32
Luchtvervuiling ondermijnt
de menselijke gezondheid Een gesprek met expert in luchtkwaliteit Wouter Lefebvre
Hoe beter de luchtkwaliteit hoe minder beroertes en gevallen van dementie en hart- en vaatziekten. Daarom blijft ventilatie binnenshuis heel belangrijk, zegt expert Wouter Lefebvre. “Wie inzet op een betere luchtkwaliteit, wint bovendien niet alleen aan levensjaren. Een samenleving ziet dat op termijn ook terug in de dalende kosten voor medische zorgen.”
Eerst het verrassende nieuws: het gaat relatief goed met de luchtkwaliteit in ons land. “Terwijl mensen veeleer het tegendeel denken: dat het al jaren verslechtert. Maar dat klopt niet”, zegt Wouter Lefebvre, als deskundige inzake luchtkwaliteit verbonden aan het onderzoekscentrum VITO. “Op ozon na dalen de concentraties van alle belangrijke vervuilende stoffen in de lucht, zoals bijvoorbeeld fijn stof en stikstof dioxide, en dat heeft verschillende redenen. De technologie verbetert, wat bijvoorbeeld maakt dat moderne wagens met speciale filters steeds minder uitstoten. Maar ook de politiek nam in het verleden een aantal belangrijke maatregelen die een structureel effect beoogden. En met succes, zo blijkt.” Lefebvre wijst, onder andere, naar de beslissing om brandstoffen te ontzwavelen en om sneller filters op schoorstenen te verplichten.
ERNSTIGE AANDOENINGEN Maar ondanks de dalende trend blijft luchtvervuiling toch nog steeds een reëel probleem met reële consequenties. Zeker bij langdurige blootstelling. Daarom wil Lefebvre iedereen aanmanen tot het blijven nemen van voorzorgsmaatregelen. “Luchtkwaliteit speelt een belangrijke rol in de gezondheid van de mens. Dat wordt enorm vaak onderschat. Wie sterft ten gevolge van
een verkeersongeval kan meteen de reden aanwijzen: bijvoorbeeld een tegenligger die met veel te hoge snelheid een ongeval veroorzaakt. Maar een slechte luchtkwaliteit is meer een risico dan een directe doods oorzaak. Mensen sterven er niet rechtstreeks aan, maar wel aan ziektes die het teweeg kan brengen.” Zo blijkt uit onderzoek dat in gebieden met een slechte luchtkwaliteit bepaalde ziektes significant meer voorkomen dan andere. “Ik spreek dan over longkanker, maar evengoed over beroertes, gevallen van dementie, en hart- en vaatziektes, allemaal ernstige aandoeningen. Met andere woorden: wie inzet op een betere luchtkwaliteit, wint niet alleen aan levensjaren. Een samenleving ziet dat op termijn ook in de dalende kosten voor medische zorgen.”
MINDER VLEES ETEN Maar wat is luchtvervuiling concreet? De twee belangrijkste componenten zijn fijn stof en stikstofdioxide, een gas dat kan doordringen tot de kleinste vertakkingen van de luchtwegen en voor ademhalings problemen en astma-aanvallen zorgt. Fijn stof is een mengsel van microscopisch kleine vaste en vloeibare deeltjes, en komt onder andere in de lucht door de uitstoot van wagens. Maar volgens Lefebvre vormt het wegverkeer een relatief kleine bron, toch
in vergelijking met de grootste boosdoeners op dat vlak: houtkachels en veeteelt. Vier uur hout opstoken komt ongeveer neer op de hoeveelheid fijn stof die een autorit van Brussel naar Moskou en terug produceert, berekende Lefebvre ooit voor Knack. “Dat is dus gigantisch, en eigenlijk niet langer te verantwoorden. Temeer omdat de meeste mensen die een houtkachel gebruiken dat vooral doen voor de gezelligheid. En niet uit noodzaak, om het huis te verwarmen, want daar hebben ze vaak nog een andere installatie voor.” Een tweede belangrijke oorzaak van fijn stof in Vlaanderen blijkt de veeteelt, en de productie van dierlijke voedingswaren zoals vlees, zuivel en eieren. Dat komt, eenvoudig gesteld, door de ammoniak die vrijkomt via de uitwerpselen van onder meer runderen, varkens en kippen. Ammoniak werkt de vorming van fijn stof in de hand en veroorzaakt ook zure regen. “Het biologische gestel van een koe valt niet aan te passen, dus daarin ligt de oplossing niet. De ammoniak afvangen bij stallen kan wel, maar slechts gedeeltelijk. Wat kan helpen, is de beslissing om minder vlees te eten. Dat bewustzijn groeit, gelukkig. Maar simpel is het niet. Het gaat immers om een cultuuromslag in ons denken en doen. En voor de politiek blijft het een gevoelig