
6 minute read
Alsof je naar een feest gaat maar nog even in de hal moet wachten
door Floris den Oudsten, predikant van de Protestantse Gemeente Maasdijk
Als kind verbeeldde ik mij de hemel als een soort kerkdienst, waar altijd werd gezongen; een kerkdienst waar alle kerkgangers – en alleen kerkgangers – naar toe gingen of naar toe wilden. En er was ook een glazen zee, waar je dus niet in kon zwemmen. Niet heel aantrekkelijk, eigenlijk best wel saai, maar altijd beter dan de hel… Later ging er een nieuwe hemel voor me open, toen de nieuwe hemel en de nieuwe aarde neerdaalden in mijn denken: de hemel als plek van Gods aanwezigheid, waar alles om God en zijn liefde draait. Iedereen die daarnaar verlangde en daar nu al naar wilde leven, die zich mee wilde laten nemen in die beweging van Gods liefde en het koninkrijk van de hemel, was van harte welkom.
Door mijn studie kwam ik in aanraking met Tom Wright en zijn bijbels-theologisch spreken over leven na de dood. Na de dood volgt eerst het hemelse, een paradijselijke toestand die nog niet de uiteindelijke hemel is. Het is nog wachten op de nieuwe hemel en de nieu we aarde. Alsof je naar een feest gaat, maar nog even in de hal moet wachten totdat de deuren opengaan. Je bent al op het feest. In de hal hoor, zie, ruik en ervaar je al van alles. Maar je moet nog even geduld hebben tot de deuren opengaan en je van de hal naar de feestzaal gaat, waar het feest losbarst. De eerste hemel is als een wachtruimte tot de nieuwe hemel en nieuwe aarde verschijnen, waar al Gods beloften worden vervuld en samenkomen.
Als student ging ik ‘s zomers evangelisatie- en recreatiewerk bij Dabar doen, op een volkscamping met een naar buiten toe nogal gesloten gemeenschap. De volkscamping is als een klein ‘reservaat’ waar mensen uit volksbuurten die geromantiseerde sociale werkelijkheid proberen te creëren die in de grote steden aan het verdwijnen is, inclusief de negatieve associaties en de aanwezige sociaaleconomische problematiek. Volkscampingbewoners leiden vaak een leven waar ze zelf ook niet gelukkig mee zijn, maar ze slagen er toch in om telkens weer te vechten voor het geluk van hun kinderen en henzelf. Het zijn geen pechvogels, maar doorzetters die proberen om van elke dag een feest te maken en hun leven niet te laten bepalen door de omstandigheden.

Piratenmuziek
In die tien jaar dat ik er ‘s zomers present was, ontstond er een vertrouwensrelaties met vaste gasten. Mensen voor wie het leven ogenschijnlijk één groot feest was, maar de realiteit van het leven van alledag juist het tegenovergestelde. Het idee ontstond om deze mensen te bevragen op hun verbeelding van de hemel, die veelkleurig wordt bezongen in het Nederlandstalige levenslied (piratenmuziek), een geliefd genre op de volkscamping, maar onbekend bij het grotere publiek. Het werd een empirisch en kwalitatief praktisch-theologisch onderzoek naar verbeelding en voorstelling van de hemel onder volkscampingbewoners. Deuren die voor buitenstaanders gesloten bleven, gingen voor mij open. Mensen die vaak het gevoel hadden dat de samenleving hen vergeten is en dat er, behalve een kleine groep vrienden en familie, niemand is die naar hen luistert, kwamen nu aan het woord. In alle kwetsbaarheid en met alle emoties vertelden tien van hen mij over hun hemel en wat die voor hen betekende.
Het bleek, verrassend genoeg, dat deze mensen, met toch veel onderlinge overeenkomsten, heel verschillend dachten over de hemel. Het idee van een hemel biedt troost bij het overlijden van geliefden en/of door de betrokkenheid van overledenen op dit leven. Voor anderen geeft het een rustgevende zekerheid voor het onbekende na de dood, of heeft het weinig tot geen betekenis. De hemel wordt pas een realiteit als geliefden overlijden en het geen bevredigende gedachte is dat dood definitief dood is. Op dat moment wordt er een ruimte gecreëerd waar de geliefden naar toe kunnen gaan en komt de hemel tot leven. In sommige gevallen komt de hemel niet tot leven bij de dood van een geliefde, maar wel bij het gesprek over die ervaring met de dood. Bij anderen is het juist een omslagpunt om niet meer in God te geloven en de hemel niet te zien als een plaats waar je naartoe gaat na dit leven.
Uit het onderzoek naar de hemel in het Nederlandstalige levenslied bleek dat in die liederen de hemel ook heel verschillend wordt bezongen. De hemel wordt getypeerd als het ideale café, als het paradijs, als het gewone leven op aarde dat één groot feest is, als droomlocatie voor hereniging met geliefden en als de eeuwige groene weiden waar God als doorgang naar het opnieuw geboren worden in een nieuw lichaam. Geen van hen noemde de hemel als de plek waar het Nederlandstalige levenslied uit de speakers galmt en waar de tap altijd zal blijven stromen.
Verbeelding
Dat wat je zingt, valt dus niet automatisch samen met dat wat je gelooft. Hoe groot de verschillen ook mogen zijn tussen de volkscamping(bewoners) en de kerk(gangers), is dit niet een overeenkomst? Hoe verschillend denken ook kerkgangers niet over de hemel? We zingen gezamenlijk dezelfde liederen, waarin de hemel op verschillende manieren wordt bezongen. En iedereen gelooft daar dan weer het zijne van. Kerkganger of volkscampingbewoner – iedereen heeft een eigen verbeelding bij de hemel en verleent daar een eigen betekenis aan.
Deze ontdekking is van grote betekenis voor mij als gemeentepredikant, in het bijzonder rondom uitvaarten. Soms geloven gelovigen niet en ongelovigen juist wel in een hemel. De verschillen bij kerkgangers en volkscampingbewoners zie je ook in de (al dan niet gelovige) families van de overledene. Hetzelfde beeld zie je in gesprekken met klein- en achterkleinkinderen – die nodig ik ook altijd uit voor een gesprek, zonder ouders en grootouders –, maar ook met tieners bij Follow Me, met jongvolwassenen op de belijdeniscatechese, en met dorpsgenoten in de sportkantine of op het dorpsfeest.
Welkom
De verbeelding van de hemel lijkt oneindig. Dat biedt ruimte voor oneindige speculatie of juist voor het doodzwijgen van het leven na de dood. Mijns inziens is het de roeping van de kerk om de verbeelding van mensen te stimuleren. Want ook al weten we het niet zeker, we kunnen het wel in Bijbelse beelden schilderen. Zo is voor mij de hemel als het feest van die vader met zijn twee zonen uit Lukas 15. Zowel de jongste als de oudste zoon, zowel de volkscampingbewoner als de kerkganger, zijn van harte welkom op het feest dat draait om Gods liefde, om genade, om te leren kijken vanuit Gods perspectief. En het is nog wachten, na de dood nog even wachten, tot de nieuwe hemel en nieuwe aarde neerdalen in een beweging vanuit God. En allen die zich in die beweging laten meenemen, ontdekken dat het hun verbeelding en voorstelling in alles zal overtreffen. Wat een dag zal dat zijn!