Jaarverslag 2022 - juni 2023

Page 1

JUNI 2023 Afgiftekantoor Aalst Mail. P002604, V.U. Johan Mattart, BRAFCO, Léon Lepagestraat 4B-1000 Brussel BELGISCHE FEDERATIE DER BRANDSTOFFENHANDELAARS JAARVERSLAG 2022
Gilops group Rue du Dossay, 2 | B-4020 Liège (Wandre) | Tél. : 04 345 96 16 | Fax : 04 345 96 19 | info@gilopsgroup.com www. gilopsgroup .com TOT UW DIENST
Roeselare Gent Antwerpen Brussel Feluy Luik Zolder Doornik

Goed nieuws voor het milieu én voor uw klanten. Vermoeden ze dat hun bodem verontreinigd is door een lek in hun mazouttank of -leiding? Of hebben ze in het verleden al een bodemsanering uitgevoerd? Dan kunnen ze vanaf nu beroep doen op Promaz, het fonds dat hen helpt door de bodemsanering uit te voeren of door financieel tussen te komen, ook voor bodemsaneringen uit het verleden. Wat een opluchting!

We rekenen ook op u om uw klanten dit goede nieuws te brengen. Verwijs hen snel door naar Promaz.be.

De tussenkomst van Promaz gebeurt onder de bepalingen van het Samenwerkingsakkoord, zoals dat van kracht is a) op de datum van de aanvraag, b) op basis van de prioriteitenlijst van Promaz en c) in functie en tot het beloop van de beschikbare financiële middelen van Promaz (art 16 van het Samenwerkingsakkoord).
Wat een opluchting

COLOFON

VU

Johan Mattart, Algemeen Directeur van de Belgische Federatie der brandstoffenhandelaars v.z.w Léon Lepagestraat 4, 1000 Brussel info@brafco.be www.brafco.be

LAYOUT

Bold & pepper n.v. ‘t Hofveld 6C4 1702 Groot-Bijgaarden 02 325 64 64 www.boldandpepper.be

FOTO’S: AdobeStock, Brafco, Daniel Dumont, Sociaal Fonds, Groep De Wit. Cover: AdobeStock_Cavan.

PUBLICITEITSREGIE

Bold & pepper nv rik@boldandpepper.be 0477 30 21 32

De redactie is niet verantwoordelijk voor publireportages.

INHOUD 5 BOODSCHAP VAN DE VOORZITTER 6 ACTIVITEITENVERSLAG 8 BESTUUR VAN DE FEDERATIE 9 ORGANIGRAM VAN DE FEDERATIE 10 COMMISSIES VAN DE FEDERATIE 12 GASOLIE-VERWARMING 14 MOTORBRANDSTOFFEN 16 BUTAAN-PROPAAN 20 OLIE EN SMEERMIDDELEN 22 VASTE BRANDSTOFFEN 24 ACCIJNZEN 26 VEILIGHEIDSVOORRADEN AARDOLIE 28 MILIEU 30 BUNKERING 32 TRANSPORT 34 EUROPA 36 SOCIALE ZAKEN 38 DIENSTEN 39 PUBLICATIES & COMMUNICATIE JUNI 2023 Afgiftekantoor Aalst Mail. P002604, V.U. Johan Mattart, BRAFCO, Léon Lepagestraat 4 BELGISCHE FEDERATIE DER BRANDSTOFFENHANDELAARS JAARVERSLAG 2022
4 Jaarverslag 2022 Br ndstoffen
BRAFCO

Laat ons de onafhankelijke energiedistributie transformeren tot een toekomstgericht beroep

De oorlog in Oekraïne, die losbarstte toen Rusland op 24 februari 2022 het land binnenviel, blijft gevolgen hebben voor de energiemarkt. De prijsstijgingen, die in 2021 werden ingezet door het sterke wereldwijde economische herstel na de recessie veroorzaakt door de COVID-19-pandemie, werden door het conflict in Oekraïne nog verder aangewakkerd. De prijs voor aardgas bereikte ongeziene recordhoogtes, wat ertoe leidde dat ook de elektriciteitsprijzen mee de hoogte in schoten. En ook de petroleumkoersen bleven niet gespaard; de risico’s van het conflict voor de petroleumbevoorrading en de beperkte voorraden zorgden er voor dat de koers van Brentolie in 2022 ruim 40% hoger lag dan het jaargemiddelde van 2021. Maar zoals u kon zien in de prijssimulaties die we geregeld in ons magazine publiceren, waren de gebruikers van mazout en propaan nog altijd veel beter af dan die van aardgas.

In maart vorig jaar voerde de federale regering een reeks maatregelen door om de gezinnen te beschermen tegen de forse prijsstijgingen op de energiemarkt. We bedanken de Algemene Directie Energie van de FOD Economie dat ze de Federatie heeft betrokken bij de gesprekken over de toekenningsmodaliteiten voor de premies voor mazout en propaan in bulk. De handelaars verzamelden alle gegevens over de in aanmerking komende leveringen en gaven ze door aan de FOD Economie – wat behoorlijk wat extra werk met zich meebracht – en speelden op die manier een belangrijke rol in de toekenning van de verwarmingstoelage aan hun klanten. Dat systeem voor de toekenning van de verwarmingstoelage aan wie er het meeste nood aan had, mag dan wel een behoorlijk saai werk zijn geweest, maar ook ongetwijfeld het meest pragmatische, niet in het minst om fraude te voorkomen.

Als het conflict op een gegeven moment ten einde loopt, wanneer dat ook mag zijn, dan zal dat onvermijdelijk leiden tot een tijdelijke daling van de energieprijzen, met als logisch gevolg ook een vermindering van de financiele tegemoetkomingen en een verstrenging van de fiscale maatregelen op energievlak. Hoe dan ook hebben de risico’s die dit conflict heeft voor de energiebevoorrading, de Europese landen er toe aangezet om voortaan werk te maken van hun energieonafhankelijkheid en om de energietransitie te versnellen door steeds meer gebruik te maken van hernieuwbare energieën en het energieverbruik te matigen. Ook de consument is daar niet ongevoelig voor: hij let meer dan vroeger op zijn verbruik, isoleert zijn woning en neemt zijn verwarmingsinstallatie en mobiliteitsgewoontes onder de loep... Ook dat doet het verbruik dalen.

Brafco werkte in 2022 mee aan twee belangrijke verwezenlijkingen. Eerst en vooral was er de start van de vzw Promaz op 1 april 2022. Hierdoor kunnen eigenaars of gebruikers die geconfronteerd worden met een bodemverontreiniging ten gevolge van een lekkende mazouttank bestemd voor de verwarming van gebouwen, of die in het verleden al bodemsaneringswerken lieten uitvoeren, een financiële tussenkomst bij Promaz aanvragen. We kunnen in dit kader de mazoutverdelers niet vaak genoeg vragen dat ze hun klanten daarvan op de hoogte brengen. Ten tweede werkten we mee aan de aanpassing van de statuten van Informazout en aan de naamswijziging in ‘in4fuels’. De nieuwe statuten geven de zelfstandige verdelers rechtstreeks inspraak in de organisatie, die zich voortaan meer wil profileren als hét expertisecenter inzake (duurzame) vloeibare brandstoffen voor verwarmingsdoeleinden.

Want u is het best geplaatst om te weten dat de energietransitie onhoudbaar verder raast. Volumedalingen, versnelde concentraties... de toekomst wordt moeilijk voor wie zijn productaanbod en diensten niet diversifieert. De door de overheid gekozen richting ontkennen, is verloren moeite. Dat weerhoudt de Federatie er echter niet van om zich op Europees, federaal en gewestelijk niveau te blijven engageren:

• door enerzijds te blijven hameren op het feit dat er technologieneutrale maatregelen moeten komen om tot een evenwichtige, duurzame, betrouwbare en betaalbare energiemix te komen;

• en door er anderzijds voor te ijveren dat geen deadlines worden opgelegd die financieel onhoudbaar zijn voor zowel de handelaars als de consument.

Die context bracht de Federatie ertoe om grondig na te denken over de manier waarop ze haar leden moet vertegenwoordigen en hun belangen verdedigen. Brafco wil zich tot doel stellen om de transformatie van de onafhankelijke energiedistributie naar een toekomstgericht beroep te begeleiden. Weet dat alle leden hun steentje hierin kunnen bijdragen. Ik roep dus iedereen op om na te denken over een actieve betrokkenheid bij Brafco, of het nu gaat om de Raad van Bestuur – waarvoor volgend jaar verkiezingen plaatsvinden – of om de commissies die in de schoot van de Federatie actief zijn. De Federatie wil alle ondernemers de kans bieden om hun activiteiten te transformeren en ze wil dat doen door een doorgedreven productkennis, organisatorische ondersteuning en met de steun van bedrijven in de sector die daarin al voorgingen en hun ervaring met ons deelden.

5 Rapport annuel 2021 C mbustibles BOODSCHAP VAN DE VOORZITTER
Jaarverslag 2022 Br ndstoffen

Amper was de samenleving hersteld van de coronapandemie of een nieuwe crisis – met een zo mogelijk nog grotere impact op de sector – diende zich in het voorjaar van 2022 aan. Deze zou grotendeels de agenda van de Federatie het afgelopen jaar bepalen.

ENERGIECRISIS

De invasie van Rusland in Oekraïne op 24 februari 2022 heeft niet enkel de gevestigde wereldorde op losse schroeven geplaatst, maar ook de westerse afhankelijkheid van de Russische olie- en gasreserves pijnlijk duidelijk gemaakt. Als gevolg van de oorlog en de Europese boycot van Russisch petroleum en aardgas zijn de energieprijzen wereldwijd geëxplodeerd, zo ook in België, waar de officiële maximumprijs van benzine en diesel ver boven de 2 euro per liter uitsteeg en deze van huisbrandolie zelfs de kaap van 1,5 euro per liter overschreed. Maar vooral de aardgasprijs bereikte afgelopen zomer de stratosfeer toen deze even boven de 300 euro per MWh op de TTF-beurs noteerde, bijna een vertienvoudiging t.o.v. het prijsniveau van voor de oorlog.

Al snel bleek dat de Programma-overeenkomst, die een halve eeuw geleden was ingevoerd om de bevoorrading van het land te verzekeren, in deze energiecrisis precies het omgekeerde effect had en de levering van brandstof aan de burger bijna onmogelijk maakte. Door de K-factor konden de zeer sterke prijsstijgingen op de internationale markten slechts ten dele worden doorgerekend in de maximumprijs. Het gevolg was dat begin maart vorig jaar de aankoopprijs van brandstoffenhandelaars en pomphouders hoger was dan de maximumprijs die zij aan de klant mochten aanrekenen. Deze situatie was voor de overwegend familiale ondernemingen in de sector vanzelfsprekend onhoudbaar. Via de media heeft de Federatie de bevolking hiervan in kennis gesteld en duidelijk gemaakt dat pomphouders en brandstoffenhandelaars niet of nauwelijks de maximumprijzen kunnen respecteren daar hun aankoopprijzen hoger zijn. Eerder had de Federatie de ondertekenaars van de Programma-overeenkomst hier meerdere malen attent op gemaakt en aangedrongen op een onmiddellijke bijsturing, met name de afschaffing van de K-factor en een snellere aanpassing van de maximumprijzen aan de prijzen op de internationale markten. Het overleg dat hierop volgde heeft echter geen structurele oplossing gebracht, temeer bij de overheid de “sense of urgency” verdween van zodra de K-factor terug onder de 1,2 was gedaald.

Meer oog had de federale overheid voor de sterk gestegen energiefactuur van de gezinnen. Al vrij snel werd beslist een verwarmingstoelage van 100 euro toe te kennen voor alle gezinnen, zonder onderscheid naargelang de aangewende energie voor verwarming, en dit via een korting op de elektriciteitsfactuur. Daarnaast kondigde de regering een tijdelijke verlaging van de BTW op aardgas en elektriciteit aan, wat de Federatie er toe aanzette

om een verwarmingstoelage te bepleiten voor gezinnen die zich met huisbrandolie of propaangas verwarmen, temeer daar de Europese richtlijn 2006/112/CE geen verlaagd BTW-tarief toelaat voor andere fossiele brandstoffen dan aardgas. Met succes : naast de accijnsverlaging op benzine en diesel, die op 19 maart vorig jaar werd doorgevoerd, besliste de regering om een eenmalige forfaitaire premie van 200 euro toe te kennen per gezin voor de aankoop van huisbrandolie of propaangas in bulk. Met de opeenvolgende verlengingen van het verlaagd BTW-tarief op aardgas, werd het bedrag van de verwarmingstoelage ook opgetrokken tot 225 en later 300 euro. Verder werd, ondanks het verlaagd BTW-tarief van 6% op pellets, ook in een “pelletpremie” van 250 euro voorzien, maar bleven huishoudens die zich met een petroleumkachel verwarmen, ondanks het aandringen van de Federatie, in de kou.

Niettegenstaande de Federatie nauw betrokken was bij de uitwerking van de modaliteiten voor toekenning van de verwarmingstoelagen, en hierbij de administratieve last voor de ondernemingen in de sector tot een minimum probeerde te herleiden, viel de timing waarbinnen de eerste bestanden (met data over de leveringen die in het voorbije half jaar plaatsvonden) moesten worden opgeladen, in volle vakantieperiode, wat bij een aantal handelaars aanvankelijk enige wrevel opwekte.

OVERWINSTBELASTING

Om deze verwarmingstoelagen te financieren, voorziet de Europese verordening betreffende een noodinterventie in verband met de hoge energieprijzen in de mogelijkheid om “de energiebedrijven die hebben geprofiteerd van overwinsten als gevolg van de energiecrisis en van de prijsstijgingen die zich sinds begin 2022 hebben voorgedaan, een extra bijdrage te doen betalen die bedoeld is om te worden aangewend om huishoudens die te lijden hebben onder de gestegen energieprijzen, financieel te ondersteunen”. Dat Europa hierbij enkel de in de EU gevestigde ondernemingen viseert waarvan de omzet voor ten minste 75% gekoppeld is aan de winning , ontginning en/ of raffinage van aardolie, weerhield de Belgische overheid er niet van om ook familiale bedrijven die in 2022 zijn aangeduid als primaire deelnemers voor diesel, gasolie en benzine een tijdelijke solidariteitsbijdrage op te leggen omdat ze in geval van een bevoorradingscrisis zouden worden bevoordeeld bij het in omloop brengen van de strategische voorraden.

Onafgezien of de geviseerde bedrijven het afgelopen jaar winst hebben geboekt dan wel het boekjaar met rode cijfers hebben afgesloten, en of er zich nu al dan niet een bevoorradingscrisis heeft voorgedaan, blijft deze extra belasting verschuldigd. Vermits de bijdrage van de bedrijven die niet over raffinagecapaciteit in België beschikken, retroactief berekend wordt op het volume petroleumproducten die zij in 2022 en 2023 in verbruik stellen, is deze solidariteitsbijdrage een pure hold-up, die het voortbestaan van de familiale – maar ook andere – bedrijven bedreigt. Bovendien leidt de invoering van de bijdrage tot oneerlijke concurrentie en het verdwijnen van een level playing field tussen de ondernemingen in de sector die niet over raffinagecapaciteit beschikken. Deze argumenten vonden echter bij de federale regering geen gehoor, waardoor

6 Jaarverslag 2022 Br ndstoffen ACTIVITEITENVERSLAG

de betrokken leden van de Federatie individueel naar het Grondwettelijk Hof zijn getrokken om de wet aan te vechten.

DISTRIBUTIEMARGE VOOR VERDELERS

Niettegenstaande de solidariteitsbijdrage niet mag worden doorgerekend aan andere ondernemingen of aan de eindgebruiker, rijst de vraag hoe de strikte naleving van dit verbod in de praktijk kan worden gecontroleerd, temeer daar er geen afzonderlijke distributiemarge is voor invoerders, groothandelaars en wederverkopers. De Federatie heeft er meermaals op gewezen dat de kans reëel is dat de laatste schakels in de distributieketen, zijnde de honderden kleine familiale ondernemingen die instaan voor de levering aan de eindgebruiker, finaal het gelag zullen betalen.

Feit is dat de depotkosten en toeslagen die brandstoffenhandelaars aan hun leveranciers dienen te betalen, sinds begin 2023 over het algemeen sterker zijn gestegen dan de indexatie van de marges op 1 oktober vorig jaar. De betrokken petroleummaatschappijen schrijven dit enerzijds toe aan de sterk gestegen depotkosten ingevolge de inflatie, en anderzijds aan het feit dat deze toeslag moet gezien worden als een soort zekerheidsbijdrage die moet garanderen dat de geraffineerde olieproducten niet naar het buitenland –waar ze door het invoerverbod op Russische olie aan hogere prijzen zouden kunnen worden verkocht – worden geëxporteerd.

Deze situatie deed zich ook voor in het Groothertogdom Luxemburg, dat zoals België ook een programma-overeenkomst heeft op basis waarvan officiële maximumprijzen voor petroleumproducten worden berekend. Anders dan in België, heeft de Luxemburgse Petroleumfederatie met de regering een avenant gesloten dat voorziet in een tijdelijke verhoging van de distributiemarge via een “toeslag raffinage”.

Ondanks het aandringen van de Federatie om, naar het voorbeeld van Luxemburg, de distributiemarge op te trekken, werd hierover tussen de overheid en Energia geen akkoord bereikt. De slachtoffers hiervan zijn de laatste schakels in de distributieketen, die zich tevreden moeten stellen met wat overblijft van de marge nadat de operatoren hoger in de keten zich bediend hebben. Voor de Federatie is dit onaanvaardbaar. Indien de overheid de Programma-overeenkomst wil behouden, moet een gewaarborgd minimumpercentage van de distributiemarge voor de verdelers worden voorbehouden en moet de Federatie als volwaardige stakeholder mee kunnen beslissen over de inhoud van de Programma-overeenkomst, temeer daar Energia niet de volledige sector vertegenwoordigt.

In dit kader dringt de Federatie er ook op aan om nicheproducten zoals lamppetroleum type C en zware stookolie, die niet zelden boven de maximumprijs aan brandstoffenhandelaars te koop worden aangeboden, op dezelfde wijze als smeermiddelen te behandelen, wat een vrije prijsvorming impliceert zolang het op de Belgische markt gebrachte volume niet de 250.000 ton per jaar overschrijdt.

VERBOD STOOKOLIEKETELS

Ingevolge het Decreet van 22 oktober 2021 is het sinds 1 januari 2022 in Vlaanderen verboden nog stookolieketels te plaatsen of te vervangen door andere stookolieketels, zelfs al kunnen deze zonder aanpassing werken op hernieuwbare vloeibare brandstoffen. Dit verbod geldt niet enkel bij nieuwbouw en ingrijpende energetische renovaties, maar ook voor woningen en gebouwen

die op het aanwezige aardgasnet kunnen worden aangesloten. De Federatie is van mening dat dit verbod enkel de aardgassector ten goede komt, doch zeker niet het klimaat, wat ook wetenschappelijk is aangetoond. Om te vermijden dat de gezinnen die stookolie gebruiken op nodeloze kosten worden gejaagd, heeft de Federatie eind 2021 een verzoek tot vernietiging van het hoger vermelde decreet bij het Grondwettelijk Hof ingediend. Op 10 november 2022 heeft het Hof het verzoek verworpen. Het arrest leest als een pamflet van klimaatactivisten, waarin de grondrechten van de burger ondergeschikt zijn aan een vaag algemeen belang rond betwistbare klimaatbeweringen.

Intussen heeft het Waals gewest ook het voornemen geuit om in 2024 een verbod op de plaatsing van stookolieketels bij nieuwbouw in te voeren. Voor bestaande gebouwen zou het verbod in 2027 ingaan, doch de Federatie pleit voor pragmatisme waarbij rekening wordt gehouden met de economische en technische mogelijkheden of beperkingen. Het spreekt voor zich dat dit dossier ook dit jaar voor de Federatie prioriteit heeft.

PROMAZ

Op 28 februari 2022 werd de erkenning van de vzw Promaz als bodemsaneringsfonds voor lekkende gasolietanks in het Staatsblad gepubliceerd. Dit fonds, een gezamenlijk initiatief van Energia, Informazout – intussen omgedoopt tot in4fuels – en Brafco, is sinds 31 maart 2022 operationeel. Het afgelopen jaar werd vooral ingezet op de verdere uitbouw van de organisatie, de bekendmaking van het Fonds en de verwerking van de aanvragen. Deze kunnen tot uiterlijk 28 februari 2025 bij Promaz worden ingediend. In 2022 werden nog geen terugbetalingen van uitgevoerde saneringen gedaan of saneringsprojecten opgestart. Van de 675 aanvragen die Promaz in 2022 ontving, hadden 195 dossiers betrekking op reeds volledig door de aanvrager uitgevoerde saneringen. De terugbetaling van deze saneringen zal in de loop van 2023 plaatsvinden. Terzelfdertijd zullen voor een 20-tal dossiers met milieurisico de saneringswerken binnenkort worden opgestart.

De onzekerheid omtrent het uitblijven van de gevraagde structurele financiering en het stookolie-ontradend beleid van de regionale overheden hypothekeren evenwel de financiële haalbaarheid van het project. Zoals aangekondigd in het erkenningsdossier, zal Promaz na het verstrijken van de aanmeldingsperiode een periodieke evaluatie uitvoeren om na te gaan of de beschikbare middelen toelaten de activiteiten ongewijzigd verder te zetten, dan wel of wijzigingen noodzakelijk zijn.

OOK OP ANDERE FRONTEN ACTIEF

Naast de hierboven opgesomde dossiers, behartigt de Federatie de belangen van de sector in tal van andere domeinen. Het Europese Fit for 55 pakket, het oliecrisisbeleid en de bevoorradingszekerheid, het sociaal overleg, de herziening van de Vlaremvoorschriften inzake stookolietanks, de doorstart van in4fuels,... illustreren de grote verscheidenheid aan dossiers waarin de Federatie haar stem laat horen.

Voor de haar toevertrouwde opdrachten kan de Federatie rekenen op een gemotiveerd team medewerkers. Wij zijn elk van hen, alsook de leden van de Raad van Bestuur en de ondernemers die in commissies van de Federatie actief zijn, dankbaar voor hun inzet en toewijding.

7 Jaarverslag 2022 Br ndstoffen ACTIVITEITENVERSLAG

BESTUUR VAN DE FEDERATIE

(Situatie op 30.04.2023)

RAAD VAN BESTUUR

Voorzitter

① Etienne RIGO

Ondervoorzitter

② Roel KEERSMAEKERS

Bestuurders

③ Eric CANON

④ Johan DELEU

⑤ Yves FRANCOIS

⑥ Christian JACQUET

⑦ Dirk MAES

⑧ Robert PIERRARD

⑨ Koen ROOSE

⑩ Charlotte TAHON

⑪ Christian WARIN

Algemeen Directeur

Johan MATTART

Penningmeester

Koen ROOSE

Verificateurs voor de rekeningen

Jan DAUW

Fons LAMBAERTS

8 Jaarverslag 2022 Br ndstoffen
② ⑥ ⑦ ⑧ ⑪ ① ③ ④ ⑤ ⑨ ⑩

Algemene Vergadering

Raad van Bestuur

Voorzitter: Etienne Rigo

TAAKVERDELING BINNEN DE FEDERATIE

Administratie en secretariaat

Ann De Knibber ann.deknibber@brafco.be

Publicaties en Communicatie Communicatieadviseur: Vincent Orts vincent.orts@brafco.be

Administratie en secretariaat

Naziha Boulben Fellah naziha.boulben@brafco.be

Sociale Zaken

Sociaal Fonds

Opleiding chauffeurs

Directeur Sociaal Fonds/ Sociaal Adviseur Brafco: Lisa Van Eenhooge Lisa.VanEenhooge@fonds127.be

Verantwoordelijke dagelijks bestuur

Algemeen Directeur: Johan Mattart johan.mattart@brafco.be

Technische zaken en Leefmilieu

Technisch Directeur: Olivier Neirynck olivier.neirynck@brafco.be

Sectorconvenant

Sectorconsulente: Anne Gabriëls anne.gabriels@fonds127.be

9 Jaarverslag 2022 Br ndstoffen ORGANIGRAM VAN DE FEDERATIE
Van links naar rechts: Vincent Orts, Anne Gabriëls, Naziha Boulben Fellah, Johan Mattart, Ann De Knibber, Olivier Neirynck en Lisa Van Eenhooge.

COMMISSIES VAN DE FEDERATIE (Situatie op 30.04.2023)

COMMISSIE INVOERDERS - ERKEND ENTREPOTHOUDERS

Johan Deleu (Voorzitter) VARO ENERGY

COMMISSIE VASTE BRANDSTOFFEN

Bernard Ory (Voorzitter) JOASSIN

Firma/Groep

Luc Bouts BOUTS

Emmanuel De Corte DATS 24

Geert De Herdt BELGIAN TRADING AND BUNKERING

Peter De Wit DE WIT BUNKERING

Filip Engelen BELGOMAZOUT

Julie Fournier FOURNIER CAVOS

Kristof Gabriëls GABRIELS

Ann Gillis BELGOMAZOUT

Philip Goedkoop OILCHART

Emre Gostek BRUNO MAZOUT

Jean-Pierre Hurkmans GILOPS GROUP

Tom Lambert COMFORT ENERGY

Frédéric Loverix GILOPS GROUP

Kevin Rogiers COMFORT ENERGY

Hans Van Dam MAES

Peter Van Raak VAN RAAK

Luc Van Roey DATS 24

Ken Verbraeken OILCHART

COMMISSIE VLOEIBARE BRANDSTOFFEN

Charlotte Tahon (Voorzitter) TAHON

Firma/Groep

Michel Debève LIEGEOIS-ALLARY

Etienne Demulier DEMULIER

Claude Detandt DETHYE

Dirk Logghe LOGGHE

Jocelyne Mouchart MOUCHART

Theo Meys VKPA-SYBRA

COMMISSIE SOCIALE ZAKEN

Christian Warin (Voorzitter) WARIN

Firma/Groep

Luc Bouts BOUTS

Etienne Demulier DEMULIER

Frédéric Derumeaux VERVAEKE

Claude Detandt DETHYE

Kristof Gabriëls GABRIELS

Ann Gillis BELGOMAZOUT

Etienne Rigo OCTA+

Ingeborg Symons MULTIGAS

Rudy Wille SCHENK

Firma/Groep

Etienne Botton BOTTON

Luc Bouts BOUTS

Benoit Briers GILOPS GROUP

Eric Canon COMFORT ENERGY

Vincent Declerck OCTA+

Johan Deleu VARO ENERGY

Yves François PROXIFUEL

Ignace Gabriëls GABRIELS

Jocelyne Mouchart MOUCHART

Robert Pierrard PIERRARD

Xavier Rigo OCTA+

Hans Van Dam MAES

10 Jaarverslag 2022 Br ndstoffen

COMMISSIE SMEERMIDDELEN

Frédéric Dejace (Voorzitter) PROLUB

COMMISSIE GAS

Firma/Groep

Stijn De Jans DE JANS

Etienne Demulier DEMULIER

Greta Desmet MACOGAS

Eric Dumon DVH LOGISTICS

Jean-Yves Henrotte HENROTTE

Laurence Moreels PROGALYS

Firma/Groep

Stefaan Gabriëls GABRIELS

COMMISSIE MOTORBRANDSTOFFEN

Dirk Maes (Voorzitter) MAES

Dirk Seminck SEMINCK GAS

Ingeborg Symons MULTIGAS

Jan Van Lindt PRACTIGAS

COMMISSIE BUNKERING

Firma/Groep

Bart Bastiaenssen PENINSULA PETROLEUM ARA

Geert De Herdt BELGIAN TRADING AND BUNKERING

Peter De Wit DE WIT BUNKERING

Wim Jochems MINERVA NEW Koen Roose ROOSE

Firma/Groep

REDACTIECOMITÉ

Eric Canon

COMFORT ENERGY

Johan Deleu VARO ENERGY

Eddy Devolder

G&V ENERGY GROUP

Emmanuel De Corte DATS 24

Ignace Gabriëls GABRIELS

Ann Gillis BELGOMAZOUT

Frédéric Loverix GILOPS GROUP

Joris Mertsveld MAES

Steven Vanherpe TANKTERMINAL

Luc Van Roey DATS 24

Anne Gabriëls

Olivier Neirynck

Vincent Orts

Lisa Van Eenhooge

Johan Mattart (Voorzitter)

11 Jaarverslag 2022 Br ndstoffen COMMISSIES VAN DE FEDERATIE

MARKT

In 2022 zagen we nagenoeg een ex-aequo met 2020, én de hoogste temperaturen sinds 1833. Enkel in april, september en december lagen de temperaturen een tikkeltje lager dan normaal. De verkoop van gasolie-verwarming daalde in 2022 met 6,13 % (of 209.000 metrische ton) ten opzichte van 2021. Dat kan worden verklaard door de hogere temperaturen enerzijds en door de explosief gestegen energieprijzen ten gevolge van de oorlog in Oekraïne anderzijds. Begin maart bedroeg de prijs voor ruwe aardolie (Brent) 130 dollar per vat, aan het einde van het jaar schommelde deze rond de 84 dollar per vat. De traagheid waarmee de in België van kracht zijnde maximumprijzen aan de internationale marktprijzen worden aangepast, en het feit dat die – door de activering van de K-factor – slechts ten dele in rekening worden gebracht voor de berekening van de maximumprijzen, hadden tot gevolg dat gedurende meerdere dagen de aankoopprijs voor gasolie-verwarming tot 150 euro/m3 hoger was dan de geldende maximumprijs voor het product. De verliezen voor de sector van de distributie van brandstoffen liepen op tot meerdere tientallen miljoenen euro’s. Om die prijzencrisis, die alle lagen van de bevolking trof, toch enigszins te verlichten, besloot de regering een verwarmingstoelage toe te kennen aan alle gezinnen die verwarmen met huisbrandolie en/of propaan in bulk. De brandstoffenhandelaars verzamelden alle gegevens over de in aanmerking komende leveringen en bezorgden deze aan de FOD Economie – wat behoorlijk wat extra werk met zich meebracht – en speelden op die manier een belangrijke rol in de toekenning van de verwarmingstoelage aan hun klanten.

Sinds 1 januari 2022 is het in Vlaanderen verboden om nog stookolieketels te plaatsen of te vervangen, niet enkel bij nieuwbouwwoningen en ingrijpende energetische renovaties, maar ook in woningen en gebouwen die op het aanwezige aardgasnet kunnen worden aangesloten. Zie rubriek Milieu in dit jaarverslag.

PROMOTIE VAN KOOLSTOFARME VLOEIBARE BRANDSTOFFEN

De resultaten van de tests die Informazout sinds 2021 bij de mazoutconsument uitvoerde met R33, een mengsel van traditionele mazout en koolstofarme vloeibare brandstoffen, werden in september 2022 gepubliceerd: er werd geen enkele bedrijfspanne vastgesteld, de verbrandingswaarden zijn conform en de CO2-uitstoot is lager dan die van gewone stookolie. De volgende stap is het uitwerken van een juridisch en fiscaal kader voor de introductie van R33 op de Belgische markt.

Vandaag is het meer dan ooit belangrijk om de relatie met de mazoutklanten te verzorgen. Zij zitten immers met veel vragen over de situatie op het vlak van de energie en de economie, waardoor een doorgedreven communicatie van essentieel belang is. Daarvoor stelt Informazout verschillende communicatiemiddelen ter beschikking van de mazoutverdeler, waaronder het programma MazoutMail en mazoutfolders. In 2022 telde de website van Informazout ruim 4 miljoen bezoeken. We kunnen dus gerust stellen dat heel wat klanten specifiek met vragen zitten over vloeibare brandstoffen.

Op 7 maart 2023 besloten de leden van Informazout om zich resoluut te engageren voor de energietransitie. Bij die koerswijziging hoort een nieuwe (visuele) identiteit, waardoor de naam Informazout ‘verdwijnt’ en plaats maakt voor in4fuels. De organisatie wil een lans breken voor vloeibare brandstoffen, waaronder duurzame vloeibare brandstoffen, en voor de toegankelijkheid tot alle verwarmingstechnologieën en betaalbare en technisch haalbare oplossingen.

PROMAZ

Sinds het van start gaan van de vzw Promaz, op 1 april 2022, kunnen eigenaars of gebruikers die geconfronteerd worden met bodemverontreiniging ten gevolge van een lekkende mazouttank bestemd voor de verwarming van gebouwen, of die in het verleden al de sanering van dergelijke bodemverontreiniging lieten uitvoeren, nog tot 28 februari 2025 een aanvraag tot financiële tussenkomst indienen. Zie rubriek Milieu in dit jaarverslag.

SOCIAAL VERWARMINGSFONDS

In 2022 kende het Sociaal Verwarmingsfonds via de OCMW’s financiële toelagen toe aan 80.155 gezinnen in een moeilijke financiële situatie. In vergelijking met de 72.315 gezinnen uit 2021 is dat een stijging met 10,84%. Zelfs met een mazoutcheque en de toelage van het Sociaal Verwarmingsfonds viel de nettoverwarmingskost voor die begunstigden in 2022 veel hoger uit dan een jaar daarvoor.

Via tijdelijke maatregelen werd de tussenkomst van het Sociaal Verwarmingsfonds in 2022 en begin 2023 opgetrokken om de prijsstijging toch gedeeltelijk te kunnen opvangen. Er werden bijkomende schijven tot een tussenkomst van 0,36 euro/liter (voor prijzen van 1,495 euro/liter of meer) ingevoerd toen de markt ook die nieuwe limieten in oktober 2022 overschreed.

In 2022 ondersteunde het Sociaal Verwarmingsfonds de aankoop van verwarmingsproducten door gezinnen in financiële moeilijkheden met toelagen waarvan het totaalbedrag opliep tot 75.589.766 euro.

12 Jaarverslag 2022 Br ndstoffen GASOLIE-VERWARMING

Verbruik van gasolie-verwarming (inclusief gasolie-diesel, voorheen ‘gasolie extra’ genoemd) van 2013 tot 2022 (in miljoen metrische ton)

Bron: Federale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie; Algemene Directie Energie.

Evolutie van de officiële maximumprijs van gasolie-verwarming (50 ppm S) en gasoliediesel (extra) aangewend voor verwarmingsdoeleinden in 2022 en 2023 (maandgemiddelden, voor leveringen vanaf 2000 liter, incl. btw)

Bron : Brafco

Evolutie van de gemiddelde officiële maximumprijs van gasolie-verwarming (50 ppm S) en gasolie-diesel (extra) van 2009 tot 2022 (incl. btw, in EUR/liter, vanaf 2000 liter)

Gasolie-diesel (extra) Gasolie-verwarming

Gasolie-diesel (extra)

Bron : Brafco

Evolutie van de graaddagen (15/15)

in Ukkel

13 Jaarverslag 2022 Br ndstoffen GASOLIE-VERWARMING
Gasolie-diesel (extra) Gasolie-verwarming *Voorlopige cijfers 3,41 3,20* 3,88 3,55 4,08 3,66 3,68 3,58 3,47 2021 2013
2014
2015 2016 2017
2018 2019 2020 4,5 4,0 3,5 3,0 2.5 2021 2022 3,61 1300 1400 1500 1600 1700 1800 1900 2000 2100 2200 2300 2400 2500 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2018 2019 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2020 2021 2022
Gasolie-verwarming
68,62% 31,38% 2022 2020 28,53% 71,47% 39,63% 60,37% 2019 70,89% 29,11% 2018 34,92% 65,08% 1,5 1,3 1,1 0,9 0,7 0,5 0,3 Jan 2022 Feb 2022 Maart 2022 April 2022 Mei 2022 Juni 2022 Juli 2022 Aug 2022 Sept 2022 Okt 2022 Nov 2022 Dec 2022 Jan 2023 Feb 2023 Maart 2023 April 2023 2009 2011 2012 2010 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 1,25 1,15 1,05 0,95 0,85 0,75 0,65 0,55 0,45 2021 2022

MARKT

In 2022 bleven de volumes benzine toenemen (+13,12%) terwijl die van diesel er licht op achteruit gingen (-2,45%). Ondanks de sancties tegen Russische aardolie en bijzonder hoge prijzen aan de pomp bleef het brandstoffenverbruik in 2022 stabiel en bereikte nagenoeg opnieuw het niveau van vóór COVID. Op het vlak van nieuwe inschrijvingen blijft de elektrificatie terrein winnen: tegenwoordig is ruim één op drie nieuwe wagens een elektrische.

Vanaf eind februari 2022 had de sector van de distributie van motorbrandstoffen bijzonder zwaar te lijden onder de hallucinant hoge petroleumprijzen wereldwijd. Gedurende meerdere dagen lag de aankoopprijs voor diesel voor pomphouders 5 à 6 cent per liter (excl. btw) hoger dan de maximumprijs

die aan de gebruiker mocht worden aangerekend. De pomphouders zaten dus tussen hamer en aambeeld: ofwel respecteerden ze de maximumprijzen zoals berekend via het Programma-akkoord en verkochten ze met verlies (wat bij wet verboden is), ofwel verkochten ze boven de officiële maximumprijs... wat ook verboden is. Sommigen sloten dan maar tijdelijk hun station(s), met het risico dat ze klanten zouden verliezen. De sector van de distributie van motorbrandstoffen liep op die manier zo’n 40 miljoen euro aan inkomsten mis. Brafco pleit voor de afschaffing van de K-factor in het Programma-akkoord zodat forse prijsstijgingen op de internationale markten integraal kunnen worden verrekend in de maximumprijzen, en voor een snellere aanpassing van die laatste aan de wereldmarktprijzen. Om de consument te helpen, voerde de regering op 19 maart 2022 een accijnsverlaging op benzine en diesel door (zie rubriek Accijnzen in dit jaarverslag).

Verbruik van motorbrandstoffen van 2013 tot 2022 (in duizend metrische ton)

*Voorlopige

Elektriciteitsverbruik voor mobiele toepassingen van 2014 tot 2022 (in GWh)

CNG/LNG/L-CNG-verbruik van 2014 tot 2022 (in TJ)

Bron : Federale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie

Evolutie van de gemiddelde officiële maximumprijs van motorbrandstoffen van 2009 tot 2022 (incl. btw, in EUR/liter)

Bron : Federale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie

14 Jaarverslag 2022 Br ndstoffen
cijfers 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022* Benzine 1251 1276 1353 1460 1537 1721 1931 1620 1943 2198 Diesel 6786 6792 7048 7051 6846 6696 6402 5582 5979 5832 LPG 60 42 58 59 54 50 50 43 43 43
2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 Benzine
Diesel
98 E5 Benzine 95 E10
LPG
2,00 1,80 1,60 1,40 1,20 1,00 0,80 0,60 0,40 0,20 0
450 400 350 300 250 200 150 100 50 0 2021 2022 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2022 2021 3500 3000 2500 2000 1500 1000 500 0 MOTORBRANDSTOFFEN

Evolutie van de gemiddelde officiële maximumprijs van motorbrandstoffen in 2022 en 2023 (incl. btw, in EUR/l)

Benzine 98 E5

Benzine 95 E10 Diesel

De grote kortingen die de regeringen – en zelfs een petroleummaatschappij – in enkele van onze buurlanden in 2022 toekenden, brachten Brafco ertoe om de aandacht van de overheid te vestigen op de moeilijke situatie waarmee Belgische grensstations regelmatig te kampen hebben door die concurrentieverstoring. De Federatie pleitte dan ook voor een verdere verlaging van de accijnzen tot het Europese minimum en herhaalde dit pleidooi van zodra de maximumprijzen van benzine en diesel terug boven de 2 euro per liter noteerden.

Tegen 2026 mogen nieuwe bedrijfswagens geen broeikasgassen meer uitstoten als de werkgever nog gebruik wil maken van de fiscale aftrekbaarheid voor bedrijfswagens. Brafco drong o.m. bij de federale regering aan op een technologie neutrale aanpak, zodat ook koolstofarme, duurzame vloeibare brandstoffen alle kansen krijgen, ook op fiscaal vlak. De Federatie betreurt dan ook dat de federale overheid haar hierin niet gevolgd is, doch is anderzijds wel tevreden dat de Europese Commissie beslist heeft om verbrandingsmotoren na 2035 niet volledig te verbieden, op voorwaarde dat ze uitsluitend gebruikmaken van koolstofneutrale brandstoffen. Heel wat leden van Brafco investeren al in alternatieve mobiliteitsoplossingen (HVO, CNG, bio-CNG, LNG, elektrische laadpalen enz.)

NIEUWE AFFICHAGE

Ingevolge het koninklijk besluit van 9 december 2021 tot wijziging van het KB van 13 april 2019 betreffende de benaming en de kenmerken van de alternatieve brandstoffen moeten pomphouders die ten minste drie verschillende soorten brandstoffen – benzine 95 en 98 RON worden als één soort beschouwd – aanbieden, sinds 1 april 2022 op een goed zichtbare plaats bij de pompen en in de shop een affiche ophangen met de gemiddelde brandstofprijzen per 100 km voor benzine 95 E10, diesel B7, LPG, elektriciteit, waterstof en CNG. Brafco wees er op dat die vorm van informatie misleidend kan zijn voor de consument. Zo zijn de geafficheerde prijzen voor elektriciteit gebaseerd op thuisladingen, terwijl de prijzen voor een laadbeurt op publieke plaatsen en tankstations veelal hoger zijn.

DAMPSPANNING

Ingevolge de norm NBN EN 228 mag de dampspanning van benzine ‘zomerkwaliteit’ maximum 60 kPa bedragen, voor de winterkwaliteit is dat 95 kPa. De zomerkwaliteit moet vanaf 1 mei tot eind oktober in tankstations worden aangeboden. De Federatie blijft er bij de producenten en groothandelaars op aandringen dat ze de ‘zomerkwaliteit’ uiterlijk begin april ter beschikking zouden stellen van de tankstations en tegelijk vraagt ze de Economische Inspectie iets toleranter te zijn bij de controles in de maand mei.

Inschrijvingen van nieuwe wagens per soort brandstof

0,1%

0,7% CNG: 0,1%

Hybride no plugin: 7,5%

Hybride plugin: 16,2%

Batterij-elektrisch: 10,2%

19 voertuigen

15 Jaarverslag 2022 Br ndstoffen
2022
2012 1,2% 29,9% 68,9%
Bron: Febiac
© Adobe Stock 16,4% 48,9% 34,7%
LPG jan 2022 feb 2022 maart 2022 april 2022 mei 2022 juni 2022 juli 2022 aug 2022 sept 2022 okt 2022 nov 2022 dec 2022 jan 2023 feb 2023 maart 2023 april 2023 Bron : Federale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie 2.50 2.40 2.30 2.20 2,10 2,00 1,90 1,80 1,70 1,60 1,50 1,40 1,30 1,20 1,10 1,00 0,90 0,80 0,70 0,60 0,50 0 Autogas:
CNG:
Hybride no plugin:
Hybride plugin:
% Batterij-elektrisch:
0,04%
0,02%
0,9%
0,1
Autogas:
Benzine Overige Overige Diesel Diesel
H2:
Benzine

MARKT

De statistieken van FeBuPro (de Federatie Butaan-Propaan) wijzen op een daling van de verkoop van butaan en propaan in flessen met 13%, van 31.654 metrieke ton in 2021 naar 27.549 metrieke ton in 2022. De verkoop van propaan in bulk dan weer liet een daling optekenen van ca. 22% en klokte in 2022 af op 75.821 metrieke ton.

De operatoren verklaren die volumedaling hoofdzakelijk door de hogere temperaturen in 2022 in vergelijking met 2021 (-17,86% graaddagen) en door de besparingsmaatregelen die de consument nam met het oog op de gestegen energieprijzen. Ook de markt van de gasflessen had te lijden onder de beperkingen in de recreatieve en horecasector die tot maart 2022 van toepassing waren ter bestrijding van het coronavirus.

De situatie verschilt sterk van operator tot operator. Zo hebben een aantal handelaars er in geslaagd hun volume flessen op hetzelfde peil te houden of zelfs te verhogen door bijvoorbeeld nieuwe diensten aan te bieden. In het Vlaams Gewest zien de operatoren die actief zijn op de markt van propaan in bulk nieuwe klanten verschijnen. Met het in Vlaanderen op 1 januari 2022 ingevoerde verbod om nog stookolieketels te plaatsen of te vervangen, niet enkel bij nieuwbouwwoningen en ingrijpende energetische renovaties, maar ook in woningen en gebouwen die op het aanwezige aardgasnet kunnen worden aangesloten, stappen sommige stookolieklanten eerder over op propaan dan te investeren in de aankoop van een nieuwe mazoutbrander wanneer dat nodig is. Ook op de renovatiemarkt is propaan aan een opmars bezig. Door de lagere prijzen voor propaan dan voor aardgas gedurende heel 2022 en omwille van de dreigende bevoorradingsproblemen van aardgas onder invloed van de oorlog in Oekraïne hebben sommige gebruikers hun aardgasinstallatie laten ombouwen tot een propaangasinstallatie.

Na een vrij rampzalig jaar 2020 wat betreft de volumes en omzetcijfers voor autogas is, volgens FeBuPro, 2021 het jaar van het herstel en 2022 dat van de wederopleving. Door de erg hoge brandstofprijzen, met name in het voorjaar en de zomer van 2022, vonden sommige automobilisten de weg terug naar LPG, in die mate zelfs dat de constructeurs en installateurs van

LPG-systemen de vraag naar het ombouwen van auto’s naar LPG maar moeilijk konden bijhouden. In 2022 ging het aantal inschrijvingen van nieuwe auto’s op LPG er met 17,6% op vooruit t.o.v. het jaar 2021.

CONTROLES “OPSLAGPLAATS” EN “LEKDICHTHEID VAN DE LEIDINGEN”

Zowel in het Waalse als in het Vlaamse gewest is het verplicht om naast de vijfjaarlijkse controle van de ‘opslagplaats’ (tank en veiligheidsafstanden) een dichtheidscontrole van de gasleidingen uit te voeren tussen de dienstkraan van de tank/het recipiënt en de gebruikstoestellen. Beide keuringen mogen voor propaangas enkel door een Notified Body (Nobo/ Keurorganisme) worden uitgevoerd.

Het is heel belangrijk te weten dat het eindverslag – dat de samenvatting is van beide voornoemde controles bij één en dezelfde exploitant/consument –enkel als geldig kan worden beschouwd als de beide controles (en de opslagplaats en de dichtheid van de leidingen) positief zijn. Een positief verslag is een noodzakelijke voorwaarde voor de gasleverancier om de tank van de consument (d.w.z. de exploitant) wettelijk gezien te mogen vullen. Eén van de drie documenten dat moet worden voorgelegd aan de Nobo(‘s) bij de controle van de opslaplaats en/of de dichtheidstest van de leidingen is het “pijpleidingenattest”. Dit attest, verplicht volgens de norm NBN D51006 - Bijlage B, moet worden opgesteld door de installateur bij de plaatsing van de leidingen.

De Nobo’s stellen vast dat niet alle consumenten/exploitanten nog beschikken over het “leidingenattest” van hun gasinstallatie, en dit zowel voor installaties die dateren van vóór de periode (2005) 2008 als van deze na (2005) 2008; dit zijn de jaren waarin de norm NBN D51-006 voor het eerst in werking trad in respectievelijk het Waalse en het Vlaams Gewest. Om dat probleem te verhelpen, ging FeBuPro (de Federatie Butaan Propaan) samenzitten met de keuringsinstellingen om samen met hen een soort ‘controlerapport’ op te stellen voor deze installaties waar het attest ontbreekt. De keuringsinstellingen stonden aanvankelijk eerder terughoudend tegenover dat initiatief, maar gingen tenslotte toch akkoord om mee te werken aan de opstelling van een ‘Code van goede praktijk’ onder de vlag van het Vlaamse Gewest. Eind 2021 antwoordde FeBuPro nog op enkele vragen van de Vlaamse overheid betreffende het bijhorende controlerapport. Zodra de ‘Code van goede praktijk’ klaar is, zal hij worden gepubliceerd op de website van het Vlaamse Departement Omgeving. Hierin zullen alle voorschriften vermeld worden waaraan installaties moeten voldoen en de manier waarop de conformiteit zal worden gecontroleerd. De controle kan leiden tot een soort ‘vervangattest’ voor de exploitant om zijn gastank veilig en volgens de wettelijke regels te kunnen laten vullen. FeBuPro wil na de invoering van die ‘Code van goede praktijk’ in het Vlaamse Gewest ook met het Waals Gewest een gelijkaardige versie opstellen. In eerste instantie zal de ‘Code van goede praktijk’ en het ‘vervangattest’ enkel gelden voor het Vlaamse Gewest en voor installaties die dateren van vóór 2008. Voor installaties uitgevoerd na 2008 waar het “pijpleidingenattest” ontbreekt, moet de exploitant/consument contact opnemen met een installateur om een nieuw “pijpleidingenattest” te laten opstellen.

Eind 2022 verklaarde het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie (LNE/ GOP) van het Vlaams Gewest na tal van herinneringen van FeBuPro dat het de ‘Code van goede praktijk’ en het ‘controlerapport’ niet zomaar kon

16 Jaarverslag 2022 Br ndstoffen
BUTAAN
PROPAAN

aanvaarden aangezien het eerst zijn interne deskundigen en de bevoegde diensten van de federale overheid wilde raadplegen voor juridische verduidelijkingen wat betreft het K.B. van 21 oktober 1968 betreffende de opslagplaatsen voor vloeibaar gemaakt handelspropaan, handelsbutaan of mengsels daarvan in vaste ongekoelde houders. FeBuPro heeft op haar beurt aangekondigd een juridisch schrijven te zullen richten aan LNE/GOP om aan te dringen op het belang van een snel akkoord over de invoering van een code van goede praktijk onder de vorm van een “Verificatierapport”, zodat een periodieke controle van de leidingen van alle bestaande installaties gegarandeerd is en de verdeler er bijgevolg zeker van kan zijn dat hij veilig kan leveren.

PROPAANCHEQUE

Naar aanleiding van de energiecrisis, die in 2022 alle lagen van de bevolking trof, besloot de regering een verwarmingstoelage van € 300 toe te kennen aan alle gezinnen die hun hoofdverblijfplaats verwarmen met huisbrandolie en/of propaan in bulk. De handelaars in butaan en propaan verzamelden alle gegevens over de in aanmerking komende leveringen en bezorgden deze aan de FOD Economie – wat behoorlijk wat extra werk met zich meebracht – en speelden op die manier een belangrijke rol in de toekenning van de verwarmingstoelage aan hun klanten.

Evolutie van de gemiddelde officiële maximumprijs van propaan in bulk van 2013 tot 2022 (voor leveringen vanaf 2.000 liter, in EUR/l, incl. btw)

Evolutie van de gemiddelde officiële maximumprijs van propaan in bulk in 2022 en 2023 (voor leveringen vanaf 2.000 liter, in EUR/l, incl. btw)

INZAMELING VAN LEGE EN/OF NIET MEER GEBRUIKTE ‘HERVULBARE’ PROPAAN- EN BUTAANFLESSEN

In 2021 heeft Brafco zich aangesloten bij het initiatief van FeBuPro om inzamelpunten verspreid over het ganse land in te richten. Het gaat hier niet om een commerciële operatie, maar om een vrijwillige en noodzakelijke actie om de bevoegde overheden aan te tonen dat de sector blijk geeft van verantwoordelijkheidszin en dat hij alles in het werk stelt om te vermijden dat lege en/of niet meer gebruikte “hervulbare” propaan- en butaanflessen op de markt zouden rondzwerven.

In de loop van 2022 gaven veel van de bij Brafco aangesloten gasoperatoren en kleinhandelaars in een enquête – die eind 2021 werd verstuurd –aan te willen fungeren als ‘inzamelpunt’. De 80 gasoperatoren en kleinhandelaars die zich bereid verklaarden om te fungeren als ‘inzamelpunt’ en hun engagement formaliseerden in een door hun leverancier (of rechtstreeks door FeBuPro) toegezonden contractvoorstel, ontvingen de speciale affiche waarop elk «inzamelpunt» door middel van een QR-code wordt geïdentificeerd. Ze staan ook vermeld op de kaart met inzamelpunten die geraadpleegd kan worden via diezelfde QR-code, maar ook via de websites van Brafco, FeBuPro en binnenkort ook via

www.legegasfles.be. Dankzij deze kaart met inzamelpunten weet de consument voortaan altijd waar hij zijn ‘hervulbare’ propaan-, butaan- en Campingaz-gasfles kan binnenbrengen. Uiteraard kunnen handelaars op ieder moment aan de actie deelnemen door een e-mail te sturen naar info@brafco.be

NATIONALE AFWIJKING VOOR VERVOER VAN

GASFLESSEN VAN UN 1965 ZONDER GEVAARETIKET

VERLENGD TOT EIND 2027

Op vraag van Brafco werden 2 nationale afwijkingen die eind 2022 zouden vervallen, met 5 jaar verlengd, tot eind 2027. Zie rubriek Transport in dit Jaarverslag.

SOCIAAL VERWARMINGSFONDS

Ook in 2022 bleef het Sociaal Verwarmingsfonds, via de OCMW’s, financiële toelagen toekennen aan 3.191 gezinnen in een moeilijke financiële situatie die propaan in bulk gebruiken om zich te verwarmen. Die tussenkomst is goed voor een totaalbedrag van 3.140.684 euro.

17 Jaarverslag 2022 Br ndstoffen BUTAAN – PROPAAN
0,30 0,20 0,40 0,50 0,60 0,70 0,80 2022 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021
1.10 1.00 0,90 0,80 0,70 0,60 0,50 0,40 0,30 0,20 0,10 0,00 Jan 2022 Feb 2022 Maart 2022 April 2022 Mei 2022 Juni 2022 Juli 2022 Aug 2022 Sept 2022 Okt 2022 Nov 2022 Dec 2022 Jan 2023 Feb 2023 Maart 2023 April 2023
Bron : FOD Economie Bron : FOD Economie

Raadpleeg regelmatig onze website en blijf op de hoogte van alle actuele trends in de sector!

be

www.brafco. be

BRAFCO

BRAFCO

Uw handel/station in de nieuwe dealer locator van brafco?

Laat uw medewerkers ook genieten van alle voordelen van dit platform!

Registreren kan via “Ledenportaal”

Registreren kan via “Ledenportaal”

➞ “Gebruikers” op www.brafco.be

➞ “Vestigingen” op www.brafco.be

www.brafco.

Werk mee aan de energietransitie en investeer in een CO2-neutrale toekomst

Maak samen met Comfort Energy de omslag naar duurzame energie

Aangezien één op drie gezinnen vandaag verwarmt met mazout, zal de stookoliesector een belangrijke rol spelen in het behalen van de Europese ambitie om in 2050 klimaatneutraal te zijn. Daarom dat Comfort Energy als Belgisch marktleider de voortrekkersrol op zich neemt om de noodzakelijke energietransitie waar te maken en de toekomst van onze sector te vrijwaren.

> Heeft u ook vragen over de toekomst van onze sector?

> Bent u ook nieuwsgierig naar de mogelijkheden van alternatieve brandstoffen en de mogelijkheden voor uw klanten?

> Wil u ook graag weten hoe CO2-compensatie vandaag reeds een toegevoegde waarde kan zijn voor uw klanten?

> Wil u ook graag van de uitdagingen van de Green Deal uw voordeel maken?

> Wil u graag eens met de marktleider, die de ondernemersmentaliteit heeft behouden, van gedachte wisselen?

Dat kan. Wij ontvangen u graag op één van onze lokale kantoren of wij komen graag bij u langs om een mooie toekomst voor uzelf en uw klanten te verkennen.

Tom Lambert I
+32 477 94 83 68 tom.lambert@comfortenergygroup.com Walter Van Kerckhoven I Verkoopdirecteur +32 479 74 40 07 walter.vankerckhoven@comfortenergygroup.com www.comfortenergy.be
CEO

MARKT

De sector van de smeermiddelen in Europa krabbelde in 2021 terug recht dankzij het snellere economische herstel dan voorzien. In het derde trimester van 2021 haalde de Europese economie opnieuw haar productieniveau van vóór de pandemie en kon dat vervolgens zelfs overtreffen.

Volgens de recentste gegevens voor België van de European Lubricants Industry (UEIL) bereikte de verkoop van motorolie in 2021 een stijging tot 41.500 metrische ton, waarmee de cijfers weer bijna op het niveau van 2019 zaten. Niettemin voorspellen analisten zoals BloombergNEF dat de opmars van de elektrische auto tegen 2035 zou kunnen leiden tot een daling van de vraag naar motorolie die kan oplopen tot 35%. De verkoop van industriële oliën bleef echter stabiel en bereikte bijna het niveau van 2020. De verkoop van procesolie liet een stijging optekenen met 6,5% in vergelijking met 2020 en bereikte vervolgens een peil dat zelfs hoger lag dan dat van 2019.

De oorlog in Oekraïne, die in het voorjaar van 2022 losbarstte, leidde niet alleen tot een shockeffect op het aanbod van grondstoffen voor smeermiddelen, maar ook Rusland is zelf een belangrijke producent van basisoliën van groep I (de goedkoopste olie op de markt, die gebruikt wordt voor het eenvoudigste raffinageproces). Rusland produceert jaarlijks 1,2 miljoen kubieke meter van die olie, waarvan het merendeel wordt uitgevoerd naar Europa. Smeermiddelenbedrijven kregen door de onderbroken leveringsketen dus af te rekenen met torenhoge prijzen voor grondstoffen en indirecte kosten door de gestegen energieprijzen.

Heel wat Belgische operatoren worden momenteel geconfronteerd met een grote vraag naar oliën. De bevoorradingsproblemen voor basisolie uit 2021 konden dan wel tegen het einde van datzelfde jaar opgelost worden, maar in 2022 doken dan weer problemen op voor additieven en waren er prijsstijgingen van wel 30%, net zoals in 2021. Sinds september 2022 stabiliseerde de situatie enigszins, met beter beschikbare producten en daaropvolgende prijsdalingen.

De operatoren constateren een groeiende vraag naar bioproducten, hoofdzakelijk voor openbare werken. Doordat ze biologisch afbreekbaar zijn, worden er voor tal van toepassingen tegenwoordig steeds vaker oliën op basis van esters gebruikt. Die zijn dan wel duurder, maar gaan ook aanzienlijk langer mee.

AANSLUITING BIJ VALORLUB

In 2022 steeg het tarief voor aansluiting bij Valorlub van 0,22 naar 0,25 euro per liter voor huishoudelijke olie (motorolie in verpakkingen kleiner of gelijk aan 25 kilogram) en van 0,02 naar 0,03 euro per liter voor professionele olie (alle andere dan huishoudelijke olie die afvalolie genereert). Iedere producent of invoerder van oliën op de Belgische markt is wettelijk verplicht om die olie op eigen kosten in te zamelen en te recycleren of zich aan te sluiten bij Valorlub, dat als inzamelorganisme de terugnameplicht voor zijn leden vervult.

Evolutie verkoopcijfers op de Belgische markt tussen 2011-2021 (in metrische ton)

(en andere toepassingen)

Brafco betreurt dat bepaalde operatoren – grote invoerders van oliën – hun wettelijke verplichting niet nakomen en dat Valorlub niet over de controlemiddelen beschikt om de naleving daarvan af te dwingen. Dat leidt tot concurrentieverstoring op de markt.

‘CERTIFIED PROFESSIONAL FOR LUBRICANT TECHNOLOGY’

De reacties van de bij de Federatie aangesloten operatoren op de opleidingscyclus die de Commissie Smeermiddelen van Brafco in 2018 organiseerde, waren zeer positief. Dat initiatief had tot doel het label ‘Certified Professional for Lubricant Technology’ toe te kennen. De opleidingen werden door de COVID-19-crisis tijdelijk stopgezet maar de verantwoordelijken van de Commissie willen ze heropstarten in samenwerking met Uniti, de Duitse federatie van kleine en middelgrote ondernemingen in de sector van de minerale oliën, en met Belgische organisaties die operatoren in olie en smeermiddelen onder hun leden tellen.

20 Jaarverslag 2022 Br ndstoffen OLIE EN SMEERMIDDELEN
2021 25.000 35.000 45.000 55.000 65.000 75.000 85.000 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020
Bron : UEIL Industry Statistics
Automotive Marktaandelen 2021 (België) Automotive Industrie (en andere toepassingen) 43% 57% © AdobeStock
Totaal Industrie

Profiteer van een uitgebreid netwerk voor al uw energiebehoeften.

HVO HVO HVO HVO HVO HVO HVO CNG CNG CNG CNG CNG CNG LNG LNG LNG LNG LNG
Brugge Kortrijk Gent Bergen Luttre Charleroi Luik Hasselt Antwerpen Namen Brussel Bastenaken Mechelen

STEENKOOL

De stijging van de prijzen van de fossiele brandstoffen, in het bijzonder die van aardgas ingevolge het economisch herstel na COVID-19 en de oorlog in Oekraïne, leidde tot een toegenomen vraag naar andere energiebronnen, zoals steenkool. Het Internationaal Energie Agentschap

(IEA) maakte melding van een toename van het wereldwijde steenkoolverbruik met 1,2% in 2022. Die bijkomende vraag naar steenkool werd afgezwakt door verschillende factoren, waaronder de stijging van de prijs van steenkool zelf, de ontwikkeling van hernieuwbare energieën en de toegenomen energie-efficiëntie.

Volgens de statistieken van de FOD Economie daalde het in België verkochte volume van 65.300 ton in 2021 naar 43.700 ton

in 2022. Dat is een daling met ca. 33%. Maar de situatie verschilt sterk van de ene operator tot de andere. Wie nog voorraden antraciet uit de in 2019 gesloten mijn van Ibbenbüren had, kon nog kaliber 12/22 en 20/30 aan de man brengen, maar wie er geen meer had, kreeg af te rekenen met grote bevoorradingsproblemen. Handelaars bieden alternatieven aan zoals bouletten, mengsels met petroleumcokes of andere producten van soms onzekere oorsprong. De invoerders en groothandelaars zijn onophoudelijk op zoek om hun bevoorrading te diversifiëren en kijken daarvoor naar landen in Oost-Europa, de Verenigde Staten, Zuid-Afrika, Canada, Wales en Engeland.

Probleem daarbij is de kwaliteit, die niet altijd voldoet aan de verwachtingen van de klant. Om die reden raden heel wat handelaars hun klanten aan om maar enkele zakken af te nemen en die eerst uit te proberen in plaats van meteen hun gewone hoeveelheden te bestellen. In 2022 kwam daar nog een prijsstijging bij van rond de 40% in vergelijking met 2021, terwijl de situatie sowieso al bijzonder onzeker was voor de steenkoolhandelaars, maar ook voor klanten met een beperkt inkomen die niet willen overschakelen op een andere verwarmingsenergie.

PELLETS

In 2022 wogen de oorlog in Oekraïne en de aanhoudende prijsstijgingen voor energie zwaar door op de beschikbaarheid van grondstoffen en personeel, maar ook op de productiekosten. Na een eerste prijsstijging van zo’n 50% tussen de zomer en het begin van de winter van 2021, zagen de operatoren de prijzen in 2022 opnieuw de hoogte in gaan. De gemiddelde prijs voor een zak pellets van 15 kg ging van 4,2 euro in juni 2021 naar 11,40 euro in oktober 2022. Sindsdien is de prijs opnieuw fors gedaald zodat de gemiddelde maandprijs momenteel op hetzelfde peil ligt als in juli 2022. Die prijsdaling is wellicht slechts tijdelijk en hangt sterk af van de vraag en de weersomstandigheden.

Naar aanleiding van een mediahype over mogelijke bevoorradingstekorten legden de pelletgebruikers in de maanden juli, augustus en september 2022 grote voorraden aan. In de winter weerhielden de hoge energieprijzen hen ervan om nieuwe bestellingen te plaatsen, vooral ook omdat ze hun pelletkachel (die voornamelijk dient als bijverwarming) niet gebruikten en liever enkel de centrale verwarming aanzetten. Want hoewel ook mazout niet goedkoop was, lag de prijs voor dat product wel aanzienlijk lager dan die voor de andere energieën.

Eind 2022 besloot de federale regering om ook aan natuurlijke personen die hun hoofdverblijfplaats verwarmen met pellets en dus niet konden genieten van de verwarmingstoelage voor gebruikers van mazout en propaan, of van de federatie gaspremie, en die geen sociaal gastarief hadden, een pelletpremie van 250 euro toe te kennen. Die tussenkomst gold enkel voor leveringen (in bulk met behulp van een blaasvrachtwagen of op palletten) van minstens 500 kg op het domicilieadres en op voorwaarde

dat de levering had plaatsgevonden tussen 1 juni 2022 en 31 maart 2023. Net als voor de mazout- en propaancheque moest de toelageaanvraag voor de aankoop en levering van pellets ten laatste op 30 april 2023 zijn ingediend, bij voorkeur online via de website van de FOD Economie.

De regering ging niet in op de vraag van de Federatie om die steunmaatregelen uit te breiden naar de naar schatting 45.000 huishoudens die verwarmen met steenkool en de ca. 5000 gezinnen die verwarmen met lamppetroleum type C. Beide brandstoffen worden namelijk hoofdzakelijk gebruikt door mensen met een laag inkomen die niet van de verwarmingstoelage kunnen genieten.

22 Jaarverslag 2022 Br ndstoffen VASTE BRANDSTOFFEN
Bestel uw € 250 eco-cheques aan de beste prijs Het eco-cheque seizoen gaat van start! Verplicht in uw PC127 Meer info en bestellen op edenred.be Cindy Voisin Partnerships Manager | cindy.voisin@edenred.com Antoine Schaetsaert Account Manager Partnerships | antoine.schaetsaert@edenred.com | +32 499 79 06 15 35% korting met de promocode EC0322BRAFCO38 * *Aanbod geldig op de basis-prestatievergoeding Brafco-EC-2023_NL.indd 1 14-03-23 10:20:37 Dé partner voor tanken, laden en wassen. Begeleiding in het voorontwerp Detail uitwerking van uw project Totaaloplossing op maat Installatie en projectbegeleiding Service na verkoop TSG Belgium nv Treskesdijk 7 B-2300 Turnhout +32(0)14 44 85 00 sales.turnhout@tsgnortheurope.com

ENERGIEFACTUUR VAN DE GEZINNEN

Om de impact van de energiecrisis te milderen, nam de federale regering in 2022 een aantal maatregelen die een rechtstreekse impact hebben gehad op de energiefactuur van gezinnen en bedrijven. Voor aardgas voor verwarmingsdoeleinden alsook voor elektriciteit werd een verlaagd btw-tarief van 6% toegepast op alle residentiële contracten, ook na 31 maart 2023. Om die btw-verlaging te compenseren werd op 1 april jl. een hervorming van de accijnzen doorgevoerd. Gezinnen die hun hoofdverblijfplaats verwarmen met huisbrandolie of propaangas in bulk konden genieten van een eenmalige verwarmingstoelage van € 300, voor zover de levering plaatsvond tussen 15 november 2021 en 31 maart 2023. Die verwarmingstoelage kon tot en met 30 april 2023 worden aangevraagd. Huishoudens die hun hoofdverblijfplaats hoofdzakelijk met pellets verwarmen (en die de premie van € 300 niet hebben ontvangen en niet konden genieten van het verlaagd btw-tarief op aardgas) konden tot en met 30 april de eenmalige pelletpremie van € 250 aanvragen. Voorwaarde was wel dat minimum 500 kg pellets op het domicilie-adres werden geleverd door een onderneming, en dit in de periode van 1 juni 2022 tot 31 maart 2023. Afhalingen van pellets door de klant zelf kwamen niet in aanmerking voor de verwarmingstoelage. De brandstoffenhandelaars werkten actief mee aan de toekenning van die verwarmingstoelagen aan hun klanten: wekelijks laadden ze de voor de tussenkomst in aanmerking komende leveringen in een Excel-bestand (dat ook via het ledenportaal op de website van Brafco kon worden gedownload) op via het informaticaplatform van de FOD Economie.

Financieel zwakkere personen die zich verwarmen met huisbrandolie, lamppetroleum of propaan in bulk genoten voor leveringen uitgevoerd tussen 1 juli en 31 december 2022 van een hogere tussenkomst van het Sociaal Verwarmingsfonds (zie rubrieken ‘Gasolie-verwarming’ en ‘Butaan-Propaan’ in dit jaarverslag).

Prijs van benzine 95 E10 in België en in de buurlanden (in ¤/1000 liter van toepassing op 01/05/2023)

ACCIJNSVERLAGING OP BENZINE EN DIESEL

De tijdelijke verlaging van de accijnzen op benzine en diesel met respectievelijk 144,6282 euro/m³ en 144,6281 euro/m³ zou initieel gelden tot 30 september 2022, maar werd een eerste maal verlengd tot 31 december 2022 en daarna nog een keer tot 31 maart 2023. Vermits de maximumprijs voor benzine op 10 september 2022 onder de 1,70 euro/l was gedaald, zorgde het cliquetsysteem er voor dat de accijnzen op benzine geleidelijk aan opnieuw op het niveau van begin 2022 werden gebracht. Dat was, na 7 cliquets, op 17 november van vorig jaar een feit.

Op 1 april 2023 eindigde dus de periode van de verlaagde accijnstarieven op motorbrandstoffen die op 19 maart 2022 werden ingevoerd. Ingevolge het cliquetsysteem werden die accijnsverlagingen reeds grotendeels uitgewist. Enkel voor diesel was er nog een verschil van € 37,2781 t.o.v. het accijnstarief dat van toepassing was voor de accijnsverlaging van 19 maart 2022. Op 1 april 2023 werden de accijnzen op diesel dus verhoogd met die € 37,2781/m³. Het was de zevende accijnsverhoging voor diesel sinds de accijnsverlaging van 19 maart 2022.

Bij iedere accijnsverhoging zijn de handelaars, depothouders en tankstationuitbaters verplicht om een voorraadaangifte op te maken. Sinds 3 maart 2023 kan dat enkel nog via My Minfin. Brafco publiceerde op haar website het volledig stappenplan voor de leden.

De Federatie informeerde haar leden ook over de mogelijkheid tot terugbetaling van die accijnsverhogingen in het kader van de professionele diesel. Ingevolge de Wet van 21 december 2022 houdende diverse fiscale bepalingen is het maximum te recupereren bedrag in het kader van de professionele diesel sinds 1 januari 2023 beperkt tot het bedrag dat € 181,9037/m³ bij 15 °C overschrijdt, met een maximum van € 205,0665/m³.

Prijs van diesel B7 in België en in de buurlanden (in ¤/1000 liter van toepassing op 01/05/2023)

Heffingen en taksen niet inbegrepen Heffingen en taksen inbegrepen

Heffingen en taksen niet inbegrepen Heffingen en taksen inbegrepen

24 Jaarverslag 2022 Br ndstoffen ACCIJNZEN
© Europese Commissie. Directoraat-generaal Energie en Vervoer © Europese Commissie. Directoraat-generaal Energie en Vervoer
Nederland Nederland Luxemburg Luxemburg België België Duitsland Duitsland Frankrijk Frankrijk 2500 2000 1500 1000 500 0 2500 2000 1500 1000 500 0

Evolutie van de accijnstarieven van benzine 95 E10 (1) en diesel (in ¤/1.000 liter) Benzine

FISCALE BEHANDELING VAN HERNIEUWBARE BRANDSTOFFEN

Op 3 december 2021 werd in het Staatsblad de  Wet van 25 november 2021 houdende fiscale en sociale vergroening van de mobiliteit gepubliceerd. Deze wet beoogt in de eerste plaats de vergroening van de bedrijfswagens. Tegen 2026 moeten alle nieuwe bedrijfswagens broeikasgasvrij zijn om de bijbehorende kosten fiscaal aftrekbaar te houden voor de werkgever. De fiscale aftrekbaarheid van voertuigen met een verbrandingsmotor (diesel, benzine én hybride) verdwijnt dus, terwijl het gunstregime voor elektrische voertuigen behouden blijft. De wet voorziet eveneens in een belastingvermindering voor laadstations voor elektrische wagens en in een investeringsaftrek voor koolstofemissievrije vrachtwagens en tankinfrastructuur voor blauwe, groene of turquoise waterstof en elektrische laadinfrastructuur.   De Federatie dringt er bij de bevoegde overheden op aan om oplossingen die in ontwikkeling of onmiddellijk voor iedereen beschikbaar zijn, a priori niet uit te sluiten.

Steeds meer grote bedrijven uit de sector van de bouw, wegenbouw en/of openbare werken willen hun koolstofvoetafdruk verkleinen door “gekleurde”

Overzicht BTW, heffingen en taksen op basis van gelijke energieprijzen in België

HVO te gebruiken voor hun machines (i.p.v. rode gasolie diesel) mits deze ook kan genieten van een verlaagd accijnstarief voor industriële en commerciële toepassingen. Anderzijds is er ook vraag naar HVO voor verwarmingsdoeleinden, voor zover deze ook kan genieten van een verlaagd of nultarief inzake accijnzen. Vanuit deze optiek heeft de Federatie bij de bevoegde federale overheid aangedrongen op een wettelijke basis voor het commercialiseren van rode/ gemerkte HVO met een lager accijnstarief zodat de operatoren die dat wensen, dat product kunnen gebruiken voor alle off road toepassingen of voor verwarmingsdoeleinden.

Simulatie op basis van gelijke energieprijs 01/04/2023

Mazout factuur voor 2.000 liter mazout Aardgas factuur voor 21.282 kWh aardgas (equivalent van 2.000 liter mazout)

1 liter mazout (Hs) 10,641 kWh

1 liter aardgas (Hs) 1 kWh

25 Jaarverslag 2022 Br ndstoffen ACCIJNZEN
Liter 2.000 kWh 21.282 Verschil Stookolie (¤/litre) Aardgas (¤/kWh) 0,8814 EUR 0,0828 EUR Totaalfactuur 1.763 EUR 1.763 EUR BTW 305,94 EUR 99,78 EUR Accijnzen/speciale accijnzen 37,30 EUR 158,33 EUR Sociaal Verwarmingsfonds 3,20 EUR 0,00 EUR Apetra 14,76 EUR 0,00 EUR Totaal BTW & taksen 361,20 EUR 258,12 EUR 39,94%
E10 Diesel 1/11/2015 20/11/2015 4/12/2015 12/12/2015 1/01/2016 6/07/2016 13/07/2016 27/07/2016 3/08/2016 1/01/2017 14/01/2017 14/03/2017 23/03/2017 1/01/2018 6/02/2018 13/02/2018 9/03/2018 5/06/2018 13/06/2018 23/06/2018 11/07/2018 19/07/2018 15/05/2021 18/03/2022 19/03/2022 400 450 500 550 600 650 700 10/09/2022 28/09/2022 07/10/2022 21/10/2022 28/10/2022 10/11/2022 17/11/2022 07/02/2023 18/02/2023 25/02/2023 14/03/2023 17/03/2023 25/03/2023 01/04/2023 Bron: Federale Overheidsdienst Financiën (1) Sinds 1 januari
E10
95
2017: Benzine 95

90 DAGEN NETTO-INVOER

Elke lidstaat van de Europese Unie en van het Internationaal Energie Agentschap (IEA) moet een minimumhoeveelheid veiligheidsvoorraad aanhouden die overeenkomt met een kwart (90 dagen) van zijn jaarlijkse netto invoer van aardolieproducten. Ten minste één derde van deze voorraad moet hierbij aangehouden worden onder de vorm van de afgewerkte aardolieproducten die in de desbetreffende lidstaat het meest verbruikt worden. Bij een nationale of internationale crisis zullen die voorraden worden ingezet om markttekorten op te vangen.

Het beheren en aanhouden van deze voorraden is de taak van het opslagagentschap APETRA, een nv van publiek recht met sociaal oogmerk. Het merendeel van APETRA’s stocks zijn eigendom van het agentschap. De eigen voorraden betreffen zowel afgewerkte aardolieproducten als ruwe aardolie.

De ontbinding van de Belgische Petroleumunie en de integratie van haar leden in Brafco in 2015 vroeg om een wijziging van de statuten van APETRA. Sinds 2019 zetelt een afgevaardigde van de Federatie in de raad van bestuur van het Agentschap.

Na de aanzienlijk lagere voorraadplicht in 2020, veroorzaakt door het sterk gedaalde verbruik van motorbrandstoffen door de lockdowns tijdens de coronacrisis, en de sterk gestegen energieprijzen ingevolge de oorlog in Oekraïne, vertoont het minimumniveau van veiligheidsvoorraden dat België/ APETRA moet aanhouden opnieuw een opwaartse trend door het herstel van de markt. De huidige verplichting bedraagt zo’n 3,19 miljoen ton ruwe aardolie-equivalent (r.a.e.), die vanaf 1 juli 2023 stijgt tot 3,3 miljoen ton r.a.e.

APETRA-BIJDRAGE

De bijdrage voor de financiering van APETRA wordt elk kwartaal berekend voor de verschillende productcategorieën met als belangrijkste variabele de internationale aardolieprijzen. Elke bijdrageverlaging of -verhoging wordt onmiddellijk en integraal verrekend in de maximumprijs op de dag waarop ze van kracht wordt. Brafco brengt de leden daarvan op de hoogte via haar website.

In april 2020 zakten de aardolieprijzen op de internationale markt naar een historisch dieptepunt. Deze daling van het meest bepalende element in de formule voor de berekening van de bijdrage, gecombineerd met een bruuske consumptievermindering ingevolge de coronacrisis, zette de federale regering er toe aan om een minimumniveau voor de APETRAbijdrage (‘floor’) in te voeren. Tot 30 september 2021 bevond de APETRA bijdrage zich op dit minimumniveau, waarna de bijdrage in 2022 kwartaal na kwartaal steeg om dat jaar op een recordhoogte af te sluiten. Om de inflatoire spiraal niet aan te zwengelen, stelde Brafco voor om ook een bijdrageplafond in te voeren, doch dit voorstel werd niet weerhouden.

AANKOOP EN VERKOOP/OPSLAG

Ondernemingen die aardolieproducten of ook zgn. tickets (reserveringen van stocks met een aankooprecht in geval van een bevoorradingscrisis) aan APETRA wensen te verkopen of voor het Agentschap productverversingen willen doen, kunnen zich kandidaat stellen om opgenomen te worden op de shortlist voor de respectieve raamovereenkomst. De geselecteerde kandidaten ontvangen dan alle aanbestedingen die het Agentschap in het kader van die raamovereenkomsten uitschrijft.

Bedrijven kunnen met het Agentschap ook opslagcontracten afsluiten. De voorraden die APETRA beheert, moeten ondergebracht worden in ‘in aanmerking komende depots’. Dergelijke depots moeten een minimumcapaciteit hebben van 5.000 m³, beschikken over welbepaalde laad- en losfaciliteiten en voldoen aan specifieke toegankelijkheidsvoorwaarden (bv. gelegen zijn in zeehavens of aan waterwegen). Het Agentschap heeft op regelmatige basis nood aan opslagcontracten om andere contracten die verstrijken, te vervangen.

In de komende jaren is dit voor tal van opslagcontracten het geval. APETRA zal bij deze vervanging streven naar een verdere diversificatie van zijn stocks in lijn met de gewijzigde aardolieconsumptie, in het bijzonder richting bijkomende benzine.

26 Jaarverslag 2022 Br ndstoffen VEILIGHEIDSVOORRADEN AARDOLIE
© Adobe Stock.

Gelet op de energietransitie kunnen hier in de toekomst andere producten bijkomen. In dit kader ligt een nieuwe wet, de ASEVA wet, op de tafel van de Minister van Energie die hiermee in de loop van 2023 naar de Regering en het Parlement zal trekken. ASEVA staat hierbij voor Agence de Stock Energétique – Energie Voorraad Agentschap.

AARDOLIECRISISBELEID

Welke situaties worden beschouwd als een bevoorradingscrisis? Wat gebeurt er in dat geval, wie neemt deze beslissing en wat zullen de maatregelen zijn? Wat betekent dit voor de ondernemingen?

In de in 2018-2020 uitgewerkte wetgeving wordt een onderscheid gemaakt tussen een internationale en nationale bevoorradingscrisis:

• Bij internationale bevoorradingsproblemen roept het Internationaal Energie Agentschap in Parijs een crisissituatie uit. Tijdens een dergelijke IEA Collective Action zal APETRA, na groen licht gegeven door de Minister van Energie, de veiligheidsstocks hoog in de distributieketen injecteren via een vraag tot aanbiedingen (call for bids) met verkoop van de voorraden aan de hoogst biedende koper(s). Opzet is immers om de internationale aardoliemarkt meer liquide te maken. Deze injectiemethode is eenvoudig en snel, werd door APETRA al toegepast in de Libië-crisis en is APETRA’s normale verkoopwijze. De Minister van Energie kan, als het IEA hierom vraagt, de ingezette voorraden beperken tot bepaalde types van aardolie of hun inzet afleiden naar bepaalde IEA lidstaten.

• Bij nationale bevoorradingsmoeilijkheden beslist de federale ministerraad om al dan niet de situatie als een bevoorradingscrisis te erkennen. Wordt een dergelijke crisis daadwerkelijk uitgeroepen, dan zal APETRA, na akkoord van de Minister van Energie, de veiligheidsvoorraden in regel inzetten via een zgn. ‘vrijgave’. Hierbij biedt APETRA haar stocks tegen marktprijs aan aan de aardoliebedrijven hoog in de nationale distributieketen (de zgn. primaire deelnemers). Deze bedrijven zullen de Belgische markt verder volgens hun normale stromen beleve ren. De nationale aanpak is in zoverre flexibel dat de Minister van Energie, mocht dit opportuner zijn, kan beslissen om deze nationale procedure niet in beweging te zetten, maar te gaan voor een call for bids of een andere maatregel.

• In de context van een vrijwillige IEA Collective Action na de Russische inval in Oekraïne, besliste de federale regering tot een levering van veiligheidsvoorraden motorbrandstoffen als humanitaire steun aan de Oekraïense bevolking. Deze stocks, 33.250 ton in totaal, werden in een samenwerking tussen het Ministerie van Defensie en APETRA via het spoor aan Oekraïne geleverd en naderhand opnieuw voor de nationale bevoorradingszekerheid opgebouwd.

Voor meer info over het aardoliecrisisbeleid, zie website van de FOD Economie (https://economie.fgov.be/nl/themas/energie/bevoorradingszekerheid/ coordinatie-van-het/aardolie/vaak-gestelde-vragen-over-de) en die van APETRA.

Voor alle informatie over APETRA’s activiteiten, algemene voorwaarden en procedures: www.apetra.be

Evolutie van de APETRA-bijdrage

(*) : De bijdrage op kerosine gebruikt voor de reguliere luchtvaart en cargo bedraagt sedert 01.07.2013 de helft van de bijdrage voor de productcategorie II.

27 Jaarverslag 2022 VEILIGHEIDSVOORRADEN AARDOLIE
STORAGE TRANSFER LOADING COATING MEASURING RENTAL WWW.WALPOT-TECHNICS.BE
1e kwartaal 2022 2e kwartaal 2022 3e kwartaal 2022 4e kwartaal 2022 1e kwartaal 2023 2e kwartaal 2023 18 16 14 12 10 8 6
euro/m3
kerosine)*
euro/m3
stookolie)
euro/ton
I (benzine) in
II (gasolie en
in
III (zware
in

ENERGIETRANSITIE

De Europese Commissie keurde in juli 2021 een pakket voorstellen goed, “Fit for 55”, om de uitstoot tegen 2030 met 55% te verlagen. Het gaat om ambitieuze maatregelen die de effecten van de klimaatontregeling op efficiënte wijze moeten milderen en als dusdanig een impact hebben op de strategieën van de Europese lidstaten en bedrijven. De definitieve versies zouden tegen 2023-2024 moeten worden goedgekeurd, na besprekingen tussen de Europese instellingen en de lidstaten. De Commissie Invoerders/Erkend Entrepothouders van Brafco volgt de voor de sector belangrijkste ontwerprichtlijnen van nabij op, met name:

• CO2-standaarden voor personen- en bestelwagens;

• ETS (Emissions Trading System, ook voor scheepvaart, transport en gebouwen tegen 2027) en CBAM (Carbon Border Adjustment Mechanism);

• RED III (42,5% hernieuwbare energie tegen 2030; 29% hernieuwbare energie in de transportsector + 13% extra reductie van broeikasgasemissies tegen 2030);

• EED (Energy Efficiency Directive, bijkomende reductie van het energieverbruik met 11,7%);

• AFIR (Alternative Fuels Infrastructure Regulation): federale overheden dienen plannen met laadfaciliteiten op te stellen;

• FuelEU Maritime: meer hernieuwbare en koolstofarme scheepsbrandstoffen;

• REfuel Aviation: duurzaam luchttransport;

• ETD (European Taxation Directive).

De Commissie Invoerders/Erkend Entrepothouders van Brafco volgt ook de omzetting van de RED II in Belgisch recht nauwlettend op en meer in het bijzonder de omzetting van artikel 25, dat moet leiden tot een nieuwe wet op de bijmenging voor transportbrandstoffen. Die wet was oorspronkelijk voorzien voor 2023, maar zou nu op 1 januari 2024 van kracht moeten worden.

De wet van 16 december 2022 tot wijziging van de wet van 17 juli 2013 houdende de minimale nominale volumes duurzame biobrandstoffen die de volumes fossiele motorbrandstoffen die jaarlijks tot verbruik worden uitgeslagen, moeten bevatten, werd op 22 december 2022 in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd. Sinds respectievelijk 1 januari 2023 en 1 juli 2023 kunnen biobrandstoffen geproduceerd uit palm- en/of sojaolie van het type ‘high risk ILUC’ (met hoog risico op indirecte veranderingen in landgebruik) niet meer in rekening worden gebracht voor het behalen van het verplichte bijmengingsvolume biobrandstoffen.

In december 2022 werd in de Europese Raad een akkoord bereikt over de oprichting van een tweede, aparte koolstofmarkt (ETS2) voor transport en gebouwen. Tegen 2027 moet in deze sectoren een koolstoftaks worden ingevoerd met de bedoeling degene die vervuilt, te doen betalen voor zijn CO2-uitstoot. Met het oog daarop wordt een tariferingssysteem uitgewerkt, waarbij leveranciers van verwarmings- en motorbrandstoffen uitstootrechten dienen aan te kopen ter compensatie van de in de betrokken sectoren geleverde volumes energieproducten en de daarmee overeenstemmende CO2-emissies. Deze uitstootrechten zullen vanzelfsprekend een prijsverhogend effect hebben. Tot 2030 mag de prijs per ton CO2 maximaal 45 euro bedragen. Die nieuwe koolstofmarkt moet in 2027 een feit zijn, maar die deadline kan wel worden opgeschoven als de energieprijzen tegen dan niet gedaald zijn. Brafco is van oordeel dat dit een extra belasting is, temeer daar enerzijds een nieuwe energiebelastingsrichtlijn (ETD) zal worden ingevoerd, die voorziet in een gedifferentieerd accijnstarief naargelang het koolstofgehalte van de brandstof, en anderzijds die belasting de energiefactuur van gezinnen nog verzwaart.

In het kader van de Europese gesprekken over het verbod op de verkoop van auto’s met verbrandingsmotor in 2035 ondertekende Brafco samen met een hele reeks andere (inter)professionele organisaties in juni 2022 een brief aan de Belgische overheden om hernieuwbare en koolstofarme vloeibare brandstoffen niet uit te sluiten als mogelijke oplossing voor de klimaatuitdagingen. De Federatie vroeg ook aan de federale minister van Energie om op de Europese Raad van ministers van Leefmilieu van 28 juni 2022 de mogelijkheid te bestuderen van een vrijwillig kredietsysteem voor hernieuwbare brandstoffen. Dat kan een doeltreffende aanvulling vormen op het traject van elektrificatie met respect voor de uiteenlopende behoeften van de consument. Het kredietsysteem is ook een eerste stap in de richting van een meer holistische benadering van de koolstofafdruk van een voertuig over zijn hele levenscyclus genomen. Brafco is immers van mening dat duurzame hernieuwbare brandstoffen de inspanningen van de EU inzake elektrificatie tijdens de overgangsperiode naar een uitstootvrije mobiliteit niet zullen afremmen maar integendeel aanvullen.

Eind maart 2023 bereikte Duitsland, met in zijn kielzog nog enkele andere landen zoals Italië, een akkoord met de Europese Commissie om verbrandingsmotoren na 2035 niet volledig te verbieden, op voorwaarde dat ze uitsluitend gebruikmaken van koolstofneutrale brandstoffen, namelijk e-fuels (synthetische brandstoffen). Brafco ziet deze opening voor verbrandingsmotoren ook na 2035 als een sterk signaal aan het adres van de automobielsector om te blijven investeren in motorisaties op synthetische brandstoffen. Zie ook rubriek ‘Europa’ in dit jaarverslag.

PROMAZ

De vzw Promaz is een initiatief van de sectororganisaties Brafco, Energia en Informazout. Die vzw werd in het voorjaar van 2019 opgericht om uitvoering te geven aan het Interregionaal Samenwerkingsakkoord van 25 juli 2018 tussen de federale staat, het Vlaams Gewest, het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de uitvoering en financiering van de bodemsanering van tankstations en gasolietanks voor verwarmingsdoeleinden, dat gepubliceerd werd in het Belgisch Staatsblad van 8 mei 2019. Na de publicatie van het erkenningsbesluit van Promaz in het Belgisch Staatsblad van 28 februari 2022 heeft het Fonds op 1 april 2022 de activiteiten opgestart. Midden mei 2023 waren er al ruim 850 aanvragen tot tussenkomst ingediend.

Het is de bedoeling dat Promaz in het licht van de vereffening in 2026 van BOFAS – het fonds voor bodemsanering van tankstations (dat eveneens door de sector werd opgericht) – geleidelijk aan de resterende middelen van dat fonds wordt toegewezen, maar nu reeds is duidelijk dat die niet zullen volstaan. De Federatie,

28 Jaarverslag 2022 Br ndstoffen MILIEU
© Adobe Stock

die momenteel instaat voor het voorzitterschap van Promaz, heeft haar bezorgdheid geuit over de financiële levensvatbaarheid van het project en wijst erop dat, zolang de gevraagde structurele financiering met € 10/m3 gasolie (50 en 10 ppm) uitblijft, het Fonds in de aanvangsperiode jaarlijks ca. 30 miljoen euro aan inkomsten misloopt, die niet zullen kunnen worden gerecupereerd tenzij door de bijdrage te verhogen, wat niet wenselijk is.

BOFAS

Van de 480 aanvragen tot sanering of financiële tussenkomst die Bofas tijdens de derde aanvraagperiode (2019) heeft ontvangen, konden er 274 dossiers ontvankelijk worden verklaard. Hiervan zijn er 164 dossiers die in aanmerking komen voor een bodemsanering door Bofas terwijl 110 dossiers betrekking hebben op een (al dan niet gedeeltelijke) terugbetaling van de saneringskosten.

Er zijn reeds 88 dossiers volledig afgerond, waaronder 47 dossiers waar de sanering door Bofas werd uitgevoerd. 186 dossiers zijn in uitvoering, waarvan 117 dossiers die Bofas zelf saneert en 69 dossiers met vraag tot terugbetaling.

Van de 3.705 ontvankelijke dossiers uit de vorige periodes van indiening (2004 tot 2007) zijn er 1.964 dossiers die in aanmerking kwamen voor sanering door Bofas zelf en 1.741 dossiers die betrekking hadden op een (al dan niet gedeeltelijke) terugbetaling van de saneringskosten. Op 24 april 2023 waren er 1.957 saneringen uitgevoerd door Bofas en 1.534 dossiers afgehandeld waarbij Bofas niet optrad als saneerder maar wel instond voor een terugbetaling van de kosten. Er zijn nog 7 lopende dossiers met sanering door Bofas waarvan verwacht wordt dat deze in de loop van dit jaar zullen kunnen afgerond worden, en 207 dossiers waarvoor nog geen aanvraag tot terugbetaling van de gemaakte kosten is ontvangen.

De erkenning van Bofas als bodemsaneringsfonds werd in 2021 verlengd tot 4 januari 2026. Voor de dossiers die in aanmerking komen voor een terugbetaling van de gemaakte kosten is het belangrijk dat de betrokkenen zo snel mogelijk een eindverklaring van de bevoegde gewestelijke overheid bekomen (OVAM, Leefmilieu Brussel, DAS) en hun aanvraag tot terugbetaling indienen zodat zij niet uit de boot vallen. De resterende tijd begint te korten… Voor meer informatie, zie de website van Bofas https://bofas.be/nl/terugbetaling.

VLAAMS GEWEST

Het Vlaams decreet van 22 oktober 2021 “tot wijziging van het Energiedecreet van 8 mei 2009, wat een verbod op de plaatsing of vervanging van een stookolieketel betreft” verbiedt sinds 1 januari 2022 om in Vlaanderen nog stookolieketels te plaatsen of te vervangen, niet enkel bij nieuwbouwwoningen en ingrijpende energetische renovaties, maar ook in woningen en gebouwen die op het aanwezige aardgasnet kunnen worden aangesloten. Dat decreet verplicht de burger wiens stookolieketel einde levensduur is, de facto om over te stappen op

aardgas, temeer omdat de plaatsing van een warmtepomp in een bestaande woning in de praktijk weinig rendabel is en er bovendien vaak geen alternatieven haalbaar zijn. Het decreet begraaft dus de vrije energiekeuze van de Vlaming en zal op termijn menig stookoliegebruiker aanzienlijk op kosten jagen wanneer zijn stookinstallatie einde levensduur is. Het decreet, dat overigens de financieringsbasis van Promaz versneld dreigt uit te hollen, zal de 600.000 gezinnen in Vlaanderen die verwarmen met stookolie, ertoe dwingen om nutteloze uitgaven te doen die enkel in de kaart spelen van de aardgassector, maar het klimaat niet ten goede komen. De wetenschappelijke levenscyclusanalyse die RDC Environment maakte, bewijst onomstotelijk dat verwarmen met aardgas niet milieuvriendelijker is dan verwarmen met stookolie. In een arrest van 10 november 2022 verwerpt het Grondwettelijk Hof het verzoek tot vernietiging van het decreet dat Brafco indiende. De Federatie blijft pleiten voor een versoepeling van het verbod en wijst de huidige stookoliegebruikers er op dat herstellingen aan de stookolieketel nog steeds is toegestaan.

De Vlaamse Administratie stelde midden 2022 verschillende ingrijpende wijzigingen inzake de milieuvoorschriften voor de opslag van stookolie voor die heel verstrekkende gevolgen voor de sector kunnen hebben, zoals de verplichte vervanging van het fluitje als overvulbeveiliging, de herinvoering van een verplichte periodieke controle op bovengrondse particuliere stookolietanks, de verplichte aanwezigheid van de exploitant bij het vullen van de mazouttank en de verplichting om het attest van de periodieke tankcontrole voor te leggen aan de chauffeur/brandstoffenhandelaar alvorens de tank wordt gevuld. De Federatie heeft haar opmerkingen tijdig voorgelegd aan de Administratie en erop aangedrongen om hierover eerst opnieuw overleg te plegen alvorens de regelgeving aan te passen.

Aangezien tegen 2050 elk gebouw moet beschikken over een EPC-score (energieprestatiecertificaat) A, legde Vlaanderen verschillende tussentijdse deadlines vast. Sinds 1 januari 2023 moet de nieuwe eigenaar van een residentieel gebouw met een energieprestatiescore van E of minder, dit binnen de vijf jaar (te rekenen vanaf de notariële akte van overdracht in volle eigendom) renoveren tot het minstens een EPC-score D heeft.

WAALS GEWEST

Op 21 maart 2023 kwam de Waalse Regering tot een overeenkomst over een nieuwe versie van haar Plan Air Climat Énergie 2030 (PACE). Op het vlak van verwarmingssystemen voorziet PACE dat er vanaf 1 maart 2025 geen ketels op stookolie of steenkool meer mogen worden geplaatst in nieuwbouwwoningen. Voor bestaande gebouwen waarin een oude installatie wordt vervangen, ligt de datum waarop stookolie en steenkool niet meer toegelaten zijn, op uiterlijk 1 januari 2026. Bepaalde politieke partijen zijn er evenwel in geslaagd om te bekomen dat er bij de omzetting van de bovenvermelde tijdsschema’s in wetteksten rekening zal worden gehouden met mogelijke uitzonderingen wegens technische en economische onmogelijkheid. Net als bij het decreet m.b.t. het verbod op het plaatsen of vervangen van een mazoutketel in Vlaanderen is de Federatie hevig gekant tegen dit verbod. Brafco en BtecCH zullen de betrokken ministers alle informatie verstrekken om de technische en economische onmogelijkheid waarin dit PACE voorziet, aan te tonen.

In overleg met de actoren op het terrein, waaronder Brafco, werd een nieuw voorstel voor besluit van de Waalse regering betreffende het beheer van tanks voor stookolie bestemd voor verwarmingsdoeleinden met een capaciteit van 100 l (en niet meer 500 l) tot 24.999 l opgesteld dat momenteel het legislatieve goedkeuringsproces doorloopt.

29 Jaarverslag 2022 Br ndstoffen MILIEU 36% afgeronde saneringen 38% door Promaz te coördineren saneringen 26% door de aanvrager uit te voeren saneringen
36% 38% 26%
853 aanvragen
tot tussenkomst ingediend tijdens het eerste jaar dat Promaz operationeel is

MARKT

2022 was een jaar vol uitdagingen voor de Belgische havens en de binnenvaart. De geopolitieke spanningen, de energiecrisis, de droogte en de aanhoudende verstoringen in de toeleveringsketens lieten zich voelen in de trafieken en dus ook in de bunkering. In de drie Vlaamse zeehavens (in orde van volumegrootte: Port of Antwerp-Bruges, North Sea Port Flanders en Oostende) werd in 2022 ruim 321 miljoen ton goederen geladen en gelost. Dat is iets minder dan in 2021 met 322 miljoen ton.

In de loop van 2022 fusioneerden de havens van Antwerpen en Zeebrugge tot ‘Port of Antwerp-Bruges’. Uit de trafieken van beide havens blijkt dat de haven van Antwerpen-Brugge de grootste Vlaamse – en Belgische – haven is met 287 miljoen ton aan- en afgevoerde goederen. Dat is 1% minder dan in 2021. De trafiek in het Gentse deel van de North Sea Port Flanders steeg daarentegen met 5%. In Oostende, de kleinste zeehaven in het Vlaamse Gewest (4.658 invaarten in 2022) blijven de trafiekcijfers dalen. Ook de havenactiviteit in de Haven van Brussel daalde in 2022 met 4,7%, en was anno 2022 nog goed voor 6,8 miljoen ton.

Of die fluctuaties zich ook een-op-een vertalen in het aantal schepen dat vorig binnenliep in de havens, is niet duidelijk. De Port of Antwerp-Bruges telde 20.819 aanlopen in 2022, waarvan 144 cruiseschepen. Het aantal aangelopen zeeschepen daalde met 2,2% tot 20.675. Het is alvast een feit dat de almaar grotere en zuinigere schepen steeds zwaarder wegen op de bunkeractiviteiten. Zuiniger varen betekent immers minder aanlopen en minder verbruik.

De statistieken van ‘s lands grootste haven tonen een opvallende daling in de conventionele fuel bunkering met meer dan 7% ten opzichte van 2021. In volumes weliswaar. Want qua omzet was 2022 voor de meeste bunkerbedrijven een goed jaar. Door de toenemende bevoorradingsonzekerheid vanwege de Russische inval in Oekraïne schoten de verkoopprijzen door het dak. In Nederland, waar veel op de spotmarkt wordt gekocht, ontstonden lange wachttijden bij raffinaderijen en was er schaarste bij de bunkerstations.

Daarnaast werd voor de energiebevoorrading opnieuw veel meer beroep gedaan op kolencentrales waardoor het kolentransport de binnenscheepvaart

een boost gaf. Bovendien kocht Roemenië een groot deel van de binnenvaartvloot op aangezien de Europese binnenvaartschepen niet verzekerd zijn voor transporten in oorlogsgebied. Beide factoren, gecombineerd met de extreem lage waterstanden door de aanhoudende droogte – waardoor voor hetzelfde transportvolume meer vaarten nodig zijn – waren een zegen voor de bunkerbedrijven die een inhaalbeweging konden realiseren op hun tot dan toe veel te lage marges.

VLSFO: NOOD AAN MEER CONTROLE

Sinds 1 januari 2020 is op volle zee de mondiale maximale zwavelnorm van 0,5% van kracht. Dat vormt een grote uitdaging voor de toeleveringsketen, waar bunkerschepen moeten worden gereinigd en tanks moeten worden gevuld met conforme Very Low Sulphur Fuel Oil (VLSFO - max. 0,5%). Dit was ook in 2022 nog een grote zorg voor de bunkerbedrijven. Bunkerbedrijven mogen geen brandstof leveren die niet aan deze strenge 0,5%-norm voldoet. Door de korte ‘port stay’ van zeeschepen en de lange wachttijden bij de laadterminals is het product vaak al gebunkerd nog voor de laboanalyse bekend is. Vaak blijkt uit dergelijke analyses dat het product niet conform het ‘Certificate of Quality’ is. De leverancier blijft echter buiten schot en de bunkeraar draagt de volle verantwoordelijk. Om claims van klanten en de-bunkering (het ondermaatse product terug uit de zeeschepen pompen) te vermijden, laten de bunkeraars eigen analyses uitvoeren, wat de kosten opdrijft.

Daarom roept de bunkersector op tot meer controles. Er is nood aan duidelijke regels met afdwingbare sancties. Zeker nu, door de oorlog in Oekraïne, er geen Russische olie meer mag worden gebunkerd en de raffinaderijen meer blenden om aan de vraag te kunnen voldoen.

GESLOTEN EN OPEN SCRUBBERS

Nog om aan de norm te voldoen, installeren reders ‘scrubbers’ die het zwaveloxide uit de uitlaatgassen wassen. Daardoor kan er nog altijd hoogzwavelige brandstof (HSFO) worden verhandeld. Toch is de markt van zware stookolie in 2022 (althans volgens de cijfers in de Port of AntwerpBruges) sterk gedaald. De gesloten scrubber-technologie werkt op basis van natriumhydroxide en magnesiumhydroxide. Sinds 2020 worden beide

30 Jaarverslag 2022 Br ndstoffen BUNKERING
© Groep De Wit

producten ook per lichter geleverd. En die markt is dan wel weer gegroeid in 2022, maar niet in het verwachte tempo.

De bunkersector maakt wel een kanttekening bij de zogenaamde ‘open loop scrubbers’ die zeewater gebruiken om het zwaveloxide op te vangen en het vervolgens weer te lozen in zee. Dat is het probleem verplaatsen en schiet het doel volledig voorbij. Een verbod zou op zijn plaats zijn.

DOUANE EN ACCIJNSFORMALITEITEN MET NEDERLAND

Ter herinnering: in 2019 bereikten de Belgische en Nederlandse Douane en Accijnzen een bilateraal akkoord over de douane- en accijnsprocedure en de nieuwe Zeevaart-bunkerprocedure. Dat akkoord betekent dat Belgische bedrijven die in Nederland willen bunkeren en laden, verplicht een vestiging moeten oprichten op Nederlands grondgebied. Die vestigingsvoorwaarden bieden echter geen enkele toegevoegde waarde voor de business.

De meeste bunkerbedrijven hebben zich willens nillens aangepast, ondanks de hoge kosten en de uiterst complexe administratie. Veel kleinere bunkerbedrijven die vooral de binnenvaart beleveren, openden geen filiaal in Nederland en zetten hun zeevaartbunkers in Nederland on hold. Of ze bunkeren in Nederland nadat ze hebben geladen in België. Bottomline: de Nederlandse douane is erin geslaagd om de Belgische bunkeraars terug te dringen van ‘hun’ markt. En het ziet er niet naar uit dat daar op korte termijn verandering in komt.

VRIJSTELLING FQD VERLENGD

In 2020 werd de Fuels Quality Directive (FQD) in nationale wetgeving omgezet. Die richtlijn stelt dat de leverancier van transportbrandstoffen tegen eind 2020 de broeikasgasemissies per eenheid energie met 6% moesten verminderen. Een van de strijdpunten van Brafco was de vrijstelling van de FQD-verplichting op gasolie diesel (extra) voor de binnenvaart. Immers, de FQD dreigde de concurrentiepositie van de Belgische bunkerbedrijven die gasolie diesel leveren aan de binnenvaart, volledig te ondermijnen, want de binnenvaart in Frankrijk, Nederland en Duitsland is vrijgesteld van de FQD. Om een lang verhaal kort te maken: Brafco wist voor België de vrijstelling te bekomen tot 1 januari 2023. Die wordt nu verlengd mits Nederland de

FQD-invoering uitstelt tot de RED III (de Europese Renewable Energy Directive) wordt geïntroduceerd. Om marktverstoring te vermijden, volgen België en Duitsland het Nederlandse voorbeeld.

PIJPLEIDING ANTWERPEN-RUHR ‘ON HOLD’

Vlaanderen wil een pijpleiding tussen de Antwerpse haven en het Ruhrgebied. Naast CO2, waterstof e.a. staan ook biobrandstoffen op de transportlijst. Zo’n pijpleiding kan de binnentankvaart hard raken. De sector vraagt zich af of een pijpleiding het juiste antwoord is, temeer daar tankschepen die aan de strengste normen voldoen, dat transport veiliger en duurzamer kunnen uitvoeren. Het ziet er echter naar uit dat het project niet zo’n vaart zal lopen. De Vlaamse regering zette immers het planningsproces voor de leidingstraat Antwerpen-Ruhr tijdelijk ‘on hold’. Uitstel betekent echter geen afstel.

IN DE PIJPLIJN

Uit onderzoek blijkt dat er vaak kwantiteitsproblemen zijn bij het bunkeren van zeeschepen. Daarom is er sprake van dat bunkerlichters vanaf 20252026 verplicht een zgn. ‘mass flow meter’ moeten installeren aan boord. Dat moet de transparantie en de nauwkeurigheid van de leveringen sterk verbeteren en het aantal disputen over de geleverde hoeveelheid verminderen. Tijdens de eerste helft van 2023 brengen de havenbedrijven Antwerpen-Brugge en Rotterdam in kaart welke bunkermeetsystemen geschikt zijn. Daarna zullen ze, in overleg met de Belgische en Nederlandse stakeholders, bepalen vanaf wanneer de verplichting zal gelden om uitsluitend met een bunkermeetsysteem aan boord van bunkerschepen te kunnen bunkeren in zowel Antwerpen en Zeebrugge als in Rotterdam.

In de Europese wandelgangen gaat het gerucht dat er binnenkort btw zal moeten worden geheven op de bunkerleveringen aan zeeschepen. Dat zou betekenen dat zeeschepen veel minder bunkers zouden nemen in Europese havens, met alle gevolgen van dien voor de Belgische bunkersector.

Ten slotte verwacht de sector dat het aandeel bio-brandstoffen de komende jaren zal toenemen. Vooral Nederland kent een hausse dankzij het steunmechanisme van de Hernieuwbare Brandstof Eenheden (HBE’s). België kent zo’n systeem niet, waardoor er sprake is van oneerlijke concurrentie.

31 Jaarverslag 2022 Br ndstoffen BUNKERING
Molenstraat 107 • 2960 Brecht • Tel: +32 3 313 06 72 www.keysersnoel.be • info@keysersnoel.be
Brandstofpompen van 40 tot 160l/min
Tanks
100.000 L Bovengronds, ondergronds ook verhuur
fleet-software
service & ervaring NV
Ketelmakerij -
tot
Complete
Meer dan 30 jaar

ADR-OPLEIDINGEN EN CODE 95

Sinds de opstart van de evaluatie- en herzieningsprocedure in 2012 van de Europese Richtlijn 2003/59 betreffende de vakbekwaamheid en de opleiding en nascholing van bestuurders van bepaalde voor goederen­ en personenvervoer over de weg bestemde voertuigen ijverden Brafco en ECFD er hard voor om ADR-opleidingen te laten meetellen voor de verplichte 35 uur nascholing (de zgn. ‘code 95’), die vrachtwagenbestuurders om de vijf jaar moeten volgen.

De niet-aflatende inspanningen van beide organisaties werden uiteindelijk beloond met de publicatie in het Publicatieblad van de Europese Unie van Richtlijn 2018/645 van 18 april 2018, die de voornoemde richtlijn van 2003 wijzigt. In die nieuwe richtlijn wordt, wat de verplichte nascholing betreft, het volgende gepreciseerd: “Door een erkend opleidingscentrum worden nascholingscursussen georganiseerd. Die cursussen duren 35 uur per vijf jaar en worden gegeven in modules van ten minste zeven uur die over twee opeenvolgende dagen mogen worden gespreid. (...) De lidstaten kunnen de voltooide specifieke opleiding die verplicht is op grond van andere EU­regelgeving, beschouwen als een van de voorgeschreven modules van 7 uur. Dat omvat, doch niet uitsluitend, de opleiding inzake het vervoer van gevaarlijke goederen, die verplicht is op grond van Richtlijn 2008/68/EG (...). Lidstaten kunnen echter besluiten dat een voltooide specifieke opleiding inzake het vervoer van gevaarlijke goederen, die verplicht is op grond van Richtlijn 2008/68/EG, als twee van de modules van zeven uur worden gerekend, mits dit de enige andere opleiding is die in acht wordt genomen bij de nascholing.”

Met de publicatie van het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 15 juli 2021 tot wijziging van het koninklijk besluit van 4 mei 2007 betreffende het rijbewijs, de vakbekwaamheid en de nascholing van bestuurders van voertuigen van de categorieën C1, C1+E, C, C+E, D1, D1+E, D, D+E in het Staatsblad van 3 augustus 2021 is de richtlijn 2018/645/EU eindelijk in de 3 gewesten van het land omgezet in regionale regelgeving. Dit impliceert dat sindsdien alle ADR-cursussen, ongeacht het gewest waarin de zetel van de opleidingsinstelling zich bevindt, in rekening kunnen worden gebracht voor de verplichte 5-jaarlijkse 35 uur bijscholing in het kader van de vakbekwaamheid (code 95). Deze ADR-opleidingen worden beschouwd als opleidingen van de 2de categorie (toepassing van de voorschriften).

Afhankelijk van het gewest waar de zetel van de opleidingsinstelling gevestigd is, zijn de ADR-opleidingen die in aanmerking komen voor de code 95, deze die plaatsvonden na :

• 12 augustus 2020 (georganiseerd door ADR-opleidingsinstellingen met zetel in het Vlaams gewest);

• 15 mei 2021 (georganiseerd door ADR-opleidingsinstellingen met zetel in het Waals gewest);

• 3 augustus 2021 (georganiseerd door ADR-opleidingsinstellingen met zetel in het Brussels Hoofdstedelijk gewest).

Het aantal kredietpunten verschilt enkel naargelang de gevolgde opleiding, maar niet naargelang het gewest waar de zetel van de opleidingsinstelling gevestigd is. Deze kredietpunten worden enkel toegekend indien de chauffeur geslaagd is voor het examen. Volgende examens ADR waarvoor de chauffeur slaagt, tellen mee als kredietpunten voor de code 95:

Niettegenstaande een ADR-bijscholing categorie IV gespreid wordt over 2 dagen, komt deze opleiding dus slechts voor 7 kredietpunten in aanmerking. De reden hiervan is dat het ADR stipuleert dat een dag opleiding slechts 8 leseenheden van 45 minuten mag bedragen. En vermits 8 x 45 minuten 360 minuten of 6 uur is, kan deze opleiding niet voor 2 modules van 7 uur (14 kredietpunten) maar voor slechts 1 dergelijke module (7 kredietpunten) in rekening worden gebracht.

NATIONALE AFWIJKING VOOR VERVOER VAN

GASFLESSEN VAN UN 1965 ZONDER GEVAARETIKET

VERLENGD TOT EIND 2027

Op vraag van Brafco werden 2 nationale afwijkingen die eind 2022 zouden vervallen, met 5 jaar verlengd, tot eind 2027.

De eerste nationale afwijking betreft het vervoer van gasflessen van UN1965 waarvan de zegel verwijderd of beschadigd is. In de praktijk gaat het vooral om propaan- en butaanflessen die bij de consument werden opgehaald en waarop het gevaaretiket 2.1 ontbreekt. Om dergelijke gasflessen zonder gevaaretiket te mogen vervoeren, moet op de beide zijkanten en achteraan het voertuig een groot gevaaretiket 2.1 (minimale afmeting 25 x 25 cm) worden aangebracht waarop de vermelding “UN1965” voorkomt.  Ook dient een kopie van deze afwijking zich aan boord van het voertuig te bevinden of moet de vermelding “Vervoer volgens Nationale Afwijking UN1965” op het vervoerdocument aangebracht worden.

Ook hebben de 3 gewesten (die sinds de Zesde Staatshervorming bevoegd zijn voor het ADR) ingestemd met de vraag van Brafco om de nationale afwijking voor garagepersoneel met 5 jaar te verlengen, zodat ze verder – zonder in het bezit te zijn van een ADR-opleidingsgetuigschrift – ADRvoertuigen kunnen besturen tussen de garage en het dichtstbijzijnde controlestation voor automobielinspectie, met het oog op het aanbieden van deze voertuigen voor de jaarlijkse technische en ADR-keuring.

De Federatie heeft haar leden meegedeeld dat beide nationale afwijkingen (verlengd tot 2027) kunnen worden gedownload op de website van Brafco, onder de rubriek «Documenten», subrubriek «ADR».

VERMINDERING VAN DE TERUGVORDERING VAN ACCIJNZEN VOOR PROFESSIONELE DIESEL

Sinds 1 januari 2023 is het aandeel terug te vorderen accijnzen voor professionele diesel met 21,9051 euro/m³ gedaald. Zie ook rubriek ‘Accijnzen’ in dit jaarverslag.

32 Jaarverslag 2022 Br ndstoffen TRANSPORT
ADR-opleiding met examen Aantal kredietpunten Initieel examen ADR categorie I (colli) 14 Initieel examen ADR categorie I + II (colli en tank) 14 Initieel examen ADR categorie IV (vloeibare brandstoffen) 14 Examen bijscholing categorie I (colli) 7 Examen bijscholing categorie I + II (colli en tank) 14 Examen bijscholing categorie IV (vloeibare brandstoffen) 7

KILOMETERHEFFING

Net als op 1 januari 2022 voerde de regering van het Brusselse Gewest op 1 januari 2023 een indexaanpassing door. Sofico, de Waalse Maatschappij voor de Aanvullende Financiering van de Infrastructuren, kondigde in februari aan dat de tarieven van de Waalse kilometerheffing op 1 juli 2023 verder zullen worden aangepast. De voornaamste veranderingen zijn de invoering van een afzonderlijk tarief voor vrachtwagens van categorie EURO 5 en EURO 6 en de verlaging van het tarief voor voertuigen van minder dan 12 ton. Bijzonder verbazend is dat de tarieven voor de meest vervuilende voertuigen dalen. Een vrachtwagen van categorie EURO 0, EURO 1 en EURO 2 van meer dan 12 ton maar minder dan 32 ton ziet bijvoorbeeld zijn tarief dalen van € 0,236/km naar € 0,201/km. Anderzijds wordt wel het tarief voor de meest recente en dus minst vervuilende voertuigen van meer dan 32 ton zwaarder belast, zonder zelfs maar enige korting of steunmaatregel te voorzien voor vrachtwagens die op alternatieve brandstoffen rijden die minder CO2 uitstoten, zoals HVO, LNG of waterstof.

De leden werden op de hoogte gebracht van de nieuwe barema’s van de kilometerheffing in het Waals Gewest en van de tarieven in het Vlaamse Gewest en in Brussel voor de periode van 1 juli 2022 tot 30 juni 2023.

VOERTUIGCOMBINATIES VAN 50 TON

“Het Besluit van de Vlaamse Regering van 22 oktober 2021 tot wijziging van het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto’s, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen” werd op 26 november 2021 in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd. Sinds 6 december 2021 is het in Vlaanderen, naar het voorbeeld van het Waalse Gewest – waar dat sinds mei 2018 reeds toegestaan is – dus mogelijk om zich met een voertuig van maximaal 50 ton op 6 assen te begeven op het wegennet. De Federatie beschreef voor haar leden alle voorwaarden waaraan het gebruik van een

dergelijke combinatie is verbonden. Die voorwaarden zijn strenger dan die in het Waalse Gewest, waar voertuigcombinaties met een totale toegelaten massa van 50 ton geen alternatieve brandstof hoeven te gebruiken of emissievrij moeten zijn.

WIJZIGINGEN ADR 2023

Het ADR – wat staat voor Accord européen pour le transport des matières Dangereuses par Route (Europees akkoord voor het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg) – ondergaat elk oneven jaar een reeks wijzigingen. De nieuwste versie van deze reglementering voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg, het “ADR 2023”, wordt op 1 juli e.k. van kracht. Het werd op 11 januari door het Vlaamse gewest en op 27 januari door het Waalse en Brussels gewest in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd. De impact op de sector van de brandstoffendistributie blijft voorlopig beperkt, maar hierin zal de komende jaren verandering komen, althans voor bedrijven die benzine en propaangas in bulk vervoeren.

33 Jaarverslag 2022 Br ndstoffen TRANSPORT
Brafco publiceerde een artikel hierover in haar vakblad van februari-maart 2023. © Adobe Stock

ECFD

Brafco is lid van ECFD (European Confederation of Fuel Distributors), die de nationale federaties van brandstoffenhandelaars en zelfstandige pomphouders van België, Duitsland, Frankrijk en Oostenrijk verenigt en hun belangen verdedigt bij de Europese instellingen.

Rekening houdend met de huidige initiatieven op Europees vlak legde ECFD zich in 2022 onder meer toe op de richtlijnen betreffende de belas-

UPEI

Brafco is ook een actief lid van UPEI, de Europese koepelorganisatie die al sinds 1962 de onafhankelijke brandstoffenhandelaars vertegenwoordigt. Die organisatie vertegenwoordigt op Europees vlak zowel de invoerders als de groot- en kleinhandelaars in transport- en verwarmingsbrandstoffen en hun hernieuwbare alternatieven. Ze verdedigt bij de Europese Unie de belangen van de nationale verenigingen, hun leden en de bedrijven in 20 Europese landen.

De Raad van Bestuur van UPEI formuleert, op basis van de input van vijf ‘commissies’ en experts, gemeenschappelijke standpunten over tal van Europese richtlijnen die in voorbereiding zijn of worden herzien en die een impact hebben op de sector. Het voorzitterschap van UPEI wordt momenteel waargenomen door de afgevaardigde van Brafco.

Drie opvallende feiten drukten hun stempel op 2022 en liepen als een rode lijn door een extreem moeilijke context voor de brandstoffenhandelaars.

Eerst en vooral was er de Russische inval in Oekraïne. Europa had de COVID-19-crisis nog maar net achter de rug en werd plots ondergedompeld in een intense energiecrisis, wat de Europese Unie ertoe bracht om zo snel mogelijk te willen afstappen van de invoer van Russische fossiele brandstoffen waarvan de Unie – en bepaalde lidstaten in het bijzonder – erg afhankelijk was. UPEI schaarde zich, met name in een persbericht dat tijdens de algemene vergadering van april 2022 werd opgesteld, achter die onvermijdelijke loskoppeling van Rusland, waaraan vorm werd gegeven door het plan ‘REPowerEU’ van de Europese Commissie, maar vroeg ook dat de nationale maatregelen van de lidstaten de coherentie van de interne Europese markt zouden respecteren en dat er geen uitzonderlijke taksen zouden komen op basis van de omzet van of met gevolgen voor onafhankelijke bedrijven zonder raffinagecapaciteit die dus inkopen op de internationale markt of bij lokale raffinaderijen, in beide gevallen tegen de prijs op de internationale markten.

ting van energieproducten (ETD), hernieuwbare energieën (RED II & III), de energie-efficiëntie (EED), de energieprestatie van gebouwen (EPBD), de emissiehandel (ETS), de uitrol van een infrastructuur voor alternatieve brandstoffen (DAFI), de CO2-emissienormen voor personenwagens, bestelwagens en vrachtwagens, en de verordeningen ReFuelEU Aviation en FuelEU Maritime, die tot doel hebben het aandeel duurzame brandstoffen in de lucht- en scheepvaart te verhogen.

De aanbevelingen van UPEI voor een koolstofneutrale maatschappij zijn terug te vinden op https://www.upei.org/library

Raad onder het voorzitterschap van Frankrijk en Tsjechië enerzijds, en door het Europees Parlement anderzijds. Ook publiceerde de Europese Commissie nieuwe wetgevende initiatieven (met name inzake Euro 7 en CO2-normen voor zware vrachtwagens). Op het vlak van ‘Fit for 55’ werden er een aantal compromissen gesloten binnen de Europese instellingen en werden in het kader van de Europese trialoog onderhandelingen opgestart, die echter in 2022 tot erg weinig definitieve akkoorden hebben geleid, behalve dan wat betreft de herziening van het emissiehandelssysteem. UPEI werkte bijzonder actief mee aan die legislatieve debatten en publiceerde, al dan niet met andere organisaties, dertien verklaringen of position papers betreffende de energieprestatie van gebouwen, de energiebelasting, de hernieuwbare energieën, de CO2-emissienormen voor lichte en zware bestelwagens, de aanstaande herziening van de richtlijn betreffende de petroleumvoorraden en de infrastructuur voor alternatieve motorbrandstoffen. UPEI werkte ook mee aan de openbare raadpleging van de Europese commissie over de herziening van de richtlijn betreffende de betalingssystemen (PS2). In al haar position papers wijst UPEI er steeds opnieuw op dat ze de ambitie van de Europese Unie om tegen 2050 een klimaatneutrale economie te hebben, steunt en ze in dat kader aandringt op een technologieneutrale aanpak en het smeden van banden tussen de industrie en de consument enerzijds en tussen besluitvormers en investeerders anderzijds om de markt toegankelijk en betaalbaar te houden.

In de tussentijd bleef het bijzonder druk aan het legislatieve ‘front’, met de uitwerking van het wetgevende pakket ‘Fit for 55’ door de Europese

Tot slot vierde UPEI tijdens de algemene vergadering in het najaar haar 60e verjaardag. Ter gelegenheid daarvan debatteerden de leden over de herziening van de ‘2050 Vision’ die in 2019 werd aangenomen. In dat kader werd niet alleen geanalyseerd welke gebeurtenissen de sector hebben beïnvloed (de COVID-19-pandemie en de energiecrisis ingevolge de Russische inval in Oekraïne) maar tegelijk werd het engagement van UPEI bevestigd wat betreft de Europese doelstellingen tegen 2030 en 2050, alsook haar verwachtingen ten aanzien van de Europese en nationale beleidsmakers.

34 Jaarverslag 2022 Br ndstoffen EUROPA

Meer in het bijzonder wat betreft de CO2-emissienormen voor auto’s en lichte bedrijfsvoertuigen ondertekende Brafco als lid van ECFD samen met 111 organisaties een open brief waarin bij het Europees parlement wordt aangedrongen op een open aanpak voor de klimaatbescherming in de mobiliteitssector. In de aanloop naar de stemming hierover in het Europees Parlement op 8 juni 2022 bevestigden Brafco en de leden van ECFD hun steun voor de klimaatdoelstellingen van de Europese Unie, maar ze vroegen de beleidsmakers ook om rekening te houden met de behoeften van de burgers en de industrie. Brafco en ECFD vinden dat mobiliteit betaalbaar moet blijven voor alle burgers in Europa. Het wetgevende proces over de CO2-emissienormen voor auto’s en lichte bestelwagens werd afgerond met het akkoord dat bereikt werd in de Europese Raad van de ministers van Energie op 28 maart 2023 na succesvolle onderhandelingen tussen de Europese Commissie en een groep lidstaten onder leiding van Duitsland over een compromis wat betreft de hernieuwbare brandstoffen (e-fuels). Op operationeel niveau zal er een compromis over die e-fuels worden uitgewerkt om te garanderen dat voertuigen met een interne verbrandingsmotor die uitsluitend werkt op e-fuels, ook na 2035 nog mogen worden ingeschreven. Dat zal mogelijk gemaakt worden door een afzonderlijke voertuigklasse, ‘eFuels only’, in de Euro 6-homologatie en door een latere erkenning van die klasse in de CO2-emissienormen. De Commissie zal de nodige voorstellen hiervoor naar alle verwachting tegen het najaar van 2023 voorstellen zodat het proces nog tijdens deze legislatuur, dus vóór het voorjaar 2024, kan worden afgerond.

Brafco, die overigens verschillende initiatieven hieromtrent nam ten overstaan van de Belgische overheid (zie rubriek Milieu in dit jaarverslag), ziet de opening voor verbrandingsmotoren ook na 2035 als een sterk signaal aan het adres van de automobielsector om te blijven investeren in motorisaties op synthetische brandstoffen. Hopelijk leidt dat er ook toe dat de beleidsmakers de hernieuwbare, koolstofarme brandstoffen die momenteel al op de markt beschikbaar zijn, voortaan alle kansen geven, ook op fiscaal vlak.

Wat betreft de Energiebelastingsrichtlijn (ETD) overhandigde ECFD begin 2022 een verklaring aan de Europese Unie waarin ze benadrukt dat, in het licht van de huidige energiecrisis en de negatieve maatschappelijke impact ervan op de gezinnen en bedrijven in de EU, de overstap naar duurzame energiedragers niet alleen een middel is om de klimaatcrisis tegen te gaan maar ook om te evolueren naar een meer gediversifieerde, veerkrachtige en rendabele energiebevoorrading op middellange en lange termijn. Bijgevolg dringt ECFD er op aan dat de Europese lidstaten snel tot een akkoord komen over de herziening van de ETD die de productie en het gebruik van koolstofarme hernieuwbare brandstoffen aanmoedigt. ECFD geeft de voorkeur aan een classificatiemethode waarbij gekeken wordt naar de milieuprestaties van een brandstof, wat bevorderlijk zou zijn voor de productie van koolstofarme hernieuwbare brandstoffen. Het is niet eenvoudig om tot een compromis over de energiebelasting te komen omdat binnen de Raad hierover een consensus moet worden gevonden tussen de 27 lidstaten die elk hun specifieke wensen en verlangens hebben. De energiebelastingsrichtlijn is het laatste nog niet afgeronde dossier uit het pakket ‘Fit for 55’ dat de Commissie in juli 2021 voorstelde.

JOINT HEATING COMMISSION

Sinds vier jaar coördineren de Europese koepelorganisaties FuelsEurope, Eurofuel, UPEI en ECFD hun initiatieven inzake het beleidsdomein ‘verwarming’ via de ‘Joint Heating Commission’. Dat biedt de betrokken koepelorganisaties de kans om met één stem te spreken over een hele reeks gemeenschappelijke dossiers.

In 2022 bespraken de leden van de commissie voornamelijk de huidige energiesituatie in de verschillende Europese landen en de impact daarvan op de sector van de verwarmingsbrandstoffen, in het bijzonder de beschikbaarheid van de producten, het imago van de sector en de bevoorradingszekerheid. Ook de praktijktests met koolstofarme vloeibare brandstoffen kwamen aan bod, naast de recentste ontwikkelingen in het Fit for 55-pakket, meer bepaald deze m.b.t. de invoering van een koolstoftaks in de sectoren gebouwen en transport (ETS II) en deze m.b.t. de energieprestatie van gebouwen (EPBD).

Begin maart 2023 richtten de 4 leden van de Joint Heating Commission een gemeenschappelijke verklaring aan het adres van het Europees Parlement waarbij ze zich tevreden toonden met de compromistekst over de richtlijn betreffende de energieprestatie van gebouwen (EPBD) die op 9 februari werd goedgekeurd door de Commissie Industrie, Onderzoek en Energie (ITRE) van het Europees Parlement. De ondertekenaars staan achter de globale doelstelling van decarbonisatie van de verwarmingssector en vragen dat geen enkele energie of technologie over het hoofd wordt gezien als die kan bijdragen tot de doelstelling van “net zero”. Daarom staan ze overtuigd achter de artikels 7 en 8 van het ITRE-rapport, dat weliswaar vasthoudt aan de geleidelijke uitfasering van fossiele brandstoffen, maar dat ook de technologieneutraliteit garandeert, waardoor de burger de keuze krijgt tussen verschillende verwarmingssystemen die zijn afgestemd op zijn specifieke situatie en behoeften.

GE ZOC H T VOO R E XPOR T:

Tankwagens en tankopleggers voor LPG, diesel, benzine, olie, bitumen, chemische stoffen, levensmiddelen, cement en bulkopleggers. Aankoop trekkers en ander rollend materieel.

Materiaal te koop of een overname?

BEL VANDAAG!!!

G SM +32 (0)475-60 12 43

E - mai l : detrucks@telenet.be

w w w t a n kwagens. c o m

35 Jaarverslag 2022 Br ndstoffen EUROPA

SECTORAAL PENSIOENPLAN

Het PC 127 was één van de eerste sectoren die een sectoraal pensioenplan invoerde. Langzamerhand raken sectorale pensioenplannen algemeen ingeburgerd. Sinds 1 januari 2010 worden alle bijdragen, hetzij 3% van het brutoloon, gedragen door de werkgever.

Hieronder vindt u een korte berekeningssimulatie voor 4 arbeiders die in 2003 respectievelijk 0, 5, 10 en 15 jaar anciënniteit hadden als tankwagenchauffeur. Naar de toekomst toe gaan we er voorzichtigheidshalve van uit dat er geen indexeringen of loonsverhogingen zullen plaatsvinden en het rendement 1,75% op jaarbasis bedraagt.

SECTORALE AKKOORDEN

Op 23 september 2021 ondertekenden de sociale partners het Protocolakkoord voor 2021-2022. Hieronder volgt een kort overzicht van de afgesloten CAO’s:

• Een verhoging met 0,4% van alle minimum- en effectieve lonen vanaf 1 januari 2022 bovenop de jaarlijkse indexering.

• Verhoging naar 7.500 euro van de schadevergoeding bij ontslag wegens verlies van medische schifting.

• Forfaitaire berekening van de beschikbaarheidstijd: de voorziene wachttijden bij het laden en lossen van brandstoffen alsook de rusttijden met het oog op de verkeersveiligheid dienen te worden betaald aan het normaal uurloon maar hoeven niet te worden beschouwd als arbeidstijd in de zin van de Arbeidswet. Ten belope van maximum 2 uur per dag en 10 per week (boven de grens van 8 uur per dag en 40 uur per week) kan dit forfaitair worden vastgesteld en dient dit niet op gedetailleerde wijze worden verantwoord.

OVERZICHT ACTIES SECTORCONVENANT 2022

Eén van de opdrachten van het Sociaal Fonds voor de Handel in Brandstoffen is de uitvoering van het sectorconvenant. Het convenant heeft als doel de werkgelegenheid binnen de sector te bevorderen. Hieronder volgt een overzicht van de belangrijkste verwezenlijkingen in 2022.

Op 8 en 10 maart 2022 nam het Sociaal Fonds deel aan de Limburgse schoolverlatersbeurs ‘Verruim je horizon’, waar leerlingen de kans kregen om te spreken met de sectorconsulent van het Sociaal Fonds en te rijden met de opleidingstankwagen van het Fonds onder begeleiding van een ervaren instructeur. In samenwerking met de cluster transport en logistiek organiseerde het Sociaal Fonds ook de beroepenrally ‘On The Move 5’ bij transportbedrijf Corneel Geerts in Antwerpen op 25 en 28 april 2022 voor 200 leerlingen. Op 2 juni 2022 informeerde het Sociaal Fonds 38 toeleiders van potentiële doelgroepen over de sectorale instroommogelijkheden tijdens een sectorbad in het VDAB Opleidingscentrum in Rekkem. Tot slot nam de sector op 9 juni 2022 deel aan de opleidingsbeurs Tracé in Brussel (Tour & Taxis).

Daarnaast zorgde het verstrekken van info rond de IBO-projecten ervoor dat er in 2022 4 IBO-projecten bij bedrijven in de sector werden opgestart.

Ook in 2023 zet de sector extra in op het verspreiden van deze informatie om nog meer werkzoekenden op te leiden tot gekwalificeerde chauffeurs.

Om extra instroom in de sector te genereren, werd in 2022 onder de naam FONDS127 een promocampagne gelanceerd om verschillende potentiële doelgroepen warm te maken voor een opleiding en vervolgens in te stromen in de sector.

2. Competentiebeleid

In samenwerking met de cluster transport en logistiek organiseerde het Sociaal Fonds voor de Handel in Brandstoffen in 2022 twee lerende

INHULDIGING VAN DE MOBIELE

OPLEIDINGSINSTALLATIE VAN HET SOCIAAL FONDS

Op donderdag 29 juni 2023 wordt de gloednieuwe mobiele laad- en losinstallatie van het Sociaal Fonds ingehuldigd op het VDABoefenterrein PIVO in Asse. Deze mobiele installatie zal ingezet worden op verschillende oefenterreinen van VDAB en Forem. Op deze manier kunnen geïnteresseerde cursisten in heel België de verschillende laaden losmanoeuvres aanleren.

Contacteer de HR-adviseur van het Fonds: Anne Gabriëls via anne.gabriëls@fonds127.be

36 Jaarverslag 2022 Br ndstoffen SOCIALE ZAKEN
1. Instroom
Anciënniteit op 01-01-2003 Leeftijd op 01-01-2003 Leeftijd op 01-01-2023 Uurloon in 2003 Uurloon in 2022 Reeds opgebouwde reserve op 01-01-2023 Schatting van het kapitaal op 65 jaar 0 jaar 25 jaar 45 jaar € 9,0679 € 15,2584 € 18.429 € 47.791 5 jaar 30 jaar 50 jaar € 9,1448 € 15,6373 € 18.700 € 39.836 10 jaar 35 jaar 55 jaar € 9,2241 € 15,7913 € 18.856 € 31.972 15 jaar 40 jaar 60 jaar € 9,3530 € 16,0165 € 19.007 € 24.655

netwerken voor bedrijven actief in de sector. Het eerste lerende netwerk vond plaats op 24 maart 2022 en focuste op VDAB als partner van ondernemingen. Met 40 deelnemers was dit een groot succes. Het tweede lerende netwerk ging over job- en taalcoaching en werd georganiseerd op 24 november 2022 in samenwerking met de Werkplekarchitecten. Hieraan namen welgeteld 15 werkgevers deel.

3. Non-discriminatie

Op 10 oktober 2022 organiseerden 32 sectoren, de SERV, het Sterpunt Inclusief Ondernemen en Hands-On Inclusion samen een Dag van Inclusie. 150 werkgevers en HR-medewerkers kregen er handvaten mee om met inclusie aan de slag te gaan in hun bedrijf.

YOUTH ENERGY PROJECT

Sinds januari 2020 loopt het Youth Energy Project. Via dit project kunnen jongeren (-26 jaar en werkzoekend) aan de hand van een IBO volledig gratis worden opgeleid tot chauffeur C/CE met vakbekwaamheid en ADR-attest. Hiermee hoopt het Sociaal Fonds het aantal jongeren in de sector te verhogen, de instroom te bevorderen en de toenemende vergrijzing op te vangen. Intussen volgen 4 jongeren een opleiding bij een werkgever, waarna ze in de sector zullen instromen. Dit project loopt nog tot 31 december 2023.

ONDERZOEK

In 2022 voerde de sector een onderzoek naar rekrutering en sollicitatiepraktijken in de brandstoffenhandel. Met behulp van dit onderzoek wil het Sociaal Fonds de recente aanwervingen in de sector in kaart brengen en op die manier haar dienstverlening verbeteren. De opgeleverde resultaten zullen de basis vormen voor een actieplan om de instroom in de sector te bevorderen.

Meer informatie rond de bovengenoemde acties is terug te vinden op de website van het Sociaal Fonds via www.fonds127.be of contacteer de HR-adviseur van het Sociaal Fonds Anne Gabriëls via anne.gabriels@fonds127.be

In samenwerking met de cluster transport en logistiek organiseerde het Sociaal Fonds de beroepenrally ‘On The Move 6’ bij transportbedrijf Essers in Genk op 20 en 27 april 2023 voor 200 leerlingen. De leerlingen konden de wereld van de brandstofdistributie ontdekken dankzij de nieuwe tankwagen met aanhangwagen  die het Sociaal Fonds voor de Handel in Brandstoffen ter beschikking stelt van de VDAB en FOREM voor de opleiding van de chauffeurs.

37 Jaarverslag 2022 Br ndstoffen
www.powerland.be
SOCIALE ZAKEN
OPENBAAR OP HET WERK THUIS Wij zijn Powerland. Sterk in e-mobiliteit.
member of

ADR-CURSUS ‘VLOEIBARE BRANDSTOFFEN’

Sedert twee decennia organiseert de Federatie voor zaakvoerders en hun personeel ADR-opleidingen (zowel initiële als vervolmakingscursussen). Haar erkenning als ADR-opleidingsinstelling werd eind 2013 door de FOD Mobiliteit en Vervoer met succes verlengd en deze erkenning werd door de gewesten bevestigd. Zij zijn door de Zesde Staatshervorming sedert 1 januari 2015 bevoegd voor o.m. de opleiding en examens van ADR-chauffeurs.

Aangezien op vraag van de Federatie een specifiek opleidingsgetuigschrift ‘vloeibare brandstoffen’ (categorie IV) in het leven werd geroepen, was Brafco de eerste organisatie die reeds in het najaar van 2008 een dergelijke opleiding organiseerde. De ADR-cursus ‘vloeibare brandstoffen’ kan worden gevolgd als initiële ADR-opleiding of als vervolmakingscursus (voor wie al over een geldig getuigschrift beschikt). Dat getuigschrift is interessant op meerdere vlakken. De initiële opleiding is beperkt tot 2,5 dagen (i.p.v. 5) en uitsluitend gericht op die producten waar de meeste chauffeurs in de sector dagelijks mee omgaan: gasolie, dieselolie, benzine en kerosine (lamppetroleum).

Sinds 2012 is het specifieke getuigschrift ‘petroleumproducten’ niet langer beperkt tot het binnenlands vervoer binnen een straal van 75 km rond de maatschappelijke zetel van de onderneming. Niet enkel werd deze beperking opgeheven, het getuigschrift geldt sindsdien ook voor het internationale vervoer en voor het vervoer van zware stookolie, dat sedert 2012 onder het ADR valt (meestal gecatalogeerd onder UN 3082).

ADR-BIJSCHOLINGSCURSUS

Brafco organiseerde in 2022 opnieuw de gewone ADR-bijscholingscursussen voor haar leden om hen de kans te geven tijdig een verlenging van de geldigheidsduur van hun getuigschrift te bekomen. Een bijscholingscursus kan worden gevolgd in de 12 maanden voor de vervaldatum van het getuigschrift (het getuigschrift wordt dan verlengd vanaf de vervaldatum). Indien de bijscholingscursus eerder wordt gevolgd, gaat de geldigheidsperiode van het nieuwe getuigschrift in op de datum waarop het examen met succes wordt afgelegd. Alle chauffeurs van wie de Federatie vooraf in kennis werd gesteld van de categorie en de vervaldatum van hun ADRgetuigschrift, ontvangen automatisch een uitnodiging om deel te nemen aan een bijscholingscursus enkele maanden voor de vervaldatum van hun getuigschrift.

ADR-VEILIGHEIDSADVISEUR

Elke onderneming die gevaarlijke goederen over de weg vervoert en/of laad-, los- of vulwerkzaamheden verricht, met inbegrip van de overslag van de weg, het spoor of de binnenwateren naar een andere vervoerswijze, moet beschikken over een ADR-veiligheidsadviseur. De functie van veiligheidsadviseur mag worden uitgeoefend door de bedrijfsleider, een persoon die binnen de onderneming andere taken vervult of een persoon die niet tot de onderneming behoort.

Ondernemingen die niet over een ADR-veiligheidsadviseur beschikken, kunnen terecht bij Brafco die deze individuele dienstverlening aanbiedt.

NASCHOLINGEN VAKBEKWAAMHEID CHAUFFEURS

De vakbekwaamheid – code 95 – is ondertussen een begrip. Chauffeurs met een rijbewijs C of CE moeten om de 5 jaar 5 erkende opleidingen van ten minste 7 uur (samen 35 kredieturen) hebben gevolgd om hun rijbewijs te verlengen.

Door de aanhoudende inspanningen van Brafco, die sinds de eerste evaluatie van de richtlijn 2003/59 er zowel op Europees als op nationaal en regionaal vlak voor ijverde dat gevolgde ADR-opleidingen ook kunnen meetellen voor de verplichte 35 uur nascholing, is dit nu het geval in de drie gewesten van het land. Initiële ADR-opleidingen van categorie II (tank) en categorie IV (vloeibare brandstoffen), alsook de bijscholingscursussen van categorie II komen in aanmerking voor 14 kredietpunten voor de “code 95”. ADR-bijscholingscursussen van categorie IV komen eveneens in aanmerking voor de code 95, doch slechts voor 7 kredietpunten. De ADR-opleidingen worden beschouwd als opleidingen van de 2de categorie (thema B, “toepassing van de voorschriften”). Zie ook rubriek Transport in dit jaarverslag.

Ondernemingen in de sector (en ook andere) kunnen bij de Federatie terecht voor opleidingen in het kader van de vakbekwaamheid en permanente vorming van de chauffeurs. Brafco werkt hiervoor samen met enkele gespecialiseerde opleidingscentra.

QFOR-LABEL EN OPLEIDINGSCHEQUES

Het Qfor-kwaliteitscertificaat waarover Brafco beschikt, heeft tot doel de kwaliteit en het professionalisme van de opleidingsinstellingen vast te leggen en te verzekeren. Dankzij dit Qfor-label kunnen ondernemingen in het Vlaamse Gewest via de ‘kmo-portefeuille’ genieten van een tussenkomst in de kosten van opleidingen die Brafco organiseert. Waalse bedrijven die een beroep doen op de diensten van Brafco krijgen toegang tot opleidingscheques van het Waals gewest. Het Qfor-kwaliteitscertificaat is drie jaar geldig. In 2022 werd, na een audit, het Qfor-kwaliteitslabel van Brafco verlengd.

NOTERINGEN

Brafco biedt haar leden de mogelijkheid om vier keer per dag, per fax of per e-mail, informatie te ontvangen over de evolutie van de petroleumprijzen op de internationale markten. De leden worden eveneens een dag vooraf op de hoogte gebracht van elke wijziging van de officiële maximumprijzen van de petroleumproducten. Leden die dat wensen kunnen ook tweemaal per dag per sms geïnformeerd worden over de koers van de dollar ten opzichte van de euro en over de evolutie van de noteringen van gasolie en diesel.

38 Jaarverslag 2022 Br ndstoffen DIENSTEN

Br ndstoffen

BLIJVEN INFORMEREN

De Federatie stelt haar leden diepgaande artikels ter beschikking en een onophoudelijke informatiestroom via de website www.brafco.be en het tweemaandelijkse magazine Brandstoffen Brandstoffen is in de eerste plaats bestemd voor de leden van de Federatie, maar ook een belangrijk informatiemiddel voor de decision makers binnen overheidsadministraties en ministeriële kabinetten. In 2022 publiceerde het magazine Brandstoffen artikels over tal van thema’s, waaronder sectorspecifieke aspecten m.b.t. de bedrijfsvoering, de verwarmingstoelagen, hernieuwbare brandstoffen, fiscale en sociale zaken en wijzigingen in de loonadministratie van de arbeiders in de sector.

De nieuwe website van Brafco, die sinds maart 2022 online is, omvat een hele reeks gloednieuwe functies: statistieken over de prijsevolutie van de verschillende petroleumproducten; de mogelijkheid voor leden om hun gegevens aan te passen in ‘mijn profiel’ (met o.a. de mogelijkheid om iemand binnen het bedrijf toegang tot het ledenportaal te geven); een uitgebreide dealer locator en tankstation locator; artikels voor leden/nietleden duidelijk zichtbaar; te downloaden formulieren gerangschikt volgens thema in ‘documenten’; de mogelijkheid om zich online in te schrijven voor een evenement of opleiding … Het ledenportaal op de website wordt zeer regelmatig bijgewerkt met interessante info voor brandstoffenhandelaars en pomphouders.

Met al die communicatiemiddelen voorziet de Federatie ook in de interactiviteit tussen haar leden. Zo konden de leden via het magazine of de website onder andere hun visie geven op de manier waarop Brafco moet evolueren in het kader van de energietransitie en hun onderneming voordragen om te fungeren als inzamelpunt voor hervulbare butaan- en propaanflessen.

Via haar Facebook-pagina en Twitter-account richt Brafco zich ook tot de consument.

MEDIA

Voor de Nederlandstalige media treedt Algemeen Directeur Johan Mattart op als woordvoerder van de Federatie. Voor de Franstaligen is dat de taak van Technisch Directeur Olivier Neirynck. Zij kwamen in 2022 meermaals in de media, bijvoorbeeld in het kader van de torenhoge energieprijzen en de toekenning van de verwarmingstoelage voor gebruikers van mazout, propaan in bulk en pellets.

PERSBERICHTEN

In bepaalde gevallen neemt de Federatie ook zelf het initiatief om persberichten te publiceren. Dat was bijvoorbeeld het geval begin maart 2022, toen de K-factor geactiveerd werd, om een noodkreet te slaken en te wijzen op de catastrofale situatie waarin de meeste operatoren in de sector verkeerden door het feit dat hun aankoopprijs gedurende meerdere dagen hoger was dan de maximum toegelaten verkoopprijs. Op 14 november 2022 publiceerde de Federatie opnieuw een persbericht om het voorontwerp van wet tot vaststelling van een tijdelijke solidariteitsbijdrage van de oliesector aan de kaak te stellen.

In 2022 kwamen de woordvoerders van Brafco vaak in de pers als het ging over de hoge energieprijzen.
SPECIALE BIJLAGE MOTORBR NDSTOFFEN Overwinstbelasting op petroleumsector kan familiebedrijven treffen 06 PROMAZ ingediend 14 BEHEER hun bestelling zomaar annuleren 29 SOCIAAL NIEUWS OVERWINSTBELASTING OP PETROLEUMSECTOR ? WIE ZAL HET GELAG BETALEN ? GROEP DE WIT 75 JAAR P.20-23 www.brafco.be
Informatie voor zowel de handelaars als de decision makers binnen overheidsadministraties en ministeriële kabinetten.
V.U. Johan Mattart, BRAFCO, Léon Lepagestraat B-1000 Brussel
De nieuwe website van Brafco werd in maart 2022 gelanceerd en toont de nieuwe visuele identiteit van de Federatie.
39 Jaarverslag 2022 Br ndstoffen PUBLICATIES & COMMUNICATIE
Contacteer ons voor meer info • Jean-François Riche: +32 (0)475 61 83 22 jfr@tvw-fueltrucks.com www.tvw-fueltrucks.com Bezoek onze showparking • Kanaalstraat 8, 3560 Lummen Aankoop en overname van uw ADR tankwagen voor internationale export Verkoop nieuwe & tweedehandse ADR voertuigen 20 jaar ervaring in aankoopadvies en technische ondersteuning Met een ADR-truck van TVW Fuel Trucks loopt uw onderneming op wieltjes!

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.