging kan bijdragen aan de morele vorming van militairen. Het boek is geredigeerd door Pieter Vos, PThU-hoogleraar op het gebied van geestelijke verzorging voor militairen, en emeritus-hoogleraar Fred van Iersel, die een vergelijkbare leerstoel bekleedde aan Tilburg University. De bundel bevat 23 hoofdstukken verdeeld over vier thematische delen: de positionering van de geestelijke verzorging, educatieve methoden, ethische thema’s en concrete vormingspraktijken van de geestelijke verzorging.
Pieter Vos en Fred van Iersel (red.), Morele vorming van militairen: bijdragen van de geestelijke verzorging.
Utrecht: Eburon, 2023, € 32,50
Erica Meijers (red.), Slavernijverleden en racisme, special van: Handelingen. Tijdschrift voor Praktische Theologie en Religiewetenschap 50, 1 (maart 2023).
Erica Meijers redigeerde een special van Handelingen met acht bijdragen over de omgang met het slavernijverleden en over hedendaags racisme in kerk en theologie. De focus ligt op vragen rond verzoening en reparatie. Rose-Mary Allen schrijft over de huidige maatschappelijke discussies omtrent slavernij en slavernijverleden binnen de Curaçaose samenleving. Erica Meijers herinnert aan eerdere oecumenische discussies en praktijken rond het thema herstelbetalingen en stelt de vraag wat met name diaconale organisaties en fondsen hieruit kunnen leren. Annette Merz, George Harinck, Rose Mary Allen en Martijn Stoutjesdijk introduceren het onderzoeksproject ‘Church and Slavery in the Dutch Empire: History, Theology and Heritage’. Samuel Lee deelt zijn ervaringen als pastor in Afrikaanse gemeenschappen. Amisah Bakuri adresseert het thema van inclusie in de Nederlandse kerken. Anthony Reddie beschrijft zijn participatieve model van zwarte theologie en laat zien hoe witte theologiestudenten getraind kunnen worden om met zwarte christenen op te staan tegen racisme. Het nummer besluit met een gesprek over verzoening in de praktijk tussen Rhoïnde Doth en Andreas Wöhle. Het nummer is open acces beschikbaar via https://tijdschrift.handelingen.com/ issue/view/698.
PThUnie | Jaargang 17 | nummer 2 | september 2023 31
30 SEPTEMBER 2023
NETWERKDAG OPLEIDING BIBLIOLOOG
De PThU nam in 2021 samen met het Centrum voor Bibliodrama het initiatief om de opleiding tot groepsbegeleider Biblioloog naar Nederland te halen. Intussen hebben verschillende groepen deelnemers de training gevolgd. Deze netwerkdag is de eerste stap naar de ontwikkeling van een Nederlands-Vlaams Netwerk op dit terrein. De bijeenkomst vindt plaats op Nieuw Hydepark in Doorn.
3 OKTOBER 2023 SYMPOSIUM AFSCHEID MARKUS MATTHIAS
Ter gelegenheid van het afscheid van dr. Markus Matthias, hoogleraar Lutherse theologie aan de PThU, vindt op 3 oktober 2023 een symposium plaats met als thema ‘Het geheim van het geloof’. Sprekers zijn Andreas Wöhle, Rinse Reeling Brouwer, Wolfgang Breul. Aansluitend vindt Matthias’ afscheidsrede plaats. De bijeenkomst wordt gehouden bij de PThU Amsterdam.
5 OKTOBER 2023 SYMPOSIUM GEESTELIJKE VERZORGING
Geestelijk verzorgers bewegen zich met hun werk vaak op een snijvlak van disciplines en methodes. Hoe doen zij dat, met welke motivatie en met welk doel? Tijdens dit symposium ontmoeten geestelijk verzorgers, onderzoekers, brancheorganisaties en beleidmakers elkaar rondom de resultaten van het ‘good practices’ onderzoek onder geestelijk verzorgers en de betekenis ervan voor praktijk, professionalisering, beleid en onderzoek. U kunt zich nog aanmelden voor online deelname.
11 T/M 13
OKTOBER 2023 40E INTERNATIONALE BARTH CONFERENTIE
De 40ste internationale Barth Conferentie staat in het teken van zonde en schuld. Bestaat er zoiets als een collectieve schuld? En hoe verhoudt collectieve schuld zich dan tot individuele schuld? Hoe kunnen theologen in een post-christelijke samenleving bijdragen aan het verantwoordelijk omgaan met schuld? Er is een aantal hoofdlezingen, onder meer van prof. dr. Katja Tolstaja en dr. Cees-Jan Smits. Plaats: Münster.
14 OKTOBER EN 4 NOVEMBER 2023 OPEN COLLEGE DOOR RICK BENJAMINS
PThU-hoogleraar vrijzinnige theologie Rick Benjamins geeft twee open colleges over zijn recente boek Boven is onder ons: Denken over God na God. In het boek ontwikkelt Benjamins een theologie ‘na Kuitert’. Hoe te denken over God nadat een God van daarboven is verdwenen? Hij presenteert daarbij drie hedendaagse richtingen waarin over God na God wordt gedacht: een duidende, deconstruerende en constructieve theologie. Plaats: PThU Amsterdam.
PThUnie | Jaargang 17 | nummer 2 | september 2023
AGENDA