5 minute read

Ondersteuning op de werkvloer

UZ Leuven waakt over welzijn medewerkers via interprofessionele coaching

Dat de coronapandemie op iedereen een impact had, valt niet te ontkennen. Als er echter één sector onder bijzondere druk stond, was het wel zorg en welzijn. Dat bleek ook uit verschillende enquêtes van Sciensano en KU Leuven: zorg en hulpverleners ervaren al maandenlang in hoge tot zeer hoge mate symptomen van chronische stress. Dat heeft niet enkel gevolgen op hun mentale maar ook op hun fysieke gezondheid. InMotion sprak met psychiater Thomas Pattyn en psychologe Hadi Waelkens, die tijdens de coronacrisis zowel over het mentale welzijn van hun patiënten als dat van hun collega’s in UZ en Universitair Psychiatrisch Centrum (UPC) KU Leuven waakten.

Hadi Waelkens

Meer dan de helft van de ondervraagde zorgverleners, hulpverstrekkers en mantelzorgers gaf in de ‘POWER TO CARE’-enquêtes van Sciensano en KU Leuven aan zeker of waarschijnlijk nood te hebben aan de steun van hun leidinggevenden en werkomgeving. Dat merkten ze in UZ en UPC KU Leuven ook, en dus besloten ze om samen met gespecialiseerde medewerkers zoals psychiater Thomas Pattyn en psychologe Hadi Waelkens in te zetten op interprofessionele coaching en preventie.

KLEINE DINGEN, GROOT VERSCHIL

“UZ en UPC KU Leuven zijn heel grote organisaties met enorm veel medewerkers, die een spiegel zijn van de maatschappij, met variatie in opleidingsgraad, veerkracht, ondersteunend netwerk … Dat zorgt er ook voor dat er veel verschillende maar uiteindelijk vooral heel gelijkaardige noden zijn: aandacht hebben voor mekaar als collega’s, mekaar zien staan op de werkvloer, vragen hoe het gaat. Voor sommige mensen zijn die kleine dingen al voldoende om een wezenlijk verschil te maken”, vertelt liaisonpsychologe Hadi Waelkens.

“Anderen hebben dan weer iets extra nodig. Dus bekeken we met een heleboel disciplines samen (psychiaters, psychologen, pastores, verpleegkundigen, sociaal werkers, …) hoe we sommige mensen intensiever konden begeleiden of indien nodig doorverwijzen. Hoe we met dat soort zaken omgaan is blijvend een onaf gegeven, omdat het vaak zo persoonlijk is. Zo ben ik het voorbije jaar enkele keren naar spoed gegaan met een collega die worstelde met suïcidale gedachten. Dat is geen uitgeschreven procedure, maar dat is wel exact wat je op zo’n moment doet. Als psycholoog en als mens.”

“We zien bij ons op het werk inderdaad heel wat dingen die we ook in de maatschappij zien”, valt psychiater aan UPC KU Leuven Thomas Pattyn haar bij. “Doordat we in de zorgsector werken, zijn sommige zaken uiteraard wat specifieker. Zo is de collegiale ondersteuning op verschillende niveau’s aanwezig: dat collega’s er gewoon ‘zijn’ waardoor je weet dat je niet alleen bent, is vaak al heel wat. Maar dat was ook net wat tijdens corona grotendeels verdween. Mensen stonden vaker alleen, zowel letterlijk als figuurlijk. Het is ook heel heftig wanneer je altijd moet zorgen terwijl jij ook gewoon een mens bent. Om de stress voor medewerkers uit de zorg draaglijk te maken, denkt men al gauw aan grote, complexe oplossingen, maar dat hoeft niet altijd. Gewoon al ruimte creëeren is soms al voldoende.”

ZIEN EN GEZIEN WORDEN

“Ik denk dat het ook een stukje gaan over elkaar zien en gezien worden”, gaat Hadi verder. “In de eerste coronagolf hadden we een hulplijn gemaakt waar medewerkers naar konden bellen wanneer ze het moeilijk hadden. Die werd heel weinig gebruikt, maar het feit dat de mogelijkheid er was, apprecieerden de collega’s wel enorm. Daardoor merkten ze dat onze organisatie en hun leidinggevenden er wel mee bezig waren.”

“Mensen uit de zorgsector vergeten soms dat ze zelf ook mogen voelen”, zegt Thomas.

Thomas Pattyn

een patiënt, al is die professioneel. Wanneer er een patiënt sterft of een behandeling stopt, neem je ook een soort van afscheid. Ik merk nochtans dat familieleden dat ook enorm appreciëren als ik vraag of ik ook nog even afscheid mag nemen van een patiënt. Het toont ook dat wij onze patiënten niet als een nummer maar als een mens zien.”

KWETSBAAR ZIJN IS OKÉ

De coronacrisis was dan wel erg heftig, toch halen Hadi en Thomas er positieve dingen uit die ze ook in de toekomst willen blijven toepassen.

“Een van de belangrijkste dingen die corona ons geleerd heeft, is het wel dat zorgverleners ook kwetsbaar zijn”, vindt Hadi. “Laat ons dat verder bespreekbaar maken in de sector. Dat kwetsbaar zijn oké is, en dat het lastig hebben niet gelijk is aan zwak zijn. Dat is denk ik het allerbelangrijkste. Hoe we dat concreet invulling geven, zit in heel veel kleine dingen. We zijn momenteel bezig met een brochure die leidinggevenden inspiratie kan geven wanneer een werknemer overlijdt. Dan heb je uiteraard de klassieke ondersteuning, maar er zijn ook dingen waar je in eerste instantie niet aan zou denken. Zo zoeken we naar een mooie manier om de spullen van een overleden werknemer aan de familie terug te geven: niet gewoon snel een locker op een afdeling laten leeghalen door een medewerker van de technische dienst, maar in communicatie met nabestaanden – en dat zijn ook de collega’s. Nu willen we dat anders aanpakken; respectvoller en minder routineus.”

“Hoewel procedures zinvol kunnen zijn, volg ik Hadi in wat ze vertelt over zaken bespreekbaar maken op de werkvloer. Zulke dingen moeten bottom up groeien. Dat kan je niet forceren met procedures”, zegt Thomas. “Wat wel kan, is tijd maken voor dit soort zaken. Het is momenteel een luxe voor medewerkers uit zorg en welzijn om even met hun collega’s te kunnen bijpraten aan de koffiemachine. Want er is simpelweg geen tijd voor. Dat zou niet mogen. Ervaringen delen, ventilleren, even stilstaan zou deel moeten uitmaken van hun job. Dat zou zowel hun welzijn als dat van de zorgbehoevenden ten goede komen. Ik denk dat corona ons wel heeft laten inzien hoe belangrijk contact met collega’s is. Hopelijk kan het ook een katalysator zijn voor meer tijd in de toekomst.”

“Mensen uit de zorgsector vergeten soms dat ze zelf ook mogen voelen.”

This article is from: